Brandbeveiligingsverordening gemeente Bergen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brandbeveiligingsverordening gemeente Bergen"

Transcriptie

1 Brandbeveiligingsverordening gemeente Bergen (L.) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente Bergen Brandbeveiligingsverordening gemeente Bergen (L.) Brandbeveiligingsverordening gemeente Bergen gemeenteraad openbare orde en veiligheid Opmerkingen m.b.t. de regeling Deze regeling vervangt de Brandbeveiligingsverordening. Grondslagen 1. Brandweerwet, art. 12 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Brandveiligheidvoorwaarden kampeerterreinen gemeente Bergen, vastgesteld 13 juli 2010; 2. Indieningsvereisten aanvraag vergunning Brandbeveiligingsverordening, vastgesteld 13 juli Info brandwerendheid kampeermiddelen (WDBDO-eis), vastgesteld 13 juli Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft wijziging aanhef, artikel 2.2.3, 3.2 en 3.3 Ontstaansbron: datum ondertekening; bron bekendmaking Maas en Niersbode 2010, nieuwe regeling Maas & Niersbode 2010, 37 Brandbeveiligingsverordening (geconsolideerde tekst) Inwerkingtreding: datum ondertekening; bron bekendmaking Maas en Niersbode 2010, Maas & Niersbode 2010, 37 Voorstel gemeenteraad , , 7574 gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146); overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; Hoofdstuk 1 Algemene bepaling Artikel 1.1 Begripsomschrijving 1

2 Inrichting: Onder inrichting wordt verstaan: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats, voor zover die geen bouwwerk is. Kampeerterrein: Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Artikel 1.2 Werkingssfeer (Vervallen) Hoofdstuk 2 Brandveilig gebruik Paragraaf 1 Vergunning Artikel Vergunning gebruik inrichting 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders een inrichting in gebruik te hebben of te houden, waarin: a. meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn; b. aan meer dan tien personen in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft; c. aan meer dan tien personen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan tien lichamelijk en/of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft. 2. Kampeerterreinen, met niet meer dan 25 standplaatsen die uitsluitend bedoeld zijn voor de plaatsing van mobiele kampeermiddelen, worden uitgezonderd van de vergunningplicht van lid 1 onder a. 3. De vergunningplicht van lid 1 geldt niet voor inrichtingen die in verband met een manifestatie of evenement in de buitenlucht niet langer dan 10 dagen in stand blijven. 4. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand. 5. Indien het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van de inzichten en/of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning, kunnen burgemeester en wethouders aan de vergunning nieuwe voorschriften verbinden en gestelde voorschriften wijzigen of intrekken. 6. Bij het aanvragen van vergunning als bedoeld in het eerste lid dienen de gegevens en bescheiden worden overgelegd die beschreven zijn in de bijlage Indieningsvereisten aanvraag Brandbeveiligingsvergunning. Wanneer niet al deze gegevens en bescheiden overgelegd worden kan het college van burgemeester en wethouders de aanvraag buiten behandeling stellen, nadat de aanvrager een redelijke termijn is gegund om de ontbrekende gegevens en/of bescheiden alsnog te overleggen. Artikel Weigeren vergunning Een vergunning moet worden geweigerd indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting in relatie tot de beoogde gebruiksfunctie niet geacht kan worden een brandveilig gebruik te zijn en door het stellen van voorschriften geen voldoende brandveilig gebruik kan worden bereikt. Artikel Intrekken vergunning Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken indien: a. blijkt, dat zij de vergunning ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben verleend; 2

3 b. blijkt dat de houder van de vergunning niet heeft voldaan aan een voorschrift van de vergunning; c. van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning; dan wel de datum of periode waarop of waarin een activiteit is voorzien waarvoor de vergunning is verleend, is verstreken zonder dat bedoelde activiteit heeft plaatsgevonden; d. van de vergunning gedurende een periode van 26 weken of langer geen gebruik is gemaakt; e. het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van de inzichten en/of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning, en het niet mogelijk blijkt door het stellen of wijzigen van voorschriften dat belang voldoende te beschermen. Artikel Verplicht aanwezige bescheiden In de inrichting waar de activiteiten plaatsvinden waarop de vergunning betrekking heeft moet de vergunning aanwezig zijn, en moet op verzoek van degene die is belast met de zorg voor de naleving van deze verordening, ter inzage worden gegeven. Paragraaf 2 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar Artikel Gebruikseisen voor inrichtingen 1. Het is verboden een inrichting of deel hiervan te gebruiken of te (doen) laten gebruiken, indien de wijze van gebruik van de inrichting in relatie tot de beoogde gebruiksfunctie niet geacht kan worden een brandveilig gebruik te zijn. De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen. 2. De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen 3. Op kampeerterreinen dient voldaan te worden aan de Brandveiligheidsvoorwaarden kampeerterreinen Bergen. Het is verboden om een kampeerterrein of deel hiervan in gebruik te hebben of te (doen) laten hebben in strijd met de voorschriften die opgenomen zijn in de Brandveiligheidsvoorwaarden kampeerterreinen Bergen. 4. De in het vorige lid bedoelde eisen gelden ook ten aanzien van recreatie/bungalowparken. Artikel Melden van brand en broei Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden. Artikel Bossen, heidevelden, venen en brandgevoelige begroeiing en afvalhopen 1. De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676), en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand. 2. Wanneer begroeiing op een terrein waarop zich standplaatsen met onderkomens bevinden ertoe leidt dat brandveiligheidsnormen (m.n. WBDBO-eisen) niet behaald worden zijn de eigenaar, beheerder en gebruiker gehouden om op vordering van burgemeester en wethouders de noodzakelijke maatregelen te treffen om de brandveiligheid te garanderen. 3

4 Artikel Gebruiksgereed houden bluswaterwinplaatsen De rechthebbende op een inrichting, ten behoeve waarvan een bluswaterwinplaats aanwezig is, is verplicht deze zodanig te onderhouden, dat daaruit te allen tijde over voldoende bluswater kan worden beschikt. Artikel Gebruik middelen en voorzieningen Het is verboden voorwerpen of stoffen op zodanige wijze te plaatsen of te hebben dat daardoor het onmiddellijke gebruik of de zichtbaarheid wordt belemmerd van: a. middelen en voorzieningen tot melding van alarmering bij en bestrijding van brand; b. middelen en voorzieningen tot ontvluchting en redding van personen en dieren bij brand. Hoofdstuk 3 Straf- en slotbepalingen Artikel 3.1 Toezicht op de naleving (Vervallen) Artikel 3.2 Strafbepaling (Vervallen). Artikel 3.3 Slotbepaling 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober Gelijktijdig wordt de Brandbeveiligingsverordening van de gemeente Bergen die op 16 januari 1993 rechtskracht verkreeg ingetrokken. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Brandbeveiligingsverordening gemeente Bergen. Toelichting Brandbeveiligingsverordening A. Algemene toelichting De brandbeveiligingsverordening regelt het brandveilig gebruik van inrichtingen. De werkingssfeer is in de Wet veiligheidsregio s aangegeven: de brandbeveiligingsverordening is van toepassing voor zover in hetgeen zij regelt niet is voorzien bij of krachtens het bepaalde in andere regelingen (zoals het Bouwbesluit of de Woningwet). Het gaat derhalve om de brandveiligheid van: voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaatsen, die geen bouwwerk zijn. De vergunningsplicht is evenwel pas van toepassing, wanneer aan de criteria, genoemd in artikel wordt voldaan. De artikelen 4:13 tot en met 4:15 van de Awb geven aan binnen welke termijn een aanvraag om een vergunning moet worden afgewikkeld. De Awb geeft geen vaste termijn in weken, maar geeft aan dat de aanvraag binnen een redelijke termijn tot een beschikking moet leiden. Getracht dient te worden om binnen acht weken na het in ontvangst nemen van de aanvraag een beslissing te nemen. Lukt dit niet dan wordt de aanvrager medegedeeld binnen welke redelijke termijn hij een beslissing op zijn aanvraag krijgt. B. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1.1 Werkingssfeer De in artikel 1.1 bedoelde voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaatsen is een ruime omschrijving. Bouwwerken vallen daar niet onder, het gebruik hiervan vindt immers regeling in het Bouwbesluit. 4

5 In dit verband ware te denken aan alle bouwwerken die op het water drijven en los met de wal verbonden zijn, zoals hotelboten, opslagschepen en drijvende restaurants. Deze zijn namelijk geen bouwwerken in de zin van de Woningwet en vallen derhalve niet onder de werking van het Bouwbesluit en de bouwverordening. Er bestaat een in dit kader relevante uitspraak van het Hof Arnhem d.d. 6 juni 1972, NJ 73, 209. Daarin werd uitgemaakt dat een op het water drijvend bouwsel niet valt onder het begrip "gebouw" en evenmin onder de definitie in de gemeentelijke bouwverordening, omdat het niet in de geest van die verordening met de grond verbonden is noch steun vindt in of op de grond. Er was hier sprake van het aanmeren middels twee lijnen aan in de grond geplaatste meerpalen, teneinde afdrijven te voorkomen. Het valt te verwachten dat bij een minder losse verbinding de bouwsels onder de werking van de Woningwet zullen vallen. Ook allerlei terreinen vallen onder het begrip inrichting, evenals (feest)tenten e.d. De verordening is mitsdien met name van belang voor circustenten, kermisterreinen, manifestaties in de openlucht, hotelboten, drijvende restaurants, kampeerterreinen en recreatieen bungalowparken. Artikel Vergunning gebruik inrichting Uitzonderingen op vergunningplicht In de Brandbeveiligingsverordening is aangegeven dat een vergunning voor het gebruik van de inrichting noodzakelijk is in het geval dat meer dan vijftig personen gelijktijdig in een inrichting aanwezig zullen zijn. In specifieke situaties (lid b en c) worden lagere aantallen personen gehanteerd. Voor deze gevallen (bijv. een kleinschalig verzorgingshuis) is er gelet op de zeer beperkte zelfredzaamheid van mensen en de ernstige gevolgen die te verwachten zijn in het geval dat zich een calamiteit voordoet een bijzondere aanleiding om de inrichtinghouder te verplichten zich van tevoren rekenschap af te laten leggen van de inrichting van zijn inrichting. De vergunningsplicht geldt niet voor kleinschalige logiesbedrijven of Bed en Breakfast gelegenheden. Omdat het zeker in het hoogseizoen mogelijk is dat op kleinschalige kampeerterreinen (tot en met 25 standplaatsen) op enig moment meer dan vijftig personen tegelijkertijd aanwezig zullen zijn, is een specifieke uitzondering op de vergunningplicht gemaakt voor kampeerterreinen met niet meer dan 25 standplaatsen die bedoeld zijn voor de plaatsing van mobiele kampeermiddelen. De reden dat kleinschalige kampeerterreinen worden uitgesloten van de vergunningplicht is gelegen in het feit dat de praktijk uitwijst dat er op bestaande kleinschalige kampeerterrein in de gemeente Bergen nauwelijks knelpunten voordoen m.b.t. de brandveiligheid van de inrichting van het terrein. Bovendien zijn ze overzichtelijk en omdat het moet gaan om kleinschalige kampeerterreinen waar slechts mobiele kampeermiddelen worden toegelaten zijn deze terreinen buiten het kampeerseizoen ook ontruimd. Onder mobiele kampeermiddelen worden verstaan: tenten, kampeerauto s, toercaravans en soortgelijke recreatieve onderkomens die bedoeld zijn om slechts gedurende een korte periode van het jaar op het kampeerterrein te blijven staan. Aangezien voor de inrichting van een evenemententerrein op basis van de Algemeen Plaatselijke Verordening een evenementenvergunning en ontheffing van het verbod op wildkamperen noodzakelijk is, en de brandveiligheid in het kader van de beoordeling van deze vergunningaanvraag beoordeeld kan worden, zijn tijdelijke inrichtingen die verband houden met evenementen en manifestaties (zoals kermisterreinen, circusterreinen, manifestaties in de openlucht) uitgezonderd van de vergunningplicht van artikel 2.1.1, eerste lid, van deze verordening. Ook voor die inrichtingen die uitgezonderd zijn van de vergunningplicht geldt overigens dat ze behoren te voldoen aan het bepaalde in artikel

6 Voorschriften aan vergunning Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften verbinden, hieronder vallen o.a.: - Stoffering en versiering; - Uitgangen en vluchtwegen; - Installaties; - Standbouw, podia, kramen e.d. - Verbrandingsmotoren; - Verbod voor open vuur en vuurwerk; - Bewaking en controle; - Ventilatie en werkzaamheden; - Brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opleverende stoffen; - Opstellingsplannen; - Afval; - Doorlopend toezicht; - Brandveiligheidsinstructie en ontruimingsplan uitgaande van de bestaande interne organisatie; - Het maximaal toelaatbare aantal personen in een ruimte van een inrichting of in een inrichting; - Voorschriften van bouwkundige aard denkbaar, aangezien de hier bedoelde inrichtingen niet onder de werking van de Woningwet vallen. Artikel Weigeren vergunning Weigeringsgronden zijn in artikel niet expliciet genoemd. Toetsingsgrond voor een vergunning kunnen zijn: a. voor de constructies: het Bouwbesluit en de bouwverordening b. voor het gebruik: het Bouwbesluit en de bouwverordening c. de Brandveiligheidsvoorwaarden campings gemeente Bergen De voorschriften onder a en b. genoemd zijn alleen van toepassing voor zover ze de brandveiligheid betreffen. De voorschriften genoemd onder c zijn alleen van toepassing op de inrichtingen die in de voorwaarden worden omgeschreven. Een andere goede basis voor de beoordeling van de vergunningplichtige inrichtingen zijn de boeken die de NBF uitgeeft in de serie Een brandveilig gebouw.... Een nadere omschrijving van de toetsingscriteria is gezien de diversiteit van de inrichtingen (tenten, hotelboten, kampeerterreinen e.d.) niet mogelijk. Artikel Gebruikseisen inrichtingen Alleen de in artikel genoemde inrichtingen zijn vergunningplichtig. De regeling die in artikel is neergelegd geldt ook voor die inrichtingen die niet-vergunningplichtig zijn op basis van het bepaalde in artikel Dit betekent onder andere dat de voorschriften waarnaar het derde lid van dit artikel verwijst ook gelden voor kleinschalige kampeerterreinen (met niet meer dan 25 standplaatsen). Bovendien gelden de gebruikseisen die in deze bepaling zijn neergelegd niet alleen voor de inrichtinghouders, maar ook voor de gebruikers van de inrichting zelf. Wanneer een campinggast die een standplaats op een kampeerterrein betrekt niet bereid is om zich te conformeren aan de brandveiligheidsvoorschriften die op zijn of haar standplaats van toepassing zijn kan het gemeentebestuur deze op basis van de verordening op aanschrijven. Artikel Bossen, heidevelden, venen en brandgevoelige begroeiing en afvalhopen De aanwezigheid van (brandbare) begroeiing en (groen)afval op terreinen is van invloed op de brandveiligheid van de inrichting. Wanneer de aanwezigheid van begroeiing of afvalhopen ertoe leidt dat de brandveiligheid van de inrichting niet conform de normen kan worden gewaarborgd is het gemeentebestuur bevoegd om de eigenaar en/of de beheerder van het terrein te verplichten 6

7 de noodzakelijke maatregelen (zoals de verwijdering van begroeiing) te treffen om de brandveiligheid te garanderen. Van de bevoegdheid om te verplichten begroeiing te laten gebruiken dient terughoudend gebruik gemaakt te worden. De aanwezigheid van bomen en planten op een kampeerterrein bepalen in belangrijke mate de uitstraling en sfeer van een terrein. Daarnaast wordt de begroeiing tevens gebruikt om de privacy te waarborgen en is deze vaak al jarenlang aanwezig. De opties om de brandveiligheid op een andere wijze te waarborgen dat te verplichten de begroeiing weg te laten halen dient onderzocht te worden. Artikel 3.1 Toezicht op de naleving Ingevolge artikel 61 van de Wet op de Veiligheidsregio s zijn met het toezicht op de naleving van de verordening belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren. Het toezicht op de naleving was in de verordening ook opgedragen aan ambtenaren van de gemeentelijke brandweer. In verband met de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2012 is deze bepaling geschrapt. Artikel 3.2 Strafbepaling Overtreding van de regels van de verordening wordt op grond van artikel 64, eerste lid, van de Wet op de Veiligheidsregio s gestraft met een hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. De wetgever heeft hier een sluitende regeling beoogd, zodat er geen ruimte is voor een regeling op dit gebied in de verordening zelf. De bepaling komt te vervallen. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 september De griffier, de voorzitter, W.P.G.M. Scheepens C.W.H.M. Klaverdijk 7

8 Brandveiligheidsvoorwaarden kampeerterreinen Definities Aan- of uitbouw Een op de standplaats en met het recreatief onderkomen verbonden bouwwerk of uitspringend deel, dat ten dienste staat van het kampeermiddel en door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat recreatief onderkomen. Autogastank Een metalen drukhouder (horizontaal gesitueerd) met een mengsel van propaan en butaan waarvan de vloeistof onttrokken wordt (voor tractie bestemd) en die voorzien is van een aansluiting met klep- of naaldafsluiter, overvulbeveiliging, vulbegrenzer, niveaumeting en indicator. Bijgebouw Een op de standplaats en van het recreatief onderkomen vrijstaand bouwwerk, dat ten dienste staat van het kampeermiddel en door zijn ligging, constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat recreatief onderkomen. Bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats. Branddoorslag Branduitbreiding via een traject dat niet via de buitenlucht gaat. Brandoverslag Branduitbreiding via de buitenlucht. Gasfles Een voor meervoudig gebruik bestemde, cilindrische metalen drukhouder die voorzien is van een aansluiting met klep- of naaldafsluiter en een waterinhoud heeft van ten hoogste 150 liter. Dampgastank Een voor meervoudig gebruik bestemde, cilindrische metalen drukhouder (horizontaal gesitueerd) met gas waarvan de damp onttrokken wordt zoals handelspropaan, in tegenstelling tot vloeibaargasinstallaties zoals autogas, en die voorzien is van een aansluiting met klep- of naaldafsluiter, overvulbeveiliging, vulbegrenzer, niveaumeting en indicator. Dampgastankfles Een voor meervoudig gebruik bestemde, cilindrische metalen drukhouder (verticaal gesitueerd) met gas waarvan de damp onttrokken wordt zoals handelspropaan, in tegenstelling tot vloeibaargasinstallaties zoals autogas, en die voorzien is van een aansluiting met klep- of naaldafsluiter, overvulbeveiliging, vulbegrenzer, niveaumeting en indicator en een waterinhoud heeft van ten hoogste 150 liter. Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Inrichting Een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Kampeerterrein Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Kampeermiddel Tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover op basis van het bepaalde in artikel 40, tweede lid, van de Woningwet uitgezonderd is van een vergunningplicht 8

9 voor bouwen; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Kampeerovereenkomst Overeenkomst tussen de houder van een kampeerterrein en degene die een recreatief onderkomen plaatst of geplaatst houdt betreffende het plaatsen of geplaatst houden daarvan. Kleinschalig kampeerterrein Een kampeerterrein met ten hoogste 25 standplaatsen dat enkel gedurende het kampeerseizoen dat loopt van 1 maart tot en met 31 oktober gebruikt wordt ten behoeve van recreatief nachtverblijf in mobiele kampeermiddelen. Mobiele kampeermiddelen: Hieronder zijn uitsluitend die kampeermiddelen begrepen die bedoeld zijn om regelmatig verplaatst te worden zoals een tent, toercaravan, camper, vouwwagen of huifkar. Een stacaravan, chalet of trekkershut valt hier dus niet onder. NEN Een door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm. Niet-permanente standplaats Een standplaats waarop een kampeermiddel gedurende een bepaalde periode aanwezig mag zijn. De maximale periode geldt vanaf 1 maart tot en met 31 oktober van elk kalenderjaar of een andere periode, welke is vastgelegd in het gemeentelijk kampeerbeleid. PGS Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen; voorheen CPR: uitgegeven richtlijn van de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen. Permanente standplaats Een standplaats waarop een kampeermiddel gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn. Recreatief nachtverblijf Het zich bevinden in een kampeermiddel tussen en uur. Recreatief onderkomen Een voor recreatief nachtverblijf bestemd opstal dat zich op een standplaats bevindt. Reglement Het reglement waarin de voorwaarden met betrekking tot het gebruik kampeerterrein en het verblijf daarop. Standplaats Het gedeelte van het kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen of geplaatst houden van een recreatief onderkomen. WBDBO Weerstand tegen brandoverslag (branduitbreiding via de buitenlucht) en branddoorslag (branduitbreiding via een traject dat niet via de buitenlucht gaat). Aanduiding notitie Deze beleidsnotitie kan worden aangehaald als: 'Brandveiligheidvoorwaarden kampeerterreinen gemeente Bergen 9

10 Brandveiligheidsvoorschriften Paragraaf I Bereikbaarheid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van hulpverlening 1.1 De bij de inrichting behorende brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen moeten worden vrijgehouden en bereikbaar zijn voor blusvoertuigen, en wel zodanig dat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt. 1.2 Op het bij de inrichting behorende terrein moeten de beplanting, de parkeerplaatsen, de laaden losplaatsen en de plaatsen waar goederen en afval worden opgeslagen of gedeponeerd, zodanig zijn gesitueerd, dat bij brand het oprijden en opstellen van de voertuigen en andere hulpmiddelen van de brandweer niet worden bemoeilijkt of belemmerd. 1.3 Ten behoeve van het verkeer van de hulpverlenende diensten moet een doorgaande route met een breedte van tenminste 3,5 meter en een hoogte van tenminste 4,2 meter vrijgehouden worden. De doorgaande route moet verhard zijn op een wijze die geschikt is voor motorvoertuigen met een asbelasting van 10 ton (100kN) en een totaalgewicht van 15 ton. 1.4 Hekwerken en slagbomen die de route als bedoeld in 1.3 blokkeren moeten snel en gemakkelijk geopend kunnen worden. Indien deze zijn voorzien van een slot moeten passende voorzieningen in overleg met de brandweer worden aangebracht. Paragraaf II Inrichting terrein Artikel 2 Indeling terrein en WBDBO-eisen 2.1 De afstand van enig recreatief onderkomen tot de perceelsgrens is tenminste 5 meter, tenzij aangetoond wordt dat de brandveiligheid tevens in voldoende mate duurzaam gewaarborgd kan worden door een geringere afstand in acht te nemen en de verkleining van de afstand tot de perceelsgrens niet leidt tot beperkingen voor derden die redelijkerwijs niet voor zijn rekening behoren te komen. De afstand tot de perceelsgrens mag in geen geval geringer zijn dan 2,5 meter. 2.2 De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) tussen recreatieve onderkomens op standplaatsen dient behoudens het bepaalde in de artikel 2.3 ten minste 30 minuten te zijn. Hieraan kan voldaan worden door een onderlinge afstand tussen recreatieve onderkomens aan te houden van ten minste 5 meter. Het is eveneens mogelijk om hieraan te voldoen door een bouwkundige brandwerende voorziening te treffen. 2.3 Tussen mobiele kampeermiddelen en tussen bouwvergunningsvrije recreatieve onderkomens op bestaande standplaatsen dient minimaal een WBDBO van 20 minuten gewaarborgd te zijn. Deze WBDBO kan worden bereikt door de kampeermiddelen op een afstand van 3 meter van elkaar te plaatsen of een bouwkundige voorziening te treffen met eenzelfde waarde voor brandwerendheid. 2.4 De maximaal te bebouwen oppervlakte van een standplaats bedraagt niet meer dan 50% met een maximum van 90 vierkante meter. 2.5 De terreingedeelten tussen de recreatieve onderkomens dient over de in 2.2, en 2.3 genoemde afstanden vrij te worden gehouden van aanbouwsels, opbergruimten en opslag. 10

11 2.6 De opstelling van de kampeermiddelen dient zodanig te geschieden, dat de blusvoertuigen van de brandweer en andere hulpverlenende diensten te allen tijde enig kampeermiddel tot 40 meter kunnen benaderen. 2.7 Indien de toegang tot een bouwwerk en/of kampeermiddel dat voor het verblijf van mensen is bestemd, meer dan 40 meter is verwijderd van een doorgaande (openbare) weg, moet een verbindingsweg tussen die toegang of dat vak en het openbare wegennet aanwezig zijn die geschikt is voor brandweervoertuigen conform de voorwaarde genoemd onder punt Afhankelijk van de aard en omvang van het kampeerterrein moet ten behoeve van de hulpverlenende diensten, naast de reguliere toegang, één of meerdere toe- of (nood)uitgangen aanwezig zijn. Dit ter beoordeling en goedkeuring van het bevoegd gezag. Artikel 3 Bluswatervoorziening 3.1 De bluswatervoorziening moet tenminste voldoen aan de Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid (uitgave NVBR, september 2003). 3.2 Het plan voor de bluswatervoorziening moet ter beoordeling en goedkeuring overgelegd worden aan het bevoegd gezag. Artikel 4 Gasflessendepots en propaantanks 4.1 Gasflessendepots en propaantanks dienen bij voorkeur op een goed bereikbare locatie aan de rand van het kampeerterrein te worden gesitueerd. Bij de inrichting van een nieuw (gedeelte van) een kampeerterrein is de situering van gasflessendepots en propaantanks op een goed bereikbare locatie aan de rand van het kampeerterrein verplicht. 4.2 Een gasflessenopslag moet voldoen aan de eisen zoals omschreven in deel 15 van de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 15), met name Hoofdstuk 6 van deze PGS De afstand tussen een gasflessendepot / propaangastank en enig recreatief onderkomen, gebouw of overkapping dient tenminste 5 meter te bedragen, tenzij de gasflessen worden opgeslagen in een 30 minuten brandwerende betonnen gasflessenberging. 4.4 Nabij het gasflessendepot / de propaangastank dient een voor iedereen duidelijk leesbaar bord aanwezig te zijn met opschrift Roken en open vuur verboden. Paragraaf III Installaties Artikel 5 Elektrische installaties 5.1 De elektrische installatie van het kampeerterrein, inclusief de bouwwerken, moet tenminste voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 1010 en de voorschriften van het betreffende energiebedrijf waar het kampeerterrein bij is aangesloten. 5.2 Alleen elektrische installaties van kampeermiddelen die aan de gestelde in het normblad NEN 1010: 2003 de voorschriften van het betreffende energiebedrijf en de keuringsvoorschriften K57 van de KEMA voldoen, mogen aangesloten worden op de elektrische installatie van het kampeerterrein. 11

12 Artikel 6 Gasinstallaties 6.1 Aardgasinstallaties moeten tenminste voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 1078: Huishoudelijke gasverbruikinstallaties op basis van handelspropaan en -butaan moeten tenminste voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 2920: De LPG-systemen voor huishoudelijk gebruik in vrijetijdsvoertuigen en andere wegvoertuigen moeten voldoen aan het gestelde in het normblad NEN-EN 1949:2002 (en). 6.4 De LPG-systemen ten behoeve van kook- en verwarmingsdoeleinden in (vrijetijds)voertuigen, (sta)caravans, bak- en frituurvoertuigen dienen te voldoen aan het gestelde in NPR 2577:2006. Waar de richtlijn NPR 2577 conflicteert met de norm NEN-EN 1949:2002 (en) geldt de norm. 6.5 Vast gemonteerde dampgastanks in voertuigen en aanhangers moeten minimaal voldoen aan de specifieke montage voorschriften die gelden voor het monteren van autogastanks van de Eisen toelating LPG-onderdelen van de Regeling vaststelling toelatingseisen op basis van hoofdstuk 3 van het Voertuigreglement. 6.6 Het voorhanden hebben en het gebruik van autogas, handelspropaan of butaan in autogastanks, anders dan voor de tractie van motorvoertuigen, is verboden. 6.7 Flessengasinstallaties voor kook- en/of verwarmingsdoeleinden in kampeermiddelen mogen alleen gevuld zijn met handelsbutaan of handelspropaan. 6.8 Gasslangen voor butaangas en propaangas moeten voldoen aan het bepaalde in: NEN-EN :2001; NEN-EN , klasse 2 of 3 voor de lagedrukzijde (werkdruk) en klasse 3 en 4 voor de hogedrukzijde. 6.9 Tussen gasflessen verbruikstoestel moet de verbinding bestaan uit een metalen leiding of uit een goedgekeurde GIVEG-slang van maximaal 1 meter lengte De slangen van een gasfles (naar een verbruikstoestel) moeten in goede staat van onderhoud verkeren. De slangen mogen niet uitgedroogd zijn of andere beschadigingen vertonen Een gasfles moet zijn voorzien van een door het Lloyd s Register - Stoomwezen erkend geldig keurmerk De afsluiting van een gasfles moet een door het Lloyd s Register Stoomwezen goedgekeurd type zijn Flessengas (handelspropaan of -butaan) mag in of bij kampeermiddelen gebruikt worden in flessen van maximaal 45 liter waterinhoud tot een maximum van twee flessen, leeg of vol Gasflessen, afsluiters en veiligheidstoestellen mogen uitsluitend door hiertoe aangewezen en deskundig personeel of door de leverancier worden gerepareerd of veranderd. Artikel 7 Brandmeld- en alarmeringsmiddelen 7.1 Afhankelijk van de indeling, compartimentering, grootte en ligging van het kampeerterrein dient op het terrein een alarmeringsvoorziening (b.v. omroepinstallatie, bel, sirene) aanwezig te zijn om de gasten te kunnen waarschuwen voor eventueel dreigend gevaar. 12

13 7.2 De alarmeringsvoorziening voor de gasten moet te allen tijde voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn. Artikel 8 Blusmiddelen 8.1 Op het kampeerterrein dienen voldoende brandblusmiddelen aanwezig te zijn. De brandblusmiddelen moeten worden aangebracht op de plaatsen zoals voorgeschreven of op de bij de gebruiksvergunning en brandbeveiligingsverordeningsvergunning behorende plattegrondtekening(en) is aangegeven. 8.2 Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer en conform de NEN 2559 worden onderhouden. 8.3 Brandslanghaspels moeten voldoen aan normblad NEN-EN 671-1: Alle brandblusmiddelen, brandbestrijdings- en beveiligingssystemen moeten steeds: voor onmiddellijk gebruik gereed zijn; in goede staat van onderhoud verkeren; goed bereikbaar zijn; als zodanig herkenbaar en zichtbaar zijn; beschermd zijn tegen weersinvloeden. 8.5 Ten minste eenmaal per jaar moet door een ter zake kundige het nodige onderhoud worden verricht en een controle worden gehouden op de reinheid en goede werking van de in de artikelen 8.2 en 8.3 beschreven voorzieningen. 8.6 Na gebruik van een blustoestel moet dit terstond gevuld c.q. vervangen worden. Dit geldt ook indien het blustoestel niet geheel leeg is. 8.7 Bij elk blusmiddel dient een verwijzing naar het alarmnummer 112 en een blusinstructie aanwezig te zijn, alsmede een instructie over de wijze van alarmering van de kampeerders. Paragraaf IV Gebruiksvoorschriften Artikel 9 Verbod voor roken / open vuur en vuurwerk 9.1 Het is verboden op gedeelten van het terrein te roken, waarvoor dit is aangegeven. 9.2 Het rookverbod als bedoeld in artikel 9.1 moet, daar waar nodig, op opvallende plaatsen duidelijk staan aangegeven door middel van het opschrift VERBODEN TE ROKEN of door een gestandaardiseerd symbool overeenkomstig het gestelde in de norm NEN Indien het kampeerreglement het branden in een vuurkorf of vuurton dan wel barbecuen toestaat, dient aan de aldaar vermelde voorwaarden voldaan te worden. 9.4 Bij extreme droogte mag niet worden gebrand (vuurkorf, vuurton, barbecue) met vaste brandstof (hout, houtskool, briketten e.d.) in brandgevaarlijke natuurgebieden. Artikel 10 Afval 10.1 Afval moet worden verzameld in veilig opgestelde containers De afstand tussen afvalcontainers met een inhoud groter dan 5 m3 c.q. containerverzamelplaatsen en een gebouw moet ten minste 5 meter bedragen, tenzij er tussen deze opslag en het gebouw een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van tenminste 30 minuten aanwezig is. 13

14 Artikel 11 Opslag van materialen 11.1 In verband met brandoverslag is het verboden voorwerpen of stoffen binnen de afstandsbepaling van permanente kampeermiddelen op te slaan of te plaatsen Het is verboden om voorwerpen of stoffen in de inrichting of in de omgeving daarvan zodanig op te slaan of te plaatsen, dat daardoor het gebruik van telefoons, blusmiddelen, vluchtwegen en toegangswegen bemoeilijkt en/of geblokkeerd worden. Artikel 12 Werkzaamheden, niet behorend tot de normale bedrijfsoefening Bij het verrichten of doen verrichten van werkzaamheden, waarbij brandgevaarlijke stoffen of gereedschappen worden gebruikt, waarvan het gebruik aanleiding kan geven tot het ontstaan van brand, moeten voldoende maatregelen zijn getroffen tegen het ontstaan van brand. Artikel 13 Doorlopend toezicht 13.1 Gedurende de tijd dat personen in de inrichting aanwezig zijn, moet voor de naleving van de voorschriften een verantwoordelijk persoon oproepbaar zijn die de aanwijzingen van de met de controle belaste ambtenaren op eerste aanzegging uitvoert of doet uitvoeren Door of namens de vergunninghouder moet er doorlopend worden toegezien dat voor zover van toepassing: vlucht- en toegangswegen, en aanduidingen daarvan, goed zichtbaar zijn; vlucht- en toegangswegen goed bereikbaar zijn; blusmiddelen, en aanduidingen daarvan, goed zichtbaar zijn; blusmiddelen goed bereikbaar en bedrijfsgereed zijn; de vastgestelde gedragsregels worden nageleefd. Artikel 14 Periodieke controle 14.1 Ten minste eenmaal per jaar moet door een ter zake kundige het nodige onderhoud worden verricht en een controle worden gehouden op de reinheid en goede werking van, voor zover van toepassing zijnde, onderstaande voorzieningen: ontruimingsinstallatie(s); brandkranen; overige brandbestrijdings- en brandbeveiligingsmiddelen De met de controle belaste functionarissen van de gemeente kunnen tijdstippen bepalen en de wijze aangeven waarop één en ander moet worden beproefd. Artikel 15 Brandveiligheidsinstructie 15.1 De eigenaar van het kampeerterrein moet een brandveiligheidsinstructie samenstellen ten behoeve van het personeel De instructie Hoe te handelen bij brand moet: a op de door de met controle belaste functionarissen van de gemeente aan te wijzen plaatsen worden opgehangen; 14

15 b aan alle niet- en permanente standplaatshouders kenbaar worden gemaakt; c aan nieuw personeel bij indiensttreding te worden uitgereikt. d. opgesteld zijn conform de NTA 8112 en goedgekeurd zijn door het college van B&W vande gemeente Het personeel dient bij indiensttreding en vervolgens minimaal jaarlijks te worden geïnstrueerd in de voor hun functie geldende brandveiligheidsinstructie. Artikel 16 Gedragsregels 16.1 In de overeenkomst voor niet-permanente en permanente standplaatshouders dienen gedragsregels opgenomen te worden c.q dient verwezen te worden naar een huishoudelijk reglement waar die gedragsregels onderdeel van uitmaken, vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de commandant brandweer De beheerder van de inrichting dient er op toe te zien dat de voornoemde gedragsregels worden nagekomen. Artikel 17 Ontruimingsplan 17.1 De exploitant van een kampeerterrein zal een door de commandant van de gemeentelijk brandweer geaccordeerd ontruimingsplan moeten bezitten. Dit plan moet aanwezig zijn op een nader door de commandant van de gemeentelijke brandweer aangegeven plaats Op onregelmatige tijden moet, minimaal één maal per jaar, een oefening van het ontruimingsplan plaatsvinden De met de controle belaste functionarissen van de gemeente kunnen tijdstippen bepalen waarop de ontruimingsoefeningen moeten plaatsvinden. Artikel 18 Bewaking/controle 18.1 De met de controle belaste functionarissen van de gemeente moeten te allen tijde op het kampeerterrein worden toegelaten De bevelen of aanwijzingen door of namens de commandant van de gemeentelijke brandweer, gegeven in verband met de brandveiligheid, moeten onmiddellijk worden opgevolgd. Artikel 19 Gelijkwaardigheid Indien niet is voldaan aan enig voorschrift, gegeven bij of krachtens de artikelen genoemd in de artikelen 1 t/m 18, moet de inrichting een mate van veiligheid bieden die tenminste gelijk is aan de mate van veiligheid die is beoogd met het desbetreffende bij of krachtens de artikelen genoemd in de artikelen 1 t/m 18 gegeven voorschriften. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente zal moeten beoordelen of een toereikende veiligheid wordt bewerkstelligd Indien toepassing is gegeven aan het eerste lid en het betreffende voorschrift tevens valt te herleiden tot overwegingen van gezondheid, moeten die overwegingen daarbij in tenminste dezelfde mate in acht zijn genomen. Artikel 20 Voorlichting De eigenaar/exploitant van het kampeerterrein spant zich aantoonbaar in om voorlichting te geven over brandveiligheid op het kampeerterrein. 15

16 Toelichting op Brandveiligheidvoorwaarden kampeerterreinen gemeente Bergen (L.) Definities Recreatief onderkomen: Het begrip kampeermiddel zoals dat nog in veel voorschriften van de brandveiligheidsvoorwaarden van het NVBR gebezigd werd is in de Brandveiligheidsvoorwaarden voor kampeerterreinen in de gemeente Bergen veelal vervangen door het begrip recreatief onderkomen. Deze aanpassing houdt verband met het voorkomen van een handhavingslacune in die gevallen dat recreatieve onderkomens die zich op standplaatsen van een kampeerterrein bevinden volgens de gehanteerde definitie niet langer als een kampeermiddel kunnen worden aangemerkt. Om te voorkomen dat men zich hier om formeel juridisch-technische redenen zou kunnen onttrekken aan de brandveiligheidsvoorschriften is het begrip kampeermiddel in veel bepalingen vervangen door het ruimere begrip recreatief onderkomen. Daarnaast wordt opgemerkt dat ook wanneer blijken mocht dat een opstal op een standplaats in de praktijk gebruikt wordt voor (illegale) bewoning, en feitelijk dus niet gebruikt wordt voor recreatief nachtverblijf, dit geen afbreuk doet aan de kwalificatie van het opstal als recreatief onderkomen (in de definitie van het begrip recreatief nachtverblijf is hier ook rekening mee gehouden). Paragraaf I Bereikbaarheid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van hulpverlening Doel van deze voorschriften is te waarborgen dat brandweervoertuigen het bouwwerk bij een brand te allen tijde daadwerkelijk zodanig snel en gemakkelijk kunnen bereiken, dat de brandweer zo snel mogelijk voor het bestrijden van een brand kan worden ingezet Geen toelichting 1.2. Geen toelichting 1.3. De maten hebben betrekking op een tankautospuit en zijn afkomstig uit de Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid NVBR, Voorkomen moet worden dat bij een calamiteit de brandweer in haar opkomst gehinderd wordt door afgesloten hekwerken en/of slagbomen. Om dit te voorkomen zullen in overleg met de brandweer passende voorzieningen moeten worden getroffen. Een passende voorziening die op een centrale plaats aangebracht kan worden is een brandweersleutelkluis of -buis. Paragraaf II Inrichting Artikel 2 Indeling en constructie terrein 2.1 In de voorschriften zoals deze vervat zijn in de bijlage van de Handreiking Kampeerterreinen van het NVBR uit januari 2007 de volgende regeling opgenomen: De afstand van enig kampeermiddel tot de perceelsgrens is tenminste 5 meter. 16

17 De in dit artikel opgenomen afstand van 5 meter strekt ertoe te allen tijde te garanderen dat een brandveilige afstand gewaarborgd wordt tussen enig kampeermiddel en enig ander opstal. Hoewel hiervoor het uitgangspunt van een WBDBO van 30 minuten behoort te gelden, kunnen er in de praktijk problemen ontstaan met het waarborgen van de brandveiligheid omdat de gebruikers van het perceel dat grenst aan het kampeerterrein niet gehouden zijn zich te conformeren aan hetgeen in de Brandveiligheidsvoorwaarden voor kampeerterreinen is bepaald. Wanneer een kampeerterrein grenst aan reguliere woonpercelen kan het zijn dat op reguliere woonpercelen direct tegen de erfgrens met het kampeerterrein wordt gebouwd. In dit geval kunnen problemen ontstaan met betrekking tot de brandveiligheid wanneer de afstand van deze nieuwe bebouwing tot de kampeermiddelen op het naastgelegen kampeerterrein minder dan 5 meter bedraagt. Wanneer we immers als uitgangspunt nemen dat een afstand van 5 meter het equivalent vormt van een WBDBO van 30 minuten, en geen (bouwkundige) maatregelen zijn getroffen om een WBDBO van 30 minuten tussen de opstallen anderszins te waarborgen, wordt niet voldaan aan de brandveiligheidsnorm die geldt. Hoewel ook voor bouwwerken op basis van het bepaalde in afdeling 2.13 van het Bouwbesluit geldt dat tussen te onderscheiden brandcompartimenten WBDBO-eisen in acht genomen dienen te worden, zijn deze soms stringenter dan de eisen de eis van een WBDBO van 30 minuten tussen recreatieve onderkomens. In artikel van het Bouwbesluit 2003 is immers als uitgangspunt genomen dat tussen brandcompartimenten een WBDBO van 60 minuten gewaarborgd dient te worden. Wanneer aangenomen wordt dat een WBDBO van 60 minuten zich laat vertalen naar een afstand van zo n 10 meter, zouden problemen m.b.t. de brandveiligheid van het 60 minuten WBDBO-bouwwerk wanneer kampeermiddelen op een afstand van minder dan 5 meter van de perceelsgrens van het kampeerterrein worden geplaatst. Op grond van het beginsel van spiegelsymmetrie zou het niet gerechtvaardigd zijn om de eigenaren van kampeermiddelen een voordeel te laten toekomen door hun kampeermiddelen verder naar de erfgrens op te laten schuiven door de eigenaar van het bouwwerk waarvoor de WBDBO-eis geldt van 60 minuten voor dit voordeel te laten compenseren. Echter, in het geval dat het verschuiven van kampeermiddelen richting de erfgrens niet leidt tot problemen m.b.t. de brandveiligheid moet er een mogelijkheid bestaan om de afstandeis van 5 meter los te laten. In het geval dat er twee verschillende kampeerterreinen aan elkaar grenzen is het vanuit een oogpunt niet noodzakelijk dat er 10 meter afstand tussen de aan weerszijden van de perceelsgrens geplaatste recreatieve onderkomens aanwezig is. In dit geval kan worden volstaan door aan beide zijden een afstand tot de perceelsgrens van 2,5 meter aan te houden. In deze gevallen geldt het uitgangspunt van een gelijkwaardige belasting voor partijen (spiegelsymmetrie). 2.2 De strekking van dit voorschrift is dat recreatieve onderkomens ten opzichte van elkaar zodanig dienen te zijn gesitueerd dat overslag van brand niet onbeperkt kan plaatsvinden. Er is voor gekozen om bij het vaststellen van de WBDBO-eisen aansluiting te zoeken bij hetgeen tussen de Recron Limburg en de Regio Noord- en Midden-Limburg op 4 april 2008 is bepaald. In het door deze partijen gesloten convenant is bepaald: Daar waar het bouwbesluit van toepassing is en een bouwvergunning is vereist voor het plaatsen van een kampeermiddel, wordt onverminderd vastgehouden aan een WBDBO van 30 minuten tussen kampeermiddelen op vaste standplaatsen. Een WBDBO van 30 minuten kan worden bereikt door de kampeermiddelen op een afstand van 5 meter van elkaar te plaatsen of een bouwkundige voorziening te treffen met eenzelfde waarde van brandwerendheid. 17

18 Deze regeling is overgenomen met dien verstande dat er in enkele gevallen volstaan kan worden met een WBDBO van 20 minuten in plaats van een WBDBO van 30 minuten. De gevallen waarvoor minder strenge regels gelden zijn in artikel 2.3 vervat. 2.3 Tussen mobiele kampeermiddelen en tussen bouwvergunningsvrije kampeermiddelen dient een WBDBO van 20 minuten gewaarborgd te worden. Hieraan wordt voldaan indien: - tussen de kampeermiddelen een vrije ruimte is van tenminste 3 meter; - een bouwkundige voorziening wordt getroffen, waardoor de WBDBO van 20 minuten conform de NEN 6068 en de NPR 6091 wordt bereikt. Uitgewerkt in een schema komt het voorstel er als volgt uit te zien: Onderlinge afstand tussen: Twee of meer nietbouwvergunningplichtige kampeermiddelen op vaste standplaatsen Twee of meer welbouwvergunningplichtige kampeermiddelen op vaste standplaatsen 1 Een nietbouwvergunningplichtig kampeermiddel en (wel-) bouwvergunningplichtig kampeermiddel op vaste standplaatsen Kampeermiddelen op seizoenstandplaatsen Nieuwe / heringerichte plaatsen WBDBO 30 minuten (5 meter) WBDBO 30 minuten (5 meter) WBDBO 30 minuten (5 meter) WBDBO 20 minuten (3 meter) Bestaande situatie WBDBO 20 minuten (3 meter) WBDBO 30 minuten (5 meter) WBDBO 20 minuten (3 meter) WBDBO 20 minuten (3 meter) Noot: Bij de toetsing van plannen van aanpak die vóór de inwerkingtreding van de WABO worden ingediend wordt geanticipeerd op de bepalingen omtrent (bouw)vergunningsvrij bouwen zoals deze in de concepttekst van het Besluit omgevingsrecht (d.d. 8 juni 2009) zijn beschreven. In artikel 3 van hoofdstuk III van dit Besluit is te lezen dat geen omgevingsvergunnning nodig is voor het bouwen van een op de grond staand bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, mits dit bouwwerk niet hoger is dan 5 m en de oppervlakte van het bouwwerk niet groter is dan 70 m Er is voor gekozen om de maximaal toelaatbare totale bebouwing per standplaats op te rekken van 80 naar 90 vierkante meter. Bergingen, carporten, aangebouwd terrassen, overkappingen evenals vaste tenten of andersoortige bebouwing worden allemaal inbegrepen in de oppervlaktemaat van 90 vierkante meter bebouwing per standplaats. Het is irrelevant of deze bouwwerken aan het kampeermiddel vast zitten of los op de standplaats staan. Hoewel deze maximale bebouwingsgraad per standplaats vanuit het oogpunt van brandveiligheid nog toelaatbaar kan zijn, dient er rekening mee gehouden te worden dat bestemmingsplannen kunnen voorschrijven dat deze bebouwingsgraad vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening ontoelaatbaar wordt geacht. Daar recreatieve onderkomens met een omvang boven 60 vierkante meter (deze oppervlaktemaat niet richtinggevend) in de regel bouwvergunningplichtige bouwwerken betreffen dient men erop bedacht te zijn dat men gehouden is om zich ook aan bouw- en bestemmingsplanregelgeving te conformeren. 1 Het is niet juist om van bouwvergunningplichtige kampeermiddelen te spreken, dit moeten bouwvergunningplichtige recreatieve onderkomens zijn. 18

19 Bij het opstellen van een brandveiligheidsplan dient men er daarom op bedacht te zijn dat een inrichting van het terrein die op basis van deze brandveiligheidsvoorwaarden toelaatbaar wordt geacht, toch niet gerealiseerd mag worden omdat andere regelgeving zich hiertegen verzet Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat de vrije ruimten tussen recreatieve onderkomens worden volgebouwd Geen toelichting 2.7. Geen toelichting 2.8. Geen toelichting Artikel 3 Bluswatervoorziening Doel van dit voorschrift is te waarborgen dat te allen tijde daadwerkelijk voldoende bluswater beschikbaar is ingeval van brand op een kampeerterrein. Het voorzien van bluswater is in beginsel een gemeentelijke taak. De gemeente is echter niet in alle situaties verplicht te voorzien in een bluswatervoorziening. Bij het niet voorhanden zijn van (een toereikende) openbare bluswatervoorziening kan de gemeente een exploitatie van een kampeerterrein alleen onder voorwaarde afgeven, waarbij de vergunninghouder verplicht kan worden op eigen kosten te voorzien in een niet-openbare bluswatervoorziening (op eigen terrein). In de brandveiligheidsvoorwaarden voor kampeerterreinen uit 1999 was nog bepaald dat de bluswatervoorziening op een kampeerterrein zodanig zijn dat een kampeermiddel maximaal 100 meter verwijderd ligt van een bluswatervoorziening. Thans is ervoor gekozen om aansluiting te zoeken bij de eisen zoals deze in de Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid van het NVBR zijn opgenomen. De basiseis voor de benodigde capaciteit voor de primaire bluswatervoorziening bedraagt minimaal 60 m3 per uur. Bij bebouwingssoorten waarbij volgens de Handleiding brandweerzorg en technische hulpverlening voor de eerste inzet één tankautospuit wordt gehanteerd en waarbij de brandpreventieve voorzieningen blijvend zijn gegarandeerd, kan worden volstaan met een capaciteit van 30 m3 per uur. Dit laatste zal doorgaans het geval zijn bij kampeerterreinen. Indien niet aan het gestelde zoals genoemd in de Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid voldaan kan worden, kan het bevoegd gezag op basis van gelijkwaardigheid beoordelen of andere voorzieningen een toereikende veiligheid waarborgen. Deze voorzieningen kunnen onder andere zijn: horizontale droge blusleiding met afnamepunten (buisdiameter tenminste 75 mm en uitgevoerd conform NEN 1594) het beschikbaar stellen van water tank wagens (uitvoering en inrichting is ter goedkeuring aan het bevoegd gezag) verkleinen van het brandcompartiment waardoor de brandbestrijding met een minimale bluswatervoorziening beheersbaar is. aanleggen blusvijvers op het terrein, etc. Artikel 4 Gasflessendepots en propaantanks 4.1 Door gasflessendepots en propaantanks aan de rand van het kampeerterrein te situeren wordt voorkomen dat op het kampeerterrein, te midden van de gasten gevaarlijke handelingen worden uitgevoerd. De opslag als zodanig heeft een bepaald risico in zich, maar vooral de logistieke handelingen zijn risicovol. Om deze reden zullen de centrale gasflessendepots en de propaantanks zoveel als mogelijk aan de zijkant van het kampeerterrein of in ieder geval niet in de nabijheid van de standplaatsen voor kampeermiddelen of de overige voor publiek 19

20 toegankelijke gebouwen moeten worden gesitueerd. Om reden van bereikbaarheid en ontvluchting is het niet aan te bevelen de opslaglocatie direct bij de hoofdingang van het kampeerterrein te situeren. Met de eis dat de opslagdepots en gastanks goed bereikbaar dienen te zijn wordt bedoeld dat deze opslaglocatie in geval van calamiteit goed bereikbaarheid is voor hulpverleningsdiensten zonder de ontvluchting van aanwezigen op het kampeerterrein te belemmeren of in gevaar te brengen. Omdat deze eis niet in de Brandveiligheidvoorwaarden voor kampeerterrein uit 1999 nog niet was opgenomen wordt aan exploitanten van bestaande kampeerterreinen niet de verplichting opgelegd om de aanwezige gasflessendepots en propaantanks op hun terreinen die niet aan de rand van hun terreinen zijn geplaatst te verplaatsen en de (veelal in het verleden vergunde) inrichting van hun terrein met het oog hierop te wijzigen. 4.2 Bij alternatieve situering en grotere volumes dient maatwerk in de op te leggen veiligheidseisen te worden bereikt. De PGS 15 Opslag van Gevaarlijke Stoffen, Richtlijn voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid (Ministerie van VROM, 2005) is hiervoor het referentiekader. 4.3 Omdat het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het zogenaamde Activiteitenbesluit ) alleen de afstand tussen gasflessendepots en woningen regelt is het met het oog op het waarborgen van de brandveiligheid op kampeerterreinen noodzakelijk om ook een afstandseis tussen gasflessendepots / propaangastanks en recreatieve onderkomens in deze brandveiligheidsvoorwaarden neer te leggen. Paragraaf III Installaties Artikel 5 Elektrische installaties 5.1. Geen toelichting 5.2. Op grond van lid 5.2 mag een elektrische installatie van een kampeermiddel niet worden aangesloten op de elektrische installatie van het kampeerterrein indien die installatie gevaar oplevert voor het ontstaan van brand. Dat gevaar wordt geacht niet aanwezig te zijn bij gebruik van een elektrische installatie die voldoet aan de daarop betrekking hebbende NEN-norm en de betreffende keuringsvoorschriften van de KEMA. Artikel 6 Gasinstallaties Alle voorschriften hebben betrekking op het voorkomen van lekkages en ophoping (en ontsteking) van brandbaar gas en het voorkomen van drukverhogingen in gasfl essen en -tanks Dit voorschrift is veelal niet van toepassing op vrijetijdsvoertuigen, maar op bouwwerken op het kampeerterrein, die aangesloten zijn op het aardgasnet Dit voorschrift is niet van toepassing op de gasleidingsystemen, maar op de verbruiksinstallaties, apparaten en toestellen zelf Dit voorschrift is van toepassing op vrijetijdsvoertuigen. 6.4 De NPR 2577 is een vertaling van de NEN-EN 1949 (en). Toch is een vangnet ingebouwd om te voorkomen dat tegenstrijdige formuleringen gelden. 20

Bijlage: Gebruikseisen kampeerterreinen. Brandveiligheidsvoorschriften. Bereikbaarheid

Bijlage: Gebruikseisen kampeerterreinen. Brandveiligheidsvoorschriften. Bereikbaarheid Bijlage: Gebruikseisen kampeerterreinen Brandveiligheidsvoorschriften Bereikbaarheid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van hulpverlening 1.1 De bij de inrichting behorende brandkranen

Nadere informatie

Bijlage 1: Brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen

Bijlage 1: Brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen Bijlage 1: Brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen Paragraaf I Bereikbaarheid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van hulpverlening 1.1 De bij de inrichting behorende brandkranen

Nadere informatie

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg A. Open ruimte bij en in de omgeving van de inrichting. 1. Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de brandweer 1.1. De bij de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Verordening brandbeveiliging gemeente Gulpen-Wittem 2007. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR77114_2 22 mei 2018 Brandbeveiligingsverordening Raadsbesluit Datum besluit: 3 februari 2005 De raad van de gemeente Neder-Betuwe; gelezen het voorstel

Nadere informatie

De raad van de gemeente Alblasserdam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 1993, nr. 4955;

De raad van de gemeente Alblasserdam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 1993, nr. 4955; CVDR Officiële uitgave van Alblasserdam. Nr. CVDR102152_1 17 april 2018 Brandbeveiligingsverordening De raad van de gemeente Alblasserdam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november

Nadere informatie

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 3 juni 2009 (de Zeekant van 24 juni 2009)

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 3 juni 2009 (de Zeekant van 24 juni 2009) Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 3 juni 2009 (de Zeekant van 24 juni 2009) met daarin verwerkt de wijzigingen zoals vervat in de 1e wijziging van 17 december 2009 en de 2e wijziging van

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. De raad van de gemeente Sliedrecht, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2006 gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985 (Stb. 87) b e s l u i t: vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. BRANDBEVEILIGINGVERORDENING De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gezien het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 12 mei 1995; gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985 (Stb.

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING TERNEUZEN 2010

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING TERNEUZEN 2010 BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING TERNEUZEN 2010 Brandveiligheidsvoorschriften kampeerterreinen uit de Zeeuwse handreiking Brandveiligheid Kampeerterreinen 2007 Paragraaf I Bereikbaarheid

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer:

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer: RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer: Onderwerp: Wijziging Brandbeveiligingsverordening Voorstel 1. Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2.

Nadere informatie

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen. Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 11b 3869 / 2006016316 Afdeling: Brandweer VERORDENING Datum: 10 mei 2007 Onderwerp: Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, (t.a.v. D.S.H. Elzinga)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, (t.a.v. D.S.H. Elzinga) Vergadering: 8 september 2009 Agendanummer: 7 Status: opiniërend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, 0595-447753 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. D.S.H. Elzinga)

Nadere informatie

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.:

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : Burg Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.: 2010006330 Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de Brandbeveiligingsverordening 2010 Programma : 4. Integrale veiligheid

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Brandbeveilingsverordening. Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer)

GEMEENTE HOOGEVEEN. Brandbeveilingsverordening. Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer) GEMEENTE HOOGEVEEN Onderwerp: Brandbeveilingsverordening De raad van de gemeente Hoogeveen; Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer) gelet op artikel 12 van de Brandweerwet

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 HET VOORKOMEN VAN BRAND EN HET BEPERKEN VAN BRAND EN BRANDGEVAAR

PARAGRAAF 3 HET VOORKOMEN VAN BRAND EN HET BEPERKEN VAN BRAND EN BRANDGEVAAR CVDR Officiële uitgave van Amstelveen. Nr. CVDR62676_1 8 mei 2018 Brandbeveiligingsverordening PARAGRAAF 1 ALGEMEEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. een inrichting:

Nadere informatie

BRANDBEVEILIGINGS- VERORDENING 2005

BRANDBEVEILIGINGS- VERORDENING 2005 BRANDBEVEILIGINGS- VERORDENING 2005 Vastgesteld door de raad, d.d. 31 maart 2005 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gezien het voorstel van het college van 8 maart 2005; gelet op artikel 12 van

Nadere informatie

Brandveiligheidsonderzoek. Camping De Heische Tip aan het Straatsven 4 te Zeeland (NB)

Brandveiligheidsonderzoek. Camping De Heische Tip aan het Straatsven 4 te Zeeland (NB) Brandveiligheidsonderzoek Camping De Heische Tip aan het Straatsven 4 te Zeeland (NB) Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013 Nr., Afdeling De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat: Op grond van het gestelde in artikel 3, tweede lid Wet veiligheidsregio's de gemeenteraad van Tiel een brandbeveiligingsverordening dient vast

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010

Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010 regeling nummer 6.2.2. Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010 vastgesteld 22 september 2010 bekendgemaakt 2010 inwerkingtreding 1 oktober 2010 laatste wijziging pagina 2 nr. 6.2.2 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaal houdende regels omtrent brandpreventiemiddelen Brandbeveiligingsverordening Lingewaal

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaal houdende regels omtrent brandpreventiemiddelen Brandbeveiligingsverordening Lingewaal GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lingewaal Nr. 186199 25 oktober 2017 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaal houdende regels omtrent brandpreventiemiddelen Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Jaar: 2009 Nummer: 49 Besluit: Gemeenteraad 12 mei 2009 Gemeenteblad BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING HELMOND 2009

Jaar: 2009 Nummer: 49 Besluit: Gemeenteraad 12 mei 2009 Gemeenteblad BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 49 Besluit: Gemeenteraad 12 mei 2009 Gemeenteblad BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING HELMOND 2009 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 21 juni 2010 Raadsvergadering : 7 oktober 2010 Agendapunt : 10-X-10 Bijlage(n) : Kenmerk : BMO/RW Commissie : Samenleving en bestuur Portefeuille :

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Boxtel 2015

Brandbeveiligingsverordening Boxtel 2015 De raad van de gemeente Boxtel Gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en het Bouwbesluit 2012 Besluit vast te stellen de volgende verordening met bijbehorende toelichting. Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 Citeertitel Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 november 2002 Nummer voorstel: 2002/173

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 november 2002 Nummer voorstel: 2002/173 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 november 2002 Nummer voorstel: 2002/173 Voor raadsvergadering d.d.: 17-12-2002 Agendapunt: 10 Onderwerp:

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening gemeente Overbetuwe 2012

Brandbeveiligingsverordening gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Brandbeveiligingsverordening gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 12RB000125 Nr. 13 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus

Nadere informatie

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2010 Citeertitel Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening

Brandbeveiligingsverordening Brandbeveiligingsverordening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld)

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676),

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676), VERORDENING BRANDBEVEILIGING 2012 De raad van de gemeente Lingewaal; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 maart 2012 gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146); Raadsbesluit De raad van de gemeente Tytsjerksteradiel; overwegende dat: - het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar,

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Nieuwegein gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2010;

Brandbeveiligingsverordening Nieuwegein gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR47380_3 22 mei 2018 Brandbeveiligingsverordening Nieuwegein 2010 De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012

Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012 Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. een ingerichte locatie: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR47498_1. Brandbeveiligingsverordening 2010

CVDR. Nr. CVDR47498_1. Brandbeveiligingsverordening 2010 CVDR Officiële uitgave van Hulst. Nr. CVDR47498_1 15 maart 2016 Brandbeveiligingsverordening 2010 De raad van de gemeente Hulst; - gelezen het voorstel van het college van 17 augustus 2010, nr. AV/10.0724;

Nadere informatie

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING BRANDVEILIG GEBRUIK. Bouwverordening 1997, artikel Aanschrijving :

AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING BRANDVEILIG GEBRUIK. Bouwverordening 1997, artikel Aanschrijving : AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING BRANDVEILIG GEBRUIK DOSSIERNR GV DOSSIER: Woningwet 2003, artikel 8, lid 2, sub a4 Datum ontvangst: Bouwverordening 1997, artikel 6.1.1 Dossiernummer Aanschrijving : Aan burgemeester

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR192433_1

CVDR. Nr. CVDR192433_1 CVDR Officiële uitgave van Hellevoetsluis. Nr. CVDR192433_1 7 november 2017 Brandbeveiligingsverordening Hellevoetsluis 2012 Nummer: 07-06-12/10 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2012, nr ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2012, nr ; Nr. 9 De raad van de gemeente Marum; gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk Lbr. 12/025, d.d. 16 februari 2012; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Handreiking Brandveiligheid. Kampeerterreinen Zeeland

Handreiking Brandveiligheid. Kampeerterreinen Zeeland Brandweer Handreiking Brandveiligheid Kampeerterreinen Zeeland 2007 Handreiking brandveiligheid kampeerterreinen Zeeland 2007 Versie: 25 april 2007, pagina 1/26 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding...3

Nadere informatie

Tekstuitgave van de Brandbeveiligingsverordening

Tekstuitgave van de Brandbeveiligingsverordening Tekstuitgave van de Brandbeveiligingsverordening De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010; gelet op artikel 3 van de Wet

Nadere informatie

Toelichting op bijlage 1: Brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen

Toelichting op bijlage 1: Brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen Toelichting op bijlage 1: Brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen Paragraaf I Bereikbaarheid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van hulpverlening Doel van deze voorschriften

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college no van 22 juni 2010;

gelezen het voorstel van het college no van 22 juni 2010; De raad van de gemeente Hattem, gelezen het voorstel van het college no. 201004929 van 22 juni 2010; gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146); overwegende

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 maart 2012 (kenmerk:bjz/2012/4442)

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 maart 2012 (kenmerk:bjz/2012/4442) CVDR Officiële uitgave van Nuth. Nr. CVDR185210_1 4 oktober 2016 Brandbeveiligingsverordening Nuth 2012 De raad der gemeente Nuth, Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Montfoort 2012-I

Brandbeveiligingsverordening Montfoort 2012-I De raad van de gemeente Montfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012; gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk ECGR/U201200218, d.d.

Nadere informatie

Jaar: 2012 Nummer: 80 Besluit: Gemeenteraad 6 november 2012 Gemeenteblad BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING HELMOND 2012

Jaar: 2012 Nummer: 80 Besluit: Gemeenteraad 6 november 2012 Gemeenteblad BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING HELMOND 2012 Jaar: 2012 Nummer: 80 Besluit: Gemeenteraad 6 november 2012 Gemeenteblad BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING HELMOND 2012 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Onderwerp: Vaststellen gewijzigde Brandbeveiligingsverordening Registratienummer: De raad van de gemeente Borger-Odoorn;

GEMEENTERAAD. Onderwerp: Vaststellen gewijzigde Brandbeveiligingsverordening Registratienummer: De raad van de gemeente Borger-Odoorn; GEMEENTERAAD Onderwerp: Vaststellen gewijzigde Brandbeveiligingsverordening 2010 Registratienummer: 12.04261 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

Parkeerverordening Valkenswaard 2016 Parkeerverordening Valkenswaard 2016 Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie: Gemeente Valkenswaard Officiële naam regeling: Parkeerverordening Valkenswaard 2016 Citeertitel: Parkeerverordening Valkenswaard

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening niet- bouwwerken gemeente Aalten. Verordening

Brandbeveiligingsverordening niet- bouwwerken gemeente Aalten. Verordening Brandbeveiligingsverordening niet- bouwwerken. gemeente Aalten Verordening Functie Vergunningverlener Brandveiligheid Datum 21-03- Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Begripsbepaling 3 3. Verbodsbepaling 3

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Brandbeveiligingverordening september

RAADSBESLUIT. Brandbeveiligingverordening september RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Brandbeveiligingverordening 2010 28 september 2010.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nr. 21/7, reg.nr. INTB ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nr. 21/7, reg.nr. INTB ; Nr. 247 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nr. 21/7, reg.nr. INTB-12-00149; gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 651036 Datum: Behandeld door: 14 maart 2012 mw CC. Agtersloot Afdeling/Team: Vergunningen, Toezicht en Handhaving / Vergunningen Onderwerp: Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Brandweer voorwaarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 1 Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid 1.1 De rijbaan en/of de calamiteitenroute moet over een breedte van 3,5 meter vrij blijven.

Nadere informatie

Beleidsregels Brandveiligheid Kampeerterreinen

Beleidsregels Brandveiligheid Kampeerterreinen Beleidsregels Brandveiligheid Kampeerterreinen Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sluis van 30 september 2010. De griffier, De voorzitter, 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding...

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

Brandveiligheidsplan. Kampeerterrein (naam kampeerterrein en adres invullen)

Brandveiligheidsplan. Kampeerterrein (naam kampeerterrein en adres invullen) Gemeente (naam gemeente invullen) Brandveiligheidsplan Kampeerterrein (naam kampeerterrein en adres invullen) Datum: (datum invullen) Versie 1.0 Datum 16 januari 2009 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...

Nadere informatie

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard.

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard. Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2012 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en De raad van de gemeente Valkenswaard; gelezen bet voorstel van het college van (datum en eventueel nummer) gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

Nadere informatie

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen Raadsbesluit Jaar./../.. Zaaknummer:Z18-006564 Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten 1 De bij het bouwwerk behorende brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen

Nadere informatie

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening Raadsbesluit nummer : Rb2009/05 Onderwerp : Verordening Brandveiligheid en hulpverlening De raad der gemeente Hulst gelet op; 1. artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, 2. artikel

Nadere informatie

Parkeerverordening 2013

Parkeerverordening 2013 RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Weert; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 149 en 225 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet

Nadere informatie

Concept Raadsvoorstel

Concept Raadsvoorstel Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 22 juni 2010 Onderwerp: Brandbeveiligingsverordening 2010 Voorgesteld besluit: De Brandbeveiligingsverordening 2010

Nadere informatie

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 (raadsbesluit van p.m.). De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 11 april 2017 Besluit vast te stellen de volgende RECLAMEVERORDENING

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening gemeente Olst-Wijhe

Brandbeveiligingsverordening gemeente Olst-Wijhe pagina 1 van 8 Zoek regelingen op overheid.nl Olst-Wijhe Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! Brandbeveiligingsverordening gemeente Olst-Wijhe 2012 Wetstechnische

Nadere informatie

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR40220_2 8 november 2016 VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST 2005 De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015) RIS 2014-650 PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER 2 december 2014 (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015) Inhoud Colofon... 2 Parkeerverordening Boxmeer 2015... 3 AFDELING I...

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf )

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf ) VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf 01-01-2017) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

Onderwerp Brandbeveiligingsverordening, aanpassing in verband met het Bouwbesluit 2012.

Onderwerp Brandbeveiligingsverordening, aanpassing in verband met het Bouwbesluit 2012. Raadsvoorstel Vergadering : 24 april 2012 Voorstelnummer : 04.10 Registratienummer : 12.004228 Portefeuillehouder : dr. M.W.M. de Vries Afdeling : Brandweer Bijlage(n) : 1 B&W-datum/nummer : 6 maart 2012,

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016; Nummer: 118-57 Portefeuillehouder: drs. L. Bromet Onderwerp: Vaststellen Parkeerverordening Waterland 2017 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening op het parkeren 2007

Verordening op het parkeren 2007 Verordening op het parkeren 2007 Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli

Nadere informatie

Parkeerverordening 2013

Parkeerverordening 2013 Parkeerverordening 2013 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Parkeerverordening 2013 Citeertitel Parkeerverordening Lelystad

Nadere informatie

in artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676);

in artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676); DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2012, raadsvoorstelnummer 2012/058/1; gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 11 juni

Nadere informatie

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13 Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13 Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen 2010 Status In werking Algemene informatie Deze verordening stelt regels ten aanzien

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening. Schouwen-Duiveland 2009

Brandbeveiligingsverordening. Schouwen-Duiveland 2009 Brandbeveiligingsverordening Schouwen-Duiveland 2009 INHOUDSOPGAVE: PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 3 PARAGRAAF 2. GEBRUIKSVERGUNNING... 3 PARAGRAAF 3. GEBRUIKSMELDING... 4 PARAGRAAF 4. HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017 Berg en Dal

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017 Berg en Dal Wetstechnische informatie Protocol Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp

Nadere informatie

Voorgesteld besluit 1. De Brandbeveiligingsverordening 2010 in te trekken. 2. De Brandbeveiligingsverordening 2012 vast te stellen.

Voorgesteld besluit 1. De Brandbeveiligingsverordening 2010 in te trekken. 2. De Brandbeveiligingsverordening 2012 vast te stellen. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0037 A 10 12/346 Onderwerp: Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 Portefeuillehouder: C. Bijl Brandweer N.M. Poorthuis,

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2016 (versie geldig vanaf )

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2016 (versie geldig vanaf ) VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2016 (versie geldig vanaf 01-01-2016) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 Standplaatsverordening 2001 (raadsbesluit van 31 mei 2001) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 mei 2001 Besluit vast te stellen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.14 april 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.14 april 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sluis. Nr. 55241 25 juni 2015 Verordening 'kleinschalig kamperen Sluis' De raad van de gemeente Sluis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2014 (versie geldig vanaf )

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2014 (versie geldig vanaf ) VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2014 (versie geldig vanaf 01-01-2014) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

tvt* Raadsvoorstel stuknr. B. en W RA A 11 10/755 jaar stuknr. categorie/agendanr. Portefeuillehouder: C. Bijl

tvt* Raadsvoorstel stuknr. B. en W RA A 11 10/755 jaar stuknr. categorie/agendanr. Portefeuillehouder: C. Bijl ,rt\ tvt* c0 Raadsvoorstel jaar stuknr. categorie/agendanr. stuknr. Raad B. en W. 2010 RA10.0081 A 11 10/755 Onderwerp: Vaststelling Brandbeveiligingsverordening 2010 Portefeuillehouder: C. Bijl ( ) Dienst

Nadere informatie

Parkeerverordening. C!! emborg

Parkeerverordening. C!! emborg Parkeerverordening 202 C!! emborg De raad van de gemeente Culemborg gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 juni 2012, registratienummer 1207821/4134; gelet op artikel

Nadere informatie

Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.)

Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.) Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010 WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten

Nadere informatie

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010 WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten

Nadere informatie

Omgevingsvergunning (met reguliere voorbereidingsprocedure) EN ONTHEFFING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Omgevingsvergunning (met reguliere voorbereidingsprocedure) EN ONTHEFFING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING Beschikking Omgevingsvergunning (met reguliere voorbereidingsprocedure) EN ONTHEFFING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING Burgemeester en Wethouders hebben op 25 mei 2018 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018; Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018; gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de

Nadere informatie

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren CVDR Officiële uitgave van Harlingen. Nr. CVDR30959_1 16 augustus 2016 Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Raad : 20 augustus 2008 Agendanr.

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2009;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2009; besluit van de gemeenteraad voorstelnummer div-nummer 567845 56 onderwerp Vaststellen belastingverordeningen 2010 de raad van de gemeente gouda Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017; De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017; gelet op de artikelen 149 en 151c, eerste lid, van de Gemeentewet; besluit vast

Nadere informatie

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007) CVDR Officiële uitgave van Heerhugowaard. Nr. CVDR42259_1 7 november 2017 Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening

Nadere informatie

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken. Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken Bijlage behorende bij artikel 6.2.1, eerste lid Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten 1 De bij het bouwwerk behorende brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545; Gemeentebestuur Ontwerp besluit De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan:

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan: gemeente Hardinxveld-Giessendam (Ontwerpbesluit)OMGEVINGSVERGUNNING GemHG/UIT/48734 Zaaknummer: O 2018-124 Gezien het verzoek ingekomen op 9 oktober 2018 van Stichting Waardeburgh Vastgoed, Bonkelaarplein

Nadere informatie

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 Algemene plaatselijke verordening 2005

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 Algemene plaatselijke verordening 2005 Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 Algemene plaatselijke verordening 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling gemeente Papendrecht

Nadere informatie

Aanvraagformulier tentvergunning

Aanvraagformulier tentvergunning Valkenburg aan de Geul t.a.v. afdeling Brandweer Postbus 998 6300 AZ Valkenburg aan de Geul Aanvraagformulier tentvergunning Woningwet 1991, artikel 8, lid 2, sub a4 of brandweerwet 1985, artikel 12 Bouwverordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013 HAVENVERORDENING GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013 gelet op de artikelen

Nadere informatie