Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit van Amsterdam"

Transcriptie

1 Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Universiteit van Amsterdam Titel Scriptie: IN WELKE MATE HEEFT DE INVOERING VAN IFRS GELEID TOT VERANDERING IN WINSTSTURING OP DE NEDERLANDSE MARKT? MSc Accountancy & Control, variant Accountancy Auteur: Raymon van Viegen Collegekaartnummer: Datum eindversie: 26 augustus 2010 Scriptie begeleider: dr Ir S. van Triest Tweede begeleider: dr D. Veenman

2 SAMENVATTING In deze scriptie wordt onderzocht of de invoering van International Financial Reporting Standards (IFRS) invloed heeft gehad op de mate van winststuring ( earnings management ) door Nederlandse ondernemingen. Specifiek is er gekeken naar het optreden van winstdalingen, en het optreden van kleine winsten ten opzichte van kleine verliezen. Door winststuring kunnen winstdalingen en kleine verliezen vermeden worden. Een verandering in het voorkomen van deze effecten kan dus duiden op een verandering in de mate van winststuring. De resultaten laten zien dat er een kleine afname is in winststuring na de invoering van IFRS. 2

3 Inhoudsopgave 1. Introductie Literatuurstudie Winststuring Impact van IFRS op winststuring Detectiemethoden van winststuring Healy model DeAngelo model Jones model Modified Jones model Industry model Distributie model Methode en dataselectie Empirische bevindingen Winststuring voor de invoering van IFRS Winststuring ter voorkoming van winstdalingen na de invoering van IFRS Relatie bevindingen voor en na de invoering van IFRS Bewijs van winststuring door een vergelijking van het werkkapitaal IFRS CONCLUSIE REFERENTIES

4 1. Introductie Historisch empirisch onderzoek wijst uit dat managers diverse mogelijkheden aanwenden om de bedrijfseconomische resultaten te manipuleren op zodanige wijze dat wordt voldaan aan de verwachting van stakeholder (Nelson (2002), Leuze ea (2003)). Zo wordt in veel externe rapportages van managers de nadruk gelegd op winststijging en groei van de onderneming. Recente voorbeelden zijn Ahold en Heineken, welke in de jaarlijkse (2000 t/m 2005) persberichten de doelstelling verkondigde een jaarlijkse groei te willen realiseren ( In het boek van Jeroen Smit het drama van Ahold wordt hier verder ingegaan op dit aspect. Beschreven wordt de situatie waarbij een forse daling van het aandeel Ahold gerelateerd werd aan het niet halen van de geprognosticeerde groeicijfers. Natuurlijk is dit voorbeeld niet uniek. Burgstahler en Dichev (1997) refereren bijvoorbeeld aan een bedrijf (Tenneco s 1994) dat in de jaarrekening benadrukt dat hun gehele strategie gericht is op het leveren van een constante stijging van winsten. Tevens wordt gerefereerd aan farmaceutisch bedrijf dat pas na 33 jaar de lijn van verkondigde winststijgingen durfde te doorbreken. Uit dergelijke voorbeelden blijkt de kracht van de gewekte verwachting en de druk die ligt op het waarmaken van de gewekte verwachting. Burgstahler en Dichev (1997) onderzochten of in meerder mate winststuring vastgesteld kon worden bij bedrijven die marginale winsten rapporteren in verhouding tot bedrijven die een verlies rapporteren. Burgstahler en Dichev (1997) constateren ook in hun onderzoek dat bedrijven eerder genegen zijn winststuring toe te passen om zo een winst te rapporteren in tegenstelling tot een klein verlies waarbij wordt afgezien van winst manipulerende maatregelen. Deze bevinding op zich is interessant, omdat empirisch bewijs is geleverd voor een hele specifieke situatie omtrent winststuring. Naast de motivaties die zijn geleverd door Nelson et al (2002) vinden Burgstahler en Dichev (1997) nog een situatie waarin winststuring wordt toegepast. Deze bevindingen leiden dus tot de veronderstelling dat managers zullen proberen zoveel mogelijk verwachtingen te realiseren om in ieder geval een positief resultaat te willen laten zien. DeAngelo et al. (1996) vinden dat bedrijven waarbij de groeicyclus kentert, een gemiddeld negatief effect van 14% wordt waargenomen op de winstverhouding per aandeel in het jaar dat de winstverwachting niet wordt waargemaakt. Hieruit valt op te maken dat wanneer bedrijven continu een positief resultaat laten zien, een positief effect wordt gerealiseerd op de winstverhouding per aandeel. Reeds eerder is vermeld dat Nelson ea (2002) heeft geconstateerd 4

5 dat één van de redenen van managers om winsten te manipuleren te vinden is in het aspect te voldoen aan de verwachtingen van aandeelhouders. DeAngelo et al (1996) bevestigen met hun onderzoek derhalve een van de drijvende factoren achter winststuring. Vanaf 2002 dienen alle Europese beursgenoteerde ondernemingen te voldoen aan de nieuwe verslaggevingrichtlijnen (IFRS). Onder andere Bertoni en Derosa (2005) tonen aan dat de invoering van IFRS een enorme impact heeft op de manier waarop financiële rapportages worden opgesteld en hoe de stakeholder naar deze rapportage kijkt. De bevindingen die in de bovenstaande paragrafen uiteen zijn gezet alsmede de wijziging in verslaggevingrichtlijnen, leveren de motivatie voor mijn onderzoek. In deze studie wil ik onderzoeken of de invoering van IFRS invloed heeft gehad op de mate waarin winststuring wordt toegepast. Historisch empirisch onderzoek heeft aangetoond dat winststuring is geconcentreerd bij bedrijven die een netto resultaat hebben van break-even, alsmede bij bedrijven die na economische groei een negatieve kentering zien. Derhalve ligt de nadruk in deze studie dan ook op bedrijven waar winstdaling heeft plaatsgevonden. Tevens kijk ik naar de verhouding tussen bedrijven die marginale winsten rapporten en verliezen. De methodiek is geconfirmeerd aan de methode die wordt toegepast door Burgstahler en Dichev (1997). Ik verwacht dat na de invoering van IFRS minder winststuring plaatsvindt dan in de periode voor de invoering van IFRS. Het resterende deel van deze scriptie is als volgt opgedeeld: Hoofdstuk twee geeft een beschrijving van winststuring en de bevindingen uit voorgaand empirisch onderzoek. Tevens wordt beschreven welke methodes beschikbaar zijn om winststuring te detecteren. Hoofdstuk twee eindigt met een reflectie omtrent de invoering van IFRS en de mogelijke gevolgen voor winststuring. In hoofdstuk drie wordt de onderzoeksmethode behandeld, alsmede een uiteenzetting gegeven van de data analyse. In hoofdstuk vier worden de resultaten van dit onderzoek besproken. Hoofdstuk vijf bevat de conclusies van dit onderzoek. 2. Literatuurstudie In dit hoofdstuk wordt de term winststuring besproken. In het licht van dit onderzoek wordt aansluiting gevonden met definities uit voorgaand onderzoek, hetgeen ook richting geeft aan dit onderzoek. Daarnaast worden de bevindingen omtrent motivaties en omstandigheden gerapporteerd uit historisch onderzoek. Het hoofdstuk sluit af met een koppeling tussen de lering uit voorgaand onderzoek en het onderzoek wat nu voor u ligt. 5

6 2.1 Winststuring Diverse wetenschappelijke studies richten zich op het onderwerp winststuring. Het concept winststuring is lastig te definiëren daar het een niet tastbaar en moeilijk te becijferen fenomeen behelst. Dechow ea (1995) onderzoeken de diverse methodes om winststuring te detecteren en komen er achter dat winststuring het gebruik en het beheer van accruals is om het resultaat te beïnvloeden. Het onderzoek van Dechow ea (2005) toont ook aan waarom het lastig is om de feitelijke winststuring te kwantificeren. Het gebruik van accruals is namelijk een gebruikelijk fenomeen, alleen het identificeren van de motivatie tot winststuring is erg lastig. Mede met het oog op de voorgaand geïdentificeerde complexiteit gaat Healy (1985) in zijn studie uit van het feit dat in iedere periode winststuring plaatsvindt. Healy (1985) vond namelijk aanwijzingen dat ondernemingen hun winsten naar beneden bijstelden als de winst buiten het gebied lag waar de bonus voor het management was gekoppeld; dit geeft de ruimte om in een volgend jaar de winst naar boven te manipuleren. Impliciet houd deze veronderstelling in dat de reële netto winst van een bedrijf niet wordt getoond, maar de gewenste netto winst. Nelson ea (2002) doen een praktijkonderzoek bij 253 Register Accountants van Big Five accountantskantoren, naar de ervaringen die men vanuit de controle praktijk heeft opgedaan omtrent het signaleren en bediscussiëren van winststuring. Door het onderzoek werden de auteurs in de gelegenheid gesteld om middels praktijkervaringen van managers en accountants na te gaan waarom winststuring werd toegepast en hoe de accountant met deze pogingen is omgegaan in de wettelijke controle. Nelson ea (2002) constateerden tijdens het onderzoek de volgende motivaties van managers met het oog op winststuring: 1. aan de verwachtingen van de analisten te voldoen 2. vooraf opgezette doelen te bereiken (bonussen) 3. contractuele verplichtingen na te komen 4. afspraken in lening convenanten 5. of een combinatie van de hierboven genoemde punten. De auteurs constateren dat managers in verschillende posten in de jaarrekening gebruiken om aan winststuring te doen. De jaarrekeningposten omzet, immateriële vaste activa, investeringen en lease presentatie worden veelvuldig gebruikt. Echter het gebruik van accruals in reserves steekt met kop en schouders boven de overige posten uit. Van de totale selectie (515 pogingen) wordt 44% gecorrigeerd door de accountants zelf, 21% wordt niet gecorrigeerd aangezien de accountants denken dat de bedrijven voldoen aan GAAP en 17% wordt niet gecorrigeerd doordat onvoldoende bewijs gevonden wordt om een gefundeerd gesprek aan te 6

7 gaan met het management van het bedrijf. De resterende 18% wordt niet gecorrigeerd omdat de omvang van de winststuring dermate beperkt is dat het beeld van de jaarrekening niet veranderd. Nelson ea (2002) constateert verder dat managers eerder gebruik maken (en accountant minder snel laten corrigeren) van winststuring waar de verslaggevingrichtlijnen objectief zijn en het naleven ervan exact kan gebeuren evenals waar de richtlijnen subjectief zijn en het naleven ervan inherent plaatsvindt. Verder wordt geconstateerd dat winststuring dat leid tot de vermindering van de netto winst, uitgevoerd wordt op het gebied van subjectieve verslaggevingrichtlijnen. Dergelijke constructies werden gekozen om flexibel te blijven met het oog op toekomstige netto winst verhogende pogingen tot winststuring. De kans dat accountants dergelijke pogingen laten corrigeren zijn groter naar mate de omvang (in geld) van de poging toeneemt of de omvang van de cliënt afneemt. Burgstahler and Dichev, (1997) bestuderen of, en zo ja hoe en wanneer, bedrijven winststuring toepassen om winst terugloop en verliezen te maskeren voor stakeholders. Hierbij testen zij twee hypothesen. 1) winststuring vindt plaats om winstafname te maskeren; 2) winststuring vindt plaats om verliezen te maskeren. Het model wat wordt gebruik is gedefinieerd als de netto winst minus de netto winst van voorgaand jaar, gedeeld door de marktwaarde van het bedrijf. Bij analyse van de uitkomsten blijkt dat veel meer bedrijven zijn die net een positief resultaat tonen dan dat er bedrijven zijn die een negatief resultaat tonen. Zij constateren een duidelijke concentratie van winststuring bij bedrijven met een resultaat rond het break-even punt. De hoeveelheid marginale winsten of winstdalingen is namelijk niet coherent met de hoeveelheid marginale verliezen of winstdalingen. Glaum ea (2001) bestudeert het gebruik van accruals gelijk aan het onderzoek van Burgstahler and Dichev, (1997). Echter Glaum ea (2001) richt zich specifiek op U.S. en Duitse bedrijven. In dit onderzoek wordt de veronderstelling dat de verslaggevingcultuur van invloed is op het gebruik van accruals in het kader van winststuring. De auteurs verwachten dan ook een significant verschil tussen beide landen. De methodologie in het onderzoek is gelijk aan dat van Burgstahler and Dichev, (1997), echter pogen de gebruikte modellen te verbeteren door een maatstaf te introduceren voor de afwijkingen in de standaard verdeling rondom de inschattingen of gemiddelden van de sample. Hierdoor worden de auteurs in de gelegenheid gesteld de uitkomsten diepgaander te analyseren. De bevindingen uit het onderzoek sluiten aan op die van Burgstahler and Dichev, (1997). Tevens wordt een verschil aangetoond tussen het gebruik van veronderstelde winststuring bij U.S en Duitse bedrijven. Dit impliceert dat de verslaggevingcultuur van invloed is op het gebruik van winststuring. Tevens tonen Glaum ea 7

8 (2002) aan dat economische karakteristieken als omvang, mate van vreemd vermogen en groeimogelijkheden invloed hebben op de tendens rondom het gebruik van winststuring. Leuz ea (2003) doen onderzoek naar de verschillen in de toepassing van winststuring binnen bedrijven uit eenendertig verschillende landen. De auteurs voeren dit onderzoek uit in de veronderstelling dat managers winststuring toepassen om de werkelijke resultaten van een bedrijf te maskeren en de meer gewenste resultaten naar buiten brengen. Zij gaan ervan uit dat winststuring in mindere mate plaatsvindt wanneer managers geen of weinig gelegenheid krijgen om een persoonlijk belang in de onderneming te verkrijgen. De auteurs houden tevens rekening met de institutionele cultuur waar de landen waarin de bedrijven zich bevinden. Voorgaand onderzoek heeft reeds aangetoond de landen met een zogenaamde common-law landen met een hogere mate van kwaliteit rapporteren dan zogenaamde code-law landen (Saudagaran en Biddle, 1991; Ball ea., 1998). De data gebruikt in het onderzoek wordt geclusterd op basis van deze veronderstelling in landen met een code-law cultuur en een common-law cultuur. Hiermee wordt de invloed van de cultuur in de landen gemitigeerd. De auteurs concluderen dat winststuring het minst plaatsvindt waar gespreide aandelen belangen aanwezig zijn en wettelijke bescherming heerst voor investeerders. Tevens is de aanwezigheid van omvangrijke aandelen markten van positieve invloed op het gebruik van winststuring. Goncharov and Zimmerman (2007) hebben op basis van Duitse bedrijven onderzocht of er verschil zit in winststuring tussen locale regelgeving (German GAAP), Internationale accounting standaards (IAS) en US GAAP. Duitse bedrijven konden voor invoering van IFRS kiezen uit de verslaggevingrichtlijnen DE GAAP, IAS en US GAAP. Duitsland bood dus ook een uitstekend platform om het gebruik van winststuring te toetsen binnen verschillende verslaggevingrichtlijnen. Op basis van het onderzoek kan word geconcludeerd dat het verschil in de mate van gebruik van winststuring in binnen DE GAAP en IAS minimaal zijn. Wel bestaat een significant verschil in de mate van winststuring bij bedrijven die rapporteren onder US GAAP ten opzichte van bedrijven die rapporteren onder DE GAAP en zelfs IAS. Zij hebben dit gemeten en onderzocht met Het Modified Jones Model. Barth ea (2008) hebben onderzocht of onder International Accounting Standards een hogere rapportering kwaliteit behaald wordt dan wanneer bedrijven niet voldoen aan deze standaarden. Zij hebben dit gedaan door te kijken of er onder IAS minder winststuring plaats vindt dan onder locale regelgeving. De sample die is gebruikt bestond dan ook uit bedrijven die zich confirmeerde aan IAS en bedrijven die zich niet confirmeerde aan IAS. In dit onderzoek werden 300 bedrijven in 21 verschillende landen onderzocht. In dit onderzoek zijn verschillende speerpunten gedefinieerd, w.o. mate van winststuring, verliezen die regelmatig plaats vinden en 8

9 jaarrekeningposten met een hoge significante waarde voor investeerders. De gedefinieerde aspecten werden vergeleken tussen bedrijven die rapporteren volgens de IAS standaarden en bedrijven die deze niet gebruikten. De conclusie van dit onderzoek was dat er een hogere kwaliteit behaald werd onder IAS dan locale regelgeving. OP basis hiervan kan worden verondersteld dat minder winststuring plaatsvindt onder IAS in vergelijking tot lokale verslaggevingrichtlijnen. Deze bevinding is in overeenstemming met de bevindingen van Goncharov and Zimmerman (2007). Healy en Wahlen (1999) hebben een review studie uitgevoerd waarbij is nagegaan wat historisch empirisch onderzoek heeft opgeleverd met het oog op winststuring en de gevolgen die deze bevindingen hebben op de regelgeving met betrekking tot verslaggeving. De auteurs kijken specifiek naar de bevindingen uit historisch empirisch onderzoek omtrent winststuring, waarbij de motivatie voor winststuring expliciet wordt geformuleerd. Echter zijn de auteurs van mening dat het onderzoek naar winststuring zich vooral heeft gericht op het hoe en waarom winststuring wordt toegepast. Eigenlijk bevestigen historische onderzoeken dus enkel het vermoeden van regelgevers omtrent het feit dat winststuring wordt toegepast. Diepgaande analyse aangaande de regelgeving waarmee winststuring wordt toegepast en hoe vaak winststuring wordt toegepast in tegenstelling tot de regelmaat waarmee communicatie hieromtrent plaatsvindt ontbreken. Capkun ea (2008) bestuderen Europese bedrijven bij de overgang van het rapporteren van de jaarcijfers volgens lokale verslaggevingrichtlijnen naar IFRS. Deze unieke gebeurtenis wordt gebruikt om te toetsen of de kwaliteit van de gerapporteerde cijfers veranderd. De auteurs doen dit door na te gaan of, en zo ja waar en hoe het gebruik van accruals plaatsvindt. De auteurs vinden zwak maar significant bewijs dat in de overgang naar IFRS winststuring plaatsvindt. Door de winststuring wordt onder de nieuwe verslaggevingrichtlijnen in 2005 een hogere Return on Assets (ROA) gerapporteerd. Deze bevinding sluit volgens Capkun ea (2008) aan bij resultaten uit eerder onderzoek, waar managers de overgang aangrijpen om netto winst te manipuleren. Hierbij vinden de auteurs dat winststuring in mindere mate plaatsvindt bij bedrijven in landen waar de institutionele sturing alsmede de wet- en regelgeving stringenter is. Deze bevinding sluit aan bij de conclusies die worden getrokken door Leuze a (2003). Op basis van bovenstaand literatuur onderzoek naar de motieven, het gebruik en de consequenties van winststuring kunnen diverse lessen worden geleerd, welke van toepassing zijn op de studie die voor u ligt. Allereerst leveren Nelson ea (2002) de motieven voor het toepassen van winststuring. Deze motieven zijn inherent aan de omstandigheden waaronder bedrijven opereren. De wetgever is zich bewust van de omstandigheden en de gevolgen die dit heeft op de gerapporteerde winsten (Healy en Wahlen, 1999). Tevens is aangetoond dat winststuring 9

10 voornamelijk plaatsvindt bij bedrijven die ongeveer break even resultaten behalen, alsmede bij bedrijven die een economische groei zien kenteren in een krimp (Burgstahler and Dichev, 1997). Wel bestaan diverse externe invloeden die het toepassen van winststuring tussen bedrijven laat verschillen. Zo is de institutionele cultuur binnen landen van invloed op het gebruik van winststuring (Leuz ea, 2003; Saudagaran and Biddle, 1991; Ball et al., 1998). Tevens is aangetoond dat de regelgeving omtrent de rapportering invloed heeft op het gebruik van winststuring (Goncharov & Zimmerman, 2007; Barth ea, 2008), alsmede de houding van accountants omtrent het corrigeren van veronderstelde winststuring. Hierbij is gevonden dat hoe stringenter en eenduidiger de regelgeving is, hoe groter de kans is dat managers winststuring gebruiken (Nelson ea, 2002). Op basis van bovenstaande bevindingen kan impliciet worden verondersteld dat IFRS zou moeten leiden tot een afname in het gebruik van winststuring bij Nederlandse bedrijven. 2.2 Impact van IFRS op winststuring Binnen de Europese unie heeft met een resolutie van het Europese parlement in 2003 een besluit plaatsgevonden waarbij alle Europese beursgenoteerde bedrijven in 2005 moesten voldoen aan de verslaggeving vereisten volgens IFRS. Het doel van de International Accounting Standards Board (IASB) is om regelgeving te ontwikkelen die internationaal geaccepteerd zijn. Hierbij wordt gestreefd naar een hoge kwaliteitsnorm, en dient de verslaggeving internationaal transparant en vergelijkbaar te zijn. De IASB is naast de ontwikkeling van dergelijke regelgeving ook verantwoordelijk voor het beheer van de standaarden. IFRS is samengesteld uit de IASnormen (International Accounting Standards) en uitgebreid met additionele eisen die in IFRSnormen vastgelegd zijn. In deze normen is vastgelegd hoe een bedrijf relevante posten van de jaarrekening dient te waarderen en presenteren. Armstrong ea (2007) hebben onderzoek verricht naar de markt reactie op de invoering van IFRS. De auteurs verwachte dat reactie van de markt zou inhouden, dat een beter geïntegreerd financieel systeem zou ontstaan met internationale erkenning. Tevens zou de vergelijkbaarheid van bedrijven, geredeneerd vanuit de investeerder, verbeteren. Met de invoering van IFRS zouden bepaalde doelstellingen worden bereikt, zoals integratie van de markt, de convergentie van financiële verslaglegging en een massief blok tegen de US GAAP en dus serieus genomen zou worden. Voor het onderzoek van Armstrong ea (2007), lag de focus van empirisch onderzoek meer op het vlak van betere vergelijkbaarheid en effectievere regelgeving om winststuring te voorkomen. De auteurs combineren dan ook de bevindingen uit 10

11 historisch onderzoek met de invoering van IFRS, om zo de veronderstelde impact op gebruikers te onderzoeken. Voor de invoering van IFRS waren verslaggevingrichtlijnen voor beursgenoteerde bedrijven in ieder land separaat wettelijk geregeld. Het vergelijken van bedrijven in dezelfde sector met buitenlandse ondernemingen was dus lastig. Het ontwikkelen van normen voor diverse sectoren werd hiermee dus ook moeilijk, wat tot gevolg had dat investeerders op basis van de gepubliceerde jaarrekeningen geen weloverwogen afweging kon maken. Doordat diverse verslaggevingrichtlijnen gebruikt werden was de detectie van winststuring moeilijk. Barth ea (2008) concluderen dan ook dat uniforme regelgeving met betrekking tot verslaggeving per definitie leidt tot het beter toepassen van regels en dus ook tot kwalitatief betere regelgeving en rapportering. Deze bevindingen werden ook al gevonden door Goncharov & Zimmermann (2007) en Barth ea (2008). In tegenstelling tot de hiervoor behandelde onderzoeken vinden JeanJean en Stolowy (2008) tegengestelde bevindingen in de landen Australië, Frankrijk en de United Kingdom. Op basis van dit onderzoek wordt geconstateerd dat niet de invoering van IFRS ertoe heeft geleid dat minder aan winststuring plaatsvindt, maar dat de incentives van het management en de institutionele invloeden van groter belang zijn. De auteurs suggereren dan ook dat de wetgever deze factoren meeneemt in de afwegingen bij het ontwikkelen van uniforme wetgeving. Bij het projecteren van de bevindingen in een Nederlandse context, zou geconcludeerd kunnen worden dat het percentage van winststuring hoger zou moeten liggen in de tijd dat beursgenoteerde ondernemingen rapporteerden op basis van Nederlandse GAAP dan de periode waarin wordt gerapporteerd op basis van IFRS. De motieven voor managers zullen na de invoering van IFRS niet zijn veranderd. Wel kan worden verondersteld dat wanneer managers winststuring toepassen, door de gewijzigde verslaggevingrichtlijnen dergelijk pogingen zullen worden ontdekt tijdens de wettelijke controle of de omvang van de winststuring veranderd. Door de invoering van IFRS wordt het uitvoeren van de wettelijke controle zullen accountants de interpretatie van de verslaggevingrichtlijnen beter en eenduidiger kunnen toepassen. Het identificeren van winststuring zou derhalve ook steeds beter eenduidiger gesignaleerd en gecontroleerd kunnen worden. 2.3 Detectiemethoden van winststuring In de voorgaande paragrafen heeft u kunnen lezen waarom en hoe managers gebruik maken van winststuring. Tevens heeft u kunnen lezen wat de impact is van verslaggevingrichtlijnen op het 11

12 gebruik van winststuring. De auteurs van de besproken artikelen gebruikten ieder modellen om het gebruik van winststuring te meten. In dit hoofdstuk worden de diverse modellen besproken, alsmede de kritiek behandeld die vanuit historisch onderzoek is aangedragen. Allereerst volgt een korte reflectie waarin een situatieschets wordt gegeven waarin winststuring plaatsvinden. Dit om het begrip van winststuring meer tastbaar te maken voor de lezer van deze scriptie. Een bedrijf kan kiezen om zijn gehele materiële vaste activa te verkopen, terwijl de doelstelling van de onderneming hiermee niet zijn gediend. Door deze maatregel wordt een boekwinst gerealiseerd en de omzet verhoogd. Een ander voorbeeld hieromtrent is het uitstellen van gepland onderhoud. Door deze maatregel worden lagere kosten gerealiseerd en kan op korte termijn het resultaat worden verhoogd. Winststuring kan ook plaatsvinden door het gebruik van waarderingsvraagstukken. Hier valt te denken aan het wijzigen van waarderingsgrondslag waardoor afschrijvingen op vaste activa dalen. Tevens kan een voorziening op debiteuren op redelijk subjectieve wijze worden bepaald. Door dergelijke maatregelen kan de winst worden gemanipuleerd. Hierdoor dalen de kosten en wordt het resultaat op positieve wijze beïnvloed, zonder dat een economische omstandigheid een dergelijke keuze rechtvaardigt. Met de invoering van IFRS, zijn de richtlijnen dermate aangescherpt dat dergelijke keuze op eenvoudige wijze zichtbaar worden voor de gebruiker van de jaarrekening. De interpretatie van deze regels kan echter nog wel eens verschillen. Om dergelijke situaties te voorkomen dienen accountants meer consensus onder elkaar te krijgen zodat de regels uniform worden toegepast en gecontroleerd. Één van de meest voorkomende methode bij winststuring is het gebruik van accruals. Accruals zijn mutaties die worden doorgevoerd kortlopende vorderingen of schulden die gerelateerd zijn aan een andere periode waarvan de betaling of ontvangst heeft plaats gevonden. Accruals kunnen worden gebruikt om transacties in de juiste periode te rapporteren, maar ook minder valide transacties te verwerken. Het effect en de aard van dergelijke transacties worden zichtbaar in een winst of operationele kasstroom. Om te meten welke aard de accrual heeft, dienen de totale accruals in huidig jaar te vergelijken met de totale accruals van het voorgaand jaar. Hieruit zouden dan onregelmatigheden naar voren moeten komen die verder onderzocht kunnen worden. In dit artikel wordt er een onderzoek uitgevoerd of de mate van winststuring veranderd na invoering van IFRS. De modellen die worden gebruikt om winststuring te onderzoeken maken gebruik van deze accruals. Dechow ea (1995) doen onderzoek naar de modellen die worden gebruik om winststuring te onderzoeken. In dit onderzoek wordt aandacht besteed aan de meest (gerenommeerde) modellen uit historisch empirisch onderzoek, te weten het Jones-model, het Healy-model, het 12

13 DeAngelo-model, het modified Jones-model en het Industry-model. Het onderzoek is gericht op de evaluatie van de modellen met betrekking tot de kracht, de robuustheid en bruikbaarheid in de analyse van willekeurig gebruik van accruals. Hierbij wordt met name gekeken naar de statistieken die geproduceerd kunnen worden op basis van de modellen en hoe deze kunnen worden gebruikt in de analyse van winststuring. De onderstaande paragrafen gaan nader in op de specificatie van de genoemde modellen. Ieder model wordt separaat geanalyseerd. Voor verdere uitleg over de modellen eerst een korte uitleg met betrekking tot de Discretionary accruals oftwel willekeurige accruals. Dit zijn accruals die door het management zijn te beïnvloeden en de non-discretionary accruals ofwel niet-willekeurige accruals en deze zijn niet of moeilijk door het management te beïnvloeden Healy model Healy (1985) onderzocht winststuring door de afwijking van de gemiddeld totaal gebruik van accruals te vergelijken met de referentiegroep. Deze variabele wordt partitioning variabele genoemd. Een partitioning variabele verdeeld de sample in drie groepen, een training set een validatie set en een test set. Op basis van de testset wordt een model ontwikkeld. Met het oog op het onderzoek naar winststuring bevat deze set bedrijven waarvan wordt verwacht dat winststuring plaatsvindt om de winst hoger voor te doen. De validatie set wordt gebruikt om de robuustheid van de trainingset te controleren. Met behulp van de validatie set wordt een verwachte afwijking bepaald (standaard afwijking). De bedrijven in de validatie set worden verwacht winststuring toe te passen om winsten lager voor te doen. De test set bevat tevens bedrijven waarvan wordt verwacht winststuring toe te passen om winsten lager voor te doen. Op basis van de bevindingen van de drie sets komt een verwachte waarde uit het model, die een indicatie geeft voor willekeurig en niet-willekeurig gebruik van accruals. Accruals die gebruikt worden op een niet-willekeurige wijze geven een indicatie voor winststuring. Deze methode is substantieel anders dan andere studies naar dit onderwerp, omdat Healy uitgaat van het feit dat winststuring ten alle tijden plaatsvindt. Het model is als volgt gespecificeerd: TA t NDAт = T Waarbij NDA = niet-wilekeurige accruals TA = Totale accruals gedeeld door totale activa т = indicatie voor het jaar van interesse 13

14 t = indicatie voor alle jaren opgenomen in de schattingsperiode Bij het model dient echter wel een kanttekening geplaatst te worden, waarmee rekening dient te worden gehouden bij de evaluatie van de uitkomsten. Het model maakt namelijk gebruik van de totale accruals als benchmark voor de verwachte accruals. Als de niet-willekeurige accruals constant zijn in de gehele sample periode en de willekeurige accruals gemiddeld nihil zijn in de sample periode, dan meet het model de niet-willekeurige accruals foutloos (dus zonder onverklaarde waarden). Echter zodra niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, houd het model onverklaarde waarden over DeAngelo model Het DeAngelo model is eigenlijk een afgeleide van het Healy model. Waar het Healy model uitgaat van een sample periode van meerdere jaren om een verwachte waarde te bepalen, gebruikt het DeAngelo model het voorgaande jaar als indicatie voor de normale accruals en hiermee een verwachte waarde te bepalen. Het model kan derhalve als volgt worden gedefinieerd: NDAт = TA t-1 Waarbij NDAт = niet-wilekeurige accruals TA t-1 = Totale accruals gedeeld door totale activa DeAngelo gaat impliciet uit van het feit dat het verschil tussen de accruals in voorgaand jaar en huidig jaar nihil is onder de veronderstelling dat de nul hypothese kan worden verworpen met betrekking tot winststuring. Ook het DeAngelo model maakt namelijk gebruik van de totale accruals als benchmark voor de verwachte accruals. De kanttekening die is gemaakt bij het Healy model, geld derhalve ook voor het DeAngelo model. De veronderstelling, dat niet-willekeurige accruals oneindig gelijk blijven, is zeer onwaarschijnlijk. Kaplan (1985) toont aan dat de achtergrond van het gebruik van accruals veranderd doordat economische omstandigheden wijzigen. Derhalve zouden niet-willekeurige accruals dus weldegelijk moeten wijzigen over de jaren. Als bedrijven in een sample periode bijvoorbeeld abnormale economische omstandigheden kennen, zullen de modellen van DeAngelo en Healy minder bruikbaar zijn. De onverklaarde waarden worden namelijk groter, naar mate de omvang van accruals wijzigen. De modellen worden onder deze veronderstelling dus minder bruikbaar. 14

15 2.3.3 Jones model Het Jones model houd rekening met de tekortkoming zoals hiervoor beschreven en heeft het model conform aangepast. Jones (1991) poogt dan ook de effecten van veranderingen in het gebruik van accruals te ondervangen. Het model om niet-willekeurige accruals te meten in het jaar van onderzoek is als volgt gespecificeerd: NDA t = α 1 (1/ A t-1 ) + α 2(Δ REV t ) + α 3(PPE t ) Waarbij Δ REV t = omzet in jaar t minus de omzet in jaar t-1 gedeeld door totale activa in jaar t-1 PPE t = vaste activa in jaar t gedeeld door totale activa in jaar t-1 A t-1 = totale activai in jaar t-1 α1, α2, α3 = bedrijfspecifieke parameters De bedrijfspecifieke parameters worden bepaald met behulp van het volgende schattingsmodel: TA t = a 1 (1/ A t-1 ) + a 2(Δ REV t ) + a 3 (PPE t ) + υ t De a1, a2 en a3 benaderen de beste coëfficiënten voor α1, α2, α3 met behulp van de kleinste kwadratenmethode. TA zijn de totale accruals in jaar t. De resultaten in de het onderzoek van Jones (1991) geven een indicatie dat het model slaagt in het verklaren van variaties in het gebruik van accruals rond een kwartaalwisseling. Een impliciete veronderstelling van het Jones model is dat omzetten niet-willekeurig bepaald worden. Indien de omzet gemanipuleerd worden met willekeurige accruals, zal het Jones model de winststuring verwijderen in de analyse omdat deze de sturing niet als zodanig wordt herkend. Op basis van een voorbeeld kan deze tekortkoming het best worden uitgelegd. Als management besluit omzetten naar boven te corrigeren, terwijl nog geen geld is ontvangen en de realisatie van de omzet hoogst discutabel is, word een correctie doorgevoerd op nog te ontvangen bedragen. Het Jones model beschouwd deze transactie als orthogonaal (geen correlatie) met betrekking tot winststuring. In deze bewuste situatie leid het Jones model tot een onjuiste uitkomst. Jones (1991) onderkend deze tekortkoming reeds in de studie die zij heeft verricht (footnote 31) Modified Jones model De tekortkoming uit het Jones model wordt aangepakt in het Modified Jones model. De aanpassing op het voormalige Jones model houdt in dat het ontwerp zodanig is aangepast dat de geschatte parameters rekening houden met winststuring in de omzet met behulp van verkopen op rekening. Dechow et al (1995) concluderen dat winststuring in de omzet voornamelijk 15

16 plaatsvindt bij bedrijven waarbij verkocht wordt op rekening. Derhalve wordt in het Modified Jones model een correctie gemaakt voor mutaties in nog te ontvangen bedragen. In het aangepaste model worden de niet-willekeurige accruals als volgt geschat: NDA t = α 1 (1/ A t-1 ) + α 2(ΔREV t - ΔREC t ) + α 3(PPE t ) Waarbij ΔREC t de te ontvangen bedragen in jaar t minus de te ontvangen bedragen in jaar t-1. De inschatting van de parameters (α1, α2, α3) is identiek aan het Jones model. Concreet is de wijziging die is doorgevoerd op het Jones model dus de correctie van nog te ontvangen bedragen op de omzet. Een impliciet uitgangspunt in het Modified Jones model is dat alle wijzigingen in verkopen op rekening in de onderzoeksperiode het gevolg zijn van winststuring. Dit komt voort uit de veronderstelling dat het eenvoudiger is winststuring toe te passen met behulp van verkopen op rekening dan met behulp van contant verkopen Industry model Het laatste model wat wordt besproken in Dechow ea (1995) is het Industry model. Dit model is gebruikt door Dechow en Sloan (1991). Het Industry model houdt ook rekening met het feit dat accrual niet oneindig constant zijn. In plaats van het direct modelleren van een correctie, gaat het model uit van het feit dat het gebruik van accruals bij bedrijven binnen dezelfde branche gelijk is. Het Industry model meet niet-willekeurige accruals als volgt: NDA t = γ 1 + γ 2 medianι(ta t ) Waarbij medianι(ta t ) = de middelste waarde van de totale accruals gedeeld door vaste activa voor alle bedrijven uit de andere branches De bedrijfsspecifieke parameters γ 1 en γ 2 in de onderzoeksperiode worden geschat met behulp van de kleinste kwadratenmethode. De mate waarin het model slaagt meetfouten (onverklaarde waarden) te minimaliseren hangt nauw samen met twee factoren. Ten eerste verwijderd het model alleen niet-willekeurige accruals uit de set indien dergelijke accruals gebruikelijk zijn in de betreffende branche. Indien wijzigingen in niet-willekeurige accruals grotendeels bedrijfsspecifieke omstandigheden behelst, zal het model deze accruals niet verwijderen in de bepaling van de benchmark van willekeurige accruals. Ten tweede verwijdert het model willekeurige accruals indien deze correleren binnen bedrijven binnen dezelfde branche. Hierdoor ontstaat hetzelfde probleem als bij het Jones model, waarbij winststuring via willekeurige accruals niet als zodanig worden herkend. 16

17 2.3.6 Distributie model Zoals reeds eerder besproken hebben Burgstahler en Dichev (1997) bestudeerd of, en zo ja hoe en wanneer, bedrijven winststuring toepassen om winst terugloop en verliezen te maskeren voor stakeholders. Het model wat Burgstahler en Dichev (1997) gebruiken is redelijk eenvoudig en is geformuleerd als de netto winst minus de netto winst van voorgaand jaar, gedeeld door de marktwaarde van het bedrijf. Het Distributie model gaat wel impliciet uit van het feit dat de deling, die dient om heterogeniteit in de massa te controleren, geen storende factor is in de analyse van de uitkomsten. Het model besteedt geen aandacht aan de verschillende vormen van accruals en de veranderingen over de jaren, maar wordt door middel van veranderingen in de netto winst bepaald of er aan winststuring gedaan wordt. De achtergrond van deze gedachte dat managers verliezen willen vermijden waardoor veel kleine winsten zullen zijn bij ondernemingen die ongeveer break-even resultaten behalen. 3.Methode en dataselectie De methode die wordt gebruikt om aan te tonen of de mate van winststuring veranderd is na invoering van IFRS in de Nederlandse markt is gelijk aan de methode gebruikt door Burgstahler en Dichev (1997). Dit model is toegespitst op het onderzoeken van winststuring bij bedrijven waar de resultaten rond het break-even punt liggen. Op basis van de geconstateerde pogingen tot winststuring in relatie tot de verwachte winststuring kan worden vastgesteld of na de invoering van IFRS een kentering optreed in het toepassen van winststuring. Dit geeft ook de motivatie aan van het gebruik van het distributiemodel in dit onderzoek. Omdat de studie de focus legt op winststuring bij bedrijven met een resultaat van ongeveer break even, maakt het niet uit hoe de winststuring heeft plaatsgevonden. De overige modellen gebruiken een accrual benadering. Het distributiemodel heel pertinent niet. Zoals ook reeds eerder aangegeven heeft DeAngelo ea (2002) al aangetoond dat wanneer bedrijven een klein verlies rapporteren de gevolgen voor de marktwaarde onevenredig groot zijn. Het zodanig manipuleren van de winst dat een marginale winst wordt gerapporteerd voorkomt dergelijk ontwikkelingen. Deze bevinding sluit aan op de transaction cost theory van Williamson (1975). In deze theorie wordt uitgelegd dat de kosten toenemen voor een bedrijf wanneer een verlies getoond wordt. De volgende twee voorbeelden van Burgstahler en Dichev (1997) dienen ter verduidelijking. Allereerst; de kapitaalkosten van het bedrijf nemen toe. Dit omdat beleggers liever beleggen in een bedrijf dat positieve resultaten toont dan een bedrijf dat negatieve resultaten toont. Daarnaast; de kosten om aan informatie te 17

18 komen zijn hoger voor bedrijven met verliezen. Denk hierbij aan dat aandeelhouders, klanten gemakkelijker een hogere prijs voor producten betalen als een bedrijf een solide uitstraling heeft. Deze uitstraling zal ook leiden tot crediteuren die minder voorwaarden eisen wanneer ze producten aan het betreffende bedrijf leveren. Wanneer een bedrijf namelijk verlies maakt gaan ze vooruitbetalingen vragen wat weer een negatief effect heeft op de liquiditeit en uiteindelijk op de rente kosten. In deze scriptie is gebruik gemaakt van de gegevens uit de Datastream database. De selectie bestaat uit beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen aan de Amsterdam Exchange Index (AEX). Financiële instellingen zijn buiten beschouwing gelaten omdat deze bedrijven opereren op een sterk gereguleerde markt. De selectie bestaat uit netto winst (FOINC), de marktwaarde (MVC) en de mutatie in het netto werkkapitaal per boekjaar (XWC04900) van de ondernemingen. Alle ondernemingen waarvan één variabele ontbreekt, zijn uit de selectie verwijderd. Daarnaast zijn alle uiterste waarden verwijderd (zogenaamde outlayer). Na de correctie blijven 639 waarnemingen over (244 waarnemingen voor IFRS en 395 waarnemingen na IFRS). Het aantal waarnemingen na de invoering van IFRS is groter aangezien er nauwelijks wisselingen in die periode hebben plaats gevonden in de AEX en derhalve meer bedrijven met elkaar vergeleken kunnen worden. Burgstahler en Dichev (1997) gebruiken de volgende twee hypotheses: H1: Na invoering van IFRS vindt er minder Winststuring plaats om winstdaling tegen te gaan. H2: Na invoering van IFRS vindt er minder Winststuring plaats om verliezen te vermijden. 18

19 H1 wordt bevestigd wanneer op basis van dit onderzoek wordt aangetoond dat een uitzonderlijk lage frequentie van kleine winstdalingen plaatsvind bij bedrijven met een resultaat rond het break even punt en daarnaast uitzonderlijk hoge aantallen van minimale winststijgingen zichtbaar zijn. H2 wordt bevestigd wanneer op basis van dit onderzoek wordt aangetoond dat uitzonderlijk weinig kleine verliezen gerapporteerd worden en uitzonderlijk veel minimale winsten worden gerapporteerd. Resumerend, dit onderzoek richt zich op de vraag in welke mate winststuring veranderd is na de invoering van IFRS. Om dit onderzoek uit te voeren wordt gebruik gemaakt van het distributiemodel van Burgstahler en Dichev (1997). Indien na de invoering van IFRS marginale verliezen of winstdalingen verhoudingsgewijs niet evenredig is ten opzichte van marginale winsten en groei van de winst, een indicatie is gevonden voor winststuring. 4. Empirische bevindingen Dit hoofdstuk bevat de rapportering van de bevindingen uit dit onderzoek. Allereerst worden de bevindingen van winststuring gerapporteerd voor de invoering van IFRS in paragraaf 4.1. In paragraaf 4.2 worden de bevindingen gerapporteerd van winststuring na de invoering van IFRS. In paragraaf 4.3 worden de bevindingen uit paragraaf 4.1 en 4.2. vergeleken en gekoppeld met elkaar. Het hoofdstuk sluit af met additioneel bewijs voor het gebruik van accruals bij het toepassen van winststuring in paragraaf Winststuring voor de invoering van IFRS Figuur 1 en 4 presenteren de gemiddelde waarde en standaard afwijking van de verandering in netto winst gedeeld door marktwaarde 1 alsmede de gemiddelde waarde van het netto inkomen gedeeld door de marktwaarde.. De dataset bestaat uit 244 waarnemingen in de jaren 2000 tot en met Het aantal waarnemingen varieert van 54 tot 68 waarnemingen per jaar. 1 Enkele waarnemingen hadden extreme waardes. Derhalve zijn de gemiddelde en de standaard deviatie in figuur 1 berekend na verwijdering van de grootste (één bedrijf) en kleinste (één bedrijf) waardes van elk jaar. 19

20 Figuur 1 Panel A: verandering netto winst gedeeld door marktwaarde Jaar N Mean Std.Dev. minimum mediaan maximum ,001 0,058-0,337 0,005 0, ,062 0,357-0,349 0,009 2, ,064 0,730-4,871-0,001 2, ,049 0,462-0,303-0,001 3,504 Panel B: netto winst gedeeld door marktwaarde Jaar N Mean Std.Dev. minimum mediaan maximum ,071 0,292 0,083 0,023 0, ,177 1,781-0,035 0,034 5, ,100 3,650-5,770 0,091 8, ,154 2,323 0,026-0,052-2,265 Verandering in netto winst gecorrigeerd voor marktwaarde: Netto winst Netto winst t-1 / marktwaarde t-1 Netto winst gecorrigeerd voor marktwaarde: Netto Winst / marktwaarde t-1 Figuur 2 geeft de verdeling weer van de waarnemingen met betrekking tot de verandering in netto winst gedeeld door de marktwaarde. In de presentatie is een interval gekozen van 0,05 met de totale range aan waarnemingen waarvan de hoogste en laagste waarneming per jaar zijn verwijderd. Uiteraard zijn de waarnemingen gecorrigeerd met betrekking tot deze keuze. Een piek is duidelijk waar te nemen rond het break even punt (nul) en het gebied rechts van dit punt. Dit specifieke gebied impliceert dat meer winststuring plaatsvind om het resultaat net boven het break even punt te krijgen, in verhouding tot het gebied links van het break even punt. Verwacht zou worden dat zowel in het gebied links als in het gebied rechts van het break even punt ongeveer even veel waarnemingen te zien zou moeten zijn. Deze bevinding ligt in lijn met de verwachting van winststuring plaatsvind om winstdalingen te mijden en bevestigt bevindingen uit eerder empirisch onderzoek (Burgestahler en Dichev, 1997). 20

21 Figuur 2 Fig.2. Netto winst Netto winst t-1 / marktwaarde t-1. De intervallen zijn 0,05 groot maar door de relatieve kleine selectie zijn de intervallen soms iets groter aangezien er niet om elke 0,05 interval een waarneming heeft plaats gevonden. De verticale as (frequentie) geeft het aantal waarnemingen weer in iedere interval. Figuur 3 geeft de verdeling weer van de waarnemingen met betrekking tot de netto winst gedeeld door de marktwaarde. In de presentatie is een interval gekozen van 0,05 met de totale range aan waarnemingen waarvan de hoogste en laagste waarneming per jaar zijn verwijderd. Uiteraard zijn de waarnemingen gecorrigeerd met betrekking tot deze keuze. Een piek is duidelijk waar te nemen rond het break even punt (nul) en het gebied rechts van dit punt. Dit specifieke gebied impliceert dat meer winststuring plaatsvindt om het resultaat net boven het break even punt te krijgen, in verhouding tot het gebied links van het break even punt. Verwacht zou worden dat zowel in het gebied links als in het gebied rechts van het break even punt ongeveer even veel waarnemingen te zien zou moeten zijn. Deze bevinding ligt in lijn met de verwachting van winststuring plaatsvind om verliezen te vermijden en bevestigt bevindingen uit eerder empirisch onderzoek (Burgestahler en Dichev, 1997). 21

22 Figuur 3 Fig. 3. De vergelijking van netto resultaten gedeeld door de marktwaarde (Netto resultaat / marktwaarde t-1) De intervallen zijn 0,05 groot. Op de verticale as staat het aantal waarnemingen en op de horizontale as de intervallen in netto resultaat gecorrigeerd voor de marktwaarde. De analyse van de waarnemingen inzake winststuring ter voorkoming van winstdaling ten opzichte van het voorkomen van verliezen, laat een duidelijk verschil zien. De piek van de waarnemingen bevinden zich met name in het gebied rond 0,05. Dit impliceert dat winststuring in meerdere mate plaatsvind ter voorkoming van het rapporteren van verliezen. Op basis van bovenstaande distributiemodellen kan worden gesteld dat beide hypothesen bevestigd worden op basis van de waarnemingen voor de invoering van IFRS op de Nederlandse markt. Ter waarborging van de integriteit van de gebruikte waarnemingen en de kracht van de bevindingen en conclusies die getrokken worden is Kolmogorov-Smirnov sample test uitgevoerd op de gevonden waarnemingen. De Kolmogorov-Smirnov toets is een statistische toets gebaseerd op een maat voor het verschil in twee verdelingen. Volgens het boek Nonparametric statistics geschreven door Sidney Siegel ea (second edition 1988) is de Kolmogorov-Smirnov test een test die bepaalt of de uitkomsten / waarnemingen in een test op redelijke wijze afkomstig zijn uit een populatie met een theoretische verdeling. Dit in de vorm van een steekproef is het een aanpassingstoets waarmee onderzocht wordt of de verdeling waaruit de steekproef getrokken is afwijkt van een bekend verdeling (zoals de standaard normale verdeling). In de vorm voor twee steekproeven wordt nagegaan of de verdelingen waaruit de steekproeven afkomstig zijn van elkaar verschillen. De verwachtingswaarde is gebaseerd op de uniforme verdeling. De stelling van Glivenko-Cantelli garandeert dat de toetsingsgrootheid onder de nulhypothese bijna zeker 22

23 naar nul convergeert. De nulhypothese wordt verworpen voor D-waarden die significant afwijken van nul (>0,05). Bij de analyse van de waarnemingen voor de invoering van IFRS is een D-waarde van ruim 0,84 gevonden, waardoor de nulhypothese kan worden verworpen. Dit houdt in dat de gepresenteerde waarnemingen afwijken van de verwachte waarde, waarbij wordt geïmpliceerd dat dit wordt veroorzaakt door winststuring. 4.2 Winststuring ter voorkoming van winstdalingen na de invoering van IFRS Figuur 1 en 4 presenteren de gemiddelde waarde en standaard afwijking van de verandering in netto winst gedeeld door marktwaarde 2 alsmede de gemiddelde waarde van het netto inkomen gedeeld door de marktwaarde. De dataset bestaat uit 395 waarnemingen in de jaren 2005 tot en met Het aantal waarnemingen varieert van 88 tot 110 waarnemingen per jaar. Figuur 4 Panel A: Verandering netto winst gedeeld door marktwaarde Jaar N Mean Std.Dev. minimum mediaan maximum ,019 0,093-0,270 0,010 0, ,015 0,096-0,456 0,010 0, ,013 0,072-0,492 0,012 0, ,012 0,246-2,482 0,006 0,245 Netto winst gedeeld door Panel B: marktwaarde Jaar N Mean Std.Dev. minimum mediaan maximum ,064 0,075-0,225 0,050 0, ,085 0,155-0,681 0,061 1, ,100 0,127-0,465 0,076 0, ,165 0,644-0,605 0,079 6,690 Figuur 5 geeft de verdeling weer van de waarnemingen met betrekking tot de verandering in netto winst gedeeld door de marktwaarde. In de presentatie is een interval gekozen van 0,05 met de totale range aan waarnemingen waarvan de hoogste en laagste waarneming per jaar zijn verwijderd. Uiteraard zijn de waarnemingen gecorrigeerd met betrekking tot deze keuze. Een piek is duidelijk waar te nemen rond het break even punt (nul) en het gebied rechts van dit punt. Dit specifieke gebied impliceert dat meer winststuring plaatsvindt om het resultaat net boven het break even punt te krijgen, in verhouding tot het gebied links van het break even punt. Verwacht 2 Enkele waarnemingen hadden extreme waardes. Derhalve zijn de gemiddelde en de standaard deviatie in figuur 1 berekend na verwijdering van de grootste en kleinste waardes van elk jaar. 23

24 zou worden dat zowel in het gebied links als in het gebied rechts van het break even punt ongeveer even veel waarnemingen te zien zou moeten zijn. Deze bevinding ligt in lijn met de verwachting van winststuring plaatsvind om winstdalingen te mijden en bevestigt bevindingen uit eerder empirisch onderzoek (Burgestahler en Dichev, 1997). Figuur 5 Fig.5. Netto winst Netto winst t-1 / marktwaarde t-1. De intervallen zijn 0,05 groot maar door de relatieve kleine selectie zijn de intervallen soms iets groter aangezien er niet om elke 0,05 interval een waarneming heeft plaats gevonden. De verticale as (frequentie) geeft het aantal waarnemingen weer in iedere interval. Figuur 6 geeft de verdeling weer van de waarnemingen met betrekking tot de netto winst gedeeld door de marktwaarde. In de presentatie is een interval gekozen van 0,05 met de totale range aan waarnemingen waarvan de hoogste en laagste waarneming per jaar zijn verwijderd. Uiteraard zijn de waarnemingen gecorrigeerd met betrekking tot deze keuze. Een piek is duidelijk waar te nemen rond het break even punt (nul) en het gebied rechts van dit punt. Dit specifieke gebied impliceert dat meer winststuring plaatsvind om het resultaat net boven het break even punt te krijgen, in verhouding tot het gebied links van het break even punt. Verwacht zou worden dat zowel in het gebied links als in het gebied rechts van het break even punt ongeveer even veel waarnemingen te zien zou moeten zijn. Deze bevinding ligt in lijn met de verwachting van winststuring plaatsvind om verliezen te vermijden en bevestigt bevindingen uit eerder empirisch onderzoek (Burgestahler en Dichev 1997). 24

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Invloed van IFRS-toepassing op earnings management

Invloed van IFRS-toepassing op earnings management Invloed van IFRS-toepassing op earnings management Onderscheid tussen de vrijwillige en verplichte toepassing Jordy van de Vlag 10184139 30 juni 2014 Bachelor Accountancy & Control Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

APPENDICES. Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011

APPENDICES. Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011 APPENDICES Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011 Appendices bij het rapport ter evaluatie van de Wet toezicht financiële verslaggeving:

Nadere informatie

RESEARCH & DEVELOPMENT KOSTEN EN EARNINGS MANAGEMENT SCRIPTIE OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND FACULTEIT MANAGEMENTWETENSCHAPPEN

RESEARCH & DEVELOPMENT KOSTEN EN EARNINGS MANAGEMENT SCRIPTIE OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND FACULTEIT MANAGEMENTWETENSCHAPPEN RESEARCH & DEVELOPMENT KOSTEN EN EARNINGS MANAGEMENT Worden R&D kosten gebruikt om de winst te sturen middels winstegalisatie (income smoothing) bij beursgenoteerde ondernemingen in Nederland, Frankrijk

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Bachelor Thesis Tweede versie Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Student: Denise van Dam Studentnummer: 5602874 Datum van voltooiing: 27 juni

Nadere informatie

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging Het mega project van de IASB Meerdere malen hebben we in deze rubriek gesproken over allerlei initiatieven van de International Accounting Standards Board (IASB)

Nadere informatie

HOE MAAKT U UW WAGENPARK KLAAR VOOR IFRS 16?

HOE MAAKT U UW WAGENPARK KLAAR VOOR IFRS 16? HOE MAAKT U UW WAGENPARK KLAAR VOOR IFRS 16? De IFRS 16. U heeft er hoogstwaarschijnlijk al eens over gehoord of gelezen. De International Financial Reporting Standard 16 (IFRS 16) is de nieuwe leasingstandaard,

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax

HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel , Telefax PERSBERICHT HUNTER DOUGLAS N.V., Piekstraat 2, 3071 EL Rotterdam Tel. 31 10 4869911, Telefax 31 10 4850355 Voor publicatie: 17 januari 2006 08.00 uur HUNTER DOUGLAS PRESENTEERT FINANCIËLE RESULTATEN OVER

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

Resultaten eerste halfjaar Dico International

Resultaten eerste halfjaar Dico International PERSBERICHT Bussum, 29 augustus 2014 Blijvende interesse in beursnotering Resultaten eerste halfjaar Dico International NV Dico International (Dico) heeft in de eerste zes maanden de instandhoudingskosten

Nadere informatie

Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa. Toezicht Financiële Verslaggeving

Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa. Toezicht Financiële Verslaggeving Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa Toezicht Financiële Verslaggeving Oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Mangementsamenvatting 4 2 Aanleiding, doelstellingen en populatie 6 3 Belangrijkste

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V.

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. Inhoud 1. Verkort geconsolideerd overzicht financiële positie per 30 juni 2017... 3 2. Verkort geconsolideerd overzicht totaal resultaat over 2017... 4 3.

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN 3.4.2018 L 87/3 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2018/519 VAN DE COMMISSIE van 28 maart 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International Halfjaarbericht 2015 N.V. Dico International Inhoud Jaarverslag Directieverslag N.V. Dico International Verkorte halfjaarcijfers 2015 1. Verkort overzicht financiële positie per 30 juni 2015 2. Verkort

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

CO2-voetafdruk van beleggingen

CO2-voetafdruk van beleggingen CO2-voetafdruk van beleggingen Beleggen en de uitstoot van broeikasgassen 1 WAAROM MEET ACTIAM DE CO 2 -UITSTOOT VAN HAAR BELEGGINGEN? Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V.

Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. Halfjaarbericht 2017 NedSense enterprises N.V. PERSBERICHT Bussum, 11 september 2017 NedSense publiceert halfjaarcijfers NedSense enterprises N.V. (NedSense) heeft in het eerste halfjaar van 2017 een netto

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT TOETS JAARREKENINGLEZEN BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR NAJAARSCYCLUS 2012 EN INHALERS 8 FEBRUARI 2013 (12.00 13.15 UUR) Naam :..... Cursusgroep :..... a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET

Nadere informatie

IS EARNINGS MANAGEMENT TOEGENOMEN NA DE INVOERING VAN IFRS IN NEDERLAND?

IS EARNINGS MANAGEMENT TOEGENOMEN NA DE INVOERING VAN IFRS IN NEDERLAND? IS EARNINGS MANAGEMENT TOEGENOMEN NA DE INVOERING VAN IFRS IN NEDERLAND? Master in Accountancy & Control Amsterdam Business School Universiteit van Amsterdam Michael Eric Niels Jeffrey Faber S25720 / 5851572

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010 VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per

Nadere informatie

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring maart 2012 Concept Praktijkhandreiking 1119 Inleiding Binnen de huidige wet- en regelgeving kan de accountant reeds uitdrukkelijk inspelen op

Nadere informatie

Uitgestelde belastingkosten en de detectie van winststuring

Uitgestelde belastingkosten en de detectie van winststuring Uitgestelde belastingkosten en de detectie van winststuring Een onderzoek onder Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen Afstudeerscriptie Open Universiteit Nederland Faculteit Managementwetenschappen

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn Ontwerp technische nota van 15 maart 2017 1. In hetgeen volgt wenst

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014 Bussum, 29 augustus 2014 Halfjaarcijfers MTY MTY Holdings (hierna: MTY ) bericht hierbij over de ontwikkelingen en de resultaten over het eerste halfjaar van 2014. MTY merkt daarbij op dat de bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 291/84 VERORDENING (EU) 2017/1989 VAN DE COMMISSIE van 6 november 2017 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 24.10.2018 L 265/3 VERORDENING (EU) 2018/1595 VAN DE CCOMMISSIE van 23 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op 17-11-2003 U mag alleen gebruik maken van een onbeschreven Statistisch Compendium (dikt. nr. 2218) en van een zakrekenmachine.

Nadere informatie

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse 2017-2018 Theorie 1. De Balanced Scorecard is een raamwerk dat managers toelaat de missie, strategie en doelstellingen van een onderneming te vertalen in

Nadere informatie

7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van IFRS

7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van IFRS 7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van Vanaf boekjaar 2005 past de Groep toe als basis voor haar rapportage. De jaarrekening van 2005 bevat vergelijkende cijfers over het boekjaar 2004 die

Nadere informatie

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V.

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. VERKORT GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING Halfjaar Halfjaar 2015 2014 Netto-omzet - - Bruto omzetresultaat - - Bruto marge in % van de netto-omzet - - Som

Nadere informatie

STICHTING SPARROWTREE TE ZUTPHEN. Rapport inzake jaarstukken 2018

STICHTING SPARROWTREE TE ZUTPHEN. Rapport inzake jaarstukken 2018 STICHTING SPARROWTREE TE ZUTPHEN Rapport inzake jaarstukken 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 JAARREKENING 1 Balans

Nadere informatie

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Spotlight Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Robert van der Glas - Statutaire compliance, Tax Reporting & Strategy De NBA heeft onlangs de herziene standaard uitgebracht

Nadere informatie

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen.

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen. Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2015 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 1.412.000 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 188.000, netto

Nadere informatie

Special nieuwe standaard van Joint Ventures

Special nieuwe standaard van Joint Ventures Special nieuwe standaard van Joint Ventures Audit І Tax І Advisory Nieuwe standaard Joint Ventures Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Joint operations en joint ventures... 3 3. Veranderingen in de verslaggeving

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

CO2-voetafdruk van beleggingen

CO2-voetafdruk van beleggingen CO2-voetafdruk van beleggingen Beleggen en de uitstoot van broeikasgassen 1 WAAROM MEET ACTIAM DE CO 2 -UITSTOOT VAN HAAR BELEGGINGEN? Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende

Nadere informatie

Boekbesprekingen. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van winststuring?

Boekbesprekingen. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van winststuring? Boekbesprekingen Resultaatsturing meetbaar? Bart van Praag (2001), Earnings Management : Empirical Evidence on Value Relevance and Income Smoothing. Amsterdam : Tinbergen Institute. ISBN 90 51708246 Dr.

Nadere informatie

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0 De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen Financieel verslag 2012 Dossiernummer: 800070.0 Kenmerk: H. Veen Datum: 26 april 2013 Inhoudsopgave 1. Rapport 3 1.1 Opdracht 4 1.2

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38288 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholten, Johannes Title: Geschillen in de jaarrekening : verwerking en vermelding

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoe kunnen beleggers genoeg leren over een organisatie voordat ze besluiten of ze daarin moeten beleggen of niet. Een belangrijke informatiebron

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE

ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door

Nadere informatie

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014 Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 5 Resultaten 6 Ondertekening van de rapportage 7 Jaarstukken 2014 Jaarrekening

Nadere informatie

1 Ontwerp-Richtlijn 120 Prijsgrondslagen, paragraaf 4

1 Ontwerp-Richtlijn 120 Prijsgrondslagen, paragraaf 4 Postbus 7984 1008 AD Amsterdam RJ-Comm. 1006 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR Amsterdam Postbus 90351 1006 BJ Amsterdam Telefoon (020) 568 66 66 Fax (020) 568 68

Nadere informatie

Betreft: Rapportage analyse geprognosticeerde kostenstijging jeugdhulp gemeente Zoetermeer

Betreft: Rapportage analyse geprognosticeerde kostenstijging jeugdhulp gemeente Zoetermeer Aan: Van: De gemeente Zoetermeer H10 Inkoopbureau CC: Datum: 26 november 2018 Betreft: Rapportage analyse geprognosticeerde kostenstijging jeugdhulp gemeente Zoetermeer 1. Inleiding Op 4 oktober 2018 hebben

Nadere informatie

Halfjaarbericht NedSense enterprises N.V.

Halfjaarbericht NedSense enterprises N.V. Halfjaarbericht 2016 NedSense enterprises N.V. Inhoud Verkorte geconsolideerde halfjaarcijfers 2016 1. Verkort geconsolideerd overzicht financiële positie per 30 juni 2016 2. Verkort geconsolideerd overzicht

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening

Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde winst- en verliesrekening Netto-omzet 265,0 274,3 Kosten van grond- en hulpstoffen -159,3-164,6 Mutatie voorraad halffabrikaten en gereed product 0,0-0,5 Brutomarge 105,7 109,2 Overige

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

Vastgoeddata woningcorporaties beperkt

Vastgoeddata woningcorporaties beperkt IV WONINGCORPORATIES Vastgoeddata woningcorporaties beperkt Geen inzicht in effectiviteit maatschappelijke doelen Jan Veuger Minister Blok van Wonen heeft de woningcorporaties gevraagd met een plan van

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

- wordt vastgesteld welke activa en passiva in de balans moeten worden opgenomen. Het kan zijn dat

- wordt vastgesteld welke activa en passiva in de balans moeten worden opgenomen. Het kan zijn dat IFRS LEIDT VOORALSNOG TOT BETERE RENTABILITEIT Prof. Dr. Auke de Bos RA 1. Inleiding IFRS heeft de afgelopen tijd veel professionals bezig gehouden. Met grote spanning werd uitgezien naar de eerste IFRS-cijfers.

Nadere informatie

Benchmark Kantoorcijfers 2012

Benchmark Kantoorcijfers 2012 Benchmark Kantoorcijfers 1 Inleiding Met deze benchmark, waaraan in 11 66 en in 1 kantoren deelnamen, wordt inmiddels voor de tweede keer een representatief inzicht gegeven in de branchecijfers van administratie-

Nadere informatie

Equitisation and Stock-Market Development

Equitisation and Stock-Market Development Samenvatting In deze dissertatie worden twee belangrijke vraagstukken met betrekking tot het proces van economische hervorming in Vietnam behandeld, te weten de Vietnamese variant van privatisering (equitisation)

Nadere informatie

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS Naam :..... Cursusgroep :..... a: U hebt voor deze toets 60 minuten

Nadere informatie

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Datum: 24 april 2012 Onderwerp: Van toepassing op: Status: Accountants die controleopdrachten uitvoeren Praktijkhandreiking Relevante regelgeving

Nadere informatie

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 1 Onderwerpen van de lessenserie: De Normale Verdeling Nul- en Alternatieve-hypothese ( - en -fout) Steekproeven Statistisch toetsen Grafisch

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Recap Centrale limietstelling

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Nummer Kamer van Koophandel: 51410141 Datum: Opgesteld door: 9 april 2014 P.A. Vorstenbosch Aantal exemplaren: 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Opdracht 3 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 26 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER (x 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa 48.001 45.836 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Opgaven hoofdstuk 12 Enkelvoudige lineaire regressie

Opgaven hoofdstuk 12 Enkelvoudige lineaire regressie Opgaven hoofdstuk 12 Enkelvoudige lineaire regressie 12.1 Teken voor elk van de volgende gevallen de lijn die door de gegeven punten gaat. a. (1,1) en (5,5). b. (0,3) en (3,0) c. ( 1,1) en (4,2) d. ( 6,

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Toelichting op minderheidsbelangen. Toezicht Financiële Verslaggeving

Toelichting op minderheidsbelangen. Toezicht Financiële Verslaggeving Toelichting op minderheidsbelangen Toezicht Financiële Verslaggeving Oktober 2012 Inhoudsopgave 1 Executive Summary 4 2 Belangrijkste onderzoeksresultaten 7 3 Aanleiding, doelstellingen en populatie 10

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

10 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2005 (voor winstbestemming)

10 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2005 (voor winstbestemming) Jaa 10 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2005 (voor winstbestemming) 10.1 Algemeen 10.1.1 Grondslagen voor het opstellen van de enkelvoudige jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening

Nadere informatie

Samenvatting goodwill en waardecreatie van overnames

Samenvatting goodwill en waardecreatie van overnames Samenvatting goodwill en waardecreatie van overnames Dit proefschrift gaat over goodwill als maatstaf voor waardecreatie. Een aantal jaren geleden heeft zich in de Verenigde Staten van Amerika (hierna

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

LEASEOVEREENKOMSTEN EN IFRS 16 WELKE GEVOLGEN HEEFT DIT VOOR UW ONDERNEMING?

LEASEOVEREENKOMSTEN EN IFRS 16 WELKE GEVOLGEN HEEFT DIT VOOR UW ONDERNEMING? LEASEOVEREENKOMSTEN EN IFRS 16 WELKE GEVOLGEN HEEFT DIT VOOR UW ONDERNEMING? INLEIDING INLEIDING De International Financial Reporting Standard 16 (IFRS 16) is de nieuwe standaard voor het verwerken van

Nadere informatie

Financiële staten. a) IAS 1, Presentatie van de jaarrekening

Financiële staten. a) IAS 1, Presentatie van de jaarrekening Financiële staten Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerde balans Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd

Nadere informatie

Leaseovereenkomsten en IFRS 16

Leaseovereenkomsten en IFRS 16 Leaseovereenkomsten en IFRS 16 Inleiding De International Financial Reporting Standard 16 (IFRS 16) is de nieuwe standaard voor het verwerken van leaseen huurovereenkomsten. Deze standaard is van toepassing

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 2 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Doelstelling 5 3. Referentie voor beoordeling 6 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie