Commissie Bestuur en Middelen

Transcriptie

1 Griffie Commissie Bestuur en Middelen Datum commissievergadering : 21 mei 2010 DIS-stuknummer : Behandelend ambtenaar : E.C. Joosten Directie/bureau : Middelen/ Personeelszaken Nummer commissiestuk : BM-0873 Datum : 22 april 2010 Bijlagen : - Onderwerp: Overzicht overdraagbare regelingen van toepassing op medewerkers van de provincie Noord-Brabant, naast de CAP (CAO van de provincies). Voorstel van GS aan PS: X Ter kennisneming X uitvoerende rol Europa paragraaf Nee Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier van Provinciale Staten, namens deze, ing. A.J.Brul Bijlage: - 1/6

2 Notitie ten behoeve van: Commissie Bestuur en Middelen Overzicht overdraagbare regelingen van toepassing op medewerkers van de provincie Noord-Brabant, naast de CAP. 1. Lopende regelingen 1.1 Dienstreizen Reis- en verblijfskostenregeling provincie Noord-Brabant Regelt vergoeding voor gemaakte dienstreizen binnenland en buitenland in brede zin: - openbaar vervoer en taxi binnenland; - vergoeding eigen fiets of bromfiets binnenland; - vergoeding eigen auto of motor binnenland (<5.000 km: het bedrag dat fiscaal maximaal onbelast mag worden vergoed; : 0,35 per km; >10.001: 0,38 per km); - vergoeding reiskosten buitenland; - vergoeding kosten maaltijden en kleine uitgaven conform de (nationale) Reisregeling binnenland; - vergoeding kosten logies; - parkeerkosten. Regeling reis- en verblijfskosten ambulante functies provincie Noord-Brabant Deze regeling is van toepassing op medewerkers in een ambulante functie. Daaronder wordt verstaan een functie waarin de medewerker overwegend op een wisselende plaats anders dan het provinciehuis of één van de regiokantoren zijn werkzaamheden dient te verrichten. Zij zijn uitgesloten van de reis- en verblijfkostenregeling provincie Noord-Brabant. De regeling voorziet in diverse wijzen van vervoer voor uitvoering van de werkzaamheden: - ter beschikking gestelde auto s; - gebruik eigen vervoer: auto (overgangsregeling), fiets of bromfiets; - verblijfskosten, waaronder de vergoeding van kleine uitgaven conform de (nationale) Reisregeling binnenland; - parkeerkosten. 1.2 Woon-werkverkeer Vervoerplan Regelt de vergoeding van het woon-werkverkeer. In deze regeling zijn opgenomen: Fietsplan: eenmaal per vijf jaar kunnen medewerkers met een proefaanstelling of een vaste aanstelling een vergoeding van maximaal 749,= voor de aanschaf van een nieuwe fiets plus een verzekering voor 3 jaar krijgen. Er geldt een terugbetalingsregeling voor tussentijdse uitdiensttreding. Carpoolreglement provincie Noord-Brabant: de chauffeur ontvangt een kilometervergoeding op de dagen dat hij ze daadwerkelijk rijdt. Hij moet wel geregistreerd zijn in een carpoolteam. Hiertoe tekent hij een overeenkomst met de provincie. Openbaar vervoer: alle medewerkers kunnen een jaartrajectkaart van de NS ontvangen met 1 buszone óf een jaarabonnement voor de stads/streekbus. In plaats van de buszone bij de NS-kaart, kan een medewerker een abonnement op de fietsenstalling van de NS krijgen. De kosten per medewerker zijn afhankelijk van de woonplaats van de medewerker.

3 Bijdrageregeling verplaatsingskosten personeel provincie Noord-Brabant Een medewerker die is aangesteld in vaste dienst of in tijdelijke dienst wegens proeftijd ontvangt een tegemoetkoming in de verhuiskosten, als hij vanwege zijn indiensttreding of verplaatsing over een grotere afstand dan 10 kilometer verhuist naar een woning binnen een straal van 10 kilometer rond de plaats van tewerkstelling. Een medewerker die binnen 2 jaar na de verhuizing uit dienst treedt of wordt ontslagen, moet de hele vergoeding terugbetalen. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de daadwerkelijk gemaakte kosten, de grootte van de nieuwe woning en het salaris van de medewerker en diens eventuele partner. De vergoeding is gebonden aan een maximum. Zolang de medewerker in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten kan hij aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten voor het dagelijks reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling. Dit geldt voor een half jaar. Eenmalige verlenging is mogelijk met ten hoogste 6 maanden. 1.3 Werk en vrije tijd Werktijdenregeling Provincie Noord-Brabant De werktijdenregeling regelt de rechten en plichten van medewerkers ten aanzien van hun werktijden. Bijzonderheden zijn dat medewerkers maximaal 100 uur meer óf minder dan het geplande aantal uur mogen meenemen naar het volgende jaar. Voor medewerkers die in deeltijd werken, geldt dit naar rato. 1 e -lijns medische bezoeken moet de medewerker in eigen tijd doen, 2 e -lijns medische bezoeken kunnen gedurende werktijd worden afgelegd. Uitvoeringsregeling IKAP De IKAP is een regeling geldig voor alle provincies. De regeling geeft de medewerker mogelijkheden om zijn individuele arbeidsvoorwaardenpakket samen te stellen. Dit gebeurt in de vorm van een ruilmodel. De IKAP bevat de volgende mogelijkheden: - meer uren werken (maximaal 108 uur) > hoger salaris; - verkopen van verlof (mede uit voorgaande jaren, maximaal 108 uur) > meer uren werken en extra salaris; - minder uren werken / extra vrije tijd (maximaal 108 uur) = kopen van verlof, minder salaris; - een aantal rechtspositionele aanspraken inzetten voor alternatieve bestedingen die een fiscaal voordeel kunnen opleveren: o bedrijfsfitness; o eenmaal per 3 jaar een fiets voor het woon-werkverkeer voor maximaal 749,= met de daarmee samenhangende zaken voor maximaal 82,= en een fietsverzekering; o openbaar vervoerbewijzen die mede voor het werk worden gebruikt; o contributies voor het lidmaatschap van een vakorganisatie. Studiekostenregeling Sluit aan op artikel F.10 lid 5 sub d CAP. Indien het een verplichte opleiding is (gericht op uitoefening van de functie) geldt geen terugbetalingsverplichting. Indien het om een aanvullende opleiding gaat, heeft de medewerker een terugbetalingsverplichting van 3 jaar. Deze wordt vastgelegd in een overeenkomst. Bij tussentijds uitdiensttreden of ontslag moet de medewerker naar rato de studiekosten terugbetalen, tenzij hij direct daaropvolgend in dienst treedt bij een overheidsinstelling.

4 Studieverlof Voor het bijwonen van lessen en het deelnemen aan (deel)examens en tentamens in werktijd wordt de medewerker verlof met behoud van salaris verleend. Indien lestijden buiten werktijd plaatsvinden zijn de faciliteiten bij een fulltime baan als volgt: schriftelijke cursussen: halve dag verlof per 14 dagen; lestijd 1 of 2 dagdelen per week: halve dag verlof per 14 dagen; lestijd 3 of meer dagdelen per week: halve dag per week. Bij een parttime functie zijn de faciliteiten naar evenredigheid. 100-uur regeling Deze regeling is in het leven geroepen in het kader van leeftijdbewust personeelsbeleid. Ze geeft medewerkers van 55 jaar en ouder de mogelijkheid om100 uur van hun reguliere werktijd te besteden aan werkzaamheden buiten hun eigen werkveld. De regeling is in plaats gekomen van de oude seniorenregeling. Op basis van die regeling kregen oudere medewerkers extra betaald verlof (zie onder Ingetrokken regelingen ). De 100-uur regeling heeft als voordeel dat medewerkers werk blijven verrichten voor de provincie. NB: er zijn medewerkers die gezien hun leeftijd aanspraak maken op beide regelingen. Of deze medewerkers daadwerkelijk tegelijkertijd een beroep doen op beide regelingen, is niet bekend. 1.4 Regelingen op directieniveau Er zijn nog twee directie specifieke regelingen: 1. Consignatieregelingen Er gelden 7 consignatieregelingen. Deze zullen worden vervangen door 1 regeling. 2. Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer ten behoeve van de medewerkers in de verschillende districten. Directie Economie en Mobiliteit. Deze regeling is vastgesteld voor de reorganisatie districten Het is een afbouwregeling voor woon-werkverkeer tot 2008 voor een beperkte groep medewerkers. Deze regeling is voor die groep dus beëindigd. De regeling wordt nu en dan nog toegepast bij E&M in geval van een gedwongen wijziging in standplaats. De regeling is ter compensatie voor het de meerkilometers in woon- werkverkeer. Deze compensatie wordt in vier jaar tijd afgebouwd tot nul. Het eerste jaar wordt 100% vergoed, het tweede jaar 75%, het derde jaar 50% en het laatste jaar 25%. 1.5 Diversen Regeling gratificatie bij ambtsjubileum Voor ambtsjubilea in overheidsdienst geldt de nationale Regeling gratificatie bij ambtsjubileum. De provinciale regeling is wat ruimer. Bij 12,5 jaar overheidsdienst ontvangt de medewerker conform de landelijke regeling een gratificatie van een kwart maandsalaris, belast. Bij 25 jaar overheidsdienst ontvangt de medewerker een gratificatie van één maandsalaris onbelast (landelijk: 70% maandsalaris). Bij 40 en 50 jaar overheidsdienst ontvangt de medewerker een gratificatie van twee maandsalarissen waarvan één belast en één onbelast (landelijk 100% maandsalaris). Draaiboek Bijzondere gebeurtenissen (vreugde en leed) Bij ontslag op eigen verzoek ontvangt de medewerker op verzoek een getuigschrift. Als de medewerker langer dan 4 jaar in dienst is, ontvangt hij 150,=. Waarschijnlijk wordt zal deze regeling op korte termijn afgeschaft. Sociaal Kader Plan 1993 / Kaderplan flankerend sociaal beleid reorganisaties Van toepassing tijdens reorganisaties, maar dit betreft niet een overdraagbaar recht dat voortduurt na eventuele overdracht. Het Sociaal Kader Plan zal worden geactualiseerd.

5 Uitwerking mobiliteitsbevorderende maatregelen Provinciale Staten hebben op 23 mei 2008 kaders vastgesteld voor mobiliteitsbevorderende maatregelen, dat wil zeggen voor geregelde beëindiging van een aanstelling. Deze kaders zijn uitgewerkt in de Uitwerking mobiliteitsbevorderende maatregelen. Financieel is hiervan het volgende relevant: - Maatregelen kunnen tot het equivalent van 6 maanden bruto bezoldiging van de betrokken medewerker worden ingezet; - Binnen deze financiële grens wordt maatwerk geleverd. Hierbij zijn verschillende uitwerkingen mogelijk waaronder outplacement, vrijstellen van de werkzaamheden, detachering, headhunting, scholing, coaching en het kwijtschelden van een terugbetalingsverplichting. Sluitstuk van de afspraken met de medewerker is dat hij op eigen verzoek ontslag neemt. Daardoor komt geen recht op een werkloosheidsuitkering tot stand. Spaarloonregeling provincie Noord-Brabant Deze is conform nationale regeling. Besluit Telefoonkostenvergoedingen provincie Noord-Brabant Dit besluit regelt de vergoeding van telefoonkosten die een medewerker met een privé-telefoon voor zijn werkzaamheden heeft gemaakt. Medewerkers met een salaris gelijk aan of lager dan het maximumbedrag van schaal 5 ontvangen 100% van die kosten. Medewerkers met een salaris hoger dan het maximum bedrag van schaal 5, maar niet hoger dan het maximumbedrag van schaal 7, ontvangen een vergoeding van 50%. Overige medewerkers ontvangen geen vergoeding. Stageregeling provincie Noord-Brabant Alle stagiairs ontvangen verplicht een stagevergoeding. Deze bedraagt voor (V)MBO ers 250,- en voor HBO ers en academici 350,- bij een fulltime stage van 36 uur per week. Deeltijd naar rato. Als een stagiair zelf geen OV-jaarkaart heeft, kan hij gebruikmaken van het vervoerplan. PC-privé regeling 2005 Deze regeling maakt het mogelijk maximaal 36 uur verlof te verkopen en dat bedrag te besteden aan de aanschaf van een PC. In de praktijk kopen medewerkers eerst een PC. Vervolgens wordt de rekening bij de provincie ingediend en dan (deels) betaald van de hiervoor verkochte verlofuren. Het daadwerkelijk inleveren van uren mag worden verdeeld over 3 jaar. De regeling is met name gunstig voor medewerkers met verlofstuwmeren. Waarschijnlijk wordt deze regeling op korte termijn afgeschaft. Kerstpakket Jaarlijks ontvangen alle medewerkers met een aanstelling een kerstpakket van de provincie. Dit is niet gebaseerd op een regeling waar medewerkers rechten aan kunnen ontlenen: het is een zuiver cadeau. Medewerkers kunnen kiezen uit een voedsel-, fairtrade- of wijnpakket of uit een schenking aan zes goede doelen. Het kerstpakket was in ,= (excl. BTW) waard. 2. Ingetrokken regelingen Dit zijn regelingen die inmiddels zijn ingetrokken, maar waarop nog beroep kan worden gedaan in het kader van overgangsrecht/voortbestaan van oude rechten van bepaalde groepen medewerkers. Dit staat per regeling vermeld. Regeling werktijdvermindering alleenstaande oudere werknemers 1993 Deze regeling is vervallen met de invoering van de Werktijdenregeling op 1 januari Hij blijft echter van kracht voor medewerkers die er gebruik van zijn gaan maken met ingang van uiterlijk 1 januari 2010.

6 De regeling is van toepassing op medewerkers die alleenstaand zijn, ouder dan 50 jaar, een voltijd aanstelling hebben en maximaal salaris ontvangen in schaal 7. Deze medewerkers mogen 1 uur per week minder werken tegen volledige betaling. Verlofopbouw vindt plaats op basis van een 33- urige werkweek. Daarboven ontvangen zij extra vrije dagen: jaar: 16 dagen; vanaf 55 jaar: 18 dagen. Tijdelijke overgangsvoorziening werktijdvermindering oudere medewerkers Zittende provinciemedewerkers die op de peildatum 31 december jaar of ouder zijn en niet onder het FPU- overgangsrecht vallen, hebben bij werktijdvermindering vanaf 55 jaar of later onder voorwaarden recht op een aantal extra dagen betaald verlof. De regeling geldt gedurende 2008, 2009 en Als een medewerker die onder de regeling valt een aantal uur verlof inzet (basisverlof of onbetaald verlof), krijgt hij hetzelfde aantal uur van de provincie. Het aantal uur toegekend door de provincie is gebonden aan een maximum. Dit varieert per jaar en per leeftijdscategorie. Seniorenverlof (60+regeling) Medewerkers van 60 jaar en ouder mogen een half uur per dag minder werken (bij deeltijd naar rato) zonder consequenties voor de hoogte van het salaris of pensioen. Deze regeling is bij de invoering van de Werktijdenregeling afgeschaft. Medewerkers die op 31 december jaar of ouder waren, kunnen van de regeling gebruik blijven maken. Seniorenregeling Deze regeling maakt minder werken mogelijk voor oudere medewerkers tegen een beperkte vermindering van salaris met behoud van volledige pensioenopbouw. Als de medewerker van 36 uur naar 32 uur gaat, krijgt hij een korting van 5% op het salaris. Gaat hij van 36 uur naar 24 uur, dan krijgt hij een korting van 10%. Deze regeling is afgeschaft met de komst van FPU en er wordt nog maar op zeer beperkte schaal gebruik van gemaakt (8 medewerkers). De deelnemers gaan allen op korte termijn met pensioen (de laatsten in 2012). FPU-plusregeling Deze regeling geldt voor alle provincies. Er is geen nieuwe instroom van medewerkers meer mogelijk. De medewerkers op wie de regeling nog van toepassing is, kunnen eerder (gedeeltelijk) stoppen met werken. Zij krijgen op basis van de FPU-plusregeling een aanvulling op het salaris. Europa paragraaf: Beoogd effect: s-hertogenbosch, 22 april 2010, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant