Vrije advocaatkeuze: echt vrij of toch niet?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vrije advocaatkeuze: echt vrij of toch niet?"

Transcriptie

1 \ Vrije advocaatkeuze: echt vrij of toch niet? Een scriptie over de recente ontwikkelingen rondom het recht op vrije advocaatkeuze bij een rechtsbijstandverzekering A u t e u r : D. I. A. D e m i r Dünya Demir S t u d e n t n u m m e r : B e g e l e i d e r : m r. R. H e n d r i k s e T w e e d e l e z e r : m r. C. J. W. B a a i j 2014 U n i v e r s i t e i t v a n A m s t e r d a m M a s t e r P r i v a a t r e c h t : P r i v a a t r e c h t e l i j k e r e c h t s p r a k t i j k 1 4 j u l i

2 Inhoudsopgave Inleiding De rechtsbijstandverzekering De verzekeringsovereenkomst Rechtsbijstand Het recht op vrije advocaatkeuze op Europees niveau Het recht op vrije advocaatkeuze in richtlijn 87/344/EEG Doelstellingen richtlijn 87/344/EEG Implementatie van het recht op vrije advocaatkeuze in Nederland Jurisprudentie over het recht op vrije advocaatkeuze De Nederlandse rechter over het recht op vrije advocaatkeuze Het arrest van het Europese Hof van Justitie van 7 november Het recht op vrije advocaatkeuze afhankelijk van besluit verzekeraar? Verplichte procesvertegenwoordiging Beperkingen kosten die door de verzekeraars worden vergoed Conclusie Nederlandse uitspraken na de uitspraak van het Europese Hof van Justitie Vervolg Nederlandse procedure in de Sneller zaak Gerechtelijke of administratieve procedure Gevolgen in de verzekeringspraktijk De verzekerde wil procederen, maar de verzekeraar niet Alleen de verzekeraar mag opdracht geven aan externe rechtshulpverlener Gevolgen ten aanzien van de premies Eigen bijdrage en maximale vergoedingen Hoe reeds afgeronde geschillen behandelen? Conclusie Bronnenlijst

3 Inleiding Veel Nederlanders hebben een rechtsbijstandverzekering. De reden daarvoor is dat een rechtsbijstandverzekering uitkomst kan bieden als men in de toekomst verwikkeld raakt in een juridisch geschil en er op dat moment onvoldoende geld is om zelf de juridische kosten te dragen. In Nederland kent men het recht op vrije advocaatkeuze of een ander rechtens bevoegde deskundige in de gevallen dat een advocaat of een rechtens bevoegde deskundige verzocht wordt de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, of wanneer zich een belangenconflict voordoet. Dit recht vloeit voort uit Europese regelgeving en is in Nederland geïmplementeerd in art. 4:67 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Hoewel het recht op vrije advocaatkeuze al ruim twintig jaar in de Nederlandse wet staat, gaven verzekeraars tot 7 november 2013, toen het Europese Hof van Justitie uitspraak deed in de zaak Sneller tegen rechtsbijstandverzekeraar DAS, niet of nauwelijks gehoor aan verzekerden die zich op dit recht beriepen. Verzekeraars laten hun zaken liever door hun eigen juristen behandelen, omdat dit voor hen natuurlijk voordeliger is. De vraag is echter in hoeverre de verzekeraar kan beslissen om wel of geen externe rechtshulpverlener in te schakelen en in hoeverre men kan spreken van het recht op vrije advocaatkeuze. Om deze vraag te beantwoorden zal terug moeten worden gegaan naar de doelstellingen en de achtergrondgedachte van de Europese richtlijn waar het recht op vrije advocaatkeuze op is gebaseerd. Ook zal gekeken moeten worden naar jurisprudentie van de Nederlandse en Europese rechter. Nadat deze jurisprudentie is geanalyseerd, zal worden onderzocht wat de gevolgen hiervan zijn voor de verzekerde en de verzekeringspraktijk. 3

4 1. De rechtsbijstandverzekering 1.1 De verzekeringsovereenkomst Sinds januari 2006 is het verzekeringsrecht in titel 7.17 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Deze titel bestaat uit algemene bepalingen, bepalingen over schadeverzekeringen en bepalingen over sommenverzekeringen. Naast de bepalingen uit titel 7.17 van het Burgerlijk wetboek, wordt de verzekeringsovereenkomst gezien de gelaagdheid van het Burgerlijk Wetboek tevens beheerst door bepalingen uit Boek 3, het vermogensrecht, en bepalingen uit Boek 6, het verbintenissenrecht. 1 Kort gezegd regelt titel 7.17 van het Burgerlijk Wetboek de onderlinge verhoudingen tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer. De verzekeringsovereenkomst heeft een maatschappelijke functie. Het biedt zekerheid door de risico s die de verzekeringnemer in het maatschappelijk verkeer loopt en die hij niet zelf kan dragen, af te wentelen op een collectiviteit. 2 De definitie van een verzekering is opgenomen in art. 7:925 lid 1 BW. Kenmerkend voor een verzekeringsovereenkomst is dat het een wederkerige overeenkomst is. De verzekerde verbindt zich tot het betalen van een premie, waarna de verzekeraar een uitkering verschuldigd is wanneer het risico waarvoor de verzekerde zich heeft verzekerd, zich verwezenlijkt. Deze uitkering kan een geldbedrag zijn, maar dat hoeft niet. Bij rechtsbijstandverzekeringen vindt de uitkering vaak in natura plaats, bijvoorbeeld in de vorm van juridisch advies. Uit de definitie van art. 7:925 lid 1 BW blijkt daarnaast dat bij het sluiten van de overeenkomst voor partijen geen zekerheid mag bestaan dat de verzekeraar een uitkering zal moeten doen. Concreet betekent dit dat een bestaand geschil ten tijde van het sluiten van een rechtsbijstandverzekering niet onder de dekking van de verzekering zal vallen. 3 1 M.M.R van Ardenne-Dick & N. van Tiggele- van der Velde, Verzekeringsovereenkomst, in: E.H. Hondius & G.J. Rijken(red.), Handboek Consumentenrecht, Zutphen: Uitgeverij Paris 2011, p J.H. Wansink, Een nieuwe wettelijke regeling voor de verzekeringsovereenkomst in titel 7.17 BW: een nieuw geluid?, in: P.J.M. Drion e.a. (red.), Het nieuwe verzekeringsrecht. Titel 7.17 BW belicht, Deventer: Kluwer 2005, p M.M. Mendel & P.L. Wery, Hoofdzaken verzekeringsrecht, Deventer: Kluwer 2010, p.54 4

5 1.2 Rechtsbijstand Een rechtsbijstandverzekering geeft verzekerden het recht op rechtsbijstand bij een juridisch geschil. Het gaat in de meeste gevallen om bijstand in de vorm van juridisch advies en/of bijstand door een deskundige in een gerechtelijke procedure. Voor welke geschillen men precies verzekerd is en tot welk bedrag, is vastgelegd in de polisvoorwaarden en hangt tevens af van de dekkingsmodules die de verzekerde heeft gekozen. Het verlenen van rechtshulp uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst kan op verschillende manieren. In de eerste plaats kan dat in natura. De rechtsbijstandverzekeraar laat de zaak van de verzekerde in dat geval behandelen door een jurist of advocaat die in dienst is van de verzekeraar. De tweede mogelijkheid is dat de verzekeraar de kosten van de bijstand voor zijn rekening neemt. Wanneer de verzekerde bijstand in geld ontvangt, krijgt hij een bedrag waarmee een advocaat naar keuze kan worden ingeschakeld. 4 4 Juridisch Loket, Rechtsbijstandverzekering, laatst geraadpleegd op , 5

6 2. Het recht op vrije advocaatkeuze op Europees niveau 2.1 Het recht op vrije advocaatkeuze in richtlijn 87/344/EEG Het recht op vrije advocaatkeuze voor de verzekerde is opgenomen in art. 4 lid 1 van richtlijn 87/344/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering en is in Nederland geïmplementeerd in art. 4:67 van de Wet op het financieel toezicht. Zowel op nationaal als op Europees niveau hebben rechters zich gebogen over de betekenis en reikwijdte van het recht op vrije advocaatkeuze. Deze jurisprudentie wordt besproken in hoofdstuk 4 van deze scriptie. In art. 288 lid 3 VWEU is de definitie van een richtlijn opgenomen. Richtlijnen bevatten doelstellingen waar alle lidstaten van de Europese Unie aan moeten voldoen. Het te bereiken resultaat staat vast, maar lidstaten mogen zelf bepalen hoe zij de richtlijn uitwerken om aan de richtlijn te voldoen. Bij het omzetten van de richtlijn in nationale wetgeving kunnen ze daarom rekening houden met de specifieke situatie in hun eigen land. 2.2 Doelstellingen richtlijn 87/344/EEG Bij het uitleggen van een bepaling van Europees recht is het volgens rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van belang om niet alleen rekening te houden met de bewoordingen van de bepaling, maar ook met de context en doelstellingen die de regeling waarvan zij deel uitmaakt, nastreeft. 5 Uit de considerans en het eerste artikel van de richtlijn blijkt dat de doelstelling van de richtlijn is om de vrije vestiging van verzekeringsmaatschappijen te vergemakkelijken. Daarnaast beoogt de richtlijn de belangen van verzekeringsnemers te beschermen, dit door eventuele belangenconflicten zoveel mogelijk te voorkomen en, als een dergelijk conflict zich toch voordoet, de oplossing ervan mogelijk te maken. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, zijn er enkele belangrijke artikelen in de richtlijn opgenomen. Voor wat betreft het voorkomen van belangenconflicten is met name art. 3 van de richtlijn van belang. Art. 3 lid 2, sub b van de richtlijn laat verzekeraars vrij om schadegevallen te laten regelen door ander personeel binnen de eigen onderneming van de verzekeraar of om de regeling van de schadegevallen uit te besteden aan een juridisch 5 HvJ EU 10 september 2009, ECLI:EU:C:2009:538 (Eschig/ UNIQA) 6

7 onderscheiden onderneming. Tevens geeft art. 3 lid 2, sub c van de richtlijn verzekeraars de mogelijkheid om belangenconflicten te voorkomen door de verzekerde het recht te geven zijn rechtshulpverlener vrij te kiezen zodra een geval onder de dekking valt. In de aanhef van dit artikel staat dat lidstaten ervoor dienen te zorgen dat rechtsbijstandverzekeraars minstens een van deze alternatieve oplossingen kiezen. Het derde lid regelt daarbij nog wel dat, ongeacht de gekozen oplossing, verzekerden gelijkwaardige dekking uit hoofde van de richtlijn dienen te genieten. Art. 4 van de richtlijn geeft de verzekerde het recht om zelf een advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige te kiezen. Dit recht ontstaat wanneer deze gevraagd wordt de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, of wanneer zich een belangenconflict voordoet. Buiten deze gevallen bestaat er geen recht om een advocaat of een andere rechtshulpverlener aan te wijzen. Het Europese Hof van Justitie heeft zich over de ratio van de richtlijn uitgelaten in het Eschigarrest uit Het Europese Hof bepaalde toen dat de artt. 4, 6 en 7 van de richtlijn bedoeld zijn om de belangen van de verzekerde ruim te beschermen, zonder dat dit wordt beperkt tot situaties waarin zich een belangenconflict voordoet. Daarnaast leidde het Europese Hof uit de formulering van de artt. 3 tot en met 5 en de context van de richtlijn af dat iedere verzekeringnemer een algemeen en autonoom recht is verleend om zijn rechtshulpverlener vrij te kiezen, mits dit binnen de grenzen van de richtlijn valt. In art. 4 lid 1 van de richtlijn is opgenomen dat in elke rechtsbijstandverzekeringsovereenkomst uitdrukkelijk moet worden bepaald dat de verzekerde onder omstandigheden het recht op vrije advocaatkeuze heeft. Het Europese Hof van Justitie wijst door het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord elke in combinatie met de tijd van het werkwoord bepalen op de algemene strekking en het bindende karakter van deze bepaling. Na dit te hebben overwogen gaat het Europese Hof verder in op de verhouding tussen art. 3 lid 2 en art. 4 van de richtlijn, die beide gaan over de vrijheid die de verzekerde heeft in de keuze van zijn rechtshulpverlener. Het Europese Hof zegt hierover dat art. 4 van de richtlijn de minimale vrijheid van de verzekerde vaststelt en dat het daarbij niet uitmaakt voor welke oplossing van art. 3 lid 2 van de richtlijn door de rechtsbijstandverzekeraar wordt gekozen. 7

8 Wat dat betreft moet volgens het Europese Hof worden vastgesteld dat de werkingssfeer van de in art. 3 lid 2, sub a en b van de richtlijn bedoelde oplossingen ongewijzigd blijft, zelfs wanneer er voor de verzekerde uit art. 4 lid 1, sub a van de richtlijn een autonoom recht voortvloeit om zelf een rechtshulpverlener aan te wijzen. De oplossing van art. 3 lid 2, sub c van de richtlijn verleent de verzekerde immers ruimere rechten dan art. 4 lid 1, sub a van de richtlijn. Dit laatste artikel verleent slechts vrije keuze van een rechtshulpverlener indien er een gerechtelijke of administratieve procedure wordt ingesteld, terwijl de oplossing van art. 3 lid 2, sub c van de richtlijn dit recht al aan de verzekerde toekent als deze volgens de verzekeringsovereenkomst het recht heeft om handelen van de verzekeraar te eisen. 6 Het initiatief om wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de rechtsbijstandverzekering in een richtlijn op te nemen kwam van de Europese Commissie. Het is daarom interessant om te weten of de richtlijn volgens de Europese Commissie de verzekerde een algemeen recht geeft om zelf een rechtshulpverlener te kiezen. De Commissie bepleit dat, gezien de ontstaansgeschiedenis van de richtlijn, niet kan worden uitgegaan van een algemeen recht van vrije keuze van de rechtshulpverlener. Dit was anders in het oorspronkelijke richtlijnontwerp, waarin was voorzien in een onbeperkt keuzerecht. 7 Dit argument is door Advocaat-Generaal Trstenjak in zijn conclusie van 14 mei 2009 in twijfel getrokken. 8 Volgens Trstenjak was het recht van vrije keuze van een rechtshulpverlener in de uiteindelijke versie inderdaad anders geformuleerd en beperkt tot vertegenwoordiging in het kader van gerechtelijke of administratieve procedures. Dit is volgens hem echter geen reden om aan te nemen dat de tot gerechtelijke of administratieve procedures beperkte keuze van een rechtshulpverlener, naast het doel van vermijding van belangenconflicten, geen eigen betekenis toekomt. Trstenjak meent dat de ontstaansgeschiedenis net zo goed de conclusie toelaat dat het oorspronkelijke doel van een vrije keuze van de rechtshulpverlener beperkt is tot gerechtelijke of administratieve procedures. Volgens hem hangt deze vrije keuze niet af van het bestaan van een 6 Idem 7 Zie artikel 5 van het voorstel van de Commissie voor de richtlijn van 19 juli 1979, COM(79) 396 def. (PB C 98, blz. 2). 8 Trstenjak, 14 mei 2009,ECLI:EU:C:2009:310 8

9 belangenconflict. Hij ziet hier geen aanleiding voor in het Commissievoorstel, noch in de andere tot de wetgevingsprocedure behorende documenten Implementatie van het recht op vrije advocaatkeuze in Nederland Het recht op vrije advocaatkeuze staat al sinds 1993 in de Wet toezicht verzekeringsbedrijf en sinds 2007 in onveranderde vorm in art. 4:67 in de Wet financieel toezicht. De wetgever ging er bij de implementatie van richtlijn 87/344/EEG vanuit dat de verzekerde een vrije keuze toekomt wanneer een advocaat of andere deskundige gevraagd wordt de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen en dat de rechtsbijstandverzekeraar beslist wanneer een advocaat of een andere deskundige ingeschakeld zou moeten worden. Dit standpunt werd door de minister ingenomen in een memorie van antwoord uit het vergaderjaar In deze memorie van antwoord kwam tevens aan bod welke categorieën van personen volgens de minister onder de term rechtens bevoegde deskundigen vallen. Leden van de PvdAfractie vroegen zich daarbij af of de vrije keuze alleen aan de orde is indien gerechtelijke of administratieve procedures specifieke beperkingen opleggen aan de personen die hierin een cliënt kunnen vertegenwoordigen, of dat, indien dergelijke specifieke beperkingen er niet zijn, in beginsel iedere burger een rechtens bevoegde deskundige is. De minister geeft aan dat de vrije keuze alleen aan de orde is wanneer een gerechtelijke of administratieve procedure wordt ingesteld. Het hangt van de procedure af wie er bevoegd is de verzekerde bij te staan. Bij procedures waarbij een verplichte procesvertegenwoordiging geldt, zijn alleen advocaten bevoegd om de verzekerde bij te staan en bij procedures waarbij geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt, is in beginsel iedereen bevoegd om de verzekerde bij te staan. Tot slot kwam bij de parlementaire behandeling de toelaatbaarheid van het inperken van het recht op vrije advocaatkeuze ter sprake. Deze inperking zou plaats kunnen vinden door verzekeraars de mogelijkheid te bieden zelf een aantal advocaten te selecteren naar honoraria 9 Zie advies van het Economisch en Sociaal Comité inzake een voorstel voor een richtlijn van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering van 19/20 november 1980 (PB C 348, blz. 22); resolutie houdende advies van het Europese Parlement over het voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de Raad voor een richtlijn tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering van 17 september 1981 (PB C 260, blz. 78), en gewijzigd voorstel voor een richtlijn van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering van 22 februari 1982 (PB C 78, blz. 9). 10 Kamerstukken II 1988/89, 21076, nr. 6, p. 6 & 7 9

10 of door toe te staan dat door de verzekeraar een maximum aan het honorarium van de rechtshulpverlener kan worden gesteld. Het eerste achtte de minister ontoelaatbaar. Als de verzekeraar dit zou mogen doen, dan zou er volgens hem geen recht op een vrije advocaatkeuze bestaan. Met de tweede manier van inperking kon hij wel instemmen, mits dit maximum overeen zou komen met de in de advocatuur gebruikelijke tarieven. Indien de verzekerde een advocaat kiest die een hoger honorarium hanteert dan gebruikelijk, dan zal de verzekerde het deel van het honorarium boven de gebruikelijke tarieven zelf moeten dragen. 10

11 3. Jurisprudentie over het recht op vrije advocaatkeuze 3.1 De Nederlandse rechter over het recht op vrije advocaatkeuze Op 8 maart 2011 werd er door de voorzieningenrechter uitspraak gedaan over het recht op vrije advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekeringen. Aanleiding was de zaak van Sneller tegen rechtsbijstandverzekeraar DAS, waarbij de vraag werd gesteld of er een vrije advocaatkeuze bestaat ingeval er een procedure gevoerd moet worden, ongeacht of voor de procedure een verplichte procesvertegenwoordiging geldt. De casus in de deze zaak was als volgt. Sneller had bij Reaal Schadeverzekeringen NV. een rechtsbijstandverzekering afgesloten. De uitvoering van de dekking was toegewezen aan rechtsbijstandverzekeraar DAS. De betreffende verzekeringsovereenkomst bevatte een bepaling dat DAS de binnengekomen zaken in eerste instantie laat behandelen door eigen medewerkers. Daarnaast was in de polisvoorwaarden opgenomen dat DAS bij een gerechtelijke procedure voor zover mogelijk zelf de rechtsbijstand zou verlenen. In 2010 liet Sneller aan DAS weten dat hij een kantonzaak tegen zijn voormalige werkgever wilde starten wegens een vordering van kennelijk onredelijk ontslag en dat hij zich op kosten van DAS wilde laten bijstaan door een advocaat naar keuze. DAS toonde zich echter niet bereid de advocaatkosten te vergoeden. Sneller startte vervolgens een kort geding waarbij hij zich beriep op het recht op vrije advocaatkeuze. Hij vorderde primair dat DAS zou worden opgedragen de opdracht te verstrekken aan een door hem aan te wijzen advocaat en de kosten daarvan voor haar rekening te nemen. Subsidiair vorderde Sneller dat DAS zou worden opgedragen een door hem aan te wijzen advocaat opdracht te geven bindend advies over de zaak uit te brengen en indien dit bindend advies inhoudt dat een procedure kans van slagen heeft, dat DAS wordt bevolen een door hem aan te wijzen advocaat opdracht te geven om hem in een procedure tegen zijn werkgever te vertegenwoordigen en de kosten daarvan voor haar rekening te nemen. Sneller zocht bij zijn vordering steun in het Eschig-arrest uit 2009 van het Europese Hof van Justitie. Volgens Sneller is daar namelijk uitgemaakt dat er een recht op vrije advocaatkeuze bestaat indien er een procedure gevoerd moet worden, ongeacht of er sprake is van een verplichte procesvertegenwoordiging. Rechtsbijstandverzekeraar DAS betoogde dat het recht op vrije advocaatkeuze alleen bestaat in de gevallen waarin een advocaat of een andere 11

12 rechtens bevoegde deskundige door de rechtsbijstandverzekeraar wordt gevraagd om in een procedure de belangen van de verzekerde te behartigen. DAS gaf aan dat in de zaak van het Eschig-arrest al een verzoek aan een externe advocaat was gedaan en dat er daarom door het Europese Hof van Justitie geen aandacht is besteed aan deze eis. De voorzieningenrechter weigerde de door Sneller gevraagde voorzieningen. 11 Kort gezegd heeft de voorzieningenrechter overwogen dat art. 4 van de richtlijn zo moet worden uitgelegd dat indien een procedure gevoerd moet worden, de verzekerde op grond van dit artikel en de implementatie daarvan in art. 4: 67 Wft steeds het recht heeft op een advocaat naar keuze. Dit recht geldt ook voor procedures waarbij procesvertegenwoordiging niet verplicht is, waarbij er dan aanspraak bestaat op een vrije keuze van een rechtshulpverlener die de verzekerde kan bijstaan in die procedure. Met inachtneming van de geschillenregeling is het aan DAS om te beslissen of het voeren van een procedure noodzakelijk is. Vervolgens ging Sneller tegen deze uitspraak in beroep bij het gerechtshof Amsterdam. DAS was de mening toegedaan dat een verzekerde op grond van de richtlijn en het daarop gebaseerde art.4:67 Wft onder twee voorwaarden een beroep kan doen op het recht op vrije advocaatkeuze. Ten eerste moet DAS zelf een advocaat verzoeken om de verzekerde te behartigen in zijn belangen, en ten tweede moet er sprake zijn van een gerechtelijke of administratieve procedure. Aangezien van een verzoek van DAS om het belang van Sneller door een advocaat te laten behartigen geen sprake was, kon sneller zich volgens DAS niet beroepen op het recht op vrije advocaatkeuze Het gerechtshof Amsterdam heeft deze zienswijze van DAS en het Eschig-arrest in beschouwing genomen, en heeft besloten dat het recht op vrije advocaatkeuze niet alleen ontstaat door een besluit om ten behoeve van de verzekerde een procedure te starten. Volgens het hof is hiervoor ook noodzakelijk dat er een besluit ligt waarin de rechtsbijstandverzekeraar stelt dat de zaak door een externe rechtshulpverlener moet worden behandeld, en niet door een rechtshulpverlener in loondienst van de rechtsbijstandverzekeraar. 12 Uiteindelijk stelde Sneller cassatie in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad overwoog dat de considerans van richtlijn 87/344/EEG zonder beperkingen het belang van verzekerden 11 Rb. Amsterdam (vzr.) 8 maart 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BP Hof Amsterdam 26 juli 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BR

13 vaststelt om bij gerechtelijke of administratieve procedures zelf een advocaat of een andere rechtens bevoegde rechtshulpverlener aan te wijzen. Volgens de Hoge Raad brengt de considerans met zich mee dat het recht op vrije advocaatkeuze ontstaat wanneer wordt voldaan aan de voorwaarde dat een dergelijke procedure gevoerd moet worden. Daarnaast merkte de Hoge Raad op dat niet alle taalversies van art. 4 van de richtlijn op een soortgelijke wijze als de Nederlandse taalversie (met de bewoordingen wordt gevraagd ) het recht op vrije keuze van een rechtshulpverlener afhankelijk maken van een verzoek van de verzekeraar om een externe rechtshulpverlener in te schakelen. DAS legde de woorden wordt gevraagd zo uit dat daaronder alleen moet worden verstaan wordt gevraagd door haarzelf en verbond daaraan de conclusie dat zij kan beslissen om een verzoek om een externe rechtshulpverlener in te schakelen niet in te dienen en de zaak te laten behandelen door een eigen rechtshulpverlener. Andere taalversies, zoals de Franse en de Duitse, geven minder ondersteuning aan deze interpretatie. Ten aanzien van het Eschig-arrest overwoog de Hoge Raad dat het arrest inderdaad betrekking heeft op een geval waarin vaststond dat een procedure door een externe advocaat gevoerd zou worden. De Hoge Raad stelde echter ook dat dit arrest algemene beschouwingen bevat over de verhouding tussen art. 4 lid 1 en art. 3 lid 2 van de richtlijn. Deze beschouwingen zelf, noch de context of plaatsing daarvan, geven enige aanwijzing dat zij beperkt zouden zijn tot het geval dat aanleiding gaf tot het stellen van de prejudiciële vragen. In het licht van deze overwegingen is het volgens de Hoge Raad verdedigbaar dat de verzekerde het recht heeft om een rechtshulpverlener aan te wijzen als er een gerechtelijke of administratieve procedure wordt gevoerd. Volgens de Hoge Raad is dit recht niet beperkt tot de gevallen waarin een verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Ook laten de overwegingen van het Europese Hof van Justitie weinig ruimte voor de opvatting dat de vrije advocaatkeuze afhankelijk zou zijn van een beslissing van de verzekeraar om een externe rechtshulpverlener in te schakelen. 13 De Hoge Raad achtte het daarom ook gerechtvaardigd om prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie, nu de Hoge Raad mogelijkheden zag voor een ander oordeel dan de voorzieningenrechter en het gerechtshof Amsterdam. 13 HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW

14 De Hoge Raad stelde het Europese Hof van Justitie naar aanleiding van de zaak Sneller de vraag of het verzekeraars, die in hun polisvoorwaarden hebben opgenomen dat rechtsbijstand in beginsel zal worden verleend door eigen werknemers, is toegestaan te bedingen dat de kosten van een externe rechtshulpverlener alleen onder de dekking vallen indien de verzekeraar van mening is dat de behandeling van de zaak zou moeten worden uitbesteed. Daarnaast vroeg de Hoge Raad of het voor de beantwoording van de eerste vraag uitmaakt of rechtsbijstand voor de desbetreffende gerechtelijke of administratieve procedure naar nationaal recht verplicht is. 3.2 Het arrest van het Europese Hof van Justitie van 7 november Het recht op vrije advocaatkeuze afhankelijk van besluit verzekeraar? Een jaar nadat de Hoge Raad deze vragen had gesteld, kwam het Europese Hof van Justitie met antwoorden. 14 Anders dan DAS in cassatie had betoogd, moeten volgens het Europese Hof de woorden wordt gevraagd als bedoeld in art. 4 van de richtlijn niet worden uitgelegd als wordt gevraagd door haarzelf. Het Europese Hof besliste daarover dat een dergelijke restrictieve uitleg van art. 4 van de richtlijn niet kan worden aanvaard. Allereerst overwoog het Europese Hof van Justitie dat de reikwijdte van de zinsnede uit art. 4 lid 1 indien een advocaat [...] wordt gevraagd [...], [is] de verzekerde vrij [...] om deze advocaat [...] te kiezen niet bij een enkele lezing van dit artikel kan worden bepaald. Uit het Eschig-arrest blijkt namelijk dat bij het uitleggen van een bepaling van Europees recht niet alleen moet worden gekeken naar de bewoordingen van die bepaling, maar ook naar de context en de doelstellingen die de regeling waarvan zij deel uitmaakt, nastreeft. In dit verband merkte het Europese Hof van Justitie op dat in overweging 11 van de considerans en art. 4 lid 1 van de richtlijn is bepaald dat de verzekerde in het kader van een gerechtelijke of administratieve procedure zelf zijn advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige moet kunnen kiezen. Hieruit vloeit volgens het Europese Hof voort dat het recht op vrije advocaatkeuze van de verzekeringnemer niet kan worden beperkt tot de gevallen waarin de verzekeraar besluit dat een externe rechtsbijstandverlener mag worden ingeschakeld. Daarnaast stelde het Europese Hof vast dat de doelstelling die de richtlijn nastreeft, niet verenigbaar is met een restrictieve uitleg. De richtlijn, en in het bijzonder art. 4, heeft 14 HvJ EU 7 november 2013, ECLI:EU:C:2013:717 (Sneller/DAS Rechtsbijstand) 14

15 namelijk tot doel de belangen van de verzekerden ruim te beschermen. In dat verband moet in overeenstemming met eerdere rechtspraak van het Europese Hof van Justitie volgens het Europese Hof er aan herinnerd worden dat art. 4 van de richtlijn voor wat betreft het recht op vrije advocaatkeuze van de rechtshulpverlener, een algemene strekking en een bindend karakter heeft Verplichte procesvertegenwoordiging Nadat het Europese Hof had overwogen dat het recht op vrije advocaatkeuze niet afhankelijk is van een besluit van de verzekeraar om een externe advocaat of rechtshulpverlener in te schakelen, boog het Europese Hof zich over de vraag of het uitmaakt of rechtsbijstand voor de desbetreffende gerechtelijke of administratieve procedure naar nationaal recht verplicht is. Het Europese Hof gaf aan dat dit niet het geval is. Het recht van de verzekerde om zelf een rechtshulpverlener aan te wijzen, heeft een algemene strekking en een bindend karakter. Tevens stelt richtlijn 87/344/EG, zoals blijkt uit overweging 11 van de considerans en art. 4 lid 1, sub a van de richtlijn, het bestaan en de reikwijdte van dat recht niet afhankelijk van eventuele nationale regels voor de vertegenwoordiging in rechte Beperkingen kosten die door de verzekeraars worden vergoed Tot slot gaf het Europese Hof antwoord op de vraag of er beperkingen kunnen worden gesteld aan de kosten die door verzekeraars worden vergoed. Volgens het Europese Hof is dit het geval. Het recht op een vrije keuze van een rechtshulpverlener, sluit niet uit dat er beperkingen kunnen worden gesteld aan de kosten die door de rechtsbijstandverzekeraar worden vergoed. Het Europese Hof van Justitie kwam tot deze conclusie op basis van eerdere rechtspraak van het Europese Hof. In 2011 stond in het Stark-arrest een prejudiciële vraag centraal over de geldigheid van een beding in de algemene voorwaarden van de rechtsbijstandverzekering. In dit beding was opgenomen dat de verzekeraar gerechtigd was om zijn prestaties krachtens de verzekering te beperken tot de vergoeding van het bedrag dat normaal wordt gevorderd door een advocaat die is gevestigd in de plaats van het gerecht waarbij een zaak die onder de verzekering valt, aanhangig is gemaakt. In zowel het arrest van 7 november 2013 als het Stark-arrest, is overwogen dat de keuzevrijheid in de zin van art. 4 van de richtlijn niet zo ver gaat, dat de lidstaten in elk geval aan de verzekeraars de volledige dekking van de kosten van de verdediging van een verzekerde moeten opleggen. Het is echter volgens het Europese Hof niet toegestaan om het 15

16 door het beperken van de vergoeding van de advocaatkosten voor verzekerden onmogelijk te maken een redelijke keuze te maken wat zijn vertegenwoordiging betreft. Het is aan de eventueel aangezochte nationale rechterlijke instantie om na te gaan of sprake is van een dergelijke beperking. 15 Daarnaast gaf het Europese Hof aan opnieuw in overeenstemming met het Stark-arrest dat het de partijen die de overeenkomst willen sluiten vrij staat om een hogere vergoeding van de kosten van rechtsbijstand overeen te komen, dit eventueel tegen betaling van een hogere premie door de verzekerde Conclusie Dit alles betekent dat het recht op vrije advocaatkeuze niet afhankelijk is van een besluit van de verzekeraar om een externe advocaat of rechtshulpverlener in te schakelen. Daarnaast maakt het volgens het Europese Hof van Justitie niet uit of rechtsbijstand voor de desbetreffende gerechtelijke of administratieve procedure volgens nationaal recht verplicht is. Het is de rechtsbijstandverzekeraar toegestaan om beperkingen te stellen aan de kosten die door hen worden vergoed. Deze beperkingen mogen er echter niet toe leiden dat het voor verzekerden niet meer mogelijk is een redelijke keuze te maken wat zijn vertegenwoordiging betreft. 15 HvJ EU 26 mei 2011, ECLI:EU:C:2011:355 (Stark/DAS) 16

17 3.3 Nederlandse uitspraken na de uitspraak van het Europese Hof van Justitie Vervolg Nederlandse procedure in de Sneller zaak Op 21 februari 2014 deed de Hoge Raad uitspraak naar aanleiding van de prejudiciële beslissing van het Europese Hof van Justitie van 7 november De Hoge Raad concludeerde dat het gerechtshof de primaire vordering strekkende tot vergoeding van de advocaatkosten van Sneller had moeten toewijzen, aangezien het recht op vrije keuze van een rechtshulpverlener niet afhankelijk is van een besluit van de rechtsbijstandverzekeraar dat de zaak door een externe rechtshulpverlener moet worden behandeld en in eerste aanleg al vaststond dat DAS instemde met het voeren van een procedure bij de kantonrechter. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof Amsterdam en verwees het geding door naar het gerechtshof Den Haag, aangezien de mogelijkheid bestond dat gedeelten van de primaire vordering door tijdsverloop hun belang hebben verloren Gerechtelijke of administratieve procedure Op 18 maart 2014 is er opnieuw een kort geding aanhangig gemaakt met betrekking tot het recht op vrije advocaatkeuze. 17 De vraag in dit kort geding was of de procedure waarin de werkgever van de eiser voor de opzegging van zijn arbeidsverhouding voorafgaande toestemming van het UWV verzoekt, een administratieve procedure is als bedoeld in art. 4:67 Wft en art. 4 van richtlijn 87/344/EEG. De voorzieningenrechter gaf aan dat het begrip administratieve procedure als bedoeld in art. 4:67 Wft en art. 4 van de richtlijn in de Europese en Nederlandse rechtspraak nog niet is uitgelegd. Deze uitleg is volgens de voorzieningenrechter nodig om de vraag in dit kort geding te beantwoorden. Daarnaast gaf de voorzieningenrechter aan dat de uitleg van dit begrip naar haar inschatting voor de rechtspraktijk in veel geschillen relevant zal zijn. Omdat de voorzieningenrechter meer duidelijkheid wil over het begrip administratieve procedure, stelt zij de Hoge Raad op de voet van art.392 RV een prejudiciële vraag. Zij vraagt zich af wat er wordt verstaan onder het begrip gerechtelijke of administratieve procedure zoals bedoeld in art. 4:67 Wft en art. 4 van de richtlijn en of de ontslagprocedure ex art. 6 BBA bij het UWV gekwalificeerd kan worden als een gerechtelijke of administratieve procedure. 16 HR 21 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014: Rb. Amsterdam (vzr.) 18 maart 2014, ECLI:RBAMS:2014:

18 De Hoge Raad heeft ten tijde van het redigeren van deze masterscriptie nog geen antwoord gegeven op deze prejudiciële vraag. Op dit moment hebben de partijen de gelegenheid om schriftelijke opmerkingen in te dienen. 18

19 4. Gevolgen in de verzekeringspraktijk 4.1 De verzekerde wil procederen, maar de verzekeraar niet Duidelijk is dat het recht op vrije advocaatkeuze van de verzekerde niet meer beperkt kan worden door een besluit van de verzekeraar om geen externe advocaat of rechtshulpverlener in te schakelen. Ook is duidelijk dat de verzekerde dit recht heeft zodra er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure. De rechtsbijstandverzekeraar bepaalt echter wanneer er een procedure gevoerd moet worden. Kiest de verzekeraar ervoor om geen procedure te beginnen en wil de verzekerde dit wel, dan kan de verzekerde bij de meeste rechtsbijstandverzekeraars echter wel een beroep doen op een zogenoemde geschillenregeling. De geschillenregeling is opgenomen in de polisvoorwaarden en houdt in dat de aanpak van het geschil van de verzekerde opnieuw wordt beoordeeld door een onafhankelijke derde. Dit advies is bindend en dient door de rechtsbijstandverzekeraar te worden opgevolgd Alleen de verzekeraar mag opdracht geven aan externe rechtshulpverlener In veel polisvoorwaarden is verder de beperking opgenomen dat niet de verzekerde, maar alleen de verzekeraar een advocaat of andere rechtshulpverlener die niet in dienst is van de verzekeraar opdracht mag geven om de belangen van de verzekerde te behartigen. Geeft de verzekerde toch zelf opdracht en vraagt hij daarvoor geen toestemming, dan worden de kosten van de advocaat of de rechtshulpverlener niet vergoed. 19 Volgens het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, een orgaan waar men terecht kan voor klachten en geschillen over verzekeringen, hypotheken, leningen, financieringen en beleggingen, 20 gaat de toestemming echter niet zo ver dat de advocaat bij het behartigen van de belangen van zijn cliënt toestemming aan de rechtsbijstandverzekeraar moet vragen voor het inschakelen van deskundigen. Het inschakelen van deskundigen moet dan wel redelijkerwijs noodzakelijk zijn en de kosten daarvan redelijk Gevolgen ten aanzien van de premies DAS voerde bij de Hoge Raad aan dat de meeste procedures die onder een rechtsbijstandverzekering vallen, procedures zijn waarin vertegenwoordiging door een 18 Zie bijv. polisvoorwaarden van DAS art.18 en van ARAG art.6 19 Zie bijv. polisvoorwaarden van DAS art. 15 en van ARAG art Kifid, Wat kan Kifid voor u doen?, geraadpleegd op 2 mei 2014, 21 Tussen- en Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van 4 maart 2014, nr

20 advocaat niet verplicht is. Wanneer deze zaken zouden moeten worden uitbesteed aan advocaten, zou dat volgens het bedrijf leiden tot meer dan een verdubbeling van het aantal opdrachten voor advocaten. Dit zal volgens DAS een aanzienlijke premieverhoging met zich meebrengen, met als gevolg dat er minder rechtsbijstandverzekeringen zullen worden afgesloten. Uiteindelijk bemoeilijkt dat volgens DAS de toegang tot de rechter, aangezien de verzekeringspremie voor een grote groep mensen niet meer te betalen is. In haar schriftelijke opmerkingen voor het Europese Hof van Justitie heeft DAS dit standpunt verder uitgewerkt. Volgens DAS maken de kosten van de externe behandeling door een advocaat, wat ongeveer 3% van de zaken betreft, bijna 33% van de schadelast uit. Als DAS 10% van de zaken met het oog op het voeren van een procedure moet uitbesteden aan advocaten en de verzekerde in 15% van de schademeldingen op eigen initiatief en zonder dat er in deze zaken een procedure gevoerd wordt een externe advocaat inschakelt, zou dat volgens DAS betekenen dat de verzekeringspremie met 45,4% moet worden verhoogd. Procureur-Generaal Spier trok dit standpunt van DAS in zijn conclusie in twijfel. Volgens Spier zijn de cijfers die DAS in haar schriftelijke opmerkingen voor het Europese Hof heeft genoemd oncontroleerbaar. De cijfers berusten op niet verder gepreciseerde veronderstellingen en zijn zonder verdere toelichting niet goed te begrijpen. 22 Op dit moment hebben rechtsbijstandverzekeraars de verzekeringspremies nog niet verhoogd. Wel hebben de meeste verzekeraars andere maatregelen genomen om de eigen kosten en de kosten van de verzekeringspremies laag te kunnen houden. 4.4 Eigen bijdrage en maximale vergoedingen Na de uitspraak heeft DAS in een persbericht laten weten dat is besloten om de polisvoorwaarden aan te passen. In de nieuwe polisvoorwaarden staat dat een verzekerde recht heeft op een vrije advocaatkeuze als er in zijn zaak een juridische procedure gevoerd moet worden. In gevallen waarbij geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt, heeft DAS het noodzakelijk geacht om een eigen bijdrage, in de vorm van een eigen risico, in te stellen. Dit eigen risico bedraagt voor particulieren 250 en voor zakelijk verzekerden 500. Naast de eigen bijdrage gelden er in dat geval tevens maximum bedragen voor specifieke procedures voor de kosten van de externe rechtshulpverlener. De maximale vergoedingen bedragen 22 Spier, 30 januari 2014, ECLI:NL:PHR:2014:63 20

21 2.500 voor een arbeidsrechtprocedure en voor een bestuurs- en sociaal verzekeringsrechtprocedure. Voor overige procedures moet de verzekerde rekenen op een maximale vergoeding van Voor procedures waarbij een verplichte procesvertegenwoordiging geldt, is er niets veranderd. 23 Ook Univé kwam met een wijziging van zijn rechtsbijstandspolissen. 24 Net als bij DAS wordt ook bij Univé het recht op vrije advocaatkeuze beperkt tot procedures waarbij geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Bij Univé bedraagt het eigen risico 250 en worden de verzekerde kosten tot maximaal vergoed. Onderstaand schema laat zien in hoeverre rechtsbijstandverzekeraars het recht op vrije advocaatkeuze beperken bij een procedure waarbij geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt. 25 Verzekeraar Allianz, Das, London, De Nederlanden van Nu, ZLM Max. vergoeding externe kosten Eigen risico Ingangsdatum polisvervaldatum Univé en-bloc Anker Basispolis 7500 Geen polisvervaldatum Anker Toppolis, Verzekeruzelf.nl Geen polisvervaldatum (Toppolis) Bron: Consumentenbond Peildatum: 25 maart 2014 Andere verzekeraars, zoals Achmea en de Nationale Nederlanden, zijn nog bezig met het aanpassen van de polisvoorwaarden. ARAG heeft nog geen wijzigingen in de polisvoorwaarden doorgevoerd of aangekondigd DAS, DAS past polisvoorwaarden aan na uitspraak Europese Hof van Justitie over vrije advocaatkeuze, laatst geraadpleegd op 2 februari 2014, 24 Univé, Vrije advocaatkeuze, laatst geraadpleegd op 20 maart 2014, 25 De consumentenbond, Vrije advocaatkeuze, laatst geraadpleegd op 26 mei 2014, 26 Mr., Steeds meer rechtsbijstandverzekeraars frustreren vrije advocaatkeuze, laatst geraadpleegd op 18 juni

22 4.5 Hoe reeds afgeronde geschillen behandelen? Het recht op vrije advocaatkeuze staat al zo n twintig jaar in de Nederlandse wet. Dit betekent dat rechtsbijstandverzekeraars al twintig jaar in strijd met de wet hebben gehandeld en een grote groep verzekerden ten onrechte geen vergoeding van de advocaatkosten heeft gehad. De vraag is hoe hier mee om te gaan. Na de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 7 november 2013 is de Stichting Rechtsbijstandclaim opgericht. De Stichting heeft tot doel om in gesprek te gaan met verzekeraars, om tot een passende oplossing te komen voor verzekerden die in de afgelopen twintig jaar ten onrechte geen vergoeding van de kosten voor een externe advocaat hebben gehad. Komen zij niet tot een oplossing, dan wil de stichting een collectieve procedure starten tegen rechtsbijstandsverzekeraars. 27 Steeds meer rechtsbijstandverzekeraars, zoals onder andere DAS en Achmea, geven aan dat verzekerden die vòòr de uitspraak van het Europese Hof van Justitie een advocaat hebben ingeschakeld en zelf de advocaatkosten hebben betaald, onder omstandigheden 28 hun claim rechtstreeks en kosteloos bij de verzekeraar in kunnen dienen. Het is daarvoor niet nodig om via de Stichting Rechtsbijstandclaim de kosten te claimen. 27 Stichting Rechtsbijstandclaim, Waarom u recht heeft op schadevergoeding, laatst geraadpleegd op 25 mei 2014, 28 Voor de omstandigheden bij DAS zie: DAS, Reactie DAS op Stichting Rechtsbijstandclaim, laatst geraadpleegd op 25 mei 2014, 22

23 Conclusie Ik heb onderzocht wat de recente ontwikkelingen zijn rondom het recht op vrije advocaatkeuze. Dit heb ik gedaan door jurisprudentie van de Nederlandse en Europese rechter te analyseren en door te onderzoeken hoe rechtsbijstandverzekeraars het recht op vrije advocaatkeuze in de praktijk hebben gebracht. Alvorens tot beantwoording te komen van de vraag hoe vrij de vrije advocaatkeuze werkelijk is, schets ik kort nog even de hoofdlijnen. Een rechtsbijstandverzekering geeft verzekerden recht op rechtsbijstand bij een juridisch geschil. Het gaat dan vooral om bijstand door een jurist voor juridisch advies en/of bijstand door een deskundige in een gerechtelijke procedure. Het recht op vrije advocaatkeuze of een ander rechtens bevoegde deskundige vloeit voort uit art. 4 van richtlijn 87/344/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering en is in Nederland geïmplementeerd in art. 4:67 Wft. In deze artikelen is geregeld dat rechtsbijstandverzekeraars er zorg voor dienen te dragen dat de verzekerde een recht op vrije advocaatkeuze toekomt, wanneer een externe advocaat of een rechtens bevoegde deskundige verzocht wordt de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, of wanneer zich een belangenconflict voordoet. Volgens de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam moeten art. 4 van de richtlijn en de implementatie daarvan in art. 4:67 Wft zo worden uitgelegd dat de verzekerde in geval van een procedure steeds het recht heeft om zelf een advocaat te kiezen. Dit recht bestaat ook in procedures waarbij procesvertegenwoordiging niet verplicht is. In dergelijke gevallen kan aanspraak worden gemaakt op een vrije keuze van een rechtshulpverlener die de verzekerde kan bijstaan in die procedure. Daarnaast besliste het gerechtshof Amsterdam dat het recht op vrije advocaatkeuze niet alleen ontstaat door een besluit om ten behoeve van de verzekerde een procedure te starten, maar dat daarvoor ook een besluit van de rechtsbijstandverzekeraar nodig is dat de zaak niet door een rechtshulpverlener in loondienst van de rechtsbijstandverzekeraar, maar door een externe rechtshulpverlener zal worden behandeld. 23

24 De Hoge Raad besliste ook dat de verzekerde het recht heeft om een rechtshulpverlener naar keuze aan te wijzen wanneer er een gerechtelijke of administratieve procedure gevoerd moet worden en dat dit recht niet beperkt is tot de gevallen waarbij een verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Anders dan de voorzieningenrechter en het gerechtshof Amsterdam besliste de Hoge Raad dat er weinig ruimte is voor de opvatting dat de vrije advocaatkeuze afhankelijk zou zijn van een beslissing van de verzekeraar om een externe rechtshulpverlener in te schakelen. Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat het recht op vrije advocaatkeuze niet afhankelijk is van een besluit van de verzekeraar om een externe advocaat of een andere bevoegde rechtshulpverlener in te schakelen. Ook bepaalde het Europese Hof dat het niet uitmaakt of rechtsbijstand voor de desbetreffende gerechtelijke of administratieve procedure naar nationaal recht verplicht is. Verder stelde het Europese Hof dat rechtsbijstandverzekeraars limieten mogen stellen aan de kosten die door hen worden vergoed. Deze beperkingen mogen er echter niet toe leiden dat het voor verzekerden niet meer mogelijk is een redelijke keuze te maken wat zijn vertegenwoordiging betreft. Hoewel het Europese Hof heeft geoordeeld dat het recht op vrije advocaatkeuze niet afhankelijk is van een besluit van de verzekeraar om een externe advocaat of een andere bevoegde rechtshulpverlener in te schakelen, houdt dit niet in dat het recht op vrije advocaatkeuze onbeperkt is. Het is aan de rechtsbijstandverzekeraar om te besluiten of er een gerechtelijke of administratieve procedure gevoerd moet worden. De verzekeraar kan ervoor kiezen om geen procedure te starten. Wanneer er volgens de verzekeraar geen procedure gevoerd hoeft te worden, is het gevolg dat er dan ook geen recht op vrije advocaatkeuze bestaat. Daarnaast hebben veel rechtsbijstandsverzekeraars in hun polisvoorwaarden opgenomen dat niet de verzekerde, maar de verzekeraar zelf opdracht aan de externe rechtshulpverlener moet geven om de zaak in behandeling te nemen. Doet de verzekerde dit toch, dan zal hij zelf de kosten moeten dragen. Tot nu toe heeft er nog geen verhoging van de premies van rechtsbijstandverzekeringen plaatsgevonden. Wel hebben veel verzekeraars naar aanleiding van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 7 november 2013 een eigen bijdrage ingevoerd voor gevallen 24

25 waarbij geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Ook gelden er nu maximale vergoedingen voor specifieke procedures voor de kosten van de externe rechtshulpverlener. Dit levert een voor bepaalde groepen van verzekerden een beperking op. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld arbeidsgeschillen. Zo bedraagt de maximale vergoeding voor een arbeidsrechtprocedure bij rechtsbijstandverzekeraar DAS Naast dit maximum geldt er ook nog een eigen risico van 250 euro. Bij een juridisch complex arbeidsrechtelijk geschil kunnen de kosten al snel hoger oplopen dan de maximale vergoeding van Dit zou zeker mee kunnen wegen bij de beslissing van de verzekerde om wel of geen externe advocaat of andere bevoegde rechtshulpverlener in te schakelen. Men kan daarom niet spreken van een geheel vrije advocaatkeuze van de verzekerde. De rechtsbijstandverzekeraar kan namelijk het recht op vrije advocaatkeuze in de polisvoorwaarden aanzienlijk beperken. 25

26 Bronnenlijst Literatuur Hartkamp 2011 A.S. Hartkamp, Europees recht en Nederlands vermogensrecht, Deventer: Kluwer Hondius & Rijken 2011 E.H. Hondius & G.J. Rijken, Handboek consumentenrecht, Zutphen: Paris Mendel & Wery 2010 M.M. Mendel & P.L. Wery, Hoofdzaken verzekeringsrecht, Deventer: Kluwer Wansink 2005 H. Wansink, Een nieuwe wettelijke regeling voor de verzekeringsovereenkomst in titel 7.17 BW: een nieuw geluid?, in: P.J.M. Drion e.a. (red.), Het nieuwe verzekeringsrecht. Titel 7.17 BW belicht, Deventer: Kluwer 2005, p. 3. Jurisprudentie Europese Hof van Justitie HvJ EU 7 november 2013, ECLI:EU:C:2013:717 (Sneller/DAS Rechtsbijstand). HvJ EU 26 mei 2011, ECLI:EU:C:2011:355 (Stark/DAS). HvJ EU 10 september 2009, ECLI:EU:C:2009:538 (Eschig/ UNIQA). Hoge raad HR 21 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:396. HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7507. Gerechtshof Hof Amsterdam 26 juli 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BR5339. Hof s-hertogenbosch, 24 maart 2009, ECLI:NL:GHSHE:2009:BI

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 november 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 november 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 november 2013 (*) Rechtsbijstandverzekering Richtlijn 87/344/EEG Artikel 4, lid 1 Vrije advocaatkeuze door verzekeringnemer Beding in algemene voorwaarden van toepassing

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) NL ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) ARREST VAN 7. 11. 2013 ZAAK C-442/12 7 november 2013 * Rechtsbijstandverzekering Richtlijn 87/344/EEG Artikel 4, lid 1 Vrije advocaatkeuze door verzekeringnemer Beding

Nadere informatie

Recht op vrije advocaatkeuze rechtsbijstandsverzekering

Recht op vrije advocaatkeuze rechtsbijstandsverzekering Regelingen en voorzieningen CODE 5.3.5.35 Recht op vrije advocaatkeuze rechtsbijstandsverzekering jurisprudentie bronnen Advocatenblad.nl, 7.11.2013 Nieuwsbericht Verbond van Verzekeraars, 7.11.2013, www.verzekeraars.nl

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-620 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij NV,

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij NV, ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer) 7 april 2016 (*) Prejudiciële verwijzing Rechtsbijstandverzekering Richtlijn 87/344/EEG Artikel 4, lid 1 Vrije keuze van advocaat door de verzekeringnemer Gerechtelijke

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-114 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 februari 2014 Ingediend door : Consumenten

Nadere informatie

1 van 6 28-2-2013 14:35

1 van 6 28-2-2013 14:35 1 van 6 28-2-2013 14:35 LJN: BR5339, Gerechtshof Amsterdam, 200.085.721/01 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 26-07-2011 18-08-2011 Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.2849 (066.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Verzekeraar; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier; het verweerschrift van Verzekeraar; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-440 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. dr. drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht ontvangen op : 21 december 2017 Ingediend

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene,

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene, Tussen- en Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-114 d.d. 4 maart 2014 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en prof.mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. E.E. Ribbers,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4365

ECLI:NL:GHARL:2017:4365 ECLI:NL:GHARL:2017:4365 Instantie Datum uitspraak 16052017 Datum publicatie 29062017 Zaaknummer 200.177.164 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof ArnhemLeeuwarden Civiel recht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-149 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 augustus 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/11/2012

Datum van inontvangstneming : 06/11/2012 Datum van inontvangstneming : 06/11/2012 28 september 2012 Eerste Kamer 11/04252 EE/IF Afschrift Hoge Raad der Nederlanden Arrest Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr.. B.A.6

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-224 d.d. 29 juli 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, waarbij mr. F.E. Uijleman als secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering. In 2012

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/11/2014

Datum van inontvangstneming : 06/11/2014 Datum van inontvangstneming : 06/11/2014 Luxembourg Entrée 0 6 OCT. 2014 3 ktober 2014 Eerste Kamer 14/01472 LZ/AS Hoge Raad der Nederlanden Prejudiciële beslissing in de zaak van: Johannes Evert Antonius

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 90 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-442 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. Polak en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op :

Nadere informatie

Jan Sneller. DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij NV, ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 november 2013

Jan Sneller. DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij NV, ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 november 2013 Cb1 HA EIWOI1FI4CICI4S1 Cb103 TRIBUNAL DE JUSTICIA DE l.a UNION EUROPEA SOUI)NI DVUR EVROPSKE UNIE DEN EUROPAiISKE UNIONS DOMSTOL CJERICI ITSIIOF DER EUROPMSCIIEN UNION EUROOPA LITDU KOIIUS AIKAZI HPIO

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 7 mei 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 7 mei 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-204 d.d. 11 juli 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. M.L. Hendrikse, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 18 d.d. 1 september 2008 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. P.A. Offers) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 11 april 2011 (mr B.F. Keulen, voorzitter, prof.mr M.M. Mendel en prof.mr C.E. du Perron, leden, mr S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-684 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 maart 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-716 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. B.F. Keulen, leden en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-25 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 21 januari 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

De rechtsbijstandverzekering

De rechtsbijstandverzekering Law in Action De rechtsbijstandverzekering Fijn dat we verzekerd zijn!? Masterscriptie Iris Ploos van Amstel 10767568 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Probleemstelling 1.2 Verantwoording probleemstelling

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-187 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 mei 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Pamela van Zuijlen. Studentnummer: 2056795. Juridische Hogeschool Avans-Fontys. Mw. mr. W. Gelens Mw. mr. P.A.M. de Haan

Pamela van Zuijlen. Studentnummer: 2056795. Juridische Hogeschool Avans-Fontys. Mw. mr. W. Gelens Mw. mr. P.A.M. de Haan De vrije advocaatkeuze in de rechtsbijstandbranche Een juridisch en praktijkgericht onderzoek naar de vrije advocaatkeuze in de rechtsbijstandbranche in opdracht van ARAG Rechtsbijstand Auteur: Pamela

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-310 d.d. 27 oktober 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering,

Nadere informatie

Joep van den Oever Recht Direct

Joep van den Oever Recht Direct Joep van den Oever Recht Direct Deurne, 11 januari 2016 Voorwoord In september 2015 ben ik begonnen met het laatste traject van mijn hbo-rechtenopleiding aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys te Tilburg.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/02/2015

Datum van inontvangstneming : 26/02/2015 Datum van inontvangstneming : 26/02/2015 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaaknumrner : 200.144.137/01 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 december

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-252 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 april 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 080.00 ingediend door: tegen: hierna te noemen klager`, hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Keulen) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-493 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 maart 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2004.1554 (033.04) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-442 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. dr. S.O.H. Bakkerus en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN 1.1. Saul Advocaten B.V., hierna te noemen Saul Advocaten, is een besloten vennootschap, die zich ten doel stelt het uitoefenen of doen oefenen van de rechtspraktijk,

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr W.H.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr W.H. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-771 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 november 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-702 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelende onder de naam Interpolis, gevestigd te Tilburg, verder te noemen Verzekeraar

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelende onder de naam Interpolis, gevestigd te Tilburg, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-255 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. drs. R. Knopper en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelende onder de naam Interpolis, gevestigd te Tilburg, verder te noemen Verzekeraar

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelende onder de naam Interpolis, gevestigd te Tilburg, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-256 (door mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. drs. R. Knopper en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. S.W.A. Kelterman als secretaris) Klacht

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-375 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 oktober 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-429 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris) Klacht ontvangen op : 24 maart 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden die zijn te raadplegen op de website www.beutenerstaal.nl.

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden die zijn te raadplegen op de website www.beutenerstaal.nl. Algemene voorwaarden van mr. M.B.W.G. Beutener, advocaat Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten is een kantoorcombinatie, geen maatschap, tussen mr. M.B.W.G. Beutener, gevestigd in Deventer, en mr.

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-324 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. S.W.A. Kelterman, mr. C.E. Polak, leden en mr. R.A. Blom, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad het vervallen van het recht op uitkering (rechtsbijstand) verbinden.

het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad het vervallen van het recht op uitkering (rechtsbijstand) verbinden. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 205 d.d. 30 augustus 2011 (mr B.F. Keulen, voorzitter, drs W. Dullemond en prof. mr M.L. Hendrikse, leden, en mr S.N.W. Karreman, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-774 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. dr. drs. H.M.B. Brouwer, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-355 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 1 september 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-134 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 juli 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden, die zijn te raadplegen op de website www. beutenerstaal.nl.

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden, die zijn te raadplegen op de website www. beutenerstaal.nl. Algemene voorwaarden van mr. M.B.W.G. Beutener, advocaat Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten zijn twee zelfstandige advocatenkantoren, de eenmanszaak mr. M.B.W.G. Beutener, gevestigd in Deventer

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-339 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.L.A. van Emden, drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

1.2 Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 10 januari 2019 en zijn aldaar verschenen.

1.2 Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 10 januari 2019 en zijn aldaar verschenen. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-309 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. R.L.H. IJzerman, leden en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

ARAG-Nederland, Algemene Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene.

ARAG-Nederland, Algemene Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-249 d.d. 3 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel,voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-82 d.d. 13 maart 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.M. Mendel en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ONDERWERPEN Recht vóór inwerkingtreding titel 7.17 BW Recht bij inwerkingtreding titel 7.17 BW Verjaringstermijn van

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-558 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 december 2014 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-353 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-018 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. W.H. Luk als secretaris) Klacht ontvangen op : 9 januari 2017 Ingediend door : Consument Tegen Datum

Nadere informatie

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. L.P. Stapel, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. L.P. Stapel, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-123 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. L.P. Stapel, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 februari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen:

Samenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-391 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. S.W.A. Kelterman, mr. L. van Berkum, leden en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-322 d.d. 8 september 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. I.M.L. Venker) Samenvatting

Nadere informatie

: Stichting VvAA Rechtsbijstand, als uitvoerder voor VvAA schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Uitvoerder

: Stichting VvAA Rechtsbijstand, als uitvoerder voor VvAA schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Uitvoerder Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-773 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Paulusma-de Waal, arts, mr. B.F. Keulen, leden en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering. In een geval

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-16 d.d. 9 januari 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. C.E. du Perron, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat

Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten is een kantoorcombinatie, geen maatschap, tussen mr. M.B.W.G. Beutener, mr. L.M.J Leerkes en mr. J.W. Post,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken, inclusief bijlagen:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken, inclusief bijlagen: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-656 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. E.C. Ruinaard en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-22 d.d. 24 januari 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-407 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 juli 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-108 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. dr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Polisvoorwaarden Verhaalsservice Anker Eigen Jurist Polis avw-arb-vsk apr-2015

Polisvoorwaarden Verhaalsservice Anker Eigen Jurist Polis avw-arb-vsk apr-2015 Polisvoorwaarden Verhaalsservice Anker Eigen Jurist Polis avw-arb-vsk apr-2015 Anker Verzekeringen n.v. INHOUDSOPGAVE INLEIDING Inleiding Waar hebben de verzekerden recht op? Wat verwachten wij van een

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-463 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A. Blom, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 oktober 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Fleuren Van Veldhuizen advocaten

Algemene Voorwaarden Fleuren Van Veldhuizen advocaten Algemene Voorwaarden Fleuren Van Veldhuizen advocaten 1. Toepasselijkheid Onder de naam Fleuren Van Veldhuizen advocaten werken de individuele advocaten mr. W.L.M Fleuren en mr. W.E. van Veldhuizen samen,

Nadere informatie

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Artikel 1 Definities Arbeidsgeschillen; geschillen omtrent de interpretatie en uitvoering van hetgeen tussen

Nadere informatie

Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op het polisblad wordt verwezen.

Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op het polisblad wordt verwezen. Aanvullende voorwaarden dekking Rechtsbijstand (2016-07) De artikelen 55 t/m 67 van de voorwaarden (ZV BZP P-Plus2010/november 2010) worden vervangen door: Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-239 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator

Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten zijn twee zelfstandige advocatenkantoren: de eenmanszaak mr M.B.W.G. Beutener, gevestigd in

Nadere informatie