: aprfl 2010 :St/ctw/2010/195 : jaarverslag2009college sanering zorginstellingen

Transcriptie

1 cofleqe zorg/insfel iingen Aanderelaties van het College sanering zorginstellingen PROVINCIALE STATEN VAN OVERUSSEL Regnr ]^ 2cb/^^ 0 D nt : 12 MEI 2010? / 7 u Routfng Bijl.: Datum Kenmerk Betreft : aprfl 2010 :St/ctw/2010/195 : jaarverslag2009college sanering zorginstellingen Damesen heren, Met genoegen bieden wij u hierbij een exemplaar aan van het jaarverslag van het College sanenng zorginstellingen over het jaar 2009.Op basisvan deop 1 januari2006 in werking getreden Wet toelating zorginstellingen (WTZi), geeft het College sanering (CSZ) invulling aan de wettelijk opgedragen publieke taken. Dewerkzaamhedenten aanzien van de verkoop enverhuur van onroerende zakenmaken nog steeds een aanmerkelijk deel uit van de in 2009 uitgevoerde werkzaamheden Het aantal sanenngscasus, zowel voor de ziekenhuissector als in het ambulancevervoer neemt in aantal af. Daarbij heeft het College ook in 2009 specifieke taken op verzoek van de minister en/of staatssecretaris van VWS en/of de NZa uitgevoerd. Onderzoek bij.nstelhngenin financiele problemen blijken altijd zeercomplexvan karakter en vereiseneen hogemate van zorgvuldigheid. Het jaarverslag 2009 geeft een beeld over de uitvoeringstaken en de wijze van uitvoerinq daarvandoor hetcollege sanering. Met vriendelijke groet, COLLEGE SANERING ZORGINSTELLINGEN Drs.PA vanruijvi > wnd. directeur I I Bezoekadres Churchilllaan 1 1, 3e etage 3527 GV Utrecht / PosraaYes / Posfbus 3148 ' 3502 GC Utrecht / / / I Tel Fax ] info@collegesanering,nl / Website

2 Jaarverslag 2009

3

4 Inhoudsopgave Voorwoord pag 2 Taken pag 4 Gang van zaken pag 6 Rechtmatigheid en doelmatigheid pag 8 Wijziging wet- en regelgeving pag 9 Het verslagjaar pag 10 Verantwoording besluiten pag 16 Assurance-rapport inzake rechtmatigheid sanering pag 18 Assurance-rapport inzake rechtmatigheid onroerende zaken pag 19 Balans en exploitatierekening pag 20 Personalia pag 22 Publicaties en colofon pag 24 Voorwoord GEDURENDE HET EERSTE HALFJAAR VAN 2009 LIET DE FINANCIËLE CRISIS ZICH IN ALLE HEVIGHEID GELDEN, DAARNA STABILISEERDE DE SITUATIE ZICH GAANDE WEG. DE GEVOLGEN WAREN NIET ALLEEN IN DIRECTE FINANCIËLE ZIN MERKBAAR, MAAR BOVENDIEN BLEEK HET VERTROUWEN IN WAT WORDT GENOEMD DE VRIJE MARKTECONOMIE STEVIG GESCHONDEN. DE ROEP OM MEER TOEZICHT WERD NADRUKKELIJKER, WAARBIJ OVERIGENS VOORAL DE FINANCIËLE SECTOR IN HET GEDING KWAM. OOK DE ZORGSECTOR VOELDE DE GEVOLGEN VAN DE FINANCIËLE CRISIS EN DAT TERWIJL DE SECTOR ZELVE NOG IN EEN TRANSITIEPERIODE VERKEERT NAAR VERDERGAANDE LIBERALISATIE. EEN PERIODE DIE GEKENMERKT WORDT DOOR HET GELEIDELIJK AAN VERDWIJNEN VAN ZEKERHEDEN EN HET OPTREDEN VAN ONZEKERHEDEN, DIE KANSEN MAAR ZEKER OOK BEDREIGINGEN MET ZICH MEEBRENGEN. 2 Jaarverslag CSZ 2009

5 Ook het College sanering zorginstellingen bevindt zich nog steeds niet in een stabiele situatie. De ontwikkelingen gedurende het jaar 2009 voor wat betreft de rol en de taken van het College liepen helaas vertraging op. Deze vertragingen vloeiden voort uit technische complicaties bij de vormgeving van de zogenaamde spoedwetgeving met betrekking tot waardebehoud bij onroerendgoedtransacties door zorginstellingen en door de kabinetscrisis in februari van dit jaar als het gaat om de voorgenomen Wet cliëntenrechten zorg. Uiteraard maken deze vertragingen het voor het College lastig om tot een helder beleid voor de toekomst te komen. Het College heeft ervoor gekozen om met als uitgangspunt (verdergaande) professionalisering van de organisatie de verschillende toekomstscenario s te verkennen. Hoewel de scenario s onderling afwijken voor wat betreft de te bereiken eindsituatie, werd duidelijk dat bij alle scenario s investeringen in verdergaande professionalisering gewenst zijn. Op basis van deze conclusie heeft het College haar beleid voor de korte(re) termijn bepaald. In dat kader wordt thans gewerkt aan optimalisatie van de kwaliteit en bewaking daarvan. Een en ander vraagt om herijking van bestaande maatregelen en ontwikkeling en introductie van nieuwe maatregelen. Bij deze operatie zijn niet alleen alle medewerk(st)ers van het secretariaat van het College betrokken, maar vindt ook overleg over en afstemming van de voorgenomen maatregelen met de gemachtigden van het College plaats. Ter bepaling van het beleid voor de lange(re) termijn vindt geregeld overleg plaats met vertegenwoordigers van het Ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit. Uiteraard kan dit overleg niet leiden tot besluiten, dat is immers voorbehouden aan de politiek, maar het overleg leidt vooral tot verdieping van de bestaande scenario s op basis van de verschillende invalshoeken. Uiteraard gingen het afgelopen jaar de reguliere werkzaamheden door. Dit Jaarverslag 2009 geeft in kwantitatieve zin inzicht in de uitgevoerde werkzaamheden. Een opvallende ontwikkeling is dat in de jaren 2008 en 2009 de Taken op verzoek van de minister (en/of staatssecretaris) van VWS spectaculair toenamen. Deze taken bestaan overwegend uit het instellen van onderzoeken bij instellingen, waarbij de continuïteit van de zorg wordt bedreigd als gevolg van financiële ontwikkelingen. Dergelijke onderzoeken hebben vrijwel altijd een spoedeisend karakter en zijn gezien hun aard zeer gevoelig. Juist bij dergelijke onderzoeken wordt aan kwaliteitsborging hoge eisen gesteld. Ten slotte hecht ik eraan de medewerk(st)ers en de aan het College verbonden gemachtigden te danken voor hun inzet gedurende het afgelopen jaar. Dankzij hen was het College (wederom) in staat haar rol in de zorgsector aansprekend en verantwoord te vervullen. A.P.H. Rutgrink RA, voorzitter Jaarverslag CSZ

6 Taken HET COLLEGE SANERING ZORGINSTELLINGEN IS EEN ZELFSTANDIG BESTUURSORGAAN (ZBO), DAT NAMENS DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT (VWS) EEN AANTAL TAKEN UITVOERT. DE TAKEN VAN HET COLLEGE SANERING ZORGINSTELLINGEN ZIJN: Saneringsregeling zorginstellingen Bij een intrekking of beperking van de toelating van een instelling houdt het College sanering toezicht op het saneringsproces. Het College sanering kan subsidie geven die (deels) voorziet in de financiële gevolgen van deze beperking of intrekking van de toelating van zorginstellingen. Vrijgevestigde medische beroepsbeoefenaren kunnen subsidie krijgen om de teruggang in hun inkomen op te vangen tijdens de periode die voorafgaat aan de beperking of intrekking van de toelating. Saneringsregeling ambulancehulpverlening Bij het intrekken van een vergunning van een ambulancedienst en bij het wijzigen of opheffen van de vestigingsplaats van een Centrale Post voor het Ambulancevervoer kan het College sanering subsidie geven om de financiële gevolgen geheel of gedeeltelijk op te vangen. Op basis van een tijdelijke regeling (waarvan de aanmeldingstermijn inmiddels is verstreken) kan het College sanering subsidie verlenen ter vereffening van een negatief vermogen. 4 Jaarverslag CSZ 2009

7 Vervreemding onroerende zaken Wanneer een zorginstelling terreinen, gebouwen of delen daarvan wil verkopen, verhuren of aan enig beperkt recht onderwerpen, is de directie of de Raad van Bestuur wettelijk verplicht dit bij het College sanering te melden. Als het College sanering besluit dat goedkeuring vereist is, vindt toezicht plaats op het verkoopproces leidend tot een marktconforme opbrengst. Doelstelling van het beleid is te voorkomen dat geld weglekt uit de zorg. werkzaamheden uit te voeren of een regiefunctie te vervullen. Dit gebeurt vooral bij instellingen in financiële problemen. Ook kan het College sanering op verzoek van de minister of staatssecretaris een traject van (bestuurs)aansprakelijkheid onderzoeken. Verder kan het College sanering onder bepaalde voorwaarden aansprakelijkheidsstelling namens de instelling ter hand nemen. De bewindspersoon omschrijft de specifieke taak van het College sanering en stelt deze vast. Werkzaamheden op verzoek van de minister of staatssecretaris De minister of staatssecretaris van VWS en/of van Jeugd en Gezin kan het College sanering vragen bijzondere Jaarverslag CSZ

8 Gang van zaken Bestuur Per 1 januari 2007 heeft de minister de heer A.P.H. Rutgrink RA benoemd tot bestuurder en voorzitter van het College. Het College sanering bestaat vanaf deze datum uit één bestuurder. De directeur van het College is adviserend lid. Secretariaat Het secretariaat regelt de dagelijkse werkzaamheden en houdt zich bezig met de voorbereiding en uitvoering van het beleid. In overleg met gemachtigden begeleiden en houden de medewerkers van het secretariaat toezicht op de instellingen bij het saneringsproces, bij het afstoten van onroerende zaken en het onderzoeken en monitoren van instellingen in financiële problemen. Gemachtigden Het College sanering wordt bijgestaan door gemachtigden, die op afroep beschikbaar zijn. In nauw overleg met de medewerkers van het secretariaat begeleiden zij en houden zij toezicht op de instellingen bij het saneringsproces, bij het afstoten van onroerende zaken en het onderzoeken en monitoren van instellingen in financiële problemen. De gemachtigden zijn deskundig op het terrein van de gezondheidszorg en/of de vastgoedsector. Juridische grondslag De juridische grondslag voor de werkzaamheden van het College sanering is de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en de Wet ambulancevervoer. Artikel 17 van de WTZi regelt het intrekken van de toelating dan wel het beperkingen stellen aan de toelating. In het Uitvoeringsbesluit WTZi is vastgelegd wat wordt verstaan onder de financiële gevolgen van sanering. De voorschriften over de gegevens die de instelling aan het College sanering moet overleggen bij de indiening van een aanvraag voor subsidieverlening zijn op 6 november 2006 in de Staatscourant nr. 216 gepubliceerd ( Nadere regels subsidie ). Artikel 18 van de WTZi bepaalt dat een zorginstelling zich direct bij het College sanering moet melden zodra een voornemen bestaat gebouwen, terreinen of delen daarvan blijvend niet meer voor de instelling te gebruiken. Het College sanering kan binnen acht weken na ontvangst van de melding bepalen dat voor vervreemding, verhuur of het aan enig beperkt recht onderwerpen van gebouwen of terreinen zijn goedkeuring nodig is. Zodra die beslissing genomen is, kan het College sanering een gemachtigde aanwijzen. Artikel 12a van de Wet ambulancevervoer geeft het College sanering de mogelijkheid onder voorwaarden subsidie te verstrekken aan Centrale posten voor het ambulancevervoer en aan ambulancediensten. Artikel 17, eerste en vierde tot en met achtste lid, van de WTZi is ook op ambulancediensten van toepassing verklaard, inclusief de Nadere regels subsidie. Intrekking of beperking van de toelating De wettelijke aanmeldingstermijn is zes weken na bekendmaking van het besluit van de minister inzake de (beperking van de) toelating. Met het oog op het rechtmatig handelen van het College sanering wordt strak de hand gehouden aan deze termijn. Als een aanvraag niet aan de eisen voldoet, kan het College sanering besluiten deze niet in behandeling te nemen. Is alles in orde, dan neemt het College sanering het principebesluit om tot subsidieverlening over te gaan. Er is dan echter nog geen sprake van een automatisch recht op een vergoeding. Vervolgens wijst het College sanering een gemachtigde aan die toezicht houdt op het hele saneringsproces. Het College sanering kan nadere voorwaarden stellen en geeft bovendien de beleidskaders aan waarbinnen de gemachtigde kan werken. Om uniformiteit en rechtsgelijkheid voor de instellingen te waarborgen, is de taakuitoefening van de gemachtigde aan regels en bevoegdheden gebonden. Bij langdurige casus rapporteren de gemachtigden in ieder geval tweejaarlijks aan het College sanering. Sturing van het proces Bij het principebesluit tot subsidieverlening geldt als voorwaarde dat de instelling binnen een bepaalde tijd een liquidatiebegroting moet opstellen. 6 Jaarverslag CSZ 2009

9 Deze liquidatiebegroting is een raming van alle kosten en baten van sanering naar kalenderjaar. De liquidatiebegroting stuurt het saneringsproces aan en is grensbepalend voor de instelling. Het College sanering stemt (al dan niet geamendeerd) in met deze begroting. De instelling weet zo in een vroeg stadium welke kosten tot saneringskosten worden gerekend. Zij kan het beleid en de plannen daarop aanpassen. Voorschotten en deeluitkeringen Het College sanering kan als dat nodig is tot voorschotverstrekking besluiten. Uitgangspunt daarbij is de liquidatiebegroting en de liquiditeitspositie van de instelling. De voorschotbeslissing is voor bezwaar en beroep vatbaar. Subsidievaststelling zorginstellingen De gemachtigde rapporteert aan het College sanering over de uitvoering van het saneringsproces. Is het proces van sanering afgerond met inachtneming van de eisen van rechtmatig handelen en de opgestelde accountantsverklaringen, dan besluit het College sanering tot het voornemen de subsidie vast te stellen. Daarover wordt vervolgens het College voor zorgverzekeringen gehoord. Na diens reactie stelt het College sanering de subsidie vast. Dan volgt een slotbetaling of terugvordering van te veel betaalde voorschotten. Tegen deze vaststelling kan bezwaar en beroep aangetekend worden. Subsidievaststelling ambulancehulpverlening Het College sanering kan subsidie verstrekken die voorziet in de financiële gevolgen van het intrekken van een vergunning van een ambulancedienst of het wijzigen dan wel opheffen van de vestigingsplaats van een Centrale post voor het ambulancevervoer. In de nieuwe Wet ambulancezorg is een herschikking voorzien naar 25 regio s en er worden Regionale AmbulanceVoorzieningen (RAV) opgericht. Om de vorming van deze RAV s te bevorderen is in het Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg een tijdelijke wijziging aangebracht. Hierdoor kan het College sanering bij de bepaling van de lasten van sanering ook een negatief vermogen in beschouwing nemen. Aanmelding voor deze tijdelijke maatregel was mogelijk tot 1 januari Van deze mogelijkheid is ruim gebruik gemaakt. Voor de uitvoering van de tijdelijke maatregel heeft het College sanering uitvoeringsregels vastgesteld: de Nadere regels uitvoering negatief vermogen en de Nadere regels gegevens negatief vermogen. Onroerende zaken De zorginstelling is primair verantwoordelijk voor het proces van afstoting. De gemachtigde begeleidt en houdt toezicht op dit proces aan de hand van het Toetsingskader afstoting onroerende zaken. Dit onderscheidt drie fasen: inventarisatie, verkoopvoorbereiding en verkoop. Bij vervreemding, verhuur en het vestigen van een beperkt recht is het doel het behalen van een marktconforme opbrengst. Uitgangspunt daarbij is een open en transparant proces, waarbij meerdere gegadigden een bod uit kunnen brengen. Uiteindelijk mondt het toezicht en de begeleiding van de gemachtigde uit in een advies aan het College sanering over de voorgenomen transactie. Het secretariaat bereidt de casus voor, waarna het College tot besluitvorming overgaat. In principe vergadert het College eens per twee weken. Bij eenvoudige casus met een naar verwachting korte doorlooptijd wijst het College sanering geen gemachtigde aan. Het werk wordt dan rechtstreeks door het secretariaat voorbereid en afgewikkeld. Het College sanering heeft in 2005 zijn directeur gemachtigd om bij casus van een bescheiden aard en omvang, zoals de verhuur van een kleine ruimte, in mandaat goedkeuring te verlenen. Hiermee wil het College sanering de doorlooptijd van casus beperken en de administratieve lasten verminderen. De Wet toelating zorginstellingen (art 18, lid 2) biedt het College sanering de mogelijkheid te bepalen dat bij verkoop van onroerende zaken het boekresultaat wordt gestort in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ). > Jaarverslag CSZ

10 Het College sanering legde met instemming van de minister in een beleidsregel vast dat een instelling een positief boekresultaat behaald door vervreemding, waarvoor op grond van artikel 18 van die Wet toestemming van het College sanering vereist en verkregen is, niet hoeft te storten in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, tenzij het College sanering anders bepaalt. Werkzaamheden op verzoek Soms is de problematiek van een instelling breder dan de reikwijdte van de wetgeving. Deze bijzondere situaties vergen meestal snelheid, uiterste zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid van handelen. De minister of staatssecretaris van VWS dan wel andere ministers, zoals van Jeugd en Gezin, alsmede de NZa kunnen dan ondersteuning van het College sanering inroepen. De betreffende bewindspersoon neemt het initiatief en legt per casus de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het College sanering schriftelijk vast. Het College sanering rapporteert aan de bewindspersoon. De taken en bevoegdheden, alsmede de informatie-uitwisseling van het College sanering, de Nederlandse Zorgautoriteit en de minister en/of staatssecretaris van VWS zijn voor deze zaken vastgelegd in een protocol. Rechtmatigheid en doelmatigheid Het College sanering schenkt veel aandacht aan rechtmatigheid. Aan de hand van checklisten legt het College sanering per dossier alle relevante procedures intern vast. De externe accountant gebruikt de checklisten als uitgangspunt voor zijn controle. De checklisten zijn opgesteld in afstemming met het College voor zorgverzekeringen. In dit jaarverslag zijn accountantsverklaringen opgenomen over het rechtmatig handelen van het College sanering. 8 Jaarverslag CSZ 2009

11 Wijziging wet- en regelgeving IN HET JAARVERSLAG OVER 2008 IS MELDING GEMAAKT VAN DE VERNIETIGING DOOR DE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE VAN DE BELEIDSREGELS VAN DE MINISTER VAN VWS. DEZE BELEIDSREGELS EN HET DAAROP GEËNTE BELEID VAN HET COLLEGE SANERING REGELDEN DAT INSTELLINGEN ZICH MET ALLE VORMEN VAN WIJZIGING VAN EIGENDOM VAN ONROERENDE ZAKEN BIJ HET COLLEGE MOESTEN MELDEN. TEVENS GAF HET COLLEGE SANERING EEN OORDEEL OVER DE WAARDE DIE IN VERBAND MET DEZE WIJZIGING DOOR DE INSTELLING BEHOUDEN MOEST BLIJVEN VOOR DE ZORG. Door de vernietiging van de beleidsregels blijft er voor het College sanering op het gebied van onroerende zaken tot nadere wettelijke regeling alleen artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) over. Dit houdt in dat instellingen zich moeten melden in geval er sprake is van het blijvend buiten gebruik van de instelling brengen van onroerende zaken. Het College dient hieraan goedkeuring te verlenen alvorens een transactie kan plaatsvinden. De Tweede Kamer heeft, na vernietiging van de beleidsregels, gevraagd naar nieuwe wetgeving waar robuust toezicht uitgebreider in is geregeld dan in het huidige artikel 18 WTZi. De minister heeft dit verzoek overgenomen en de Wet vermogensbehoud zorginstellingen voorbereid. In dit voorstel krijgt het College sanering taken op het gebied van toezicht en besluitvorming op eigendomswijziging van onroerende zaken. De Raad van State heeft inmiddels over het wetsvoorstel geadviseerd. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag is het Kabinet demissionair en loopt de wetgeving vertraging op. De minister van VWS heeft naast de Wet vermogensbehoud ook de zogenaamde Wet cliëntenrechten zorg in voorbereiding. In deze wet is een onderdeel opgenomen waarin de overige werkzaamheden van het College sanering worden geregeld (afgezien van het onderdeel onroerende zaken). Dit wetsvoorstel is voor advies naar de Raad van State gestuurd. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag is voorzien dat het College sanering een rol kan spelen bij Early Warning van problemen bij zorginstellingen. Het gaat bij Early Warning om continuïteit van cruciale zorg bij instellingen die in financiële problemen zijn geraakt, dan wel dreigen te komen. In de brief Ruimte en rekenschap voor zorg en ondersteuning geeft de minister van VWS zijn visie weer hoe een en ander tot stand kan komen. In deze brief is voor het College sanering, naast de NZa, een rol weggelegd en wordt voorgesteld de bevoegdheid van het College vorm te geven. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag is het Kabinet demissionair en loopt de wetgeving vertraging op. Beleid College sanering Het College sanering heeft in 2009 het mandateringsen volmachtbesluit herzien en opnieuw vastgesteld. Tevens heeft het College de klachtenregeling aangepast en vastgesteld. In mei 2009 heeft het College sanering de beleidsregel inzake vervreemding van onroerende zaken op basis van artikel 18 van de WTZi vastgesteld. In deze beleidsregel wordt bepaald dat het College sanering nog steeds uitgaat van een open en transparant proces bij toepassing van artikel 18 WTZi. Mocht een instelling echter van mening zijn dat een één-op-één-relatie beter is voor de instelling, dan kan de instelling dit voorstel gemotiveerd aan het College sanering voorleggen. Het College sanering geeft hierop een oordeel of deze vorm van vervreemden akkoord is. Basis voor goedkeuring dient in alle gevallen nog steeds te zijn dat er een marktconforme prijs wordt behaald. In november 2009 heeft het College sanering zijn bestuursreglement herzien en vastgesteld. Dit reglement is ter goedkeuring aan de minister van VWS voorgelegd. De goedkeuring is door VWS aangehouden in afwachting van de inwerkingtreding van de Wet Vermogensbehoud zorginstellingen en de Wet Cliëntenrechten Zorg. De mandaterings- en volmachtregeling, de klachtenregeling en de beleidsregel inzake vervreemding van onroerende zaken zijn te vinden op de website van het College sanering: Jaarverslag CSZ

12 Het verslagjaar WERKZAAMHEDEN IN CIJFERS EIND 2008 HAD HET COLLEGE SANERING 634 CASUS IN BEHANDELING. DE BEHANDELING HIERVAN GING PER 1 JANUARI 2009 DOOR. IN 2009 WERDEN 99 NIEUWE CASUS AANGEMELD. DE DOORLOOPTIJD PER CASUS VERSCHILT STERK. AFHANKELIJK VAN AARD EN COMPLEXITEIT LOOPT DEZE UITEEN VAN ENKELE WEKEN TOT VELE JAREN. Verloop onderhanden werk in 2009: Casus Aantal casus in behandeling per In behandeling genomen in Afgesloten in Aantal casus in behandeling per Mutaties per sector: Casus per werkveld Nieuw Afgesloten Sanering Ambulancevervoer Onroerende zaken Werkzaamheden op verzoek Totaal In 2009 hebben 89 instellingen zich gemeld bij het College, verdeeld over de volgende sectoren: Melding onroerende zaken ontvangen in 2009 Ziekenhuizen 7 Instellingen voor gehandicapten 16 GGZ-instellingen 20 Verpleeghuizen 9 Verzorgingshuizen 8 Bloedbanken 0 Zorgcentra 29 Totaal 89 Op verzoek van het College sanering doet het College voor zorgverzekeringen betalingen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ): Subsidies in euro s 2009 Voorschotten en uitkeringen Stortingen Saldo Jaarverslag CSZ 2009

13 Met de verkopen waarover het College sanering goedkeuring verleende, werd in de periode de volgende opbrengst gerealiseerd: Jaar Verkooptransacties Totaal opbrengst Gemiddelde opbrengst Totaal Overige kengetallen: Bestuursleden Aantal personen Casus in behandeling Gemiddeld In % (2000 = 100) Toename t.o.v. het jaar ervoor Personele inzet 1. Gemachtigden Aantal personen (ca.) Gedeclareerde uren Omgerekend in f.t.e. (ca.) 3,3 3,9 3,9 4,1 4,8 6,0 5,0 5,0 5,8 6,3 In % (2000 = 100) Secretariaat a. Beleidsmedewerkers incl. directie - aantal personen 7,0 6,0 6,0 6,0 5,0 6,0 6,0 6,0 6,0 6,0 - aantal f.t.e. (ca.) 5,9 5,2 4,7 4,5 3,5 5,1 5,1 5,5 5,3 5,1 F.t.e. in % (2000 = 100) b. Overige medewerkers aantal personen 2,0 2,0 2,0 2,0 3,0 4,0 4,0 4,0 3,0 3,0 - aantal f.t.e. (ca.) 1,2 1,9 1,3 1,0 2,2 2,5 2,5 3,5 2,2 2,2 F.t.e. in % (2000 = 100) Totaal secretariaat aantal personen 9,0 8,0 8,0 8,0 8,0 10,0 10,0 10,0 9,0 9,0 - aantal f.t.e. (ca.) 7,1 7,1 6,1 5,5 5,8 7,6 7,6 9,0 7,5 7,3 F.t.e. in % (2000 = 100) Jaarverslag CSZ

14 3. Gemachtigden + Secretariaat Aantal f.t.e. (ca.) 10,4 11,0 10,0 9,6 10,7 13,6 12,6 14,0 13,3 13,6 F.t.e. in % (2000 = 100) Kosten College (incl. Resultaatbestemming) 1. Werkelijke kosten X euro In % (2000 = 100) Toename t.o.v. t Kosten per casus X euro 13,7 9,0 7,9 6,5 5,6 5,3 4,2 5,5 5,3 4,3 In % (2000 = 100) Toelichting Het aantal in behandeling zijnde casus is in de periode 2000 tot en met 2009 gestegen van gemiddeld 119 naar 597 en daarmee vervijfvoudigd. Uit de aard der zaak zijn deze verzoeken nooit te voorzien en derhalve ook niet planbaar. De stijging van de personele kosten is bij de stijging van het aantal casus achtergebleven. Is er enerzijds een stijging te zien bij het aantal ingezette uren gemachtigden van tot 9.144, bij de directie en de beleidsmedewerkers is het aantal f.t.e. afgenomen (van 5,9 naar 5,1 f.t.e.). Daarbij is het mogelijk gebleken dat door de beleidsmedewerkers min of meer eenvoudige casus worden afgehandeld zonder inzet van gemachtigden. Dit heeft wel geleid tot een versterking van de secretariële bemensing (van 1,2 naar 2,2 f.t.e.). De stijging van de kosten van het College sanering in negen jaar tijd van 1,6 mio naar 2,6 mio (= 158%) blijft achter bij de stijging in genoemde periode van de in behandeling zijnde casus (= 502%). De kostentoename wordt voor een deel verklaard door de stijging van de grootste kostenpost, de kosten van de gemachtigden, met name doordat de laatste jaren meer en meer een beroep wordt gedaan op de deskundigheid van de gemachtigden door de minister, de staatssecretaris en de Nederlandse zorgautoriteit bij instellingen in (financiële) problemen Aantal casus Aantal casus in behandeling Saneringsregeling zorginstellingen In het verslagjaar gaf de minister geen sluitingsbeslissing af. Het College sanering had eind 2009 nog vijf saneringscasus in behandeling. Aan het begin van het verslagjaar had het College sanering geen aanvragen op grond van het Besluit inkomstenderving vrijgevestigde medische beroepsbeoefenaren in behandeling. Ook zijn er in 2009 geen nieuwe aanvragen ingediend Jaarverslag CSZ 2009

15 Deze casus hebben als regel een doorlooptijd die varieert 200,0 180,0 160,0 140,0 120,0 100,0 80,0 60,0 40,0 20,0 - Opbrengst (x1 miljoen euro) Verkoopopbrengst onroerende zaken Saneringsregeling ambulancevervoer Op 26 februari 2002 verscheen het Besluit tijdelijke sanering ambulancevervoer in de Staatscourant. Dit Besluit moest de vorming van Regionale ambulancevoorzieningen in de sector Ambulancehulpverlening bespoedigen. Het College sanering kreeg hierbij tijdelijk de mogelijkheid om aan Centrale posten voor het ambulancevervoer en aan ambulancediensten óók subsidie te verlenen voor een negatief vermogen. Het College sanering ontving in totaal 78 aanmeldingen voor deze tijdelijke regeling. In 2009 zijn vijf casus afgehandeld; in alle gevallen werden subsidies vastgesteld. Per 31 december 2009 waren nog twintig aanvragen in behandeling. Vervreemding onroerende zaken Vanaf 1 januari 2000 moeten zorginstellingen zich melden bij het College sanering als zij van plan zijn om onroerende zaken blijvend niet meer voor de instelling te gebruiken. In 2000 was het gemiddeld aantal in behandeling zijnde casus 119. Eind 2008 waren er 592 casus onroerende zaken in behandeling. Daar kwamen in 2009 nog eens 89 casus bij en werden 159 casus afgesloten. Het totaal aantal aanvragen in behandeling bedraagt per 31 december Vanaf 1 januari 2000, toen de wettelijke meldingsplicht inging, is het aantal casus in behandeling sterk gestegen. Het toegenomen aantal casus in behandeling, ook per gemachtigde, maakt het mogelijk om bij de planning van afspraken tot combinaties te komen die de efficiency bevorderen. Voor zover mogelijk wikkelt het secretariaat transacties af die geen inzet van een gemachtigde vergen tussen enkele weken en enkele maanden. Het verschil in doorlooptijd van een casus is mede afhankelijk van de complexiteit van de casus. Werkzaamheden op verzoek Op 1 januari 2009 had het College sanering tien casus in behandeling, die vallen onder haar niet-wettelijke taak. In de loop van het jaar zijn er tien nieuwe verzoeken aan het College sanering gedaan en zijn er acht casus afgesloten, waardoor eind 2009 het College twaalf onderzoeken op verzoek van de minister en/of staatsecretaris van VWS of de NZa in behandeling had Kosten (x1.000,= euro) Kosten College per casus Bezwaar en beroep In de jaarverslagen over de jaren 2007 en 2008 is melding gemaakt van een vanaf 2007 lopende procedure inzake een ambulancevervoerder. In eerste instantie besloot het College sanering geen subsidie te verlenen, omdat de gemeente reeds het negatieve saldo van de ambulancevervoerder had betaald. Naar aanleiding van een ingediend beroepschrift besloot het College een nieuw besluit te nemen. Het College besloot subsidie te verlenen en de inhoud van de subsidieaanvraag opnieuw te bezien. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag is nog geen subsidie vastgesteld. De instelling dient de gemaakte kosten nog te specificeren. In het jaarverslag over het jaar 2008 wordt van een aantal (in dat jaar niet afgehandelde) zaken melding gemaakt. Het gaat om de volgende zaken: een instelling krijgt van de minister een beperking van de toelating op grond van asbest-sloopkosten. > 2009 Jaarverslag CSZ

16 Het College verleent subsidie, maar geeft bij de liquidatiebegroting reeds aan dat te zijner tijd niet het gehele bedrag aan sloopkosten voor subsidie in aanmerking kan komen, gezien de financiële positie van de instelling. De instelling dient een bezwaarschrift in. Het College verklaart de instelling ontvankelijk en besluit dat er ruimte is voor de instelling om een eigen bijdrage aan de sloopkosten te leveren. De instelling dient een beroepschrift in bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen de eigen bijdrage. De afdeling besluit in oktober 2009 de instelling in zijn beroep niet-ontvankelijk te verklaren. In de brief van het College waarin de liquidatiebegroting wordt behandeld, is door het College duidelijk gemaakt op welk bedrag de instelling te zijner tijd kan rekenen. Hiermee wordt aan de instelling de gelegenheid geboden vermogen van buiten af aan te trekken. Bij de subsidievaststelling zal het nu geschatte bedrag definitief worden bepaald. Pas tegen de subsidievaststelling kan bezwaar en beroep worden aangetekend. De brief van het College is, aldus de afdeling, een mededeling van informatieve aard over de verwachte eigen bijdrage en niet op rechtsgevolg gericht. Het College had de instelling niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn bezwaar. Bij een instelling die een stuk grond wil verkopen wordt door het College sanering een relatie gelegd met een nog lopende saneringszaak. De opbrengst van de onroerende zaken zal te zijner tijd bij de afhandeling van de sanering worden betrokken. De instelling dient in 2008 een bezwaarschrift in. De sanering is op het moment van schrijven van dit jaarverslag nog niet afgehandeld en daarmee ook deze casus niet. Het College besloot dat goedkeuring is vereist voor het verkopen van grond onder aanleunwoningen. De aanleunwoningen vallen niet onder de WTZi, maar de grond was eigendom van een verzorgingshuis, zijnde een WTZi-instelling. De instelling dient een bezwaarschrift in. Lopende deze procedure toont de instelling door middel van een goedkeurende accountantsverklaring aan dat aankoop niet met publieke zorgmiddelen heeft plaatsgevonden en een juiste en volledige splitsing van de opbrengsten en exploitatiekosten van gebouw en grond eveneens heeft plaatsgevonden. Aangezien het beleid van het College is dat in specifieke gevallen bij aankoop zonder publieke zorgmiddelen en een gescheiden administratie van WTZi en niet-wtzi de delen die niet onder de WTZi vallen niet aan goedkeuring onderhevig zijn, wordt het bezwaar van de instelling gegrond verklaard. Een instelling die zich had gemeld in verband met het uitgeven van grond in erfpacht bleek bij nadere beschouwing volgens het College sanering geen eigenaar van de grond te zijn. De eigenaar is geen WTZi-instelling. Derhalve is het College van mening dat goedkeuring niet aan de orde is. De instelling tekent (nadat al eerder een bezwaarschriftprocedure was gehouden) beroep aan bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De afdeling verklaart de instelling niet-ontvankelijk in zijn beroep. De afdeling oordeelt dat de instelling geen belang heeft bij de procedure, nu het vestigen van het recht van erfpacht 14 Jaarverslag CSZ 2009

17 door een derde ook zonder de goedkeuring van het College mogelijk is. Het beroep strekte er ook toe om voor de instelling duidelijk te krijgen of de instelling eigendomsrechten op de onroerende zaken kon doen gelden en daarmee op de opbrengst. De afdeling is van oordeel dat dit een belang is dat niet in deze procedure aan de orde kan komen. Deze rechtsvraag valt buiten het besluit van het College dat hier aan de orde is en de bestuursrechter is niet geroepen tot het beslechten van een civiel geding. In het verslagjaar 2009 is één bezwaarschrift ingediend. Een instelling meldt zich bij het College sanering in verband met het voornemen een verzorgingshuis te slopen en de grond te verkopen. Het College besluit dat goedkeuring is vereist. Vervolgens wordt goedkeuring verleend aan de instelling voor de verkoop aan een woningcorporatie. De verkoop gaat echter niet door. Het College besluit het eerdere goedkeuringsbesluit in te trekken. Tevens deelt het College de instelling mee dat de eerdere beschikking (goedkeuring voor verkoop) nog steeds van kracht is, aangezien de instelling nog steeds wil verkopen. Hiertegen wordt een bezwaarschrift ingediend. In 2010 deelt de instelling het College sanering mee dat afgezien wordt van verdere samenwerking met de woningcorporatie en dat de instelling zelf de onroerende zaken zal exploiteren en ontwikkelen. Het College sanering besluit dat de eis (dat goedkeuring is vereist) wordt ingetrokken, waarna de instelling het bezwaar intrekt. Jaarverslag CSZ

18 Verantwoording besluiten VERANTWOORDING OVER DE BESLUITEN VAN HET COLLEGE SANERING OVER SUBSIDIEVERLENING, INSTEMMING MET LIQUIDATIEBEGROTINGEN, DEELAFREKENINGEN EN EINDAFREKENINGEN, ALSMEDE VAN IN OPDRACHT VAN HET COLLEGE SANERING VERSTREKTE EN TERUGONTVANGEN VOORSCHOTTEN/SUBSIDIES IN HET JAAR Sanering Wet toelating zorginstellingen Besluiten College sanering aantal instellingen bedrag in euro s Verzoeken tot subsidieverlening: honorering 0 afwijzing 0 Instemmen met: liquidatiebegrotingen 0 0 deelafrekeningen 0 0 subsidievaststellingen Betalingen ten laste van AFBZ Verstrekte voorschotten/subsidies: voorschotten op basis van liquidatiebegrotingen 0 0 voorschotten op basis van deelafrekeningen 0 0 voorschotten op basis van subsidievaststellingen 0 subsidies op basis van deelafrekeningen 0 subsidies op basis van subsidievaststellingen Terugontvangen: lopende casus 0 0 afgesloten casus In het jaar 2009 zijn geen besluiten genomen ten aanzien van vrijgevestigde medische beroepsbeoefenaren noch betalingen aan hen verricht. Sanering Wet ambulancevervoer Besluiten College sanering aantal instellingen bedrag in euro s Verzoeken tot subsidieverlening: honorering 2 afwijzing 0 Instemmen met: liquidatiebegrotingen deelafrekeningen subsidievaststellingen Jaarverslag CSZ 2009

19 Betalingen ten laste van AFBZ aantal instellingen bedrag in euro s Verstrekte voorschotten/subsidies: voorschotten op basis van liquidatiebegrotingen 0 0 voorschotten op basis van deelafrekeningen voorschotten op basis van subsidievaststellingen 0 0 subsidies op basis van deelafrekeningen subsidies op basis van subsidievaststellingen Terugontvangen: lopende casus 0 0 afgesloten casus 0 0 VERANTWOORDING OVER DE BESLUITEN VAN HET COLLEGE SANERING INZAKE MELDINGEN ONROERENDGOEDTRANSACTIES ZORGINSTELLINGEN IN HET JAAR 2009 Wet toelating zorginstellingen, artikel 18 Besluiten College sanering aantal transacties bedrag in euro s Goedkeuring van transacties: opbrengst verkoop opbrengst verhuur/erfpacht per jaar Het College voert zijn taak uit met betrekking tot de door de instelling op basis van de wettelijke meldingsplicht ingevolge artikel 18 Wet toelating zorginstellingen gemelde onroerendgoedtransacties. Ten aanzien van de volledigheid van het aantal aangemelde casus is het College sanering afhankelijk van de naleving door de zorginstellingen van de wettelijke meldingsplicht ingevolge artikel 18 Wet toelating zorginstellingen. De taak van het College sanering strekt tot en met de goedkeuring van de transactie, waarvan melding wordt gedaan aan relevante instanties. Het toezien op de afwikkeling van de transacties en de aanwending van het resultaat van de transacties ten behoeve van de zorginstelling nadat het College zijn goedkeuring heeft verleend, valt niet onder de wettelijke taak van het College sanering. Jaarverslag CSZ

20 Assurance-rapport inzake rechtmatigheid sanering Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben onderzocht of de op pagina 16 opgenomen Verantwoording over de besluiten van het College sanering zorginstellingen over subsidieverlening, instemming met liquidatiebegrotingen, deelafrekeningen en eindafrekeningen, alsmede van in opdracht van het College sanering verstrekte en terugontvangen voorschotten/subsidies in het jaar 2009 inzake sanering Wet Toelating Zorginstellingen en sanering Wet Ambulancevervoer van het College sanering zorginstellingen te Utrecht, de gegevens juist weergeeft in overeenstemming met de Wet Toelating Zorginstellingen en de Wet Ambulancevervoer. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College sanering zorginstellingen. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake de verantwoording te verstrekken. Werkzaamheden Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie. Dienovereenkomstig dienen wij ons onderzoek zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een assurance-opdracht omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Toelichting werkzaamheden Indien besluitvorming door het College sanering zorginstellingen gebaseerd is op documenten gedateerd voor 1 november 1998, hebben wij deze laatstgenoemde documenten niet in onze controle betrokken. Conclusie Op grond van onze werkzaamheden komen wij tot de conclusie dat de Verantwoording over de besluiten van het College sanering zorginstellingen over subsidieverlening, instemming met liquidatiebegrotingen, deelafrekeningen en eindafrekeningen, alsmede van in opdracht van het College sanering verstrekte en terugontvangen voorschotten/subsidies in het jaar 2009 inzake sanering Wet Toelating Zorginstellingen en sanering Wet Ambulancevervoer (pagina 16), uitgezonderd het mogelijke effect van hetgeen is vermeld in de paragraaf Toelichting werkzaamheden, de gegevens in alle van materieel belang zijnde aspecten juist weergeeft in overeenstemming met de Wet Toelating Zorginstellingen en de Wet Ambulancevervoer. Amstelveen, 21 april 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V. M.W.J. van de Luur RA 18 Jaarverslag CSZ 2009

21 Assurance-rapport inzake rechtmatigheid onroerende zaken Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben onderzocht of de op pagina 17 opgenomen Verantwoording over de besluiten van het College sanering zorginstellingen inzake meldingen onroerendgoedtransacties zorginstellingen met betrekking tot afgesloten casus in het jaar 2009 van het College sanering zorginstellingen te Utrecht de gegevens juist weergeeft in overeenstemming met de wettelijke vereisten ingevolge artikel 18 van de Wet Toelating Zorginstellingen. De verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College sanering zorginstellingen. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake de verantwoording te verstrekken. Werkzaamheden Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie. Dienovereenkomstig dienen wij ons onderzoek zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een assurance-opdracht omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Conclusie Op grond van onze werkzaamheden komen wij tot de conclusie dat de Verantwoording over de besluiten van het College sanering zorginstellingen inzake meldingen onroerendgoedtransacties zorginstellingen met betrekking tot afgesloten casus in het jaar 2009 (pagina 17) de gegevens in alle van materieel belang zijnde aspecten juist weergeeft in overeenstemming met de wettelijke vereisten ingevolge artikel 18 van de Wet Toelating Zorginstellingen. Toelichting Zonder afbreuk te doen aan onze conclusie willen wij uw aandacht vestigen op de in de verantwoording opgenomen zinsnede dat het waarborgen van de volledigheid van de meldingen van onroerendgoedtransacties en het toezien op de afwikkeling van de transactie en de aanwending van het resultaat ten behoeve van de zorginstellingen nadat het College sanering zorginstellingen zijn goedkeuring heeft verleend, niet onder de wettelijke taken van het College sanering zorginstellingen valt. Amstelveen, 21 april 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V. M.W.J van de Luur RA Jaarverslag CSZ

22 Balans en exploitatierekening Balans per 31 december 2009 Bedrag in euro s 31 december december 2008 Vaste activa Materiële vaste activa p.m. p.m. Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Egalisatiereserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve Afbouw CSZ Subtotaal Kortlopende schulden Exploitatierekening over 2009 Bedrag in euro s rekening 2009 begroting 2009 rekening 2008 Lasten Personele uitgaven Algemene uitgaven Resultaatbestemming Totaal Baten Ten laste van VWS Diverse baten Totaal Jaarverslag CSZ 2008

23 Toelichting op de balans De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders is vermeld worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde en worden de resultaten toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Op grond van de Regeling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2005, nr. MC/T&B , houdende regels voor de bezoldiging en beheerskosten bestuursorganen volksgezondheid, is het mogelijk een egalisatiereserve te vormen voor het verschil tussen de begroting en de werkelijke uitgaven. De omvang bedraagt maximaal 5% van het totale begrotingsbedrag. Van deze mogelijkheid is ook in 2009 gebruik gemaakt. Daarnaast is, met instemming van de minister van VWS, het tekort over 2009 onttrokken aan een in het verleden opgebouwde bestemmingsreserve voor de mogelijke kosten van afbouw van het College sanering in de toekomst. Toelichting op de exploitatierekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de Regeling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2005, nr MC/T&B , houdende regels voor de bezoldiging en beheerskosten bestuursorganen volksgezondheid, de Wijziging van deze Regeling bij Regeling van 12 december 2006, nr. MC-U , en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (wet van 9 februari 2006). een budgetoverschrijding ten laste te brengen van een eerder gevormde bestemmingsreserve. Over de periode gemeten is het aantal casus onderhanden werk toegenomen van gemiddeld 119 naar 597 (= 502%). De personele uitgaven zijn van 2008 naar 2009 gestegen. Dit is met name het gevolg van gestegen kosten van gemachtigden. Van 2000 naar 2009 stegen de uren van gemachtigden van naar (= 189%). Bij het opstellen van een begroting is inschatting van aard en omvang én van het aantal aanmeldingen van nieuwe casus naast het benodigde tijdsbeslag van zowel oude als nieuwe casus slechts zeer beperkt mogelijk. De algemene uitgaven zijn op de raming achtergebleven vanwege met name meevallende automatiserings- en bureaukosten. De balans per 31 december 2009 en de exploitatierekening over 2009 zijn ontleend aan de door KPMG Accountants gecontroleerde jaarrekening 2009 van het College sanering zorginstellingen. KPMG Accountants heeft een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening 2009 verstrekt. Ten behoeve van een duidelijker inzicht in de financiële positie, de resultaten van het College en de reikwijdte van de controle van KPMG, dienen de balans en exploitatierekening 2009 te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening 2009, waaraan deze gegevens zijn ontleend. De begroting 2009 is door de minister van VWS laatstelijk bij brief van 17 juli 2009 (kenmerk MC-U ) inclusief loonaanpassing goedgekeurd voor een bedrag van ,=. Bij schrijven van 12 november 2009 heeft de minister er in toegestemd om Jaarverslag CSZ

24 Personalia College sanering zorginstellingen Sinds januari 2007 is de heer A.P.H. Rutgrink RA, woonachtig te Den Haag, benoemd tot bestuurder en voorzitter van het College. Het College sanering bestaat thans uit 1 bestuurder. De directeur van het secretariaat van het College, is adviserend lid. Gemachtigden De kring van gemachtigden van het College bestaat ultimo 2009 uit 20 personen. De coördinatie van de inschakeling van gemachtigden als deskundigen is in handen van de directeur. Van de gemachtigden de heer Gielen, de heer Helmig en de heer Van der Linden is in de loop van het verslagjaar afscheid genomen, zij het dat zij elk nog enkele casus in behandeling afwikkelen. Het College sanering hanteert een leeftijdsbeleid. Dit betekent dat gemachtigden die de leeftijd van 70 jaar naderen of al bereikt hebben in goed overleg met het secretariaat hun werkzaamheden voor het College afbouwen. In 2009 zijn met twee gemachtigden hierover gesprekken gevoerd en afbouwafspraken voor de komende periode gemaakt. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag bestaat nog onduidelijkheid over het toekomstige takenpakket van het College sanering. Het Parlement moet zich immers nog uitspreken over twee wetsvoorstellen, die direct raken aan het takenpakket van het College sanering. Gegeven deze onduidelijkheid heeft het College sanering besloten om ten aanzien van de invulling van de functie van directeur geen onomkeerbare besluiten te nemen. In het licht van het voorstaande heeft het College sanering besloten om met ingang van 1 september 2009 de heer drs. P.A. van Ruijven te benoemen tot waarnemend directeur. Tevens heeft de heer E. Lakwijk (facilitair medewerker) zijn werkzaamheden voor het College sanering beëindigd. Met ingang van 1 januari 2010 is de heer drs. D.A. van Maarseveen aangetrokken op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de functie van financieel-economisch beleidsmedewerker. Secretariaat De directeur van het College sanering, de heer G. van den Berg, heeft om gezondheidsredenen zijn functie per 31 augustus jl. neergelegd. De heer Van den Berg heeft de afgelopen zes jaar met toewijding leiding gegeven aan het secretariaat van het College sanering. 22 Jaarverslag CSZ 2009

25

26 Personen Publicaties en Colofon Per 1 januari 2010 Leden van het College sanering zorginstellingen A.P.H. Rutgrink RA, voorzitter (Ambtelijk) Accounthouder namens de minister van VWS drs. I.L. van Huiden Secretariaat drs. P.A. van Ruijven, waarnemend secretaris/directeur mevrouw mr. L.A.C. van Leeuwen, hoofd Juridische Zaken drs. D.A. van Maarseveen, financieel-economisch beleidsmedewerker mevrouw drs. H.M.C. Oskam, ondersteunend beleidsmedewerker mr. H.Th. Stevens, beleidsmedewerker en chef de bureau mevrouw A.J.M. Vonk- Rondeel, administratief medewerkster mevrouw C.T. Wietsma, secretaresse mevrouw C.M.H.O. van Zijl, ondersteunend beleidsmedewerker De meest recente publicaties van het College sanering zorginstellingen zijn te vinden op de website: Colofon College sanering zorginstellingen Postbus 3148, 3502 GC Utrecht Bezoekadres: Churchilllaan 11 (3 e etage) 3527 GV Utrecht Tel. (030) Fax (030) info@collegesanering.nl Internet: Ontwerp, opmaak en druk: SENZ Grafische Media Woerden Gemachtigden drs. G. Aukema, Giethoorn drs. W. van den Bos Czn., Wateringen mr. J.J. de Bruijn, Putten dr. mr. Th.G.J.M. van de Burgt, Amersfoort mevrouw M.P. Duijnker, Geervliet M.H. van Eerd RA, Heeze ir. J.J.M. Geenen, s-gravenhage mr. J.H.M. Govers, Ulvenhout AC drs. G.M.W.M. Keijser, Dieren drs. L. Mesman, Haarlem mr. J.J.L. Middelkoop, Hilversum drs. J.J. Onnes, Maarssen G.J.P. van Otterloo, s-gravenhage ing. J.F. Paul, Putten G. Ploeg, Klundert mr. W.G. van der Putten, Utrecht drs. M.J. van Rooijen, Oegstgeest drs. A. Sliedrecht, Woerden drs. D.C. van de Velde, Nijkerk drs. P. Wagenaar, Bilthoven 24 Jaarverslag CSZ 2009