Het Akkoord van Spelderholt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Akkoord van Spelderholt"

Transcriptie

1 Het Akkoord van Spelderholt mr. W.L. Valk, mr. G.M.F. Snijders en mr. H.A. Verbakel-van Bommel * 1. Inleiding Inmiddels is het bekend: vertegenwoordigers van pachters en verpachters hebben begin juli 2014 een akkoord bereikt over een vernieuwing van het pachtrecht: het Akkoord van Spelderholt. 1 In feite is sprake van een deelakkoord, omdat geen overeenstemming bestaat over het overgangsrecht. 2 Over het stelsel en de inhoud van het nieuwe pachtrecht zijn de vertegenwoordigers het wel volledig eens. Gedrieën waren wij bij de totstandkoming van het akkoord betrokken. Valk heeft het initiatief genomen en daarbij Snijders en Verbakel-van Bommel betrokken. Wij formuleerden een voorstel voor een nieuwe wettelijke regeling, waarbij werd voortgeborduurd op de aanzetten in de bijdragen van Snijders en Valk aan het themanummer van dit tijdschrift dat in de zomer van 2014 werd gewijd aan de evaluatie van Titel 7.5 BW. 3 Het voorstel werd met de vertegenwoordigers besproken tijdens een bijeenkomst in Kasteel Spelderholt te Beekbergen. 4 Het is vervolgens naar aanleiding van vragen, suggesties en kritiek aangepast en uitgewerkt. Nadien werd in een tweede bijeenkomst overeenstemming bereikt. De evaluator van Titel 7.5 BW, prof. mr. D.W. Bruil, heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken bij brief van 17 juli 2014 bericht dat hij het akkoord ondersteunt. 5 Het Akkoord van Spelderholt bevat hoofdlijnen voor nieuw pachtrecht. De bij het akkoord betrokken organisaties (alle die wij konden bedenken) hebben uiteraard elk een eigen afweging gemaakt. 6 Sommige onderdelen zijn door de verpachters alleen maar aanvaard vanwege de aantrekkingskracht van andere; hetzelfde (maar wat betreft andere voorstellen) geldt voor de organisaties die voor de belangen van de pachters opkwamen. Als men de betrokken organisaties vraagt om het akkoord toe te lichten, zal men dan ook verschillende verhalen kunnen horen. Dat wil echter niet zeggen dat aan het Akkoord van Spelderholt geen coherente visie ten grondslag ligt. Het tegendeel is het geval; ons voorstel komt voort uit een door ons drieën gedeelde analyse van de huidige situatie en een evenzeer gedeelde visie op wat er zou moeten gaan gebeuren. Uiteraard hebben wij ons ook steeds moeten afvragen wat voor alle partijen aanvaardbaar zou kunnen zijn en wat niet. Maar gelukkig hebben we daarbij geen wezenlijke concessies hoeven te doen. Het lijkt ons nuttig onze gemeenschappelijke analyse en visie met de lezers van dit tijdschrift te delen en van daaruit het akkoord te bespreken Analyse van de huidige situatie Over onze analyse van de huidige situatie kunnen we betrekkelijk kort zijn. Zowel Valk als Snijders heeft zich daarover meer dan eens uitgelaten, ook in dit tijdschrift. 8 Daarom nu niet meer dan enkele samenvattende opmerkingen. Hét probleem is de tweeslachtigheid van de huidige regeling. De reguliere pacht kent een hoog beschermingsniveau. Dat is een niveau dat verpachters in veel gevallen best aan een pachter zullen willen gunnen, maar dan tegen een prijs die daarbij past. 9 Het laatste is echter niet mogelijk vanwege het stelsel van gereguleerde prijzen. De geliberaliseerde pacht daarentegen kent een laag beschermingsniveau, met vrije prijzen (bij overeenkomsten voor zes jaar of korter). In een markt waarin de vraag groter is dan het aanbod, spreekt het vanzelf dat verpachters kiezen voor geliberaliseerde pacht. Wie kan hen dat kwalijk nemen? Dat betekent niet dat de huidige situatie voor verpachters ideaal is. Een pachter kan minder zuinig op de grond zijn, als hij niet weet of hij na afloop van de geliberaliseerde * Lodewijk Valk is voorzitter van de pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en van de Centrale Grondkamer en tevens senior onderzoeker bij de Radboud Universiteit te Nijmegen, Gerard Snijders is advocaat Wijn & Stael te Utrecht en oud-hoogleraar Agrarisch recht en Rianne Verbakelvan Bommel is senior agrarisch jurist bij Countus accountants. 1. De tekst van het Akkoord van Spelderholt (blijkend uit de brief aan de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 juli 2014 en de daarbij behorende bijlagen) is na deze bijdrage afgedrukt op p Eigenlijk alleen over het overgangsrecht met betrekking tot de herziening van de pachtprijs door de grondkamer. Zie hierna onder Zie G.M.F. Snijders, Van evaluatie tot reanimatie, Agr.r. 2014, p en W.L. Valk, De evaluatie gewogen, Agr.r. 2014, p Aan de bespreking werd deelgenomen door vertegenwoordigers van de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), LTO Nederland, de Bond van Landpachters en Eigen-Grondgebruikers in Nederland (BLHB), het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), ASR Vastgoed Vermogensbeheer, De 12 Landschappen, de Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) en de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR). 5. Ook de tekst van deze brief is na deze bijdrage afgedrukt op p Niet alle bij het akkoord betrokken organisaties vertegenwoordigen een bepaald partijbelang (de leden van de NVR adviseren behalve verpachters ook pachters) en ook niet alle organisaties zijn in eigenlijke zin partij bij het akkoord (behalve voor de NVR geldt dat ook voor de beide betrokken overheidsorganisaties, SBB en RVOB). Wel hebben zij alle hun bijdrage geleverd aan de gedachtenvorming die tot het akkoord heeft geleid. 7. Daarbij beperken wij ons tot het civielrechtelijke gedeelte van het akkoord; de wensen van de partijen bij het akkoord in de richting van de belastingwetgever (de punten 17, 18 en 19 van het akkoord), blijven buiten beschouwing. 8. G.M.F. Snijders, Vragen over pacht, Preadvies voor de jaarvergadering van de Vereniging voor Agrarisch Recht 2012, Agr.r. 2012, p. 57 e.v.; W.L. Valk, Waarom moet er wat gebeuren?, Agr.r. 2012, p. 210 e.v.; W.L. Valk, Het reservaat van de pacht, Ars Aequi 2012, p. 900 e.v.; alsmede de in noot 3 bedoelde bijdragen aan het themanummer over de evaluatie. 9. Dat de huidige gereguleerde prijzen daarbij in het algemeen niet passen, blijkt uit de zogenaamde pachtdruk, dat wil zeggen uit de waardedaling die agrarisch onroerend goed ondergaat zodra het wordt verpacht. Die pachtdruk bedraagt thans rond de veertig procent van de vrije waarde. Nr. 9 september Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT

2 Het Akkoord van Spelderholt pachtovereenkomst nog gebruiker zal kunnen blijven. Bovendien is geliberaliseerde pacht alleen mogelijk voor losse grond. Er staan varkensstallen en kassen leeg omdat de eigenaar geen reguliere pacht wil en het huidige recht hem geen alternatief biedt. 10 Dat de huidige situatie voor pachters verre van gelukkig is, behoeft nauwelijks uitleg. Wie pachten wil, kan dat doorgaans alleen kortdurend, zonder zekerheid op langere termijn. Daarom kan pachtgrond bezwaarlijk de basis zijn voor omvangrijke investeringen (bijvoorbeeld in een nieuwe stal), terwijl zonder zulke investeringen veel landbouwbedrijven geen toekomst hebben. Een pachter die geen zekerheid heeft over de toekomst, zal bijvoorbeeld het opbrengen van mineralen uitstellen. Dat is alleszins begrijpelijk; tegelijk is een minder duurzaam grondgebruik op langere termijn ook voor pachters ongunstig. Het huidige pachtrecht kan zeer onaangenaam uitpakken voor wie zich niet goed laat adviseren. 11 Wie mondeling grond verpacht voor bijvoorbeeld één jaar, kan zomaar aan een reguliere pachtovereenkomst vast komen te zitten als de pachter schriftelijke vastlegging vordert. 12 Door de pachtdruk daalt dan de waarde van de eigendom in één klap met zo n 40%. 13 Na vastlegging volgt toetsing door de grondkamer en vrijwel steeds verlaging van de pachtprijs. En wanneer de overeenkomst zal eindigen, is geheel onzeker. Deze gevolgen van vastlegging worden door grondeigenaren algemeen als draconisch ervaren en hebben ertoe bijgedragen dat velen zich van de (legale) pacht hebben afgekeerd. Het huidige pachtprijssysteem leek goed doordacht, maar zorgt jaarlijks voor verrassingen. Ieder jaar maakt het LEI een rekensom die de buitenwereld maar gedeeltelijk kan volgen. Pieken en dalen volgen elkaar op, omdat het meerekenen van een goed oogstjaar en het niet langer meetellen van een slecht jaar (of andersom) tot een héél andere prijs leidt. Dat geeft onzekerheid bij pachters over hun toekomstige uitgaven (en dus over de ruimte om te investeren in hun agrarisch bedrijf) en bij verpachters over hun toekomstige inkomsten. De grondkamers zijn bij uitstek deskundig wat betreft pachtprijzen. Ook in andere opzichten zijn ze nuttig (onder andere machtiging tot verandering, art. 7:348 BW). In geval van een geschil ervaart de praktijk de gang naar de grondkamer als veel laagdrempeliger dan de gang naar de (pacht)rechter. Het heeft echter geen zin om de inhoud van een pachtovereenkomst te toetsen (of het nu de prijs betreft of ook de andere voorwaarden), als partijen vastbesloten zijn om zich van het oordeel van de grondkamer niets aan te trekken. In dat geval ervaart men de verplichte gang langs de grondkamer alleen maar als een last, in plaats van als een waardevolle voorziening. De pachtkamers functioneren in het algemeen goed. Deskundige rechtspraak heeft voor de pacht een duidelijke meerwaarde en is met het oog op diverse normen van het pachtrecht zelfs min of meer noodzakelijk Onze visie op wat er moet gebeuren Pachters zijn ongetwijfeld nu veel mondiger dan vijftig jaar geleden; bovendien hebben zij veelal uitstekende adviseurs. Toch betekent dit niet dat de onderhandelingspositie van pachter en verpachter gelijkwaardig is. De omstandigheid dat landbouwgrond schaars is, heeft veelal tot gevolg dat de verpachter in veel sterkere mate de inhoud van de contractvoorwaarden kan bepalen dan de pachter. Daarom blijft een zekere bescherming van pachters nodig. Reguliere pacht is in de huidige vorm een sterfhuis. Nieuwe reguliere pachtovereenkomsten zullen alleen gesloten worden als deze pachtvorm ook weer voor verpachters aantrekkelijk wordt. De manier om dat te bereiken is het vrijlaten van de aanvangsprijs van nieuwe reguliere pachtovereenkomsten. De markt kan aldus de prijs bepalen die bij het beschermingsniveau van de reguliere pacht past. De pacht is een financieringsinstrument voor de landbouw. Dat instrument kan echter alleen goed functioneren als eigenaren van agrarisch onroerend goed pacht als een volwaardig beleggingsinstrument kunnen zien. Naast een vernieuwde reguliere pacht, is er een pachtvorm nodig die partijen flexibiliteit biedt. Als een eigenaar de langdurige gebondenheid aan een reguliere pachtovereenkomst niet wenst, moet er een alternatief zijn, omdat hij zich anders geheel van de pacht af zal keren. En ook de agrarische ondernemer kan bij een flexibele pachtvorm belang hebben, namelijk als hij slechts tijdelijk extra grond (of, in het door ons voorgestelde stelsel, een gebouw) nodig heeft. De flexibele pacht zo noemen we deze pachtvorm mag echter niet zó aantrekkelijk voor grondeigenaren zijn, dat ze daarvoor steeds zullen kiezen, want dan bieden we pachters onvoldoende uitzicht op continuïteit (met als voorzienbaar gevolg dat investeringen als te riskant achterwege blijven). De vernieuwde reguliere pacht en de flexibele pacht moeten dus in één lijn met elkaar zijn, met elk zowel voor verpachter als pachter voor- en nadelen (die elkaar in evenwicht houden). Het krachtigste middel om te bereiken dat de flexibele pacht de reguliere pacht niet wegdrukt, is het niet vrijlaten van de prijs van flexibele pacht. Als de praktijk behoefte heeft aan nog andere pachtvormen, bestaat daartegen geen bezwaar, maar dan geldt weer dat de diverse pachtvormen in één lijn met elkaar moeten zijn. Duurzaam grondgebruik is in het belang van pachters en verpachters. Een nieuwe regeling van de pacht moet aan duurzaam grondgebruik niet langer in de weg staan en zulk grondgebruik in plaats daarvan juist stimuleren. Onwetendheid of onoplettendheid van eigenaren behoort niet op draconische wijze te worden afgestraft. Het schaadt 10. Als er bijzondere omstandigheden zijn (bijv. uitzicht op bestemmingswijziging) kan de grondkamer om goedkeuring van een kortere duur dan de wettelijke worden gevraagd (art. 7:325 leden 3 en 4 BW). De enkele wens van de verpachter om de handen vrij te houden is echter geen bijzondere omstandigheid. 11. Vergelijk G.M.F. Snijders, Het nieuwe pachtrecht is voor de dommen geschreven, Agr.r. 2008, p Weliswaar is ook vastlegging van een geliberaliseerde pachtovereenkomst mogelijk (Hof Arnhem-Leeuwarden 3 december 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:9214), maar de verpachter zal dan wel moeten kunnen bewijzen dat partijen inderdaad geliberaliseerde pacht zijn overeengekomen. 13. Elk nadeel heeft zijn voordeel: voor particuliere grondeigenaren is er aan het nadeel van de pachtdruk fiscaal voordeel verbonden (box 3 van de inkomstenbelasting; schenk- en erfbelasting). 14. Wat betreft de pachtkamers bevat het Akkoord van Spelderholt geen voorstellen. Hun voortbestaan is door de partijen bij het akkoord voorondersteld. Hierna over de pachtkamers daarom niets meer. 308 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT Nr. 9 september 2014

3 Het Akkoord van Spelderholt de reputatie van de pacht in zijn geheel. Als partijen een keuze hebben gemaakt die zich met het pachtrecht niet verdraagt, moeten zoveel mogelijk dezelfde rechtsgevolgen intreden als in het geval dat partijen goed geïnformeerd zouden zijn geweest (en dus gekozen zouden hebben voor de pachtvorm die het beste bij hun intenties past). De preventieve toetsing door de grondkamer kan worden afgeschaft. De mogelijkheid van toetsing op verzoek van een contractspartij (in de praktijk vrijwel steeds de pachter) is wel zinvol. Met het oog op de prijsbeheersing van flexibele pacht is die mogelijkheid zelfs onmisbaar. 4. Vier pachtvormen in lijn Het beraad in Spelderholt bracht ons ertoe om uiteindelijk vier pachtvormen voor te stellen. In een tabel die deel uitmaakt van het akkoord staan ze overzichtelijk en beknopt naast elkaar. Hierna zetten we ze meer uitvoerig uiteen. 4.1 Vernieuwde reguliere pacht De eerste pachtvorm is de vernieuwde reguliere pacht, met hetzelfde beschermingsniveau als nu, maar dan wel met een vrij overeen te komen aanvangsprijs (punt 1 van het akkoord). Het spreekt voor zichzelf dat partijen in het algemeen behalve een aanvangsprijs ook een vorm van indexering zullen overeenkomen. Het akkoord laat hen daartoe uitdrukkelijk de ruimte. Een wettelijke voorziening voor een jaarlijkse herziening van rechtswege is daarmee overbodig. Herziening door de grondkamer na de inwerkingtreding van nieuwe pachtnormen (art. 7:333 lid 2 BW) zal uiteraard tot het verleden behoren. Dat betekent niet dat herziening door de grondkamer geheel is uitgesloten. Er kunnen zich wijzigingen van omstandigheden voordoen ten opzichte van de oorspronkelijke uitgangspunten van partijen, die voldoende ingrijpend zijn om een herziening te rechtvaardigen. Punt 13 van het akkoord omschrijft nauwkeurig welke (beperkte) ruimte voor herziening de partijen bij het akkoord voor ogen staat: Het herzieningsverzoek is alleen ontvankelijk indien zich een wijziging van omstandigheden heeft voorgedaan (ten opzichte van de uitgangspunten die partijen bij de aanvang in hun overeenkomst hadden verdisconteerd) die een vaststelling van een nieuwe pachtprijs rechtvaardigt. Dit is een minder strenge maatstaf dan die van de in art. 6:258 BW bedoelde onvoorziene omstandigheden, in verband met het feit dat bij reguliere pacht sprake is van een rechtsverhouding die na afloop van de overeengekomen duur kan worden verlengd, en waarbij de pachter door een derde kan worden opgevolgd. Als van gewijzigde omstandigheden sprake is, is de maatstaf voor de nieuwe pachtprijs de gemiddelde pachtprijs voor vergelijkbare reguliere pachtobjecten in dezelfde regio. Daarbij moet echter ook worden gelet op de uitgangspunten van partijen bij het sluiten van de overeenkomst. De mogelijkheid om herziening te vragen is in die zin beperkt, dat zij blijkens punt 13 van het akkoord slechts openstaat na verlenging van de desbetreffende reguliere pachtovereenkomst. De duur van reguliere pacht blijft minimaal twaalf jaar voor een hoeve en zes jaar in andere gevallen. De huidige reguliere pacht voor korte duur met goedkeuring van de grondkamer vervalt (punt 2 van het akkoord). De hierna te bespreken flexibele pacht is het aangewezen alternatief. 4.2 Loopbaanpacht Een tweede, geheel nieuwe pachtvorm is de loopbaanpacht (punt 7 van het akkoord). Ook loopbaanpacht is mogelijk voor hoeves, gebouwen en los land. Loopbaanpacht wordt aangegaan voor ten minste 25 jaar en eindigt bovendien niet voordat de pachter de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Ook de prijs van loopbaanpacht is door partijen in vrijheid te bepalen. Het grote verschil met reguliere pacht is dat de duur vooraf vaststaat. 15 Dat biedt zekerheid aan de verpachter: hij weet dat hij na afloop van de pacht in vrijheid kan beslissen wat hij met de onroerende zaak wil. Het biedt ook zekerheid aan de pachter, omdat tussentijdse opzegging is uitgesloten. Alleen ontbinding is mogelijk, maar dat veronderstelt hetzij een tekortkoming (die ontbinding en haar gevolgen rechtvaardigt), hetzij een bestemmingswijziging (hetgeen gepaard gaat met schadeloosstelling). Indeplaatsstelling is wel mogelijk, maar verandert niets aan het moment waarop de pachtovereenkomst eindigt. Bij vererving geldt hetzelfde. Loopbaanpacht kan zelfs een rol spelen bij bedrijfsoverdracht. Bijvoorbeeld ook een 55-jarige pachter kan een dergelijke overeenkomst aangaan. De overeenkomst zal een duur moeten hebben van minimaal 25 jaar, en bijgevolg niet eindigen als de pachter de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Bij het aangaan van de overeenkomst zullen pachter en verpachter zich niet alleen hiervan bewust zijn, maar ook van de mogelijkheden tot indeplaatsstelling en medepacht. Tijdens de looptijd bestaat de mogelijkheid dat de pacht door een naast familielid wordt overgenomen, zodat de overeengekomen duur door een ander dan de oorspronkelijke pachter wordt uitgediend. 16 Het valt te verwachten dat de pachtprijs van loopbaanpacht enigszins lager zal liggen dan die van reguliere pacht. Aangezien de einddatum vaststaat, zullen pachters er naar het zich laat aanzien een lagere prijs voor over hebben, terwijl verpachters juist om deze reden bereid kunnen zijn om met minder genoegen te nemen. Ook dat zal voor een pachter een deel van de aantrekkingskracht van deze pachtvorm kunnen zijn, althans voor de pachter die nog niet weet of hij 15. Met dien verstande dat de recente geschiedenis heeft uitgewezen dat de AOW-gerechtigde leeftijd in de loop der jaren kan veranderen. In een dergelijk geval verschuift het einde van de loopbaanpacht dus mee. 16. Het akkoord zegt niets over de vraag of in geval van loopbaanpacht aan de pachter het voorkeursrecht van het huidige art. 7:378 BW toekomt. Het ligt ons inziens voor de hand om die vraag te beantwoorden aan de hand van de ontstaansgeschiedenis van het voorkeursrecht. Het werd destijds in de Pachtwet geïntroduceerd omdat de regel koop breekt geen pacht pachters te weinig bescherming bood in het geval dat de verpachter het pachtobject wenste te vervreemden. Een opvolgend verpachter beschikte immers over de mogelijkheid om op te zeggen op de grond dat hij het betrokken object zelf wilde gaan gebruiken (art. 41 Pachtwet, thans art. 7:370 lid 1 onder b BW). Aangezien loopbaanpacht niet opgezegd kan worden, lijkt er ook geen aanleiding om aan de pachter bij zo n overeenkomst een voorkeursrecht toe te kennen. Nr. 9 september 2014 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT 309

4 Het Akkoord van Spelderholt te zijner tijd een bedrijfsopvolger zal blijken te hebben. Bij het bepalen van zowel de pachtprijs als de wijze van indexering zullen partijen de gehele contractsperiode zo goed mogelijk proberen te overzien. De faciliteit van herziening van de pachtprijs door de grondkamer is daarom niet nodig. In uitzonderlijke situaties zal wijziging van de overeenkomst ex art. 6:258 BW (onvoorziene omstandigheden) mogelijk zijn. 4.3 Teeltpacht De derde vorm is de teeltpacht van art. 7:396 BW, die volgens het akkoord ongewijzigd blijft voortbestaan (punt 6 van het akkoord). Bij een kortdurende pachtovereenkomst hoort normaal gesproken een lagere prijs. Zonodig zal dat moeten kunnen worden afgedwongen. In één geval is dat anders, namelijk het geval dat grond in gebruik wordt gegeven voor een één- of meerjarige teelt waarmee door de pachter een relatief hoog rendement kan worden behaald. Kenmerkend voor deze teelten is dat vruchtwisseling noodzakelijk is, omdat anders de grond spoedig uitgeput raakt dan wel de ziektedruk onbeheersbaar wordt. Dat betekent dus ook dat de geschiktheid van grond voor dergelijke bijzondere teelten nooit ten volle in de vrije verkeerswaarde tot uitdrukking komt en straks al evenmin in de prijs voor reguliere pacht of loopbaanpacht. Geen enkele bollenteler koopt of pacht grond met de bedoeling om daarop ieder jaar bloembollen te telen. Het is dus alleszins reëel voor deze bijzondere teelten de prijs vrij te laten. 4.4 Flexibele pacht De vierde pachtvorm is de flexibele pacht. Zij is ruimer dan de huidige geliberaliseerde pacht (art. 7:397 BW) in de zin dat ook met betrekking tot hoeves en losse gebouwen flexibele pacht mogelijk wordt (punt 4 van het akkoord). Net als thans het geval is bij geliberaliseerde pacht, geldt dat de pachter geen voorkeursrecht heeft. Evenmin bestaat een mogelijkheid tot continuatie of indeplaatsstelling (punt 3 van het akkoord). De verpachter heeft dus de zekerheid dat hij na ommekomst van de overeengekomen duur weer geheel vrij is. Die duur mag zo kort of zo lang zijn als partijen wensen. Eén ding is niet vrij: de prijs (punt 5 van het akkoord). De maximumprijs ligt tussen de 10% en 30% beneden de gemiddelde pachtprijs van nieuwe reguliere pachtovereenkomsten, afhankelijk van de duur. De korting van 10% geldt voor overeenkomsten langer dan twintig jaar en die van 30% voor overeenkomsten korter dan vijf jaar, in een glijdende schaal. De partijen bij het akkoord hebben rekening willen houden met de mogelijkheid dat loopbaanpacht een grotere vlucht zal blijken te nemen dan de vernieuwde reguliere pacht. In dat geval zou de prijstoetsing van flexibele pacht problematisch kunnen worden, bij gebrek aan gegevens over de marktprijs van reguliere pacht. Daarom is de maximale pachtprijs van flexibele pacht ook uitgedrukt in een korting ten opzichte van de prijs van loopbaanpacht, namelijk 5% respectievelijk 25% Overige pachtvormen Verpachting door openbare lichamen (art. 7:385 e.v. BW) en reservaatspacht (art. 7:388 e.v. BW) vervallen. Beheersverplichtingen zoals die nu in het kader van de reservaatspacht worden overeengekomen, zullen binnen alle pachtvormen zijn toegelaten (punt 8 van het akkoord). De pachtvorm pacht van kleine oppervlakten (art. 7:395 BW), waarvoor volledige contractsvrijheid geldt, blijft bestaan (punt 8 van het akkoord) Verplichte registratie, maar toetsing door de grondkamer op verzoek 5.1 Registratie De verplichting om pachtovereenkomsten (wijzigingsovereenkomsten en beëindigingsovereenkomsten) ter goedkeuring voor te leggen aan de grondkamer, komt volgens het akkoord te vervallen. Wel dienen alle typen pachtovereenkomsten, met uitzondering van die waarbij slechts een kleine oppervlakte in gebruik werd gegeven, binnen twee maanden nadat zij zijn aangegaan ter registratie bij de grondkamer te zijn ingezonden (punt 9 van het akkoord). De verzending zal langs digitale weg kunnen plaatsvinden. Als gevolg van de registratie ontstaat inzicht in overeengekomen pachtprijzen, hetgeen bijvoorbeeld nodig is voor de hierna te bespreken toetsing van de prijs van een flexibele pachtovereenkomst. De aldus verkregen statistische gegevens zijn openbaar. Omdat geen stelselmatige toetsing van pachtovereenkomsten meer plaatsvindt, zal het voor registratie verschuldigde vastrecht veel lager kunnen liggen dan het vastrecht dat thans bij inzending ter goedkeuring dient te worden voldaan. Voor het geval dat een overeenkomst niet of niet tijdig wordt geregistreerd, gelden dezelfde sancties als thans voor te late inzending ter goedkeuring: de verpachter kan geen rechtsvordering instellen tot het betalen van de pachtprijs, terwijl de pachtovereenkomst geldt voor een onbepaalde tijd en de overeengekomen duur eerst gaat lopen met ingang van het pachtjaar volgend op dat waarin uiteindelijk tot registratie is overgegaan (vergelijk het huidige art. 7:322 lid 1 BW). Bovendien heeft de pachter bij een niet (tijdig) geregistreerde reguliere overeenkomst geen voorkeursrecht. 5.2 Toetsing op verzoek Toetsing door de grondkamer is straks niet uitgesloten, maar zal slechts plaatsvinden op verzoek van de meest gerede partij (punt 10 van het akkoord). Vaak zal dat de pachter zijn. Degene die toetsing verzoekt, is een aanvullend vastrecht verschuldigd. Het verzoek kan tegelijkertijd met het inzenden ter registratie worden gedaan, maar ook nog tot 17. Het prijsverschil tussen loopbaanpacht en de nieuwe reguliere pacht wordt dus ingeschat op 5%. Uiteraard is dit nog onzeker en zal de praktijk het ons moeten leren. Gelet op de achtergrond van de opname van de alternatieve kortingspercentages, zou het voor de hand liggen dat de wetgever de grondkamer voorschrijft eerst te vergelijken met reguliere pacht en pas bij een gebrek aan voldoende gegevens met loopbaanpacht. 18. Overeenkomstig het akkoord zijn er dus straks in totaal vijf pachtvormen. Wij spraken hiervoor steeds van vier pachtvormen, omdat deze vier de ruggengraat van het vernieuwde pachtrecht moeten gaan vormen. De volledige contractsvrijheid zoals bij hectarepacht geldt, berust op de overweging dat verpachting van grond van een geringe oppervlakte landbouwkundig van weinig betekenis is en zich nauwelijks laat voorstellen dat zo n pachtovereenkomst voor de bedrijfscontinuïteit van de pachter wezenlijk is. Daarom treedt het (dwingende) pachtrecht dan terug en laat het de inhoud van de pachtovereenkomst geheel aan partijen over. 310 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT Nr. 9 september 2014

5 Het Akkoord van Spelderholt één jaar na het aangaan van de pachtovereenkomst. Indien de duur van de overeenkomst niet langer dan een jaar beloopt, bedraagt de termijn zes maanden. In het geval dat niet tijdig ter registratie werd ingezonden, kan de toetsing worden verzocht binnen één jaar respectievelijk zes maanden nadat alsnog tot registratie is overgegaan. De toetsing kan echter niet meer worden gevraagd nadat de desbetreffende pachtovereenkomst tussen partijen is geëindigd. Achtergrond van deze vervaltermijnen is de gedachte dat de periode waarin partijen de inhoud van de pachtovereenkomst kan laten toetsen, beperkt van duur behoort te zijn, omdat anders misbruik op de loer ligt. 19 Voor alle pachtvormen geldt dat de grondkamer kan toetsen of bedingen zijn overeengekomen die strijdig zijn met dwingend recht (punt 11 van het akkoord). Bij die toetsing kan een pachter bijvoorbeeld belang hebben als bepaalde voorwaarden hem in de weg zitten bij de financiering van een investering. 20 Het alternatief van een gang naar de pachtrechter is in een dergelijk geval een relatief zwaar middel. 21 Bovendien hebben de grondkamers met deze toetsing inmiddels jarenlange ervaring, terwijl hun organisatie er op is ingesteld om relatief snel en met aandacht voor rechtseenheid te beslissen. 22 Aldus wordt van het bestaande stelsel het goede behouden De grondkamer en flexibele pacht Indien tijdig om toetsing wordt verzocht, wordt in geval van een flexibele pachtovereenkomst (naast de toets aan dwingend recht) de hoogte van de pachtprijs aan een onderzoek onderworpen. De grondkamer vergelijkt de door partijen overeengekomen pachtprijs dan in beginsel met de gemiddelde pachtprijs voor na de inwerkintreding van het nieuwe recht tot stand gekomen reguliere pachtovereenkomsten (dan wel loopbaanpacht) voor vergelijkbare objecten. Op die gemiddelde pachtprijs voor reguliere pacht (respectievelijk loopbaanpacht) wordt dan een kortingspercentage toegepast, waarvan de hoogte onder 4.4 werd uiteengezet. Kort na de inwerkingtreding van het nieuwe recht zullen logischerwijs voldoende vergelijkingsobjecten ontbreken. Het akkoord voorziet daarin. Zolang dit zich voordoet, wordt vergeleken met 2% van de vrije verkeerswaarde van het betrokken object bij voortgezet agrarisch gebruik, waarop vervolgens de korting wordt toegepast (punt 12 van het akkoord). 24 Ook een tussen partijen overeengekomen indexering kan door de grondkamer worden getoetst. De maatstaf wordt dan gevormd door wat in de markt gebruikelijk is. Uit het voorgaande volgt dat de systematiek van de pachtprijstoetsing uiterst eenvoudig is. Wel veronderstelt ze een onderzoek naar de gemiddelde pachtprijs voor nieuwe reguliere pachtovereenkomsten (dan wel loopbaanpachtovereenkomsten) voor vergelijkbare objecten in dezelfde regio. Dat onderzoek wordt gefaciliteerd door de verplichte registratie. Daarmee is niet gezegd dat bedoeld onderzoek steeds een eenvoudige opgave is, want de vergelijkbaarheid van referentieobjecten is uiteraard gemakkelijk voor discussie vatbaar. Maar dat is niet wezenlijk anders dan bij de toets die nu op grond van art. 3 Pachtprijzenbesluit 2007 plaatsvindt, namelijk aan 2% van de vrije verkeerswaarde. Het verschil is dat straks pachttransacties het vergelijkingsmateriaal zijn in plaats van verkooptransacties. 5.4 De grondkamer en teeltpacht Indien tijdig om toetsing wordt verzocht, wordt in geval van teeltpacht (naast de toets aan dwingend recht) in de eerste plaats getoetst of de overeenkomst terecht als zodanig is gekwalificeerd (punt 11 van het akkoord). Indien dat niet het geval blijkt te zijn, wordt de overeenkomst aangemerkt als een flexibele. Teeltpacht is slechts bedoeld voor eenjarige en meerjarige teelten waarmee relatief hoge rendementen kunnen worden behaald (punt 6 van het akkoord). Bovendien is de noodzaak van vruchtwisseling verondersteld (net als in de huidige regeling). Indien aan deze voorwaarden is voldaan, is de pachtprijs vrij. Vermeden moet worden dat de pachtvorm voor andersoortige teelten wordt afgesproken, en een oneigenlijk alternatief gaat vormen voor de flexibele pacht. Teeltpacht is bijvoorbeeld bedoeld voor het tijdelijk gebruik van een perceel ten behoeve van de bloembollenteelt of de teelt van pootaardappelen, bomen en heesters. 19. Een pachter sluit bijvoorbeeld een flexibele pachtovereenkomst tegen een hogere prijs dan de hoogst toelaatbare. Nadat de overeenkomst door een nieuwe is vervangen (eventueel meermalen), verzoekt hij alsnog toetsing, in de verwachting daarmee over de looptijd van meerdere overeenkomsten een cashback te incasseren. 20. Een pachter sluit een reguliere pachtovereenkomst of loopbaanpachtovereenkomst en denkt zo de basis te leggen voor de investering in bijvoorbeeld een nieuwe stal. De bank weigert echter vervolgens financiering omdat in de overeenkomst het beding is opgenomen dat de overeenkomst tussentijds zonder schadeloosstelling eindigt als het verpachte een andere bestemming krijgt. 21. Waarbij in hoger beroep bovendien verplichte rechtsbijstand geldt. Na afloop van de hiervoor bedoelde termijn van één jaar is de gang naar de rechter de enige mogelijkheid. 22. Er zijn weliswaar thans vijf grondkamers in Nederland (dat zal in het nieuwe stelsel vast minder kunnen worden), maar die vijf kamers hebben een gemeenschappelijke administratieve en juridische ondersteuning in Deventer. Het is staande praktijk dat de grondkamers beslissingen in vergelijkbare kwesties zorgvuldig onderling afstemmen. 23. Tot dat goede behoort dus ook dat grondkamer blijft toetsen op strijd met dwingend recht (art. 7:319 lid 1 aanhef en onder f BW) en dat een door de grondkamer gewijzigde overeenkomst geldt als tussen partijen aangegaan (art. 7:320 lid 2 BW). Zonder de bevoegdheid daartoe is de gang naar de grondkamer geen werkelijk alternatief voor die naar de pachtrechter. 24. In de tekst van het akkoord is onduidelijk of de toe te passen korting vervolgens 10 tot 30% is (de korting ten opzichte van reguliere pacht), dan wel 5 tot 25% (de korting ten opzichte van loopbaanpacht). Reden: de laatstbedoelde korting is pas later in punt 5 van het akkoord toegevoegd (uit zorg dat er onvoldoende nieuwe reguliere pachtovereenkomsten zullen worden gesloten). Daarbij is verzuimd ook punt 12 van het akkoord aan te passen. Kortom, de bedoeling van de partijen bij het akkoord is dat in de overgangsperiode waarin 2% van de vrije verkeerswaarde de norm is, de vervolgens daarop toe te passen korting 10 tot 30% is. Nr. 9 september 2014 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT 311

6 Het Akkoord van Spelderholt 5.5 De grondkamer en loopbaanpacht Bij loopbaanpacht geldt soortgelijk; ook hier kan worden getoetst of de overeenkomst terecht als zodanig is gekwalificeerd (punt 11 van het akkoord). Is dat niet het geval, dan wordt de overeenkomst als een flexibele beschouwd. Uit het voorgaande blijkt reeds dat de toetssteen eenvoudig en overzichtelijk is: de overeenkomst moet zijn aangegaan voor minimaal 25 jaren, en voortduren ten minste tot de dag waarop de pachter de AOW-gerechtigde leeftijd zal bereiken, zonder mogelijkheid van tussentijdse opzegging. De looptijd van loopbaanpacht is tenminste 25 jaar. Dat roept de vraag op of de mogelijkheid moet bestaan om herziening van de pachtprijs te verzoeken. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat partijen voorafgaand aan hun overeenkomst de gehele contractsperiode hebben proberen te overzien. Als zij dat nodig vinden, zullen zij afspraken maken over de mogelijkheid van een tussentijdse herziening van de pachtprijs en daarvoor bijvoorbeeld bindend advies of arbitrage overeenkomen. 25 Menen zij dat een dergelijke afspraak niet nodig is, dan is herziening in beginsel niet mogelijk. In beginsel, want de mogelijkheid van een beroep op art. 6:258 BW voor de pachtrechter (dus niet de grondkamer) biedt voor uitzonderlijke gevallen een vangnet. De maatlat daarbij ligt hoog: wijziging van de overeenkomst en dus ook wijziging van de overeengekomen pachtprijs (inclusief een eventueel overeengekomen indexering) is slechts mogelijk in geval van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. In verband met deze strenge maatstaf valt niet te verwachten dat veelvuldig van de mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt. Het treffen van enige bijzondere regeling op dit punt in Titel 7.5 BW is niet nodig De grondkamer en reguliere pacht Ook bij de vernieuwde reguliere pacht toetst de grondkamer de overeenkomst aan dwingend recht. De pachtprijs van nieuwe reguliere pachtovereenkomsten wordt niet getoetst. Herziening van reguliere pachtovereenkomsten door de grondkamer moet mogelijk blijven. Hét verschil met loopbaanpacht in dit verband is dat partijen bij de aanvang van een reguliere pachtovereenkomst niet kunnen voorzien (in ieder geval niet met enige zekerheid), hoe lang de overeenkomst zal duren. Na afloop van de wettelijke termijn vindt verlenging plaats, behoudens opzegging (thans art. 7:325 lid 5 en 7:367 BW). Vindt opzegging plaats en verzet de pachter zich tegen die opzegging, dan is het aan de verpachter om beëindiging te vorderen (thans art. 7:369 BW). Behalve onzekerheid over opzegging en beëindiging, is er onzekerheid over pachtopvolging (indeplaatsstelling of medepacht), die de pachtovereenkomst op een volgende generatie kan doen overgaan. Intussen is de situatie volgens het in het akkoord voorziene recht wezenlijk anders dan nu. Voor nieuwe reguliere pachtovereenkomsten is de pachtprijs straks vrij, evenals een overeen te komen indexering. De gebondenheid aan het in vrijheid gegeven woord werkt daarom door bij herziening. Onder 4.1 werd al punt 13 van het akkoord aangehaald, waarin die doorwerking onder ogen is gezien. Per saldo zal de drempel voor herziening veel hoger zijn dan in het huidige stelsel, maar intussen wel lager dan de maatstaf van art. 6:258 BW (vergelijk hiervoor onder 5.5). Is er reden voor herziening omdat zich een wijziging van omstandigheden heeft voorgedaan die de vaststelling van een nieuwe pachtrijs rechtvaardigt, dan zal de oorspronkelijke overeenkomst niettemin ook de nieuw vast te stellen prijs kunnen beïnvloeden, omdat de uitgangspunten van partijen bij het sluiten van die overeenkomst door de grondkamer in aanmerking moeten worden genomen. Indien uit de overeenkomst blijkt dat de prijs om een bepaalde reden op het afgesproken niveau is vastgesteld, zal deze aangenomen dat de reden nog bestaat dus niet uit het oog mogen worden verloren. Bij een minder strenge maatstaf past enige restrictie ter zake van het tijdstip waarop een verzoek bij de grondkamer kan worden ingediend. Volgens het akkoord (punt 13) bestaat de mogelijkheid na verlenging, zonder dat het een termijn noemt. Aansluiting zoekend bij de systematiek van het huidige art. 7:333 BW stellen wij voor dat de wetgever bepaalt dat het verzoek bij de grondkamer dient te zijn ontvangen binnen een jaar nadat zich een verlenging van rechtswege heeft voorgedaan, dan wel binnen een jaar nadat de pachtkamer in hoogste instantie tot verlenging heeft beslist. 6. Wat zijn de risico s? We bespraken de vier pachtvormen van het akkoord. Die vier vormen zijn naar onze overtuiging met elkaar in lijn. Elk hebben ze voor zowel verpachters als pachters voor- en nadelen, en die voor- en nadelen zijn volgens ons met elkaar in evenwicht. De belangen van beide partijen zullen dus de keuze voor de ene of andere pachtvorm gaan bepalen. Vindt een agrarisch ondernemer het met het oog op bedrijfsopvolging reguliere pacht wezenlijk? Dan heeft hij de kans om de grondeigenaar tot het sluiten van zo n overeenkomst te bewegen door hem een relatief hoge pachtprijs aan te bieden. Is het voor de pachter slechts belangrijk dat hij de investering in een nieuwe stal ruimschoots zal kunnen terugverdienen? Dan zal hij loopbaanpacht goed genoeg vinden, hetgeen zich op grond van het marktmechanisme zal vertalen in een lagere prijs. Denkt de pachter snel veel te kunnen verdienen met een bijzondere teelt? Dan zal hij daarvoor een hogere prijs over hebben dan in het geval van reguliere pacht, ondanks de korte duur. Wenst de verpachter zich niet te binden voor een langere duur? Dat kan, maar dan wel tegen een lagere prijs. Voor zover het marktmechanisme daarvoor niet zorgt (omdat de pachter door omstandigheden in een bijzondere afhankelijkheidspositie zit), is toetsing van de pachtprijs door de grondkamer mogelijk. 25. Verdedigbaar lijkt dat ook de grondkamer bij overeenkomst wordt aangewezen als degene die over de herziening beslist; in verband met de bij de grondkamer bestaande expertise is het in ieder geval wenselijk. De wetgever zou met een uitdrukkelijke bepaling in de Uitvoeringswet grondkamers iedere twijfel kunnen wegnemen. Uiteraard zal tevens een voorziening kunnen worden getroffen voor het verschuldigde vastrecht in dergelijke gevallen. 26. Wel zou eventueel bij de redactie van de in de vorige noot bedoelde uitdrukkelijke bepaling in de Uitvoeringswet grondkamers erop kunnen worden gelet dat de pachtkamer desgewenst de grondkamer als deskundige kan aanwijzen. De rolverdeling is dan dat de pachtkamer eerst beslist of sprake is van onvoorziene omstandigheden van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de pachtprijs niet mag worden verwacht, en bij bevestigende beantwoording zich vervolgens door de grondkamer laat voorlichten over gangbare pachtprijzen voor vergelijkbare objecten. 312 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT Nr. 9 september 2014

7 Het Akkoord van Spelderholt Zo zou het moeten gaan werken. Wat zijn de risico s die wij voorzien? En hoe ernstig zijn ze? Het is denkbaar dat de loopbaanpacht veel succesvoller blijkt dan de vernieuwde reguliere pacht. Maar in onze ogen is dat niet bezwaarlijk. Loopbaanpacht is een duurzame pachtvorm, die de pachter voor lange tijd zekerheid biedt. Dat maakt het mogelijk om op basis van loopbaanpacht grote investeringen te doen, zoals het bouwen van een nieuwe stal. De lange duur bevordert bovendien duurzaam grondgebruik. Slechts in de nadagen van een aflopende loopbaanpachtovereenkomst zal een pachter terughoudender kunnen worden wat betreft bijvoorbeeld het opbrengen van mineralen. Een verstandige verpachter voorziet dat, en zal tijdig met de pachter in gesprek gaan over een eventueel vervolg. Worden partijen het eens over een nieuwe pachtovereenkomst (in welke vorm dan ook), dan is er voor de pachter weer alle reden om zuinig op de grond te zijn. Ten opzichte van de huidige situatie (nieuwe pachtovereenkomsten zijn bijna alleen geliberaliseerde pachtovereenkomsten voor zes jaar of korter) is de winst van loopbaanpacht hoe dan ook zeer aanzienlijk. Het risico van teeltpacht zou kunnen zijn dat verpachters voor die vorm kiezen vanwege de vrije prijs, hoewel van een bijzondere teelt waarmee een relatief hoog rendement kan worden behaald in werkelijkheid geen sprake is. Dit risico is reëel en doet de waarborgen waarmee flexibele pacht is omgeven, potentieel teniet. Daarom is het wezenlijk dat de grondkamers straks daadwerkelijk kunnen toetsen of sprake is van een bijzondere teelt waarvoor teeltpacht werkelijk is bedoeld (dus niet voor bijvoorbeeld gras of mais). Op dit moment is er voor de grondkamers weinig reden om streng te zijn, omdat het alternatief bestaat uit geliberaliseerde pacht, waarbij de prijs (althans bij een duur tot en met zes jaar) eveneens vrij is. Straks is de situatie wezenlijk anders. Ten slotte zien we het risico dat in de praktijk door pachters nauwelijks om toetsing van (de prijs van) flexibele pachtovereenkomsten zal worden verzocht. Voor zover dat uitsluitend voortkomt uit de vrees om zich bij grondeigenaren onmogelijk te maken, is dat ongelukkig. Maar dat kan niemand veranderen. Met grijze en zwarte pacht is het nu niet anders. En we hebben toch wel de hoop dat flexibele pachtovereenkomsten in situaties waarvoor ze echt niet zijn bedoeld (bijvoorbeeld 30 hectare grasland voor vijf jaar ten behoeve van een melkveebedrijf) en tegen een veel te hoge prijs, wél ter toetsing zullen worden aangeboden, omdat het prijsverschil er dan voor de pachter werkelijk toe zal doen. 7. Het overgangsrecht voor bestaande reguliere pachtovereenkomsten In de aanhef van deze bijdrage werd het reeds opgemerkt: het Akkoord van Spelderholt is een deelakkoord, omdat weliswaar overeenstemming werd bereikt over het stelsel en de inhoud van het nieuwe pachtrecht, maar niet (volledig) over het daarbij behorende overgangsrecht voor bestaande reguliere pachtovereenkomsten. Het belang van dat overgangsrecht willen we niet bagatelliseren. Wel is er alle reden het te relativeren. De reguliere pachtovereenkomst blijft bestaan, zij het dat straks de prijs vrij is. De kwestie van het overgangsrecht heeft dan ook slechts op die pachtprijs betrekking. Wat betreft dit onderwerp zijn partijen het wel eens geworden over de herziening van rechtswege (het huidige art. 7:333 lid 1 BW en de desbetreffende bepalingen van het Pachtprijzenbesluit 2007), maar niet over de herziening door de grondkamer (het huidige art. 7:333 leden 2 en 3 BW). Herziening van rechtswege van bestaande reguliere pachtovereenkomsten vindt straks wat betreft de pachtprijs van land plaats volgens een eenvoudig mechanisme dat aansluit bij de huidige pachtprijzen, maar zonder de jaarlijkse pieken en dalen (punt 14 van het akkoord). Voor alle bestaande pachtovereenkomsten zal voor de pachtprijs van land jaarlijks een veranderpercentage gelden (dus ook voor de pachtovereenkomst die na 1 september 2007 zijn aangegaan). Dat veranderpercentage wordt in het eerste jaar van het nieuwe stelsel afgeleid van het gemiddelde van de pachtprijzen sinds 2007, gecorrigeerd voor de ontwikkeling van het prijspeil. Pachters die juist meerdere pachtprijsverhogingen achter de rug hebben, zullen een negatief veranderpercentage tegemoet kunnen zien. Pachters die juist meerdere verlagingen achter de rug hebben, moeten met een prijsverhoging rekening houden. De veranderpercentages in volgende jaren worden afgeleid van de prijsontwikkeling van agrarisch onroerend goed. 27 Wat betreft de herziening van rechtswege van de prijs van agrarische woningen en bedrijfsgebouwen blijft voorlopig alles bij het oude (punt 14 slot van het akkoord). De kwestie waarover partijen het niet eens zijn geworden, is of de prijs van nieuwe reguliere pachtovereenkomsten via herziening door de grondkamer (het huidige art. 7:333 leden 2 en 3 BW) door mag werken in de prijs voor bestaande overeenkomsten en zo ja vanaf welk moment. De organisaties die opkomen voor de belangen van pachters vrezen forse verhogingen en verzetten zich daartegen. Verpachters hebben juist belang bij een spoedige bijstelling van de huidige prijzen (die in hun ogen te laag zijn, in het bijzonder in bepaalde pachtprijsgebieden). Op zichzelf hebben wij alle begrip voor de positie van de pachtersorganisaties. Zittende reguliere pachters hebben hun bedrijf immers ingericht, en in dat bedrijf geïnvesteerd, uitgaande van het huidige pachtprijssysteem. Ook kinderen van zittende pachters kunnen beslissingen hebben genomen in vertrouwen op de huidige regeling, met name wat betreft scholing en arbeid. Daarom stellen wij voor dat de mogelijkheid van herziening door de grondkamer op basis van de nieuwe prijzen pas mogelijk wordt op het moment dat pachtopvolging plaatsvindt of de zittende pachter overlijdt. Deze gedeeltelijke uitgestelde werking (gedeeltelijk, want alleen ziende op herziening door de grondkamer) geldt daarnaast ook voor nabije bedrijfsopvolgers, dat wil zeggen degenen ten behoeve van wie binnen vier jaar na inwerkingtreding van het nieuwe recht de indeplaatsstelling of de medepacht wordt gevorderd, en de desbetreffende vordering wordt toegewezen (punt 15 van het document waarin het deelakkoord is vervat). Dat biedt dus perspectief voor de beoogde opvolger die ter voorbereiding op zijn of haar toekomst een agrarische opleiding is gaan volgen, maar deze eerst over enkele jaren zal kunnen afronden. 27. Het akkoord behoeft op dit punt nog de nodige uitwerking: de veranderpercentages van het eerste jaar moeten worden berekend en de systematiek van de index van de prijs van agrarisch onroerend goed moet worden ontwikkeld (waarbij het voor hand ligt om rekening te houden met regionale verschillen in de prijsontwikkeling). Ingewikkelder dan het huidige Pachtprijzenbesluit 2007 zal het echter vast niet worden. Nr. 9 september 2014 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT 313

8 Het Akkoord van Spelderholt Om het systeem sluitend te maken, moet ook een voorziening worden getroffen voor het geval dat de zittende pachter komt te overlijden. De gedeeltelijk uitgestelde werking geldt daarom ook voor degenen die de pachtovereenkomst als erfgenamen hebben voortgezet doordat de pachter binnen zes jaar na inwerkingtreding van het nieuwe recht is overleden. De afwijkende termijn van zes jaren lijkt op het eerste gezicht misschien ongelijkheid te bewerkstelligen, maar het tegendeel is door ons bedoeld. Degene die de indeplaatsstelling of de medepacht vordert, is al snel een jaar of twee aan het procederen (in eerste aanleg en in hoger beroep). 28 Deze twee jaren opgeteld bij de vier jaren dat de mogelijkheid tot het instellen van de vordering na inwerkingtreding openstaat, levert in totaal dezelfde zes jaren op die in geval van overlijden zullen gelden. Na deze periode van gedeeltelijk uitgestelde werking wordt in ons voorstel alsnog herziening door de grondkamer mogelijk op basis van de gemiddelde pachtprijs voor nieuwe reguliere pachtovereenkomsten. 29 Voor de organisaties die voor de belangen van pachters opkomen, is dat te snel; in feite wensen zij dat de gedeeltelijke uitgestelde werking geldt zolang het pachtbedrijf bestaat. Voor een enkele aan het overleg deelnemende grote verpachter was ons voorstel juist te pachtersvriendelijk. Inmiddels heeft Bruil zijn steun voor de door ons voorgestelde middenweg uitgesproken Het herstel van fouten en onduidelijkheden in titel 7.5 BW 8.1 Inleiding De afgelopen jaren werd er door verschillende auteurs al meerdere malen op gewezen: Titel 7.5 BW bevat fouten die moeten worden hersteld. Een aantal ervan is opgesomd in Bijlage 1 ( Sleutelen aan de huidige regeling ) bij het evaluatierapport van Bruil. In die bijlage is in navolging van de literatuur ook een aantal andere suggesties gedaan om indien het niet tot een fundamentele herziening van Titel 7.5 BW mocht komen in elk geval op enkele punten verbeteringen aan te brengen. In het akkoord werden de diverse onderwerpen op een rij gezet in punt 16. Hierna gaan wij er wat uitvoeriger op in. Aan het slot van deze paragraaf maken wij nog melding van enkele verschrijvingen in de tekst van de huidige regeling, die tegelijkertijd kunnen worden gecorrigeerd. 8.2 Machtiging en vervangende toestemming Om te beginnen dient art. 7:350 BW te worden aangepast. Onder het regime van de Pachtwet waren de grondkamers zowel bevoegd tot het afgeven van de machtiging tot het aanbrengen van een door een pachter gewenste verandering aan het gepachte (art. 30 lid 3 Pachtwet), als tot het geven van vervangende toestemming voor het aanbrengen van een verbetering (art. 31 lid 3 Pachtwet). In art. 7:348 lid 3 BW bleef bevoegdheid van de grondkamer in het eerste geval gehandhaafd, maar werd in art. 7:350 lid 3 BW de tweede bevoegdheid toegekend aan de pachtkamer. Dit betekent dat in geval van een door een pachter beoogde verandering, die tevens kan worden aangemerkt als een verbetering (zodat de pachter aanspraak wenst te kunnen maken op het melioratierecht) in het ergste geval in maar liefst vijf instanties moet worden geprocedeerd; eerst bij de grondkamer, en vervolgens bij de Centrale Grondkamer, de pachtkamer in eerste aanleg, de pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden en de Hoge Raad. Aan deze situatie moet zo snel mogelijk een einde worden gemaakt, en wel door weer naar de regeling van de Pachtwet terug te keren. 8.3 Het overlijden van de pachter De regeling inzake de voortzetting van de pacht na het overlijden van de pachter (art. 7:366 leden 2 en 3 BW) is in de literatuur aan de nodige kritiek onderhevig, omdat zij niet goed aansluit op het erfrecht in boek 4 BW. Thans bestaat de mogelijkheid om betere bepalingen in de wet op te nemen. 8.4 Opzegging wegens het bereiken van de AOW-leeftijd Tijdens de parlementaire behandeling van Titel 7.5 BW werd de 65-jarige leeftijd van de pachter bij amendement geschrapt als opzeggingsgrond. Als gevolg hiervan kwam art. 7:375 BW te vervallen. De desbetreffende beslissing vormde een verrassing voor de organisaties van pachters en verpachters. De Tweede Kamer stelde zich tegen de zin van de regering op het standpunt dat het handhaven van de grond moest worden beschouwd als ongeoorloofde leeftijdsdiscriminatie. Tegen dit standpunt valt het nodige in te brengen. Reguliere pachters wordt met de op hun rechtsverhouding betrekking hebbende wettelijke voorschriften de mogelijkheid geboden om onder redelijke voorwaarden een inkomen te genereren. Zodra zij de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, hebben zij daaraan in het algemeen geen behoefte meer. In verband hiermee, en rekening houdend met het feit dat pachtgrond schaars is, was en is goed te verdedigen dat zij bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd plaats moe- 28. De mogelijkheid van cassatie laten wij hier buiten beschouwing, aangezien vonnissen en arresten inzake indeplaatsstelling en medepacht in het algemeen in hoge mate van feitelijke aard zijn. 29. Voor de duur van de periode van uitgestelde werking vindt uitsluitend herziening van rechtswege plaats en is herziening door de grondkamer (in beginsel?) niet mogelijk. Punt 15 van het akkoord: De prijs wordt echter uitsluitend volgens de hiervoor bedoelde index voorzien. De achterliggende gedachte is dat de herzieningssystematiek van het huidige art. 21 Pachtprijzenbesluit 2007 wat betreft land onwerkbaar complex is geworden. Verpachters die in de afgelopen jaren niet om herziening hebben verzocht, zullen moeten wachten totdat het persoonlijke overgangsrecht ten behoeve van de zittende pachters en hun nabije bedrijfsopvolgers is uitgewerkt; een historisch lage pachtprijs is nu hoe dan ook een tijdelijke zaak. Het is duidelijk dat op dit punt het akkoord nog nadere doordenking en uitwerking behoeft. Het ligt voor de hand dat wat betreft bedrijfsgebouwen herziening door de grondkamer mogelijk moet blijven in verband met een afnemende doelmatigheid. Iets dergelijks geldt ook voor agrarische woningen. Meer in het algemeen zal er ruimte voor herziening moeten blijven bestaan in sprekende gevallen van gewijzigde omstandigheden (met name betekenisvolle verpachtersinvesteringen). De norm voor die gevallen kan wellicht eenvoudig worden geformuleerd als een vaststelling van een zodanige prijs als in redelijkheid aan de gewijzigde omstandigheden recht doet. Het zal jaarlijks om een handjevol zaken gaan. 30. Brief aan de Staatssecretaris van 17 juli 2014, laatste alinea. Bruil spreekt van een evenwichtig voorstel, dat enerzijds recht doet aan de gevestigde belangen van zittende pachters en anderzijds oog heeft voor de noodzakelijke rechtsvernieuwing op afzienbare termijn. 314 Tijdschrift voor AGRARISCH RECHT Nr. 9 september 2014

Spelderholt akkoord: naar een vernieuwd pachtrecht

Spelderholt akkoord: naar een vernieuwd pachtrecht Spelderholt akkoord: naar een vernieuwd pachtrecht 1. De reguliere pacht blijft, zij het dat één belangrijke verandering wordt voorgesteld: de aanvangsprijs wordt vrij. De markt kan aldus zelf de prijs

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Den Haag, 4 juli 2014. Excellentie,

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Den Haag, 4 juli 2014. Excellentie, Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken Den Haag, 4 juli 2014 Excellentie, Op uw initiatief is de pachtregelgeving geëvalueerd door prof. mr. D.W. Bruil (Rapport Evaluatie pachtregelgeving, bijlage

Nadere informatie

Actualiteiten Pachtrecht 2014

Actualiteiten Pachtrecht 2014 Actualiteiten Pachtrecht 2014 Mr. Frédérique Verheij-Péters ALV Limburgs Particulier Grondbezit Roermond, 24 november 2014 1 Wat is aan de hand in (ver)pachtersland? Waarom staat het huidige pachtsysteem

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken Rosmalen, 20 april 2016 Excellentie, Op 2 november 2015 hebben wij, tezamen met de meest direct betrokken partijen bij het toenmalige deelakkoord (het zogenaamde

Nadere informatie

Het nieuwe pachtsysteem. Bijeenkomst LTO Noord

Het nieuwe pachtsysteem. Bijeenkomst LTO Noord Het nieuwe pachtsysteem Bijeenkomst LTO Noord Programma Inleiding door Arnold Michielsen - Evaluatie pachtregelgeving: rapport Bruil - Akkoord Spelderholt en vervolg Gelegenheid tot het stellen van vragen

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Den Haag, 1 september 2015. Excellentie,

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Den Haag, 1 september 2015. Excellentie, Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken Den Haag, 1 september 2015 Excellentie, Bij brief van 15 oktober 2014 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 27 924, nr.

Nadere informatie

1 5 OKT, 20U. Ministerie van Economische Zaken. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA "s-gravenhage.

1 5 OKT, 20U. Ministerie van Economische Zaken. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA "s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Directie

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Rosmalen, 20 april Excellentie,

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Rosmalen, 20 april Excellentie, Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken Rosmalen, 20 april 2016 Excellentie, Op 2 november 2015 hebben wij, tezamen met de meest direct betrokken partijen bij het toenmalige deelakkoord (het zogenaamde

Nadere informatie

Ad 1 Uitleg van (wettelijke) begrippen rondom pacht en het verschil tussen reguliere en geliberaliseerde pacht

Ad 1 Uitleg van (wettelijke) begrippen rondom pacht en het verschil tussen reguliere en geliberaliseerde pacht Notitie pachtbeleid Inleiding In het buitengebied heeft de gemeente Bergen veel eigendommen. Deze eigendommen bestaan uit landbouwgronden, bossen en natuurterreinen. De gemeente heeft ongeveer 600 ha.

Nadere informatie

Het Eindakkoord van Spelderholt

Het Eindakkoord van Spelderholt Het Eindakkoord van Spelderholt mr. W.L. Valk, mr. G.M.F. Snijders en mr. H.A. Verbakel-van Bommel 1 Het Akkoord van Spelderholt heeft in april 2016 een vervolg gekregen. De meeste organisaties hebben

Nadere informatie

Samenvatting d.d. 12 mei 2014 van de NVR-reactie op de Evaluatie. pachtregelgeving van Prof.Mr. D.W. Bruil

Samenvatting d.d. 12 mei 2014 van de NVR-reactie op de Evaluatie. pachtregelgeving van Prof.Mr. D.W. Bruil Samenvatting d.d. 12 mei 2014 van de NVR-reactie op de Evaluatie pachtregelgeving van Prof.Mr. D.W. Bruil Naar aanleiding van het rapport d.d. maart 2014 Evaluatie pachtregelgeving van Prof. Mr. D.W. Bruil

Nadere informatie

24-3-2016. Asbest. Agenda. 20.15u Opening. 20.20u Asbest. 20.45u Pauze. 21.00u Pacht. 21.30u Vragen en discussie. 22.

24-3-2016. Asbest. Agenda. 20.15u Opening. 20.20u Asbest. 20.45u Pauze. 21.00u Pacht. 21.30u Vragen en discussie. 22. Agenda 20.15u Opening 20.20u Asbest 20.45u Pauze 21.00u Pacht 21.30u Vragen en discussie 22.30u Afsluiting 2 Asbest Wet- en regelgeving inzake asbest daken Subsidiemogelijkheden Asbest eraf, zon erop (provinciaal):

Nadere informatie

datum: 4 maart 2008 wijziging: :17 print: :17 B W1 W2 W3 S besluit: volgens voorstel aangehouden niet volgens voorstel

datum: 4 maart 2008 wijziging: :17 print: :17 B W1 W2 W3 S besluit: volgens voorstel aangehouden niet volgens voorstel Collegevoorstel onderwerp: Wijziging pachtwetgeving in relatie tot de eenjarige verpachtingen 2008 en de vaste pachtovereenkomsten. samengevat voorstel: 1. Kennisnamen van de belangrijkste wijzingen van

Nadere informatie

AMvB. Geliberaliseerde pacht art. 397 lid 4. ALGEMENE JAARVERGADERING 10 maart 2016

AMvB. Geliberaliseerde pacht art. 397 lid 4. ALGEMENE JAARVERGADERING 10 maart 2016 AMvB Geliberaliseerde pacht art. 397 lid 4 ALGEMENE JAARVERGADERING 10 maart 2016 Tweede ronde Spelderholt Voorstel initiatiefnemers op basis van verkenningen 5 pachtvormen - Reguliere pacht correctieve

Nadere informatie

Herziening pachtprijs van percelen land te Overijssel, tezamen groot 35.03.59 ha.

Herziening pachtprijs van percelen land te Overijssel, tezamen groot 35.03.59 ha. Centrale Grondkamer, beschikking van 24 maart 2011, GP 11.625 [artikel 7:333 BW] Herziening pachtprijs van percelen land te Overijssel, tezamen groot 35.03.59 ha. Centrale Grondkamer, beschikking van 8

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XV XXI XXIII Hoofdstuk 1 - Inleidende beschouwingen 1 1 Wettelijke regeling van de pacht 1 2 Van Pachtwet

Nadere informatie

Pacht, nieuwe regels en prijzen 2011. een wegwijzer voor de praktijk

Pacht, nieuwe regels en prijzen 2011. een wegwijzer voor de praktijk Pacht, nieuwe regels en prijzen 2011 een wegwijzer voor de praktijk Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 5 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 6 2.1 De pachtvormen op een rij

Nadere informatie

VVOR De pachter als derdebelanghebbende. 15 september 2015 Gert-Jan de Jager

VVOR De pachter als derdebelanghebbende. 15 september 2015 Gert-Jan de Jager VVOR De pachter als derdebelanghebbende 15 september 2015 Gert-Jan de Jager Onderwerpen Pacht sinds 1 september 2007 (Akkoord van Spelderholt?) Pachter en onderpachter als derde-belanghebbenden Welke pachtvormen

Nadere informatie

Pacht nieuwe normen, nieuwe regels

Pacht nieuwe normen, nieuwe regels Pacht nieuwe normen, nieuwe regels Een wegwijzer voor de praktijk 79x536 1 Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Oktober 1995 Waarom deze brochure? Op 31 oktober 1995 treedt een nieuw Pachtnormenbesluit

Nadere informatie

Bemiddeling. Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken, De heer ir. M.H.P. Van Dam. Geachte heer van Dans,

Bemiddeling. Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken, De heer ir. M.H.P. Van Dam. Geachte heer van Dans, Ik ben daarbij vanuit het ministerie van EZ ondersteund door Liesbeth Kâp en Jan Sevenster. de pachtwet. Twee van de betrokken organisaties konden het akkoord van Spelderholt niet ondertekenen. Vanwege

Nadere informatie

Pacht, nieuwe regels en prijzen 2012. een wegwijzer voor de praktijk

Pacht, nieuwe regels en prijzen 2012. een wegwijzer voor de praktijk Pacht, nieuwe regels en prijzen 2012 een wegwijzer voor de praktijk Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 5 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 6 2.1 De pachtvormen op een rij

Nadere informatie

Samenvattingen van uitspraken. De inhoud van dit document

Samenvattingen van uitspraken. De inhoud van dit document Samenvattingen van uitspraken Van de uitspraken van de Centrale Grondkamer zijn samenvattingen gemaakt. Hierin staat de aard van het pachtobject en in welke provincie dit pachtobject ligt. De uitspraken

Nadere informatie

Cursus Pacht (en tijdelijk beheer)

Cursus Pacht (en tijdelijk beheer) Cursus Pacht (en tijdelijk beheer) mr. dr. J.W.A. Rheinfeld 20 april 2017 Programma Pacht (& tijdelijk beheer) inleiding/historie pachtrecht/algemene kenmerken omschrijving pachtovereenkomst duur pachtovereenkomst

Nadere informatie

Prijstoetsing geliberaliseerde pacht voorstel BLHB

Prijstoetsing geliberaliseerde pacht voorstel BLHB Prijstoetsing geliberaliseerde pacht voorstel BLHB Huib Silvis en Martien Voskuilen, Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) Eindversie, 9 september 2016 1. Inleiding De pachtersbond

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Pacht. Regels en prijzen een wegwijzer voor de praktijk

Pacht. Regels en prijzen een wegwijzer voor de praktijk Pacht. Regels en prijzen 2013 een wegwijzer voor de praktijk Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 5 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 7 2.1 De pachtvormen op een rij 7 2.1.1

Nadere informatie

NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES

NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES EERSTE AFDELING ALGEMEEN Artikel 1 Definities In dit reglement hebben de volgende woorden en uitdrukkingen de volgende betekenis:

Nadere informatie

Pacht. Regels en prijzen 2013. een wegwijzer voor de praktijk

Pacht. Regels en prijzen 2013. een wegwijzer voor de praktijk Pacht. Regels en prijzen 2013 een wegwijzer voor de praktijk Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 5 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 7 2.1 De pachtvormen op een rij 7 2.1.1

Nadere informatie

Pacht. Regels en prijzen 2015

Pacht. Regels en prijzen 2015 Pacht Regels en prijzen 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 4 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 6 2.1 De pachtvormen op een rij 6 2.1.1 Reguliere pacht 6 2.1.2 Geliberaliseerde

Nadere informatie

Pacht. Regels en prijzen 2017

Pacht. Regels en prijzen 2017 Pacht Regels en prijzen 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 4 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 6 2.1 De pachtvormen op een rij 6 2.1.1 Reguliere pacht 6 2.1.2 Geliberaliseerde

Nadere informatie

Pacht. Regels en prijzen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Pacht. Regels en prijzen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Pacht Regels en prijzen 2014 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Waar gaat deze brochure over? 4 1.2 Leeswijzer 5 2 Algemene informatie 6 2.1 De pachtvormen op een rij

Nadere informatie

vervallen Pachtwet; onderbrenging pacht in het Burgerlijk Wetboek en nieuw Pachtprijzenbesluit 2007

vervallen Pachtwet; onderbrenging pacht in het Burgerlijk Wetboek en nieuw Pachtprijzenbesluit 2007 Samenvatting: Inleiding: Op 1 september j.l. is de Pachtwet vervallen. Vanaf dit moment zijn de pachtregels ondergebracht in het Burgerlijk Wetboek (titel 7.5). Tevens is op 1 september 2007 het nieuwe

Nadere informatie

Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde

Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde Centrale Grondkamer, beschikking van 19 december 2012, GP 11.701 [artikel 7:325, lid 4 BW] [artikel 36, lid 3 Uitvoeringswet grondkamers] Verzoek

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1994±1995 Nr. 99d 22 705 Wijziging van de Pachtwet NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 26 juli 1995 Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 27 924 Pachtbeleid Nr. 73 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

1. Burgerlijk Wetboek Titel 7.5 (Pacht)

1. Burgerlijk Wetboek Titel 7.5 (Pacht) 1. Burgerlijk Wetboek Titel 7.5 (Pacht) Titel 5 Pacht Afdeling 1 Algemene bepalingen Artikel 311 [Pachtovereenkomst] Pacht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verpachter, zich verbindt aan de

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 448 Vaststelling en invoering van titel 7.5 (pacht) van het Burgerlijk Wetboek B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTI- TIE 1

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/13/02282 zaaknr.: Z/C/13/02901 Raadsinformatiebrief

documentnr.: INT/C/13/02282 zaaknr.: Z/C/13/02901 Raadsinformatiebrief documentnr.: INT/C/13/02282 zaaknr.: Z/C/13/02901 *Z002A318996* Raadsinformatiebrief Onderwerp : Pachtprijzen Aard : Toezegging(en) raad/commissie Portefeuillehouder : Stoffels Datum college : 6 augustus

Nadere informatie

Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid

Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Beste Klant, Per 1 januari en 1 juli 2015 zullen er diverse wijzigingen plaatsvinden op het gebied van arbeidsrecht. Hiervan willen wij u graag op de hoogte brengen. De

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en op artikel 12 van de Wet Investeren in Jongeren; b e s l u i t :

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en op artikel 12 van de Wet Investeren in Jongeren; b e s l u i t : Bijlage bij raadsvoorstel nr. 09-79 Nr: 09-79b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 09-79; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en op artikel 12

Nadere informatie

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

LTO Noord afdeling Gooi, Vecht en Amstelstreek 10 november 2015 Harry Streng

LTO Noord afdeling Gooi, Vecht en Amstelstreek 10 november 2015 Harry Streng LTO Noord afdeling Gooi, Vecht en Amstelstreek 10 november 2015 Harry Streng Voorstellen Grondmarkt Pacht Erfpacht Financiering Taxaties Herwaardering Overig Melkveewet Fosfaatrechten Etc. Makelaar A&LV

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. Paragraaf 1: Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. Paragraaf 1: Inleiding NOTA VAN TOELICHTING Paragraaf 1: Inleiding Sinds begin jaren 90 hebben opeenvolgende kabinetten zich op het standpunt gesteld dat een meer marktconforme benadering van de pacht noodzakelijk is om het

Nadere informatie

Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Bijlage(n) Probleemanalyse

Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Bijlage(n) Probleemanalyse > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

Verordening tijdelijke regels WIJ

Verordening tijdelijke regels WIJ Verordening tijdelijke regels WIJ De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Winsum, d.d. 15 september 2009; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 12917 28 augustus 2009 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 augustus 2009, nr. 22504,

Nadere informatie

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234 In deze uitgave: Jaargang 19 (2014) november nr. 234 Arbeidsrecht Actueel Bescherming van flexwerkers Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd Proeftijd Concurrentiebeding Uitzendbeding Nulurencontracten

Nadere informatie

Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe gelet op artikel 160, eerste lid, sub e. en f. van de Gemeentewet;

Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe gelet op artikel 160, eerste lid, sub e. en f. van de Gemeentewet; CVDR Officiële uitgave van Overbetuwe. Nr. CVDR130592_1 13 februari 2018 Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe 2011 Ons kenmerk: 11BWB00065 Burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde

Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde Centrale Grondkamer, beschikking van 9 juli 2015, GP 11.750 en GP 11.751 [artikel 7:318 BW] Goedkeuring pachtwijzigingsovereenkomst. Na een kavelruil

Nadere informatie

Wijziging Regeling pachtprijzen

Wijziging Regeling pachtprijzen LNV Wijziging Regeling pachtprijzen Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 november 2007, nr. TRCJZ/2007/3679, houdende wijziging van de Regeling pachtprijzen Gelet op

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

KABINETSSTANDPUNT INZAKE HET ADVIES RUIMTE VOOR PACHT VAN DE COMMISSIE PACHTBELEID

KABINETSSTANDPUNT INZAKE HET ADVIES RUIMTE VOOR PACHT VAN DE COMMISSIE PACHTBELEID KABINETSSTANDPUNT INZAKE HET ADVIES RUIMTE VOOR PACHT VAN DE COMMISSIE PACHTBELEID 1. Inleiding De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Wet werk en zekerheid: Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Door Mr. Patrice Hoogeveen Inleiding Met datum d.d. 10 juni 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34760 19 juni 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 juni 2017, nr. WJZ/17057603, houdende

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/187098

Nadere informatie

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter?

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Mr. C.G.J.M. Termaat* 1 Inleiding Het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet (hierna: Omgevingswet) van 16 juni jl. heeft inmiddels alweer de nodige aandacht

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 98 d.d. 14 april 2011 (prof. mr. E.H. Hondius, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mr. J.W.H. Offerhaus) Samenvatting Bij afsluiten van

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding)

Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding) Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding) Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11493 30 juni 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 24 juni 2011, nr.

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN DE ORGANISATIE VAN NEDERLANDSE TANDPROTHETICI

ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN DE ORGANISATIE VAN NEDERLANDSE TANDPROTHETICI ALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN VAN DE ORGANISATIE VAN NEDERLANDSE TANDPROTHETICI 1. Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de totstandkoming, de inhoud en de nakoming

Nadere informatie

Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde

Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde Overzicht uitspraken in (omgekeerd) chronologische volgorde Centrale Grondkamer, beschikking van 22 september 2015, V1692 [artikel 7:379, lid 1 BW] Vaststelling van de marktwaarde als bedoeld in artikel

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:50 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K L CV EXPL (E)

ECLI:NL:RBNNE:2015:50 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K L CV EXPL (E) ECLI:NL:RBNNE:2015:50 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 07-01-2015 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer K L 3227463 - CV EXPL 14-7674 (E) Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene.

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-80 d.d. 19 maart 2013 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. A.W.H. Vink, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Concept raamovereenkomst (bedoelt voor discussie doeleinden) BLUSLAARZEN VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID. Perceel: 1. bluslaarzen, CPV: ;

Concept raamovereenkomst (bedoelt voor discussie doeleinden) BLUSLAARZEN VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID. Perceel: 1. bluslaarzen, CPV: ; Concept raamovereenkomst (bedoelt voor discussie doeleinden) BLUSLAARZEN VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID Perceel: 1. bluslaarzen, CPV: 18830000-6; Juni 2016 De ondergetekenden: De Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Reglement van de Commissie van Beroep

Reglement van de Commissie van Beroep Reglement van de Commissie van Beroep 1 januari 2019 Artikel 1 De in dit Reglement van Beroep voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Monteban ICT

Algemene voorwaarden Monteban ICT Algemene voorwaarden Monteban ICT Artikel 1 Algemeen 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen Monteban ICT, hierna te noemen gebruiker, en een wederpartij

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2004/408

Raadsvoorstel 2004/408 Raadsvoorstel 2004/408 Onderwerp steller Portefeuillehouder Commissie Raadsvergadering Agrarisch beheer gemeentegronden Mr. R.R. van Erp / Mr. T. ten Have Mr. A. Th.H. van Dijk Grondzaken Datum /33859

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33543 13 juni 2018 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 juni 2018, nr. WJZ/18100594,

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

Op 3 november 2010 heeft de gemeenteraad de Kadernota grondbeleid vastgesteld.

Op 3 november 2010 heeft de gemeenteraad de Kadernota grondbeleid vastgesteld. Zaaknummer: AVGCL22 Onderwerp Uitvoeringsregeling uitgifte cultuurgronden Collegevoorstel Inleiding Op 3 november 2010 heeft de gemeenteraad de Kadernota grondbeleid vastgesteld. Feitelijke informatie

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar Stichting Algemene Programma Raad (APR) p/a Hellingman Bunders advocaten t.a.v. mr. M. Bunders Postbus 75401 1070 AK AMSTERDAM Datum Onderwerp 18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007;

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V.

Algemene Voorwaarden Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V. Algemene Voorwaarden Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V. Artikel 1 Algemene bepalingen a. Visserij-innovatiecentrum Zuidwest-Nederland B.V.: Het Innovatiecentrum b. Gebruiker: Degene met

Nadere informatie

BROCHURE INSCHRIJVING KAVELS UTRECHTS LANDSCHAP

BROCHURE INSCHRIJVING KAVELS UTRECHTS LANDSCHAP BROCHURE INSCHRIJVING KAVELS UTRECHTS LANDSCHAP Inleiding Door het Utrechts Landschap wordt in geliberaliseerde pacht (artikel 7:397, lid 1 BW) aangeboden een tweetal percelen (natuur) grasland, met de

Nadere informatie

Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Vereniging Groothandel Automaterialen Vrooam, statutair gevestigd te Schiedam.

Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Vereniging Groothandel Automaterialen Vrooam, statutair gevestigd te Schiedam. 1 Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Vereniging Groothandel Automaterialen Vrooam, statutair gevestigd te Schiedam. Artikel 1: Algemeen Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsverhoudingen,

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ALGEMEEN

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ALGEMEEN REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ALGEMEEN per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie