e1 A CENTRALE DEURVERGRENDELINGS INTERFACE GEBRUIKSAANWIJZING Centrale deurvergrendeling interface Voorwoord

Transcriptie

1 e1 A CENTRALE DEURVERGRENDELINGS INTERFACE GEBRUIKSAANWIJZING Centrale deurvergrendeling interface Voorwoord Om het u zo gemakkelijk mogelijk te maken is deze handleiding in grote lijnen verdeeld in twee stukken. Een gebruikersdeel voor de algemene bediening en het personaliseren van de interface en een montagedeel voor het monteren en instellen van het systeem. Indien u niet beschikt over voldoende elektrotechnische vakkennis en ervaring moet u zich beperken tot het gebruikersdeel en de montage overlaten aan een monteur. Wij wensen u veel plezier en gemak van de Carpoint centrale deurvergrendeling interface Service Best BV MADE IN EUROPE FOR CARPOINT

2 Inhoudsopgave Inleiding 1 Gebruikershandleiding 1. De CPV interface gebruiken Het systeem activeren Het systeem uitschakelen Kofferbak aansturing 1 2. Zelflerende handzenders Handzender programmeerprocedure 2 Montagehandleiding 3. Voorbereiding op de montage Inhoud van de doos Benodigd gereedschap/zekeringen Inbouw voorwaarde Test opstelling 4 4. Optionele toebehoren Centrale deurvergrendeling (CPV) De Deurmotor 5 5. Montage van de CPV interface Bevestiging van de module Antenne Indicatie led 6 6. Het elektrisch aansluiten van de CPV interface Aansluitgegevens van het systeem in de auto Het montageschema Draadcode en functie De CPV draden De knipperlichten De programmeerdraden Voeding voor de CPV interface Optionele aansluitingen Montage gerelateerde programmeer functies Pneumatisch CPV systeem Comfortsluiting Programmeer schema Carpoint CPV set Technische specificaties Garantie voorwaarde 14 Bijlage CPV aansluitschema s 15 Inleiding Deze interface is de oplossing voor auto s die al zijn uitgerust met een centrale deurvergrendeling (CPV) zonder afstandsbediening. Met deze interface kunt u de CPV op afstand bedienen, de deursloten op afstand vergrendelen en ontgrendelen. Indien de auto niet is uitgerust met een centrale deurvergrendeling moet er eerst één gemonteerd worden. Bijvoorbeeld de Carpoint 2-deurs CPV set artnr of de Carpoint 4- deurs CPV set artnr Speciaal voor deze CPV sets is een extra kabelboom toegevoegd om de montage éénvoudiger te maken. Deze interface kan in principe alle centrale deurvergrendelingen aansturen (inclusief comfort aansturing). De interface set bestaat uit een centrale module, een indicatie led, twee handzenders en aansturingsmogelijkheden voor een externe sirene/claxon en kofferbaksluiting. Indien de indicatie led op een zichtbare plaats gemonteerd wordt kan deze tevens dienen als alarm simulatie. Meerdere/vervangende handzenders zijn los leverbaar onder artnr , deze zijn via de beschrijving van Hoofdstuk 2 in te leren. Men moet hiervoor wel beschikken over één originele (bij de set geleverde) goed werkende handzender. Gebruikershandleiding 1. De CPV interface gebruiken 1.1 Het systeem activeren. Druk op toets B van de handzender, ter bevestiging gebeurt er het volgende: De knipperlichten lichten twee keer op (indien een externe sirene/claxon is aangesloten geeft deze een akoestisch signaal). De deuren gaan op slot (indien er een comfortsluiting aanwezig is gaan ook de ramen dicht). De indicatie led gaat continu branden. Na 30 seconde gaat de indicatie led knipperen (± 1 maal per seconde). 1.2 Het systeem uitschakelen Druk op toets B van de handzender, ter bevestiging gebeurt er het volgende: De knipperlichten lichten één keer op(indien een externe sirene/claxon is aangesloten geeft deze een akoestisch signaal). De deuren gaan van het slot. De indicatie led gaat uit. 1.3 Kofferbak aansturing Als de auto is uitgerust met een elektrische kofferbak vergrendelingschakelaar en de interface hierop aangesloten is kan met knop A van de handzender de kofferbakvergrendeling aangestuurd worden (zie paragraaf 6.8 Optionele aansluitingen). A B 1

3 2. Zelflerende handzenders De CPV interface is in staat om nieuwe handzenders te leren en zoekgeraakte of gestolen handzenders te verwijderen uit het geheugen. Nieuwe handzenders zijn bij de Carpoint dealer te bestellen met artnr U moet altijd één originele handzender in uw bezit hebben (origineel = handzender die meegeleverd is bij de interface). Als dit niet het geval is moet u een compleet nieuwe interface kopen (incl. twee handzenders). Het is technisch niet mogelijk en fraude gevoelig als men nieuwe handzenders kan in leren zonder een originele. Een compleet nieuwe interface (Carpoint artnr ) is wel direct op de stekker van de reeds gemonteerde kabelboom te plaatsen, hierdoor is de montage tijd minimaal en eenvoudig. Een handzender bestaat uit gevoelige elektronica en de drukknopjes zijn aan slijtage onderhevig. Voorkom beschadiging door vallen, verdrukking en overmatig vocht/hitte. Om deze redenen is het praktisch onmogelijk garantie te claimen over een in gebruik genomen handzender. Indien de ontvangst slechter wordt moet u de interne batterij vervangen (12V 23A Alkaline batterij) Carpoint artnr Handzender programmeerprocedure. 1. Schakel het systeem uit. 2. Sluit de geel/zwarte draad van de interface module aan op massa. De indicatie led knippert 4 maal ter bevestiging. 3. Binnen 5 seconden drukt U op toets B van de originele handzender (onderste toets, dichtst bij het bevestigingsoog, zie ook paragraaf 1.1 figuur 1). U zit in de zelflerende mode als de indicatie led 4 maal ter bevestiging heeft geknipperd. 4. Binnen 5 seconden drukt u weer op toets B van dezelfde originele handzender. Het geheugen wordt gewist, de code s van de handzenders worden gewist, behalve van de gebruikte handzender, als de indicatie led 4 maal ter bevestiging heeft geknipperd. 5. Binnen 5 seconden drukt u op toets B van een andere handzender. De nieuwe handzender is geprogram- meerd als de indicatie led 4 maal ter bevestiging heeft geknipperd. Opmerking: Het is mogelijk om maximaal 4 handzenders te programmeren. U programmeert meerdere handzenders door met de programmeerprocedure door te gaan (stap 5 herhalen). 6. Om het programmeerproces te stoppen koppelt u de geel/zwarte draad los en isoleert u deze weer met isolatie tape. Montage handleiding 3. Voorbereiding op de montage Leest u deze handleiding aandachtig door zodat er geen problemen ontstaan bij het monteren en aansluiten van het alarmsysteem. 3.1 Inhoud van de doos 1 x module 2 x handzender 1 x kabelboom universeel (dikkere kabelboom) 1x kabelboom specifiek (dunnere kabelboom) voor de Carpoint Centrale portier vergrendeling set artnr (2 deurs CPV) of artnr (4 deurs CPV) 1x led met stekker, bedrading en fitting voor dashboard montage. 1x stekker met bedrading voor een sirene en kofferbak aansturing. 3.2 Benodigd gereedschap/zekeringen LED-spanningszoeker (met 2 ledjes 3-48 Volt). Multimeter (met DC spanningsmeting 20V, stroom meting 10A). Degelijke draadstriptang en zijkniptang. Soldeerbout en soldeertin met hars. Isolerende tape (of krimpkous). Set schroevendraaiers (plat, kruiskop maar veelal ook torx) en steeksleutels. Voldoende zekeringen van 7,5A (± 6 stuks). Voldoende zekeringen van 15A (± 2 stuks). Voldoende (spatwaterdichte) zekeringhouders. Externe Automotive relais, zie paragraaf 3.3 Inbouw voorwaarde. Het Carpoint gereedschap assortiment is speciaal samengesteld op auto onderhoud en montage, daarnaast zijn er ook diverse zekeringen, zekeringhouders en relais in het assortiment. Vraag naar de mogelijkheden bij uw lokale Carpoint dealer of kijk op Inbouw voorwaarde CPV interface systemen bestaan uit zeer gevoelige elektronica componenten, de gevolgen van aansluitfouten zowel tijdens als na montage vallen niet onder de garantie. Montage mag alleen geschieden door 2 3

4 personen met voldoende elektrotechnische vakkennis. Houdt u aan de algemene veiligheidsvoorschriften en de aanwijzingen in deze handleiding, het niet opvolgen van onderstaande aanwijzingen kan schade veroorzaken op korte of middellange termijn: Zorg voor een juiste zekering in de voedingsdraad (max. 15A). De module pas aansluiten op de hoofdstekker als de complete montage gereed is en alle aansluitingen gemaakt en gecontroleerd zijn. Bij reparaties of aanpassingen aan het elektrische circuit van de auto voor alle zekerheid de module loskoppelen van het elektrische circuit bv. door de voedingszekering te verwijderen of de module uit de stekker te trekken. Ook als u de accu gaat loskoppelen of het voertuig ter reparatie aanbiedt bij een garagebedrijf. De CPV interface kan alleen aangesloten worden op een complete centrale deurvergrendeling. Indien deze niet aanwezig is of bij twijfel zie paragraaf 4.1 Centrale deurvergrendeling en 4.2 Deurmotor. Het daadwerkelijk aansluiten van de CPV interface op een centrale deurvergrendeling staat beschreven in paragraaf 6.4 De CPV draden. Controleer of de stromen naar de centrale deurvergrendeling en knipperlichten niet de maximaal toelaatbare stroom overschrijden. De interne relais van het systeem kunnen een maximale stroom van 8A (bij 20 C) verwerken, bij een grotere stroom branden de relais en/of sporen op de printplaat door, u kunt dit meestal ruiken. Er is vaak gevolgschade aan andere componenten waardoor het systeem in de meeste gevallen onherstelbaar beschadigd is. Alles dus zekeren met 7,5A (8A) en/of gebruik indien nodig of bij twijfel een extern relais van bijvoorbeeld 30A (Carpoint art.nr ). 3.4 Testopstelling Indien u niet bekend bent met de CPV interface kunt u de werking redelijk éénvoudig vooraf testen op een werkbank. Maak hierbij gebruik van een goede DC 12V gestabiliseerde voeding of een in goede staat verkerende 12V accu. Houdt altijd rekening met de algemene en elektrotechnische veiligheidsregels. 1. Testen van de voeding, aan/uit zetten van het systeem: Isoleer alle draden van de kabelboom behalve de zwarte en rode. Sluit de zwarte draad van de kabelboom aan op de min-kant van de voeding en de rode draad op de +12V (de module mag hierbij nog niet aangesloten zijn op de centrale stekker van de kabelboom). Sluit de indicatie led aan op de module. Sluit de module aan op de centrale stekker van de kabelboom. Activeer het systeem door op knop B van de handzender te drukken (onderste knop, dichtst bij het bevestigingsoog zie paragraaf 1.1 fig.1). De indicatie led gaat 30 seconden constant branden en daarna knipperen. Deactiveer het systeem door nogmaals op knop B te drukken. 2. Testen van de overige functies: De knipperlichten; de gele draden moeten een signaal afgeven bij activeren en deactiveren van het systeem. Twee pulsen bij activeren en één bij deactiveren, de twee pulsen bij activeren gaan zo snel dat dit met de meeste multimeters niet meetbaar is, één signaal (gelijk aan de voedingsspanning) is voldoende. De centrale deur vergrendeling; sluit het systeem aan volgens schema A van de bijlage CPV aansluit schema s en meet of er inderdaad een +12V op de blauwe draad komt als het systeem geactiveerd wordt met de knop B van de handzender (want dan gaan de deuren op slot). Hetzelfde is ook te meten voor openen. De kofferbak en claxon/sirene aansturing; sluit de stekker van de kabelboom met de geel en grijze draad aan op de module. Op de gele draad (claxon/sirene aansturing) moet een lage spanningspuls te meten zijn (tussen 0,5V en 1V) bij activeren en deactiveren van de interface (knop B van de handzender). Op de grijze draad (kofferbakaansturing) moet een lage spanningspuls te meten zijn (tussen 0,5V en 1V) als knop A van de handzender ingedrukt word bij een gedeactiveerd systeem. 4. Optionele toebehoren 4.1 Centrale deurvergrendeling (CPV) Om de deuren op slot te zetten bij het activeren van de CPV interface moet er een centrale deurvergrendeling (van oudsher Centrale Portier Vergrendeling) aanwezig zijn in de auto. Als u er zeker van bent dat dit systeem aanwezig is in de auto moet u nog wel controleren of de CPV compleet is, lees hiervoor de volgende paragraaf 4.2 Deurmotor. Een CPV zorgt ervoor dat als bijvoorbeeld de bestuurdersdeur op slot wordt gedraaid ook de passagiersdeuren op slot gaan. Een CPV bestaat uit een motor in iedere deur die door middel van een stang de deurpin bedient. De deurmotoren zijn allen elektrisch verbonden met een centrale besturingsunit die ervoor zorgt dat bij het van het slot gaan van één deur de andere deuren ook van het slot gaan. De Carpoint elektrische centrale deurvergrendelingset heeft artnr (geschikt voor 2 deuren) of artnr (geschikt voor 4 deuren). De kleinere kabelboom in de CPV interface set is speciaal voor de Carpoint CPV systemen waardoor de aansluiting eenvoudiger is gemaakt. Er zijn ook Pneumatische deurvergrendelingen, het principe is vergelijkbaar maar in plaats van elektrische motoren is het een pompje dat op luchtdruk werkt. De elektronische aansturing vanuit de CPV interface moet bij een Pneumatische CPV aangepast worden, dat kan eenvoudig zoals beschreven in paragraaf 7.1 Pneumatisch CPV systeem. 4.2 De Deurmotor Als uw auto is uitgerust met een centrale deurvergrendeling kan het zijn dat er in de bestuurdersdeur geen deurmotor zit maar een schakelaar die de andere deurmotoren aanstuurt. Dit probleem komt voor bij diverse auto s en is meestal automerk/fabrikant gebonden. U controleert dit door aan de passagierszijde met de 4 5

5 sleutel de deuren te openen, gaan de andere deuren open (ook de bestuurdersdeur!) dan is het niet nodig, gaan de andere deuren niet open dan moet u waarschijnlijk een deurmotor plaatsen in de bestuurdersdeur. Een losse deurmotor heeft Carpoint artnr (motor met 2 voedingsdraden) of artnr (motor met 5 draden voor voeding en aansturing) welke u nodig heeft is afhankelijk van de aansluitingen op het CPV systeem. De deurmotoren worden geleverd met bevestigingsmateriaal. 5. Montage van de CPV interface Nadat u alle voorbereidingen heeft getroffen zoals omschreven in Hoofdstuk 3 en de mogelijke noodzakelijke aanvullingen heeft gecontroleerd, zie Hoofdstuk 4, kunt u beginnen met de montage. 5.1 Bevestiging van de module De module moet geplaatst worden op/in een droog gedeelte van het voertuig (bv. in het dashboard). Let erop dat de antenne voldoende bereik kan hebben dus niet volledig in een metalen gedeelte onder in het voertuig monteren maar bijvoorbeeld zo hoog mogelijk op/in het kunststof gedeelte van het dashboard. Een veel gebruikte plaats is in de ruimte boven het dashboard kastje (mits er geen airbag geplaatst is), het dasboard kastje is vaak eenvoudig te demonteren, bovendien is er vaak ruimte genoeg tussen het dashboard en dit kastje. Opmerking: De monteur is verantwoordelijk voor een hitte- en vochtvrije montage. De gebruiker is verantwoordelijk voor een juiste behandeling, de module niet afspuiten/schoonmaken met water. Hitte en vocht kunnen onherstelbare schade aanrichten en worden niet gedekt door de garantie. 6. Het elektrisch aansluiten van de CPV interface Meet altijd alles nauwkeurig met een Led-spanningszoeker of een Multimeter. Wees voorzichtig met Flatcables, deze worden vaak gebruikt voor de Airbags. De module niet aansluiten tijdens het verbinden van de bedrading, een lekstroom van de soldeerbout, kortsluiting van losse of verkeerd bevestigde draden kunnen de CPV interface al onherstelbare beschadigingen. Verbindingen: Ons advies is alles te solderen! Dit voorkomt problemen met slechte contacten, gebruik dus geen kabelstekkertjes of Scotch-locks in welke uitvoering dan ook! 6.1 Aansluitgegevens van het systeem in de auto Met behulp van de product en auto keuze op kunt u informatie vinden over de originele aansluitingen in de auto. Let wel, het betreft hier in principe aansluitingen zoals die af-fabriek aanwezig zijn. Aansluitingen op achteraf ingebouwde elektrische systemen zijn natuurlijk niet bekend. Vanwege continuerende wijzigingen door autofabrikanten zijn de aansluitgegevens helaas niet altijd compleet en betrouwbaar. Ons advies is altijd na te meten zoals in de handleiding beschreven staat. Controleer eventueel ook de gegevens van vergelijkbare auto s, ander bouwjaar/uitvoering/type. In sommige gevallen dient u de automerkdealer of vakgarage te raadplegen. Mocht u de juiste informatie als nog achterhalen dan kunt u ons hiervan op de hoogte te stellen via zo helpt u uw collega monteurs en mede auto eigenaren. 5.2 Antenne Zorg ervoor dat de antenne niet in elkaar is gedraaid, maar goed wordt uitgelegd! Het heeft geen zin de antenne te verlengen, dit geeft geen verbetering in de ontvangst. Slechte massa aansluiting van de alarmmodule, lege batterijen in de handzenders of omgevingsstoringen op de frequentieband van de handzenders hebben wel een negatieve invloed op de ontvangst van het alarmsysteem. 5.3 Indicatie led De interface laat dmv een knipperend lampje (LED) zien of de deuren gesloten zijn. Monteer deze led dus op een duidelijk zichtbare plaats (bv. op het dashboard) u kunt dan goed zien dat de deuren gesloten zijn en de knipperende rode led simuleert ook nog dat er een alarmsysteem aan staat. 6 7

6 6.2 Het montageschema 6.4 De CPV draden Er zijn in totaal zes CPV draden (in het montageschema de draden 1, 2, 3, 4, 5, 6) om de CPV interface aan te sluiten op een compleet CPV systeem, lees eventueel paragraaf 4.1 Centrale deurvergrendeling. Er zijn diverse aansluitmogelijkheden, de manier waarop het CPV systeem aangestuurd moet worden bepaald welke draden u moet gebruiken. Met de schema s A t/m J in de bijlage worden in principe alle mogelijke aansturingen van CPV systemen behandeld. Het schema dat gebruikt kan worden voor een betreffende auto kunt u in veel gevallen vinden op de ondersteunende site (selectie van het product en de auto) en natuurlijk door te meten aan de draden van het CPV systeem tijdens het openen en sluiten van de deuren. Let wel, de informatie op de ondersteunende site betreft in principe aansluitingen zoals die af-fabriek aanwezig zijn. Aansluitingen op achteraf ingebouwde CPV systemen zijn natuurlijk niet bekend. Mochten er geen gegevens bekend zijn en u komt er ook niet uit door te meten dan heeft u nog de volgende opties: Bekijk informatie van een soortgelijke auto (ander bouwjaar/uitvoering) en vergelijk deze met uw meetgegevens. Bekijk de technische specificaties van het CPV systeem, eventueel in de technische specificaties van de auto. Raadpleeg een automerkdealer of vakgarage. 6.3 Draadcode en functie Nr. Kleur Functie 1. Geel/rood CPV, zekeren met 7,5A of extern relais gebruiken 2. Blauw CPV, zekeren met 7,5A of extern relais gebruiken 3. Wit/paars CPV, zekeren met 7,5A of extern relais gebruiken 4. Blauw/zwart CPV, zekeren met 7,5A of extern relais gebruiken 5. Oranje CPV, zekeren met 7,5A of extern relais gebruiken 6. Wit/rood CPV, zekeren met 7,5A of extern relais gebruiken 7. Zwart Massa, let op; gebruik/maak een goed massa punt! 8. Geel Knipperlicht zekeren met 7,5A 9. Geel Knipperlicht zekeren met 7,5A 10. Zwart/geel Programmeerdraad tbv. de handzenders 11. Bruin Programmeerdraad tbv de pulstijd 12. Rood + 12 Volt constante voeding, zekeren met 15A Kleine witte 3-polige stekker (optioneel aan te sluiten) 13. Geel Negatieve (massa) uitgang voor een externe sirene/claxon, maximaal te belasten met 100mA dus altijd een extern 30A relais gebruiken. Uitgang geeft signaal bij activeren/deactiveren 14. Grijs Negatieve (massa) uitgang voor een kofferbak aansturing, maximaal te belasten met 100mA dus altijd een extern 30A relais gebruiken. Uitgang is aan te sturen met knop A 8 Opmerking 1: Het interne relais van de CPV interface kan een maximale stroom aan van 8A (bij 20 C), bij een grotere stroom kan het relais sporen op de printplaat doorbranden en onherstelbare schade veroorzaken. Zekeren met 7,5A (8A) en gebruik indien nodig of bij twijfel een extern Automotive relais van bijvoorbeeld 30A (Carpoint art.nr ). Opmerking 2: De CPV interface niet aansluiten op de dikkere draden (voeding deurmotor) in de kabelboom van het CPV systeem maar altijd op de dunnere signaaldraden of een stuuringang van de centrale besturingsunit. Indien voorgaande opties niet mogelijk zijn (uitzonderlijk!) gebruik dan in ieder geval een extern Automotive relais op de dikkere draden. 6.5 De knipperlichten De knipperlichten moeten aangesloten worden op de twee gele draden (8 en 9 in het montage schema). Bij de stuurkolom loopt vaak een kabelboom richting de zekeringenkast, in deze kabelboom zitten meestal ook de draden van de knipperlichten. Gebruik een led-spanningzoeker (het is altijd een positief signaal). Zet de knipperlichten aan, (naar de linkerkant), vervolgens prikt u in de draad die van de knipperlichtschakelaar afkomt. Als nu het ledje op de spanningzoeker gaat knipperen, moet u de knipperlichten aan de rechterkant aan zetten. De led van de spanningzoeker mag nu niet knipperen, u hebt nu de draad gevonden voor de 9

7 linkse knipperlichten. Dezelfde procedure volgt u ook voor de rechter knipperlichten (maar dan andersom). Let goed op dat de led van de spaningszoeker niet knippert bij zowel links als rechts (in dezelfde draad), dit is namelijk de kabel voor de gevarenlichten. 6.6 De programmeerdraden De zwart/gele draad is de programmeerdraad voor eventueel nieuw in te leren handzenders, hoe dit moet kunt u lezen in Hoofdstuk 2 Zelflerende handzenders. De Bruine draad is de programmeerdraad voor het instellen van de CPV open- en sluit pulstijd en een eventueel comfort aansturing. De instellingen hiervoor zijn afhankelijk van het CPV systeem in de auto. Hoe eventueel eea. is in te stellen kunt u lezen in Hoofdstuk 7 Montage gerelateerde programmeer functies. 6.7 Voeding voor de CPV interface De zwarte en rode draad (7 en 12 in het montage schema) zijn voor de voeding van het alarmsysteem. Het is ten alle tijden verstandig om de voeding rechtstreeks van de accu te betrekken. Omdat u de module waarschijnlijk onder het dashboard gaat bevestigen kunt u kijken welke draden enigszins rechtstreeks naar de accu lopen (waarschijnlijk van de zekeringkast). Of u trekt extra draden rechtstreeks van de accu langs een bestaande kabelboom door het schutbord. Gebruik in de rode draad een 15A zekering en voor de zwarte draad een goed massa punt (min-kant accu). 6.8 Optionele aansluitingen Sirene/claxon aansturing (gele draad nr. 13 in het montage schema). Negatieve (massa) uitgang voor een externe sirene/claxon, maximaal te belasten met 100mA dus praktisch altijd een extern 30A relais gebruiken. Indien deze draad wordt aangesloten geeft deze twee signalen bij het sluiten en één signaal bij het openen van de deuren. Kofferbakaansturing (grijze draad nr. 14 in het montage schema). De negatieve (massa) uitgang voor een kofferbakaansturing is maximaal te belasten met 100mA dus praktisch altijd een extern 30A relais gebruiken. Indien de auto is uitgerust met een elektrische schakelaar waarmee de kofferbak geopend kan worden, kan de grijze draad deze functie overnemen. Zodra de grijze draad is aangesloten op de kofferbakschakelaar is deze te bedienen door op de handzender toets A in te drukken tijdens een gedeactiveerd CPV systeem (de deuren moeten van het slot afgehaald zijn met toets B ). Opmerking: Deze aansluiting is alleen mogelijk indien uw kofferbak van binnenuit is te openen met een elektrische schakelaar, dus geen mechanische hendel Montage gerelateerde programmeer functies 7.1 Pneumatisch CPV systeem Indien de auto een Pneumatisch CPV systeem heeft moet u de puls van het CPV stuursignaal (standaard 0.8 seconden) naar 2 seconden zetten. Let op; lees onderstaande informatie om schade aan het CPV systeem te voorkomen. Elektrische deurvergrendelingen werken met elektromotoren in de deuren. Pneumatische deurvergrendelingen werken met luchtdruk pomp(en). U hoort dus ook meestal de luchtdruk in de deur schakelen, bij twijfel goed controleren want een verlengde elektrische stuurpuls veroorzaakt schade aan een elektrisch CPV systeem. Elektrische deurvergrendelingen hebben een puls nodig van 0.8 seconde, absoluut niet langer! Alleen Pneumatische vergrendelingen hebben een puls nodig van 2 seconden. U kunt het CPV stuursignaal als volgt op 2 seconden zetten: (er vanuit gaande dat de signaaltijd op 0.8 seconde staat) 1. Deactiveer het systeem (de deuren van het slot afhalen met toets B ). 2. Bevestig de bruine draad tijdens de gehele procedure aan een massa. 3. Druk éénmaal op toets A van de handzender (bovenste toets, dichtste bij de led). De knipperlichten flitsen twee keer achter elkaar, het systeem is klaar om te programmeren. 4. Druk nogmaals op toets A, de knipperlichten flitsen één keer, de pulstijd voor zowel openen als sluiten staat nu op 2 seconden. Let op: Indien u nu nogmaals (per ongeluk) op toets A zou drukken komt het systeem op een sluit signaal van 20 seconden te staan, dit heeft betrekking op de Comfortsluiting van paragraaf Verbreek de verbinding van de bruine draad met massa. 6. Activeer en deactiveer het systeem (de deuren op en van het slot met toets B ). Opmerking: U kunt het systeem ten alle tijden op de standaard instelling zetten (0.8 seconde) door punt 4 over te slaan. Voor een overzicht van de programmeer procedure zie paragraaf 7.3 Programmeer schema. 7.2 Comfortsluiting Indien de auto (het CPV systeem) een Comfortsluiting heeft gaan de ramen ook dicht bij het op slot zetten van de deuren. In de meeste gevallen wordt deze Comfortsluiting gerealiseerd door een verlengde sluitpuls van ±20 seconden. Het is ook mogelijk dat het CPV systeem een Comfortsluiting heeft met separate stuur- 11

8 draad. Er zijn namelijk een aantal auto s die naast het bestaande CPV systeem een aparte comfort draad hebben, het is niet mogelijk een dergelijke comfortsluiting met de CPV interface aan te sturen. Meest gebruikelijk is een CPV systeem met langere sluitpuls voor de Comfortsluiting. Opmerking: Een langere sluitpuls kan schade veroorzaken aan het CPV systeem als er geen Comfortsluiting aanwezig is. Controleer dit dus goed voordat u het stuursignaal gaat verlengen. U kunt het CPV sluit stuursignaal als volgt op 20 seconden zetten: (er vanuit gaande dat de signaaltijd op 0.8 seconde staat) 1. Deactiveer het systeem (de deuren van het slot afhalen met toets B ). 2. Bevestig de bruine draad tijdens de gehele procedure aan een massa. 3. Druk éénmaal op toets A van de handzender (bovenste toets, dichtste bij de led). De knipperlichten flitsen twee keer achter elkaar, het systeem is klaar om te programmeren. 4. Druk nogmaals op toets A, de knipperlichten flitsen één keer, de pulstijd voor zowel openen als sluiten staat nu op 2 seconden. 5. Druk nogmaals op toets A, de knipperlichten flitsen één keer, de pulstijd voor sluiten staat nu op 20 seconden, de pulstijd voor openen blijft op 0.8 seconde staan. 6. Verbreek de verbinding van de bruine draad met massa. 7. Activeer en deactiveer het systeem (de deuren op en van het slot met toets B ). Opmerking: U kunt het systeem ten alle tijden op de standaard instelling zetten (0.8 seconde) door punt 4 en 5 over te slaan. Voor een overzicht van de programmeer procedure zie paragraaf 7.3 Programmeer schema. 7.3 Programmeer schema Deactiveer het systeem (deuren van het slot met toets B van de handzender) en bevestig, tijdens de gehele procedure, de bruine draad aan een massa. Nadat u klaar bent met programmeren de bruine draad verbreken van massa en het systeem activeren en deactiveren met toets B van de handzender. Knop A Knipperlichten Sluit puls Open puls 1ste keer 2 flitsen 0.8 seconde 0.8 seconde 2de keer 1 flits 2.0 seconde 2.0 seconde 3de keer 1 flits 20 seconde 0.8 seconde 12 Tijdens de gehele procedure is toets B buitenwerking gesteld. Bij meer dan drie keer toets A indrukken blijven de tijden van de 3de keer gelden, eerst het programmeren beëindigen en dan opnieuw beginnen om een andere instelling te kiezen. Opmerking: Een verkeerde instelling kan blijvende schade veroorzaken aan het CPV systeem! Lees eerst paragraaf 7.1 en 7.2 en controleer het signaal van de open- en sluitdraad (pulstijd) met bv. een led tester of Multimeter voordat u de interface definitief aansluit. 7.4 Carpoint CPV set Als u de interface in combinatie met één van de Carpoint CPV sets aansluit (2-deurs artnr of de 4-deurs artnr ) kunt u de kleine kabelboom gebruiken, de kabelconnectors moeten dan worden aangesloten op de lege pennen van de centrale module in het CPV systeem. De blauwe draad op de pen rechtsboven (pen 3) en oranje op de pen rechtsonder (pen 4). Als de deuren openen ipv. sluiten moet u deze twee omdraaien. Module van Carpoint deurvergrendelingsset 8. Technische specificaties Het alarm voldoet volledig aan de huidige geldende eisen van de Automotive richtlijn: CE gekeurd E1 gekeurd (A ) Voeding: 8-15 Volt Stand-by verbruik: 14 ma bij 12 Volt Led uitgang: 100mA (max) Omgevingstemperatuur voor een juiste werking: -20 / +80 C Interne relais: Deurvergrendeling: 8A bij 20 C (max. 1 deurmotor of extern relais gebruiken) Knipperlicht: 8A bij 20 C (>6A in principe een extern relais gebruiken) Uitgang voor een externe sirene/claxon: 100mA (max) (>100mA extern relais gebruiken, praktisch altijd) Uitgang voor een kofferbakaansturing: 100mA (max) (>100mA extern relais gebruiken, praktisch altijd) 13

9 9. Garantievoorwaarden De garantietermijn is 1 jaar vanaf de datum van aankoop, garantieclaim alleen mogelijk met bijgevoegde (kopie) aankoopbon en duidelijke klacht omschrijving. De garantie dekt alleen de kosten van materialen en arbeidsloon mbt. reparaties door Service Best Automateriaal B.V. aan het product zelf, dit heeft geen betrekking op derden die het product demonteren en hermonteren en eventuele gevolgschade die hierdoor ontstaat. Service Best Automateriaal B.V. behoudt zich het recht voor ingeval van garantie het product te repareren, dan wel het product geheel of gedeeltelijk te vervangen. De kosten en het risico van verzenden voor reparatie of beoordeling komen voor rekening van de koper, deze is dus ook verantwoordelijk voor een deugdelijke verpakking om transportschade te voorkomen. Service Best Automateriaal B.V. geeft geen garantie indien: Er geen (kopie) aankoopbon bijgeleverd wordt. Schade ontstaan door onoordeelkundig montage/gebruik van het apparaat. Schade ontstaan door aansluitfouten en voortvloeiende gevolgschade. Schade ontstaan door misbruik (te zware zekeringen monteren). Schade door aantasting van overmatig vocht en/of hitte. Schade ontstaan door oneigenlijk gebruik (voor andere doeleinden gebruikt). Schade door ongelukken en onrechtmatige wijzigingen in of aan het product. Indien het apparaat is geopend al dan niet gerepareerd. Service Best Automateriaal B.V. is niet aansprakelijk te stellen voor gevolgschade door aansluiten/gebruik van het product en expliciet niet aansprakelijk voor schade aan de centrale portiervergrendeling (CPV) en aanverwante zaken. Copyright Service Best Automateriaal B.V. Technische ondersteuning: Bijlage CPV aansluitschema s A) Open en sluiten dmv positieve puls: Indien de CPV met een positieve puls geschakeld moet worden, de gemeenschappelijke kabels aan +12V verbinden. B) Open en sluiten dmv negatieve puls: Indien de CPV met een negatieve puls geschakeld moet worden, de gemeenschappelijke kabels aan Massa verbinden. C) CPV aansturen dmv een motor: Wanneer er in de bestuurders deur geen motor zit maar een (micro)schakelaar, dient er een motor geplaatst te worden. Probeer aan passagierszijde de deuren te bedienen: gaat de rest niet mee, dan zit er helaas een (micro)schakelaar in de bestuurders deur (zie eventueel ook paragraaf 4.2 De deurmotor). D) Pneumatische CPV: Indien uw auto een Pneumatische CPV heeft moet de aansturing vanuit het alarmsysteem op 2 seconden worden gezet, zie 7.1 Pneumatisch CPV systeem. Bijvoorbeeld Mercedes en Audi gebruiken vaak een Pneumatische CPV. E) CPV met een enkele stuurdraad, standaard massa: Op deze stuurdraad staat standaard een massa, wanneer deze draad onderbroken wordt gaan de deuren open

10 F) Open en dicht dmv. een Amerikaanse positieve aansturing: Op beide stuurdraden staat standaard een massa, voor openen en sluiten komt er een +12V op de betreffende stuurdraad. G) CPV met aansturing op verschillende spanningen: De CPV gaat open en dicht dmv. verschillende Voltages op één stuurdraad. Dit ontstaat door gebruik van verschillende weerstanden in de stuurdraden van de CPV interface (zie paragraaf 6.1 Aansluitgegevens van het systeem in de auto). H) Open en dicht dmv. een Amerikaanse negatieve aansturing: Op de betreffende stuurdraad komt een negatieve puls te staan. Gebruik indien nodig voor het openen een weerstand (zie paragraaf 6.1) I) CPV met een enkele stuurdraad, standaard een +12V: Op deze draad staat standaard een +12V, bij sluiten wordt deze draad aangestuurd met massa. Wanneer deze draad onderbroken wordt gaan de deuren open. J) CPV met een enkele stuurdraad, standaard een +12V: Op deze draad staat standaard een +12V, bij openen wordt deze draad aangestuurd met massa. Wanneer deze draad onderbroken wordt gaan de deuren dicht. 16