Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Je krijgt drie teksten met opdrachten. Je krijgt eerst een voorbeeld.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Je krijgt drie teksten met opdrachten. Je krijgt eerst een voorbeeld."

Maria van der Meer
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 week 00 0 (maand) 2010 Toets niveau AA Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Je krijgt drie teksten met opdrachten. Je krijgt eerst een voorbeeld. pagina 1 van 8

2 Voorbeeldtekst Natuur maakt rustig en blij! Van de natuur word je rustig en blij. Dat zeggen Nederlandse onderzoekers. Ze deden een onderzoek. Met kinderen uit groep 5 en 6. 5 Die maakten opdrachten in de natuur. En wat blijkt? Ze herkennen bomen en dieren beter. En ze gedragen zich beter. Ze maken ook minder ruzie. 10 Het is goed voor de sfeer in de groep. Kinderen moeten dus vaker de natuur in! De natuur is goed voor kinderen Naar: Opdracht a Die maakten opdrachten in de natuur (regel 5). Wie zijn die? A. de bomen en dieren B. de kinderen uit groep 5 en 6 C. de Nederlandse onderzoekers Opdracht b Het is goed voor de sfeer in de groep (regel 10). Wat betekent de sfeer? A. de cijfers B. de leraar C. de stemming De echte toets begint op pagina 3. Veel succes! pagina 2 van 8

Kinderen moeten dus vaker de natuur in! De natuur is goed voor kinderen Naar: www.jeugdjournaal.nl Opdracht a Die maakten opdrachten in de natuur (regel 5). Wie zijn die? A. de bomen en dieren B.

3 Lees tekst 1. Tekst 1 Jongen van tien jaar spreekt elf talen Arpan Sharma woont in Engeland. Hij is tien jaar en spreekt elf talen. Met zijn ouders spreekt hij Engels en Hindi. Met zijn opa spreekt hij Swahili. 5 Dat is een Afrikaanse taal. Pittig Op school leerde hij Spaans, Italiaans, Frans en Duits. Zelf leerde hij Pools, Thais en Chinees. Hij leerde die talen met de computer. 10 Op dit moment leert hij de taal van Oeganda. Arpan zegt: Die taal is heel moeilijk. Want hij lijkt niet op andere talen. Maar Chinees was ook pittig. Dokter 15 Arpan heeft een perfecte uitspraak. Dat komt doordat zijn gehoor heel goed is. Later wil hij nog meer talen leren. Maar hij weet nog niet welke. Zijn lievelingstaal is in elk geval Hindi. 20 Het talenwonder wil dokter worden. Hij zegt: Ik wil de wereld rond reizen. Dan praat ik overal met mijn patiënten. In hun eigen taal. Talenwonder Arpan Sharma Naar: Algemeen Dagblad, 1 november 2007 Lees regel 1-5. Welke vraag gaat over het belangrijkste? A. Hoe oud is Arpan Sharma? B. Waar woont Arpan Sharma? C. Wat is er bijzonder aan Arpan Sharma? pagina 3 van 8

Hij leerde die talen met de computer. 10 Op dit moment leert hij de taal van Oeganda. Arpan zegt: Die taal is heel moeilijk. Want hij lijkt niet op andere talen. Maar Chinees was ook pittig.

4 Hij leerde die talen met de computer (regel 9). Welke talen? A. Pools, Thais en Chinees B. Spaans, Italiaans, Frans en Duits C. Spaans, Italiaans, Frans, Duits, Pools, Thais en Chinees Arpan vindt de taal van Oeganda moeilijk. Waarom? A. De taal lijkt niet op talen die Arpan kent. B. De taal lijkt op Chinees en die taal is moeilijk. C. De taal is veel moeilijker dan andere talen. Maar Chinees was ook pittig (regel 13). Pittig betekent in deze zin A. anders B. moeilijk C. raar Hoe weet je dat? Wat doe je? Ik lees een stukje terug. Ik lees een stukje verder. Ik kijk naar het plaatje. Ik kijk of ik een stukje van het woord ken. Ik ken het woord al. Ik weet het niet. Iets anders pagina 4 van 8

De taal lijkt op Chinees en die taal is moeilijk. C. De taal is veel moeilijker dan andere talen. Maar Chinees was ook pittig (regel 13). Pittig betekent in deze zin A.

5 Want hij lijkt niet op andere talen (regel 12). Wie of wat is hij? A. Aprpan Sharma B. de Chinese taal C. de taal van Oeganda Het talenwonder wil dokter worden (regel 20). Een talenwonder is A. iemand die de taal van Oeganda kan spreken B. iemand die heel goed is in talen C. iemand met een perfecte uitspraak Hoe weet je dat? Wat doe je? Ik lees een stukje terug. Ik lees een stukje verder. Ik kijk naar het plaatje. Ik kijk of ik een stukje van het woord ken. Ik ken het woord al. Ik weet het niet. Iets anders Lees de tekst nog een keer. Wat is de samenvatting? A. Arpan Sharma wil later dokter worden. Hij wil de wereld rond reizen. B. Chinees is een moeilijke taal. Maar de taal van Oeganda is nog moeilijker. C. In Engeland woont een jongen van tien jaar. Hij spreekt al elf talen. Tekst 2 begint op de volgende bladzijde. pagina 5 van 8

Ik kijk naar het plaatje. Ik kijk of ik een stukje van het woord ken. Ik ken het woord al. Ik weet het niet. Iets anders Lees de tekst nog een keer. Wat is de samenvatting? A.

6 Lees tekst 2. Tekst 2 Olifant onthoudt kleding en geur Een olifant pesten? Dat is geen goed idee! Want een olifant onthoudt dingen. Dat weten we sinds kort. 5 Masai en Kamba In Kenia woont een groep mensen. Het zijn de Masai. Ze hebben rode kleren aan en ze eten vaak vlees. Ze jagen soms op olifanten. 10 Dat doen ze met speren. Er is nog een stam, de Kamba. Hun kleren zijn niet rood. En zij eten groente en fruit. Ze laten de olifanten met rust. De Masai dragen rode kleren 15 Test Onderzoekers deden een test. Ze hadden witte kleren aan. Ze liepen naar de olifanten. De dieren waren van hen niet bang. 20 Toen kwamen mensen met rode kleren. De olifanten liepen toen weg of ze werden heel boos. De mensen deden nog proef. Ze droegen geen rode kleren. Maar ze aten vlees, net als de Masai. 25 De olifanten roken dat. En ze werden onrustig. Ontdekt Wat is hiermee ontdekt? Een olifant onthoudt dingen. 30 Hoe iemand ruikt, en welke kleren iemand draagt. Het zijn dus slimme dieren. Ze zien en ruiken gevaar. Pas op, deze olifant is boos! Naar: Kidsweek, 26 oktober 2007 pagina 6 van 8

Er is nog een stam, de Kamba. Hun kleren zijn niet rood. En zij eten groente en fruit. Ze laten de olifanten met rust. De Masai dragen rode kleren 15 Test Onderzoekers deden een test.

7 Lees regel Welke vraag gaat over het belangrijkste? A. Wat is het verschil tussen de Masai en de Kamba? B. Wat maakt olifanten heel boos? C. Wat onthoudt een olifant? Er is nog een stam... (regel 11). Een stam is in deze zin A. een groep mensen die bij elkaar woont en dezelfde taal spreekt. B. een groep mensen die in het bos woont. C. een groep mensen die tussen de olifanten leeft. Hoe weet je dat? Wat doe je? Ik lees een stukje terug. Ik lees een stukje verder. Ik kijk naar het plaatje. Ik kijk of ik een stukje van het woord ken. Ik ken het woord al. Ik weet het niet. Iets anders Lees regel Welke vraag gaat over het belangrijkste? A. Waarom werden de olifanten onrustig? B. Wat hebben onderzoekers getest? C. Wat konden de olifanten ruiken? Lees de tekst nog een keer. Wat is de samenvatting? A. De Kamba laten olifanten met rust. De Masai jagen op olifanten. B. Olifanten kunnen dingen onthouden. Het zijn dus slimme dieren. C. Olifanten werden onrustig van de Masai. De Masai dragen rode kleren. pagina 7 van 8

Hoe weet je dat? Wat doe je? Ik lees een stukje terug. Ik lees een stukje verder. Ik kijk naar het plaatje. Ik kijk of ik een stukje van het woord ken. Ik ken het woord al. Ik weet het niet.

8 Kijk goed naar tekst 3. Het is een rare tekst. Je kunt niet alles lezen. Lees de titel. Lees de kopjes. Kijk naar de plaatjes. Tekst 3 Wat wil jij later worden? x Top 5... Profvoetballer staat bovenaan Voetballer en mode-ontwerper... Naar: Op nummer 2: mode-ontwerper Waar gaat de tekst over, denk je? A. Over beroepen. Welke beroepen vinden kinderen leuk? B. Over mode. Hoe word je mode-ontwerper? C. Over voetbal. Wie is bijvoorbeeld de beste voetballer? Na de toets Je bent klaar met de toets. Hoe ging het? Kruis aan. Het ging goed. Ik weet het niet. Het ging niet zo goed. Hoe komt dat? Kruis aan. De teksten waren moeilijk. De opdrachten waren moeilijk. Iets anders: pagina 8 van 8

Welke beroepen vinden kinderen leuk? B. Over mode. Hoe word je mode-ontwerper? C. Over voetbal. Wie is bijvoorbeeld de beste voetballer? Na de toets Je bent klaar met de toets.

Vergelijkbare documenten

Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Je krijgt drie teksten met opdrachten. Je krijgt eerst een voorbeeld.

Voordat je de toets maakt Je gaat een toets maken. Je krijgt drie teksten met opdrachten. Je krijgt eerst een voorbeeld. pagina 1 van 10 7-17 Voorbeeldtekst Tent in de tuin Al een half jaar woont Graham