Lange Vijverberg 4-5 Postbus EA s-gravenhage Telefoon Telefax Website

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lange Vijverberg 4-5 Postbus 20004 2500 EA s-gravenhage Telefoon 070-356 46 00 Telefax 070-356 46 85 E-mail info@wrr.nl Website http://www.wrr."

Transcriptie

1

2 De serie Verkenningen omvat studies die in het kader van de werkzaamheden van de wrr tot stand zijn gekomen en naar zijn oordeel van zodanige kwaliteit en betekenis zijn, dat publicatie gewenst is. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berust bij de auteurs. Lange Vijverberg 4-5 Postbus EA s-gravenhage Telefoon Telefax Website

3 WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID Maatschappelijke dienstverlening een onderzoek naar vijf sectoren H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers (red.) Amsterdam University Press, Amsterdam 2004

4 Omslagafbeelding: Gerhard van Roon/Hollandse Hoogte isbn

5 woord vooraf woord vooraf De maatschappelijke dienstverlening kent een lange en boeiende geschiedenis. De wortels van veel sectoren liggen in de betrokkenheid van lokale bestuurders en particulier initiatief. Via een lang proces van emancipatie en verstatelijking bevinden de stelsels van maatschappelijke dienstverlening zich nu in een voor velen onbevredigende bestuurlijke omgeving. Er is zorg over de kwaliteit, de beschikbaarheid van diensten en de bureaucratisering van de instellingen. Het lijkt alsof bestuurlijke aangelegenheden de mensen die er werken allengs naar de achtergrond hebben verdrongen. In deze verkenning, die verschijnt bij het wrr-rapport Bewijzen van goede dienstverlening, wordt duidelijk dat veel van die zorgen kunnen worden verklaard uit de ingewikkelde en vaak halfslachtige verbindingen die in de afgelopen decennia zijn ontstaan tussen degenen die de maatschappelijke dienstverlening besturen, degenen die de diensten daadwerkelijk verlenen en degenen die ze ontvangen. Die situatie heeft er, in algemene zin gesproken, toe geleid dat de maatschappelijke dienstverlening van iedereen en van niemand is. Maatschappelijke organisaties, burgers en professionals geven er samen met bestuurders en overheden vorm aan zonder dat een ervan de uiteindelijke zeggenschap bezit. Die samenwerking is al even ingewikkeld als onvermijdelijk, omdat al die partijen elkaar nodig hebben. 3 In het wrr-rapport Bewijzen van goede dienstverlening, dat in november 2004 aan de regering is aangeboden, is bovengenoemde problematiek voor vijf sectoren aan de orde gekomen: welzijn, volkshuisvesting, gezondheidszorg, arbeidsvoorziening en onderwijs. Voor dit rapport is gebruikgemaakt van vijf empirische studies die op verzoek van de wrr zijn verricht naar de recente geschiedenis van de sectoren. Wij zijn de auteurs daarvoor uitermate dankbaar. Vanwege de grote wetenschappelijke kwaliteit van de studies en de maatschappelijke en beleidsmatige relevantie ervan, maakt de wrr deze graag beschikbaar voor een breed publiek van geïnteresseerden. Naast de studies die in deze Verkenning zijn opgenomen, wijzen wij ook graag op drie andere publicaties in het kader van dit project, die via de website van de wrr beschikbaar zijn. Deze studies zijn niet sectoraal georiënteerd, maar behandelen een boven- en intersectorale thematiek: Ph. Eijlander en R. Lauwerier (2004) Regulering van het bestuur van de maatschappelijke dienstverlening. Eenheid in verscheidenheid? C. van Montfort (2004) Ruimte voor goed bestuur. Tussen prestatie, proces en principe E.K. Schrijvers (2004) Lessen uit corporate governance en maatschappelijk verantwoord ondernemen Ook deze auteurs is de raad zeer erkentelijk voor de analyses en de inzichten die zij in hun studies presenteren. Prof. dr. W.B.H.J. van de Donk Voorzitter wrr

6 4 maatschappelijke dienstverlening

7 inhoudsopgave inhoudsopgave Woord vooraf 3 1 Inleiding H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers 1.1 Maatschappelijke dienstverlening ter discussie 1.2 Vraagstelling en analysekader 1.3 Demarcatie en interne differentiatie van de vijf sectoren 1.4 De studies Welzijn N. de Boer en J.W. Duyvendak 2.1 Een verweesde sector 2.2 Schets van het welzijnswerk De voorgeschiedenis van het welzijnswerk Opkomst van het welzijnsbeleid De Welzijnswet Kinderopvang: een andere voorgeschiedenis Het sociaal-cultureel werk anno Kinderopvang anno De logica s van de welzijnssector Institutionele logica Provisielogica Vraaglogica 2.4 Analyse 2.5 Advies Politiek-normatieve projecten Dienstverlening Volkshuisvesting T. Brandsen en J.K. Helderman 3.1 Inleiding Discussies van alle tijden Verandering en duurzaamheid Opbouw van dit hoofdstuk 3.2 De provisielogica van wonen Kenmerken van de woning De woning als gebruiksgoed Externe effecten Stand van zaken Instituties in de volkshuisvesting 3.3 De institutionele logica s van de volkshuisvesting De organisatie van belangen in de volkshuisvesting Ontwikkelingen in de huursector Het non-profitregime van woningcorporaties

8 maatschappelijke dienstverlening Ontwikkelingen in de koopsector De conjunctuur van volkshuisvestingsbeleid Conclusies 3.4 De vraaglogica van de volkshuisvesting Het karakter van de vraag Woningmarkt en verdeling Exit en voice 3.5 Het vermogen (tot) beschikken, bestemmen en besturen De beschikking over het vermogen De bestemming van het maatschappelijk gebonden vermogen Het besturend vermogen van woningcorporaties 3.6 Conclusie en samenvatting Gezondheidszorg T.E.D. van der Grinten en P. Vos 4.1 Probleem- en vraagstelling; domeinafbakening Het specifieke van de gezondheidszorg Publieke belangen in de gezondheidszorg Problemen en vragen Het object van studie: de gezondheidszorg Leeswijzer 4.2 Plaatsbepaling en kenmerken van de zorgsector Zorg en zorgverleners Vraag en vragers Institutionele kenmerken Voorlopige conclusies 4.3 De ontwikkeling van het governance-systeem in de gezondheidszorg De periode : van wederopbouw tot structuurnota-hendriks De periode : van structuurnota-hendriks tot rapport-dekker De periode : van plan-simons tot testament van Paars-II : van paarse onvrede naar plan- Hoogervorst De komende jaren: mogelijke ontwikkelingen van het governance-systeem in de gezondheidszorg 4.4 Analyse: drie perspectieven op sturingsproblemen in de gezondheidszorg en hun oplossing Het zorgperspectief Het perspectief van de vrager Het institutionele perspectief 4.5 Good governance: vragen, antwoorden en suggesties Good governance in de gezondheidszorg

9 inhoudsopgave Antwoorden op de specifieke vragen Nieuwe checks and balances Arbeidsvoorziening M. van der Meer en J. Visser 5.1 Inleiding 5.2 De vraag naar arbeidsvoorziening 5.3 Bestuur, organisatie en financiering van de arbeidsvoorziening Bestuur en organisatie Financiering: van enkelvoudige budgettoewijzing naar het concurrentiemodel 5.4 De provisielogica Aard en kwaliteit van de dienstverlening: de graduele verfijning van het instrumentarium De professionele standaard van de arbeidsvoorziening Slotbeschouwing 5.5 Conclusies: drie besturingsarrangementen in de arbeidsvoorziening Het begrip governance De drie logica s vergeleken Verhouding tussen verticale en horizontale sturing Prognose Onderwijs F. de Vijlder 6.1 Probleemstellingen en typering Inleiding Probleemstelling De betekenis van de drie logica s in het onderwijs Opbouw van het betoog 6.2 Schets van het primair onderwijs Inleiding Opkomst en ontwikkeling tot en met de jaren zestig De jaren zeventig De jaren tachtig tot heden 6.3 Schets van het beroepsonderwijs (en de volwasseneneducatie) Inleiding Tot de vroege jaren tachtig Van de jaren tachtig tot de invoering van de Wet educatie en beroepsonderwijs Sinds de invoering van de WEB 6.4 Analytisch intermezzo: de verbindende patronen tussen primair onderwijs en beroepsonderwijs 6.5 De logica s van het onderwijs Provisielogica Vraaglogica

10 maatschappelijke dienstverlening Institutionele logica Een spannende relatie tussen de logica s 6.6 Advies Literatuur Over de auteurs

11 inleiding 1 inleiding H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers 1.1 maatschappelijke dienstverlening ter discussie De maatschappelijke dienstverlening is zowel nationaal als internationaal veelvuldig onderwerp van politiek en wetenschappelijk debat. Welzijn, volkshuisvesting, gezondheidszorg, arbeidsvoorziening en onderwijs zijn van cruciaal belang voor de kwaliteit van het leven in een samenleving. Gegeven de uitdagingen waar de moderne verzorgingsstaat voor staat, zal het beroep op deze diensten en vooral ook het beroep op de kwaliteit ervan, in de toekomst alleen maar toenemen. De verschillende sectoren die zijn voortgekomen uit het particulier initiatief zijn de laatste decennia object geweest van veelvuldig overheidsingrijpen. Bezuinigingen, reorganisaties en grote bestuurlijke operaties hebben de relatie tussen overheden en dienstverlenende instellingen gedomineerd. Nieuwe toezichthouders zijn in het leven geroepen om een doelmatige besteding van financiële middelen te garanderen. Cliënten hebben plotseling een meer sturende rol toebedeeld gekregen en zijn aangemerkt als consument. De ingezette veranderingen hebben zich gericht op zowel de institutionele positie van de dienstverleningssectoren en de bestuurlijke vormgeving ervan als de uitvoering en de rol van professionals en cliënten. Of dit nu wel of niet heeft geleid tot verbeteringen van de kwaliteit, de doelmatigheid en de professionaliteit, de ingrepen zijn aan geen enkel aspect van de dienstverlening voorbijgegaan. 9 Opvallend genoeg wordt zowel het politieke als het wetenschappelijke debat over de knelpunten en de ingrepen in de maatschappelijke dienstverlening gedomineerd door vragen die als dichotomieën zijn geformuleerd. Institutioneel gezien is er een voortdurende worsteling over de kwestie of de sectoren nu moeten worden gerekend tot de staat of tot de markt. Met betrekking tot de instellingen (ziekenhuizen, corporaties, scholen) wordt de vraag gesteld of de verantwoordelijkheid voor de dienstverlening bij het management of bij de professionals moet worden gelegd. En met betrekking tot de cliënt woedt de discussie of in zijn behoefte door vraagsturing of door aanbodsturing moet worden voorzien. Deze dichotomieën doen geen recht aan de veelzijdigheid van de maatschappelijke dienstverlening. De institutionele positie van de sectoren, de besturing en uitvoering van de dienstverlening binnen instellingen en de rol die de cliënt daarin vervult, kennen een gemengd en relationeel karakter. Gemengd, omdat de dienstverlening zich afspeelt in een gedeelde publieke ruimte, waarin overheden, marktpartijen, vrijwilligers, geschoolde dienstverleners en private maatschappelijke organisaties zijn betrokken. En relationeel, omdat een dienst geen product is, maar altijd ontstaat in de interactie tussen een cliënt en een dienstverlener.

12 maatschappelijke dienstverlening Veel van de problemen waar de sectoren mee te kampen hebben, zijn dan ook niet te reduceren tot het falen van (een van) de betrokken partijen. Of het nu gaat om de trage doorstroming in de huursector, de moeizame begeleiding van langdurig werklozen naar een dienstverband, de overmaat van regels in het onderwijs: het is verleidelijk maar te simpel om één partij als de schuldige aan te wijzen. Willen oplossingen kans van slagen hebben, dan moeten zij aansluiten op het karakter van de dienstverlening en de aard van het bestel en betrekking hebben op burgers, professionals, managers en politici. 1.2 vraagstelling en analysekader 10 In het wrr-rapport Bewijzen van goede dienstverlening (2004) staat de vraag centraal hoe wij de problemen rond de kwaliteit, de doelmatigheid en de professionaliteit van de maatschappelijke dienstverlening vanuit dit gemengde karakter moeten begrijpen. Een belangrijke overeenkomst tussen de vijf sectoren is dat de knelpunten in de maatschappelijke dienstverlening verschillende betrokkenen voor problemen plaatsen. Burgers, bestuurders, politici en professionals missen greep op de dienstverlening en vinden hun verschillende eisen en verlangens vaak onvoldoende ingewilligd. Initiatieven tot meer vraaggericht werken komen niet soepel van de grond. Professionals voelen zich beknot in hun werkzaamheden. Het management stimuleert, maar disciplineert tegelijkertijd. De stem die de centrale overheid op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening heeft, is hooguit een gedeelde zeggenschap. Een bepaalde spanning tussen deze actoren is onontkoombaar, gegeven hun verschillende posities. Uitgaande van het samengestelde karakter van de sectoren is ten behoeve van het onderhavige onderzoek een drieledige vraagstelling opgesteld waarin de volgende aspecten centraal staan: 1 de institutionele inrichting van de sectoren; 2 de ontwikkelingen die zich voordoen in de relaties tussen management en professionals; 3 de wijze waarop cliënten met hun vraag bij de maatschappelijke dienstverlening terechtkunnen. Om de vijf sectoren op basis van een empirische verkenning onderling te kunnen vergelijken, is een analysekader opgesteld waarin de verschillende rollen en invloeden van de diverse betrokkenen zijn verdisconteerd. Het analysekader gaat uit van een onderscheid in institutionele logica, provisielogica en vraaglogica. Dit onderscheid vertoont overeenkomsten met zowel een multiactorperspectief (uitgaande van verschillende betrokkenen) als een multilevelbenadering (op basis van verschillende niveaus), maar verschilt er ook van. De term logica gebruiken wij in navolging van Hemerijck en Helderman (1995), die het onderscheid tussen institutionele logica en provisielogica hebben opgesteld. Logica omvat zowel het handelen van groepen actoren (politici, bestuurders en professionals) als het niveau waarop zij werkzaam zijn (de staat, de instelling). Hoofdstuk 3 van het

13 inleiding rapport gaat uitvoerig in op de uitwerking van dit analysekader. Hierna volgt een korte recapitulatie. Onder de institutionele logica verstaan wij het bestuur en beheer van de maatschappelijke dienstverlening door middel van combinaties van verschillende coördinatiemechanismen en via interventie-instrumenten. Met coördinatiemechanismen worden markten, hiërarchieën, vrijwillige verbanden, gemeenschappen en netwerken bedoeld. Interventie-instrumenten kunnen worden omschreven als de financiële prikkels en wet- en regelgeving, alsmede de meer zachte sturingsmiddelen die overheden en andere regulerende instanties tot hun beschikking hebben om het gedrag van niet-statelijke actoren te sturen. Onder provisielogica verstaan wij de instellingen en professionals die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de dienstverlening zelf. Het gaat dan om actoren (artsen, leerkrachten, arbeidsconsulenten, managers, conciërges), fysieke omgevingen (scholen, ziekenhuizen, operatiekamers, arbeidsbureaus, buurthuizen) en meer abstracte organisatiemodellen. De studie richt zich enerzijds op professionals, instellingen en arbeidsorganisaties als cruciale dimensies van de provisielogica, anderzijds op de aard van de dienstverlening en de daaruit voortvloeiende relatie tussen professional en cliënt. 11 Omdat de oriëntatie op de cliënt in de maatschappelijke dienstverlening zowel door de overheid als door instelling en professional steeds meer centraal wordt gesteld, voegen wij aan de institutionele en provisielogica de vraaglogica toe. Daaronder verstaan wij het geheel van relaties tussen vragers en aanbieders in de maatschappelijke dienstverlening. Het gaat dan om de mate waarin cliënten in staat worden gesteld te participeren in het dienstverleningsproces, de mate van inspraak, de mate van keuzevrijheid en tot slot de mogelijkheid om via derden correctie af te dwingen bij structurele gebreken in de maatschappelijke dienstverlening. Uitgaande van dit analysekader, en met inachtneming van de drievoudige vraagstelling die leidend is voor het wrr-project, komen in de empirische sectorverkenningen de volgende thema s aan de orde: 1 een plaatsbepaling van de sector in termen van de drie logica s en in termen van de spanningen daartussen; 2 een analyse van de bestuurlijke arrangementen in de sector (welke methoden worden gebruikt om met die spanningen om te gaan en welke oplossingsstrategieën zijn in stelling gebracht en waarom?); 3 een beoordeling van de oplossingsstrategieën (welke knelpunten worden opgelost, welke blijven bestaan en wat zijn nieuwe knelpunten?); 4 een mogelijk advies voor verbeteringen. Op grond van deze vragen zijn verscheidene auteurs uitgenodigd een analyse te maken van de problematiek in de sector waarover zij in het bijzonder expertise beschikken. Deze studies zijn in deze Verkenning integraal opgenomen.

14 maatschappelijke dienstverlening 1.3 demarcatie en interne differentiatie van de vijf sectoren 12 Sectoren en subsectoren De maatschappelijke dienstverlening bestrijkt een uitgebreid terrein van diensten van verschillende aard, ondergebracht in sectoren met zeer verschillende voorgeschiedenissen. In deze Verkenning en in het wrr-rapport Bewijzen van goede dienstverlening richten wij ons op de sectoren welzijn, volkshuisvesting, gezondheidszorg, arbeidsvoorziening en onderwijs. Binnen deze sectoren wordt gekeken naar verschillende subsectoren. Deze zijn zo gekozen dat zij de verschillende gezichten van de sector illustreren. Zo wordt bij de welzijnssector ingezoomd op de ontwikkelingen in de kinderopvang en het opbouwwerk. De institutionele positie van deze twee welzijnsvoorzieningen is verschillend en het zijn juist die verschillen die bruikbaar en leerzaam zijn om meer zicht te krijgen op de condities die nodig zijn om goed te presteren als maatschappelijke dienstverlening. In het onderwijs staan het primair onderwijs en het beroepsonderwijs centraal, terwijl in de gezondheidszorg de hightech-zorg in het ziekenhuis wordt gecontrasteerd met de high touch-zorg in het verpleeghuis. In de volkshuisvesting gaat het over huur en koop, terwijl de (publieke) arbeidsvoorziening wordt verkend met referentie aan de commerciële takken van arbeidsbemiddeling. De mate waarin de verschillen tussen de subsectoren worden gecontrasteerd verschilt per studie. Grensproblemen Een strikte inhoudelijke, overkoepelende en gemeenschappelijke bepaling van de maatschappelijke dienstverlening doet de variëteit en het soms arbitraire verloop van hun ontstaansgeschiedenissen tekort. Daarom hebben wij gekozen voor een pragmatische afbakening. Deze is, in navolging van Mayntz en Scharpf (1995), ingegeven door de mate van staatsnabijheid als het kenmerkende onderscheidende element van de sectoren welzijn, volkshuisvesting, arbeidsvoorziening, gezondheidszorg en onderwijs. Daaronder verstaan wij een aanduiding van een set van maatschappelijke functies die niet tot het kerndomein van de moderne staat worden gerekend, maar waarvoor de staat in de loop der decennia desalniettemin een zekere verantwoordelijkheid op zich heeft genomen. Deze verantwoordelijkheid strekt verder dan de bemoeienis die de moderne staat heeft met economische sectoren of met sectoromspannende verantwoordelijkheden (milieu, infrastructuur), maar is minder nabij dan de verantwoordelijkheden voor diensten op het gebied van interne en externe veiligheid (politie, leger) (Mayntz en Scharpf 1995: 13-14). 1.4 de studies Ondanks de aanzienlijke verschillen kunnen de sectoren worden vergeleken door te kijken naar de positie die cliënten innemen, de aard van de dienstverlening, de mate van professionalisering van de dienstverleners, de instellingen, de institutionele geschiedenis en de bestuurlijke vormgeving. Het accent in de

15 inleiding studies ligt op de laatste component: de institutionele, bestuurlijke of beleidsmatige inrichting van de sector. Die vormt veelal het vertrekpunt voor verdere verkenning van de vormgeving van de sector, de rol van de overheid, processen van centralisatie, decentralisatie en recentralisatie en de financiering. Alle auteurs hebben in hun onderzoek hetzelfde analysekader en dezelfde vraagstelling gehanteerd. Desalniettemin leggen zij in hun onderzoeksverslag de nadruk op verschillende problemen, al naar gelang wat in de specifieke sector de meest zwaarwegende kwesties zijn. De korte introducties hierna geven deze accentueringen aan. Welzijn De Boer en Duyvendak schetsen de historische ontwikkelingsgang van de welzijnssector in drie fasen: de zeer diverse voorgeschiedenis van het welzijnswerk, het megalomane welzijnsproject van de jaren zestig en zeventig en de decentralisatie vanaf het midden van de jaren tachtig. De institutionele problematiek in de huidige situatie wordt voor de eerste subsector, het sociaal-cultureel werk, vooral geanalyseerd aan de hand van een bespreking van het (lange) invoeringstraject van de Welzijnswet en de instelling van marktwerking (publiek opdrachtgeverschap, private uitvoering). Deze zware institutionele ingreep heeft niet alle problemen opgelost waar het sociaal-cultureel werk mee te kampen heeft. Integendeel, er bieden zich nieuwe kwesties aan. De provisielogica in de sector lijkt vooral te lijden onder een zwak ontwikkelde professionele cultuur. Ook bij de ontwikkeling van vraaggericht werken vallen vraagtekens te plaatsen: cliëntenparticipatie heeft bijvoorbeeld, anders dan in de zorg, nooit een wettelijke status gekregen. 13 De tweede subsector, de kinderopvang, heeft zich lange tijd parallel ontwikkeld aan die van het sociaal-cultureel werk. Met de voorbereiding van de Wet basisvoorziening kinderopvang vindt echter een ingrijpende scheiding plaats die de kinderopvang loskoppelt van het sociaal-cultureel werk. De terugtreding van de overheid op dit welzijnsgebied heeft voordelen, zoals een versterking van het reactievermogen van de instellingen voor maatschappelijke problemen in een meer vraaggerichte situatie. Anderzijds gaat een lucratieve koppeling tussen kinderopvang en sociaal-cultureel werk nu verloren. De studie eindigt met een advies waarin een onderscheid wordt aangebracht tussen de politiek-normatieve projecten en de dienstverlenende activiteiten in het welzijnswerk. Volkshuisvesting In deze studie concentreren Brandsen en Helderman zich op de bruteringsoperatie van 1995, waarbij de financiële sturing door de overheid grotendeels is opgeheven ten gunste van een grotere bestuurlijke vrijheid voor de woningbouwcorporaties. Het stelsel waarin sociale huurwoningen in handen zijn van privaatrechtelijke corporaties is volgens de auteurs redelijk robuust. Van de rela-

16 maatschappelijke dienstverlening tief grote huursector in Nederland (ten opzichte van het eigenwoningbezit) gaat een stabiliserende werking uit. Toch is er ook kritiek op het stelsel van na De toetsing van de sociale doelstellingen is lastig. De doorstroming stagneert, woningtekorten nemen gaandeweg toe en de sociale woningbouw en stedelijke vernieuwing raken op een dieptepunt. De investeringen van corporaties lijken achter te blijven, zodat een discussie over het aanwenden van het eigen vermogen van de corporaties voortdurend op de achtergrond speelt. Tegelijkertijd zijn er veel innovatieve praktijken in de sector waar te nemen. Wonen wordt steeds meer gedefinieerd vanuit een levensstijl of behoefte, in plaats van uit het fysieke object, waardoor er een verruiming van de dienst optreedt (zoals een koppeling tussen wonen en zorg). Daarnaast blijken er verschillende vormen van gemengde eigendom mogelijk te zijn, constructies die vooral aantrekkelijk zijn voor koopstarters en oudere eigenaren-bewoners. Als zodanig is er een grensvervaging te signaleren, waardoor er ruimte ontstaat voor experimenten met huren en kopen. 14 Gezondheidszorg De besturing van de gezondheidszorg wordt door Van der Grinten en Vos beschreven in vier perioden. De eerste loopt van de naoorlogse wederopbouw tot de structuurnota-hendriks (1974); de tweede periode reikt tot het rapport- Dekker (1987); de derde periode bestrijkt het tijdvak dat loopt van plan-simons tot de nota Vraag aan bod ( ); en de vierde periode duurt tot het plan- Hoogervorst (2004). De zorgsector ziet zich voor twee taken gesteld: publieke belangen dienen en individuele preferenties honoreren. De auteurs signaleren een oplopende spanning tussen deze twee taken. Zij onderzoeken deze spanning voor de verschillende deelmarkten die in de zorg op grond van het soort interventie (preventie, verpleging, verzorging) zijn te typeren. De vraag is of de sturingsmechanismen in de zorgsector sturing van het aanbod en sturing door de vraag adequaat in één systeem zijn te verenigen. Het huidige besturingssysteem van de zorgsector dreigt te bezwijken onder een drievoudige last: de interne complexiteit, het alsmaar toenemende politieke en maatschappelijke belang en het afnemende sturingsvermogen van de overheid. Naar de mening van de auteurs moet de sturingsproblematiek vanuit drie perspectieven (analoog aan de drie logica s) begrepen worden: het perspectief van de zorg, van de cliënt en van de institutionele inbedding. Vanuit ieder perspectief formuleren zij oplossingsrichtingen en stellen de aannames en voorwaarden daarvoor vast. Arbeidsvoorziening Van der Meer en Visser onderscheiden voor de arbeidsvoorziening verschillende bestuurlijke modellen, die elkaar sinds het centralistische model van het staatsmonopolie na de Tweede Wereldoorlog zijn opgevolgd: de territoriale decentralisatie van de arbeidsvoorziening in 1990, de recentralisatie van de arbeidsvoorziening in 1996 en de afschaffing ervan in 2001, waarna met de suwi-operatie en de Wet werk en bijstand een volledige decentralisatie en

17 inleiding marktwerking van een geïntegreerd arbeidsmarkt- en socialezekerheidsbeleid tot stand zijn gekomen. Arbeidsvoorziening is een afgeleide van de arbeidsmarkt, of liever gezegd van de onvolkomenheid van deze markt. Waar vraag en arbeid elkaar niet (moeiteloos) treffen en (langdurige) werkloosheid ontstaat, bestaat een taak voor de arbeidsvoorziening. Deze omvat voorlichting, bemiddeling, actieve begeleiding, onderwijs en scholing, en soms ook werkverschaffing en gesubsidieerde arbeid. De huidige situatie kent verscheidene problemen. Het is onvoldoende bekend waarom sommige groepen, ook in een krappe arbeidsmarkt en ondanks een veelheid van maatregelen, toch langdurig werkloos blijven. De informatie over de condities van een succesvolle bemiddeling van personen uit achterstandsgroepen naar werk schiet tekort. Men weet niet wat wel werkt en wat niet. Ook de zogenoemde ketenafspraken werken onvoldoende. Er is noch een verticale noch een horizontale actor die de anderen aan de afspraakverplichtingen kan houden. Om die reden pleiten Van der Meer en Visser voor een stevigere rol voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat centraal doelstellingen zou moeten vaststellen en daar partijen dwingend op af zou moeten rekenen. Dat zal waarschijnlijk alleen lukken als de partijen bij de doelstellingsformulering worden betrokken en als bij die partijen ook de voornaamste verantwoordelijkheid voor de formulering en constante herziening wordt gelegd. Over de uitkomsten legt de minister parlementaire verantwoording af. 15 Onderwijs De Vijlder beschrijft de ontwikkelingsgang van het primair onderwijs en het beroepsonderwijs vanaf de vorming van de nationale eenheidsstaat in de negentiende eeuw, via de bloeiperiode van de naoorlogse verzorgingsstaat en de periode na de jaren tachtig tot nu toe. Vanaf de totstandkoming van het nationaal onderwijssysteem is er steeds sprake geweest van welomschreven opvattingen over hoe het onderwijs moet worden verzorgd, door wie en welke onderwerpen daarin moeten worden behandeld. Leren vindt louter plaats in aangewezen instituties als scholen, colleges, universiteiten en gymnasia. De overdracht van kennis en vaardigheden vindt formeel plaats via een individuele docent, leraar of onderwijzer die professionele autonomie kent. De vrijheid van onderwijs is vooral een politieke vrijheid, die in de praktijk nauwelijks leidt tot wezenlijke variatie in de manier waarop het onderwijs wordt verzorgd. Het regelgevingsbouwwerk van het onderwijs is zich in de verzorgingsstaat steeds centraler rondom de nationale staat gaan ontwikkelen. Met het groeien van de complexiteit van de samenleving is de regelgeving steeds ingewikkelder geworden. De auteur werpt de vraag op of deze strategie in de huidige complexe samenleving nog wel werkbaar en effectief is. Hij pleit ervoor dat scholen en instellingen vooral een eigen koers kiezen en zelf serieus aan de slag gaan met het herontwerp van de dienstverlening aan hun omgeving, voorzover zij daarmee nog niet begonnen zijn. Dat betekent dat scholen en instellingen hun legitimiteit van handelen niet langer kunnen ontlenen aan een formeel van de staat opgedra-

18 maatschappelijke dienstverlening gen taak. Zij zullen deze moeten ontlenen aan de mate waarin zij erin slagen hun handelen af te stemmen op de vereisten in hun directe omgeving. 16

19 welzijn 2 welzijn N. de Boer en J.W. Duyvendak 2.1 een verweesde sector Er is met de welzijnssector iets raars aan de hand. Aan de ene kant: over het nut van het uitvoerende werk bestaat nauwelijks twijfel. Natuurlijk zijn er altijd zwartkijkers die voorbeelden noemen als macramécursussen voor Iraanse lesbiennes, maar wie het werk enigszins kent weet dat zulke activiteiten niet bestaan. De politie is doorgaans zeer content over de samenwerking met opbouwwerkers en zodra de zero tolerance faalt, roept ze het hardst om meer inspanningen van het jongerenwerk bij het begeleiden van de draaideurcrimineeltjes (De Boer 2004). Bij de sociale diensten weten ze inmiddels heel goed dat sociale activering van fase 4-cliënten zonder het welzijnswerk niet gaat. Zorginstellingen beseffen terdege dat ze de buurt- en clubhuizen hard nodig hebben bij hun pogingen tot vermaatschappelijking (rvz 2003a; vws 2004). Geen lokale overheid haalt het in haar hoofd het welzijnswerk in zijn geheel of grotendeels af te schaffen. De gebruikers van de voorzieningen lijken doorgaans tevreden over wat ze kunnen halen in buurthuis, crèche of peuterspeelzaal of bij hun maatschappelijk werker of opbouwwerker. Kortom: welzijnswerk wordt naar het zich laat aanzien hoog gewaardeerd Aan de andere kant blijft het beroep welzijnswerker in de media en de publieke opinie laag gewaardeerd en wordt de sector nog steeds geassocieerd met geitenwollen sokken, een naar binnengerichte oriëntatie en ondoelmatigheid. Veel (niet alle) welzijnsinstellingen hebben grote moeite om aan personeel te komen: zelfs afgestudeerden van toegesneden hbo-opleidingen proberen buiten de sector aan het werk te komen. Bij bezuinigingsronden komt uit de welzijnsorganisaties een bescheiden protest, dat echter in de publieke opinie nauwelijks wordt gedeeld. De tijd dat buurthuizen werden bezet als sluiting dreigde, ligt ver achter ons. Kennelijk hebben de instellingen een gering draagvlak onder de bevolking: zij zijn niet van de gebruikers. Zij kunnen klaarblijkelijk geen helderheid bieden over hun maatschappelijke meerwaarde. Bij de herstructurering van stadswijken (mede geïnitieerd op sociale gronden) schittert de sociale sector door afwezigheid. De organisaties in de fysieke hoek (corporaties, projectontwikkelaars, grondbedrijf) denken kennelijk het sociale er wel even bij te kunnen doen. Er is daarbij meer aan de hand dan alleen een slecht imago, dat bijvoorbeeld door een uitgekiende pr-strategie zou kunnen worden gecorrigeerd. Dat blijkt als we iets meer inzoomen. Recentelijk kwamen er enkele welzijnsinstellingen in grote financiële problemen. Bij de Stichting Opmaat in Emmen (juli 2002), de Stichting Welzijn Amersfoort (einde 2002) en Ondernemend Welzijn Den Haag (augustus 2003) kon dat nog worden toegeschreven aan respectievelijk mismanagement, te hoge uitgaven en een slechte bedrijfsvoering. Bij de Amsterdamse

20 maatschappelijke dienstverlening Stichting Welzijn Zeeburg en de stedelijk opererende welzijnsonderneming Alcides (die begin april 2004 failliet ging) bleek echter dat er meer aan de hand was. Het lijkt erop dat een verantwoord financieel beleid voor welzijnsinstellingen nauwelijks tot de mogelijkheden behoort. De kostprijs wordt te laag berekend, de overhead is onverantwoord klein, reserves opbouwen gaat niet. In zo n situatie hoeft er maar íets te gebeuren (zoals in dit geval de ontvlechting van de kinderopvang uit de welzijnsinstellingen in het kader van de naderende Wet basisvoorziening kinderopvang) en her en der vallen de stichtingen in financiële zin om. De bedrijfseconomische positie van de meeste welzijnsinstellingen is zorgelijk. 18 Achter de schermen van de welzijnssector en de financiers zo zal in dit hoofdstuk blijken gaat er van alles mis. De professionaliteit van het uitvoerende welzijnswerk is omstreden, niet alleen de realiteit maar zelfs de wenselijkheid ervan. De rijksoverheid laat de aansturing sinds ruim vijftien jaar over aan de gemeenten, die daar echter weinig raad mee weten. Zij zien zichzelf als opdrachtgever, maar weten niet wat voor opdracht zij moeten geven en hoe ze erop kunnen toezien dat die opdracht ook wordt uitgevoerd. Zij willen graag heuse marktverhoudingen en concurrentie creëren, maar zien lokale netwerken uit elkaar vallen en welzijnsinstellingen in hun voegen kraken zodra ze in het kader van een aanbestedingsprocedure de dienstverlening aan anderen gunnen. De doelen die zowel instellingen als lokale overheden stellen zijn maximalistisch (participatie, welbevinden, ontmoeting, sociale cohesie), maar worden niet duidelijk geoperationaliseerd en staan vaak in een wanverhouding tot wat de uitvoerende werkers werkelijk vermogen. Van wie is het welzijnswerk eigenlijk? De hiervoor zwart-wit geschetste situatie is ernstig. Er wordt heel wat geschamperd op de sector en daar is op het eerste gezicht ook alle aanleiding toe. Het gevaar dreigt echter dat daarmee het welzijnswerk in het verdomhoekje blijft en er veel sociaal kapitaal verloren gaat, zoals nauwe banden tussen burgers en professionals en de kennis die daarin circuleert. Dat is evident als in het kader van openbare aanbesteding het welzijnswerk wordt gegund aan instellingen van buiten de aanbestedende gemeente. De door de oude instelling opgebouwde relatienetwerken gaan daarmee immers verloren, de nieuwe instelling zal ze weer moeten opbouwen. Maar naast die kapitaalvernietiging vinden ook desinvesteringen plaats. Nog te vaak komt het voor dat het welzijnswerk pas wordt ingeschakeld als er problemen ontstaan, bijvoorbeeld bij herstructurering van oude stadswijken. De kennis en netwerken van het welzijnswerk zouden veel beter kunnen worden benut. De geschiedenis drukt zwaar op het slechte imago van het welzijnswerk. In de jaren zestig en zeventig zoals we verderop zullen zien is het uitvoerende werk van hogerhand opgezadeld met megalomane doelen: een democratische samenleving, sociale rechtvaardigheid, vrijheid en ontplooiing, kortom: welzijn zou door het welzijnswerk binnen handbereik worden gebracht. Veel professionals

PERSBERICHT WRR-VERKENNING NR. 6 Maatschappelijke dienstverlening. Een onderzoek naar vijf sectoren

PERSBERICHT WRR-VERKENNING NR. 6 Maatschappelijke dienstverlening. Een onderzoek naar vijf sectoren 1 DECEMBER 2004 PERSBERICHT WRR-VERKENNING NR. 6 Maatschappelijke dienstverlening. Een onderzoek naar vijf sectoren Deze benadering doet geen recht aan de veelzijdigheid van de maatschappelijke dienstverlening

Nadere informatie

Maatschappelijke dienstverlening

Maatschappelijke dienstverlening WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID Maatschappelijke dienstverlening een onderzoek naar vijf sectoren H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers (red.) Amsterdam University Press, Amsterdam

Nadere informatie

Social work in de multiculturele samenleving. Zwolle, 12 april 2006 Jos van der Lans

Social work in de multiculturele samenleving. Zwolle, 12 april 2006 Jos van der Lans Social work in de multiculturele samenleving Zwolle, 12 april 2006 Jos van der Lans Opzet college Overzicht professioneel klimaat sinds WOII Kenmerken en kenteringen Culturele achtergronden verklaard

Nadere informatie

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving. 12/2012 Loslaten in vertrouwen Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Loslaten in vertrouwen Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving December 2012 Rob Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting

Nadere informatie

3Sociaal-Cultureel Werk

3Sociaal-Cultureel Werk DC 3Sociaal-Cultureel Werk 1 Inleiding Dit thema gaat over het Sociaal-Cultureel Werk (SCW). Je vindt informatie over de volgende onderwerpen: Inhoud thema dc3 Sociaal-Cultureel Werk: 2 De doelstelling

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen Versie: februari 2016 Meerjarig beleidsplan 2016 2018 Stichting Welzijn Diemen Inhoudsopgave Inleiding 3 Deel 1: Ontwikkelingen 4 1.1 Algemene maatschappelijke en politieke ontwikkelingen op 4 het gebied

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Ontwikkelingen in de jeugdzorg g Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Presentatie ti Evaluatie Wet op de jeugdzorg (2009) Contouren nieuwe stelsel Marktanalyse in het kader

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

10 april 1997 97-000540

10 april 1997 97-000540 10 april 1997 97-000540 2 presentatie boek gesticht in de duinen op 16 april 1997 Op woensdag 16 april a.s. wordt het eerste exemplaar van boek Gesticht in de duinen overhandigd aan gedeputeerde Tielrooij,

Nadere informatie

INLEIDING. 1 Inleiding

INLEIDING. 1 Inleiding 1 Inleiding Dit advies is een vervolg op het sociaal akkoord dat het kabinet en de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers op 11 april 2013 hebben gesloten en op het akkoord van centrale

Nadere informatie

EEN NIEUWE KOERS. Limburgse VrouwenRaad september 2010

EEN NIEUWE KOERS. Limburgse VrouwenRaad september 2010 EEN NIEUWE KOERS Limburgse VrouwenRaad september 2010 1 1. Terugblik 35 jaar Limburgse VrouwenRaad 2. Belangrijkste conclusies De kracht van de LVR als koepel 3. Een nieuwe koers Economische ontwikkelingen

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties prof dr wim derksen Aan de directeur Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de heer drs J.M.C. Smallenbroek zondag 23 november 2014 Geachte heer Smallenbroek, Op uw verzoek

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot de verkenning De Raad voor Cultuur (RvC) heeft in zijn Agenda Cultuur 2017 2020 en verder aangekondigd gezamenlijk met de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning van

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135 Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Jeugdzorg en jeugdbeleid 11 1.2 Leeftijdsgrenzen 12 1.3 Ordening van jeugdzorg en jeugdbeleid 13 1.3.1 Algemeen jeugdbeleid 14 1.3.2 Specifiek gemeentelijk jeugdbeleid 14 1.3.3

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

Alle kinderen genieten van kunst en cultuur

Alle kinderen genieten van kunst en cultuur Alle kinderen genieten van kunst en cultuur 2 ONS DOEL Kunst is goed om te doen, voor alle mensen en voor kinderen in het bijzonder. Het Jeugdcultuurfonds wil financiële drempels weghalen om zo ook kinderen

Nadere informatie

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Voordat ik mijn speech begin, wil ik stilstaan bij de actualiteit.

Nadere informatie

Toezicht en moraliteit.

Toezicht en moraliteit. Toezicht en moraliteit. Over professionele waarden in de zorgsector Gabriël van den Brink Congres-NVTZ 10-11-2016 1 Moral sentiments in modern society Adam Smith (1723-1790) The Wealth of Nations (1776)

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg Zorg om de zorg Menselijke maat in de gezondheidszorg Prof.dr. Chris Gastmans Prof.dr. Gerrit Glas Prof.dr. Annelies van Heijst Prof.dr. Eduard Kimman sj Dr. Carlo Leget Prof.dr. Ruud ter Meulen (red.)

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

Ketensamenwerking. verstandshuwelijk of lat-relatie

Ketensamenwerking. verstandshuwelijk of lat-relatie Ketensamenwerking verstandshuwelijk of lat-relatie Inleiding Sinds invoering sociale zekerheid is er voortdurende zoektocht naar optimale afstemming tussen uitkeringsverstrekking en arbeidsvoorziening.

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? Antwoorden door een scholier 1490 woorden 7 april 2006 4,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? In 1948

Nadere informatie

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren Jongeren leren organiseren Hoe kunnen jongeren regie hebben over eigen handelen en toch in verbinding zijn met alles om hen heen? Hoe verstaan jongeren de kunst om te bouwen aan netwerken, om een positie

Nadere informatie

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Wmo monitor 2011 - uw organisatie Vraag 1 Welk type organisatie vertegenwoordigt u? (meerdere antwoorden mogelijk) Professionele organisaties Welzijnsorganisatie Vrijwilligerscentrale

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt platform woningcorporaties noord-holland noord Voorwoord Op 15 december 2011 is door ruim 20 corporaties uit de subregio s Noordkop, West-Friesland,

Nadere informatie

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht,

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht, Inleiding Vice-President Raad van State tijdens de bijeenkomst van een delegatie van de Raad met de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling donderdag 12 februari 2009 Dames en heren, Voor de Raad van State

Nadere informatie

Civiele kracht Stem geven aan verankering. 21 januari 2010

Civiele kracht Stem geven aan verankering. 21 januari 2010 Civiele kracht Stem geven aan verankering 21 januari 2010 Verkenning: Stem geven aan verankering Opzet - Aanleiding - Centrale vraag - Uitgangspunten - Analyse - Voice nader bekeken Aanleiding Legitimiteit

Nadere informatie

Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.

Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg. Onderwerp keuzes meerjarenbeleid jeugdzorg 2013-2016 Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg. Inleiding De Wet

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van BZK www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Betreft Autoriteit woningcorporaties Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Ronde tafel conferentie Transmurale zorg door de sectoren heen

Ronde tafel conferentie Transmurale zorg door de sectoren heen Ronde tafel conferentie Transmurale zorg door de sectoren heen Graag nodigen wij u uit voor de Ronde tafel conferentie over transmurale zorg op Vrijdag 17 juni 2016 van 9.30 tot 13.00 uur in de Van Nelle

Nadere informatie

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Samen werken aan goed openbaar bestuur Samen werken aan goed openbaar bestuur SAMEN WERKEN AAN GOED OPENBAAR BESTUUR Gemeenten, provincies, waterschappen, het Rijk, de EU en hun samenwerkingsverbanden vormen samen het openbaar bestuur in ons

Nadere informatie

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Training & Advies Ondernemend werken in welzijnsorganisaties Betere resultaten met nieuwe competenties Ondernemend werken in welzijnsorganisaties De welzijnssector is sterk in beweging, dat weet u als

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels

Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels POSITION PAPER Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels VNG-INZET VOOR DE NIEUWE HUISVESTINGSWET Inleiding In delen van het land is nog steeds sprake van knelpunten op de woningmarkt, met gevolgen

Nadere informatie

1 Inleiding 9. 2 De fundamenten van het zorgstelsel 11. 3 De structuren in de zorg 25. 4 De aanspraak op zorg 31. 5 De financiering van de zorg 47

1 Inleiding 9. 2 De fundamenten van het zorgstelsel 11. 3 De structuren in de zorg 25. 4 De aanspraak op zorg 31. 5 De financiering van de zorg 47 Voorwoord Wie wil begrijpen hoe het Nederlandse zorgstelsel functioneert en op zoek gaat naar informatie, dreigt er al snel in te verdrinken. Waar te beginnen? Dat geldt ook voor de regels die op de zorg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip De veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen resulteren in minder overheid en meer burger. Door de terugtredende overheid ontstaat er meer ruimte

Nadere informatie

Sociaal werk de toekomst in!

Sociaal werk de toekomst in! Sociaal werk de toekomst in! Koen Hermans en Kristof Desair Centrale vragen van het congres Wat zijn de belangrijkste maatschappelijke veranderingen waarvoor het sociaal werk zich geplaatst ziet? Welke

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college

gemeente Eindhoven Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer 13R5271 13bst00404 Beslisdatum B&W 12 maart 2013 Dossiernummer 13.11.551 RaadsvoorstelVerbindende kracht - Samen voor elkaar: de ontwikkeling van samenkracht

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 154 Besluit van 18 maart 1999, houdende instelling van de Adviescommissie Wet op de jeugdzorg (Besluit Adviescommissie Wet op de jeugdzorg) Wij

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Sturing van sociale gebiedsteams. Ferry Wester Gert Wildeboer

Sturing van sociale gebiedsteams. Ferry Wester Gert Wildeboer Sturing van sociale gebiedsteams Ferry Wester Gert Wildeboer 1 Wat gaan we doen? Een klein beetje theorie Hoe sturen gemeenten gebiedsteams aan? Hoe doet de gemeente Assen dit? Hoe zouden jullie dit doen?

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein 2015 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA EVALUATIE WERKTOP Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Juni 2014 SAMENVATTING Gemeenten

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS

PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS 1. De functie van de Raad van Commissarissen In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke sector Filip De Rynck De eeuw van de samenwerking Van Government naar Governance toenemende onderlinge afhankelijkheid voor meer en meer complexe problemen

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

Drie decentralisaties voor gemeenten

Drie decentralisaties voor gemeenten Drie decentralisaties voor gemeenten Onze visie en aanpak Pim Masselink Joost van der Kolk Amersfoort 24 april 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Veranderende rol van de gemeente 3. Veranderopgave: richten, inrichten

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk! Decentralisatie Jeugdzorg Van transitie naar transformatie Samen maken we het mogelijk! 13 oktober 2011 Drentse pilot jeugd Waar gaat het om? Opvoed- en opgroeiondersteuning Jeugdgezondheidszorg Opvoed-

Nadere informatie

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal 0 1. Inleiding Het vitaal houden van onze samenleving is cruciaal in het bouwen aan een solide toekomst voor onze inwoners. Het Sociaal Domein is volledig

Nadere informatie

Lokale overheid en lokaal middenveld

Lokale overheid en lokaal middenveld Lokale overheid en lokaal middenveld Raf Pauly en Filip De Rynck UGent @CSIFlanders / #CSIFlanders www.middenveldinnovatie.be KVS 30/08/2018 Waar hebben we het over? Onderzoek op het lokale niveau: drie

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Bij deze opgave horen tekst 1 en 2 en de tabellen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland zijn ruim 4 miljoen mensen actief in het vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Artikel: Woningnood in historisch perspectief Auteur: Nieske Stoel Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 27.1, 7-12. 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Samenvatting Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Uitvoering onderzoek: KokxDeVoogd, Houten Ewout Bückmann Eric Dorscheidt Michiel Hes november 2017 Dit is een uitgave van

Nadere informatie

The Turn to Parenting in Four European Welfare States

The Turn to Parenting in Four European Welfare States The Turn to Parenting in Four European Welfare States Parenting support in professional practice Dr. Marit Hopman Prof. Trudie Knijn Universiteit Utrecht, Nederland Achtergrond Vier betrokken landen: Duitsland,

Nadere informatie

Debat: regionaal en nationaal

Debat: regionaal en nationaal Debat: regionaal en nationaal Korte omschrijving werkvorm In deze werkvorm debatteren leerlingen over het verschil tussen een regionale of lokale partij en een landelijke partij. Leerdoelen Leerlingen

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Integraal samenwerken in de wijk: wat betekent dit voor toezicht?

Integraal samenwerken in de wijk: wat betekent dit voor toezicht? NVTZ Lokaliteit en toezicht houden Integraal samenwerken in de wijk: wat betekent dit voor toezicht? Rian van de Schoot -Vilans Programma Hervorming Langdurende Zorg en de opkomst van wijkteams Wat weten

Nadere informatie

Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid

Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies Waarom is een Visie op de Digitale Overheid juist Nu Nodig? ICT is veel meer

Nadere informatie

REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA

REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA REGIONALE SAMENWERKING IN VLAANDEREN DE AGENDA Filip De Rynck 1 Gebied of regio: een kruispunt Verschillende ratio s laden schalen op: met verlengd lokaal bestuur en met Vlaamse planningsregio s (eerder

Nadere informatie

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT

Nadere informatie

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043 Inleiding De overheid heeft besloten over te gaan het scheiden van de financiering van wonen en zorg. De overheid heeft ook besloten tot hervormingen van

Nadere informatie

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland 14-02-08 TECHNUM in vogelvlucht Wat is Technum Welke participanten Waarom noodzakelijk Waar we voor staan Wat onze ambities zijn TECHNUM Zelfstandige onderwijsvoorziening

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

De kracht van een goede opdracht

De kracht van een goede opdracht PREVIEW De kracht van een goede opdracht Het moment is nu Als er íets zeker is, dan is het wel dat dit een bijzonder interessante tijd is om bij een woningcorporatie te werken. Naast de sociale opgave

Nadere informatie

De gemeente van de toekomst

De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst Focus op strategie Sturen op verbinden Basis op orde De zorg voor het noodzakelijke Het speelveld voor de gemeente verandert. Meer taken, minder

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

(c) AJ Baart - citeren? dan met bronvermelding!

(c) AJ Baart - citeren? dan met bronvermelding! Viaa, Centrum voor Samenlevingsvraagstukken Zwolle Relationeel zorg bieden en organiseren Presentie en innovaties in de zorg Prof. dr Andries Baart / 26 april 2018 Opzet Aanleiding tot deze middag: het

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Een noodzakelijke, natuurlijke evolutie ondersteund door een nieuwe regelgeving www.huizenvanhetkind.be Doelstelling Hoe Regels Doelstelling Hoe

Nadere informatie

De beste krachten, zoeken, vinden en ook inzetten. Gabriël van den Brink 12 april 2012 Den Haag

De beste krachten, zoeken, vinden en ook inzetten. Gabriël van den Brink 12 april 2012 Den Haag De beste krachten, zoeken, vinden en ook inzetten Atriumlezing Gabriël van den Brink 12 april 2012 Den Haag Out of the box denken begin Out of the box denken slot Geloofwaardigheid staat centraal Onze

Nadere informatie

VERANDERING IN MANAGEMENT EN ORGANISATIE BIJ DE RIJKSOVERHEID

VERANDERING IN MANAGEMENT EN ORGANISATIE BIJ DE RIJKSOVERHEID VERANDERING IN MANAGEMENT EN ORGANISATIE BIJ DE RIJKSOVERHEID Prof. dr. (redactie) Drs. B.J. Becker Mr. dr. J.A. de Bruijn Dr. J.M. de Heer Drs. E.H. Klijn M. Noordegraaf Dr. ir. CJ.A.M. Termeer Dr. J.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

De Zorgzame Kerk. Concept Beleidsplan 2015-2019. Protestantse Wijkgemeente Ambacht-Oost. November 2014 Bethelkerk Vlaardingen

De Zorgzame Kerk. Concept Beleidsplan 2015-2019. Protestantse Wijkgemeente Ambacht-Oost. November 2014 Bethelkerk Vlaardingen De Zorgzame Kerk Protestantse Wijkgemeente Ambacht-Oost Concept Beleidsplan 2015-2019 November 2014 Bethelkerk Vlaardingen Beleid en plannen Beleid is het aangeven van een richting en het definiëren van

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING?

WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING? O1 WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING? Werktekst visiedag 5 oktober 2005 O2 WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK

Nadere informatie