Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering"

Transcriptie

1 Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Een onderzoek naar de huidige knelpunten en mogelijke verbeterpunten bij de uitvoering van het verwijderen van asbest conform de huidige wet- en regelgeving. Taco Buissant des Amorie Eindscriptie opleiding Middelbaar Veiligheidskundige Studiejaar 2007

2 Samenvatting Dit onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van diverse bevindingen tijdens mijn werkzaamheden binnen dit werkveld en naar aanleiding van commentaar en kritiek van personen die op enige wijze betrokken zijn bij het proces van asbest verwijderen. Het doel van dit onderzoek is onder meer om een discussiestuk op te stellen wat gebruikt kan worden bij toekomstige wijzigingen van wet- en regelgeving. Dit onderzoek is uitgevoerd volgens een aantal stappen. In de eerste plaats een literatuuronderzoek, naar de huidige wet- en regelgeving, het hieraan ten grondslag liggende beleidsvoorstel en uiteindelijk de van toepassing zijnde normen. Alle conclusies van deze literatuurstudie vervolgens zijn besproken tijdens een aantal interviews in combinatie met het bezoeken van een aantal saneringslocaties. Dit heeft geleid tot een aantal slotconclusies en daaruit voortkomende aanbevelingen. Uiteindelijk heeft het onderzoek geresulteerd in een 6-tal verbetermogelijkheden / aanbevelingen. Dit rapport is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 1 is de inleiding beschreven met alle achtergronden van dit onderzoek; in hoofdstuk 2 wordt de methode van onderzoek beschreven, welke acties zijn uitgevoerd naar aanleiding van de probleemstelling; in hoofdstuk 3 zijn alle onderzoeksresultaten opgenomen, waaronder de resultaten van het literatuuronderzoek, de conclusies van dit literatuuronderzoek, de resultaten van de interviews, de conclusies van de interviews; in hoofdstuk 4 zijn de uiteindelijke conclusies van dit onderzoek opgenomen met de daaruit voortkomende aanbevelingen, inclusief de onderbouwing van de aanbevelingen; in hoofdstuk 5 zijn de geraadpleegde bronnen en literatuur opgenomen. De uiteindelijke aanbevelingen voortkomend uit dit onderzoek zijn de volgende: Om zelfregulering door de markt te laten slagen is onder meer een betere samenwerking tussen inspectie instellingen en certificatie instellingen nodig. Dit om het proces van asbest verwijderen beter en betrouwbaarder te laten verlopen. Het initiatief zou vanuit de branchepartijen genomen moeten worden in combinatie met de overheid. Laboratoria dienen een eigen risico inschaling op te stellen om discussies op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen te voorkomen. Momenteel voldoen zij niet in alle gevallen aan de wet- en regelgeving. VOAM en FENELAB zouden hier het initiatief moeten nemen. Klasse 1 saneringen zouden enkel door gecertificeerde asbestverwijderaars uitgevoerd mogen worden. Momenteel is er onvoldoende toezicht op dit type saneringen en is het niet waarschijnlijk, dat de huidige veiligheidseisen adequaat worden toegepast. De noodzaak tot uitvoering van de concentratiemeting buiten de afgeschermde ruimte zou bepaald moeten worden door de onafhankelijke inspectie instelling. Dit zou niet enkel beperkt moeten blijven tot een klasse 3 sanering, maar ook gelden voor een klasse 2 sanering. Bij het verwijderen van asbest zou men vooraf de nodige bronmaatregelen moeten nemen om vezelemissie zoveel mogelijk te beperken. Dit dient te gebeuren door het te verwijderen materiaal vooraf te impregneren / bevochtigen. Er zou een onderzoek uitgevoerd moeten worden, om vast te stellen tot welke belasting (concentratie en tijdsduur) er nog gebruik gemaakt kan worden van een mindere belastende vorm van adembescherming (filterbus). Dit zou kunnen gelden voor diverse klasse 2 saneringen. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Samenvatting 1

3 Inhoud Samenvatting Inleiding Algemeen Aanleiding tot het onderzoek Probleemstelling Doelstelling Beperkingen Methode van onderzoek Resultaten en bevindingen Resultaten literatuuronderzoek wet en regelgeving Conclusies literatuuronderzoek wet- en regelgeving Resultaten literatuuronderzoek beleidsvoorstel Conclusies literatuuronderzoek beleidsvoorstel (TNO onderzoek) Resultaten literatuuronderzoek normen Conclusies literatuuronderzoek normen Interviews met deskundigen Resultaten interviews Bevindingen projectlocaties asbestsanering Conclusies projectlocaties Conclusies en aanbevelingen Bronnen en literatuur Bijlagen... Bijlage 1 asbestketen in Nederland... Bijlage 2 Overzicht asbest wet- en regelgeving... Bijlage 3 - Relevante teksten uit Arbeidsomstandighedenbesluit... Bijlage 4 - Relevante teksten uit Arbeidsomstandighedenregeling... Bijlage 5 - Relevante teksten uit Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving... Bijlage 6 TNO-MEP R2004/ Bijlage 7 Bedrijfsinrichting en bedrijfsmiddelen... Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Inhoud 2

4 1 Inleiding 1.1 Algemeen Bij het horen van het woord asbest reageren mensen op diverse manieren. Sommige personen reageren gelaten of onverschillig. Bijvoorbeeld personen die in het verleden met asbest hebben gewerkt en die niets mankeren. Andere reageren verschrikt en krijgen acuut hoofdpijn en een pijnlijke keel, weer anderen worden herinnerd aan een vriend of familielid die is overleden aan asbest. In het algemeen is het iets waar men niet bij betrokken wil raken en is kennis over dit onderwerp enkel bij een kleine groep mensen aanwezig. Afhankelijk van de ervaringen van mensen en de opgedane kennis reageert een ieder weer anders. Het is een feit dat het een enigszins ondoorzichtig onderwerp blijft. In een marktsegment waar geld een belangrijke speler is en de belangen van de diverse marktpartijen zeer groot zijn, is het daarom niet vreemd dat de overheid in de vorm van wetgeving zoveel mogelijk tracht te reguleren. Dat dit een moeilijke en nodige taak is, blijkt wel uit de diverse rapportages die onlangs weer zijn verschenen van de overheid inspectieorganen, Inspectie voor Werk en Inkomen (IWI) en de Arbeidsinspectie (AI) (zie bijlagen). Op dit moment zijn er in de Arbeidsomstandighedenwet diverse veiligheidsregimes opgenomen als aanvullende eisen bij het verwijderen van asbest. Afhankelijk van de mogelijke blootstelling bij het verwijderen van asbest gelden er specifieke regels. Deze regels zijn van toepassing voor zowel de asbestsaneerder als het inspectielaboratorium dat de eindcontrole na asbestverwijdering uitvoert. Wetgeving geeft zelden volledig invulling aan alle aspecten waar men in de praktijk mee wordt geconfronteerd. Voor asbest is dit niet anders. De situatie wordt gecompliceerder doordat de wetgeving ook vanuit Europa moet worden ingevuld. Dit levert in de praktijk veelvuldig discussies op hoe men deze onvolledigheden dient in te vullen. Tevens is men het ook niet altijd eens met de eisen zoals deze zijn opgenomen in de wetgeving. Deze rapportage beschrijft de huidige wettelijke veiligheidsregimes bij het verwijderen van asbest en het nut en uitvoerbaarheid hiervan aan de hand van de criteria die men hieraan heeft gekoppeld. 1.2 Aanleiding tot het onderzoek In mijn dagelijkse werkzaamheden word ik regelmatig geconfronteerd met situaties waar de wet- en regelgeving of normeringen niet of onvolledig invulling aan geven. De betrokken personen die met dit soort vraagstukken worden geconfronteerd pogen dit naar beste kunnen op te lossen. De oplossing die dan wordt gekozen is veelal afhankelijk van het kennisniveau en ervaring van de betrokken personen. Hierbij wordt soms een situatie gecreëerd die nog grotere problemen veroorzaakt of juist grotere discussies oplevert. Zo kom ik in de praktijk regelmatig in situaties waar een adembeschermingsregime is opgesteld, waarbij men gebruik moet maken van onafhankelijke lucht. Echter op de momenten dat bijvoorbeeld het laboratorium de ruimte moet betreden voor het uitvoeren van een inspectie, om vast te stellen dat er geen gevaar meer bestaat, is dit type adembescherming overtrokken. Men gebruikt in de praktijk op die momenten dan adembescherming met afhankelijk lucht (volgelaatmasker met motorunit). Strikt genomen is dit niet in overeenstemming met het geldende veiligheidsregime wat door de wetgeving wordt opgelegd. Zo bestaan er nog een aantal situaties waar men niet weet hoe te handelen in verband met lacunes. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Inleiding 3

5 1.3 Probleemstelling Vanuit de gedachte dat er situaties voorkomen waar de wet- en regelgeving onduidelijkheid schept en discussies oplevert is de volgende probleemstelling te formuleren: Er bestaat onduidelijkheid zowel binnen als buiten de asbestbranche over het nut en de uitvoerbaarheid van de wettelijke veiligheidsregimes bij het verwijderen van asbest; bestaan hier verbetermogelijkheden? Vanuit deze probleemstelling zijn een aantal deelvragen te formuleren: welke wetgeving is er van toepassing bij het verwijderen van asbest en wat betekent dit?; op basis waarvan is deze wetgeving opgesteld en is dit volledig?; is het saneren van asbest in alle gevallen eenduidig in de wet- en regelgeving opgenomen? 1.4 Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek zal zijn het opstellen van een document dat door de branchepartijen en belanghebbenden gebruikt kan worden als interpretatiedocument. Als start discussiestuk kunnen de aanbevelingen worden gebruikt om de huidige hiaten of onduidelijkheden, met betrekking tot de wettelijke veiligheidsregimes bij het verwijderen van asbest, te ondervangen. Inhoudelijk zal het document een inventarisatie en analyse bevatten van de huidige wet- en regelgeving. Het uiteindelijke resultaat van deze analyse zal zijn een concrete en praktische aanbeveling. 1.5 Beperkingen Dit onderzoek is hoofdzakelijk gebaseerd op bestaande informatiebronnen, zoals wetgeving, normen en eerdere onderzoeksrapportages. De onderzoeken die onlangs zijn gepresenteerd van SZW en IWI zijn niet meegenomen tijdens dit onderzoek. Bij dit onderzoek is enkel uitgegaan van de sanering volgens het asbestverwijderingsbesluit. Bodemsanering valt buiten dit onderzoek. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Inleiding 4

6 2 Methode van onderzoek Het onderzoek is in eerste instantie uitgevoerd op basis van literatuuronderzoek. Hierbij is gekeken naar een tweetal onderwerpen: de huidige relevante wetgeving waarin de veiligheidseisen zijn opgenomen; Hier is onderzocht welke wetgeving van toepassing is bij dit specifieke onderwerp, wat er is beschreven in de wetgeving en wat dit betekent qua uitvoering van het asbest verwijderen. Het resultaat van dit onderzoek is opgenomen in hoofdstuk 3.1 en 3.2. Een totaal overzicht van de geraadpleegde wetgeving is opgenomen in de literatuurlijst. de documenten waarop de wetgeving is gebaseerd. Om te kunnen begrijpen waarom deze eisen zijn opgenomen in de wetgeving, is het noodzakelijk om vast te stellen op basis waarvan de beleidsmakers deze wetteksten hebben opgesteld. Mede aan de hand hiervan kan worden vastgesteld of er literatuur is waarop men eventueel een andere mening kan vormen of men zou kunnen komen tot een ander pakket van veiligheidsmaatregelen. Hier zal ook worden gekeken in hoeverre er verschillende invalshoeken bestaan om de risico s die ontstaan bij het verwijderen van asbest te ondervangen. De resultaten hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6. Een totaal overzicht van de geraadpleegde literatuur is opgenomen in de literatuurlijst. Om de resultaten van het literatuuronderzoek enige waarde toe te kennen zullen deze resultaten worden gebruikt als startpunt voor een open interview (gesprek) met enkele deskundigen, waaronder materiedeskundigen (vakdeskundigen asbest Raad voor Accreditatie), deelnemers van de NEN normcommissie asbest in lucht en enkele Hoger Veiligheidskundigen die in de praktijk regelmatig met asbest te maken hebben. De resultaten van deze gesprekken zijn weergegeven in hoofdstuk 3.7 en 3.8. De uitkomst van deze gesprekken is een opsomming van mogelijke aanbevelingen op de wettelijke veiligheidseisen bij het asbestverwijderingsproces. Om de mogelijke aanbevelingen te kunnen plaatsen in de praktijk, zal er ook een analyse worden gemaakt van de huidige uitvoering van de asbestverwijderingswerkzaamheden. De werkzaamheden die hiervoor onderzocht zullen worden zijn: de saneringswerkzaamheden uitgevoerd door de asbestsaneerder, de eindcontrole van een saneringslocatie door een inspectie-instelling en de audit activiteiten door een certificerende instelling in het kader van certificatie. Het referentiekader wat hierbij wordt gehanteerd bestaat uit de huidige wetgeving, de van toepassing zijnde beoordelingsrichtlijnen voor het verwijderen van asbest en de NEN norm voor het uitvoeren van eindcontroles na asbestverwijdering. Het resultaat van dit onderdeel van het onderzoek is om vast te stellen of de vastgestelde aanbevelingen in de praktijk werkzaam zouden kunnen zijn en welke mogelijke positieve of negatieve gevolgen dit zou kunnen hebben op de veiligheid van de werknemers betrokken bij de verwijdering van asbest. De bevindingen van de uitvoering zijn objectief, de constatering van mogelijk negatieve of positieve gevolgen zullen een inschatting zijn op basis van mijn eigen ervaringen binnen dit werkgebied. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Methode van onderzoek 5

7 Om het onderzoek inzichtelijk te maken is in onderstaand stroomschema de onderzoeksopzet weergegeven aan de hand van het ABC van een onderzoeksopzet *). Rapporteren, onderzoek gereed Advies Ja, het kan beter Nee, er zijn geen directe verbetermogelijkheden Antwoorden op deelvragen combineren Bezoek projectlocaties Interview Literatuuronderzoek deelvaag 1: Welke wetgeving is er van toepassing bij het verwijderen van asbest en wat betekent dit? deelvaag 2: Op basis waarvan is deze wetgeving opgesteld en is dit volledig? deelvaag 3: Is het saneren van asbest in alle gevallen eenduidig in de wet- en regelgeving opgenomen? Probleemstelling: Er bestaat onduidelijkheid zowel binnen, als buiten de asbestbranche over het nut en de uitvoerbaarheid van de wettelijke veiligheidsregimes bij het verwijderen van asbest; bestaan hier verbetermogelijkheden? Vanuit de praktijk is bij de onderzoeker bekend dat er problemen bestaan bij de uitvoering van het verwijderen van asbest De wet- en regelgeving is complex *) ABC van een onderzoeksopzet, door prof. dr. G. Kuypers Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Methode van onderzoek 6

8 3 Resultaten en bevindingen 3.1 Resultaten literatuuronderzoek wet en regelgeving De huidige wetgeving op het gebied van asbest is vrij complex, de diverse aspecten van asbest, de asbestnormen en richtlijnen zijn niet in één enkel wetsartikel of richtlijn te vangen. In bijlage 2 is totaal overzicht van alle wetten en regelingen opgenomen, die enige betrokkenheid hebben met dit onderzoek. De wet- en regelgeving die vooral van belang is voor dit onderzoek zijn het arbeidsomstandighedenbesluit, beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving en de arbeidsomstandighedenregeling. De letterlijke teksten van de geselecteerde artikelen zijn opgenomen in respectievelijk bijlage 3, 4 en 5. Hieronder is een opsomming van de maatregelen die zijn gekoppeld aan de drie risicoklassen. Voor een verduidelijking van het proces van asbestverwijdering, zie bijlage 1. De selectie van teksten en artikelen is gebaseerd op een sanering volgens het asbestverwijderingsbesluit, bodemsanering valt buiten het onderzoek, zie ook beperkingen. Het wettelijke risicoklasse systeem is modulair opgebouwd, dat wil zeggen dat risicoklasse 1 het minimum is, bij risicoklasse 2 gelden alle eisen van risicoklasse 1 inclusief een aantal aanvullende zwaardere eisen, voor risicoklasse 3 geldt dat risicoklasse 1 en 2 van toepassing zijn met een aantal extra eisen. Risicoklasse 1 Van toepassing zijnde wet- en regelgeving: arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 4.44, 4.45, 4.45a, 4.45b, 4.46, 4.47, 4.47a, 4.47b, 4.47c; arbeidsomstandighedenregeling, artikel 4.21, 4.22, 4.23, 4.24, 4.25, 4.26; beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving, artikel , 4.19, 4.47, 4.51a. Grenswaarde De concentratie van asbeststof in de lucht overschrijdt tijdens de uitvoering van het asbest verwijderen niet de grenswaarde van 0,01 vezel per kubieke centimeter, berekend over een referentieperiode van acht uur. Preventieve Maatregelen Concentratie zo laag mogelijk houden, onder andere door een passende methode van verwijderen te selecteren. De gebouwen, installaties en uitrustingen die gebruikt worden bij het verwijderen van asbest moeten doeltreffend onderhouden en gereinigd worden. Verpakken en vervoeren van asbest en afvalstoffen moet gebeuren in geschikte verpakking en met de voorgeschreven etikettering (A-label volgens productenbesluit asbest). Hygiënische beschermingsmaatregelen Er dient een van de werkplek gescheiden ruimte te zijn voor eten en drinken waar geen kans op blootstelling is. Er moet doeltreffende werkkleding worden verschaft aan de werknemers. Zie bijlage 6. Deze werkkleding moet gescheiden worden van de reguliere kleding. Persoonlijke beschermingsmiddelen worden volgens instructie op de daartoe aangewezen plaats bewaard en na ieder gebruik gereinigd en voor ieder gebruik gecontroleerd. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 7

9 Voorlichting & onderricht Er dient doeltreffende voorlichting gegeven te worden over de mogelijke gevaren voor de gezondheid bij blootstelling aan asbeststof, geldende grenswaarden en meetmethoden, welke preventieve en hygiënische maatregelen er gelden en op welke wijze persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding gebruikt dienen te worden. Naast deze voorlichting dient er ook periodiek een opleiding verzorgd te worden die is toegespitst op het kennisniveau en ervaring van de werknemers. Onderwerpen die hierbij onder meer aan de orde moeten komen zijn: eigenschappen van asbest en de invloed van asbest op de gezondheid, met inbegrip van het synergetische effect van roken; soorten producten en materialen die asbest kunnen bevatten; handelingen die kunnen leiden tot bloostelling aan asbest en het belang van preventieve controles om blootstelling tot een minimum te beperken; veilige werkwijzen, controles en beschermingsmiddelen; de keuze en selectie, de beperkingen en het juiste gebruik van ademhalingsapparatuur; noodprocedés; ontsmettingsprocedés; de wijze waarop de verwijdering van afvalstoffen veilig kan worden uitgevoerd; de eisen inzake medisch toezicht. Het volgen van een opleiding waar bovenstaande onderwerpen aan bod komen is enkel bedoeld voor niet gecertificeerde asbestverwijderaars. Indien men als gecertificeerde asbestverwijderaar aan het werk gaat, is men verplicht om een persoonscertificaat te behalen. De toetsingseisen van dit persoonscertificaat zijn afhankelijk van de verantwoordelijkheid die men heeft op de werkplek, maar bevat altijd minimaal de onderwerpen die hierboven staan benoemd. Voor een leidinggevende (toezichthouder) gelden tijdens een sanering zwaardere eisen. Deze persoonscertificaten vallen buiten dit onderzoek. Meten en monsterneming Om aan te tonen dat de grenswaarde bij het verwijderen van het asbest niet wordt overschreden, zal er op gezette tijden gemeten moeten worden. Deze metingen moeten worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide medewerker van een geaccrediteerd testlaboratorium (NEN-EN-ISO/IEC Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria), of een deskundige op het gebied van de arbeidshygiëne, de analyses van de metingen moeten worden uitgevoerd door het geaccrediteerde laboratorium. Er is wettelijk geen methode vastgesteld voor het uitvoeren van deze metingen. Momenteel is een norm in ontwikkeling die hier invulling aan moet geven, Ontwerp norm NEN 2939 Werkplekatmosfeer Bepaling van de concentratie aan respirabele asbestvezels in de lucht of bij het werken met of in de directe omgeving van asbest of asbesthoudende producten, met behulp van microscopische technieken. Indien de metingen een overschrijding van de grenswaarde aangeven, zal de asbestverwijderaar de nodige maatregelen moeten nemen om de vezelconcentratie te verlagen tot beneden de grenswaarde. Nadat deze maatregelen zijn genomen, moeten er nogmaals metingen worden uitgevoerd om vast te stellen of er een hogere risicoklasse gehanteerd moet worden. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 8

10 Visuele inspectie Na het verwijderen van de asbesthoudende materialen dient er een visuele inspectie te worden uitgevoerd, voordat er andere werkzaamheden op dezelfde locatie plaats gaan vinden. Deze inspectie moet worden uitgevoerd door een geaccrediteerd inspectie laboratorium (NEN-EN- ISO/IEC General criteria for the operation of various types of bodies performing inspection ). De norm die hierbij wettelijk is vastgesteld is de NEN 2990 Lucht - Eindcontrole na asbestverwijdering. Risicoklasse 2 Van toepassing zijnde aanvullende wet- en regelgeving: arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 4.48, 4.48a, 4.50, 4.51, 4.51a, 4.52, 4.53, 4.54d; arbeidsomstandighedenregeling, artikel 4.21, 4.22, 4.23, 4.24, 4.25, 4.26, 4.27; beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving, artikel , 4.19, 4.47, 4.51, 4.51a. Grenswaarde De concentratie van asbeststof in de lucht overschrijdt tijdens de uitvoering van het asbest verwijderen de grenswaarde van 0,01 vezel per kubieke centimeter, maar blijft lager of gelijk aan 1 vezel per kubieke centimeter, berekend over een referentieperiode van acht uur. Collectieve beschermingsmaatregelen De ruimte waaruit het asbest wordt verwijderd moet zodanig worden opgebouwd, dat emissie buiten de afgeschermde ruimte niet mogelijk is. Verder dient de afgeschermde ruimte of locatie voorzien te worden van speciale waarschuwingsborden en asbestlint. Persoonlijke beschermingsmaatregelen De werkgever moet doeltreffende maatregelen nemen om zijn medewerkers te beschermen, waaronder het verstrekken van passende adembescherming en werkkleding om blootstelling aan asbeststof te voorkomen. Voor adembescherming dient men gebruik te maken van een volgelaatmasker met aangeblazen lucht of met een daaraan equivalente protectiefactor, zoals is beschreven in de SC-530. Hygiënische beschermingsmaatregelen Gebruikte werkkleding mag enkel verpakt als zijnde asbesthoudend de werklocatie verlaten, waarna het kan worden gereinigd of worden afgevoerd als asbesthoudend afval. Defecte uitrusting mag niet worden gebruikt en voorafgaande ingebruikstelling dient elk apparaat of voorziening te worden gecontroleerd. Algemene maatregel Voordat met vervolgwerkzaamheden wordt aangevangen dient eerst al het asbest te worden verwijderd, tenzij dit een groter gevaar oplevert voor veiligheid en gezondheid. Of men in zo n specifieke situatie alles verwijdert of enkel een deel van het asbesthoudende materiaal is veelal een kostenaspect, waarbij de opdrachtgever de doorslaggevende factor is. Enkel in uitzonderingssituaties wordt er gekeken naar de directe veiligheid en gezondheid. Dit is het geval wanneer bijvoorbeeld de arbeidsinspectie een dwangeis tot sanering oplegt in verband met een gevaarlijke situatie. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 9

11 Documenten Het bedrijf wat het asbest verwijdert moet hiervoor gecertificeerd zijn volgens SC-530 Certificatieschema voor het SCA procescertificaat Asbestverwijderen. Voordat dit bedrijf start met de werkzaamheden dient het een werkplan opgesteld te hebben wat specifiek is voor de betreffende locatie / situatie, waar alle werkzaamheden en bijzonderheden staan beschreven met als doel het beschermen van de werknemers tijdens uitvoering van de werkzaamheden op het gebied van veiligheid en gezondheid. Tevens dient de wijze van eindcontrole beschreven te zijn, zodat men met enige zekerheid kan stellen dat er geen directe asbestrisico s meer zijn op het moment dat de collectieve beschermingsmaatregelen worden opgeheven. Er dient voorafgaande de sanering een inventarisatierapport aanwezig te zijn, voor verdere details zie bijlage 1. Meten, monsterneming en visuele inspectie Voordat er vervolgwerkzaamheden plaats vinden, dient er eerst een eindbeoordeling uitgevoerd te worden, deze eindbeoordeling bestaat allereerst uit de in risicoklasse 1 benoemde visuele inspectie. Indien de visuele inspectie heeft aangetoond dat er geen asbestverdachte materialen of stof in de ruimte aanwezig zijn, dient men ook een luchtmeting uit te voeren om vast te stellen dat de grenswaarde in de betreffende ruimte niet wordt overschreden. Deze meting mag enkel door een daartoe geaccrediteerde testlaboratorium (NEN-EN-ISO/IEC 17025) uitgevoerd worden. De norm die voor de luchtmeting wordt gebruikt is dezelfde als de norm voor de visuele inspectie; namelijk NEN In de praktijk worden de visuele inspectie en de luchtmeting door het zelfde laboratorium uitgevoerd worden. De meting is enkel van toepassing indien de saneringslocatie een afgeschermde ruimte betreft, bij een sanering in de buitenlucht is een meting niet voorgeschreven. Arbeidsgezondheidsonderzoek en registraties Iedere werknemer die betrokken is bij het verwijderen van asbest moet periodiek (eenmaal per drie jaar) in de gelegenheid worden gesteld een arbeidsgezondheidsonderzoek te ondergaan. Deze keuring moet gericht zijn op de uitvoering van de werkzaamheden zoals het gebruik van adembescherming en bepalen van eventuele gevolgen door blootstelling aan asbeststof. Verder dient men gedurende een blootstellingregister te bewaren waarin de momenten van blootstelling aan asbeststof zijn vastgelegd, dit register moet minimaal 40 jaar worden bewaard. Indien een werknemer gedurende zijn dienstverband schade door blootstelling heeft opgelopen kan het nodig zijn dat het toezicht door de arbodienst wordt voortgezet, zelfs na zijn dienstverband. Risicoklasse 3 Van toepassing zijnde aanvullende wet- en regelgeving: arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 4.53a, 4.54; arbeidsomstandighedenregeling, artikel 4.21, 4.22, 4.23, 4.24, 4.25, 4.26, 4.27; beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving, artikel , 4.19, 4.47, 4.51, 4.51a. Grenswaarde De concentratie van asbeststof in de lucht overschrijdt tijdens de uitvoering van het asbest verwijderen de concentratie van 1 vezel per kubieke centimeter, berekend over een referentieperiode van acht uur. Persoonlijke beschermingsmaatregelen Als aanvulling op klasse 2 dient men bij werkzaamheden onder klasse 3 gebruik te maken van een volgelaatmasker met onafhankelijke lucht of met een daaraan equivalente protectiefactor zoals is beschreven in de SC-530. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 10

12 Verzwaarde eindbeoordeling In aanvulling op de in risicoklasse 2 beschreven eindbeoordeling dient men bij een risicoklasse 3 sanering tevens een concentratiemeting uit te voeren in de naast de afgeschermde ruimte gelegen ruimten. 3.2 Conclusies literatuuronderzoek wet- en regelgeving Op basis van de bovenstaande inventarisatie van wet- en regelgeving wat van toepassing is bij het verwijderen van asbest kan men de volgende conclusies trekken: Wet- en regelgeving is verre van volledig, met name waar het de persoonlijke beschermingsmiddelen betreft zou er meer invulling gegeven kunnen worden aan welke types adembescherming gebruikt zou moeten worden, dit heeft men nu overgelaten aan de marktpartijen. De eisen hiervan staan met name opgenomen in de SC-530, Certificatieschema voor het SCA procescertificaat asbestverwijdering. Deze eisen zijn algemeen van toepassing op het saneringsgebied, echter er wordt hier bijvoorbeeld geen onderscheid gemaakt tussen de saneerder en het laboratorium wat achteraf een eindcontrole na asbestverwijdering uitvoert. De wijze waarop nu de uitvoering van het gehele asbestverwijderingsproces is vastgelegd in wet- en regelgeving is complex en verre van duidelijk. Mede hierdoor ontstaat veelal onbegrip en discussies over hoe te handelen in specifieke situaties. Bij de verzwaarde eindbeoordeling, volgens risicoklasse 3, dient er een concentratiemeting uitgevoerd te worden in de naast de afgeschermde ruimte gelegen ruimten. Voor dit type metingen is geen norm voorgeschreven. Door de branchevereniging van laboratoria is een richtlijn opgesteld om invulling te geven aan deze eis, dit is echter niet door wetgeving geborgd of getoetst, waardoor elk type meting in principe afdoende zou kunnen zijn. Het uitvoeren van deze meting na de uitvoering van de saneringswerkzaamheden is nutteloos als beheersmaatregel. Het doel van deze meting was oorspronkelijk het bewaken van de omgevingscondities in de naast de afgeschermde gelegen ruimten tijdens de sanering, teneinde vast te stellen dat de beheersmaatregelen die de saneerder neemt afdoende zijn geweest. Het achteraf bepalen dat de maatregelen wel of juist niet afdoende zijn geweest kan gezien worden als mosterd na de maaltijd. Het opschalen van de risicoklasse, bij de klasse 1 sanering, zodra er een verhoogde vezelconcentratie wordt geconstateerd zal in de praktijk niet plaats vinden zodra een niet gecertificeerde aannemer de asbestverwijdering uitvoert, mede door het ontbreken van adequate kennis en voorzieningen en in verband met de saneringskosten die bij een opschaling substantieel hoger uitkomen. 3.3 Resultaten literatuuronderzoek beleidsvoorstel De indeling van de wettelijke risicoklassen en de daarbij behorende eisen vindt zijn oorsprong in een onderzoek van TNO, wat in opdracht van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid is uitgevoerd. Dit rapport (TNO-MEP R2004/523, Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest Onderzoek en onderbouwing van de mogelijkheden tot het risicogericht indelen van werkzaamheden met asbest en asbesthoudende materialen ) is in november 2004 uitgevoerd. Dit volledige rapport inclusief alle hieronder besproken documenten zijn opgenomen als bijlage 6. Dit onderzoek is met name uitgevoerd om invulling te kunnen geven aan een Europese richtlijn. Vanuit Europa is de EU-richtlijn 83/477 EEG doorgevoerd voor de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan asbest. Deze richtlijn moest voor 15 april 2006 zijn geïmplementeerd. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 11

13 In deze richtlijn staat dat bij blootstelling aan asbest de concentratie van 0.1 vezel / cm 3 als TGG8 uur niet mag worden overschreden. Verder staat hier nog in vermeld dat indien adembescherming gebruikt dient te worden, dit beperkt moet blijven tot het strikt noodzakelijke. De eisen die door het projectteam waren geformuleerd om te komen tot een succesvol risico classificatiesysteem waren onder andere: solide onderbouwd (een verdere relevante detaillering wat hieronder wordt verstaan is niet beschreven); overzichtelijk, systematisch, logisch, waaronder ook duidelijke criteria voor het indelen van de klassen, zodat in de praktijk geen discussies ontstaan; sluit aan bij de praktijk, het systeem is gebaseerd op kennis van de praktijk; handhaafbaar, de nieuwe risico indeling mag niet leiden tot een grotere handhavinginspanning maar juist moet leiden tot een verhoging van de efficiency. Het onderzoek is in een drietal stappen uitgevoerd: Fase 1: Verkenning van (inter)nationale regelgeving, peilen van meningen d. m. v. een enquête en interviews, inventarisatie van beschikbare meetgegevens en uitwerken van een risicoclassificatiesysteem (nulhypothese); Fase 2: Uitwerken van verzamelde meetgegevens en het waar nodig uitvoeren van aanvullende luchtmetingen; Fase 3: Validatie van het risicoclassificatiesysteem, opstellen van richtlijnen en aanbevelingen. Resultaten Fase 1 TNO onderzoek: Om informatie te verzamelen heeft de projectgroep een enquêteformulier opgesteld. Dit enquêteformulier is aan diverse representatieve partijen verzonden waaronder handhavers, brancheorganisaties, laboratoria, adviseurs en aannemingsbedrijven. In totaal heeft de projectgroep de enquête verzonden naar zo n 50 bedrijven, waaronder een brancheorganisatie die naar schatting hem naar nog eens 25 bedrijven heeft doorgestuurd. Dus in totaal 75 bedrijven (50 zeker, 25 geschat). De helft hiervan heeft gereageerd. Er is niet beschreven hoe groot het aandeel is geweest van de geschatte bedrijven. Verder zijn er 10 bedrijven en 5 handhavende instanties benaderd voor een interview met behulp van het enquêteformulier. Er is niet beschreven in hoeverre deze bedrijven al waren benaderd via het enquêteformulier. Op grond van het onderzoek heeft het projectteam een risicoclassificatiesysteem opgesteld wat is gebaseerd op drie klassen. Op basis van hun gegevens wordt gesteld dat de criteria hiervan een eenduidige indeling goed mogelijk maakt en dat er goede argumenten bestaan om met drie klassen te werken. De indeling waartoe zij zijn gekomen als nulhypothese is als volgt. Klasse nummer Concentratieniveau in vezels/cm 3 In vezels/m 3 I > 0,1 > II 0,01 0, III < 0,01 < Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 12

14 Resultaten Fase 2 TNO onderzoek: De meetresultaten van TNO over de afgelopen 20 jaar en meetgegevens van collega laboratoria zijn verzameld en na een zorgvuldige selectie in een database gezet. Op basis van de uitgebreide analyse heeft men geconstateerd dat de vezelconcentratie van de risicoklasse III goed aansluit met de meetgegevens en de aard van de werkzaamheden. Bij klasse II heeft men vastgesteld dat de concentratie van 0,01 tot 0,1 vezels/cm 3 niet goed aansluit bij de meetgegevens, de praktijk en de in de omringende landen gehanteerde grenzen. Het concentratie niveau van Klasse II heeft men op basis hiervan aangepast naar 0,01 tot 1 vezels/cm 3. Verder is geconstateerd dat men voldoende meetgegevens had over de meest voorkomende werkzaamheden om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen, over welke indeling voor welke activiteit van toepassing is, en dat er geen aanvullende luchtmetingen uitgevoerd behoeven te worden. Na de afronding van deze fase heeft men het volgende model opgesteld. Klasse nummer Concentratieniveau in vezels/cm 3 In vezels/m 3 I > 1 > Verzwaard regime, uitsluitend voor verwijdering van risicovolle niet hechtgebonden materialen zoals spuitasbest, leiding- en ketelisolatie, brandwerend board en asbestkarton. De voorgestelde extra eisen t.o.v. klasse II bestaan uit: - Vooraf een inhoudelijke beoordeling van het werkplan; - Maatregelen om emissie tijdens de sanering zoveel mogelijk te reduceren; - Aanvullende beschermingsmaatregelen, waaronder adembescherming met een hogere protectiefactor dan klasse II; - Oplevering conform NEN 2990 zal het gebouw / constructie bij ingebruikstelling tevens moeten voldoen aan de eisen zoals beschreven in NEN II 0, Normaal regime geldend voor de standaard werkzaamheden van: - Werkzaamheden aan hechtgebonden materialen die niet zonder verspanende bewerken te verwijderen zijn; - Werkzaamheden in de buurt van risicovolle niet hechtgebonden materialen waarbij deze materialen kunnen worden verstoord; - Alle overige werkzaamheden die niet in klasse I of III kunnen worden ondergebracht; - Ook voor werkzaamheden die niet onder slopen of verwijderen vallen moet een RI&E worden gemaakt III < 0,01 < Licht regime, geldt voor: - Werkzaamheden waarvan door middel van een gedegen onderzoek kan worden aangetoond dat asbestconcentratie in de ademzonde de voor deze klasse aangegeven grenzen niet overschrijdt; - Materialen/ werkwijzen waarvan reeds eerder is onderzocht dat deze aan de eisen voldoen zijn opgenomen in een shortlist; - Indeling geschiedt op basis van toetsbare criteria waarvan invulling en uitkomst deel uitmaken van het werkplan. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 13

15 Resultaten Fase 3 TNO onderzoek: Door het projectteam is een workshop georganiseerd voor het verkrijgen van feedback op hun onderzoeksresultaten. De conclusies van deze dag waren als volgt: een risicoclassificatie is werkbaar en sluit aan bij de praktijk; goede definities van de klassen is wenselijk om discussie te voorkomen; verantwoordelijkheid voor de indeling ligt bij het bedrijf dat deze classificatie uitvoert c.q. de aannemer die de sanering uitvoert; uitvoering van de classificatie door een gecertificeerd inventarisatiebureau is een advies; handhaving bij voorkeur door 1 deskundige instantie; aandacht voor definitie van onderhoudswerk; voorkeur om alle wijzigingen in de wet en regelgeving in 1 keer door te voeren. Algehele Resultaten van TNO onderzoek: Het onderzoek van TNO heeft de volgende conclusies en aanbevelingen opgeleverd: risicoclassificatie op basis van drie klassen is goed te onderbouwen op basis van de beschikbare informatie. De indeling sluit het best aan bij de praktijk, het huidige beleid en de principes van de EU richtlijn. Het traject dient zorgvuldig begeleid te worden. het project heeft bijgedragen aan het verkrijgen van draagvlak; de risicoclassificatie leidt, indien tot implementatie wordt overgegaan, tot aanpassing van regelgeving; uitvoerige inventarisatie en het verzamelen van betrouwbare meetgegevens hebben geleid tot het inzicht dat er geen luchtmetingen meer noodzakelijk waren voor onderbouwing van de risicoclassificatie; de risicobenadering is in lijn met de buitenlandse benadering; de mate van blootstelling vormt het uitgangspunt voor de indeling, zodat hieraan voor elke klasse een eenduidige beschermingsregime te koppelen is. Diverse onderverdelingen naar type werkzaamheden zijn mogelijk zonder de indeling in risicoklasse te veranderen; aanbevolen wordt om de indeling van werkzaamheden op te nemen in de norm voor asbest verwijderen ter bevordering van acceptatie en vereenvoudiging van beschrijving in wet- en regelgeving; certificatieplicht voor beroepsmatige werkzaamheden met als primair doel het verwijderen van asbesthoudende materialen, met uitzondering van klasse III werkzaamheden. 3.4 Conclusies literatuuronderzoek beleidsvoorstel (TNO onderzoek) Om de conclusies terug te kunnen herleiden naar een specifiek onderdeel van de rapportage of deel van het onderzoek zijn bij de conclusies de koppen opgenomen zoals deze in de rapportage is gebruikt, zie ook bijlage 6. Op basis van het door TNO uitgevoerde onderzoek voor de totstandkoming van een beleidsvoorstel kunnen we de volgende conclusies trekken: Internationale verkenning Bij het onderdeel van het onderzoek Internationale verkenning is het volgende opgemerkt: De risicoclassificatiesystemen van de diverse Europese landen worden vergeleken, inclusief de vrijgave niveaus en grenswaarden. Wat hier echter ontbreekt zijn de monstername methodieken en analysetechnieken van de diverse landen die zij gebruiken, zonder deze informatie is het vrijwel onmogelijk om de diverse criteria met elkaar te vergelijken. In Nederland wordt veelal door middel van fasecontrastmicroscopie de analyse uitgevoerd, bij deze analysemethode kijkt men naar de respirabele vezels en niet enkel naar de Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 14

16 asbestvezels. In Duitsland maakt men enkel gebruik van Elektronenmicroscopie, waarbij enkel de daadwerkelijke asbestvezels worden geteld. Interviews met handhaving Bij het onderdeel interviews met handhaving is het volgende op te merken: Er zijn diverse Interviews met medewerkers van provincies, de arbeidsinspectie en VROM inspectie gehouden. Onderwerpen zijn onder meer opdrachtverlening, meldingen, werkmethoden en technieken. In de resultaten van deze interviews worden continue de bewoordingen soms en meestal gebruikt wat het per definitie ongeschikt maakt om er consequenties aan te verbinden. Gebruik van adembescherming Het is opvallend dat in het TNO onderzoek voor het gebruik van adembescherming wordt verwezen naar de criteria die zijn opgenomen in de richtlijn voor het verwijderen van asbest (SC-530). Er wordt hier verder niet gekeken naar de capaciteit van de diverse adembescherming ten opzichte van de vezelconcentratie waaraan iemand wordt blootgesteld. Uitgaande van de EU richtlijn waarbij wordt uitgegaan van enkel de noodzakelijke bescherming zou dit een logische stap geweest zijn. Tevens wordt er geen onderscheid gemaakt in de diverse partijen en de adembescherming die deze personen hierbij gebruiken. Wat verder opvalt bij het lezen van het TNO rapport is dat de opgestelde classificaties omgekeerd zijn ten opzichte van de wetgeving. In de wetgeving is risicoklasse 1 de lichtste categorie, in het TNO rapport is dit juist de zwaarste. 3.5 Resultaten literatuuronderzoek normen Verdere informatie met betrekking tot het gebruik van adembescherming is onder meer terug te vinden in de normen voor Omgevingslucht (on-) afhankelijk adembeschermingsmiddelen en filters. Omgevingslucht (on-) afhankelijk adembeschermingsmiddelen dienen in overeenstemming te zijn met: NEN-EN 132, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Definities van termen en pictogrammen; NEN-EN 133, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Classificatie; NEN-EN 134, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Benaming van onderdelen; NEN-EN 135, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Lijst van gelijkwaardige termen; NEN-EN 136, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Volgelaatmaskers - Eisen, beproevingsmethoden, merken; NEN-EN 137, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Onafhankelijk ademluchttoestel met een volgelaatmasker - Eisen, beproeving en merken; NEN-EN 138, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Zelfaanzuigende ademhalingsbeschermingsmiddelen voor gebruik met volgelaatmaskers, halfmaskers of een mondstukgarnituur - Eisen, beproeving, merken; NEN-EN 139, Textiel - Standaardatmosferen voor het conditioneren en de beproeving; NEN-EN 140, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Halfmaskers en kwartmaskers - Eisen, beproevingsmethoden, merken; NEN-EN 142, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Mondstukgarnituren - Eisen, beproeving, merken. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 15

17 luchtfiltereisen dienen in overeenstemming te zijn met: NEN-EN 143, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Deeltjesfilters - Eisen, beproeving, merken; NEN-EN 144, o Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Afsluiters voor gasflessen - Deel 1: Schroefdraadverbindingen voor aansluiting; o Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Afsluiters voor gasflessen - Deel 2: Schroefdraadverbindingen voor uitlaataansluitingen; o Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Afsluiters voor gasflessen - Deel 3: Uitlaatverbindingen voor Nitrox en zuurstof duikgas; NEN-EN 12942, Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Aangedreven filters gecombineerd met volgelaatmastkers, halfgelaatmaskers of kwartgelaatmaskers - Eisen, beproeving, merken. 3.6 Conclusies literatuuronderzoek normen Er zijn geen verdere conclusies uit de normen te herleiden die van toepassing zijn voor dit onderzoek. In de normen worden enkel de minimale specificaties opgenomen waar adembescherming en filters aan moeten voldoen. Er is op basis van deze normen, zonder het uitvoeren van metingen, niet mogelijk om een relatie te leggen tussen de specificaties van adembescherming en de mogelijke blootstelling optredend bij specifieke saneringswerkzaamheden. 3.7 Interviews met deskundigen Om te kunnen komen tot een bruikbaar document voor de diverse branchepartijen zijn de conclusies voortkomend uit de literatuurstudie voorgelegd aan een aantal veiligheidskundigen en materiespecialisten. De conclusies zijn in een open interview besproken. De volgende personen zijn hiervoor benaderd: dhr. Willem van Aken, middelbaar veiligheidskundige, vakdeskundige asbest en beoordelaar Raad voor Accreditatie; dhr. Henk van Dijk, hoger veiligheidskundige; dhr. Ewout Pijpker, hoger veiligheids- en milieukundige; dhr. Tom Rave, lid van NEN norm commissie asbest in lucht. De resultaten van de interviews zijn opgenomen in de volgende paragraaf. Voorafgaande de interviews hebben de betreffende personen de tijdens het literatuuronderzoek gevonden conclusies ontvangen. Op basis hiervan is er een open één op één interview geweest in de vorm van een discussie waarin alle punten van de conclusies zijn besproken. Er zijn geen separate gespreksverslagen opgesteld. Na afloop van het interview zijn de uitkomsten samengevat en verzameld. 3.8 Resultaten interviews De totale uitkomsten van de interviews waren als volgt: Door het vrijgeven van de wetgeving door dit te laten reguleren door de marktpartijen krijgt men een teruggang op het gebied van veiligheid, met name bij specifieke werkzaamheden als het verwijderen van asbest. Dit is onder meer zichtbaar in de onlangs gepresenteerde onderzoeken van zowel SZW als IWI. Het is wenselijk als de laboratoria onderling een meetprotocol opstellen en metingen uitvoeren ter ondersteuning van een formele verlaging van het veiligheidsregime met betrekking tot het gebruik van adembescherming. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 16

18 In diverse situaties is het mogelijk voor deze bedrijven om met een eenvoudigere vorm van adembescherming hun werkzaamheden uit te voeren zonder dat de veiligheid hierbij in het geding komt. Momenteel zijn zij in overtreding indien zij niet de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, zoals bijvoorbeeld onafhankelijke lucht en veiligheidslaarzen. Het dragen van minder of lichtere beschermingsmiddelen zorgt voor een mindere belasting van de werknemer waardoor de kwaliteit van diens werk verbeterd. Denk hierbij ook aan de visuele beperkingen die optreden bij het dragen van een volgelaatmasker bij de uitvoering van een visuele eindcontrole na asbestverwijdering. Bij bepaalde klasse 2 saneringen zou het mogelijk moeten zijn om bijvoorbeeld enkel met een filterbus te werken in plaats van een motorunit. Indien de vezelemissie tijdens de sanering, door passende bronmaatregelen toe te passen, lager is dan 1 vezel/cm 3 en de tijdsduur van blootstelling kortdurend is. Een standaard P-3 (Particle) stoffilter biedt bescherming tegen inademing van giftig fijnstof met een MAC-waarde van 0,1 tot 10 mg/m 3. Onderzoek zou aan moeten tonen tot welke vezelconcentratie een filterbus bescherming biedt. Doordat de wetgever verzuimt om te handhaven c.q. gedegen te controleren op het gebied van asbestverwijdering, vergaart de overheid te weinig informatie om voorschriften / wetgeving zinvol aan te passen of te implementeren. Pas het laatste jaar zet de overheid meer middelen in om het toezicht op de asbestketen te vergroten. De uitkomst van het in 2007 uitgevoerde onderzoek van IWI toonde onder meer aan dat bij ongeveer 80 % van de onderzochte locaties fouten werden geconstateerd. Droog slopen is een wijze van asbest verwijderen wat niet in overeenstemming is met de arbeidshygiënische strategie, waarbij de maatregelen zo dicht mogelijk bij de bron dienen te worden genomen. Momenteel verlangt men enkel dat het verwijderen zoveel als mogelijk zonder breuk plaats vindt. Een sanering vanuit de arbeidshygiënische strategie zou zijn door onder meer de mogelijke vezelemissie tijdens de sanering zoveel mogelijk te voorkomen, door bijvoorbeeld het te verwijderen asbest eerst voldoende te bevochtigen door het te impregneren / bevochtigen met water. Het bevochtigen van met asbest besmette bodem is bij bodemsanering al een standaard werkwijze voorafgaande aan de sanering. Het uitvoeren van een concentratiemeting als aanvulling op de eindcontrole na asbestverwijdering in geval van een klasse 3 sanering, is enkel noodzakelijk indien er signalen zijn dat de voorgeschreven maatregelen door de saneerder niet afdoende zijn genomen. Het laboratorium zou dit tijdens de visuele inspectie kunnen constateren en de conclusie kunnen trekken dat een aanvullende meting buiten de afgeschermde ruimte noodzakelijk is om vast te stellen dat de veiligheid buiten de afgeschermde ruimte niet in het geding is. 3.9 Bevindingen projectlocaties asbestsanering Om de uitkomsten van de interviews te kunnen toetsen op relevantie zijn er een aantal locaties bezocht. Bij de bezoeken is getracht een zo groot mogelijke diversiteit aan locaties te bezoeken. In totaal zijn er de afgelopen periode 16 verschillende saneringen bezocht. De diverse locaties staan hieronder beschreven, eventuele bijzonderheden staan ook vermeld. In het kader van geheimhouding zijn er geen individuele projectgegevens in deze rapportage opgenomen. Klasse 1 klasse 1 vensterbanken binnen woning, binnensanering zonder voorzieningen; klasse 1 sandwichpanelen buitengevel, hier werden na de sanering nog restanten aangetroffen, buitensanering zonder voorzieningen; klasse 1 hechtgebonden beplating boven een keukenblok, binnensanering zonder voorzieningen. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 17

19 Klasse 2 klasse 2 beschadigde golfplaten van loods, hier werden na sanering nog restanten aangetroffen, buitensanering; klasse 2 beschadigde wandbeplating buitenzijde loods, hier werden na de sanering nog restanten aangetroffen, buitensanering; klasse 2 standleiding uit woning, decontaminatieunit was defect, sanering in containment; klasse 2 plaat boven schoorsteenmantel, sanering in containment, hier werden na sanering nog restanten aangetroffen; klasse 2 vloerzeil met frees uit keuken, sanering in containment, eigenlijk Klasse III sanering, hier werden na sanering nog restanten aangetroffen; klasse 2 leidingen uit kamer, sanering in containment; klasse 2 beschadigde wandbeplating van loods, buitensanering, hier werden na sanering nog restanten aangetroffen, afscherming werkgebied was verwijderd; klasse 2 beschadigde golfplaten van schuurtjes, buitensanering; klasse 2 wandbeplating uit kamer, sanering in containment, toegang tot containment was niet juist, waardoor het niet mogelijk is om te decontamineren (1-trap); klasse 2 wandbeplating uit kamer, sanering in containment; klasse 2 golfplaten van loods, mobiele decontaminatie unit in werkgebied opgesteld in plaats van erbuiten, afscherming van werkgebied onjuist, niet alle verwijderaars hadden de benodigde opleidingen. Klasse 3 klasse 3 brandschot boven branddeur, sanering in containment, aanvullende meting buiten containment is uitgevoerd, na sanering werden nog restanten aangetroffen; klasse 3 Vloerzeil uit gang en keuken, aanvullende meting buiten containment is uitgevoerd Conclusies projectlocaties Algemeen Op de meeste bezochte locaties waren de voorgeschreven arbeidshygiënische beschermingsmaatregelen op de juiste wijze toegepast en waren alle voorzieningen beschikbaar. Door de inspectie instellingen werden op een 7-tal locaties direct na de verwijdering van het asbest nog asbesthoudende restanten aangetroffen. Op 1 locatie na waren de wettelijke voorgeschreven afscherming en beschermingsmaatregelen op deze momenten aanwezig. Op het moment van constatering is er geen reële vezelconcentratie bekend. Op de klasse 3 locaties werd door de saneerder gebruik gemaakt van onafhankelijke lucht, door de inspecteurs van de inspectie instelling (zie bijlage 1) werd gebruik gemaakt van afhankelijke lucht (volgelaatmasker met motorunit en P3 filter). Aangezien de wetgever stelt dat, bij het uitvoeren van een klasse 3 asbest sanering, onafhankelijke lucht gebruikt dient te worden, is de inspectie-instelling feitelijk in overtreding van de arbowet. Er geldt voor een inspectie-indeling geen andere norm met betrekking tot de veiligheidsmaatregelen. Bij de klasse 1 sanering die binnen zonder voorzieningen zijn uitgevoerd kan een probleem optreden op het moment dat het asbesthoudende materiaal bij de verwijdering breekt waardoor een hogere vezelconcentratie aanwezig is dan 0,01 vezels/cm3. Op zo n moment kan de volledige ruimte waarbinnen de werkzaamheden plaats vinden asbestbesmet raken, alle eventuele personen kunnen dan worden blootgesteld aan een verhoogde vezelconcentratie boven de wettelijke grenswaarde. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 18

20 Bij geen van de concentratiemetingen bij de Klasse III sanering buiten het containment is een vezelconcentratie aangetroffen groter dan 0,01 vezels/cm3. Indien dit wel het geval was, zouden alle personen in de directe omgeving blootgesteld zijn aan een concentratie asbestvezels groter dan de grenswaarde. Zin en onzin van wetgeving bij asbestverwijdering Resultaten en bevindingen 19

2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA MINISTERIЁLE REGELING van 2 december 2015 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) (Regeling asbestverwijdering)

Nadere informatie

Bijlage G Model werkplan

Bijlage G Model werkplan blad 1 van 6 CERTIFICATIESCHEMA voor het SCA Arbeidsomstandighedenbesluit; artikel 4.54a en 4.54d Arbeidsomstandighedenregeling; artikel 4.27 Bijlage G Model werkplan Stichting SCA Postbus 22 6720 AA BENNEKOM

Nadere informatie

DE ROL VAN GOEDE PRAKTIJKEN IN DE NEDERLANDSE ASBEST PRAKTIJK JODY SCHINKEL

DE ROL VAN GOEDE PRAKTIJKEN IN DE NEDERLANDSE ASBEST PRAKTIJK JODY SCHINKEL DE ROL VAN GOEDE PRAKTIJKEN IN DE NEDERLANDSE ASBEST PRAKTIJK JODY SCHINKEL ACHTERGROND Asbest wetgeving Asbest keten / betrokkenen Waarom veilige werkwijzen moeilijk hun weg vinden Hoe we veilige werkwijzen

Nadere informatie

FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen. Achtergrond. Risicoklassen

FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen. Achtergrond. Risicoklassen FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen Aangepast: 17 november 2016 Achtergrond 1) Waarom wordt de grenswaarde voor asbest amfibolen verlaagd? De grenswaarde

Nadere informatie

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html Aanpassingen Arbeidsomstandighedenbesluit (Hoofdstuk 4, Afdeling 5) inzake asbestgrenswaarden en risicoklasse-indeling asbest (en deskundigheidseis DIA) Situatie per 1-1-2017. Aan deze tekst kunnen geen

Nadere informatie

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest Asbest in gemeentelijke gebouwen Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest Bezit uw gemeente gebouwen waarin asbest is verwerkt? Het kan voorkomen dat u als gemeentelijke gebouwbeheerder met asbest

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN WET- EN REGELGEVING januari 2017

ONTWIKKELINGEN WET- EN REGELGEVING januari 2017 ONTWIKKELINGEN WET- EN REGELGEVING 2017 19 januari 2017 WAAROM? TIJDLIJN 2017 1-1-2017: grenswaarde verlaging + nieuwe risicoklassen 2 e helft 2017: nieuwe NEN 2990 : 2017 1-3-2017: nieuwe schema s SC

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van t/m heden

Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van t/m heden De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van 0-0-0 t/m heden Afdeling. Aanvullende voorschriften asbest. Definities en toepasselijkheid Artikel..

Nadere informatie

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen De Huurdersvereniging van Portaal Nijmegen (HvPN) Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen Programma Wat is asbest? Risico s en normen Toepassingen Voorbeelden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17996 27 juni 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2014, 2014-0000088548 tot

Nadere informatie

1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting )

1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting ) 1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting ) Asbestverontreiniging ( besmetting *): het aantreffen van visueel zichtbare restanten asbesthoudend materiaal en/of het aanwezig zijn van asbestvezels

Nadere informatie

Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Basiskennis en visuele inspectie van de Eindbeoordeling

Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Basiskennis en visuele inspectie van de Eindbeoordeling Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Basiskennis en visuele inspectie van de Eindbeoordeling Datum : 01 januari 2000 Aanvangstijd Locatie : : ALGEMENE INFORMATIE (LEES DEZE GOED DOOR) Voor u ligt het schriftelijk

Nadere informatie

Innovatieve saneringsmethoden in de asbestbranche. Jody Schinkel en Ko den Boeft

Innovatieve saneringsmethoden in de asbestbranche. Jody Schinkel en Ko den Boeft Innovatieve saneringsmethoden in de asbestbranche Jody Schinkel en Ko den Boeft 1 Inhoud presentatie 1. Aanleiding van dit onderzoek 2. Bronmaatregelen onderzoek 3. Resultaten bronmaatregelen onderzoek

Nadere informatie

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html Aanpassingen Arbeidsomstandighedenbesluit (Hoofdstuk 4, Afdeling 5) inzake asbestgrenswaarden en risicoklasse-indeling asbest (en deskundigheidseis DIA) Situatie per 1-1-2017. Aan deze tekst kunnen geen

Nadere informatie

De recente aanpassingen van de grenswaarden zijn onderdeel van een pakket aan maatregelen. Een andere belangrijke

De recente aanpassingen van de grenswaarden zijn onderdeel van een pakket aan maatregelen. Een andere belangrijke WETGEVING Wat verandert er en waarom? CERTIFICATIESCHEMA S OP DE SCHOP De recente aanpassingen van de grenswaarden zijn onderdeel van een pakket aan maatregelen. Een andere belangrijke aanpassing heeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67085 12 december 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2016, 2016-0000258315,

Nadere informatie

Stichting Futura. Tilburg, 25 oktober Michel Baars Dennis Strik. www.asbestfeitencongres.nl www.asbest-search.nl

Stichting Futura. Tilburg, 25 oktober Michel Baars Dennis Strik. www.asbestfeitencongres.nl www.asbest-search.nl Stichting Futura Tilburg, 25 oktober Michel Baars Dennis Strik www.asbestfeitencongres.nl www.asbest-search.nl Stichting Futura Inhoud 1. Introductie 2. Case Kanaleneiland 3. Asbestfeitenenquete 4. Wet-

Nadere informatie

Achtergrond. Ministerie van SZW. Suzanne Spaan, Jody Schinkel, Peter Tromp

Achtergrond. Ministerie van SZW. Suzanne Spaan, Jody Schinkel, Peter Tromp Notitie Aan Ministerie van SZW Van Suzanne Spaan, Jody Schinkel, Peter Tromp Earth, Life & Social Sciences Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist www.tno.nl T +31 88 866 60 00 F +31 88

Nadere informatie

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 013 76 20 607 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 Gelet op de artikelen 7.4.11 en 7.16.3.2 is het niet toegestaan

Nadere informatie

Randvoorwaarden en doelvoorschriften bij alternatieve verwijderingsmethoden

Randvoorwaarden en doelvoorschriften bij alternatieve verwijderingsmethoden Reliable Independent Reviews Betrouwbare Onafhankelijke Beoordelingen www.rirnl.eu Randvoorwaarden en doelvoorschriften bij alternatieve verwijderingsmethoden Auteur: ing. Gerwin Lensink B.Sc. RVK Inhoud

Nadere informatie

Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur

Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur Workshop: Vooraf scherp, achteraf geen gezeur Jan de Leeuw, coördinator omgevingsvergunningen Gaston Dolmans, asbestcoördinator 24 november 2014 Samen grip op asbest Inhoud Introductie Kennismaken met

Nadere informatie

INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING

INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING Vastgesteld door : FENELAB Technische Commissie Asbest Vaststellingsdatum : 30 september 2014 Status : Van kracht op

Nadere informatie

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540 Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540 Voorafgaand aan en ten behoeve van het geheel afbreken van een schuurtje ter hoogte van: Kraayenstraat 2 te Angeren Opdrachtgever: Dienst Landelijk

Nadere informatie

nadere toelichting inzake artikelen van de Sc-530 en Sc-540:2011 versie 4 Algemeen

nadere toelichting inzake artikelen van de Sc-530 en Sc-540:2011 versie 4 Algemeen Postbus 154 3990 DD Houten Tel: 030 290 1623 Ascert nadere toelichting inzake artikelen van de Sc-530 en Sc-540:2011 versie 4 Algemeen Overstap van CKI A naar CKI B (art. 4.5.2) Bij een intrekking van

Nadere informatie

Werken met de SCi-547 en SCi-548. Jody Schinkel, Suzanne Spaan, Ko den Boeft, Jan Tempelman

Werken met de SCi-547 en SCi-548. Jody Schinkel, Suzanne Spaan, Ko den Boeft, Jan Tempelman Werken met de SCi-547 en SCi-548 Jody Schinkel, Suzanne Spaan, Ko den Boeft, Jan Tempelman Inhoud presentatie 1. Doel van de protocollen 2. Inhoud protocollen Hoe meten / analyseren? Waarom registreren?

Nadere informatie

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540 Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540 Voorafgaand aan en ten behoeve van het geheel afbreken van een vleeskuikenstal. `t Haantje 66 te `t Haantje Opdrachtgever: Dhr. Kocks Uitvoering door:

Nadere informatie

wao innovation for life Notitie Ilse van den Aker (Ministerie van SZW) Suzanne Spaan, Ko den Boeft, Peter Tromp, Jan Tempelman, Jody Schinkel

wao innovation for life Notitie Ilse van den Aker (Ministerie van SZW) Suzanne Spaan, Ko den Boeft, Peter Tromp, Jan Tempelman, Jody Schinkel wao innovation Notitie Aan Ilse van den Aker (Ministerie van SZW) Van Suzanne Spaan, Ko den Boeft, Peter Tromp, Jan Tempelman, Jody Schinkel Earth, Life & Social Sciences Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist

Nadere informatie

Asbestinventarisatie conform procescertificaat asbestinventarisatie Molenstraat 45 te Diessen Project

Asbestinventarisatie conform procescertificaat asbestinventarisatie Molenstraat 45 te Diessen Project Asbestinventarisatie conform procescertificaat asbestinventarisatie Molenstraat 45 te Diessen Project 2017.0075-002 projectnummer 2017.0075-002 project Molenstraat 45 te Diessen opdrachtgever Van Dun Advies

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS/1504074A00. Keuken van een woning Doctor Ariënsstraat 37 5554 TP Valkenswaard. Datum: 11 augustus 2015

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS/1504074A00. Keuken van een woning Doctor Ariënsstraat 37 5554 TP Valkenswaard. Datum: 11 augustus 2015 Minervum 7002, 4817 ZL, Breda T +31 880 23 57 00 W www.rps.nl E asbest.advies@rps.nl ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS/1504074A00 Keuken van een woning Doctor Ariënsstraat 37 5554 TP Valkenswaard

Nadere informatie

NEN-2991 Onderwerp en toepassingsgebied

NEN-2991 Onderwerp en toepassingsgebied Inhoud Onderwerp en toepassingsgebied Verwijzingen naar normen Beoordeling van de potentiële blootstelling Bepaling van de actuele blootstelling Kwaliteit en veiligheid Stripmonsters Beoordeling van de

Nadere informatie

PRESENTATIE NVVA-SYMPOSIUM Asbest doorgeslagen?

PRESENTATIE NVVA-SYMPOSIUM Asbest doorgeslagen? PRESENTATIE NVVA-SYMPOSIUM 2017 Asbest doorgeslagen? Wordt het gedachtegoed van de arbeidshygiënische strategie gevolgd? Geke van Meer April 2017 Wie ben ik? Geke van Meer, RAH Programma Introductie; Wet-

Nadere informatie

Programma. 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg

Programma. 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg bme.nl Programma 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg 2. Intervisie asbestcasussen Regionaal Overleg Asbest voor gemeenten (ROA): Cees Verkade en Jan van Willigenburg bme.nl

Nadere informatie

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving SZW Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 augustus 2006, directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/ P&G/2006/67452,

Nadere informatie

Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Lycens Rapportnummer R170400007 versie 1 Contactpersoon Lycens Datum opdracht 31-03-2017 Adres Deventerstraat 10 Datum ontvangst 31-03-2017 Postcode en

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE PLANGEBIED ODIJK-WEST

ASBESTINVENTARISATIE PLANGEBIED ODIJK-WEST Dit is een rapportage van een asbestinventarisatie op basis van inschattingen vanaf luchtfoto s met een veldinspectie vanaf de openbare weg. Er zijn geen percelen betreden en er heeft geen monstername

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Rapport LUCHT- en KLEEFMONSTER ONDERZOEK ASBEST conform NEN 2991

Rapport LUCHT- en KLEEFMONSTER ONDERZOEK ASBEST conform NEN 2991 Rapport LUCHT en KLEEFMONSTER ONDERZOEK ASBEST conform NEN 2991 School De Wielstraat 6 te Beusichem Onderzoek identificatie Projectnummer: 773344 Autorisatiedatum: 22 januari 2015 Opdrachtgever: Intersell

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Bouwen Turfmarkt

Nadere informatie

INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING

INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING INTERPRETATIEDOCUMENT VOOR NEN 2990 (2012) LUCHT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING Vastgesteld door : FENELAB Technische Commissie Asbest Vaststellingsdatum : 24 mei 2018 Status : DEFINITIEF Kenmerk :

Nadere informatie

bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend

bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend Projectnummer T.A.S.: 2012106 Omvang onderzoek Gehele gebouw of object Gedeelte van gebouw of object Representatieve steekproef ( minimaal 10% voor vergunning ) Aanvulling op representatieve steekproef

Nadere informatie

Asbest, wat mag en wat moet? Wet- en regelgeving over bewerken en verwijderen van asbest

Asbest, wat mag en wat moet? Wet- en regelgeving over bewerken en verwijderen van asbest Asbest, wat mag en wat moet? Wet- en regelgeving over bewerken en verwijderen van asbest April 2008 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om

Nadere informatie

RAPPORTAGE ASBESTINVENTARISATIE VAN DE OPSLAGRUIMTE GELEGEN AAN HET BROERSVEST 119 TE SCHIEDAM

RAPPORTAGE ASBESTINVENTARISATIE VAN DE OPSLAGRUIMTE GELEGEN AAN HET BROERSVEST 119 TE SCHIEDAM Arbo- en Milieuadvisering Asbestadvisering Legionella-advisering Bodemadvies Risico inventarisaties en Evaluaties Arbo-cursussen Projectbegeleiding Social Enterprises RAPPORTAGE ASBESTINVENTARISATIE VAN

Nadere informatie

PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN

PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN ONDERGETEKENDEN, 1. Inspectie SZW, vertegenwoordigd door mr. J.A. van den Bos, Inspecteur-Generaal, hierna te

Nadere informatie

IDDS. Wijzigingen asbestwetgeving

IDDS. Wijzigingen asbestwetgeving IDDS Wijzigingen asbestwetgeving Mei 2017 Wijzigingen Asbestwetgeving 1 Inhoud presentatie Wat is asbest Gezondheidsrisico s Toepassingen Herkennen van asbest Wet- en regelgeving Wijzigingen asbestwetgeving

Nadere informatie

Verkennende risicobeoordeling conform NEN 2991

Verkennende risicobeoordeling conform NEN 2991 Burgemeester Verderlaan 17 3544 AD Utrecht 030-3040084 www.afrs.nl IBAN: NL37RABO0184877121 KvK Midden-Nederland 60.784.318 BTW NL 854058692B01 Verkennende risicobeoordeling conform NEN 2991 Erven Treffers

Nadere informatie

Van de regen in de drup of van de drup in de regen?

Van de regen in de drup of van de drup in de regen? Verlaging grenswaarden van asbest per 1 juli 2014 en 1 januari 2015. Van de regen in de drup of van de drup in de regen? Inleiding Onlangs is door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een besluit

Nadere informatie

Verantwoordelijkheid kan als volgt worden gedefinieerd (van Dale 2005):

Verantwoordelijkheid kan als volgt worden gedefinieerd (van Dale 2005): 1 Opening 1.1 Vraagstelling Asbest, daar gaat het vanmiddag over! Voor dit onderwerp is aan mij, vanuit het oogpunt van de opdrachtgever (waar wij in onze dagelijkse praktijk voor werken en deze ontzorgen),

Nadere informatie

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d SCa-100 nadere interpretaties certificatieschema blad 1 van 8 SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d. 09-01-2018 Stichting ASCERT www.ascert.nl SCa-100 nadere interpretaties certificatieschema

Nadere informatie

Prins. Milieu Consultancy. Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad. op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek

Prins. Milieu Consultancy. Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad. op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek Prins Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek Milieu Consultancy Asbest- en bodemonderzoek Saneringsbegeleiding Schimmelpennincklaan

Nadere informatie

Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Luchtmetingen van de Eindbeoordeling

Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Luchtmetingen van de Eindbeoordeling Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Luchtmetingen van de Eindbeoordeling Datum : 01 januari 2000 Aanvangstijd Locatie : : ALGEMENE INFORMATIE (LEES DEZE GOED DOOR) Voor u ligt het schriftelijk examen Eindbeoordelaar

Nadere informatie

Asbest Totaal Nieuwenhuizen 18 4283 HK Giessen 0183-441304 www.asbesttotaal.nl

Asbest Totaal Nieuwenhuizen 18 4283 HK Giessen 0183-441304 www.asbesttotaal.nl Asbest Totaal Nieuwenhuizen 18 4283 HK Giessen 0183-441304 www.asbesttotaal.nl ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 2012-A184 School Het Octaaf Da Capo 4 Krimpen aan den IJssel PROJECTINFORMATIEBLAD

Nadere informatie

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 013 76 20 607 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 De commissie stelt voorop dat, zoals zij in haar advies BCA 15015

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Schemawijzigingen. (Tom Troquay en Sijmen Versteegt) 30 mei Eindhoven 5 juni Rotterdam 11 juni Zwolle

Informatiebijeenkomst Schemawijzigingen. (Tom Troquay en Sijmen Versteegt) 30 mei Eindhoven 5 juni Rotterdam 11 juni Zwolle Informatiebijeenkomst Schemawijzigingen (Tom Troquay en Sijmen Versteegt) 30 mei Eindhoven 5 juni Rotterdam 11 juni Zwolle Agenda Proces van schemawijziging Toelichting op de wijzigingen Vragen Proces

Nadere informatie

vakmanschap uiteen hoe Ascert in het nieuwe jaar in wil spelen op hoofdconclusies uit

vakmanschap uiteen hoe Ascert in het nieuwe jaar in wil spelen op hoofdconclusies uit Ascert Actueel nummer 4 december 2013 www.ascert.nl Met de nieuwsbrief Ascert Actueel brengt Ascert u ieder kwartaal op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het werkveld asbest. Ascert Symposium

Nadere informatie

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540

Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540 Volledige asbest inventarisatie type A Conform SC 540 Grolseweg 19 te Beltrum Opdrachtgever: Mts. van de Lagemaat Uitvoering door: Obelink asbestinventarisatie Rapport type A, Julianastraat 28 SCA-certificaatnr.

Nadere informatie

Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat 37 1444 VP Purmerend. Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam 2013008766.

Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat 37 1444 VP Purmerend. Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam 2013008766. Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat 37 1444 VP Purmerend Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam - 2013008766.1 13-03-13 Betreft: resultaten asbestonderzoek Van Ijsendijkstraat

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2015:10790, Bekrachtiging/bevestiging. Arbeidsomstandighedenbesluit 4.45

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2015:10790, Bekrachtiging/bevestiging. Arbeidsomstandighedenbesluit 4.45 ECLI:NL:RVS:2017:590 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-03-2017 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600459/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Rondetafelbijeenkomst Asbestsaneerders. Heeswijk 19 april 2012

Rondetafelbijeenkomst Asbestsaneerders. Heeswijk 19 april 2012 Rondetafelbijeenkomst Asbestsaneerders Heeswijk 19 april 2012 Agenda 17.00 17.20 Ontvangst en welkom 17.20 17.30 Introductie en uitleg 17.30 17.50 Voorstelronde 17:50 18:10 Recente ontwikkelingen 18.10

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN COLOFON Plaats: Den Haag, september 2007 Projectnummers: Inspectieonderwerpen: Directie: A748 Blootstelling aan asbestvezels op stortplaatsen Bouw Landelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 217 Besluit van 5 juni 2014 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de herziening van de grenswaarden voor asbest alsmede

Nadere informatie

Welkom. SMA rt Risico Klasse v.s. dnaa Blootstellingsklasse. De Nederlandse Amovatie Associatie. Presentatie:

Welkom. SMA rt Risico Klasse v.s. dnaa Blootstellingsklasse. De Nederlandse Amovatie Associatie. Presentatie: Welkom. De Nederlandse Amovatie Associatie Presentatie: SMA rt Risico Klasse v.s. dnaa Blootstellingsklasse Welkom. Perceptie van de markt: dnaa wil alles in Risico Klasse 1 zetten dnaa; de terugschaal

Nadere informatie

Onderwerp: beantwoording statenvragen ex artikel 59 RvO over (Aedes) TNO rapport gezondheidsrisico s asbest.

Onderwerp: beantwoording statenvragen ex artikel 59 RvO over (Aedes) TNO rapport gezondheidsrisico s asbest. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl mevrouw B. Rutten Statenlid CDA fractie per email verzonden aan: bouwienrutten@gmail.com

Nadere informatie

Rapportage Onvolledige asbestinventarisatie Type A conform SC-540

Rapportage Onvolledige asbestinventarisatie Type A conform SC-540 Rapportage Onvolledige asbestinventarisatie Type A conform SC-540 Stougjesdijk 243, 3261 KV, Oud-Beijerland Woning en schuur ASBESTINVENTARISATIERAPPORT TYPE A (SCA-certificaat 07-D070077.01, afgegeven

Nadere informatie

Onderzoeksprotocol asbest in grond in kruipruimten van bouwwerken

Onderzoeksprotocol asbest in grond in kruipruimten van bouwwerken Onderzoeksprotocol asbest in grond in kruipruimten van bouwwerken Protocol VOAM-VKBA-001 1 Dit protocol, versie 01, is op 6 december 2017 vastgesteld door het bestuur van VOAM-VKBA versie 01-6 december

Nadere informatie

Sessie 7. Succesvol werken met protocollen. Otto Hegeman, OOM-advies

Sessie 7. Succesvol werken met protocollen. Otto Hegeman, OOM-advies Sessie 7. Succesvol werken met protocollen Otto Hegeman, OOM-advies Inhoud werksessie Waar gaat het om bij asbest Wat is de definitie van een protocol Visie op toekomst van- asbest verwijderen Proces=ketenaanpak

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE conform SC-540

ASBESTINVENTARISATIE conform SC-540 ASBESTINVENTARISATIE conform SC-540 Opdrachtgever: De heer A Adres: X Locatie: Adres: ------- ------- Onderzoeksgebied Woonhuis en schuur Reden van onderzoek: t.b.v. sloop en verbouwing Opdrachtnemer:

Nadere informatie

Rapport NEN 2991 blootstellingsonderzoek inkaderingsonderzoek

Rapport NEN 2991 blootstellingsonderzoek inkaderingsonderzoek Rapport NEN 2991 blootstellingsonderzoek inkaderingsonderzoek versie 2 - december 2014 NEN 2991 onderzoek in/aan: De sportschool gelegen aan de Noordeind 88 te 7815 PE Emmen Opdrachtgever Naam Loon- en

Nadere informatie

DTA-examen flink veranderd

DTA-examen flink veranderd Ascert Actueel nummer 1 april 2013 www.ascert.nl Met de nieuwsbrief Ascert Actueel brengt Ascert u ieder kwartaal op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het werkveld asbest. DTA-examen flink veranderd

Nadere informatie

ONJUISTE AANLEIDING Vaak vindt het advies voor het uitvoeren van een NEN 2991 niet op objectieve gronden plaats.

ONJUISTE AANLEIDING Vaak vindt het advies voor het uitvoeren van een NEN 2991 niet op objectieve gronden plaats. RIR Publicatie NEN 2991 weggegooid geld? ONJUISTE AANLEIDING Vaak vindt het advies voor het uitvoeren van een NEN 2991 niet op objectieve gronden plaats. Deels wordt dit veroorzaakt door: de emotionele

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS / AAI 11.3118 B.S. De Hooght Carmelietenstraat 21 te Waspik

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS / AAI 11.3118 B.S. De Hooght Carmelietenstraat 21 te Waspik RPS advies- en ingenieursbureau bv Tolweg 11, 4851 SJ Ulvenhout, PO Box 3440, 4800 DK Breda T +31 (0)880-23 57 80 F + 31 (0) 880-23 57 81 W www.rps.nl ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS / AAI

Nadere informatie

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) Eindcontroles na asbestverwijdering

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) Eindcontroles na asbestverwijdering Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) Eindcontroles na asbestverwijdering (inspectie) Document code: RvA-SAP-I007-NL Versie 1, 18 juli 2017 Een Specif iek Accreditatieprotocol

Nadere informatie

SCa-100 Nadere interpretaties Certificatieschema s d.d

SCa-100 Nadere interpretaties Certificatieschema s d.d SCa-100 nadere interpretaties certificatieschema s blad 1 van 11 SCa-100 Nadere interpretaties Certificatieschema s d.d. 6-6-2019 Stichting ASCERT www.ascert.nl SCa-100 nadere interpretaties certificatieschema

Nadere informatie

Stichting Ascert Actueel - juli 2014

Stichting Ascert Actueel - juli 2014 Stichting Ascert Actueel - juli 2014 Minister scherpt grenswaarden asbest aan Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de wettelijke waarden aangescherpt die aangeven

Nadere informatie

Reden hiervoor is de aanname dat de toegepaste producten bij het stralen van de brug mogelijk verontreinigd zijn met asbest.

Reden hiervoor is de aanname dat de toegepaste producten bij het stralen van de brug mogelijk verontreinigd zijn met asbest. 1 INLEIDING Op verzoek van Ingenieursbureau Gemeente Rotterdam heeft Koenders & Partners adviseurs en procesmanagers bv, een onderzoek uitgevoerd naar de toegepaste grit bij onderhoudswerkzaamheden aan

Nadere informatie

RPA-advies Rapport: Datum: 17 juni 2015

RPA-advies Rapport: Datum: 17 juni 2015 Projectnummer 2015319 Asbestonderzoek Asbestinventarisatie conform SC 540 Type A Woning Projectlocatie Bosboomlaan 11 Schiedam Onderzoeksdatum 15 juni 2015 Soort asbestonderzoek Omvang van het onderzoek

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Door middel van een visuele inspectie en luchtmeting bepalen of het gebied zonder gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen kan worden betreden.

Door middel van een visuele inspectie en luchtmeting bepalen of het gebied zonder gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen kan worden betreden. Methorst Milieu heer S Lovink en uitvoeringen Postbus 111 3925 ZJ SCHERPENZEEL GLD OVER DE OPDRACHTGEVER Referentie klant Referentienummer werkplan 15A050 Aannemer ter plaatse Methorst Milieu Aannemer

Nadere informatie

Brouwersstraat 1 te Beneden-Leeuwen. Opdrachtgever: Woonstichting De Kernen

Brouwersstraat 1 te Beneden-Leeuwen. Opdrachtgever: Woonstichting De Kernen Asbestinventarisatie type A volledig onvolledig Asbestinventarisatie type B Asbestinventarisatie type G Voor de renovatie van een in de inleiding nader gespecificeerd deel van het onderzochte bouwwerk

Nadere informatie

Asbestinventarisatierapport conform bijlagen XIIIa

Asbestinventarisatierapport conform bijlagen XIIIa Asbestinventarisatierapport conform bijlagen XIIIa versie 3 maart 2017 omvangonderzoeksgebied betreft woning adres: Mergelakker 17 6181 JE Elsloo Opdrachtgever Naam Demotech B.V. Postadres Humcoven 15

Nadere informatie

SC-548. Handleiding Metingen ten behoeve van risicoklasse-indeling als aanvulling op SMA-rt

SC-548. Handleiding Metingen ten behoeve van risicoklasse-indeling als aanvulling op SMA-rt blad 1 van 10 SC-548 Handleiding risicoklasse-indeling als aanvulling op SMA-rt Inhoud 1. INLEIDING... 2 2. METHODE... 3 3. LUCHTMETINGEN... 4 3.1. Richtlijnen... 4 3.1.1. Werkplan... 4 3.1.2. PAS-metingen...

Nadere informatie

Asbestinventarisatierapport

Asbestinventarisatierapport Asbestinventarisatierapport Antwerpsestraat 15 4921DC Made Versie : 1 Projectnummer : 17-1367-HG Datum inventarisatie : 12 oktober 2017 Uitgebracht op : 18 oktober 2017 Uitgebracht door : Inspectus B.V.

Nadere informatie

Asbestinventarisatierapport

Asbestinventarisatierapport Citroenvlinderstraat 4 3905 KK Veenendaal T: 0318-556093 E: info@siav.nl www.siav.nl K.v.K. nr: 30152205 Asbestinventarisatierapport Kanveldweg 8 5754 PM Deurne Versie: 1 Datum inventarisatie: 13-7-2017

Nadere informatie

Spuitasbest. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Spuitasbest. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Spuitasbest Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Spuitasbest Asbest bestaat uit kleine vezels die kanker kunnen veroorzaken als ze worden ingeademd. Sind 1 juli 1993 is het verboden asbest of

Nadere informatie

Grenswaarden worden door overheid én bedrijfsleven gebruikt bij het toetsen van blootstelling aan schadelijke

Grenswaarden worden door overheid én bedrijfsleven gebruikt bij het toetsen van blootstelling aan schadelijke GRENSWAARDEN Wat verandert er en waarom? Grenswaarden worden door overheid én bedrijfsleven gebruikt bij het toetsen van blootstelling aan schadelijke stoffen en bij de beoordeling van arbeidsomstandigheden.

Nadere informatie

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 013 76 20 607 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 Het aanwezige asbestinventarisatierapport draagt ten onrechte

Nadere informatie

Achtergronden, wet- en regelgeving voor het veilig werken met leidingen van asbestcement

Achtergronden, wet- en regelgeving voor het veilig werken met leidingen van asbestcement Achtergronden, wet- en regelgeving voor het veilig werken met leidingen van asbestcement In Nederland zijn sinds 1977 bepalingen voor het werken met asbest en asbesthoudende producten van kracht. Deze

Nadere informatie

Sanering van asbest(daken) op agrarische bedrijven

Sanering van asbest(daken) op agrarische bedrijven Sanering van asbest(daken) op agrarische bedrijven Dit Praktijkblad is opgesteld door: Inleiding 3 Stap 1: Inventarisatie 5 Stap 2: Verwijdering en afvoer 8 Stap 3: Eindcontrole 11 Zes gouden regels 12

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE. de dakconstructies van drie schuren en de direct onderliggende ruimtes

ASBESTINVENTARISATIE. de dakconstructies van drie schuren en de direct onderliggende ruimtes ASBESTINVENTARISATIE de dakconstructies van drie schuren en de direct onderliggende ruimtes Adres: Heitrak 25a Plaats: Neerkant Kenmerk: P170928 Asbestdak Advies BV Essenerweg 96 3774 LC Kootwijkerbroek

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10260 24 februari 2017 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 februari 2017, 2017-0000022901,

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE. de dakconstructie van een schuur en de direct onderliggende ruimtes

ASBESTINVENTARISATIE. de dakconstructie van een schuur en de direct onderliggende ruimtes ASBESTINVENTARISATIE de dakconstructie van een schuur en de direct onderliggende ruimtes Adres: Walsbergseweg 51 Plaats: Deurne Kenmerk: P170765 Asbestdak Advies BV Essenerweg 96 3774 LC Kootwijkerbroek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 340 Besluit van 19 september 2016 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de herziening van een grenswaarde voor asbest,

Nadere informatie

CERTIFICAAT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING

CERTIFICAAT EINDCONTROLE NA ASBESTVERWIJDERING CERTIFICAAT EIDCOTROLE A ASBESTVERWIJDERIG Deze eindcontrole bestaat uit een visuele inspectie en een luchtmeting. Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Deze eindcontrole

Nadere informatie

Volledige asbestinventarisatie type-a van perceel aan het Heeleind 82 te Bladel

Volledige asbestinventarisatie type-a van perceel aan het Heeleind 82 te Bladel Volledige asbestinventarisatie type-a van perceel aan het Heeleind 82 te Bladel PROJECT NR : 1252 SC-540 Rabobank- rekeningnr.:138137420 KvK 17212553 BTW nr. NL143215152B01 Opdrachtgever Keeris architecten

Nadere informatie

Uitvoering van asbestsaneringen

Uitvoering van asbestsaneringen Uitvoering van asbestsaneringen Door: ir. Ingmar Scheiberlich In de uitvoeringsfase van een asbestsanering houdt de opdrachtgever of projectmanager, zich bezig met het bewaken van de contracten en de beheersing

Nadere informatie

Asbestinventarisatierapport conform bijlagen XIIIa

Asbestinventarisatierapport conform bijlagen XIIIa Asbestinventarisatierapport conform bijlagen XIIIa versie 3 maart 2017 omvangonderzoeksgebied betreft 6 schuren, 1 afdak adres: Buizerdweg 20 5758 PJ Neerkant Opdrachtgever Naam Bunt asbestsanering B.V.

Nadere informatie

Actualiteit van het asbestinventarisatierapport Adres: Voorthuizerstraat 256

Actualiteit van het asbestinventarisatierapport Adres: Voorthuizerstraat 256 Titelblad GRONDVITAAL BV ASBESTINVENTARISATIE / BODEMONDERZOEK Locatie Adres: Oude Barneveldseweg 52 Postcode, Plaats 3862 WZ Nijkerk Opdrachtgever Naam: Adres: Postcode, plaats: AVM BV Garderbroekerweg

Nadere informatie

Rapportage asbestinventarisatie (conform SC-540)

Rapportage asbestinventarisatie (conform SC-540) Rapportage asbestinventarisatie (conform SC-540) schuur Straatnaam 2 te Plaatsnaam. Rapportage: GS-A-1111 Datum uitvoering : 1 maart 2017. Datum rapportage : 3 maart 2017. SCA-code : 07-D070136.01 Opgesteld

Nadere informatie

Toezicht op Asbest. Betrokken Partijen

Toezicht op Asbest. Betrokken Partijen Toezicht op Asbest Betrokken Partijen IenM SZW Ascert RvA Omgeving Examenin stellingen Aedes VIA RWS VOAM - VKBA Omgevings diensten Gemeenten Politie / OM Fenelab VVTB VAVB VERAS VOC / CKI s VOA RGD Vastgoed

Nadere informatie

Elke vezel telt! Voor een asbestheld geldt dat elke vezel telt! Emissiebeperkende maatregelen

Elke vezel telt! Voor een asbestheld geldt dat elke vezel telt! Emissiebeperkende maatregelen Voor een asbestheld geldt dat elke vezel telt! Emissiebeperkende maatregelen Brochure over het belang van emissiebeperkende maatregelen in de asbestverwijdering Disclaimer In het kader van de online instructie

Nadere informatie