De toename van de werkzaamheid na 12 maanden ziekte tussen 2003 en 2008 verklaard

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De toename van de werkzaamheid na 12 maanden ziekte tussen 2003 en 2008 verklaard"

Transcriptie

1 De toename van de zaamheid na 12 maanden ziekte tussen 2003 en 2008 verklaard Paper in kader van het cohortonderzoek De weg naar de WIA drs Petra G.M. Molenaar-Cox (AStri) drs Cathelijne L. van der Burg (AStri) prof dr Philip R. de Jong (APE) Carlien Schrijvershof MA (APE) Leiden/Den Haag, september 2009 Bureau AStri Stationsweg AV Leiden Tel.: Fax: Website: Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Instituut GAK

2

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 1 Inleiding 1 2 Vraagstelling en aanpak 5 3 Beschrijving 12-maandszieken van 2003 en Demografische kenmerken Kenmerken betreffende de (ervaren) gezondheid Kenmerken van het oude en de gever Begeleiding bij hervatting Conclusies ten aanzien van beide cohorten 12 4 Wel versus geen hervatting na 18 maanden Determinanten van de kans op hervatting voor cohort Determinanten van de kans op hervatting voor cohort Verklaring van de toegenomen zaamheid 20 5 Conclusie 23

4

5 1 Inleiding In het kader van het onderzoek De weg naar de WIA worden ruim nemers die op 1 oktober 2007 gemiddeld negen maanden waren ziek gemeld anderhalf jaar gevolgd. Dit gebeurt door het enquêteren van deze nemers omstreeks 10, 18 en 27 maanden na de ziekmelding. Dit project is financieel mogelijk gemaakt door een subsidie van de Stichting Instituut GAK. Onderdeel van dit project is een vergelijking tussen 12-maandszieken van januari 2008 en 12-maandszieken van augustus De groep 12-maandszieken van 2008 wordt gevormd door nemers die meeten aan de tweede meting van het onderzoek De weg naar de WIA en waarbij uit de vragenlijst is gebleken dat zij minimaal 12 maanden (gedeeltelijk) ziek gemeld waren. De 12-maandszieken van 2003 zijn nemers die meeten aan het UWVonderzoek dat in 2004 plaatsvond in het kader van het project epidemiologie van de arbeidsongeschiktheid, dat van 1985 tot 2003 gelopen heeft. In het kader van dit project is door UWV een enquête uitgezet onder ruim nemers die in augustus 2003 een jaar ziek waren en de poort van de WAO hadden bereikt 2. Zij zijn ziek geworden in augustus 2002 en vielen dus al geheel onder de ing van de Wet Verbetering Poortwachter (WVP), maar niet onder de verlengde loondoorbetaling bij ziekte (VLZ), die vanaf 2004 gold. Met de invoering van VLZ werd de periode van loondoorbetaling met een jaar verlengd tot twee jaar, de wachttijd voor de eind 2005 ingevoerde WIA. Zowel het cohort 2003 als het cohort 2008 is circa 18 maanden na hun ziekmelding ondervraagd 3. De 12-maandszieken van 2003 vielen voor een deel onder een andere wet- en regelgeving dan de 12-maandszieken van Zo had cohort 2003 op het moment van ondervraging de WAO-beoordeling en -uitslag achter de rug 4. Cohort 2008 daarentegen viel bij 18 maanden ziekte onder de loondoorbetalingsverplichting van de gever, tenzij men op dat moment het weer volledig hervat had. Verschil in mate van hervatting Een opmerkelijk verschil tussen de cohorten 2003 en 2008 is de veel hogere mate van (volledige of gedeeltelijke) hervatting bij het 2008-cohort, 18 maanden na de ziekmelding. Dit wordt weergegeven in tabel VLZ en WIA en hun effecten op langdurig verzuim. Vergelijking nemers 18 maanden na de ziekmelding 2003 versus Rapportage in het kader van het cohortonderzoek onder langdurig zieken De weg naar de WIA. AStri. Leiden, Hiervan is in 2005 verslag gedaan in Wachten voor de poort. De 12-maandszieken van 2003, kenmerken en trends door K. Frederiks en M. van Groenestijn, UWV (niet gepubliceerd). De onderzoeksdata zijn door UWV ter beschikking gesteld aan APE en AStri ten behoeve van het project De weg naar de WIA. Voor het 2008-cohort was dit de tweede meting; (ruim) acht maanden eerder (dus circa tien maanden na de ziekmelding) zijn zij ook al ondervraagd. Cohort 2003 kenmerkt zich verder doordat de WAO-aanvraag is doorgezet. Een onbekend deel van (potentiële) 12-maandszieken zet de aanvraag niet door, omdat ze verwachten geen kans te maken of omdat de WAO-dreiging hen triggert om te maken van herstel. 1

6 Tabel 1 Werksituatie van 12-maandszieken 18 maanden na de ziekmelding cohort 2003 (n=2.307) cohort 2008 (n=1.874) t volledig 23% 30% t gedeeltelijk 25% 37% t niet 52% 33% totaal 100% 100% Van het 2003-cohort is bijna de helft zaam anderhalf jaar na de ziekmelding. Daarvan t 23% volledig en 25% gedeeltelijk. Circa 52% t niet. Van het 2008-cohort is anderhalf jaar na de ziekmelding tweederde deel zaam, waarvan 30% volledig en 37% gedeeltelijk. Eenderde deel t op dat moment dus niet. Dit betekent dat het aandeel enden in het 2008-cohort aanzienlijk hoger is dan in het 2003-cohort: 67% versus 48%. Wanneer we verder terug kijken in de tijd blijkt dat, wat mate van hervatting van langdurig zieken betreft, er sprake is van een opwaartse trend. In de projectreeks epidemiologie van de arbeidsongeschiktheid zijn ook vóór 2003 cohorten 12- maandszieken gevolgd (o.a. 1991, 1998, 1999 en 2001). Ook deze cohorten zijn 18 maanden na de ziekmelding ondervraagd. In deze metingen bleek dat in cohort 1991 anderhalf jaar na de ziekmelding 39% te; in cohort 1998 was dat 40%; in cohort 1999 was dat 44% en in cohort 2001 was dat 46% 5. In de periode 1991 tot 2003 is er dus sprake van een langzaam stijgende lijn (het aandeel enden steeg in die periode van 39% tot 48%), gevolgd door een sterke stijging in de periode (tot 67%). Daarbij kan de conjunctuur, die in 2008 gunstiger was dan in 2003 ook een rol spelen. Zie ook figuur 1. 5 Langdurige arbeidsongeschiktheid in Trends Molenaar-Cox, P.G.M., A.M. van der Giezen en G. Jehoel-Gijsbers. Lisv, Amsterdam, Reïntegratie bij arbeidsongeschiktheid. Onderzoek naar hervatting, arbeidscapaciteit en reïntegratiehulp bij nemers die in 2001 voor de poort van de WAO stonden. Jehoel-Gijsbers, G. en C.G.L. van Deursen. UWV, Amsterdam,

7 Figuur 1 12-maandszieken: aandeel enden 18 maanden na de ziekmelding, periode % 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

8

9 2 Vraagstelling en aanpak De vragen waarop in dit paper een antwoord wordt gezocht, luiden: 1. Wat bepaalt de kans dat degenen die 12 maanden ziek zijn geweest in 2003 en in 2008, anderhalf jaar na de ziekmelding het geheel of gedeeltelijk hervat hebben? 2. Hoe komt het dat de 12-maandszieken van 2008 anderhalf jaar na de ziekmelding veel vaker al weer aan het zijn dan de 12-maandszieken van 2003? Het onderzoek richt zich op kenmerken die vier gebieden bestrijken: demografische kenmerken, kenmerken betreffende de (ervaren) gezondheid, kenmerken van het en van de gever en kenmerken van begeleiding bij hervatting. Eerst laten we in paragraaf 3 de enkelvoudige samenhang zien tussen deze kenmerken en hervatting. We doen dit apart voor de twee cohorten. Op die manier kunnen we ook achterhalen hoe de samenstelling van de populatie 12-maandszieken tussen 2003 en 2008 veranderd is. Vervolgens onderzoeken we in paragraaf 4 door middel van multivariate analyse wat de zelfstandige invloed is van de geselecteerde kenmerken op de kans dat 12- maandszieken 18 maanden na hun ziekmelding (gedeeltelijk of volledig) aan het zijn. Dit bekijken we afzonderlijk voor de twee cohorten 12-maandszieken. Als laatste stap gebruiken we de modellen die we voor beide cohorten afzonderlijk op basis van multivariate analyse hebben kunnen vaststellen, om te achterhalen waarom in 2008 de hervattingskans zoveel hoger is dan in Het verschil tussen gedeeltelijke en volledige hervatting wordt niet in de analyse meegenomen. Binnen de groep enden is het verschil tussen het aandeel gedeeltelijk en volledig enden in beide cohorten namelijk bijna gelijk. Binnen het cohort 2003 is van de enden 48% gedeeltelijk en 52% volledig zaam, binnen het cohort 2008 is dit respectievelijk 45% en 55%. Een belangrijk verschil tussen het 2003 en het 2008 cohort is de aanwezigheid van wat men de WAO-muur zou kunnen noemen. In 2003 werd bij 12 maanden ziekte op basis van het verlies aan verdiencapaciteit bepaald of men in aanmerking kwam voor een WAO-uitkering op basis van gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheid (ao). Een dergelijke beoordeling is van invloed op de status, omdat voor degenen die volledig arbeidsongeschikt verklaard worden de noodzaak om te en vrijwel geheel wegvalt. tabel 2 laat voor het cohort uit 2003 de samenhang zien tussen de WAO- en de status: van de volledig arbeidsongeschikten t 22% geheel of gedeeltelijk. 5

10 Opmerkelijk genoeg t van de gedeeltelijk arbeidsongeschikten een groter deel dan van degenen die niet arbeidsongeschikt geacht worden. Tabel 2 WAO- versus status, cohort 2003 mate van arbeidsongeschiktheid geen (n=1.126) status (n=908) totaal (n=2.034) niet ao (< 15%) 48% 52% 30% gedeeltelijk ao (15-80%) 37% 63% 33% volledig ao (80-100%) 78% 22% 37% totaal 55% 45% 100% In de analyse van de status van 12-maandszieken uit 2003 dient dus rekening gehouden te worden met de WAO-status. 6

11 3 Beschrijving 12-maandszieken van 2003 en 2008 In dit hoofdstuk geven we een beschrijving van de cohorten langdurig zieken uit 2003 en 2008 op vier relevante soorten (achtergrond)kenmerken: demografie, ervaren gezondheid, en gever en ontvangen begeleiding. Daarbij worden beide cohorten telkens uitgesplitst naar enden en niet-enden. Ook wordt aangegeven op welke kenmerken beide cohorten van elkaar verschillen. 3.1 Demografische kenmerken Cohort 2003 De groep langdurig zieken uit 2003 bestaat voor ruim de helft uit vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 42 jaar. Negen van de tien zijn autochtoon. Ruim de helft is hoofdkostwinner. Een derde deel heeft een laag opleidingsniveau. De enden zijn ten opzichte van de niet-enden vaker autochtoon, gemiddeld iets ouder, vaker hoofdkostwinner en hoger opgeleid. Tabel 3 Demografische kenmerken van niet-ende versus ende 12- maandszieken uit 2003 en uit 2008, 18 maanden na de ziekmelding geslacht geen n=1.125 cohort 2003 cohort 2008 n=1.182 totaal n=2.307 geen n=625 n=1.234 totaal n=1.859 vrouw 55% 52% 54% 54% 56% 56% man 45% 48% 46% 46% 44% 44% etniciteit autochtoon 85% 93% 89% 89% 94% 92% allochtoon 15% 7% 11% 11% 6% 8% gemiddelde leeftijd jaar 43 jaar 42 jaar 48 jaar 48 jaar 48 jaar positie in het huishouden 1 3 hoofdkostwinner 53% 63% 58% 58% 61% 60% 2e inkomen / partner van hoofdkostwinner 35% 32% 34% 34% 35% 35% anders 12% 5% 8% 8% 4% 5% opleidingsniveau laag 43% 24% 33% 34% 23% 27% middelbaar 43% 44% 44% 44% 46% 45% hoog 15% 32% 23% 22% 31% 28% statistisch significant verschil in cohort 2003 (p<0.05) statistisch significant verschil in cohort 2008 (p<0.05) statistisch significant verschil tussen beide cohorten (p<0.05) 7

12 Cohort 2008 Ook binnen cohort 2008 zijn de vrouwen licht in de meerderheid en zijn (ruim) negen van de tien personen van Nederlandse afkomst. De gemiddelde leeftijd is 48 jaar. Zes op de tien is hoofdkostwinner en ruim een kwart heeft een laag opleidingsniveau. De enden verschillen van de niet-enden doordat zij vaker autochtoon zijn en hoger opgeleid. Cohort 2008 versus cohort 2003 Vergeleken met cohort 2003 zijn de langdurig zieken uit 2008 minder vaak allochtoon, gemiddeld ouder, en hoger opgeleid. Zie ook tabel 3. In beide cohorten zijn de vrouwen in de meerderheid. 3.2 Kenmerken betreffende de (ervaren) gezondheid Cohort 2003 Drie van de tien langdurig zieken uit 2003 ervaart zijn of haar eigen gezondheid als goed. Gemiddeld heeft men in dit cohort 1,6 verschillende gezondheidsklachten (fysiek, psychisch, hart/vaat, zwangerschapsgerelateerd). Iets minder dan de helft heeft aangegeven dat de klachten (deels) een gevolg zijn van het dat men deed vóór de ziekmelding. In totaal 44% heeft te maken gehad met een wachttijd voor opname, behandeling of therapie. De enden ervaren vergeleken met de niet-enden vaker een goede gezondheid en hebben gemiddeld minder verschillende gezondheidsklachten. Ook hebben ze minder vaak moeten wachten voor opname, behandeling of therapie. Tabel 4 Kenmerken betreffende de gezondheid van niet-ende versus ende 12-maandszieken uit 2003 en uit 2008, 18 maanden na de ziekmelding geen n=1.125 cohort 2003 cohort 2008 n=1.182 totaal n=2.307 geen n=625 n=1.234 totaal n=1.859 ervaren gezondheid goed % 44% 30% 10% 44% 32% gemiddeld aantal gezondheidsklachten ,7 1,4 1,6 1,6 1,4 1,4 klachten gevolg van 3 48% 48% 48% 46% 44% 45% wachttijd voor opname, behandeling of therapie 49% 39% 44% 52% 46% 48% 1 statistisch significant verschil in cohort 2003 (p<0.05) 2 statistisch significant verschil in cohort 2008 (p<0.05) 3 statistisch significant verschil tussen beide cohorten (p<0.05) 8

13 Cohort 2008 Ook in cohort 2008 ervaren (ruim) drie van de tien 12-maandszieken hun gezondheid als goed. Het gemiddelde aantal gezondheidsklachten is 1,4. Bijna de helft heeft moeten wachten voor een opname, behandeling of therapie en 45% gaf aan dat de klachten een gevolg zijn van het dat men deed. De enden ervaren ook in dit cohort vaker een goede gezondheid dan de nietenden. Ook hebben zij gemiddeld minder verschillende gezondheidsklachten. Verder komt een wachttijd voor opname, behandeling of therapie bij de enden iets minder vaak voor dan bij de niet-enden. Cohort 2008 versus cohort 2003 Het gemiddelde aantal verschillende gezondheidsklachten is in cohort 2008 iets lager dan in cohort De 12-maandszieken van 2008 gaven iets minder vaak aan dat de klachten een gevolg waren van het. In cohort 2008 had men iets vaker te maken met een wachttijd voor opname, behandeling of therapie. Zie verder tabel 4. Het algemene beeld is echter dat de cohorten op gezondheidskenmerken maar weinig van elkaar verschillen. 3.3 Kenmerken van het oude en de gever Cohort 2003 Een groot deel van de 12-maandszieken uit 2003 te vóór de ziekmelding bij een klein bedrijf (maximaal 25 nemers). Ruim acht van de tien hadden een vast dienstverband. Gemiddeld waren zijn sinds tien jaar in dienst bij hun laatste gever. Bijna een kwart had vóór de ziekmelding een conflict met of bij de gever. De arbeidsoriëntatie 6 wordt aangegeven op een schaal van 0 tot 7; daarop scoorden zij gemiddeld 5,9. Iets meer dan de helft heeft in het eerste ziektejaar (al dan niet blijvend) het hervat. De enden zijn ten opzichte van de niet-enden afkomstig uit gemiddeld grotere bedrijven. Ze hadden vaker een vast dienstverband. Ze zijn gemiddeld langer zaam bij de laatste gever. Hun score voor arbeidsoriëntatie is iets hoger. Verder hebben ze veel vaker in het eerste ziektejaar een hervattingspoging gedaan dan de niet-enden. Cohort 2008 De langdurig zieken uit 2008 ten ongeveer even vaak bij een klein bedrijf (maximaal 25 nemers) als bij een groot bedrijf (meer dan 100 nemers). Bijna negen op de tien hadden vóór de ziekmelding een vast dienstverband. Zij waren gemiddeld al 13 jaar in dienst bij deze gever. Ongeveer 16% had een conflict met of bij de gever. De gemiddelde score op de schaal voor arbeidsoriëntatie is 6 Hiermee wordt bedoeld de mate waarin men gericht is op en wat en voor iemand betekent. Dit is gemeten aan de hand van een zevental stellingen. Hoe hoger de score, des te positievere betekenis men geeft aan. 9

14 5,8. Zes van de tien 12-maandszieken zijn in het eerste ziektejaar weer aan het gegaan (niet altijd blijvend). De enden onderscheiden zich van de niet-enden doordat ze afkomstig zijn uit gemiddeld grotere bedrijven. Ze hadden vaker een vast dienstverband en zijn gemiddeld langer zaam bij de laatste gever. Ze hadden minder vaak een arbeidsconflict. Hun arbeidsoriëntatie-score is iets hoger. In het eerste ziektejaar hebben ze veel vaker een hervattingspoging gedaan dan de niet-enden. Cohort 2008 versus cohort 2003 De 12-maandszieken uit 2008 waren vóór hun ziekmelding minder vaak zaam bij een klein bedrijf. Zij hadden vaker een vast dienstverband en waren gemiddeld langer in dienst bij hun laatste gever dan de 12-maandszieken uit Arbeidsconflicten kwamen in cohort 2008 minder vaak voor. Het aandeel dat in het eerste ziektejaar een hervattingspoging heeft gedaan is in cohort 2008 groter dan in cohort Ook is op dit aspect in 2008 het verschil tussen enden en nietenden groter. Zie tabel 5. Het algemene beeld dat ontstaat is dat cohort 2008 een betere (interne) arbeidsmarktpositie heeft dan cohort 2003: de langdurig zieken van 2008 en vaker bij een groter bedrijf, ze hebben vaker een vast dienstverband en zijn gemiddeld langer in dienst bij de huidige gever, ze hebben minder conflicten en doen meer (interne) hervattingpogingen. Cohort 2008 heeft dus betere mogelijkheden om te hervatten dan cohort Mogelijk is dit een effect van VLZ; wellicht kregen de nemers van cohort 2008 meer tijd dan vroeger om te herstellen. Een ander verschil is de conjunctuur: die was in de zomer van 2008 een stuk gunstiger dan in

15 Tabel 5 Kenmerken van het oude en de oude gever, niet-ende versus ende 12-maandszieken uit 2003 en uit 2008, 18 maanden na de ziekmelding omvang bedrijf geen n=1.125 cohort 2003 cohort 2008 n=1.182 totaal n=2.307 geen n=625 n=1.234 totaal n= of minder nemers 50% 35% 43% 41% 35% 37% 26 tot 100 nemers 22% 30% 26% 30% 28% 28% meer dan 100 nemers 28% 35% 31% 29% 37% 35% vast dienstverband % 92% 82% 78% 93% 88% aantal jaren bij laatste gever jaar 12 jaar 10 jaar 11 jaar 14 jaar 13 jaar conflict met oude gever % 23% 23% 19% 15% 16% arbeidsoriëntatie (0 = min, 7 = max) 1 2 5,8 6,0 5,9 5,7 5,9 5,8 in eerste ziektejaar gaan en % 72% 54% 32% 76% 61% statistisch significant verschil in cohort 2003 (p<0.05) statistisch significant verschil in cohort 2008 (p<0.05) statistisch significant verschil tussen beide cohorten (p<0.05) 3.4 Begeleiding bij hervatting Cohort 2003 Bij bijna tweederde deel van de langdurig zieken uit 2003 heeft de gever volgens de betrokkene zelf plekaanpassingen aangeboden. De inspanningen die de gever heeft gedaan om betrokkene aan het te houden of te krijgen worden gemiddeld als voldoende gewaardeerd (met het rapportcijfer 6,0). Driekwart van de 12-maandszieken zegt dat zij samen met de bedrijfsarts hebben nagegaan of terugkeer naar het oude mogelijk was. De inspanningen die de bedrijfsarts heeft gedaan om betrokkene aan het te houden of te krijgen worden gemiddeld iets hoger gewaardeerd dan die van de gever: het rapportcijfer daarvoor is 6,5. De enden hebben volgens eigen zeggen vaker aanpassingen aangeboden gekregen door hun gever. Ze geven gemiddeld ook een hoger rapportcijfer voor de inspanningen die de gever heeft gedaan om hen aan het te houden of krijgen. Ze zijn vaker samen met de bedrijfsarts nagegaan of terugkeer naar mogelijk was en beoordelen de inspanningen van de bedrijfsarts positiever dan de niet-enden. Cohort 2008 Ook bijna tweederde deel van de langdurig zieken uit 2008 zegt dat de gever plekaanpassingen heeft aangeboden. De inspanningen die de gever heeft gedaan om betrokkene aan het te houden of te krijgen worden gemiddeld ge- 11

16 waardeerd met het rapportcijfer 6,6. In totaal 85% zegt dat zij samen met de bedrijfsarts hebben nagegaan of terugkeer naar het oude mogelijk was. De inspanningen die de bedrijfsarts heeft gedaan om betrokkene aan het te houden of te krijgen worden gewaardeerd met het rapportcijfer 7,2. De enden hebben ook in dit cohort vaker dan de niet-enden aanpassingen aangeboden gekregen door hun gever. Ze geven gemiddeld hogere rapportcijfers voor de inspanningen die de gever en de bedrijfsarts hebben gedaan om hen aan het te houden of krijgen. Ook zijn ze vaker samen met de bedrijfsarts nagegaan of terugkeer naar mogelijk was. Cohort 2008 versus cohort 2003 De 12-maandszieken uit 2008 geven zowel de gever als de bedrijfsarts gemiddeld een hoger rapportcijfer voor de inspanningen die zij hebben gedaan om hen aan het te houden of krijgen dan de 12-maandszieken uit Ook is in cohort 2008 het aandeel dat zegt dat zij samen met de bedrijfsarts zijn nagegaan of terugkeer naar mogelijk was, hoger dan in cohort Zie ook tabel 6. Het algemene beeld is dus dat cohort 2008 beter en actiever is begeleid dan cohort Tabel 6 Begeleiding bij hervatting van niet-ende versus ende 12- maandszieken uit 2003 en uit 2008, 18 maanden na de ziekmelding geen n=1.125 cohort 2003 cohort 2008 n=1.182 totaal n=2.307 geen n=625 n=1.234 totaal n=1.859 gever heeft aanpassingen % 79% 63% 35% 76% 63% aangeboden rapportcijfer voor inspanningen die de gever heeft gedaan om betrokkene 5,1 6,8 6,0 5,8 6,9 6,6 3 aan het te houden/krijgen 1 2 samen met bedrijfsarts nagegaan of % 88% 74% 72% 90% 85% terugkeer naar mogelijk was rapportcijfer voor de inspanningen die de bedrijfsarts heeft gedaan om betrokkene aan het te houden/krijgen 6,1 7,0 6,5 6,9 7,4 7, statistisch significant verschil in cohort 2003 (p<0.05) 2 statistisch significant verschil in cohort 2008 (p<0.05) 3 statistisch significant verschil tussen beide cohorten (p<0.05) 3.5 Conclusies ten aanzien van beide cohorten Uit de beschrijving en vergelijking in de voorgaande paragrafen maken we op dat er zowel overeenkomsten als verschillen zijn tussen de cohorten langdurig zieken uit 2003 en

17 Verschillen tussen beide cohorten Cohort 2008 heeft een betere (interne) arbeidsmarktpositie dan cohort 2003: de langdurig zieken van 2008 en vaker bij een groter bedrijf (en hadden dus meer hervattingsmogelijkheden), hadden vaker een vast en vaker een langer dienstverband (dus waren meer aan het bedrijf gehecht), hadden minder conflicten en deden meer (interne) hervattingspogingen. De uitgangspositie naar hervatting is voor cohort 2008 dus beter dan voor cohort Verder is cohort 2008 beter en actiever begeleid dan cohort De rol van de gever en de bedrijfsarts als begeleider bij hervatting is in cohort 2008 dus veel sterker dan in cohort Ook valt op dat in cohort 2008 het verschil tussen enden en niet-enden op een aantal indicatoren van de kwaliteit van de relatie tussen nemer en gever groter is dan in cohort 2003; dit geldt voor de mate waarin men een conflict had bij de oude gever, de mate waarin in het eerste ziektejaar hervattingspogingen werden gedaan, en de mate waarin de gever aanpassingen aanbood. In beide cohorten scoren de enden op deze aspecten gunstiger dan de niet-enden, maar in cohort 2008 is het verschil tussen enden en niet enden dus groter dan in cohort Overeenkomsten Overige verschillen tussen beide cohorten zijn niet groot. Weliswaar is cohort 2008 ouder en hoger opgeleid en iets minder vaak allochtoon, maar op andere punten verschillen ze niet. Ook op gezondheidskenmerken verschillen de cohorten niet sterk van elkaar. Samenvattend zou een eerste verklaring voor de grotere zaamheid van cohort 2008 ten opzichte van cohort 2003 kunnen liggen in de betere omstandigheden om te hervatten en in de betere begeleiding van nemers na 12 maanden ziekteverzuim. 13

18

19 4 Wel versus geen hervatting na 18 maanden Om de hiervoor besproken kenmerken in hun onderlinge samenhang te analyseren en daarmee hun eigenstandige effect te achterhalen, doen we voor beide cohorten logistische regressie analyses met wel of geen hervatting als afhankelijke variabele. Als verklarende variabelen gebruiken we een selectie van de kenmerken uit de tabellen 3 tot en met 6. Omdat een dergelijke multivariate analyse alleen interpreteerbare uitkomsten levert als de verklarende variabelen een unicausale relatie hebben met het te verklaren fenomeen - hervatting - is een aantal determinanten niet opgenomen in deze analyses. Het betreft beoordelingen van respondenten van hun gezondheid, van de gerelateerdheid van hun klachten en van de re-integratieinspanningen van de gever en de bedrijfsarts. We nemen aan dat dergelijke beoordelingen evenzeer het gevolg zijn van de status als dat ze daarop invloed uitoefenen. Ook de constatering door de respondent dat er een conflict is met zijn of haar gever wordt naar veronderstelling beïnvloed door de status. 7 Het is plausibel dat deze variabelen niet voldoen aan de eis van unicausaliteit. Zij worden daarom niet opgenomen in de analyse. 4.1 Determinanten van de kans op hervatting voor cohort 2003 In tabel 7 zijn voor cohort 2003 de beschreven kenmerken opgenomen als mogelijke verklarende variabelen voor de kans dat een 12-maandszieke van 2003 achttien maanden na de ziekmelding (gedeeltelijk of volledig) aan het is. We hebben daarnaast ook een variabele opgenomen die aangeeft of betrokkene tot de WAO is toegelaten. Deze variabele levert een exogene maat van de gezondheid, maar indiceert ook de invaliderende ing van WAO-toetreding. Omdat de variabelen in het model op verschillende wijze geschaald zijn, zijn de coëfficiënten onderling niet zonder meer vergelijkbaar. De meeste variabelen zijn gedefinieerd als of herschaald tot 0-1 ( dummy ) variabelen. Een aantal variabelen is echter continu of ordinaal gemeten: leeftijd, aantal gezondheidsklachten, aantal jaren bij de laatste gever en de mate waarin men op arbeid georiënteerd is. Een groot aantal factoren blijkt een significante bijdrage te leveren aan de kans op hervatting na 18 maanden in het 2003-cohort. Dit is in de tabel met sterretjes weergegeven. 7 Technisch gaat het om de zogenoemde exogeniteit van de verklarende variabelen. In statistische zin is een variabele exogeen als hij niet gecorreleerd is met de storingsterm het random gedeelte van de regressievergelijking. 15

20 Significant positieve effecten De kans op hervatting is groter als de gever aanpassingen heeft aangeboden en als betrokkene met de bedrijfsarts is nagegaan of terugkeer naar mogelijk was. Indien de nemer in het eerste ziektejaar een hervattingspoging heeft gedaan, is de kans ook groter dat men na anderhalf jaar aan het is. Het hebben van een vast dienstverband heeft eveneens een positief effect, evenals het langer in dienst zijn bij de gever. Hetzelfde geldt voor een hoog opleidingsniveau, hoofdkostwinner zijn en een Nederlandse afkomst ( autochtoon ). Tabel 7 Determinanten van de kans op (gedeeltelijke of volledige) hervatting na 18 maanden voor de 12-maandszieken van 2003 (n = 1.530) coëfficiënt Demografie WAO-toetreding (1 = ja) -0,745** Geslacht (1 = man) -0,072 Etniciteit (1 = autochtoon) 0,505* Leeftijd (18 65) 0,003 Positie in huishouden (1 = hoofdkostwinner) 0,347* Laag opgeleid (1 = ja) -0,357* Middelbaar opgeleid referentie Hoog opgeleid (1 = ja) 0,462** Gezondheid Aantal gezondheidsklachten (1 8) -0,414** Wachttijd voor opname, behandeling of therapie (1 = ja) -0,281** Oude (gever) Klein bedrijf, max. 25 nemers (1 = ja) -0,457* Middelgroot bedrijf, nemers referentie Groot bedrijf, > 100 nemers (1 = ja) -0,141 Vast dienstverband (1 = ja) 0,810* Aantal jaren bij laatste gever (max. 45 ) 0,019* Mate waarin men op arbeid georiënteerd is (0 7) 0,086 In het eerste ziektejaar gaan en (1 = ja) 0,535** Begeleiding Werkgever heeft aanpassingen aangeboden (1 = ja) 0,596** Samen met bedrijfsarts nagegaan of terugkeer naar mogelijk was (1 = ja) 0,751** Constante -1,872** * coëfficiënt is significant met 95% betrouwbaarheid ** coëfficiënt is significant met 99% betrouwbaarheid 16

21 Significant negatieve effecten Wanneer aan de 12-maandszieke een (gehele of gedeeltelijke) WAO-uitkering is toegekend, is de kans dat betrokkene het heeft hervat aanzienlijk kleiner. Dit effect kan gezien worden als de invloed van slechte gezondheid maar ook als de invaliderende ing van de WAO. Het en in een kleine organisatie van maximaal 25 nemers heeft ook een negatief effect op de hervattingskans. Kleinere organisaties hebben nu eenmaal minder mogelijkheden tot aangepast. Verder verkleint een lage opleiding de kans op hervatting. Werknemers die in de afgelopen periode hebben moeten wachten op een opname, behandeling of therapie hebben ook een kleinere kans op hervatting, evenals nemers die met meerdere typen klachten tegelijkertijd behept zijn. Geen effect Een scala aan factoren speelt dus een rol bij de kans op hervatting voor cohort 2003: demografische kenmerken, kenmerken betreffende de gezondheid, kenmerken van het en van de gever en kenmerken van begeleiding. Enkele kenmerken blijken geen significante bijdrage te leveren aan de kans op hervatting. Dit zijn: geslacht en leeftijd (demografische kenmerken); zaam zijn bij een groot bedrijf (kenmerk van de gever); de mate waarin men op arbeid is georiënteerd. Kans op hervatting De kans op hervatting in het totale cohort 2003 is 48% (zie tabel 1). In de multivariate analyse ontbreekt circa een derde deel van de cases, omdat alleen cases die geen enkele missende waarde hebben op alle onafhankelijke variabelen zijn opgenomen in de analyse. Doordat de multivariate analyse dus in feite wordt uitgevoerd op basis van een sub-groep, wijkt het aandeel hervatters in deze groep enigszins af van dat in de totale groep: 50% 8. Op basis van het model in tabel 7 kunnen we schatten welke kans een 12 maanden zieke van maanden na de ziekmelding heeft om aan het te zijn 9. Gemiddeld komt deze geschatte kans uit op 48%. Berekenen we de kans op hervatting zonder het effect van WAO-toetreding dan is de gemiddelde kans 59%. WAO-toetreding verlaagt de zaamheid dus met 11 procentpunten, oftewel met 19%. 8 9 Bij de niet-enden komen dus iets vaker missings voor dan bij de enden. De status wordt in 71% van de gevallen juist voorspeld; 18% zijn false positives en 11% false negatives. 17

22 4.2 Determinanten van de kans op hervatting voor cohort 2008 Net als bij cohort 2003 zijn bij cohort 2008 de meeste 10 in hoofdstuk 3 beschreven kenmerken opgenomen in een multivariate analyse (logistische regressie), waarin de kenmerken in hun onderlinge samenhang zijn geanalyseerd en de kans op hervatting is bepaald. In tabel 8 staan de resultaten van de logistische regressie analyse van de kans op hervatting 18 maanden na ziekmelding voor cohort Het aantal determinanten dat een significante bijdrage levert is kleiner dan bij het 2003-cohort in tabel 7. Significant positieve effecten Het doen van een hervattingspoging in het eerste ziektejaar heeft een positief effect, evenals het langer in dienst zijn bij de huidige gever. Het door de gever aanbieden van aanpassingen vergroot ook de kans op hervatting. Hetzelfde geldt wanneer de nemer samen met bedrijfsarts is nagegaan of terugkeer naar mogelijk was. Significant negatieve effecten Er zijn twee kenmerken die een significant negatief effect hebben op de kans op hervatting: leeftijd en aantal gezondheidsklachten. Naarmate de leeftijd hoger is en men meer verschillende gezondheidsklachten heeft, is de kans op hervatting kleiner. Geen effect Doordat het aantal determinanten dat een significante bijdrage levert kleiner is dan bij het 2003-cohort, is er bij cohort 2008 een groot aantal kenmerken dat geen significante bijdrage levert aan de kans op hervatting. Dit zijn: geslacht, etniciteit, de positie in huishouden en een laag danwel een hoog opleidingsniveau (demografische kenmerken); het hebben van een wachttijd voor opname, behandeling of therapie (kenmerk betreffende de gezondheid); vóór de ziekmelding zaam zijn bij een klein of juist een groot bedrijf, een vast dienstverband hebben en de mate waarin men op arbeid georienteerd is (kenmerken van het en de gever). Kans op hervatting De kans op hervatting in het totale cohort 2008 is 67% (zie tabel 1). In de multivariate analyse valt circa 40% van de cases weg omdat alleen cases die geen enkele missende waarde hebben op de onafhankelijke variabelen zijn op- 10 Zie de eerste alinea van dit hoofdstuk. 18

23 genomen in de analyse. Doordat de multivariate analyse wordt uitgevoerd op een sub-groep, wijkt het aandeel hervatters af van dat in de totale groep: 74% 11. Tabel 8 Determinanten van de kans op (gedeeltelijke of volledige) hervatting na 18 maanden voor de 12-maandszieken van 2008 (n = 1.089) coëfficiënt Demografie Geslacht (1 = man) -0,109 Etniciteit (1 = autochtoon) 0,142 Leeftijd (18 65) -0,026* Positie in huishouden (1 = hoofdkostwinner) 0,184 Laag opgeleid (1 = ja) -0,087 Middelbaar opgeleid referentie Hoog opgeleid (1 = ja) 0,081 Gezondheid Aantal gezondheidsklachten (1 8) -0,241* Wachttijd voor opname, behandeling of therapie (1 = ja) -0,065 Oude (gever) Klein bedrijf, max. 25 nemers (1 = ja) -0,085 Middelgroot bedrijf ( nemers) referentie Groot bedrijf, > 100 nemers (1 = ja) 0,064 Vast dienstverband (1 = ja) 0,396 Aantal jaren bij laatste gever (max. 45 ) 0,029** Mate waarin men op arbeid georiënteerd is (0 7) -0,043 In het eerste ziektejaar gaan en (1 = ja) 1,112** Begeleiding Werkgever heeft aanpassingen aangeboden (1 = ja) 1,259** Samen met bedrijfsarts nagegaan of terugkeer naar mogelijk was (1 = ja) 0,888** Constante -0,034 * coëfficiënt is significant met 95% betrouwbaarheid ** coëfficiënt is significant met 99% betrouwbaarheid Op basis van het geschatte model in tabel 8 is de kans berekend dat een 12- maandszieke van 2008 zaam is 18 maanden na ziekmelding. Deze kans komt ook uit op 74% Ook hier zien we dat bij de niet-enden vaker missings voorkomen dan bij de enden. De status wordt in 77% van de gevallen juist voorspeld; 11% zijn false positives en 12% false negatives. 19

24 4.3 Verklaring van de toegenomen zaamheid Aan de hand van de geschatte modellen voor 2003 en 2008 kunnen we berekenen in hoeverre de toename in zaamheid tussen 2003 en 2008 is toe te rekenen aan het verschil in de samenstelling van de cohorten 12-maandszieken, dan wel aan het verschil in het proces waaraan deze cohorten zijn onderworpen. Wat de samenstelling van de beide cohorten betreft zagen we in het voorgaande dat cohort 2008 ten opzichte van cohort 2003 beter geoutilleerd is om te hervatten (hoger opgeleid, langer dienstverband, vaker zaam in groter bedrijf, vaker vast dienstverband) en een betere begeleiding krijgt (vaker in het eerste ziektejaar een hervattingspoging gedaan en vaker met de bedrijfsarts nagegaan of terugkeer naar mogelijk is). Het proces van hervatting na langdurig verzuim wordt weergegeven door de coëfficiënten van de variabelen die gebruikt zijn als verklaring voor de hervattingskans. Zo zien we dat het effect (de kansverhogende ing) van de begeleidingsvariabelen in 2008 veel groter is dan in Een sprekend voorbeeld is de variabele die aangeeft of de gever aanpassingen heeft aangeboden. Werkgevers bieden blijkens tabel 6 in 2008 even vaak aanpassingen aan als in Maar het kansverhogende effect van een dergelijk aanbod is in 2008 aanzienlijk groter dan in 2003 (zie de betreffende coëfficiënten in de tabellen 7 en 8). We beschouwen dit als een verandering in het proces waarmee hervatting tot stand komt. Het grotere effect is waarschijnlijk toe te schrijven aan institutionele veranderingen die de prikkels om te en aan hervatting hebben versterkt, zoals het beter leren omgaan met Poortwachter en de invoering van VLZ en WIA. Om te bepalen in hoeverre de toename van de zaamheid het resultaat is van een veranderde samenstelling van de populatie 12-maandszieken dan wel van het proces waaraan zij zijn onderworpen, berekenen we hoe groot de gemiddelde kans op hervatting van cohort 2003 zou zijn geweest indien zij hetzelfde proces zouden hebben ervaren als cohort 2008, en vice versa. Deze fictieve kans is te berekenen door de data van cohort 2003 in te vullen in het geschatte model voor 2008 uit tabel 8. De fictieve kans die cohort 2003 gehad zou hebben in 2008 wordt berekend door voor iedere case uit 2003 op basis van het voor cohort 2008 bepaalde model de hervattingskans te voorspellen en van deze per individu voorspelde kansen het gemiddelde te nemen. Deze fictieve kans, die de 12-maandszieken van 2003 in 2008 zouden hebben gehad, is veel hoger dan de kans die ze in 2003 feitelijk hadden, namelijk 70% (de feitelijke kans was 48%). Dit wordt in figuur 2 weergegeven. Uit deze schattingen valt te concluderen dat de verandering in het proces van hervatting, met name de toegenomen effectiviteit van begeleiding en het wegvallen van de 20

25 invaliderende ing van de WAO, voor 85% de toename in zaamheid kan verklaren. De feitelijke toename in zaamheid is immers 26 procentpunten (74-48); 22 procentpunten (70-48) hiervan zijn toe te schrijven aan de verandering in het proces. De resterende vier procentpunten (15% van de feitelijke verandering) is dan toe te schrijven aan de verandering in de samenstelling van de populatie 12-maandszieken. Deze exercitie kan uiteraard ook in omgekeerde richting gedaan worden. In dat geval wordt cohort 2008 onderworpen aan het proces zoals dat in 2003 gold. De verwachting is dat de 12-maandszieken van cohort 2008 dan een kleinere kans op hervatting gehad zouden hebben. Deze fictieve kans is berekend, door de data van cohort 2008 in te vullen in het geschatte model voor 2003 uit tabel 7. Daarbij is het kansverlagende effect van WAO-toetreding buiten beschouwing gelaten, omdat we voor cohort 2008 vanzelfsprekend niet over gegevens betreffende de WAO-toetreding beschikken. Ook zonder rekening te houden met de invaliderende ing van de WAO zou de hervattingskans van cohort 2008 in de omstandigheden van 2003 aanzienlijk lager zijn, namelijk 58%. Zie figuur 2. Deze 58% ligt dicht bij de hervattingskans van cohort 2003 als we het effect van WAO-toekenning buiten beschouwing laten, namelijk 59%. Dit bevestigt nogmaals dat de toegenomen zaamheid bijna uitsluitend het gevolg is van de toegenomen impact van instrumenten en omstandigheden die hervatting bevorderen (het proces) en nauwelijks van een toegenomen gebruik van deze instrumenten of het vaker voorkomen van omstandigheden, zoals een langer dienstverband (de samenstelling). Figuur 2 Gemiddelde kans op hervatting van langdurig zieken uit 2003 en 2008: geschat en fictief (onder omstandigheden van het andere cohort) 80% 70% 60% 50% 48% 70% 74% 58% 40% 30% 20% 10% 0% Feitelijke kans op hervatting Fictieve kans op hervatting 21

26

27 5 Conclusie De kans op hervatting anderhalf jaar na de ziekmelding, is bij de 12- maandszieken van 2003 kleiner dan bij de 12-maandszieken van In beide cohorten spelen in onderlinge samenhang bekeken verschillende factoren daarbij een rol: gezondheidsaspecten, kenmerken van het en de gever, de ontvangen begeleiding naar hervatting en demografische factoren. Een vijftal factoren komt zowel in het 2003-model als 2008-model naar boven als determinant van hervatting na 12 maanden ziekteverzuim: meerdere verschillende gezondheidsklachten, het sinds langere tijd zaam zijn bij de laatste gever, het ondernemen van hervattingspoging(en) in het eerste ziektejaar, een gever die aanpassingen heeft aangeboden, samen met bedrijfsarts nagaan of terugkeer naar mogelijk is De eerste factor heeft een negatief effect op de kans op hervatting, de overige factoren hebben een (vrij groot) positief effect. Verder blijkt uit de exercitie waarbij berekend is hoeveel groter de kans op hervatting van cohort 2003 zou zijn geweest als ze onderworpen waren aan het proces zoals dat gold in 2008, dat de stijging van de zaamheid 18 maanden na ziekmelding niet zozeer het gevolg is van de verandering in de samenstelling van de populatie 12-maandszieken, maar van de toegenomen invloed van de bovengenoemde vijf variabelen. Wij concluderen hieruit dat de inspanningen van de gever die door het poortwachterprotocol zijn opgelegd en waaraan de gever dankzij de verlengde wachttijd beter vorm kan geven, in de vijf jaar tussen 2003 en 2008 in belangrijke mate aan effectiviteit hebben gewonnen. De VLZ en de strengere WIA kunnen heel goed hebben bijgedragen aan deze toegenomen effectiviteit. Werknemers zijn immers eerder bereid mee te en aan de hervattingsinspanningen van hun gever als de WIA een minder aantrekkelijk perspectief biedt. Ook dit vergroot de effectiviteit van deze inspanningen. Een ander verschil tussen de situatie in 2003 en die in 2008 is het wegvallen van de WAO-muur : was men die gepasseerd dan was hervatting aanzienlijk minder aannemelijk. De hogere zaamheid in 2008 is dus te verklaren uit de activerende ing van het VLZ-WIA regime en het wegvallen van de invaliderende ing van de WAO. 23

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Werkhervatting van reguliere werknemers 18 maanden na ziekmelding

Werkhervatting van reguliere werknemers 18 maanden na ziekmelding Werkhervatting van reguliere werknemers 18 maanden na ziekmelding Carlien Schrijvershof Philip de Jong Lone von Meyenfeldt Onderzoek in opdracht van Stichting Instituut GAK Den Haag, februari 2009 Voorwoord

Nadere informatie

Langdurig verzuim en inspanningen van werkgevers

Langdurig verzuim en inspanningen van werkgevers Langdurig verzuim en inspanningen van werkgevers L. von Meyenfeldt Ph. de Jong C. Schrijvershof Onderzoek in opdracht van Stichting Instituut GAK Den Haag, april 2009 Voorwoord Met ingang van 2004 werd

Nadere informatie

Begeleiding bij (gedeeltelijke) werkhervatting

Begeleiding bij (gedeeltelijke) werkhervatting Begeleiding bij (gedeeltelijke) werkhervatting 12-maandszieken in 2003 en 2008 vergeleken Paper 4 in het kader van het cohortonderzoek De weg naar de WIA Vera Veldhuis, MSc Drs Petra G.M. Molenaar-Cox

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

DEEL VI WIA TOETREDING

DEEL VI WIA TOETREDING Cathelijne van der Burg (AStri) Rafiq Friperson (APE) Petra Molenaar (AStri) 199 1 INLEIDING 1.1 Inhoud van dit deel Uit eerdere onderzoeken is bekend hoe het WIA beoordeelden vergaat wat betreft de reintegratie,

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het

Nadere informatie

VLZ EN WIA EN HUN EFFECTEN OP LANGDURIG VERZUIM. Vergelijking werknemers 18 maanden na de ziekmelding 2003 vs 2008

VLZ EN WIA EN HUN EFFECTEN OP LANGDURIG VERZUIM. Vergelijking werknemers 18 maanden na de ziekmelding 2003 vs 2008 VLZ EN WIA EN HUN EFFECTEN OP LANGDURIG VERZUIM Vergelijking werknemers 18 maanden na de ziekmelding 2003 vs 2008 Rapportage in het kader van het cohortonderzoek onder langdurig zieken De weg naar de WIA

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

DEEL VIII SLOTBESCHOUWING. Cathelijne van der Burg (AStri)

DEEL VIII SLOTBESCHOUWING. Cathelijne van der Burg (AStri) DEEL VIII SLOTBESCHOUWING Cathelijne van der Burg (AStri) 305 Van WAO naar WIA Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw is het aantal ontvangers van een arbeidsongeschiktheidsuitkering jarenlang met

Nadere informatie

2½ JAAR NA HET EERSTE ZIEKTEJAAR: WERKEN MET WAO-UITKERING? 12-maandszieken over hun arbeidsongeschiktheid, gezondheid, herbeoordeling en reïntegratie

2½ JAAR NA HET EERSTE ZIEKTEJAAR: WERKEN MET WAO-UITKERING? 12-maandszieken over hun arbeidsongeschiktheid, gezondheid, herbeoordeling en reïntegratie 2½ JAAR NA HET EERSTE ZIEKTEJAAR: WERKEN MET WAO-UITKERING? 12-maandszieken over hun arbeidsongeschiktheid, gezondheid, herbeoordeling en reïntegratie Februari 2003 Drs. Ilse Hento Drs. Marcella van Doorn

Nadere informatie

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september 2009) Aanleiding De resultaten van het onderzoek Wel WIA, geen werk? roepen bij de Stichting de vraag op of de

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

REÏNTEGRATIE BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID

REÏNTEGRATIE BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID REÏNTEGRATIE BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID Onderzoek naar werkhervatting, arbeidscapaciteit en reïntegratiehulp bij werknemers die in 2001 voor de poort van de WAO stonden Januari 2003 drs G.J.M. Jehoel-Gijsbers

Nadere informatie

DE WEG NAAR DE WIA. Vangnetters negen maanden na de ziekmelding. Tabellenboek van de eerste meting van het cohortonderzoek onder langdurig zieken

DE WEG NAAR DE WIA. Vangnetters negen maanden na de ziekmelding. Tabellenboek van de eerste meting van het cohortonderzoek onder langdurig zieken DE WEG NAAR DE WIA Vangnetters negen maanden na de ziekmelding Tabellenboek van de eerste meting van het cohortonderzoek onder langdurig zieken Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting

Nadere informatie

S De afgelopen decennia is het aantal mensen met kanker toegenomen, maar is tevens veel vooruitgang geboekt op het gebied van vroegdiagnostiek en behandeling van kanker. Hiermee is de kans op genezing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2017-4 Peter Rijnsburger WERKHERVATTING LANGDURIG ZIEKE VANGNETTERS De uitkomsten van 2 enquêteonderzoeken onder WW ers, uitzendkrachten en eindedienstverbanders vergeleken Kenniscentrum

Nadere informatie

Verbanden tussen demografische kenmerken, gezondheidsindicatoren en gebruik van logopedie

Verbanden tussen demografische kenmerken, gezondheidsindicatoren en gebruik van logopedie Notitie De vraag naar logopedie datum 24 mei 2016 aan van Marliek Schulte (NVLF) Robert Scholte en Lucy Kok (SEO Economisch Onderzoek) Rapport-nummer 2015-15 Kunnen ontwikkelingen in de samenstelling en

Nadere informatie

MKB-ondernemer geeft grenzen aan

MKB-ondernemer geeft grenzen aan M0040 MKB-ondernemer geeft grenzen aan Reactie van MKB-ondernemers op wetswijzigingen in sociale zekerheid Florieke Westhof Peter Brouwer Zoetermeer, 0 april 004 MKB-ondernemer geeft grenzen aan Ondernemers

Nadere informatie

Actualiteiten Ziektewet. Verzekeren Sociale Zekerheid

Actualiteiten Ziektewet. Verzekeren Sociale Zekerheid Actualiteiten Ziektewet Verzekeren Sociale Zekerheid Sociale zekerheid in Nederland verandert Historisch perspectief: 1913-1930: eerste Ziektewet regelgeving Ongeschikt voor eigen werk Maximaal 1 jaar

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK

UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK Bron: TNS NIPO Drs. R. Hoffius Drs. I.N. Hento november 2004 Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49 03 Fax: 071

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

DE WEG NAAR DE WIA Werknemers 27 maanden na de ziekmelding

DE WEG NAAR DE WIA Werknemers 27 maanden na de ziekmelding DE WEG NAAR DE WIA Werknemers 27 maanden na de ziekmelding Tabellenboek van de derde meting van het cohort-onderzoek onder langdurig zieken Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

MONITORING WGA-INSTROMERS VAN 2006

MONITORING WGA-INSTROMERS VAN 2006 MONITORING WGA-INSTROMERS VAN 2006 Klantvolgonderzoek naar arbeidssituatie, inkomsten en beleving van begeleiding door UWV 4, 8 en 20 maanden na de WIA-beoordeling Een eerste inventarisatie P06/413 januari

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

BedrijfsGezondheidsIndex 2006 BedrijfsGezondheidsIndex 2006 Op het werk zijn mannen vitaler dan vrouwen Mannen zijn vitaler en beter inzetbaar dan vrouwen. Dit komt mede doordat mannen beter omgaan met stress. Dit blijkt uit de jaarlijkse

Nadere informatie

verzekerde werknemers

verzekerde werknemers [Save eerst dit bestand als XXX(titel).doc] Effecten van Keerpunt in de WGAdienstverlening van bij Nationale Nederlanden verzekerde werknemers Tom Everhardt Philip de Jong Onderzoek in opdracht van Keerpunt

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

3.8 RE-INTEGRATIEVERPLICHTINGEN VAN WERKGEVER EN WERKNEMER

3.8 RE-INTEGRATIEVERPLICHTINGEN VAN WERKGEVER EN WERKNEMER aanspraak op loon wanneer de werknemer erop heeft mogen vertrouwen dat de bedongen arbeid stilzwijgend is gewijzigd. Daarvoor is echter van belang dat is vastgesteld dat de werknemer blijvend ongeschikt

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2016-8 Marcel Spijkerman DE DALENDE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN WGA ERS VERKLAARD Over de invloed van vergrijzing en uitkeringsduur Kenniscentrum UWV September 2016 Het UWV Kennisverslag

Nadere informatie

Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters

Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters Tabellenboek eerste meting Cohort 2015 versus cohort 2012 UWV Kenniscentrum Cathelijne van der Burg 11 februari 2016 INHOUD ACHTERGROND 3 LEESWIJZER 4 A.

Nadere informatie

Ziekte en verzuim in de praktijk. Het kader. Wet Verbetering Poortwachter 1. Breda, 24 maart 2009

Ziekte en verzuim in de praktijk. Het kader. Wet Verbetering Poortwachter 1. Breda, 24 maart 2009 Ziekte en verzuim in de praktijk Breda, 24 maart 2009 Het kader Wet Verbetering Poortwachter Beleidsregels beoordelingskader poortwachter (UWV) Burgerlijk wetboek Wet Verbetering Poortwachter 1 Ziekmelding

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&I/IBA/03/17448

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&I/IBA/03/17448 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

De belangrijkste valkuilen bij de re-integratie

De belangrijkste valkuilen bij de re-integratie C.A. (Cynthia) Chudaska Rccm register casemanager Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl

Nadere informatie

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014 INDICATOREN VOOR WERKGELEGENHEIDSREALISATIE EN -VERWACHTINGEN, 2009-2014 In januari 2014 vond de vierde meting plaats van de Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2014. Metalektrobedrijven keken hierin onder

Nadere informatie

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

6 Meervoudige problematiek bij werknemers 6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

DE 12-MAANDSZIEKEN VAN JANUARI 1998 arbeidsongeschiktheid, gezondheid, herbeoordeling en reïntegratie 2½ jaar later

DE 12-MAANDSZIEKEN VAN JANUARI 1998 arbeidsongeschiktheid, gezondheid, herbeoordeling en reïntegratie 2½ jaar later DE 12-MAANDSZIEKEN VAN JANUARI 1998 arbeidsongeschiktheid, gezondheid, herbeoordeling en reïntegratie 2½ jaar later 15 januari 2001 Ir. C.G.L. van Deursen Bureau AS/tri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.:

Nadere informatie

Consumentenvertrouwen in Amsterdam

Consumentenvertrouwen in Amsterdam Consumentenvertrouwen in Amsterdam Hoe wordt het vakantiegeld dit jaar besteed? In opdracht van: Het Parool Projectnummer: 14054-2 Carine van Oosteren Merel van der Wouden Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 22 187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen

Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen Sancties bij tekortschietende re-integratieverplichtingen van werkgever mr. J.M. (Annemarie) Lammers-Sigterman advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL 2014. December 2014 Marij Tillmanns 36683 GfK 2014 CTO Oval December 2014 CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVAL December Marij Tillmanns 36683 1 Inhoud 1. Management Summary 2. Resultaten Algemeen Overall tevredenheid Bedrijfsarts Casemanager Achtergrondkenmerken 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Nierpatiënten Vereniging Nederland. Biedt perspectief!

Nierpatiënten Vereniging Nederland. Biedt perspectief! Nierpatiënten Vereniging Nederland Biedt perspectief! PROCEDURE Wet verbetering poortwachter Week 1: ziekmelding bij werkgever en arbodienstverlening. Week 6: probleemanalyse bedrijfsarts (evaluatie/bijstelling

Nadere informatie

Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA

Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA B. Cuelenaere, AStri beleidsonderzoek en advies (b.cuelenaere@astri.nl) T.J. Veerman, AStri beleidsonderzoek en

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM. Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV

Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM. Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV 1 Re-integratieverslag Het eerste spoor Deskundigenoordelen Het tweede spoor Loonsanctie WIA beoordeling Het re-integratieverslag

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

(Na)zorg bewust meten

(Na)zorg bewust meten 26 Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op (Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief

Nadere informatie

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Ex arbeidsongeschikten werkzaam als zelfstandige

Ex arbeidsongeschikten werkzaam als zelfstandige TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport 031.12851.01.04 Ex arbeidsongeschikten werkzaam als zelfstandige Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023 554 93

Nadere informatie

Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden

Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Martine Mol en Jannes de Vries Een hoge werkdruk onder werknemers komt vooral voor

Nadere informatie

DE WEG NAAR DE WIA. Werknemers negen maanden na de ziekmelding. Tabellenboek van de eerste meting van het cohort-onderzoek onder langdurig zieken

DE WEG NAAR DE WIA. Werknemers negen maanden na de ziekmelding. Tabellenboek van de eerste meting van het cohort-onderzoek onder langdurig zieken DE WEG NAAR DE WIA Werknemers negen maanden na de melding Tabellenboek van de eerste meting van het cohort-onderzoek onder langdurig en Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Instituut

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Niels Schenk en Pearl Dykstra Erasmus Universiteit Rotterdam Mei 2013 INTRODUCTIE Onderzoek naar

Nadere informatie

VAN ZIEKMELDING TOT WAO. Onderzoek onder werknemers die in 2001 voor de poort van de WAO stonden

VAN ZIEKMELDING TOT WAO. Onderzoek onder werknemers die in 2001 voor de poort van de WAO stonden VAN ZIEKMELDING TOT WAO Onderzoek onder werknemers die in 2001 voor de poort van de WAO stonden Januari 2002 ir Carla G.L. van Deursen (AStri) drs Cathelijne L. van der Burg (AStri) met medewerking van:

Nadere informatie

Een toelichting op het berekenen van een economische loonwaarde tijdens ziektevervangend werk (tijdelijk) Een handleiding voor het gebruik van het LBS

Een toelichting op het berekenen van een economische loonwaarde tijdens ziektevervangend werk (tijdelijk) Een handleiding voor het gebruik van het LBS Het Loonwaarde Berekening Systeem LBS Een toelichting op het berekenen van een economische loonwaarde tijdens ziektevervangend werk (tijdelijk) Een handleiding voor het gebruik van het LBS Aan de informatie

Nadere informatie

Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr.

Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr. Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr. Trudie Knijn Onderzoekers: dr. Mira Peeters, drs. Marta Dijkgraaf,

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

GEEN WIA, WEL WERK? Vervolgmeting van het onderzoek naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard

GEEN WIA, WEL WERK? Vervolgmeting van het onderzoek naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard GEEN WIA, WEL WERK? Vervolgmeting van het onderzoek naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard GEEN WIA, WEL WERK? Vervolgmeting van het onderzoek

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-9 Peter Rijnsburger DE NO-RISKPOLIS IN KAART GEBRACHT Het gebruik van de no-riskpolis door werkgevers voor werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en minder dan 35% arbeidsongeschikten

Nadere informatie

Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt

Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt Datum 16-04-2014 1 Dynamiek op de stedelijke arbeidsmarkt Voortgangsbijeenkomst 3 Arjen Edzes, Marten Middeldorp, Inge Noback, Viktor Venhorst en Jouke van Dijk Datum 16-04-2014 2 Inhoud Terugblik Voortgang

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Let op: in onderstaand overzicht is de nieuwe regeling voor Wajonguitkeringen, die zijn ingegaan vanaf 1 januari 2015, nog niet verwerkt.

Let op: in onderstaand overzicht is de nieuwe regeling voor Wajonguitkeringen, die zijn ingegaan vanaf 1 januari 2015, nog niet verwerkt. Bron: Brochure 'Werk en inkomen bij ziekte. Een praktische gids', een uitgave van de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid en de Whiplash Stichting Nederland, 2012 Let op: in onderstaand overzicht is

Nadere informatie

Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 2017

Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 2017 Management summary Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 217 In 214 vergeleek onderzoeksbureau Astri het verloop van ziekmeldingen bij UWV en Acture in de jaren 21-212.

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Willemstad, oktober 2015 Inleiding In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie

Hoofdstuk 7 Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie 129 Hoofdstuk 7 Het implementatieproces opnieuw bekeken: statistische exploratie Inleiding De centrale vraag van het onderzoek is welke

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Werking Wet verbetering poortwachter onder vangnetters Eerste cohort, herhaalonderzoek eerste cohort en tweede cohort

Werking Wet verbetering poortwachter onder vangnetters Eerste cohort, herhaalonderzoek eerste cohort en tweede cohort TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport 21601 / 10303 Werking Wet verbetering poortwachter onder vangnetters Eerste cohort, herhaalonderzoek eerste cohort en tweede cohort Arbeid Polarisavenue 151 Postbus

Nadere informatie

Hiv op de werkvloer 2011

Hiv op de werkvloer 2011 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

DE WEG NAAR DE WIA Werkgevers

DE WEG NAAR DE WIA Werkgevers DE WEG NAAR DE WIA Werkgevers Tabellenboek van de tweede meting onder werkgevers van langdurig zieken Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Instituut GAK Lone von Meyenfeldt Den

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Een effectiviteitsanalyse van de

Een effectiviteitsanalyse van de Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 40 t/m 51 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 27 december 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

WERKEN NA HERBEOORDELING? Onderzoek onder 1.783 herbeoordeelden waarvan de uitkering verlaagd of beëindigd is

WERKEN NA HERBEOORDELING? Onderzoek onder 1.783 herbeoordeelden waarvan de uitkering verlaagd of beëindigd is WERKEN NA HERBEOORDELING? Onderzoek onder 1.783 herbeoordeelden waarvan de uitkering verlaagd of beëindigd is P380 7 april 2006 Ir. Carla G.L. van Deursen Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.:

Nadere informatie

Mantelzorgers op de arbeidsmarkt

Mantelzorgers op de arbeidsmarkt ers op de arbeidsmarkt Jannes de Vries en Francis van der Mooren Een op de tien 25- tot 65-jarigen verleent zorg aan hun partner, een kind of een ouder. Vrouwen en 45- tot 55-jarigen zorgen vaker voor

Nadere informatie