Exclusieve modellen en modecreaties om te breien

Transcriptie

1 10 Exclusieve modellen en modecreaties om te breien De grootste in unieke verzamelwerken en collecties... De sjaal met blaadjes en de baret

2 Exclusieve modellen en modecreaties om te breien De grootste in unieke verzamelwerken en collecties RLM NV, Willemstad, 2012 Lecturama, Willemstad, 2012 RCS Libri s.p.a. Passioni di Maglia Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient menzich tot de uitgever te wenden. DE SYMBOLEN BIJ DE PATRONEN Alle patronen worden gedetailleerd uitgelegd, zodat iedereen, zowel beginners als gevorderden, ze kan maken. Bij elk patroon staat een symbool dat de moeilijkheidsgraad aangeeft: Eenvoudig: zowel eenvoudige breisteken als eenvoudige modellen Gemiddeld: moeilijkere steken, maar wel te doen voor ongeoefende breiers Moeilijk: moeilijke steken die goede breivaardigheden vereisen DE AFKORTINGEN Aangezien we de tekst makkelijk leesbaar en beknopt wilden houden, hebben we gebruik gemaakt van afkortingen: in een cursuskaart, in de loop van het werk, zal meer over dit onderwerp uitgeweid worden, en deze geeft ook alle symbolen weer bij elk stekenoverzicht. Hieronder staan de meest voorkomende afkortingen. afh. = afhechten aver. = averecht br. = breien gekr. = gekruist herh. = herhalen hulpnld. = hulpnaald kantst. meerd. mind. nld. omsl. opz. = kantsteek = meerderen = minderen = naald(en) = omslaan/omslag = opzetten overh. = overhalen r. = recht verdr. = verdraaid verv. = vervolgen, verder gaan vlgd. = volgende De informatie met één of meer asterisken (*) geeft aan hoe en hoeveel keer de handeling moet worden herhaald. Bij fantasiesteken wordt het motief beschreven door een veelvoud van steken, dat tussen twee asterisken staat. Genoemde wolkleur en -merk zijn slechts een suggestie. U kunt uiteraard zelf een ander merk en een kleur naar keuze gebruiken.

3 11 De sjaal met blaadjes CREËER met de stylist en de baret Met deze sjaal met blaadjes en de bijbehorende streepjesbaret heeft u alweer een origineel ontwerp van ons exclusieve breiatelier in handen. Bij iedere aflevering hoort een kluwen garen van de Collectie Grignasco Knits en krijgt u duidelijke uitleg, die het zowel voor beginners als gevorderden mogelijk maakt deze unieke kleurige accessoires te breien.

4 De sjaal met blaadjes De komende afleveringen maakt u met het kluwen garen van de Grignasco-collectie en de duidelijke uitleg de blaadjes die samen de sjaal maken: elk blaadje heeft een bijzondere vorm en bewerking die het doen onderscheiden van de anderen, doch allemaal zijn ze ontworpen om uw creatie uniek te maken. Het garen De bordeaux kluwen, enkelvoudig gebruikt, van de Grignascocollectie, behorende bij deze aflevering, is voldoende voor het maken van de negen berkenblaadjes die worden uitgelegd op de volgende kaart. Het berkenblaadje De compositie Op de tekening zijn de eerste negen blaadjes aangegeven die gemaakt worden met Gristart 50 in de kleur bordeaux van de Grignasco-collectie. Om het werk soepel en licht te houden gebruikt u de breipennen nr. 5 die u heeft ontvangen bij aflevering1.

5 CREËER met de stylist 11 De blaadjes die samen de sjaal vormen Berk Laurier Plataan Hedera Eik Esdoorn De baret Als alle blaadjes gebreid zijn en de sjaal gemaakt is, kan er met een nieuwe bordeaux kluwen, die u bij aflevering 16 aantreft, en de overgebleven wol van de blaadjes, een exclusieve baret met gekleurde strepen worden gemaakt. U hoeft alleen de duidelijke uitleg te volgen voor het maken van twee zeer bijzondere accessoires!

6 Het berkenblaadje Deze wordt gemaakt door het breien van symmetrische en regelmatige meerderingen en minderingen. 1 Zet breed 5 steken op met de breinaalden nr Diagram Brei het blad over 43 naalden en volg het schema en de uitleg nauwkeurig: de oneven naalden (voorkant van het werk) worden van rechts naar links gelezen.alle even naalden worden averecht gebreid. 3 Als het blaadje klaar is, de laatste steek afhechten en de draad door de zijkant steken. Houd de begindraad (opzet), die heeft u nog nodig voor het aan elkaar zetten van de blaadjes. Op deze wijze maakt u de eerste negen blaadjes van uw sjaal. Uitleg = 1 st. recht = 1 omslaan = 1 enkele overh. = 2 st. recht samenbreien = 1 dubbele overh. Elk vierkantje komt overeen met 1 steek en 1 naald Brei de even naalden averechts 5 steken naald Het uitvoeren van nieuwe bewerkingen Omslaan Sla de draad om over de rechternaald, tussen twee steken en met een beweging zoals aangegeven op de tekening. 2 rechte st. samenbreien Steek de punt van de rechternaald in de 2 steken van de linkernaald en brei de 2 steken recht samen zodat er 1 steek ontstaat. Enkele overhaling Passeer 1 steek zonder deze te breien, houd de draad daarbij aan de achterkant van het werkstuk, brei de volgende steek recht en haal dan de overgeslagen steek over de gebreide steek. Dubbele overhaling Passeer 1 steek zonder deze te breien, houd de draad daarbij aan de achterkant van het werkstuk, brei de 2 volgende steken recht samen en haal dan de overgeslagen steek over de samengebreide steken.

7 19 Trui open steek BREIEN modieus

8 Slechts één steek die door het steeds wisselen van de naalden een bijzonder effect oplevert. De keuze voor een dik maar licht garen van wolmengsel, maakt dit kledingstuk nog specialer. MOEILIJKHEID: bewerkelijk De steek is gebaseerd op een spel van regelmatige meerderingen en minderingen. MAAT: 38 BENODIGDHEDEN 650 g. Divino-garen van Grignasco Knits kleur grijs nr. 121 breinaalden nr. 7, 8, 9, 10 en 11 wolnaald met afgeronde punt GEBRUIKTE STEKEN Met de breinld: ribbelsteek; pauwensteek PROEFLAPJES 10 x 10 cm gebreid in pauwensteek met nld. nr. 7 = 12 st. en 17 nld. 10 x 10 cm gebreid in pauwensteek met nld. nr. 9 = 11 st. en 12 nld. 10 x 10 cm gebreid in pauwensteek met nld. nr. 11 = 9,5 st. en 10 nld. UITVOERING Achterpand:zet met nld.nr.9 56 st. op en brei 2 nld. in ribbelsteek, gelijk aan 1 cm. Ga verder in pauwensteek over 18 nld.met nld.nr.9,gelijk aan 15 cm, over 28 nld. met nld. nr. 8, gelijk aan 22 cm, en vervolgens met nld. nr. 7 tot het einde.tegelijkertijd op 3,5 cm vanaf het begin van het breiwerk met nld. nr. 7, gelijk aan 6 nld., dus bij een totale hoogte van 41,5 cm, voor de armsgaten aan beide kanten 2x 3 st.en 1 st.afhechten.bij het afhechten voor de armsgaten moeten de omslagen met de betrokken 2 aver. samengebreide steken overeenkomen en als de afhechtingen voor de armsgaten zijn afgerond, ter hoogte van de 1e nld. van het patroon als volgt rechts verder breien: 2 st. aver., 2 st. aver. samenbreien, (1 st. aver., 1 omslaan) dit 4x herhalen, 3 keer 2 st. aver. samenbr., dit motief voortzetten over de 18 middelste steken en afwerken door het breien van:2 st.aver.samenbreien gedurende 3 keer, (1st. aver., 1 omslaan) gedurende 4 keer, 2 st. aver. samenbreien, 2 st. aver. Op 16,5 cm van het begin van het armsgat, gelijk aan 28 nld.,voor de schouders aan de zijkanten 10 st.afhechten en op de 26 overgebleven st. verdergaan voor de hals; bij de volgende 1e nld. van het motief breien: 2 st. aver., 1 omslaan, 2 st. aver. samenbreien, verdergaan met het motief over de middelste 18 st., eindigen met 2 st.aver.samenbreien,1 omslaan, 2 st. aver. Op 6 cm van de onderkant van de hals, gelijk aan 10 nld., de overgebleven 26 st. afhechten door deze averechts te breien aan de voorkant van het werk. Voorpand: op dezelfde wijze breien als het achterpand. Mouw: zet met nld. nr st. op en brei 2 naalden ribbelsteek, gelijk aan 1 cm. Brei de 38 middelste st. in pauwensteek, de st. aan de zijkanten averechts op de 1e, 2e en 4e naald van het motief,en recht op de 3e nld. Brei tegelijkertijd over 12 nld.met nld. nr. 11, gelijk aan 12 cm., over 12 nld. met nld. nr. 10, gelijk aan 11 cm, over 20 nld.met nld.nr.8,gelijk aan 15 cm, daarna met nld.nr.7 tot het einde.bij een totale hoogte van 5 cm,gelijk aan 6 nld., op 3 st. vanaf de kant 3x 1 st. per 8 nld. minderen (ter hoogte van de 1e nld.van het motief voor de eerste twee minderingen 2 st. aver. samenbreien, voor de laatste mindering de eerste en de laatste 2 aver.samengebreide steken vervangen door 3 aver. samengebreide steken). Op 16 cm van het begin van het werk met nld.nr.7,gelijk aan 28 nld.,2 st.afhechten aan de zijkanten voor de armsgaten en verder breien door op 1 st.van de kant 9 maal 1 st. per 2 nld. te minderen (brei rechts een enkele overh., links 2 st.r.samenbreien).bij het breien van de 1e nld.van het motief moeten de omsl. in overeenstemming worden gebracht met de betreffende samengebreide 2 st.aver.op 6 cm van het begin van de armsgaten, gelijk aan 20 nld., de 16 overgebleven steken afhechten. AFWERKING De schoudernaden en de zijkanten van de hals dichtnaaien, de zijnaden dichtnaaien en de mouwen sluiten en inzetten. DE MATEN VAN DE TRUI UITLEG OVER DE STEEK Pauwensteek (aantal st. dat een veelvoud is van ): 1e nld: 1 st. aver., * 3x 2 st. aver. samenbreien, (1 st. aver., 1 omslaan) dit 6x herhalen,3 keer 2 st.aver.samenbr.*,herh. C van * tot * en eindig met 1 st. aver. 2e en 4e nld.: averecht; 3e nld: recht. 8 Herhaal steeds de 1e t/m de 4e nld. VOORPAND EN ACHTERPAND 51 9,5 13 9,5 16,5 M 41, e nld.: herhalen vanaf de 1e nld 1 naald 1 eindsteek 18 steken herhalen 1 beginsteek 3 Uitleg = 1 st. recht = 1 st. aver. = 1 omslaan = 2 st. averecht samenbreien Elk vierkantje komt overeen met 1 steek en 1 naald. MOUW 55 46

9 20 Jasje met strepen BREIEN modieus

10 Zorgvuldig gemengde strepen voor dit jasje met moderne snit en korte sjaalkraag. Hierbij geen knopen maar een gebreide ceintuur. Het gebruikte garen is gemengde alpacawol. MOEILIJKHEID: eenvoudig De enige moeilijkheid is het veranderen van kleur aan het begin van de naald. MAAT: 38 BENODIGDHEDEN 1150 g Tyrol-garen van Grignasco Knits waarvan 250 g in elk van de volgende kleuren: roomwit nr. 550, bruin nr. 552, roodbruin nr. 567 en 200 g in elk van de volgende kleuren: oranje nr. 093 en rood nr. 652 breinaalden nr. 7 wolnaald met afgeronde punt GEBRUIKTE STEKEN Met de breinld: dubbele gerstekorrelst. PROEFLAPJE 10 x 10 cm gebreid in dubbele gerstekorrelsteek = 14 st. en 20 nld. UITVOERING Achterpand:zet met nld.nr.7 in rood 63 st. op en brei in dubbele gerstekorrel over 6 nld. met rood, 12 nld. met bruin, 8 nld. met oranje, 8 nld. met roomwit, 12 nld. met roodbruin, 4 nld. met roomwit,12 nld.met bruin,12 nld. met oranje,12 nld.met rood,4 nld.met roodbruin, 6 nld. met roomwit, 4 nld. met bruin, 10 nld. met rood, 6 nld. met oranje, 8 nld. met bruin en 12 nld. met roomwit. Minder tegelijkertijd bij een totale hoogte van 9 cm, gelijk aan 18 nld.,aan weerszijden,1 st.v.a.de kant,6 x 1 st.na iedere 6e nld. (rechts 1 enkele overhaling, links 2 st. recht samenbreien). Bij een totale hoogte van 36 cm,gelijk aan 72 nld.,aan weerszijden 3 x 1 st. na iedere 6e nld. meerd. (brei 1 st. aver. of 1 st. recht gedraaid in de schuine draad).bij een totale hoogte van 48 cm, gelijk aan 96 nld., aan weerszijden voor de armsgaten 2 st.afhechten en op 1 st. vanaf de kant,4 x 1 st.na iedere 2e nld. het armsgat, gelijk aan 38 nld., aan weerszijden voor de schouders na iedere 2e nld. 7 st. en 6 st. afhechten, en met roomwit de 19 overgebleven middensteken voor de halsopening afhechten. Voorpand links: met nld.nr.7 en rood 43 st. opzetten en in dubbele gerstekorrel breien, waarbij de kleuren moeten worden afgewisseld zoals bij de voorkant. Minder tegelijkertijd bij een totale hoogte van 9 cm, gelijk aan 18 nld., aan de rechterzijde op 1 st. v.a. de kant, 6 x 1 st. na iedere 6e nld. Bij een totale hoogte van 36 cm,gelijk aan 72 nld.,aan de rechterkant 3 x 1 st. na iedere 6e nld. meerderen. Bij een totale hoogte van 48 cm, gelijk aan 96 nld., voor het armsgat aan de rechterkant 2 st. afhechten en op 1 st.vanaf de kant,4 x 1 st.na iedere 2e nld minderen. Op 19 cm van het armsgat, gelijk aan 38 nld., aan de rechterzijde voor de schouder na iedere 2e nld. 7 st. en 6 st. afhechten.voor de hals verder breien over 8 nld. met roodbruin en 4 nld. oranje; laat de 21 overgebleven steken wachten. Voorpand rechts: wordt gemaakt op dezelfde wijze als het linkervoorpand, op symmetrische wijze. Mouw:zet met nld.nr.7 in roomwit 35 st. op en brei in dubbele gerstekorrel over 4 nld. met roomwit, 12 nld. met roodbruin, 4 nld. in roomwit, 12 nld. met bruin, 12 nld. met oranje, 12 nld. met rood, 4 nld. met roodbruin, 6 nld. met roomwit, 4 nld. met bruin, 10 nld. met rood, 6 nld. met oranje, 8 nld. met bruin en 4 nld. met roomwit. Meerder tegelijkertijd bij een totale hoogte van 6 DE MATEN VAN HET JASJE 4 9,5 14 9,5 4 ACHTERPAND 1, ,5 9 4 VOORPAND LINKS L 6 1, cm,gelijk aan 12 nld.,aan weerszijde op 1 st. v.a. de kant, 4 x 1 st. na iedere 14e nld. Bij een totale hoogte van 33 cm, gelijk aan 66 nld., aan weerszijden voor de kop van de mouw 2 st.afhechten en op 1 st.vanaf de kant,15 x 1 st.na iedere 2e nld. minderen. Op 16 cm van het begin van het armsgat,gelijk aan 32 nld., de 9 overgebleven steken afhechten. Ceintuur: met nld. nr. 7 en bruinrood 7 st. opzetten en in dubbele gerstekorrel breien.bij een totale hoogte van 210 cm, gelijk aan 420 nld., alle steken afhechten. AFWERKING De schoudernaden en de zijnaden dichtnaaien, de mouwen sluiten en inzetten. Zet met de naald en in tricotsteek één voor één de steken van de verlengde hals aan de voorkanten vast, zet daarna de binnenste naad vast aan de hals aan de achterkant. UITLEG OVER DE STEEK Dubbele gerstekorrel (een oneven aantal steken): 1e nld: * 1 st. recht, 1 st. aver. *, herh. van * tot *, 1 st. recht.; 2e nld. en alle even nld: de st. breien zoals ze zich voordoen; 3e nld: * 1 st. aver., 1 st. recht *,herh.van * tot *,1 st.aver.;5e nld: herh. vanaf de 1e nld. 12,5 6 12,5 M MOUW minderen. Op 19 cm van het begin van