Leidt blind tellen van de voorraad tot minder telfouten dan niet-blind tellen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leidt blind tellen van de voorraad tot minder telfouten dan niet-blind tellen?"

Transcriptie

1 Leidt blind tellen van de voorraad tot minder telfouten dan niet-blind tellen? Een onderzoek naar telmethoden bij inventarisaties Nyenrode School of Accountancy & Controlling opleiding master Accountancy Naam opstellers: R.E. (Dolf) Duivenvoorden J.C. (Niels) van de Koppel Studentennummers: Begeleider: Drs. P.C. van Batenburg Examinator: J.H.G Kinds RA Vakgroep: Auditing Datum verdediging: 15 juli 2011

2 Inhoudsopgave VOORWOORD... 3 MANAGEMENT SAMENVATTING INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK VAN AANLEIDING NAAR PROBLEEMSTELLING Onderzoeksdoelstelling Relevante onderzoeksvragen REIKWIJDTE, METHODIEK EN RELEVANTIE ONDERZOEK EERDER VERRICHT ONDERZOEK HOOFDSTUKINDELING LITERATUUR VOORRAADADMINISTRATIE TELLEN VAN DE VOORRAAD Tellers zijn feilbaar Voorraadinventarisatie en de accountantscontrole ANCHORING Tversky en Kahneman (1974) Anchoring in een accountancykader NV COS AUDIT QUALITY CONCEPTUEEL MODEL EN HYPOTHESEN AFZONDERLIJKE VARIABELEN Voorinformatie Controlevariabelen CONCEPTUEEL MODEL INVLOED VAN AANWEZIGHEID VAN EN HET SOORT VOORINFORMATIE OP MODELCOËFFICIËNTEN VAN CONTROLEVARIABELEN TELPROCEDURES BIJ DE SUPERMARKTKETEN TELLINGEN KWARTAALAFSLUITING INCIDENTELE TELLINGEN VAN DE VOORRAAD KOPPELING NAAR ONDERZOEK ONDERZOEKSOPZET INLEIDING OPZET EXPERIMENT Eerste opzet Overige mogelijke onderzoeksvariabelen Uitgesloten controlevariabelen UITVOERING EXPERIMENT ONDERZOEKSRESULTATEN BESCHRIJVING VAN DE RESULTATEN Karakteristieken van de tellers Karakteristiek van de data AFZONDERLIJKE ANALYSE VAN DE VARIABELEN

3 6.2.1 Juiste voorinformatie of geen voorinformatie Onjuiste voorinformatie of geen voorinformatie Blind of niet-blind Richting van de fouten in de voorinformatie Hoeveelheid per artikel Leeftijd, relevante werkervaring en opleiding Geslacht LOGISTISCH MODEL Theorie Variabelen Model INVLOED VAN ONDERZOEKSVARIABELE OP CONTROLEVARIABELEN Vier modellen Analyse van de coëfficiënten voor het aantal artikelen Analyse van de coëfficiënten voor de opleidings- en ervaringsscore CONCLUSIE NAWOORD LITERATUURLIJST

4 Voorwoord Voor u ligt de masterscriptie die wij geschreven hebben in het kader van onze Master opleiding Accountancy aan de Nyenrode School of Accountancy & Controlling. Vanwege de interesse van ons beiden in de statistische kant van het vakgebied Auditing kwamen wij al snel uit bij dhr. van Batenburg. Na enige mailwisselingen over mogelijke onderwerpen, diende zich een mooie mogelijkheid aan voor een theoretische scriptie gebaseerd op een discussie uit de dagelijkse praktijk. Bij een landelijke opererende supermarktketen bestond een interessant verschil van inzicht tussen de controlerend accountant en de verantwoordelijke functionarissen bij dit bedrijf belast met inventarisatie van de voorraad. Vanuit zijn achtergrond als docent aan de Nyenrode School of Accountancy & Controlling en erkend statisticus kwam het vraagstuk bij dhr. van Batenburg terecht en daardoor uiteindelijk bij ons. Vanaf het begin zijn wij enthousiast geweest over dit onderwerp voornamelijk omdat het een onderwerp is dat raakvlakken heeft met meerdere vakgebieden (psychologie, statistiek en auditing) en er nog relatief weinig literatuur en onderzoek beschikbaar is op het gebied van telmethoden bij inventarisaties van de voorraad. Dit geeft ons de mogelijkheid om vernieuwend onderzoek te doen. Ook de onderzoeksvorm, een experiment, sprak ons erg aan. Helaas is het ons niet gelukt de masterscriptie af te ronden voor de start van het traditionele busy season binnen de accountancy. Om een dergelijk experiment uit te kunnen voeren bij een landelijk opererende supermarktketen moet tussen alle betrokken partijen, volkomen begrijpelijk, het nodige afgestemd worden. Wij zijn de landelijk opererende supermarktketen en in het bijzonder het filiaal waar wij ons experiment hebben uitgevoerd zeer erkentelijk voor het meewerken aan ons onderzoek. In het bijzonder dhr. C. Mulder en zijn enthousiaste medewerkers voor het ter beschikking stellen van hun tijd. Save the best for last, de meeste dank gaat uit naar onze scriptie begeleider dhr. Paul van Batenburg. Paul heeft altijd klaargestaan met deskundige adviezen ten aanzien van de te bewandelen weg en was dan ook een geweldig klankbord voor ons. 3

5 Management samenvatting In deze scriptie wordt verslag gedaan van een onderzoek naar telmethoden bij inventarisaties van de voorraad. De Nederlandse en internationale wet-en-regelgeving bevat geen voorschriften als het gaat om te hanteren telmethoden bij inventarisaties van de voorraad. Accountants worden opgeleid met de gedachte dat bij inventarisaties blind tellen de juiste telmethode is (Jans, 2001). Daarmee wordt bedoeld dat de tellers geen voorinformatie hebben over de te tellen aantallen zoals bijvoorbeeld een voorraadlijst met administratieve hoeveelheden. De voorkeur voor blind tellen is met name gestoeld op de gedachte dat tellers beïnvloed worden door voorinformatie wat de kwaliteit van de telling doet afnemen. Vanuit de praktijk voelt men meer voor het niet-blind tellen (Jansen, 2010). Bij niet-blind tellen kan er in het geval van een verschil tussen de opgenomen waarde in de voorraadadministratie en de getelde waarde, direct herteld worden. In deze scriptie zal de volgende hoofdvraag centraal staan: Leidt blind tellen van de voorraad tot minder telfouten dan niet-blind tellen? Op basis van de anchoring theorie van Tversky en Kahneman (1974) wordt verwacht dat blind tellen bij inventarisaties tot minder telfouten zal leiden dan niet-blind tellen. De hoofdvraag is door middel van een veldexperiment bij een landelijk opererende supermarktketen beantwoord. Tijdens het experiment zijn 803 waarnemingen verzameld. Het blind tellen van de voorraad werd benaderd door de tellers met hardcopy lijsten te laten werken waar geen opgenomen hoeveelheden op staan. Het niet-blind tellen van de voorraad werd gesimuleerd door het tellen van de voorraad met een handterminal waarin de opgenomen hoeveelheden vermeld staan. Er zijn 374 waarnemingen verzameld door tellers zonder voorinformatie en 429 door tellers met voorinformatie. Die voorinformatie was in het experiment gemanipuleerd waardoor sommige tellers onjuiste voorinformatie kregen. Die kon bestaan uit een te lage waarde of uit een te hoge waarde. 4

6 In dit onderzoek is met een logistisch regressiemodel aangetoond dat de kans op een juiste telling met 116% toeneemt indien juiste in plaats van geen voorinformatie wordt verstrekt. De kans op een juiste telling neemt met 56% af indien te lage voorinformatie in plaats van geen voorinformatie wordt vermeld en met 40% indien te hoge voorinformatie in plaats van geen voorinformatie wordt vermeld. De anchoring theorie van Tversky en Kahneman blijkt dus ook voor tellen van de voorraad te gelden. Voorts is gegeven de veelheid aan fouten in voorraadadministraties, de impact van de slechtere tellingen als gevolg van onjuiste voorinformatie groter dan de impact van juiste voorinformatie. Aangezien inventarisaties er op zijn gericht fouten op te sporen zijn de gevolgen van onjuiste voorinformatie groter dan van juiste voorinformatie. Het antwoord op de hoofdvraag luidt dus: Blind tellen van de voorraad leidt tot minder telfouten dan niet-blind tellen. In dit onderzoek is ook aangetoond dat de hoeveelheid telfouten negatief wordt beïnvloed door de hoeveelheden per artikel. Daarnaast is aangetoond dat de (positieve) invloed van opleiding en ervaring op de kwaliteit sterker is bij onjuiste voorinformatie dan zonder voorinformatie. Dit impliceert dat organisaties er goed aan doen om ervaren mensen in te zetten mochten ze, ondanks de uitkomsten van dit onderzoek, besluiten de voorraad niet-blind te tellen. 5

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding onderzoek Bij veel organisaties vormt de voorraad één van de belangrijkste bezittingen op de balans. Dergelijke organisaties hebben om deze reden een groot belang bij een goed inzicht in deze post. Een belangrijk middel om het goede inzicht in de voorraad te krijgen en te behouden is het aanhouden van een voorraaddaministratie en het valideren van die administratie door fysieke tellingen van de voorraad. Afhankelijk van de soort voorraden en het belang hiervan kiezen organisaties voor periodieke tellingen van de voorraad. Dit kan jaarlijks plaatsvinden, maar ook frequenter zoals per kwartaal, per maand of zelfs dagelijks. In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening zal de accountant ook zekerheid willen verkrijgen over de juiste en volledige weergave van de voorraadwaarde op de balans. De NV COS standaard 501 handelt specifiek over het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie door de accountant betreffende het bestaan en de conditie van de voorraad. In dit kader zal de controlerende accountant eisen stellen aan de voorraadadministratie en de inventarisatieprocedures van de te controleren organisaties. Een veel gestelde voorwaarde is dat de organisaties hun personeel bij een inventarisatie van de voorraad blind moeten laten tellen (Jans, 2001). Onder blind tellen van de voorraad wordt verstaan dat tellers geen voorinformatie hebben ten aanzien van de opgenomen hoeveelheden in de voorraadadministratie. Met voorinformatie wordt in dit kader bedoeld dat de teller weet welke hoeveelheid in de voorraadadministratie is opgenomen. Deze voorinformatie kan zowel juist als onjuist zijn. Binnen het vakgebied van de accountancy wordt men opgeleid met de gedachte dat blind tellen van de voorraad leidt tot kwalitatief betere tellingen van de voorraad en daarom altijd de voorkeur verdient boven niet-blind tellen van de voorraad (Jans, 2001). De belangrijkste uitleg hiervoor is dat de tellers op deze manier niet naar de aantallen in de voorraadadministratie toe zouden schatten en er achteraf een onafhankelijke hertelling plaats zou vinden indien er verschillen gevonden worden. Voorstanders van niet-blind tellen van de voorraad beargumenteren dat blind tellen van de voorraad minder efficiënt is dan niet-blind tellen van de voorraad (Jansen, 2010). De 6

8 tellers kunnen in het geval van afwijkingen direct ter plaats hertellen, waardoor hertellingen van de voorraad achteraf overbodig worden. De, United States General Accounting Office (GAO) 1, vermeldt in Best practices in achieving consistent, accurate physical counts of inventory and related property het volgende over blind tellen bij inventarisaties (blind counts) (GAO, 2002): A blind count refers to the performance of a physical inventory count without the knowledge of, or access to, the on-hand quantity balance in the inventory records. Counters are provided the part number, description, location, and other information necessary to perform the count but not the item quantity information. Inventory items are counted and compared to the on-hand balance in the inventory records. If the blind count agrees with the record on-hand balance, there is a high level of confidence that both the count and the record on-hand balance are accurate. Hoewel accountants worden opgeleid met de gedachte dat blind tellen beter is dan niet-blind tellen bij inventarisaties, is hier weinig wetenschappelijke onderbouwing voor en bestaat er geen wet-en-regelgeving die dit verplicht. In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de wijze van tellen, teneinde een wetenschappelijke onderbouwing te krijgen voor de keuze om al dan niet blind te tellen. 1.2 Van aanleiding naar probleemstelling Onderzoeksdoelstelling Met het onderzoek in deze scriptie naar de relatie tussen telmethoden en de kwaliteit van de tellingen bij inventarisatie van de voorraad wordt ingesprongen op leemtes in de wetenschappelijke literatuur en wet-en-regelgeving op het gebied van inventarisaties van de voorraad. Gezien het beperkte wetenschappelijk onderzoek dat naar inventarisaties van de voorraad is verricht vormt het onderzoek in deze scriptie een verkennend onderzoek, waarmee de telmethoden worden onderzocht, maar ook beoogd wordt om aanzet te geven tot grootschaliger onderzoek. Naar aanleiding hiervan is de volgende onderzoeksdoelstelling geformuleerd: 1 GAO is een onafhankelijke instantie die werkt voor het Amerikaanse congres. 7

9 Het onderzoek is gericht op het verkrijgen van kennis en inzicht in de kwaliteit van verschillende telmethoden (blind en niet-blind tellen) bij inventarisaties van de voorraad Relevante onderzoeksvragen Zoals hiervoor beschreven, worden voorraadinventarisaties in principe blind uitgevoerd, dat wil zeggen er wordt geteld zonder op voorhand te weten welke hoeveelheid in de voorraadadministratie is opgenomen. Blind tellen van de voorraad is tijdrovender dan tellen van de voorraad met kennis van de opgenomen hoeveelheden, omdat telverschillen na afloop van de telling uitgezocht moeten worden. Wanneer er niet-blind wordt geteld kan de teluitkomst direct met de opgenomen hoeveelheid worden vergeleken. Bij een eventueel verschil kan dan direct herteld worden om de oorzaak van het verschil vast te stellen (fout in voorraadadministratie of telfout). De reden dat ondanks de grotere tijdsbesteding vaak toch voor blind tellen van de voorraad wordt gekozen is waarschijnlijk te herleiden tot het feit dat dit in de accountants- en controllers opleidingen wordt voorgeschreven. Deze voorkeur kan echter niet onderbouwd worden met wetenschappelijk onderzoek of wet-en-regelgeving. In deze scriptie wordt een eerste aanzet gedaan om deze leemte op te vullen. Het onderzoek is gericht op het verkrijgen van kennis en inzicht in de kwaliteit van verschillende telmethoden (blind en niet-blind tellen) bij inventarisaties van de voorraad. De hoofdvraag luidt als volgt: Leidt blind tellen van de voorraad tot minder telfouten dan niet-blind tellen? Bij niet-blind tellen van de voorraad moet onderscheidt worden gemaakt tussen twee varianten. Tellen met juiste voorinformatie en tellen met onjuiste voorinformatie. Bij tellen met juiste voorinformatie zou een eventuele beïnvloeding naar verwachting geen negatieve invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de telling. Als men zich zou laten beïnvloeden door deze voorinformatie, dan wordt naar het juiste aantal toe geteld. Bij onjuiste voorinformatie zal eventuele beïnvloeding naar verwachting wel negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de telling. Wanneer men zich zou laten beïnvloeden door deze voorinformatie, dan wordt naar het onjuiste aantal toe geteld en wordt een eventuele fout in de voorraadadministratie minder snel opgemerkt. Of dit fenomeen zich in de praktijk daadwerkelijk voordoet, of dat tellers hier niet door zullen worden beïnvloed, moet worden onderzocht om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Hierbij zal tevens onderzocht worden of het in dit kader nog uitmaakt of de onjuiste 8

10 voorinformatie te hoog of te laag is. Naar aanleiding van hetgeen hierboven is beschreven, is de volgende deelvraag geformuleerd: Welke invloed heeft voorinformatie op de kwaliteit van de telling? Tellen kan worden gezien als een specifieke en redelijk exacte vorm van schatten. Schatten wordt moeilijker naarmate de omvang toeneemt, de materie complexer wordt of de betrouwbaarheid van de opgenomen voorraadwaarden lager wordt. Op basis hiervan bestaat de verwachting dat in onderzoek naar de invloed van voorinformatie op de kwaliteit van de telling gecontroleerd moet worden voor de hoeveelheden per artikelvan de tellen voorraad. Daarnaast zal onafhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van voorinformatie onderzocht worden wat de invloed van de hoeveelheden per artikel van de te tellen voorraad is op de kwaliteit van de telling. Daarom zal de volgende deelvraag onderzocht worden: Welke invloed heeft de hoeveelheid per artikel op de kwaliteit van de telling? Om na het beantwoorden van voornoemde deelvragen nog meer kennis en inzicht te verkrijgen in telmethoden en de kwaliteit van de telling, willen wij gaan onderzoeken of de factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van de telling, de kwaliteit anders beïnvloeden bij verschillende telmethoden. Heeft de omvang van de te tellen voorraad meer invloed op de kwaliteit van de telling wanneer met onjuiste voorinformatie wordt geteld dan wanneer zonder voorinformatie wordt geteld? Daarom willen de volgende deelvraag onderzoeken: Hoe beïnvloedt de aard van de informatieverstrekking de relatie tussen de controlevariabelen en de kwaliteit van de telling? 1.3 Reikwijdte, methodiek en relevantie onderzoek De controle van de accountant op de post voorraad in de balans bestaat uit een controle op zowel het bestaan als op de waardering van de voorraad. In dit onderzoek wordt volledig geabstraheerd van het waarderingsaspect van de voorraden. Dit onderzoek is uitsluitend gericht op tellingen van de voorraad en er wordt alleen onderzoek gedaan naar de telwijzen die gebruikt worden voor de controle van de voorraad. 9

11 Om onderzoek te doen naar de in paragraaf geformuleerde onderzoeksvragen en uiteindelijk de probleemstelling te beantwoorden zal gebruik worden gemaakt van een experiment als onderzoeksmethode. Een experiment is voor dit onderzoek geschikt omdat de werkelijkheid in een relatief 2 afgesloten omgeving goed benaderd kan worden. In deze omgeving kunnen de onderzoeks- en controlevariabelen bovendien redelijk goed beheerst en gemanipuleerd worden, om uiteindelijk de invloed van deze variabelen op de kwaliteit van de telling te onderzoeken. Wij zullen ons onderzoek uitvoeren in een filiaal van een landelijke supermarktketen. Dit filiaal heeft personeel beschikbaar gesteld om onder door ons gewenste omstandigheden tellingen van de voorraad te verrichten. Dit onderzoek is relevant voor het vakgebied auditing omdat er op het gebied van de wijze van inventariseren (telmethoden) slechts zeer beperkt relevant wetenschappelijk onderzoek is verricht en geen specifieke wet-en-regelgeving bestaat. Accountants worden opgeleid met de gedachte dat blind tellen van de voorraad de enige juiste methode van inventariseren is, terwijl dit niet wetenschappelijk is onderbouwd. 1.4 Eerder verricht onderzoek Zoals al eerder is aangegeven is er slechts in zeer beperkte mate wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar telmethoden bij voorraadinventarisaties op het vakgebied auditing. Daarentegen is wel relevant wetenschappelijk onderzoek verricht in de aangrenzende vakgebieden psychologie (met name anchoring is hierbij interessant) en logistiek (voorraadbeheersing). Ook waar de vakgebieden psychologie en auditing elkaar overlappen (confirmation bias en outcome knowledge) is relevant wetenschappelijk onderzoek verricht. Deze artikelen zullen behandeld worden in de literatuurstudie voor dit onderzoek om mogelijke uitkomsten van het experiment te toetsen op relevantie en aannemelijkheid. Omdat wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit van tellingen van de voorraad beperkt is zal kennis genomen worden van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van audit quality om op die manier inzicht te verkrijgen in de controlevariabelen die in het onderzoek gehanteerd gaan worden. Hierbij wordt verondersteld dat de kwaliteit 2 Verwezen wordt naar hoofdstuk 5 voor de beperkingen van de setting van het experiment. 10

12 van accountantscontroles in zekere zin vergelijkbaar zijn met kwaliteit van tellingen van de voorraad. Tellingen van de voorraad zijn immers een vorm van controle. 1.5 Hoofdstukindeling Voor dit onderzoek is een uitgebreide literatuurstudie verricht. Deze literatuurstudie wordt besproken in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 zullen aan de hand van de uit de literatuur opgedane inzichten hypothesen worden geformuleerd en een conceptueel model worden opgesteld. In hoofdstuk 4 zullen de telprocedures bij de landelijk opererende supermarktketen, waar het experiment uitgevoerd zal gaan worden, toegelicht worden. De opzet en uitvoering van het experiment wordt behandeld in hoofdstuk 5, hierin worden ook de beperkingen van dit experiment behandeld en worden gemaakte keuzes gemotiveerd. In hoofdstuk 6 worden de resultaten van het experiment besproken en geanalyseerd. In hoofdstuk 7 worden vervolgens conclusies getrokken, worden de uitkomsten gekoppeld aan de relevante wetenschappelijke literatuur en worden de geformuleerde onderzoeksvragen en de probleemstelling beantwoord. De scriptie zal afgesloten worden met een nawoord in hoofdstuk 8. 11

13 2 Literatuur De post voorraden brengt bij veel organisaties vaak hoge kosten met zich mee. Hierbij moet gedacht worden aan opslagkosten, verzekeringskosten, financieringskosten en verouderingskosten. De redenen dat bedrijven voorraad aanhouden zijn flexibiliteit in de productie, lagere bestelkosten bij grotere bestellingen en onzekerheid omtrent de vraag van de afnemers (Relph, Brzeski en Bradbear, 2002). De noodzaak om voorraad aan te houden enerzijds en voorraadkosten anderzijds maken een effectieve voorraadbeheersing een kritische succesfactor voor bedrijven om te overleven in een competitieve omgeving. De doelstelling van een voorraadbeheersingssysteem is het minimaliseren van de voorraadkosten enerzijds en het beperken van voorraadtekorten anderzijds. Voorraadbeheersingssystemen zijn er in allerlei soorten en maten. Van eenvoudige systemen die waarborgen dat de voorraad maandelijks weer op het gewenste niveau wordt gebracht tot geavanceerde systemen waarbij dagelijks bepaald wordt of en zo ja hoeveel er besteld moet worden aan de hand van statistische analyses waarmee de verwachte vraag wordt geschat. Alle voorraadbeheersingssystemen, van de meest eenvoudige tot de meest complexe, baseren zich op de voorraadadministratie. Een accurate voorraadadministratie is dan ook een belangrijke voorwaarde om de voordelen van een voorraadbeheersingssysteem volledig te kunnen benutten. De nauwkeurigheid van de voorraadadministratie is afhankelijk van een veelheid aan factoren, zoals aard van de producten, soort magazijn (open of gesloten), procedures om de voorraad te beheersen en omloopsnelheid van de producten. Ondanks hoge mate van voorraadbeheersing, blijft de kans op voorraadverschillen groot (DeHoratius en Raman, 2008). Om deze verschillen te kunnen identificeren en corrigeren, zijn periodieke inventarisaties van de voorraad nodig. Bij inventarisaties wordt (een deel van) de voorraad geteld en wordt met de uitkomst van deze telling de voorraadadministratie bijgewerkt. Zoals in hoofdstuk 1 beschreven is, kan de telling zowel blind als niet-blind plaatsvinden. De mogelijkheid bestaat dat bij het niet-blind tellen de telling zelf wordt beïnvloed door de kennis van de uitkomst. In de psychologische wetenschap bestaat dit verschijnsel bekend als anchoring. Dit hoofdstuk is verder als volgt ingedeeld. Eerst zal de literatuur over de oorzaken en gevolgen van fouten in de voorraadadministratie besproken worden. Vervolgens wordt 12

14 de literatuur over het tellen zelf besproken. Wetenschappelijk onderzoek naar tellen is echter schaars. Hier zal een interessant onderzoek van Raats et al. (2003 en 2006) naar de fallible auditor (feilbare accountant) besproken worden. Dit gaat over een model om een controleur (een teller) te controleren. In dit gedeelte zal ook een zijstap naar NV COS 500 en NV COS 501 gemaakt worden. Na de bespreking van het tellen zal het fenomeen anchoring besproken worden. Dit deel zal worden opgesplitst in twee delen. In het eerste deel zal uitgebreid stil worden gestaan bij het toonaangevende artikel van Tversky en Kahneman uit 1974 (Judgement under Uncertainty: Heuristics and Biases), waarin drie vuistregels van het menselijk brein voor het nemen van beslissingen onder onzekerheid (schatten) worden behandeld (representativeness, availability en adjustment and anchoring). In het tweede deel zal het begrip anchoring in een auditing kader behandeld worden. In dit kader wordt met name aandacht geschonken aan twee begrippen, confirmation bias (het fenomeen dat bevestigende informatie wordt hogere waarde toegekend dan ontkrachtende informatie) en outcome knowledge (het fenomeen dat kennis van de uitkomst de ex ante inschatting van deze uitkomst beïnvloedt). Tevens zal NV COS 520 besproken worden. De literatuurstudie zal worden afgesloten met een bespreking van literatuur op het gebied van audit quality. Voorraadinventarisatie is een vorm van controleren. Om te onderzoeken welke effecten (naast anchoring) nog meer invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de telling, zal besproken worden welke factoren volgens de wetenschappelijke literatuur invloed kunnen hebben op de kwaliteit van controles en dus ook invloed zouden kunnen hebben op de kwaliteit van tellingen van de voorraad. 2.1 Voorraadadministratie Het voeren van een voorraadadministratie klinkt eenvoudig. De inkoop van een artikel wordt als toename in de voorraadadministratie verwerkt en bij verkoop van een artikel als afname van de voorraadadministratie. Indien dit consequent en zorgvuldig gedaan wordt, zou aan het eind van de periode de voorraadadministratie exact gelijk moeten zijn aan de fysiek aanwezige voorraad. In de praktijk blijkt dit echter vrijwel nooit het geval te zijn. DeHoratius en Raman (2008) hebben onderzoek gedaan naar de oorzaken en gevolgen van fouten in de voorraadadministratie. Uit dit onderzoek blijkt dat er zoveel mis kan gaan met de voorraadadministratie, dat het zo goed als onmogelijk is om geen verschillen tussen de voorraadadministratie en de werkelijke voorraad te hebben. 13

15 Als belangrijkste redenen voor verschillen tussen de werkelijke voorraad en de voorraadadministratie noemen zij onjuiste verkoopgegevens, onjuiste inkoopgegevens, onjuiste verwerking van retourzendingen, synchronisatiefouten, diefstal door klanten, diefstal door werknemers en ook onjuiste tellingen bij voorraadinventarisaties. Onjuiste verkoopgegevens kunnen ontstaan wanneer een artikel bij verkoop niet wordt aangeslagen, of als een verkoper bij twee gelijk geprijsde artikelen één dubbel aanslaat en de ander niet. Onjuiste inkoopgegevens kunnen ontstaan wanneer een levering van het distributiecentrum niet overeenkomt met de bestelling (die in de administratie wordt verwerkt). Retourzendingen die niet (of niet juist) leiden tot een onvolledige voorraadadministratie. Synchronisatiefouten kunnen ontstaan als interfaces tussen verschillende geautomatiseerde systemen niet goed zijn ingericht of door tijdsverschillen tussen voorraadbewegingen en het daadwerkelijk bijwerken van de administratie. Als bij inventarisaties onjuiste tellingen worden uitgevoerd, zal de administratie naar aanleiding van deze telling foutief worden bijgewerkt. Uit onderzoek van Rinehart (1960) blijkt dat een aanzienlijk deel van de voorraadverschillen wordt veroorzaakt door procedures om voorraadverschillen te corrigeren, zoals inventarisaties. Dit benadrukt het belang om inventarisaties nauwkeurig uit te voeren. Uit het onderzoek van DeHoratius en Raman (2008) blijkt dat ook bij organisaties met sterk geautomatiseerde en efficiënte voorraadsystemen aanzienlijke voorraadverschillen voorkomen. De gevolgen van foutieve informatie in de voorraadadministratie kunnen aanzienlijk zijn, met name in bedrijfstakken waar de marges laag zijn. Uit het onderzoek van De- Horatius en Raman (2008) blijkt dat zelfs kleine voorraadverschillen al tot substantiële gemiste verkopen kunnen leiden. Dit kan het geval zijn wanneer de voorraad niet wordt bijgevuld omdat deze volgens de administratie nog voldoende aanwezig is, terwijl in werkelijkheid de schappen leeg blijken te zijn. Bij grote Amerikaanse handelsondernemingen die door DeHoratius en Raman (2008) zijn onderzocht, blijkt de gemiste omzet meer dan 1% van de totale omzet te zijn. Zoals eerder gememoreerd zijn de gevolgen van foutieve voorraadregistraties groot. Naast mogelijke lege schappen zijn er nog veel meer kostenposten en omzetdervingen mogelijk als gevolg van onjuiste informatie in de voorraadadministratie. Veel bedrijven gebruiken geavanceerde voorraadbeheersingssystemen aan de hand waarvan bestelniveaus, bestelhoeveelheden en soms zelfs prijsstellingen worden bepaald. Indien de voorraadadministratie foutieve informatie bevat zullen de voorraadbeheersingssyste- 14

16 men suboptimale beslissingen voorstellen (of nemen) en zullen de voorraadkosten (significant) hoger zijn dan noodzakelijk. Bij productieondernemingen hebben voorraadverschillen niet alleen een negatief effect op de verkopen en de voorraadkosten, maar wellicht ook een verstorend effect op de productieprocessen. Net als het mislopen van voordelen van geautomatiseerde voorraadbeheersingssystemen, kan bij foutieve voorraadadministratie ook niet optimaal geprofiteerd worden van decision support systems die de productieplanning zouden moeten optimaliseren. Voorraadtekorten als gevolg van foutieve informatie kunnen zelfs het hele productieproces stilleggen. Uit het onderzoek van DeHoratius en Raman blijkt dat bij een onderzochte Amerikaanse handelsonderneming met verschillende artikelsoorten bij 65% van de artikelsoorten sprake was van verschillen, het gemiddelde absolute voorraadverschil bedroeg 5. DeHoratius en Raman merkten hierbij op dat deze onderneming de interne beheersing rondom de voorraad relatief goed voor elkaar had. Het is aannemelijk dat eventuele verschillen bij ondernemingen die de interne beheersing rondom de voorraden minder op orde hebben, nog veel groter zijn. Verder hebben de onderzoekers aangetoond dat de omvang van voorraadverschillen positief correleren met de jaarlijkse verkopen van een artikelsoort (t=142,58), negatief met de frequentie van voorraadinventarisaties (t=2,96), negatief met de waarde van het artikel (t=23,44) en positief met zowel de dichtheid van het artikel soort (aantal per m 3 schapruimte; t=2,80) als de verscheidenheid van artikelsoorten in een winkel (t=2,98). De grote hoeveelheid aan factoren die significante invloed hebben op de aanwezigheid van voorraadverschillen maakt duidelijk dat het niet verwonderlijk is dat voorraadverschillen bij zoveel ondernemingen voorkomen. Gezien de eerder genoemde (financiële) gevolgen van de voorraadverschillen is het voor alle organisaties van groot belang om voorraadverschillen zoveel mogelijk te beperken. Omdat inventarisaties een belangrijke rol spelen bij het opsporen van voorraadverschillen is het zaak om inventarisaties zo efficiënt mogelijk uit te voeren. 15

17 2.2 Tellen van de voorraad Tellers zijn feilbaar In paragraaf 2.1 is het belang van regelmatig en nauwkeurig inventariseren van de voorraad vastgesteld. Onnauwkeurige inventarisaties kunnen zelfs leiden tot de introductie van nieuwe fouten in de voorraadadministratie. Daartegenover staat dat inventariseren vaak een kostbare aangelegenheid is en dat efficiency dus ook erg belangrijk is. Tellers, die niet onbeperkt de tijd hebben, maken fouten, hoe nauwkeurig zij ook willen tellen. Met andere woorden, tellers zijn feilbaar. Om deze fouten te ondervangen zal naast de inventarisatie een (kleinere) hertelling kunnen plaatsvinden door een verondersteld onfeilbare controleur, iemand, die bijvoorbeeld meer tijd per telling of meer ervaring heeft. Raats et al. (2003, 2006) hebben een model ontwikkeld waarin de uitkomsten van een controle die door een feilbare controleur (in casu de teller) gecombineerd kunnen worden met de uitkomsten van onfeilbare controleur om zo tot betrouwbaardere resultaten te komen. Zij noemen dit de repeated audit methode. In hun onderzoek behandelen Raats et al. (2003) een casus waarbij een controleur een steekproef van 500 posten beoordeelt. Hierin wordt een foutfractie van 3,2% aangetroffen met een bovengrens van 4,8% 3. Vervolgens wordt een deelwaarneming van 53 posten op de oorspronkelijke steekproef uitgevoerd door een tweede onafhankelijke controleur. Deze tweede controleur wordt aangenomen onfeilbaar te zijn. Deze deelwaarneming bevat twee posten die door de eerste controleur als fout zijn aangemerkt. Deze posten blijken inderdaad ook fout te zijn, daarnaast vindt de tweede controleur nog een post die fout is. Raats et al. hanteren een model dat in 1972 is geïntroduceerd door Tenenbein 4, dit model wordt vervolgens uitgebreid opdat het ook meerdere lagen van controles kan verwerken. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een eerste controle, een tweede controle hierop, beide door feilbare controleurs, waarbij de tweede geacht wordt een betere kwaliteit te leveren dan de eerste en vervolgens een derde controle door een onfeilbare controleur. Een bijzondere uitkomst van het onderzoek is dat de bovengrens van de foutfractie altijd hoger ligt dan zonder controle, ook al vindt de tweede controleur geen aanvullende fouten. Dit wordt veroorzaakt doordat de onderzoekers in hun model de assumptie dat de controleur foutloos controleert, loslaten. 3 Bij 95% betrouwbaarheid. 4 Raats et al. (2003) verwijzen naar: Tenenbein, A., (1971), A double sampling scheme for estimating from inspection, Technometrics, 14, p

18 In de praktijk van inventarisaties zou een dergelijk model dat door Raats et al. is gebruikt en verfijnd ook toegepast kunnen worden. Hierdoor kan een controle op de telling niet alleen worden gebruikt om een oordeel te geven over de kwaliteit van de telling, maar in samenhang met de uitkomsten van de oorspronkelijke telling kan deze informatie ook worden gebruikt om een oordeel te geven over de kwaliteit van de oorspronkelijke informatie in de voorraadadministratie. Hoewel (gedeeltelijke) hertelling een effectieve methode is om de kwaliteit van de oorspronkelijke telling(en) te meten, wordt de nauwkeurigheid van de telling niet hoger (de bovengrens van de foutfractie ligt altijd hoger). Dit zou wellicht een reden kunnen zijn dat deze statistische controle op inventarisaties in de praktijk zelden wordt toegepast Voorraadinventarisatie en de accountantscontrole Inventarisatie speelt een belangrijke rol bij accountantscontroles. NV COS stelt niet voor niets: Indien de voorraad van materieel belang is voor de financiële overzichten dient de accountant voldoende en geschikte controleinformatie te verkrijgen met betrekking tot het bestaan en de conditie van de voorraad (.). NV COS 500 gaat over controle-informatie. Controlestandaard 500.5e definieert controle-informatie als volgt: "Informatie die door de accountant wordt gebruikt om te komen tot de conclusies waarop het oordeel van de accountant is gebaseerd. Controle-informatie omvat zowel de informatie die is opgenomen in de administratie die ten grondslag ligt aan de financiële overzichten als andere informatie. De accountant dient de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van de controle-informatie te beoordelen, hoewel dit een zekere mate van professional judgement vereist kan wel een aantal algemeen geldende uitspraken over de betrouwbaarheid gedaan worden. 17

19 Dit zijn volgens NV COS 500 A31: De betrouwbaarheid van controle-informatie neemt toe wanneer deze is verkregen uit onafhankelijke bronnen buiten de entiteit; De betrouwbaarheid van controle-informatie die intern is gegenereerd neemt toe wanneer de daarmee verband houdende door de entiteit vastgestelde interne beheersingsmaatregelen, met inbegrip van die voor het opstellen en onderhouden daarvan, effectief zijn; Controle-informatie die direct door de accountant wordt verkregen (bijvoorbeeld de waarneming van het toepassen van een interne beheersingsmaatregel) is betrouwbaarder dan controle-informatie die indirect of door gevolgtrekking wordt verkregen (bijvoorbeeld door het verzoeken om inlichtingen over het toepassen van een interne beheersingsmaatregel); Controle-informatie in de vorm van een vastlegging, hetzij op papier, elektronisch, dan wel via een ander medium, is betrouwbaarder dan mondeling verkregen informatie (bijvoorbeeld een tijdens een vergadering gemaakt schriftelijke vastlegging is betrouwbaarder dan een mondelinge weergave van de besproken aangelegenheden achteraf); Controle-informatie die wordt verschaft door originele documenten is betrouwbaarder dan controle-informatie die wordt verschaft door fotokopieën of faxen of door documenten die zijn gefilmd, gedigitaliseerd of op andere wijze zijn omgezet in elektronische vorm, waarvan de betrouwbaarheid kan afhangen van de interne beheersingsmaatregelen bij het opstellen en onderhouden ervan. In het kader van voorraadinventarisaties is met name de derde uitspraak interessant. Wanneer de accountant zelf de inventarisatie verricht, dan wel zelf de inventarisatie waarneemt levert dit in zijn algemeenheid zeer betrouwbare controle-informatie ten aanzien van het bestaan van de voorraad van de gecontroleerde entiteit. 18

20 In NV COS 500 A14 tot en met A25 wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten controlewerkzaamheden die de accountant kan verrichten om controleinformatie te verkrijgen: inspectie waarneming externe confirmatie herberekening herhalen van de uitvoering cijferanalyses verzoeken om inlichtingen Het bijwonen of zelf uitvoeren van inventarisatie kan onder de categorieën inspectie, waarneming en herhalen van de uitvoering geschaard worden. NV COS 500 A14 omschrijft inspectie als: Inspectie houdt het onderzoeken van vastleggingen of documenten in, hetzij intern of extern, op papier, elektronisch of vastgelegd in andere media dan wel een fysiek onderzoek van een actief. Inspectie van vastleggingen en documenten verschaft controle-informatie in verschillende mate van betrouwbaarheid, afhankelijk van de aard en de bron daarvan, alsmede, in het geval van interne vastleggingen en documenten, van de effectiviteit van de interne beheersingsmaatregelen over de totstandkoming ervan. Een voorbeeld van inspectie gebruikt als een toetsing van interne beheersingsmaatregelen is inspectie van vastleggingen ten behoeve van onderbouwende informatie over de autorisatie ervan. 19

LEIDT BLIND TELLEN VAN DE VOORRAAD TOT MINDER TELFOUTEN?

LEIDT BLIND TELLEN VAN DE VOORRAAD TOT MINDER TELFOUTEN? Management control: LEIDT BLIND TELLEN VAN DE VOORRAAD TOT MINDER TELFOUTEN? Ondanks technologische ontwikkelingen in vooraadbeheersingssystemen blijft fysieke voorraadopname belangrijk voor interne en

Nadere informatie

Het begrip controle-informatie: algemene principes

Het begrip controle-informatie: algemene principes Het begrip controle-informatie: algemene principes 24.11.2008 Daniel KROES, Bedrijfsrevisor 1 Inleiding De bedrijfsrevisor moet de schriftelijke bevestigingen die vereist zijn (bewijskrachtig materiaal)

Nadere informatie

ISA 501, CONTROLE-INFORMATIE SPECIFIEKE OVERWEGINGEN VOOR GESELECTEERDE ELEMENTEN

ISA 501, CONTROLE-INFORMATIE SPECIFIEKE OVERWEGINGEN VOOR GESELECTEERDE ELEMENTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 501, CONTROLE-INFORMATIE SPECIFIEKE OVERWEGINGEN VOOR GESELECTEERDE ELEMENTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd

Nadere informatie

JAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam

JAN. Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van het Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk (Vereniging NIVON) te Amsterdam A. Verklaring over de in het

Nadere informatie

Traumazorg Opleiden, Trainen, Oefenen 2014

Traumazorg Opleiden, Trainen, Oefenen 2014 Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage cure - op aanvraag Traumazorg Opleiden, Trainen, Oefenen 2014 Bij het aanvraagformulier vaststelling beschikbaarheidbijdrage Traumazorg Opleiden, Trainen, Oefenen

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 501 CONTROLE-INFORMATIE AANVULLENDE BESCHOUWINGEN VOOR SPECIFIEKE ASPECTEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 501 CONTROLE-INFORMATIE AANVULLENDE BESCHOUWINGEN VOOR SPECIFIEKE ASPECTEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 501 CONTROLE-INFORMATIE AANVULLENDE BESCHOUWINGEN VOOR SPECIFIEKE ASPECTEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-3 Het fysiek bijwonen van voorraadopnames... 4-18 Dit

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-3 Controlewerkzaamheden... 4-10 Controlebevindingen en rapportering...

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 402 IN OVERWEGING TE NEMEN FACTOREN BIJ DE CONTROLE VAN ENTITEITEN DIE GEBRUIKMAKEN VAN SERVICE-ORGANISATIES

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 402 IN OVERWEGING TE NEMEN FACTOREN BIJ DE CONTROLE VAN ENTITEITEN DIE GEBRUIKMAKEN VAN SERVICE-ORGANISATIES INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 402 IN OVERWEGING TE NEMEN FACTOREN BIJ DE CONTROLE VAN ENTITEITEN DIE GEBRUIKMAKEN VAN SERVICE-ORGANISATIES INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-3 Door de auditor in

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

Dit protocol beoogt echter geen onderzoeksaanpak voor te schrijven, en is evenmin een (uitputtend) werkprogramma.

Dit protocol beoogt echter geen onderzoeksaanpak voor te schrijven, en is evenmin een (uitputtend) werkprogramma. Bijlage 1 bij Frictiekostenregeling regionale publieke media-instellingen 2016-2019: Controleprotocol Frictiekostenregeling regionale publieke media-instellingen 2016-2019 1. Inleiding Het regeerakkoord

Nadere informatie

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International

Nadere informatie

Controleprotocol Opbrengsten 2015. Voor Regionale Ambulancevoorzieningen bij de nacalculatie 2015

Controleprotocol Opbrengsten 2015. Voor Regionale Ambulancevoorzieningen bij de nacalculatie 2015 Controleprotocol Opbrengsten 2015 Voor Regionale Ambulancevoorzieningen bij de nacalculatie 2015 Versie 1, december2015 1. Inleiding Het Controleprotocol Opbrengsten 2015 bevat het toetsingskader voor

Nadere informatie

Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012)

Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012) Annex 1 Copro 12137 Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012) - t 1. Inleiding Het regeerakkoord van het

Nadere informatie

Controleprotocol Subsidies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

Controleprotocol Subsidies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie Controleprotocol Subsidies Stimuleringsfonds Creatieve Industrie 2013-2016 Inhoudsopgave 1 Algemene uitgangspunten 3 1.1 Doel van het controleprotocol 3 1.2 Wettelijk kader 3 1.3 Accountantsproducten 3

Nadere informatie

Controleprotocol. geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013. - Nacalculatie DBC s GRZ. - Oude parameters. - vaststelling verrekenbedrag 2013

Controleprotocol. geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013. - Nacalculatie DBC s GRZ. - Oude parameters. - vaststelling verrekenbedrag 2013 Controleprotocol geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013 - Nacalculatie DBC s GRZ - Oude parameters - vaststelling verrekenbedrag 2013 Ten behoeve van de uit te voeren controle door externe accountant

Nadere informatie

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 1 Doelstelling In het kader van de NZA beleidsregel BR/CU-7074 Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type

Nadere informatie

JAN CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT *136076* Aan: de aandeelhouder van Scotch Whisky International B.V. A. Verklaring over de in het jaarrapport opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Reikwijdte en doelstellingen van de interne audit... 5 Verhouding

Nadere informatie

ISA 520, CIJFERANALYSES

ISA 520, CIJFERANALYSES INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 520, CIJFERANALYSES Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International Auditing and Assurance Standards

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering en de directie van Hanzevast capital N.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen

Nadere informatie

Kans verkeken! Statistisch redeneren bij universiteitsstudenten vóór en na een inleidende cursus statistiek.

Kans verkeken! Statistisch redeneren bij universiteitsstudenten vóór en na een inleidende cursus statistiek. Kans verkeken! Statistisch redeneren bij universiteitsstudenten vóór en na een inleidende cursus statistiek. Greet Peters, Stijn Vanhoof, & Patrick Onghena Statistisch redeneren De manier waarop mensen

Nadere informatie

Behorend bij de Regeling Journalistieke Innovatie

Behorend bij de Regeling Journalistieke Innovatie Copro 16116D Controleprotocol Behorend bij de Regeling Journalistieke Innovatie Dit controleprotocol is op maat gemaakt voor de Regeling Journalistieke Innovatie, waarbij rekening is gehouden met de Handreiking

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de

Nadere informatie

Controle protocol Stichting De Friesland

Controle protocol Stichting De Friesland Controle protocol Stichting De Friesland 1. Doelstelling Stichting De Friesland heeft van de Belastingdienst de ANBI (algemeen nut beogende instelling) verkregen. Ten aanzien van de verantwoording van

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 500 CONTROLE-INFORMATIE

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 500 CONTROLE-INFORMATIE INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 500 CONTROLE-INFORMATIE INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-2 Het begrip controle-informatie... 3-6 Voldoende en geschikte controle-informatie... 7-14 Het gebruikmaken

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

van van feitelijke bevindingen OPDRACHT Wij hebben een aantal specifieke Werkzaamheden verricht met betrekking tot het (financieel)

van van feitelijke bevindingen OPDRACHT Wij hebben een aantal specifieke Werkzaamheden verricht met betrekking tot het (financieel) van Aan: opdrachtgever van feitelijke bevindingen Betreft: Rapport van feitelijke bevindingen inzake onderzoek (financieel) jaarverslag en additionele informatie van (naam lokale mediainstelling te...

Nadere informatie

Controleprotocol nacalculatie 2012. Voor ambulancediensten en centrale posten ambulancevervoer

Controleprotocol nacalculatie 2012. Voor ambulancediensten en centrale posten ambulancevervoer Controleprotocol nacalculatie 2012 Voor ambulancediensten en centrale posten ambulancevervoer 2 januari 2013 1. Inleiding Het Controleprotocol nacalculatie 2012 bevat het toetsingskader voor de door de

Nadere informatie

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid Controle protocol 1 Doelstelling Het CZ Fonds moet voldoen aan de eisen van het convenant vastgelegd in 1998 tussen Zorgverzekeraars Nederland en de overheid van de Besteding Reserves Voormalige Vrijwillige

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeenteraad van de gemeente Utrecht A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

Accountants Belastingadviseurs bezoekadres Van Elmptstraat 14 9723 ZL Groningen postbus Postbus 174 9700 AD Groningen telefoon 050-3166966 fax 050-3138180 e-mail groningen@jonglaan.nl internet www.jonglaan.nl

Nadere informatie

Vast te stellen het volgende in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 bedoelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol.

Vast te stellen het volgende in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 bedoelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol. Bijlage bij Subsidieverordening Rotterdam 2014 Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelet op artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014; Besluiten: Vast te stellen

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag op

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag op CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Gooisch Natuurreservaat A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 B. Ons oordeel Wij hebben

Nadere informatie

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de provincie Utrecht gesubsidieerde instellingen Januari 2010 Controleprotocol provincie Utrecht 1 van 7 Controleprotocol

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering en de directie van Vlootfonds Hanzevast 3 ms Hanze Göteborg N.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in

Nadere informatie

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016 Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016 1 Doelstelling In het kader van de NZa-beleidsregel BR/REG-17171 Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg heeft CZ voor de jaren 2015 en 2016 overeenkomsten

Nadere informatie

Accountantsprotocol declaratieproces. revalidatiecentra fase 2 : bestaan en

Accountantsprotocol declaratieproces. revalidatiecentra fase 2 : bestaan en Accountantsprotocol declaratieproces revalidatiecentra fase 2 : bestaan en werking Versie 29 september 2015 Inhoud 1. Inleiding en uitgangspunten 3 2. Onderzoeksaanpak accountant 4 2.1 Doel en reikwijdte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het algemeen bestuur van Waterschap Vechtstromen A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 230 CONTROLEDOCUMENTATIE

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 230 CONTROLEDOCUMENTATIE INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 230 CONTROLEDOCUMENTATIE INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding...1-5 Definities... 6 Aard van de controledocumentatie...7-8 Vorm, inhoud en omvang van de controledocumentatie...9-24

Nadere informatie

Controleprotocol. voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen. opgave van pgb-beschikkingen over 2015

Controleprotocol. voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen. opgave van pgb-beschikkingen over 2015 Controleprotocol voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen opgave van pgb-beschikkingen over 2015 Versie 1, juli 2016 2 Controleprotocol opgave van pgb-bschikkingen over 2015 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Behorend bij de Regeling Regionale Journalistieke Samenwerking

Behorend bij de Regeling Regionale Journalistieke Samenwerking Controleprotocol Behorend bij de Regeling Regionale Journalistieke Samenwerking Dit controleprotocol is op maat gemaakt voor de Regeling Journalistieke Samenwerking, waarbij rekening is gehouden met de

Nadere informatie

Gemeente Lelystad Ingekomen 16 JUN 2015. Kopie aan:

Gemeente Lelystad Ingekomen 16 JUN 2015. Kopie aan: 0^=> \d ju^va.' lot's OLJ&rje^oeUi naarcs 150014156 Gemeente Lelystad Ingekomen 16 JUN 2015 Kopie aan: Orteliuslaan 982 3528 BD Utrecht Postbus 3180 3502 GD Utrecht Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INHOUDSOPGAVE Paragraaf Inleiding... 1-3 Definities... 4 Gebeurtenissen die zich vóór de datum van de controleverklaring

Nadere informatie

De controle van de groepsjaarrekening

De controle van de groepsjaarrekening De controle van de groepsjaarrekening Frans de Groot en Victor Valckx, Assurance Organisaties reageren steeds sneller met overnames, herstructureringen, reorganisaties en internationalisering op de dynamische

Nadere informatie

Copro 16105C. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2014 bijlage III

Copro 16105C. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2014 bijlage III Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mededeling GMO Groenten en fruit 2016-9: WAP 2014 bijlage III Richtlijnen accountantscontrole waarde afgezette productie 2014 ten behoeve van het operationeel programma,

Nadere informatie

Norm inzake de toepassing van de ISA's in Belgie

Norm inzake de toepassing van de ISA's in Belgie Norm inzake de toepassing van de ISA's in Belgie De Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, Overwegende dat het moderniseren van het norrnatief kader voor de uitvoering van revisorale opdrachten

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Regeling accountantsprotocol subsidies Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 22, vijfde lid, van de Algemene

Nadere informatie

Controleprotocol specifieke maatregelen AMIF en ISF

Controleprotocol specifieke maatregelen AMIF en ISF Controleprotocol specifieke maatregelen AMIF en ISF 2014-2020 Versie 1.0 Datum 15 maart 2018 Status Definitief Afzendgegevens Contactpersoon Auteurs Directoraat-Generaal Migratie Directie Regie Migratieketen

Nadere informatie

3.4. Gebruikmaken van de werkzaamheden van deskundigen (6 september 1996) 86

3.4. Gebruikmaken van de werkzaamheden van deskundigen (6 september 1996) 86 3.4. Gebruikmaken van de werkzaamheden van deskundigen (6 september 1996) 86 1. Inleiding 1.1.In toepassing van paragraaf 2.5. van de algemene controlenormen, heeft deze aanbeveling ten doel grondslagen

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in he

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in he CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017/2018 Ons

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Steun Goois Natuurreservaat A. Verklaring over de jaarrekening 2017

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Steun Goois Natuurreservaat A. Verklaring over de jaarrekening 2017 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Steun Goois Natuurreservaat A. Verklaring over de jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Stichting

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest Verklaring over de jaarrekening 2016 Ons oordeel Naar

Nadere informatie

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Beheer van de Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs voor Meppel e.o. A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons

Nadere informatie

Samenvattend auditrapport

Samenvattend auditrapport r?' m Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Samenvattend auditrapport I u fonds (A) IM xi' ".r r' rri Samenvattend auditrapport 2016 Infrastructuurfonds (A) 15 maart 2017 Kenmerk 2017-0000036092 Inlichtingen

Nadere informatie

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle.

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle. NBA Het Bestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl Betreft: Reactie op Consultatie Handreiking 1141 Nieuwegein, 14 september 2018 Geachte collegae, Met veel belangstelling

Nadere informatie

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988.

Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988. Copro 13126 Controleprotocol voor subsidies verleend op grond van regelingen bij of krachtens de Monumentenwet 1988. 1 Inhoud 1. Algemene uitgangspunten... 3 1.1. Doelstelling... 3 1.2. Wettelijk kader...

Nadere informatie

1. AUDITINSTRUCTIE SCORECARD COPRO 8120

1. AUDITINSTRUCTIE SCORECARD COPRO 8120 1. AUDITINSTRUCTIE SCORECARD COPRO 8120 1.1. Inleiding DTe vraagt ter verificatie van de aangeleverde cijfers een assurance-rapport van een externe accountant. Een assurance-rapport dient eenmaal per jaar

Nadere informatie

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar: Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Plaats en datum: Begeleider: Beoordelaar: Amsterdam, mei 15 Inhoud INHOUD... 2 VOORWOORD... 3 1. INLEIDING... 4 PROBLEEMSTELLING... 4 ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2011

Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2011 > Postadres Postbus 16114 2500 BC Den Haag Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2011 Bezoekadres: Wijnhaven 16 2511 GA Den Haag T 070 340 54 87 F 070 340 65 35 www.jaarverslagenzorg. nl

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van de Stichting Steun Goois Natuurreservaat Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Controleprotocol nacalculatie 2014

Controleprotocol nacalculatie 2014 Controleprotocol nacalculatie 2014 Voor Regionale Ambulancevoorzieningen Versie 1.0, april 2015 1. Inleiding Het Controleprotocol nacalculatie 2014 bevat het toetsingskader voor de door de externe accountant

Nadere informatie

MID 30 oktober 2003 Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet

MID 30 oktober 2003 Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet Verordening op basis van artikel 213 Gemeentewet Heemstede, 21 oktober 2003 Aan de raad, Samenvatting In de Wet dualisering gemeentebestuur is opgenomen dat gemeenteraden drie verordeningen vaststellen

Nadere informatie

Copro 18053B. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2016 bijlage III

Copro 18053B. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2016 bijlage III Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mededeling GMO Groenten en fruit 2018-11: WAP 2016 bijlage III Richtlijnen accountantscontrole waarde afgezette productie 2016 ten behoeve van het operationeel programma,

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-6 Bestaan en toelichting van verbonden partijen... 7-8 Transacties tussen verbonden partijen... 9-12 Onderzoek

Nadere informatie

Protocol subsidieregeling voortzetting zorginfrastructuur

Protocol subsidieregeling voortzetting zorginfrastructuur Protocol subsidieregeling voortzetting zorginfrastructuur Subsidie- en verantwoordingsjaren 2015, 2016 en 2017 Bij het aanvraagformulier vaststelling subsidie voortzetting zorginfrastructuur 2015, 2016

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken A. Verklaring over d

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken A. Verklaring over d CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken A. Verklaring over de in het financieel jaarrapport opgenomen jaarrekening

Nadere informatie

Jaarverslag 2014 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de algemene vergadering van Detron ICT Groep B.V. Verklaring

Nadere informatie

Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus -

Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus - Controleprotocol subsidie Vervoersautoriteit MRDH - Openbaar Vervoer, concessie Bus - 1. Inleiding 1.1 Dit protocol heeft betrekking op de controle van de door de subsidieontvanger af te leggen verantwoording

Nadere informatie

Accountantsprotocol. Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag. Medische Mobiele Teams met helikopter (MMT) COS 805 en COS 4400

Accountantsprotocol. Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag. Medische Mobiele Teams met helikopter (MMT) COS 805 en COS 4400 Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag Medische Mobiele Teams met helikopter (MMT) COS 805 en COS 4400 Maart, 2014 1. Uitgangspunten 1.1 Inleiding Dit accountantsprotocol heeft betrekking

Nadere informatie

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1.1. Onzekerheid van materieel belang Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op Toelichting X bij de financiële overzichten.

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de directie en de raad van toezicht van Stichting Paradiso Amsterdam Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen

Nadere informatie

Accountantsprotocol subsidievaststelling Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2017

Accountantsprotocol subsidievaststelling Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2017 Accountantsprotocol subsidievaststelling Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling 2017 Pagina 1 van 11 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Uitgangspunten 1.1 Doelstelling 3 1.2 Definities 3 1.3 Procedures

Nadere informatie

ISA 505, EXTERNE BEVESTIGINGEN

ISA 505, EXTERNE BEVESTIGINGEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 505, EXTERNE BEVESTIGINGEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International Auditing and Assurance

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

NÅ$ Koenen en Co Controle BV is lid van Nexia International. veelzijdig. Controle

NÅ$ Koenen en Co Controle BV is lid van Nexia International. veelzijdig. Controle Controle Renier Nafzgerstraat 104 Postbus 1722 NL6201 BS Maastricht Aan: Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Het Gegevenshuis T+31(O)433219080 Emile Erensplein 55 F+31(0)433253646 6371

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

Aan: het Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting STBN Postbus 8124 3503 RC UTRECHT CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in het

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016 EY working woud Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van de gemeente Bronckhorst Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel met beperking Wij

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum December 2015 Nummer 6856 Onderwerp Besluit controleverordening Provincie Zuid-Holland 2015 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, overwegende dat -

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Bavo Europoort B.V. Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

Accountantsverslag 2012

Accountantsverslag 2012 pwc I Accountantsverslag 2012 Permar Energiek B.V. 24 mei 2013 pwc Permar Energiek B.V. T.a.v. de Raad van Commissarissen en de Directie Horaplantsoen 2 6717LT Ede 24 mei 2013 Referentie: 31024B74/DvB/e0291532/zm

Nadere informatie

Controleverordening gemeente Papendrecht 2015

Controleverordening gemeente Papendrecht 2015 Controleverordening gemeente Papendrecht 2015 Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Papendrecht Inhoudsopgave Controleverordening

Nadere informatie

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, vervat in het artikel 30 van de wet van 22 juli 1953, heeft deze norm, goedgekeurd door de

Nadere informatie

ISA 500, CONTROLE-INFORMATIE

ISA 500, CONTROLE-INFORMATIE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 500, CONTROLE-INFORMATIE Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International Auditing and Assurance

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Raad van Toezicht van Stichting Filmtheater t Hoogt A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben

Nadere informatie

Copro 17015O. Accountantsprotocol. Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag. Calamiteitenhospitaal 2016 COS 4400

Copro 17015O. Accountantsprotocol. Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag. Calamiteitenhospitaal 2016 COS 4400 Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag Calamiteitenhospitaal 2016 COS 4400 Maart 2017 2 Inhoud 1. Uitgangspunten 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Procedures 4 1.4 Leeswijzer

Nadere informatie