: J. Lunshof (Jeugdhulp Friesland)

Transcriptie

1 VERSLAG Soort overleg : Marktverkenning Pleegzorg Datum : Donderdag 23 juni 2016 Tijdstip : Van tot uur (streefeindtijd uur) Waar : Gemeente Hoogeveen, Commissie kamer 1 Aanwezig : Auke de Jong (werkgroep Inkoop namens Regio Zuid), Jolanda van den Berg (werkgroep Inkoop namens Regio Noord-Midden), Arjen Jansen (werkgroep inkoop), Annie Terwisscha van Scheltinga (Trias), Annemieke Smit (Yorneo), M. van Muijen (Wsg), Linda Timmerhuis (WSG), C. de Bruine (Elker), Peter Smallenburg (Elker), M. van Leeuwen (Leger des heils), E. Edens (Leger des Heils), W. van Wijk (Timon), Monique Vonk (werkgroep Inkoop vz.) (verslag) Afwezig m.k. : J. Lunshof (Jeugdhulp Friesland) Nr. 1 Onderwerp Opening ( uur) Monique Vonk Vaststellen agenda Voorstelronde bijeenkomst De bijeenkomst wordt geopend en iedereen stelt zich kort aan elkaar voor. Er wordt door de werkgroep een toelichting gegeven op het doel van de bijeenkomst. Deze is informatie ophalen vanuit de pleegzorgaanbieders. De informatie geldt als input voor de inkoopstrategie die de komende periode geschreven moet worden. De inkoopstrategie bepaalt de basis voor de inkoop 2017 e.v. van de pleegzorg. Nr. 2 Onderwerp Stand van zaken inkoop 2017 ( uur) Arjen Jansen Informeren Presentatie Er wordt een korte toelichting gegeven op de splitsing in Drenthe. Het grootste deel van de jeugdzorg zal in sub regio s worden ingekocht. Er zijn echter nog een aantal gezamenlijk Drentse dossiers waaronder pleegzorg. Nadat de contracten gesloten zijn zal het contractmanagement door de coördinerende gemeente worden uitgevoerd. Hiervoor is de gemeente Hoogeveen aangewezen. Het proces dat tot nu toe gelopen is heeft zich voornamelijk gefocust op deskresearch. Er is nog geen input opgehaald bij de pleegzorgaanbieders. Dit is dan ook het doel van deze bijeenkomst. De planning wordt toegelicht. Er zijn een drietal fasen te onderscheiden namelijk: - Voorbereiding aanbestedingsprocedure (opleverdatum ) - Uitvoeren aanbestedingsprocedure (start en inleverdatum Beoordeling en gunningsprocedure (22 december definitieve gunning) Voor de uitgebreide versie van de planning wordt verwezen naar de bijgevoegde presentatie. Nr. 3 Onderwerp Inventarisatie vragen en antwoorden ( uur) Arjen Jansen Bespreken Presentatie inventarisatieronde (geanonimiseerd) Inhoudelijke bespreking

2 Er is een schriftelijke uitvraag gedaan waarin een vijftal vragen zijn gesteld. De conclusies van de beantwoording worden in dit deel van de presentatie geanonimiseerd besproken. 1. Hoofdaannemerschap De belangrijkste conclusies zijn dat een aantal partijen tevreden is over de huidige samenwerking. Het merendeel geeft echter de voorkeur aan een rechtstreekse inkooprelatie vanwege: - Keuzevrijheid - Directe relatie met het lokale veld - Huidige taak van de hoofdaannemer is vooral administratief Alvorens de vraag inhoudelijk wordt behandeld geeft Yorneo een toelichting. Zij waren er vanuit gegaan dat de keuze door de regio Drenthe al gemaakt is. Hierop wordt gereageerd dat dit op dit moment nog open is en op basis van de input van de aanbieders hier een bestuurlijke afweging in gemaakt wordt. In hoeverre aanbieders zelfstandig zullen inschrijven indien het hoofdaannemerschap wordt losgelaten - is ook afhankelijk van de uitvraag die gedaan wordt, zo geeft Elker aan. Indien er een andere vorm van contractering wordt gekozen (die afwijkt van de landelijke standaard), brengt dit namelijk een verhoging van de administratieve lasten met zich mee. In het algemeen wordt geadviseerd om aan te sluiten bij de landelijk pleegzorgproducten. Voordeel van het loslaten van het hoofdaannemerschap is dat er maximale keuzevrijheid is voor de cliënt. Yorneo geeft aan dat deze keuzevrijheid met name in samenwerking met de regionale aanbieders geborgd is. Indien het een pleegzorgplaatsing betreft uit een andere regio dan is die pleegzorgaanbieder ook de partij die ingeschakeld wordt. Bij de specialistische aanbieders zit er een grijs gebied (o.a. tussen LVB en regulier). Hier wordt in afstemming met betreffende aanbieder overleg over gevoerd. 2. Inhoudelijke visie op pleegzorg De belangrijkste conclusies zijn: - Mogelijkheid om extra interventies toe te voegen. - Deskundigheid bij de toegang met betrekking tot specifieke doelgroepen - Zorgvuldig proces werving en selectie pleegouders en aanbieden van trainingen aan pleegouders - Dreigt een tekort aan pleeggezinnen te ontstaan, wenselijk om hier gezamenlijk een visie op te ontwikkelen. Met betrekking tot de mogelijkheid extra interventies toe te voegen wordt door de werkgroep aangegeven dat dit onder de subregionale inkoop valt. Via de bouwstenensystematiek kunnen er extra interventies worden toegevoegd. Er wordt door verschillende aanbieders een toelichting gegeven op het wervingen selectieproces. Een nieuwe ontwikkeling hierbij is casusgericht werven. Hierbij wordt voor een specifiek kind pleegouders geworven. Er ontstaat een discussie over de wijze van werven. Yorneo heeft een campagne opgestart waarbij via o.a. dagbladen pleegouders worden gezocht. Ook andere aanbieders geven aan een dergelijke campagne te hebben lopen. Dit leidt wel tot resultaten maar biedt niet het gewenste aantal. Het zou een combinatie van beide moeten zijn; een campagne via dagbladen e.d. en pleegouders werven voor een specifieke jeugdige. WSG geeft aan dat het ook goed zou zijn wanneer er vanuit de gemeente actief gestuurd wordt ook het belang van pleegouder zijn. Als voorbeeld wordt aangehaald dat een bestuurder in Drenthe hier specifiek aandacht voor vraagt (als een soort van boegbeeld) en dat ook vanuit de toegang hier specifieke aandacht

3 voor is. Dit zou de spin-off van de campagnes kunnen versterken. Er wordt aangegeven dat het aantal pleegzorgkinderen is toegenomen. De toename van het aantal pleegzorgkinderen is voornamelijk te wijten aan het feit dat dit een van de speerpunten is in de Jeugdwet. Indien een cliënt intramuraal geplaatst dient te worden dan geniet een pleegzorgplaatsing de voorkeur. Ook wordt aangegeven dat de problematiek van de pleegzorgkinderen is toegenomen. Over de toename van de problematiek zijn nog geen gedegen onderbouwingen te geven. Het kan een effect zijn van de decentralisatie. De wettelijke verwijzers kiezen sneller voor een uithuisplaatsing om het risico op verdere escalatie te voorkomen. De toename van de problematiek heeft ook direct gevolg voor het matchingsproces. Het maakt het verzorgen van een juiste match complexer. 3. Zaken in de inkoop gemist of voorstellen voor de nieuwe inkoopronde De belangrijkste conclusies zijn: - Houdt rekening met de administratieve lasten, die na de transitie (fors) zijn toegenomen. - Gezamenlijke transformatieopgave op het gebied van deskundigheidsbevordering en werving & selectie van pleegouders. - Meerjarencontracten, pleegzorg is een relatief voorspelbare vorm van zorg Alle aanbieder beamen dat de administratieve lasten na de decentralisatie fors zijn toegenomen. Elker doet een oproep om de landelijke productcodes te hanteren en een uniforme aanmeldprocedure te hanteren. Ook in geval een verwijzing via de gemeentelijke toegang zou verlopen zou dit op een uniforme wijze vormgegeven kunnen worden. De werkgroep geeft aan hier geen invloed op te hebben. De gemeentelijke toegang is het deel waar de gemeente expliciet verantwoordelijk voor is. Yorneo herkent dit en geeft ook aan dat dit de afgelopen anderhalf jaar niet gelukt is. LdH refereert aan een onderzoek dat gedaan is waarin bevestigd wordt dat de administratieve lasten fors zijn toegenomen na de transformatie. Het is zonde dat de middelen hier naartoe vloeien en niet richting de zorg. Trias en Stichting Timon bevestigen dit. Ook wordt geadviseerd om aan te sluiten bij de landelijke richtlijnen en protocollen; zowel op het gebied van toeleiding naar de zorg als op het gebied van richtlijnen inzake de accountantscontrole. De werkgroep geeft aan minder administratieve lasten na te streven. Elker geeft aan dat de pleegzorg zich bij uitstek leent om meerjarencontracten af te sluiten. Het is een relatief voorspelbare vorm van zorg. Andere aanbieders bevestigen dit. 4. Landelijke tarief pleegzorg Belangrijkste conclusies - Merendeel geeft aan uit te komen met deze tarieven. - Bij het vaststellen van de tarieven dient aandacht te zijn voor bijzondere kostenregeling en extra interventies, dit maakt geen deel uit van het landelijke tarief. - Mogelijkheden onderzoeken voor ander tarief deeltijdpleegzorg (verzoek om toelichting). Het merendeel van de aanbieders geeft aan uit te komen met de landelijke tarieven. Daarbij wordt wel aangegeven dat er middelen nodig zijn om pleegouders en kinderen te ondersteunen, de zogenoemde Bijzondere Kosten. Deze kosten lagen in het verleden bij Bureau Jeugdzorg maar liggen nu bij de pleegzorgaanbieders. Hier wordt door regio s verschillend mee omgegaan. Een

4 aantal aanbieders heeft goede ervaringen met het model dat in Groningen wordt gehanteerd. Hierbij is er één loket voor pleegouders waar zij hun verzoek om vergoeding van bijzondere kosten kunnen indienen. Dit samenwerkingsverband is een gezamenlijk initiatief van pleegzorgaanbieders. Zij beheren de door de gemeente beschikbaar gestelde middelen op het gebied van bijzondere kosten. Bij deeltijdpleegzorg is een jeugdige gedeeltelijk bij de biologische ouders en gedeeltelijk bij de pleegouders. Hierdoor ontvangt de pleegzorgaanbieder maar een beperkt bedrag voor de inzet van pleegzorg. De begeleiding op deze trajecten is vaak veel intensiever. Hierdoor komt men niet uit met het bedrag. Er wordt een toename geconstateerd van het aantal plaatsingen van deeltijdpleegzorg i.r.t. de overige vormen van pleegzorg. Hierdoor zit men dat er een verschuiving optreedt. Normaliter kan de vergoeding voor deeltijdpleegzorg gemiddeld worden met de vergoeding voor de inzet van de overige pleegzorg, maar door een verschuiving komt dit wel steeds meer onder druk te staan. Hetzelfde geldt voor crisispleegzorg. Aanbieders geven ter overweging mee om voor deze plaatsingen hogere tarieven te hanteren. 5. Sluit PvE VNG nog aan bij de huidige situatie? Belangrijkste conclusies - Deze sluit aan en is compleet. - Convenant Netwerkpleegzorg voor Drentse gemeenten en GI s binnenkort gereed, advies om deze toe te voegen. Er wordt nog de toevoeging gemaakt dat heel veel processen al in landelijke richtlijnen zijn vastgelegd. Hier is pleegzorg wel redelijk uniek in. Yorneo geeft een toelichting op het Convenant Netwerkpleegzorg voor Drentse gemeenten en GI s. Dit zou ook als richtlijn kunnen worden toegevoegd. Elker zou graag ook hierbij aansluiten bij de landelijke richtlijnen, dit in relatie tot de administratieve lasten. Nr. 4 Onderwerp Bespreking overige inhoudelijke zaken ( uur) Jolanda van den Berg en Auke de Jong Bespreken Presentatie leidende principes inkoop Inhoudelijke bespreking De werkgroep geeft een toelichting op de visie die de Drentse gemeenten hebben op het gebied van pleegzorg. Tevens worden onderstaande vragen voorgelegd: Visie op ouderbetrokkenheid: hoe vormgegeven? Samenwerking met toegangen en GI s? Bieden jullie alle pleegzorgvarianten aan? op contactmomenten tussen zorgaanbieder/pleegouder/natuurlijk ouder en gemeente? Welke alternatieven worden ingezet indien geen pleegzorg (vanwege wachtlijsten) De visie is herkenbaar voor de pleegzorgaanbieders. Wel wordt aangegeven dat er (nog) meer ingezet kan worden op training om pleegouders te begeleiden in de contacten met biologische ouders. Dit wordt nu vaak gedaan door de pleegzorgbegeleiders. In sommige gevallen zijn de biologische ouders ook onder behandeling. De contacten tussen de behandelaars van biologische ouders en pleegzorgbegeleiders/pleegzorgouders zijn er wel, echter zou dit verbeterd kunnen worden. Eén aanbieder biedt hier een specifieke module voor aan maar deze zetten de hier aanwezige pleegzorgaanbieders niet in. Ook de gedachte 1 gezin 1 plan is in de praktijk moeilijk te realiseren. Dit komt

5 omdat een jeugdige vaak te maken heeft met een pleeggezin en zijn/haar biologische ouders. Als voorbeeld wordt een situatie geschetst waarbij er meerdere kinderen van één gezin wonen bij verschillende pleeggezinnen. Ook de doorgaande lijn met 18- en 18+ zou makkelijker moeten verlopen. Een obstakel hierbij is het woonplaatsbeginsel. Er zou een doorgaande lijn gecreëerd moeten worden. Dan wordt er nog ingegaan op de verschillende vormen van pleegzorg. De aanwezige pleegzorgaanbieders bieden alle vormen van pleegzorg (conform de definities in de handreiking van de VNG). Er wordt nog ingegaan op een aantal (nieuwe) vormen van pleegzorg, namelijk Duo-pleegzorg. Dit betekent dat twee pleeggezinnen verantwoordelijk zijn voor één jeugdige. Dit kan soms een meerwaarde hebben voor een kind. Er wordt door een aantal aanbieders wel aangegeven dat hun gedragswetenschappers twijfels hebben bij de effectiviteit van deze vorm. Nr. 5 Onderwerp Rondvraag/sluiting ( uur) Monique Vonk Hierna gelegenheid voor individuele afstemming met leden werkgroep Inkoop De werkgroep licht de verdere voortgang van het proces toe. Het streven is om op 1 augustus duidelijkheid te hebben over de strategische keuzes die gemaakt moeten worden (o.a. hoofd- en onderaannemerschap). Ook wordt er gesproken over het feit dat de werkgroep nog in gesprek wil met de belangbehartigers van pleeggezinnen (o.a. Stichting Pleegwijzer). Vervolgens wordt verwezen naar de planning zoals die reeds besproken is. Alle aanbieders geven aan bereikbaar te zijn voor verdere vragen en verduidelijking. Ook is men bereid om deel te nemen aan een eventuele vervolgsessie. Iedereen wordt bedankt voor zijn of haar tijd en de input die geleverd is. Om wordt de vergadering gesloten.