INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 22 OKTOBER 2009

Transcriptie

1 INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 22 OKTOBER Opening Vaststellen van de agenda Notulen van de raadsvergadering van 24 september Overzicht brieven gericht aan het Presidium, c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2009/105/1) Hamerstukken 5. Aanpassingen atletiekaccommodatie De Wijher (raadsvoorstel no. 2009/104/1) Planschadevergoeding A73 Swalmen (raadsvoorstel no. 2009/091/1) Wet investeren in jongeren (WIJ) (raadsvoorstel no. 2009/084/01) Bespreekstukken 7. Delegatie beslissingsbevoegdheid planschadevergoedingen (raadsvoorstel no. 2009/103/1) Definitieve visie reconstructie Singelring (raadsvoorstel no. 2009/095/1) A. Motie van de fracties van VVD en PVDE inzake continuïteit welzijnswerk Vragenuur Sluiting...327

2 2

3 Openbare raadsvergadering, gehouden op 22 oktober 2009 ZESDE VERGADERING Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, burgemeester; de heer A. Vestjens, plaatsvervangend griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), C.A.H.M. Ceulemans (V.V.D.), R. Moussaoui (V.V.D.), H. Pilz-van Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks), A.H. Tegelbeckers (C.D.A.) en E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), A. Bayrak (P.v.d.A.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.J.M. Daamen (D.S), F.J. van Dael (C.D.A.), T.A.K.H.G. Dohmen (V.V.D.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), W. Kalf (S.P.), D.D.R. Klokgieters (P.V.D.E.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), R. Özdemir (GroenLinks), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), J. Puper (V.V.D.), H.H. Ramakers (D.S.), E.K. Ramdani (P.V.D.E.), G.J. van Walsum (P.v.d.A.) en M.T.A. Werson (B.B.R.), leden. Tevens aanwezig: de heren H. Boots (B.B.R.), W.A.J. Kemp (C.D.A.), G.H.G.M. Smeets (D.S.), T.J.J.M. Schreurs (V.V.D.) en G. IJff (P.v.d.A.). Afwezig: de heer J.M. Peters (V.V.D.). Secretaris: mevrouw E.J.M. Paulussen, gemeentesecretaris.

4 Opening. De voorzitter (de heer Van Beers) opent te uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hierna heet hij iedereen van harte welkom, niet alleen degenen die in deze ruimte zijn vertegenwoordigd, maar ook degenen die via het medium televisie met de raadsvergadering zijn verbonden. Het decor van deze vergadering is een andere dan gebruikelijk, wat alles te maken heeft met het feit dat de raadzaal aan een grondige opknapbeurt wordt onderworpen. (Het technisch voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer A.C.P. Peters.) De voorzitter: Dames en heren. Ook ik heet u hartelijk welkom in deze vergadering. Ik deel u mede dat bericht van verhindering is ontvangen van Koos Peters, die door zijn rug is gegaan en daarom helaas niet aanwezig kan zijn. Voorts attendeer ik erop dat in de PvdA-fractie een wisseling heeft plaatsgevonden van het fractievoorzitterschap. Gert-Jan van Walsum is vanaf vandaag weer gewoon raadslid. Het fractievoorzitterschap is overgenomen door Selçuk Öztürk. Gert-Jan bedankt en Selçuk succes. Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 15, zodat de heer Lomans in voorkomend geval het eerst aan de beurt van stemmen is. 2. Vaststellen van de agenda. De voorzitter: Dames en heren. In het presidium is zojuist besloten agendapunt 8 (Wet Investeren in Jongeren) over te hevelen van de bespreek- naar de hamerstukken. Voor het vragenuur zijn verzoeken ingediend door de heer Lucas over het boek van professor Nissen, door de heren Bayrak en Puper over het niet doorgaan van de fusie van de Marokkaanse moskeeën, door mevrouw Moussaoui over het communicatieplan armoedebeleid, door de heer Achten over veiligheid en door de heer Puper over het standbeeld van Pierre Massy. Van al deze verzoeken zijn er slechts drie gehonoreerd. De heer Lucas zal zijn vragen doorgeven aan wethouder Kemp, de vragen van de heren Puper en Bayrak worden in één keer behandeld omdat ze over hetzelfde thema gaan, de vragen van mevrouw Moussaoui zijn door het presidium verwezen naar een schriftelijke beantwoording omdat ze naar de mening van het presidium niet spoedeisend zijn en hetzelfde geldt voor de vragen van de heer Achten. De vragen die voor een schriftelijke beantwoording in aanmerking komen zullen binnen een week worden beantwoord. De heer Achten: Maar geef me dan asjeblieft even de ruimte om mijn vragen in volwaardig Nederlands te formuleren, zodat ik ook een volwaardig antwoord van de burgemeester kan krijgen. Ik heb nu namelijk alleen wat steekwoorden opgeschreven. De voorzitter: Ik verzoek u uw vragen dan zo snel mogelijk aan de griffie te richten. De heer Achten: Begrijp ik hieruit dat het presidium bepaalt wie wel en niet een vraag mag stellen?

5 301 De voorzitter: U hebt ooit mede de spelregels bepaald voor het presidium en het presidium houdt zich aan die spelregels, die te maken hebben met spoedeisendheid, enz. Het verzoek van de heer Puper om vragen te mogen stellen over het standbeeld van Pierre Massy wordt wel gehonoreerd, om de doodeenvoudige reden dat wij willen voorkomen dat het standbeeld wordt vervreemd; het hoort in Roermond thuis. Via de mail zijn een tweetal moties vreemd aan de orde van de dag aangekondigd: door de VVD-fractie een motie over de continuïteit van het welzijnswerk en door de PVDE een motie met een soortgelijke inhoud. Beide moties zijn in elkaar geschoven en zullen als één motie aan de orde worden gesteld onder agendapunt 9A. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 3. Notulen van de raadsvergadering van 24 september Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 4. Overzicht brieven gericht aan het Presidium, c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2009/105/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de door het Presidium voorgestelde behandelwijze besloten. Hamerstukken. 5. Aanpassingen atletiekaccommodatie De Wijher (raadsvoorstel no. 2009/104/1). 6. Planschadevergoeding A73 Swalmen (raadsvoorstel no. 2009/091/1). 8. Wet investeren in jongeren (WIJ) (raadsvoorstel no. 2009/084/01). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. Bespreekstukken. 7. Delegatie beslissingsbevoegdheid planschadevergoedingen (raadsvoorstel no. 2009/103/1). De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft heel veel delegatiebevoegdheden gekregen. In de volksmond wordt de gemeenteraad wel het hoogste orgaan genoemd, maar in de praktijk is dat heel vaak niet het geval. Wij hebben het idee dat te veel zaken gedelegeerd worden en wij hebben ook nogal eens problemen met de actieve informatie ter zake. In de commissie zijn enkele vragen gesteld over deze delegatiebevoegdheid die in de groene flap zijn beantwoord, maar het is mij niet helemaal duidelijk of dat wel de juiste antwoorden zijn. Op de vraag van de CDA-fractie hoeveel oude zaken er nog zijn waarmee qua afhandeling geld gemoeid is, antwoordt het college dat het er een stuk of twintig zijn. Volgens mij is het op dit moment nog niet per se nodig dat het college de bevoegdheid krijgt om

6 302 over planschadevergoedingen te beslissen. Daarom pleit ik ervoor die bevoegdheid voorlopig bij de raad te laten. Mijn simpele vraag luidt dus: wat is erop tegen om dit voorlopig nog bij de raad te laten? Er ziet iets scheefs in dat hetzelfde orgaan dat uitvoert ook een oordeel velt over de planschadevergoedingen, maar misschien kan de portefeuillehouder dit heel gemakkelijk uitleggen. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Of het gemakkelijk uit te leggen is, weet ik niet. Bij de invoering van het duale stelsel zijn de bevoegdheden van de uitvoerende, de wetgevende en de controlerende macht uitdrukkelijk geregeld. De wetgevende en controlerende macht berust bij de raad. Het is duidelijk dat het de intentie van de wetgever is geweest de raad te laten besturen op hoofdzaken, zonder daarbij allerlei andere zaken te betrekken. Per 1 januari 2005 is de wetgeving veranderd en komt de uitvoeringsbevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders. Voor de gevallen die al vóór 1 januari 2005 speelden heeft de wetgever de mogelijkheid gecreëerd om die bevoegdheid óf aan de raad, óf aan het college toe te bedelen. Wij hebben gemeend te moeten anticiperen op datgene wat vanaf 2005 aan de orde is. Het betreft een 20-tal verzoeken die straks betaald moeten worden door Rijkswaterstaat, omdat ze direct of indirect alle te maken hebben met de aanleg van de A73. De heer Coenen bekijkt het vanuit een principiële visie, en dat respecteer ik, maar om praktische redenen, en om de raad te laten besturen op hoofdlijnen, heeft het college ervoor gekozen net te doen alsof het na 2005 is ontstaan. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Het antwoord is duidelijk, maar niettemin hebben wij er principieel bezwaar tegen om alles zomaar weg te geven. Ik zal waarschijnlijk de enige zijn, maar dat zal de stemming direct wel uitwijzen. Als de raad hiertoe besluit, zal ik er binnenkort in de commissie RO of AZ op terugkomen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht en met de stem van de Stadspartij Roermond tegen aanvaard. Hierbij zij aangetekend dat de heer Achten wegens beroepsmatige betrokkenheid geacht wil worden niet aan de besluitvorming te hebben deelgenomen. 9. Definitieve visie reconstructie Singelring (raadsvoorstel no. 2009/095/1). De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Vanavond stellen wij de visie voor de reconstructie van de singelring vast die Roermond van oudsher verbindt. Deze historische route langs de binnenstad is een opwaardering waard. De singels omvatten de binnenstad, geven een goede balans tussen de functies wonen, flaneren en vervoer per auto, fiets of te voet. Het CDA heeft altijd positief gestaan tegenover een herinrichting van deze singels. Ik neem u even mee naar de raadsvergadering van 24 september jl. In die vergadering namen wij een besluit over het mobiliteitsplan dat als basis heeft gegolden voor en parallel heeft gelopen aan deze visie voor de herstructurering van de singels. Vervolgens hebben wij in de vergadering van de commissie OW in oktober hierbij uitgebreid stilgestaan en positief op zaken gereageerd. Waarom dan toch deze woordvoering van het CDA? De visie is helder, maar levert, doordat we in het mobiliteitsplan hebben gesproken over eenrichtingverkeer aan de

7 303 westelijke zijde van de singels, zeg maar: de Roerkade, mogelijk obstakels op. De visie geeft een richting aan op hoofdlijnen, die bepalend zijn. Iedere wijziging in het Roermondse hoofdwegennet heeft invloed op de verkeersafwikkeling. We maken het momenteel dagelijks mee vanwege diverse omstandigheden. De noodzakelijke upgrading van de N280, vanaf de Maasbrug in oostelijke richting, waarover ambtelijk gesproken wordt, kan invloed hebben op de herstructurering van onze singels. Deze veranderingen moeten inhaken op de visie, zonder dat ze averechts werken. Het CDA wil een eenduidige, herkenbare, duidelijke herinrichting van de singels, zoals vervat in deze visie, waarbij de mogelijkheid van eenrichtingverkeer onderzocht moet worden, zonder dat dit vertraging oplevert voor de verdere uitvoering vanaf Het CDA staat achter de visie en zal ieder afzonderlijk onderdeel beoordelen, waarbij het totaalbeeld van de singels ongeschonden dient te blijven. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie vindt dit een goed en ambitieus plan. Als het gerealiseerd is, zal de singelring een hele mooie omkadering zijn van de historische stadskern. Het plan ziet er mooi uit en schenkt veel aandacht aan fietsers, voetgangers en een groene inrichting met mooie bomen. De functietoekenning van de wegen is vorige maand bij het mobiliteitsplan aan de orde geweest. Er is echter nog één onduidelijkheid op verkeerskundig gebied, en die betreft de Roerkade. De vraag ligt nog een beetje open of dit een verblijfsgebied kan worden, of dat het toch een gebiedsontsluitingsweg zal worden. In de commissievergadering heeft de portefeuillehouder toegezegd dat een onderzoek zal worden ingesteld naar de vraag wat hier haalbaar is en dat wachten wij af. Met die toezegging gaat de PvdA-fractie akkoord met de voorliggende visie. Ik neem aan dat wij direct nog zullen horen of die toezegging overeind blijft. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Demokraten Swalmen meldt zich in deze eerste termijn alleen om te kunnen reageren op eventuele nieuwe inzichten die naar voren worden gebracht. In de commissie was dit voor ons een hamerstuk. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. In de commissie OW hebben wij onze waardering uitgesproken voor de voorgenomen inrichting van de singelring, met gescheiden of goed herkenbare fietspaden, voetpaden en groen. Met anderen maken wij ons echter enige zorgen over de afhandeling van het verkeer. De Roerkade is zo wezenlijk voor de afhandeling van het verkeer aan die kant van de stad, dat heel goed onderzocht zal moeten worden wat een verwijzing naar de ene of andere kant zal betekenen voor de druk op de Godsweerdersingel en de Willem II-singel. Het verkeer zal per slot van rekening ergens naartoe moeten en hier kan sprake zijn van het zoveel genoemde waterbedeffect De voorziter: Ik wil niet vervelend doen, maar u bent nu niet met het agendapunt bezig. Aan de orde is de visie en niet een singel of de Roerkade. De heer Coenen: Bij een visie hoort dat bepaalde effecten goed onderzocht moeten zijn. We kunnen de mooiste visies gepresenteerd krijgen, maar als er wezenlijk iets fout in zit heeft dat wel degelijk invloed en zouden we daarover ook moeten kunnen spreken. Bij deze heb ik dat gedaan. Verder vraag ik me af in hoeverre we nu al op voorhand gelden

8 304 ergens voor vastzetten. Met andere woorden: als we deze visie accorderen, waarvoor geven we dan wel of niet toestemming? De heer Özdemir: Mijnheer de voorzitter. Onderzoek naar eenrichtingverkeer op de Roerkade is ook een wens van ons. De doorstroming van de fietsers in de richting van de binnenstad is in de visie niet opgenomen. De mensen zouden op de oversteekplaatsen wat sneller moeten kunnen oversteken, zodat ze niet ellenlang hoeven te wachten, en dat zouden wij ook graag nader onderzocht willen hebben. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Bij de woorden die de heen Coenen en Guffens hebben gesproken over de inrichting van de singelring kan ik mij aansluiten. Roermond wordt steeds drukker qua verkeer dankzij de goede ontwikkelingen die de laatste tijd worden uitgevoerd en nog gaan komen. Op den duur zal de binnenstad echter autoluw moeten worden en dat kunnen we alleen maar bereiken door het verkeer zoveel mogelijk om Roermond heen te loodsen via de N280/A73, en daarvoor zal bij de Kattentoren een ongelijkvloerse kruising moeten komen in de richting van de N280. Wij zullen echter ook keuzen moeten durven maken, bijvoorbeeld door op de Roerkade eenrichtingverkeer in te stellen. De consequentie daarvan is dat de oostzijde van de singelring compleet dicht zal lopen, zoals het college ook toegeeft. Het college verzoeken wij dan ook om, voordat de individuele delen van de singel voor uitvoering terugkomen in de raad, een gedegen onderzoek in te stellen naar eenrichtingverkeer op de Roerkade en eventueel ook andere wegvakken op de singelring, om ervoor te zorgen dat de hele singelring autoluw wordt en niet alleen een gedeelte. Als we dat niet doen en tewerk gaan zoals nu eigenlijk voorligt, zijn we een soort postzegelpolitiek aan het uitvoeren en daar zijn wij geen voorstander van. Wij willen ook weten waarom het college nu al een voorkeur uitspreekt voor eenrichtingverkeer op de Roerkade, terwijl wij nog helemaal geen cijfers hebben gezien. Bij de individuele verkeerskundige beoordeling willen wij daarop graag terugkomen aan de hand van een gedegen onderzoek. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Met vele sprekers ben ik het eens dat met deze visie een enorme impuls wordt gegeven aan de beleving van de entree van de binnenstad. Als dit gerealiseerd is, ontstaat in het groot wat nu al op de Kapellerlaan zichtbaar is bij de herinrichting aldaar, zodat een eenduidige situatie tot stand komt voor het hele gebied, inclusief de N280. De richtinggevende uitspraak die nu wordt gedaan is dan ook heel wezenlijk voor de projecten die de komende jaren zullen plaatsvinden. Over het invoeren van eenrichtingverkeer op de Roerkade is al een besluit genomen bij de vaststelling van het mobiliteitsplan. Wij hebben de raad voorgesteld daartoe een richtinggevende uitspraak te doen en dat is vervolgens geaccordeerd. De Roerkade heeft zo n potentie voor wat betreft het verbinden van de stad met de Roer, dat wij in de afweging tussen verblijfsgebied versus doorstroming een zekere verschuiving hebben aangebracht in de richting van wat minder doorstroming, met één rijbaan, en wat meer ruimte voor het verblijfsklimaat aldaar. Bij de uitwerking van de plannen voor de Roerkade is dat dus het uitgangspunt. Die uitwerking zal het volgend jaar aan de raad worden voorgelegd, in nauwe samenspraak met alle betrokkenen die hier belang bij hebben, en pas dan zal de finale beslissing worden genomen. De verkeerskundige impact hier-

9 305 van zal naar onze mening tot uiting komen in minder doorstromingsverkeer op de singelring dan nu het geval is, waarbij meer gebruik zal worden gemaakt van de route N280/R73, terwijl anderzijds de oostelijke kant van de singelring de eventuele extra hoeveelheid zal kunnen opvangen. Met de heer Guffens ben ik het geheel eens dat de upgrading van de N280 effect zal hebben op de singelring en dat omgekeerd de singelring effect zal hebben op de N280. Zoals bekend, is het college in bestuurlijke overleggen druk doende om voor de aanpak van de N280 de financiering te verkrijgen die daarvoor noodzakelijk is. Komende maandag hebben wij een overleg met Engelsen die geïnteresseerd zijn om naar Roermond te komen, wat eveneens te maken heeft met de N280, en komende donderdag vindt overleg plaats met de minister over de infrastructurele maatregelen in Limburg, waarvan ook de N280 onderdeel uitmaakt; namens Noord- en Midden-Limburg zal ik dat overleg in Den Haag bijwonen. Zo proberen wij hiervoor de nodige miljoenen vrij te krijgen. De heer Guffens heeft de plaats van de visie enerzijds in relatie gebracht tot het mobiliteitsplan en anderzijds tot de concrete uitvoeringsprojecten die in de toekomst aan de raad zullen worden voorgelegd, en daarmee ben ik het helemaal eens. Het verheugt mij dat hij het met mij eens is dat deze visie het waard is om daarvoor als kader te dienen. Mevrouw Thissen heeft de situatie op de Roerkade geschetst. In het voorgaande ben ik daarop al ingegaan. Op basis van de richtinggevende uitspraak die ter zake is gedaan wordt in een open planproces gekeken naar de inrichting en naar de varianten, die in de loop van het volgend jaar aan de raad zullen worden voorgelegd. De heer Coenen heeft er nadrukkelijk op aangedrongen de effecten van de Roerkade aan te geven. In de commissie heb ik op vragen dienaangaande van de heer Huurdeman opgemerkt dat het denken uiteraard niet stopt na het vaststellen van het mobiliteitsplan en van deze visie. Wij zullen de effecten van maatregelen op de singelring en andere maatregelen in de overige fasen blijven monitoren. Bij de concrete invulling van de fasen 1 en 2 zal daarmee rekening worden gehouden en dan ook zal de raad een finale keuze worden voorgelegd. Ik zeg toe dat in dat verband ook zal worden bezien of eenrichtingverkeer van het Wilhelminaplein tot aan het Zwartbroekplein mogelijk is. Door de heer Coenen is vervolgens gevraagd wat op het gebied van de financiën nu wel en niet geregeld is. In de begroting 2010 zijn de financiële kaders voor de Roerkade opgenomen, die in het najaar van 2010 gerealiseerd zullen worden. Blijkens de meerjarenbegroting zijn in de jaren 2010 en 2011 de fasen 1 en 2, zijnde de fase van Wilhelminaplein tot station en van het station tot aan het Zwartbroekplein, verwerkt. De jaarschijf voor de laatste fase, van het Zwartbroekplein tot de rotonde Roercenter, is nog niet verwerkt en zal daarom, als het aangepakt gaat worden, een rol moeten spelen in de coalitievorming en in de meerjarenafspraken daarna. De heer Özdemir heeft aandacht gevraagd voor de doorstroming van de fietsers van en naar de binnenstad. Ik kan hem geruststellen: het is een van de hoekstenen van dit beleid geweest. Door de verkeersfunctie wat te verkleinen zal de bereikbaarheid voor de fietsers verbeterd en de hoeveelheid groene tijd die de fietser daar krijgt vergroot kunnen worden. Wij hopen hierin al een aantal slagen te kunnen maken zodra de tunnels definitief open zijn.

10 306 Met de heer Huurdeman ben ik het hartgrondig eens dat gestreefd zal moeten worden naar een autoluwe binnenstad waarin hoofdzakelijk nog bestemmingsverkeer mogelijk zal zijn en de overige functies via de omliggende wegen afgedaan zullen moeten worden. In feite is dat ook de rode draad die loopt door de maatregelen die nu en in het verleden genomen zijn. Hiermee meen ik alle vragen te hebben beantwoord, voorzitter. De voorzitter: U krijgt Engelsen op bezoek, zei u? Wethouder IJff: Ja. De voorzitter: Dan moeten we wel vooral rechts blijven rijden, anders moeten we de reconstructie misschien eerder doorvoeren. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Na de betogen van de collega s te hebben aangehoord meen ik te kunnen concluderen dat zij het met het CDA eens zijn. Ook de wethouder heeft zich bij de gemaakte opmerkingen aangesloten, zodat ik er weinig meer aan heb toe te voegen. Ik wens u succes met de verdere uitwerking van deze visie. De concrete plannen zien wij graag spoedig tegemoet. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De heer Guffens het politiek slim omarmd en zo is het natuurlijk ook; daar hoeven we niet flauw over te doen. Uit de beantwoording van de wethouder heb ik begrepen dat hij met het oog op de autoluwheid kiest voor een upgrading van de Roerkade als verblijfsgebied, als tegenhanger voor meer doorstroming. Jammer genoeg heb ik aan de Roerkade geen grond, anders zou ik daarbij heel goed gebaat zijn! Het is goed dat aan die kant een upgrading plaatsvindt, want dat wordt, zoals ik eerder al eens heb gezegd, een soort gouden grond. Ik hoop dat dit ten goede zal komen aan de uitstraling van Roermond. Ik heb er kennis van genomen dat de wethouder de effecten van het verkeer op de singelring zal onderzoeken. Ik ga ervan uit dat de raad regelmatig van de voortgang daarvan op de hoogte zal worden gehouden. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. In eerste instantie zei de wethouder dat over eenrichtingverkeer op de Roerkade al een besluit is genomen in het mobiliteitsplan, maar vervolgens corrigeerde hij zichzelf met de opmerking dat die beslissing pas zal worden genomen als het uitvoeringsplan aan de orde komt. Het is dus ook nog mogelijk dat tot tweerichtingsverkeer zal worden besloten. Voordat wij die keuze kunnen maken zullen wij over de nodige gegevens moeten beschikken. De wethouder heeft het voorts gehad over een onderzoek naar de mogelijkheid van eenrichtingverkeer aan de oostzijde van de singel. Ik heb het wat dat betreft over wegvakken gehad. Daarbij zou bijvoorbeeld alleen gekeken kunnen worden naar het stuk van de Willem II-singel tussen de tunnels. Het hele stuk in één keer zou een te grote impact kunnen hebben, terwijl stukjes misschien een goede impact kunnen hebben. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Het streven naar autoluwheid is ook door de heer Coenen onderschreven, zodat wij het daarover met z n allen eens zijn.

11 307 Met betrekking tot de Roerkade is in het kader van het mobiliteitsplan door de raad geaccordeerd dat die fase zal worden uitgevoerd met eenrichtingverkeer De heer Huurdeman: Daar ben ik het niet mee eens. Door diverse fracties is de vorige keer duidelijk aangegeven dat zij dat stukje van het plan open willen houden en daarmee bent u akkoord gegaan. Wethouder IJff: De besluitvorming die ter zake in de raad heeft plaatsgevonden is richtinggevend. Aangegeven is toen wel dat er diverse varianten denkbaar zijn met eenrichtingverkeer. Op basis daarvan zal verder gewerkt worden. Wij gaan nu met alle belanghebbenden een open planproces in en op gezette tijden zal er in de commissie en in de raad op worden teruggekomen om te worden geaccordeerd. Uiteraard staat het de raad altijd vrij welk besluit dan ook aan te passen, maar het college draagt de voorstellen hiervoor aan en daarvoor is de eerdere uitspraak die is gedaan rondom het mobiliteitsplan richtinggevend. Uiteraard zullen wij bij de verschillende besluiten ook de consequenties aangeven voor de andere vakken van de singelring. Zoals gezegd, zullen wij een en ander blijven monitoren. Elk effect dat wij voorzien zal betrokken worden bij de besluiten die daarover worden genomen. Mevrouw Thissen-Heynen: Ik wil toch even aanhaken bij de woorden van de heer Huurdeman zo-even. Inderdaad hebben bijna alle partijen zich kritisch uitgelaten over de haalbaarheid van eenrichtingverkeer op de Roerkade. Als het kan, is het prima, maar zo niet, dan moet het ook kunnen worden teruggedraaid. In principe zeggen wij dus ja, maar als het echt niet haalbaar blijkt, moet er voor de raad nog een moment zijn waarop hij een no go kan uitspreken. De heer Guffens: Hierbij sluit ik me aan. Ik verwijs naar de notulen van de raadsvergadering van 24 september jl., waarin het duidelijk zo is vermeld. Wethouder IJff: Ik heb er weinig aan toe te voegen. Het moment van go of no go breekt aan bij de beschikbaarstelling van het krediet. Dat neemt niet weg dat de besluiten die eerder door de raad zijn genomen voor ons richtinggevend zijn. Als we daarvan willen afwijken, komen we er in de raad op terug. We gaan dus uit van een ja, zoals mevrouw Thissen ook zei, en als het echt onmogelijk blijkt te zijn, zullen we verder zien. De heer Coenen: Het algemene gevoelen is door de heer Huurdeman en anderen goed verwoord. Om een soort salamitactiek te voorkomen, wil ik weten waar ik nu ja tegen zeg. Ik wil niet in een fuik terechtkomen waarin straks niets meer te wijzigen valt. Wethouder IJff: De raad wordt nu om een ja gevraagd voor de inrichtingsvisie van de singelring. Het mobiliteitsplan en de verkeersfunctie van de verschillende wegen zijn nu niet aan de orde. Ik heb al aangegeven dat het finale go of no go -moment aanbreekt als de raad om krediet wordt gevraagd. Tot die tijd vindt in een goede dialoog met de raad en met alle belanghebbenden en betrokkenen in het gebied discussie plaats over de verdere concretisering van de plannen.

12 308 Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 9A. Motie van de fracties van VVD en PVDE inzake continuïteit welzijnswerk. De voorzitter: Dames en heren. Op dinsdagmiddag na twee uur hebben wij een motie ontvangen, terwijl de pers blijkbaar al om tien uur van deze motie op de hoogte was en er een eigen verhaal van heeft gemaakt dat de nodige stof heeft doen opwaaien, maar volgens mij niet over de motie ging. Aanvankelijk waren het twee moties, een van de VVD-fractie en een van de PVDE-fractie, maar na enige amendering zijn ze in elkaar gevlochten tot één motie. Om te beginnen wil ik het woord geven aan de indieners van de motie. Kunt u zich daarin vinden? De heer Daamen: Ik niet, voorzitter. In alle jaren waarin moties werden ingediend, hebt u de motie altijd zelf voorgelezen en ik verzoek u dat ook nu te doen. De voorzitter: Ik heb niet gezegd dat ik de motie niet zal voorlezen; dat zal ik zeker doen. Het is gebruikelijk eerst de indiener van de motie de gelegenheid te geven de redenen voor het indienen van de motie aan te geven, maar ik zal nu de motie voorlezen. Ze luidt als volgt: Motie 09M18 De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 22 oktober 2009; overwegende: 1 de discussies met betrekking tot de directie, het management en het toezicht bij de Stichting Wel.kom; 2. de eerder door de VVD-fractie gestelde schriftelijke vragen hieromtrent; 3. de discussies in de commissie Welzijn met betrekking tot Wel.kom, laatstelijk 12 oktober 2009; 4. de voorstellen aan en de besluitvorming van de gemeenteraad van Venlo inzake Welkom van 14 oktober 2009; van mening zijnde dat: 1. de continuïteit van het welzijnswerk in Roermond verzekerd dient te zijn; 2. de werkgelegenheid van de nu bij de Stichting Wel.kom in dienst zijnde personen werkzaam in en ten behoeve van Roermond zo goed als mogelijk gewaarborgd dient te worden; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. onmiddellijk onderzoek te doen naar de mogelijkheid of de Stichting Wel.kom de haar contractueel opgedragen werkzaamheden ten behoeve van welzijn in Roermond kan continueren; 2. tegelijkertijd onderzoek te doen naar de mogelijkheid om opdrachten voor welzijnswerk te verlenen aan andere partners/aanbieders; 3. tegelijkertijd onderzoek te doen of het welzijnswerk door de gemeente Roermond in eigen beheer gedaan kan worden;

13 bij de onder 1 t/m 3 genoemde onderzoeken ook de financiële consequenties voor de gemeente Roermond in kaart te brengen, alsmede de gevolgen voor de werkgelegenheid voor de nu bij de Stichting Wel.kom in dienst zijnde personen, werkzaam in en ten behoeve van Roermond, te betrekken; 5. de raad ten spoedigste over de uitkomst van bovenstaande onderzoeken te informeren. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Aan de orde is de motie, die wij gemotiveerd hebben ingediend, zoals ook duidelijk in de motie staat. Wat wij buitengewoon jammer vinden, is dat de publicatie in een krant een geweldige hypotheek op deze discussie heeft gelegd. Bij het opstellen van deze motie, die allereerst aan de coalitiepartners en vervolgens aan de andere politieke partijen is toegestuurd en daarna in de openbaarheid is gebracht, hebben wij nimmer de bedoeling gehad het college, of een wethouder uit het college, ook maar enige schade toe te brengen; dat is absoluut niet aan de orde. De motivering voor het indienen van deze motie is onder het kopje van mening zijnde dat aangegeven. Dit is wat ik voorafgaande aan de discussie hierover te zeggen heb. Ik hoop dat u mij straks nog de gelegenheid geeft om een inhoudelijke opmerking te maken. De heer Klokgieters: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben onze motie ingediend omdat wij vorige week maandag het gevoel kregen dat Roermond achter de feiten aan liep, of dat onze wethouder niet alles kon, of wilde, vertellen. In de motie hebben wij er daarom op aangedrongen de raad zo spoedig mogelijk, eventueel in een besloten vergadering, uit te leggen wat er nu eigenlijk aan de hand is. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Het verheugt mij dat de heer Puper zojuist duidelijk heeft aangegeven dat het niet de bedoeling van de motie is de wethouder of het college schade te berokkenen. Uiteraard waren wij daar al van uitgegaan, maar het stond een beetje vervelend in de krant en daarom ben ik blij met de opmerkingen van de heer Puper in dezen. Ook wij willen ons distantiëren van de suggestie die is gewekt alsof wij, ook het CDA, al een stelling ter zake hadden betrokken. Dat was op dat moment nog helemaal niet aan de orde. De bezorgdheid die is uitgesproken ten aanzien van het welzijn van de burgers en de medewerkers van Wel.kom delen wij. In de commissievergadering is wat ons betreft door wethouder Kemp meer dan voldoende aangegeven dat hij hiermee bezig is. Inhoudelijk is er weliswaar nog niet veel neergezet, maar dat is voor een deel een kwestie van uitvoering, en dus des wethouders, en ik kan mij ook heel goed voorstellen dat de wijzigingen die toen nog te verwachten waren wellicht een andere strategie met zich zouden kunnen brengen. Het is een prima voorstel van de heer Klokgieters om de raad, in welke setting dan ook, alle informatie te verstrekken, zo nodig in vertrouwelijkheid. Dat kunnen wij alleen maar onderschrijven. De vraag zou gesteld kunnen worden of deze motie eigenlijk wel nodig is; het college is er immers al mee bezig. Aan de andere kant is er niets mis mee dat de raad zijn verantwoordelijkheid neemt en er bij de wethouder op aandringt hiermee rekening te houden. Wij kunnen de motie dan ook steunen, zij het dat wij er een vijfde overweging aan zouden willen toevoegen, luidende: het college van burgemeester en wethouders momen-

14 310 teel onderzoek doet naar de mogelijkheden het welzijnswerk in Roermond, dat is opgedragen aan de Stichting Wel.kom, op een kwalitatief, adequaat niveau te waarborgen. De voorzitter: In feite is door de heer Jacobs een amendement ingediend op de motie. Ik verzoek de volgende sprekers zo mogelijk ook hierover hun mening te geven. De heer Bayrak: Mijnheer de voorzitter. Voordat ik op de motie inga wil ik kort iets vertellen over de situatie. Zowel in onze artikel 43-vragen als in de commissievergadering van 12 oktober hebben wij de wethouder gevraagd duidelijkheid te verstrekken over wat er met Wel.kom en met de welzijnswerkzaamheden zal gebeuren, of er een B- plan is ontwikkeld, enz. Wij zijn weliswaar meerdere malen geïnformeerd over de zaken, maar de frequentie waarin de raad wordt geïnformeerd zou mijns inziens wel iets hoger kunnen. Bij wijze van voorbeeld verwijs ik naar de raadsinformatiebrieven die wij bijna iedere dag ontvingen toen de tunnels dicht waren. Dat was heel goed, al heeft het niet geholpen! Over de motie wil ik het volgende naar voren brengen. In de tweede overweging van de motie wordt verwezen naar de eerder door de VVD-fractie gestelde schriftelijke vragen. Op zichzelf klopt dat wel, maar ik wijs erop dat de PvdA-fractie hierover al vragen had gesteld voordat de VVD-fractie dat deed. Verder herinner ik me dat ook Burger Belangen Roermond een open brief aan het college heeft gestuurd met haar ideeën ter zake. Ik verzoek de indieners van de motie ook hieraan in de motie te refereren. In punt 5 van het dictum van de motie wordt het college opgeroepen de raad ten spoedigste te informeren over de uitkomst van de onderzoeken. Waar het hier gaat om een organisatie die niet gezond is en mogelijk straks niet meer zal bestaan, geef ik in overweging de woorden ten spoedigste te vervangen door vóór de algemene beschouwingen. De voorzitter: Naar aanleiding van het voorstel van de heer Bayrak om in de tweede overweging ook te verwijzen naar de eerder gestelde vragen door de PvdA-fractie en Burger Belangen Roermond, stel ik voor de tweede overweging in haar geheel te schrappen, want er zullen ongetwijfeld nog meer vragen over zijn gesteld, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, hetzij digitaal en het lijkt me niet dienstig dat ook daarnaar allemaal verwezen zou moeten worden. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. In de raadsinformatiebrief van 29 september jl. wordt de gang van zaken met betrekking tot Wel.kom beschreven. Van het college hebben wij een brief ontvangen die aan de gemeente Venlo is gestuurd om de zaak een beetje te verhelderen. Op 12 oktober vond een extra vergadering plaats van de commissie welzijn, waarin over en weer door alle fracties vragen zijn gesteld en bezorgdheid is uitgesproken over de gang van zaken. In die bijeenkomst hield de wethouder zich een beetje op de vlakte, met een verwijzing naar het feit dat het besluit in Venlo pas op 14 oktober definitief behandeld zou worden. Demokraten Swalmen concludeert daaruit dat de bijeenkomst van 12 oktober eigenlijk een beetje te vroeg was. Wij hadden verwacht dat de wethouder snel na 14 oktober de raad zou hebben laten weten hoe het nu verder

15 311 zou gaan, bijvoorbeeld in de vorm van een raadsinformatiebrief. Die raadsinformatiebrief is echter niet gekomen en dat vinden wij jammer. De motie die nu is ingediend kunnen wij uiteraard steunen, omdat daarin wordt aangedrongen op een plan dat ervoor moet zorgen dat de voortgang van het welzijnswerk niet in gevaar komt. De manier waarop dit allemaal geregeld moet worden verdient dan ook de grootst mogelijke aandacht. Ook wij nemen afstand van het artikel in de krant. Het is ons duidelijk geworden dat de vork totaal anders aan de steel zat dan in de krant werd verwoord. Wij betreuren het dat deze publicatie tot onrust heeft geleid. In de toevoegingen die zijn voorgesteld door de heer Jacobs en door de heer Bayrak kunnen wij ons vinden. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Zo zie je maar wat een open brief teweeg kan brengen, zou ik kunnen zeggen, maar dat is natuurlijk te gemakkelijk. Ook wij waren behoorlijk verbaasd over het artikel dat in de krant stond en evenals de voorgaande sprekers willen wij daarvan afstand nemen. Gesuggereerd werd ook dat de coalitiepartijen dit op initiatief van de VVD-fractie naar voren zouden hebben willen brengen, maar ons is niets gevraagd door een krant. Wel is ons medegedeeld dat er een motie zou worden ingediend door de VVD-fractie. Eerder is al verwezen naar onze open brief en die wil ik graag onderdeel maken van mijn betoog. U mag hem wat mij betreft kopiëren in de notulen, zodat ik hem niet hoef voor te lezen. Wat betreft de oproep die in de motie is gedaan om een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om het welzijnswerk door de gemeente Roermond in eigen beheer te laten uitvoeren, verzoek ik de wethouder ook na te gaan of onze buurgemeenten daarin kunnen participeren. In de pers wordt bijvoorbeeld regelmatig gemeld dat Beesel nog wel onderdak vindt bij Wel.kom, maar misschien wil men ook wel met ons meedoen; wie weet. De heer Klokgieters: Mijnheer de voorzitter. Het verheugt onze fractie bijzonder dat een motie van de oppositie zoveel bijval kreeg. In mijn vorige leven in de SP heb ik dat nog niet meegemaakt! Mevrouw Van Beers: Dat was ook maar een heel kort leven! De heer Klokgieters: Misschien was ik nog niet door de dracht heen, maar alla. Hoe het zij, het is een heuglijk feit dat de oppositie soms wel meetelt. De financiële paragraaf willen wij graag voor de begrotingsbehandeling hebben en het liefst zouden wij daarover in een besloten vergadering worden ingelicht, want ik kan mij vanuit mijn werk voorstellen dat het soms lastig is om in deze situatie over zaken te praten. De Partij Voor De Eenheid dringt er daarom op aan op zo kort mogelijke termijn een vergadering te beleggen waarin wij worden ingelicht over de acties die ondernomen moeten worden. Daarnaast zou het handig zijn en in dat opzicht sluit ik me aan bij de PvdA-fractie wanneer informatie vlugger en frequenter verstrekt zou worden, zodat wij ons sneller een beeld kunnen vormen van wat er aan de hand is, want er gebeurt heel

16 312 veel. Wij moeten niet alleen aan de werknemers van Wel.kom denken, maar ook aan de cliënten die bediend worden, want daar doet zich ook een probleem voor als er iets fout zou gaan. Wij hebben er tenslotte geen enkele moeite mee om de wijziging die door de heer Bayrak is voorgesteld in punt 5 van onze motie over te nemen. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Het is altijd jammer als je een van de laatste sprekers bent, omdat er dan al heel veel is gezegd. De motie kunnen wij uiteraard steunen, want alles wat tot duidelijkheid kan leiden in deze vervelende situatie had wat mij betreft gisteren al moeten gebeuren. Als deze motie daaraan bijdraagt, heeft ze zonder meer onze steun. Blij ben ik dat de SP deze keer eens niét in een krantenartikel is genoemd, dat nogal wat stof heeft doen opwaaien. Vanaf nu willen wij graag van elk stapje op de hoogte worden gehouden. Wij hebben het gevoel dat dat tot nog toe niet is gebeurd. Wij hebben met cliënten en met welzijnswerkers gepraat en niemand weet wat er nu gaat gebeuren. Het is mijns inziens heel hard nodig dat deze mensen nu allemaal duidelijkheid krijgen. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil dit onderwerp anders benaderen. Het is verkiezingstijd, iedereen debatteert en houdt er voor zichzelf rekening mee dat hij iets heeft gedaan. Ik mag aannemen dat ieder raadslid deze welzijnsdienst, die belangrijke zaken doet voor onze burgers en waarin veel mensen werkgelegenheid vinden, serieus neemt. Iedereen in deze zaal heeft dat vanuit zijn eigen fractie gezegd, via schriftelijke en mondelinge vragen, en dat vind ik te gek voor woorden. Nemen we onszelf serieus, denk ik dan, en nemen we de wethouder serieus, nadat we hem op 12 oktober met z n allen een aantal kritische punten hebben meegegeven? Even flauw: ook ik had vragen, maar die heb ik in de zak gehouden, omdat ik het hem gun met zijn voorstel te komen voor wat te doen in plan A en in plan B en wat als Venlo de stekker eruit trekt, zoals is gebeurd. Je moet een eigen plan hebben en wat is dat plan? Er is duidelijkheid nodig en tempo, zoals ik verschillende sprekers heb horen zeggen, maar ik krijg een beetje de indruk dat een groot deel van de coalitie de wethouder daarin niet genoeg steunt. Er worden wel allerlei leuke zinnen aan gewijd, maar in feite is dat het. De hele motie is, na dit gezegd te hebben, niet nodig, vooral als daaraan een vijfde overweging wordt toegevoegd zoals voorgesteld door de heer Jacobs, waarin sprake is van een onderzoek dat momenteel door het college wordt uitgevoerd. De coalitiepartijen hebben elkaar hierin kennelijk fijn gevonden, maar dat wisten jullie toch? Laat de wethouder dan ook komen met zijn voorstel, zoals we met z n allen op 12 oktober hebben gezegd. Moet dit extra druk opleveren, of neemt u ons niet serieus? Destijds is er al op aangedrongen met een plan B te komen als Venlo niet meewerkt. We zouden ons trouwens ook wel eens kunnen afvragen waaróm Venlo niet meewerkt; komt dat omdat Roermond de stekker eruit trekt? Roermond moet nu zijn eigen broek ophouden en als u wilt onderzoeken hoe Roermond op eigen voet verder kan gaan, dring ik erop aan ook een aantal scenario s mee te nemen. Kan Roermond alleen een welzijnsdienst overeind houden zoals we die nodig hebben, en waarvan de noodzaak waarschijnlijk alleen maar groter wordt, denkend aan de bijeenkomst van gisteren, waarop is gebleken dat de capaciteit voor zaken als jongerenwerk en buurtbemiddeling tekort schiet? Kunnen we dat

17 313 betalen en willen we dat betalen? Wat zegt de wethouder voor wijkontwikkeling en financiën daarvan? Neem ook dat vooral mee. Heel veel woorden waren niet nodig geweest. Het is jammer voor de voorzitter dat hij daarop nu niet zelf kan reageren, want alleen hij wordt aangehaald; dat deed hij in zijn spontaniteit. Op 12 oktober heb ik ook gevraagd wat de rol van de pers is. Ik vind het niet erg dat de pers mij regelmatig belt, want ik ben soms moeilijk te bereiken; ik werk gewoon overdag. Men had echter de moeite kunnen nemen om breder te vragen hoe dit zit en eigenlijk wist men dat al, want men zat met twee man sterk op de tribune. Kortom, de motie is in feite overbodig, zo lang de wethouder ons tijdig en snel informeert, al mag hij misschien een versnellinkje hoger gaan in het belang van de werknemers en onze burgers. Er moet duidelijkheid komen. Pierre Knoops zegt: Dae gif mich die ker toch neet, en es der dich die ker neet gif, waat is der dan?? Dát wil ik ingevuld zien. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Bij de woorden van de heer Coenen kan ik mij geheel aansluiten. Volgens mij is alles wat vanavond naar voren is gebracht ook al gezegd in de commissievergadering van 12 oktober. Ook in die commissievergadering zijn de wethouder kritische vragen gesteld in de trant van: wat als? We waren het er allemaal over eens dat niet alle vragen afdoende waren beantwoord en dat nog veel vragen open bleven. Dat een motie werd aangekondigd, verbaasde mij niet, maar alle ophef en commotie daaromheen wel. Aanvankelijk had ik hierover niet het woord willen voeren, omdat ik wilde afwachten wat de wethouder te vertellen had, maar als ik hoor wat iedereen hierover nu te zeggen heeft, kan ik slechts concluderen dat het te maken heeft met het feit dat de verkiezingen eraan komen, en dat betreur ik. Verkiezingen is één ding, Wel.kom een heel ander ding en vanavond hebben wij ons te bekommeren om Wel.kom, om de mensen die welzijnswerk nodig hebben en om de mensen die er werken. De heer Daamen: Nu u de verkiezingen erbij haalt, zou ik u willen vragen ook man en paard te noemen. Wie hebben zich volgens u met het oog op de verkiezingen hier willen profileren? Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Ik doe niet mee aan deze spelletjes. De heer Daamen: Ik heb geen spel gespeeld en daarom vind ik het vervelend dat u het doet voorkomen alsof veel partijen zich hier hebben willen profileren. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Wie de schoen past trekke hem aan. Blijkbaar raak ik een gevoelige snaar bij de heer Daamen. Als u geweten zuiver is we zijn hier per slot van rekening bijna allemaal katholiek opgevoed. De heer Daamen: Mijn geweten is zuiver! Ik heb het in mijn woordvoering duidelijk gezegd. De voorzitter: Laten we deze discussie nu beëindigen en geen spelletjes gaan spelen, zoals mevrouw Smitsmans ook al heeft gezegd.

18 314 De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Het onderwerp is te ernstig voor het spelen van spelletjes. Voor ons is dit ook nimmer een motief geweest om deze motie in overweging te nemen en uiteindelijk ook in te dienen. De heer Daamen heeft gerefereerd aan de raadsinformatiebrief. In de motie wordt gerefereerd aan vergaderingen van de commissie welzijn, en met name de laatste. Verschillende sprekers heb ik horen zeggen dat zij toen de deur zijn uitgegaan met het gevoel dat ze nog te weinig wisten. Ik kan me best voorstellen dat met het oog op nog gaande zijnde onderhandelingen niet alles gezegd kan worden, omdat de onderhandelingen, met wie dan ook, daardoor enorm belast zouden kunnen worden. Niettemin zou dan toch een vehikel denkbaar zijn geweest om de raad te informeren over de stand van zaken. Het feit dat dat na 12 oktober is uitgebleven is voor ons het enige motief geweest om deze motie op te stellen. De eerste oproep aan het college in de motie hebben wij bewust zo geformuleerd, omdat de wethouder in de commissievergadering van 12 oktober terecht heeft gewezen op het Algemene Wet Bestuursrecht. In het kader van dat algemeen bestuursrecht verkeren wij ten opzichte van Wel.kom eigenlijk in een mindere positie. Wel.kom kan in het kader van continuïteit van overeenkomsten namelijk wel verplichtingen aan ons opleggen, maar wij kunnen dat niet aan Wel.kom De heer Coenen: Wij hebben van de gemeente Venlo het raadsvoorstel en de bijbehorende stukken ontvangen. De gemeente Venlo beschikt over een professioneel ambtenarenapparaat dat de haken en ogen die hiermee verband houden heel goed heeft uitgezocht en onderbouwd. Kunnen wij daar in Roermond ook op vertrouwen? Waarom zou de gemeente Venlo dat soort zaken wel kunnen en de gemeente Roermond niet? De voorzitter: Dit was geen vraag aan de heer Puper, zodat u het ook tot de tweede ronde had kunnen bewaren. De heer Puper: Ik refereer aan wat de wethouder ons terecht heeft voorgehouden, namelijk dat wij een wat mindere positie innemen ten opzichte van Wel.kom, vandaar de formulering in het eerste punt van het dictum. Door de heer Bayrak is voorgesteld in punt 5 van het dictum de woorden ten spoedigste te vervangen door vóór de algemene beschouwingen, en dat lijkt mij juist. Wij hebben het namelijk over de financiële middelen voor het volgend jaar, hoewel ons mandaat ook zijn beperkingen heeft, en dat willen wij graag laten wegen in onze algemene beschouwingen. De heer Jacobs heeft voorgesteld aan de motie een vijfde overweging toe te voegen. Ik verzoek u straks een korte schorsing in te lassen, om ons even op de impact daarvan te beraden. De portefeuillehouder heb ik tenslotte nog één concrete vraag te stellen, en hij moet zelf maar beoordelen of hij die hier kan beantwoorden: heeft het college, of de portefeuillehouder, contact gehad met de Raad van Toezicht van Wel.kom, om te bezien of de Roermondse tak van Wel.kom door de gemeente kan worden overgenomen? Ik ben daar buitengewoon nieuwsgierig naar, maar ik zeg er op voorhand bij dat ik genoegen kan

19 315 nemen met een antwoord in een besloten vergadering, omdat het een gevoelige materie kan betreffen. De voorzitter: Het woord is thans aan de wethouder. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Er zijn voorstellen gedaan voor enige wijzigingen in de motie en daarop hebben alle partijen kunnen reageren, maar wij hebben niet kunnen reageren op onder andere het voorstel van de PvdA-fractie en dat wil ik wel graag doen. De voorzitter: Die kans krijgt u in de tweede ronde. Het is namelijk mogelijk dat de wijzigingen door de wethouder zullen worden ontraden. De heer Jacobs: Maar het is toch heel jammer. De voorzitter: Als u er echt op staat, wil ik u nu wel de gelegenheid geven. De heer Jacobs: Het voorstel van de PvdA-fractie had betrekking op het tijdstip waarop de raad over de uitkomst van de onderzoeken zou moeten worden geïnformeerd. Het is altijd goed tijdstippen te noemen en in principe kunnen wij ons wel in dit tijdstip vinden. Het is echter mogelijk dat dat tijdstip veel te laat is, of veel te vroeg, omdat er nog onderhandelingen gaande zijn, en dat vind ik in dit geval het nadeel van het noemen van een tijdstip. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Op de emoties van de afgelopen dagen ga ik niet in. Wat ik wel wil aangeven is dat in de uiterst complexe situatie waarin Wel.kom en in de relatie met Wel.kom wij en andere partijen zich bevinden, zo snel mogelijk duidelijkheid gewenst is. In juli heeft het college besluiten genomen die te maken hebben met onze verhouding ten opzichte van Wel.kom en daarover is de raad geïnformeerd via een commissie-informatiebrief. Ook daarna zijn nog regelmatig brieven naar de raad uitgegaan. Ik begrijp echter dat de raad nog intensiever geïnformeerd wil worden en dat signaal zal ik in ieder geval oppakken. Als op welke wijze dan ook informatie te geven is, zal ik de raad daarvan voorzien. Om te voorkomen dat hier een deel van de commissievergadering van 12 oktober wordt overgedaan mevrouw Smitsmans en de heer Coenen wezen daar terecht op zal ik slechts op hoofdlijnen aangeven wat na het collegebesluit van juli om de huidige relatie met Wel.kom op termijn te beëindigen en tot een andere wijze van uitvoering over te gaan, is gebeurd. Na dat besluit in juli dat voor alle duidelijkheid door Roermond is genomen en niets met Venlo heeft te maken is geïnventariseerd voor welke producten Wel.kom opdrachten levert en is een analyse gemaakt van die producten, in die zin dat per product wordt aangegeven of het tot het specifieke welzijnswerk behoort, of gelieerd is aan een andere sector, zoals onderwijs of zorg. Die analyse zal de basis vormen voor verdere besluitvorming, die in lijn zal liggen met wat in juli door het college is besloten. Bij die verdere besluitvorming zal bijzondere zorgvuldigheid in acht moeten worden genomen. Formeel is het geregeld in de Algemene Wet Bestuursrecht en in het Burgerlijk Wetboek, maar bijzondere zorgvuldigheid willen wij in acht nemen vanwege de

20 316 mensen voor wie wij het welzijnswerk doen: de inwoners van de stad Roermond, de senioren, de jeugd en de vele vrijwilligers, en die zorgvuldigheid zullen wij ook in acht nemen jegens de medewerkers van Wel.kom, de mensen die het welzijnswerk uitvoeren. De vraag binnen welke termijn volgende stappen kunnen worden gezet zal onderdeel uitmaken van het plan van aanpak, dat op dit moment wordt opgesteld. Daarin zijn ook de onderzoeksvragen vervat die in de motie zijn geformuleerd. Momenteel wordt aan dit plan de laatste hand gelegd en ik streef ernaar het uiterlijk 1 december aan de raad te doen toekomen. De heer Klokgieters en anderen hebben erop aangedrongen de raad eventueel in beslotenheid nader over een en ander te informeren. Ik wil daaraan graag tegemoet komen. Het zal niet lukken het plan van aanpak vóór de algemene beschouwingen af te ronden, maar ik ben wel graag bereid de raad met name de woordvoerders vóór die algemene beschouwingen nader te informeren. In punt 1 van het dictum van de motie wordt het college opgeroepen onmiddellijk onderzoek te doen naar de mogelijkheid of de Stichting Wel.kom de haar contractueel opgedragen werkzaamheden ten behoeve van welzijn in Roermond kan continueren. Ik verzoek de heer Puper kort toe te lichten wat hiermee precies wordt bedoeld. De heer Puper: In de commissievergadering hebt u gerefereerd aan de positie in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht. Daaraan kan de organisatie Wel.kom een aantal rechten ontlenen ten aanzien van het continueren van werkzaamheden, zeg maar: in het verlengde van het huidige contract. Daarom dringen wij er in de motie op aan onmiddellijk onderzoek te doen naar die mogelijkheid. Het is mij vooralsnog volstrekt onduidelijk of de stichting, die er nog steeds is, dat wil doen wat zij met de wet in de hand van ons kan vragen. Wij nemen een andere positie in en kunnen niet zeggen of wij het wel of niet willen, maar zij kan ons wel laten weten dat zij bepaalde dingen nog wel wil doen, vandaar deze oproep in punt 1 van het dictum. Wethouder Kemp: Het onderzoek zal zeker inzoomen op de contractuele verplichtingen en op de verplichtingen die er zijn vanuit een oogpunt van zorgvuldigheid, als bedoeld in de Algemene Wet Bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek, enz. In het plan van aanpak zal ook antwoord worden gegeven op de vraag of het welzijnswerk door de gemeente in eigen beheer kan worden uitgevoerd. Verder zal worden nagegaan of met het beëindigen van de relatie met Wel.kom, of het gedeeltelijk wegzetten van producten bij andere organisaties, ook personele zaken gemoeid zijn. Gevolgen voor de werkgelegenheid sluit ik niet uit, maar met inachtneming van hetgeen in deze motie is geformuleerd zal ik bij het overgaan van het welzijnswerk met organisaties uitdrukkelijk overleggen over mogelijkheden om personeel in dienst van Wel.kom over te nemen, zo het daartoe zou komen. Hiermee hoop ik duidelijkheid te hebben verstrekt over de besluitvorming van de gemeente Roermond, waarvoor al in juli een duidelijke lijn is ingezet. Op enkele opmerkingen vanuit de raad wil ik nu graag even ingaan De voorzitter: Voordat u dat doet, resumeer ik dat u naar aanleiding van de motie hebt toegezegd dat vóór 1 december het plan van aanpak zal verschijnen en dat vóór de al-