draagmoederschap een juridische analyse van het hoogtechnologisch draagmoederschap Scriptie master gezondheidsrecht UVA juli 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "draagmoederschap een juridische analyse van het hoogtechnologisch draagmoederschap Scriptie master gezondheidsrecht UVA juli 2012"

Transcriptie

1 draagmoederschap een juridische analyse van het hoogtechnologisch draagmoederschap Scriptie master gezondheidsrecht UVA juli 2012 Johanna van Groenigen studentnr: scriptiebegeleider: Mr. R.P. Wijne

2 Inhoud Inleiding... 4 Hoofdstuk Conceptie en draagmoederschap; een verkenning Inleiding Fysiologische conceptie Artificiële conceptie Algemeen Kunstmatige inseminatie In-vitrofertilisatie en embryotransfer Draagmoederschap Algemeen Laagtechnologisch draagmoederschap Hoogtechnologisch draagmoederschap Samenvatting Hoofdstuk Juridische en praktische problemen bij hoogtechnologisch draagmoederschap Inleiding De juridische ouders De ontheffingsprocedure aangaande het gezag van de draagmoeder De adoptieprocedure Draagmoederschapcontract Het belang van het kind Samenvatting Hoofdstuk Rechterlijke interpretatie van art. 1:198 BW en art. 1:266 BW Inleiding Verschil tussen grammaticale en teleologische interpretatie Analyse jurisprudentie Samenvatting Hoofdstuk Regelingen betreffende draagmoederschap in het buitenland Inleiding Griekenland Wettelijke regelingen en de analyse van deze regelingen Jurisprudentie Verschillen met Nederland

3 4.2. Engeland Wettelijke regelingen en de analyse van deze regelingen Jurisprudentie Verschillen met Nederland Verenigde Staten Wettelijke regelingen en de analyse van deze regelingen Jurisprudentie Verschillen met Nederland Samenvatting Conclusie Aanbeveling Literatuur

4 Inleiding De maatschappij verandert onder invloed van de revolutionaire technologische vooruitgang in een hoog tempo en het moge duidelijk zijn dat het einde hiervan nog niet in zicht is. Kon bij vorige generaties een kind nog bij de ouders om raad vragen, vandaag de dag ziet het er naar uit dat de rollen zijn omgedraaid, en dat het veelal de ouders zijn die bij hun kinderen informeren hoe nu die nieuwe technologische apparatuur functioneert. Binnen één generatie werden grammofoonplaten vervangen door tapes en even later door cd s. Televisie beheerst ons leven en de computer heeft zich binnen enkele jaren een bepalende en onmisbare functie in de samenleving verworven. Genoemde technologische vooruitgang heeft ook grote veranderingen teweeg gebracht in de medische wetenschap. Door de introductie van de CT-scan, MRI- en Pet- scan is er een enorme vooruitgang geboekt wat de diagnostiek betreft en ook door betere medicatie, veiligere bestraling en minimal invasive surgery, is belangrijke therapeutische winst bereikt. Door toegenomen kennis van en inzichten in de genetica en procreatie zijn er echter ook mogelijkheden ontstaan die volgens sommigen de grenzen van het ethisch toelaatbare benaderen, dan wel overschrijden. Het is duidelijk dat er religieuze groeperingen zijn die het onjuist vinden dat de mens ingrijpt in het fysiologische voortplantingsmechanisme. Naast deze voor ieder bekende wijze van voortplanting zijn er verschillende nieuwe mogelijkheden ontwikkeld om zwangerschap te bewerkstelligen. Dit schiep perspektief voor de mannen en vrouwen bij wie het voorheen onmogelijk was zich voort te planten door onvruchtbaarheid van één van beiden of vanwege een aanmerkelijke kans op ernstige genetische afwijkingen. In 1978 werd de eerste IVF-baby geboren. 1 Daarna lag de weg open voor het hoogtechnologisch draagmoederschap. Via embryotransfer ontstond de mogelijkheid een bevruchte eicel te plaatsen in de baarmoeder van een andere vrouw, die hoewel niet de biologische moeder, de zwangerschap ten behoeve van een wensmoeder volbrengt. 2 Door deze techniek wordt de kans voor wensouders om een biologisch eigen kind te kunnen krijgen, aanmerkelijk vergroot. 1 Leenen e.a. 2007, p Leenen e.a. 2007, p

5 In de Nederlandse wetgeving wordt echter het mater semper certa beginsel gehanteerd, hetgeen inhoudt dat degene die het kind draagt en baart de juridische moeder is, ongeacht de procedure die is toegepast om tot een zwangerschap te komen. Bij het hoogtechnologisch draagmoederschap is degene die het kind draagt en baart echter niet de biologische moeder, waardoor een spanningsveld ontstaat tussen de begrippen juridische en biologische moeder. De juridische status van het kind en de wensouders kan vervolgens alleen via familierechtelijke figuren gewijzigd worden. 3 Na de geboorte dient de draagmoeder afstand te doen van het kind en door de rechter van het ouderlijk gezag ontheven worden waarna de wensouders de adoptieprocedure in gang kunnen zetten. Dit is een lange, moeizame en vooral ook een emotionele weg. 4 Deze procedure geeft geen rechtszekerheid vooraf, aangezien de rechter pas achteraf oordeelt of de wensouders als juridische ouders met ouderlijk gezag belast zullen worden. 5 Een negatief oordeel van de rechter kan een aanzienlijk probleem opleveren, zowel voor de draagmoeder als voor de wensouders. Wet- en regelgeving, voor een belangrijk deel historisch geëvolueerd, weerspiegelen doorgaans de heersende ethische en godsdienstige norm ten tijde van hun formulering en het moge duidelijk zijn dat dergelijke normen en waarden minder snel veranderen dan de revolutionaire toename van de technische mogelijkheden. Deze scriptie heeft het hoogtechnologisch draagmoederschap met het genetisch materiaal van de wensmoeder en de wensvader tot onderwerp, aangezien het hiervoor beschreven spanningsveld tussen de begrippen juridische moeder en biologische moeder hier het scherpst tot uiting komt. Met behulp van literatuur- en jurisprudentieonderzoek wordt nagegaan of het mogelijk is de huidige wetgeving op dit gebied aan te passen. Door de ontwikkeling van de medische techniek betreffende procreatie, is het de vraag of art. 1:198 BW - in welk artikel is neergelegd dat de moeder van een kind de vrouw is uit wie het kind is geboren of die het kind heeft geadopteerd - hedentendage nog voldoet. 3 Leenen e.a. 2007, p Leenen e.a. 2007, p Boele-Woelki e.a. 2011, p

6 De probleemstelling luidt: Voldoet artikel 1:198 van het Burgerlijk Wetboek nog in de huidige tijd gezien de ontwikkelingen in de medische wetenschap, die het hoogtechnologische draagmoederschap mogelijk hebben gemaakt? Ter beantwoording van de vraag probeer ik een antwoord op de probleemstelling te formuleren met behulp van de volgende deelvragen: 1. Wat behelst het draagmoederschap in algemene zin en wat zijn de juridische consequenties van het hoogtechnologisch draagmoederschap? 2. Wat heeft de wetgever bedoeld bij het formuleren van artikel 1:198 BW en wat zijn de praktische problemen waarmee de rechter wordt geconfronteerd indien biologische ouders na hoogtechnologisch draagmoederschap het juridische ouderschap wensen te verwerven? 3. Wat is de betekenis van de visie van de Hoge Raad aangaande de juridische problematiek die ontstaat bij het noodzakelijk afstand doen door de juridische moeder ten behoeve van de adoptie van het kind door de biologische ouders in geval van hoogtechnologische draagmoederschap? 4. Zijn er wettelijke regelingen in het buitenland op dit gebied? In hoofdstuk 1 wordt aandacht besteed aan verschillende conceptiemogelijkheden en wordt uiteen gezet wat wordt verstaan onder draagmoederschap in algemene zin en onder hoogtechnologisch draagmoederschap in het bijzonder, evenals de juridische consequenties die eraan verbonden zijn. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de de juridische consequenties van het hoogtechnologisch draagmoederschap. Ook wordt in dit hoofdstuk een analyse geformuleerd van de betekenis van art. 1:198 en art. 1:199 van het Burgerlijk Wetboek. In hoofdstuk 3 wordt stilgestaan bij de praktische problemen waarmee de rechter wordt geconfronteerd indien hij uitspraak moet doen op het verzoek van de draagmoeder om van het gezag over het kind, dat zij ten behoeve van de wensouders heeft gedragen, te worden 6

7 ontheven. Tevens wordt hier de uitspraak van de uitspraak van de Hoge Raad die hiermee samenhangt, becommentarieerd. In hoofdstuk 4 wordt nagegaan of, en in hoeverre er wetgeving in het buitenland bestaat die ziet op het hoogtechnologisch draagmoederschap en wat deze inhoudt. Tenslotte volgt de conclusie met aanbeveling. 7

8 Hoofdstuk 1 Conceptie en draagmoederschap; een verkenning 1.0. Inleiding In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de fysiologische conceptie en de diverse methodes van artificiële conceptie zoals de kunstmatige inseminatie, in-vitrofertilisatie en het draagmoederschap besproken. Aangezien art. 1:198 BW stelt dat de vrouw die het kind gebaard heeft de moeder is, levert dit feit een spanningsveld op in geval van hoogtechnologisch draagmoederschap, waarbij de vrouw die het kind baart, dit doet ten behoeve van een andere vrouw, de wensmoeder. De draagmoeder heeft niet de intentie het kind zelf op te voeden en te verzorgen, maar draagt het kind met de bedoeling het na de geboorte af te staan aan de wensmoeder. Er zijn tegenwoordig vele mogelijkheden om in geval van onvruchtbaarheid of erfelijke afwijkingen toch zwanger te worden. De fysiologische voortplanting is echter het uitgangspunt geweest voor de wetgeving die vandaag de dag de basis is voor de rechterlijke beoordeling. In paragraaf 1.1. wordt stilgestaan bij de fysiologische conceptie en juridische consequentie daarvan. In paragraaf 1.2 wordt de artificiële conceptie besproken, waaronder de kunstmatige inseminatie, invitrofertilisatie en embryotransfer, evenals het draagmoederschap. In paragraaf 1.3. volgt de samenvatting. 1.1.Fysiologische conceptie Fysiologische bevruchting bij zoogdieren geschiedt inwendig, waarbij de mannelijke geslachtscellen zich een weg banen door vulva, baarmoeder, en eileider van de vrouw om in de vrije buikholte het ovum te bereiken. Door versmelting van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen wordt de celdeling geïnduceerd en vervolgens zal het bevruchte eitje zich via de eileider naar de baarmoeder begeven, waar innesteling volgt. Na circa 38 weken zal de vrucht de baarmoeder verlaten en via het baringskanaal geboren worden. Bij problemen, bijvoorbeeld in de vorm van een te nauw baringskanaal of een abnormale ligging, is de keizersnede een mogelijkheid, waarbij het kind door middel van een operatieve ingreep geboren wordt. Natuurlijk is een operatie niet fysiologisch, maar deze 8

9 ingreep ziet niet op de conceptie en heeft geen invloed op de juridische of biologische relatie tussen moeder en kind. Het is van belang dat het in alle gevallen van fysiologische conceptie duidelijk is wie de biologische moeder is. Het is dan ook begrijpelijk dat de wetgever haar ook tot juridisch moeder verklaart, op grond van het feit dat het kind uit deze vrouw geboren is zoals is neergelegd in art. 1:198 BW. De biologische positie van de vader blijft onduidelijk aangezien hij er nimmer zeker van kan zijn dat het zijn geslachtscellen zijn geweest die 38 weken te voren het eitje van de vrouw als eerste hebben bereikt Artificiële conceptie Algemeen Bij de artificiële conceptie wordt de bevruchting door tussenkomst van menselijk handelen bewerkstelligd. Er wordt een kort overzicht gegeven van de technische mogelijkheden, doch de scriptie zal hierna louter het hoogtechnologisch draagmoederschap met het genetisch materiaal van de wensmoeder en de wensvader als onderwerp hebben Kunstmatige inseminatie Er zijn twee vormen van kunstmatige inseminatie; inseminatie met sperma van de echtgenoot of partner (KIE) of met sperma van een donor (KID). Bij kunstmatige inseminatie met het sperma van een donor (KID) wordt door een arts semen, doorgaans afkomstig van een spermabank, via artificiële weg bij de vrouw ingebracht. Zelfinseminatie met semen van een bekende is echter ook mogelijk. Sperma van bloedverwanten komt om begrijpelijke redenen niet in aanmerking. 7 Een kind dat staande het huwelijk via KID wordt geboren heeft de eventuele echtgenoot als vader, mits hij heeft ingestemd met de procedure. 8 De spermadonor wordt geen vader. De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting is van toepassing bij de KID-procedure evenals art. 5-7 van de Embryowet. 9 6 Kloosterman, p.76 7 Art. 1:141 BW. 8 Art. 1:199 BW jo art. 1:200 lid 3 BW. 9 Leenen e.a. 2007, p

10 Binnen een huwelijk moet de echtgenoot met KID instemmen. Indien hij niet instemt, kan hij de wettigheid van het kind ontkennen. 10 Duidelijk is dat bij KID de juridische moeder tevens de biologische moeder zal zijn. De juridische vader is niet de biologische vader In-vitrofertilisatie en embryotransfer Bij in-vitroferstilisatie worden mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen buiten het lichaam van de vrouw samengebracht, waarna het aldus ontstane embryo bij de vrouw wordt geïmplanteerd, de embryotransfer. In-vitrofertilisatie (hierna IVF) kan worden verricht met eigen geslachtscellen van het betrokken paar, doch ook met gedoneerde eicellen en zaadcellen. 12 Combinaties zijn ook mogelijk. Uitgaande van een echtpaar A doen zich de volgende mogelijkheden voor: *Het embryo ontstaat uit een eicel van vrouw A en zaadcel van haar man A en wordt na IVF ingebracht in de baarmoeder van vrouw A. De ouders zijn naast juridische ouders ook biologische ouders. * Het embryo ontstaat uit een eicel van vrouw A en een zaadcel van een donor, en wordt ingebracht in de baarmoeder van vrouw A. De ouders zijn de juridische ouders; de vrouw is tevens biologische moeder. De man echter is niet de biologische vader. * Het embryo ontstaat uit een gedoneerde eicel en de zaadcel van man A, waarna het wordt ingebracht in de baarmoeder van vrouw A. De ouders zijn de juridische ouders, doch de moeder is niet de biologische moeder. De vader is wel de biologische vader. * Het embryo ontstaat uit een gedoneerde eicel en een gedoneerde zaadcel en wordt vervolgens in de baarmoeder van vrouw A ingebracht. De ouders zijn de juridische ouders doch niet de biologische ouders. 10 Art.1:200 lid 3 BW. 11 Leenen e.a. 2007, p Leenen e.a. 2007, p

11 Draagmoederschap Algemeen Het begrip draagmoeder ziet op een vrouw die zwanger is geworden met het voornemen een kind te baren ten behoeve van een ander, die het ouderlijk gezag over het kind wil verwerven en de verzorging en opvoeding van dat kind op zich wil nemen. 13 De ander kan zijn een alleenstaande vrouw of man, een echtpaar of een paar van het zelfde geslacht. Juridisch is het zo geregeld dat de draagmoeder na de geboorte als moeder wordt aangemerkt en indien zij is gehuwd, haar echtgenoot als vader van het kind, op voorwaarde dat hij akkoord is gegaan met de procedure. De overdracht van het kind van draagmoeder naar wensouders is moeizaam en gecompliceerd 14, en wordt in hoofdstuk 2 toegelicht. Het draagmoederschap wordt onderverdeeld in laagtechnologisch draagmoederschap en hoogtechnologisch draagmoederschap Laagtechnologisch draagmoederschap Van laagtechnologisch draagmoederschap wordt gesproken als de bevruchting gerealiseerd wordt door de combinatie van het zaad van de wensvader met een eicel van de draagmoeder terwijl zich dat in haar buikholte bevindt. Dit kan natuurlijk op fysiologische wijze geschieden maar in de regel wordt om begrijpelijke redenen gekozen voor de methode van inseminatie. Na de geboorte is de draagmoeder de biologische en de juridische moeder en de wensvader de biologische vader, doch niet de juridische. Is de draagmoeder gehuwd dan is haar echtgenoot, de jurische vader, mits hij akkoord is met de procedure Hoogtechnologisch draagmoederschap Van hoogtechnologisch draagmoederschap wordt gesproken als eicellen van de wensmoeder met behulp van IVF worden bevrucht met het sperma van de wensvader danwel met gedoneerde ei- en zaadcellen ten behoeve van de wensouders. Als de bevruchting tot stand is gekomen en er zich een embryo heeft gevormd, wordt deze in de 13 Vlaardingerbroek 2003, p Berg & Buijssen 2004, Leenen e.a. 2007, p

12 baarmoeder van de draagmoeder geplaatst. 16 Eicellen zijn slechts te verkrijgen door een invasieve ingreep en na hormoonstimulatie. 17 In de meeste gevallen zal het een familielid of bekende van de wensmoeder zijn die een eicel doneert. 18 Dit wordt ook wel altruïstisch draagmoederschap genoemd in tegenstelling tot commercieel draagmoederschap. In Nederland wordt de procedure voor hoogtechnologisch draagmoederschap uitgevoerd en begeleidt door het VU Medisch Centrum in Amsterdam. 19 Voor het uitvoeren van IVF is een vergunning vereist op grond van art. 2 van de Wet bijzondere medische verrichtingen. 20 Alvorens met de behandeling begonnen kan worden, dienen wens- en draagmoeder aan een aantal voorwaarden te voldoen. Voor de wensmoeder geldt dat het voor haar fysiek onmogelijk moet zijn zelf kinderen te baren, bijvoorbeeld door het feit dat zij niet (meer) over een functionerende baarmoeder beschikt of anderszins onvruchtbaar is, danwel dat een zwangerschap levensbedreigend voor haar zal zijn. Daarnaast dient zij niet ouder te zijn dan 40 jaar. De wensouders brengen zelf de draagmoeder mee die uit ideëel motief handelt. De draagmoeder dient onder meer zelf al eigen kinderen te hebben gebaard en een voltooid gezin te hebben, en tevens over een goede gezondheid en een sterke persoonlijkheid te beschikken. Verder moet zij bereid zijn het kind na de geboorte af te staan en niet ouder zijn dan 44 jaar. 21 Alle betrokken dienen uitgebreid te worden voorgelicht over de medische, psychologische en juridische aspecten betreffende het draagmoederschap. Tevens worden zij gedurende de gehele procedure intensief begeleidt door het medisch centrum. 22 Volgens de huidige wetgeving wordt de draagmoeder de juridische moeder en haar echtgenoot, mits akkoord met de procedure, de juridische vader. 23 De wensouders, al hebben zij de ei- en de zaadcel verstrekt, kunnen geen aanspraak maken op het ouderschap 16 Leenen e.a. 2007, p Leenen e.a. 2007, p Onlangs is in Utrecht de eerste eicelbank geopend. Vooralsnog is echter de vraag naar eicellen groter dan het aanbod en zal het naar verwachting tot het voorjaar van 2013 duren voordat de eerste vrouwen met behulp van eiceldonatie zwanger kunnen worden. w.w.w.knmg.nl/kwaliteitskader, 13 april Boele-Woelki e.a. 2011, p Leenen e.a. 2007, p Vgl. Richtlijn 18 NVOG: hoogtechnologisch draagmoederschap, Boele-Woelkie e.a. 2011, p Leenen e.a. 2007, p

13 van hun nageslacht, tenzij de draagmoeder bereid is afstand te doen van het kind. 24 Na ontheffing van het gezag van de draagmoeder door de rechter, kan deze de wensouders met het gezag belasten en kunnen zij een verzoek indienen de adoptieprocedure starten om de juridische ouders van het kind te worden Samenvatting Conceptie is op diverse manieren mogelijk, zoals is beschreven. Bij kunstmatige inseminatie en IVF is de biologische moeder tevens de juridische moeder, zodat zich hierbij juridisch gezien, geen problemen voordoen. Indien zij gehuwd is, is haar echtgenoot de juridische vader, ook al is hij niet de biologische vader. Juridische problemen doen zich echter wel voor bij hoogtechnologisch draagmoederschap. De draagmoeder is op grond van de huidige wetgeving altijd de juridische moeder en haar eventuele echtgenoot de juridische vader van het kind, mits hij heeft ingestemd met de procedure. De wensouders hebben nog een lange weg te gaan alvorens zij zich de juridische ouders van het kind kunnen noemen. 24 Art. 1:266 BW. 25 van Mourik & Nuytinck 2002, p

14 Hoofdstuk 2 Juridische en praktische problemen bij hoogtechnologisch draagmoederschap 2.0. Inleiding In de Nederlandse wetgeving is geen rekening gehouden met de mogelijkheid van de geboorte van een kind met behulp van hoogtechnologisch draagmoederschap. De enige mogelijkheid voor de wensouders om in familierechtelijke betrekking tot het kind te komen, is door adoptie, nadat de draagmoeder afstand van het kind heeft gedaan. 26 In vele gevallen zal een draagmoederschapcontract worden opgesteld, hetgeen een juridisch spanningsveld kan opleveren. In dit hoofdstuk wordt de formele gang van zaken besproken in combinatie met de praktische problemen die zich voordoen bij de verwerving van het juridisch ouderschap. Paragraaf 2.1. beschrijft de wetgeving betreffende het juridisch ouderschap en de betekenis van art. 1:198 BW voor de draagmoeder en de wensmoeder. Paragraaf 2.2. staat stil bij de procedure van het doen van afstand van het kind door de draagmoeder. De adoptie door de wensouders en het oordeel van de rechter inzake deze adoptie volgt in paragraaf 2.3. In paragraaf 2.4. wordt het draagmoederschapcontract met zijn rechtsgevolg beschreven. In paragraaf 2.5. wordt aandacht besteed aan het belang van het kind en in paragraaf 2.6. volgt de samenvatting van dit hoofdstuk De juridische ouders De volgende bepaling uit het Burgerlijk Wetboek is van belang betreffende de rechtspositie van de moeder inzake de familierechtelijke betrekking tot het kind en van het kind tot de moeder. Art. 1:198 BW: Moeder van een kind is de vrouw uit wie het kind is geboren of die het kind heeft geadopteerd. Dit betekent dat indien een kind geboren is uit een draagmoeder, deze vrouw op grond van art. 1:198 BW de juridische moeder is, ook al is het genetisch materiaal door middel van 26 Schoots e.a. 2004/76. 14

15 eiceldonatie afkomstig van een andere vrouw. De wet voorziet niet in ontkenning van het moederschap door haar zelf of later door het kind. Ook in erkenning door de genetische moeder of gerechtelijke vaststelling van het moederschap van de genetische moeder wordt niet wettelijk voorzien. 27 In de memorie van toelichting wordt gesteld dat het te ver gaat om; nu er technische mogelijkheden tot embryodonatie zijn, voor alle gevallen het vaste uitgangspunt ten aanzien van het moederschap te vervangen door een vermoeden van moederschap. Gevolg daarvan is dat dit vermoeden door de vrouw die het kind heeft gebaard kan worden ontkracht. Of, indien nodig, door de vader of het kind. Het gegeven dat een vrouw op deze wijze een kind wilde krijgen, de zwangerschap en de geboorte vormen voor deze opvatting voldoende grondslag. 28 De mogelijkheden in het Burgerlijk Wetboek voor de vader, betreffende de familierechtelijke betrekking van de vader tot kind, zijn wat uitgebreider dan die voor de moeder. Het volgende artikel beschrijft deze mogelijkheden; Art. 1:199 BW: Vader van het kind is de man: a. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd, tenzij onderdeel b geldt; b. wiens huwelijk met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd; indien echter de vrouw sedert de 306 e dag voor de geboorte van het kind was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenoot niet de vader is van het kind, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder de moeder op het tijdstip van de geboorte hertrouwd dan is in dit geval de huidige echtgenoot de vader van het kind; c. die het kind heeft erkend; d. wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld; of e. die het kind heeft geadopteerd. 27 De Boer 2010, nr Kamerstukken II 1995/96, , nr. 3, p.7. 15

16 De wetgeving betreffende het vaderschap is gecompliceerder dan die betreffende het moederschap. Het moederschap is duidelijk, het kind is uit haar lichaam geboren. Vader is de man die gehuwd is met de moeder ten tijde van de geboorte, zoals onder sub a en b van art. 1:199 BW wordt beschreven. Er bestaat een vermoeden van vaderschap. 29 De ouders staan in familierechtelijke betrekking tot het kind en het kind tot de ouders. 30 De wetgever geeft hiermee aan tussen welke personen een afstammingsband bestaat. Indien de moeder ongehuwd is, staat zij van rechtswege in familierechtelijke betrekking tot het kind. Voor de man geldt dit, indien hij niet gehuwd is met de moeder, pas na erkenning van het kind of gerechtelijke vaststelling van vaderschap. Uitgangspunt van de wetgever is dat het afstammingsrecht zoveel mogelijk dient aan te sluiten bij de biologische afstamming. 31 De familierechtelijke betrekking is onder meer van belang bij de vraag wie het gezag over het kind uitoefent De ontheffingsprocedure aangaande het gezag van de draagmoeder Minderjarige kinderen dienen beschermd te worden en staan daarom onder gezag, hetgeen in artikel 1:245 van het Burgerlijk Wetboek is beschreven. Hieronder wordt ouderlijk gezag dan wel voogdij verstaan. Ouderlijk gezag wordt door beide ouders of door één ouder uitgeoefend en voogdij wordt door een ander dan de ouder uitgeoefend. Het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte. 32 Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Onder verzorging en opvoeding wordt mede verstaan de zorg en verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. 33 Uitgangspunt van de procedure is dat indien de draagmoeder met de wensouders is overeengekomen dat zij het kind na de geboorte aan hen zal overdragen en afstaan. De 29 de Boer 2010, nr Art. 1:197 BW. 31 van Mourik & Nuytinck 2002, p Art. 1:245 lid 1,2 en 3 BW. 33 Art. 1:247 lid 1 en 2 BW. 16

17 draagmoeder moet zich wenden tot de Raad voor de Kinderbescherming, die een verzoek bij de rechtbank indient tot ontheffing van het ouderlijk gezag. 34 Ontheffing van het ouderlijk gezag van de draagmoeder is slechts mogelijk op twee in de wet beschreven gronden, te weten: ongeschiktheid of onmachtigheid tot verzorging en opvoeding. Deze bepalingen zijn neergelegd in de volgende artikelen in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; Art. 1:266 BW: Mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet, kan de rechtbank een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. Art. 1:267 lid 1 BW Ontheffing wordt slechts uitgesproken op verzoek van de raad voor de kinderbescherming of van het openbaar ministerie. In de praktijk komt het er op neer dat de draagmoeder op verzoek van de raad van kinderbescherming zal worden ontheven op grond dat zij ongeschikt of onmachtig is haar plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. 35 Ongeschiktheid of onmachtigheid is bij een draagmoeder in de meeste gevallen niet aan de orde. Meestal heeft zij al eigen kinderen en betreffende het hoogtechnisch draagmoederschap is het zelfs een voorwaarde dat de draagmoeder eigen kinderen heeft gebaard en bij voorkeur een voltooid gezin heeft. 36 De ongeschiktheid of onmachtigheid tot verzorging en opvoeding zijn in deze zaken oneigenlijke gronden tot ontheffing van het gezag en zullen in hoofdstuk 3 verder besproken worden. Na ontheffing kunnen de wensouders met het gezag over het kind worden belast en dienen zij een adoptieprocedure starten om ook de juridische ouders van het kind te worden De adoptieprocedure De adoptieprocedure is een lange weg en is bezaaid met obstakels en onzekerheden. 38 De draagmoeder en de wensouders dienen gedurende de hele procedure hun medewerking te 34 Schoots e.a. 2004/ van Mourik & Nuytinck 2002, p Richtlijn 18 NVGO, van Mourik & Nuytinck 2002, p van den Berg & Buijssen, 2004/14. 17

18 blijven verlenen om de adoptie te bewerkstelligen. Gedwongen afstand of adoptie is niet mogelijk. 39 De wensouders dienen aan een groot aantal voorwaarden te voldoen. Zo dienen zij tenminste minste drie aaneengesloten jaren te hebben samengeleefd alvorens zij een verzoek tot adoptie kunnen indienen en moet het verzoek tot adoptie in kennelijk belang van het kind zijn. 40 Voorts moeten zij voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden in art. 1:228 lid 1 BW. Van belang is lid 1f van dit artikel dat zij het kind tenminste één jaar hebben verzorgd en opgevoed. Ter illustratie; de Rechtbank Arnhem LNJ besliste op 19 mei 2009 positief ten aanzien van het verzoek tot adoptie door biologische ouders na hoogtechnologisch draagmoederschap. Bij eerdere beschikking waren de draagmoeder en haar echtgenoot ontheven van het gezag over de minderjarigen. Tevens waren de verzoekers bij deze beschikking benoemd tot gezamenlijk voogd over de minderjarigen. Vervolgens verzochten de verzoekers de adoptie van de minderjarigen uit te spreken. Het verzoek werd toegewezen nu aan de gestelde voorwaarden van art 1:227 jo 1:228 BW werd voldaan. 41 Natuurlijk is adoptie pas mogelijk als aan de voorafgaande voorwaarde, te weten ontheffing van het gezag over het kind, zoals beschreven in paragraaf 2.2. is voldaan. Er is geen jurisprudentie betreffende weigering van het verzoek tot adoptie door de biologische ouders na hoogtechnologisch draagmoederschap. Het is niet ondenkbaar dat wensouders de illegale weg zullen bewandelen teneinde de langdurige adoptieprocedure te vermijden. Zo kan de draagmoeder het kind direct afstaan en kan de wensvader aangifte doen van de geboorte en verklaren dat het kind geboren is uit zijn echtgenote, zijnde de wensmoeder. Hiermee begaat hij echter een strafbaar feit, het doen van valse aangifte van de geboorte en is daardoor schuldig aan verduistering van staat op grond van art. 236 Sr Kalkman-Bogerd 1996, p Art. 1: 227 lid 2-3 BW. 41 Rb. Arnhem 19 mei 2009, LJN BI van Mourik & Nuytinck 2002, p

19 2.4. Draagmoederschapcontract Alvorens over te gaan tot het dragen van een kind ten behoeve van de wensouders, is het wenselijk een contract op te stellen. 43 Om juridisch goed voorbereid te zijn, zullen wensouders en draagmoeder voorwaarden willen stellen betreffende het verloop van de zwangerschap en de feitelijke en juridische afwikkeling na de geboorte van het kind. Een draagmoedercontract houdt in het algemeen onder meer de volgende voorwaarden in: De draagmoeder kan zich onder meer verbinden om: 1. het kind te laten verwekken volgens de gemaakte afspraken met de wensouders; 2. een gezonde leefwijze te betrachten, zoals niet roken, geen alcohol gebruiken; 3. zich te onderwerpen aan geneeskundige controle; 4. na de geboorte afstand te doen van het kind binnen een bepaalde termijn; 5. mee te werken aan de gezagswijziging en adoptie van het kind; 6. binnen 10 weken een abortus te ondergaan als blijkt dat de vrucht onvolwaardig is. 44 De wensouders kunnen zich verbinden om; 1. het kind op te nemen na de geboorte ook al is het gehandicapt 2. de procedure om juridisch ouders te worden te starten 3. de kosten te voldoen met betrekking de zwangerschap. 45 Het stellen van voorwaarden kan juridisch op problemen stuiten. De lichamelijke integriteit van de draagmoeder kan worden aangetast indien de wensouders regels willen stellen betreffende de leefwijze van de draagmoeder. Wat te doen als het kind gehandicapt blijkt te zijn? Indien dit feit al voor de geboorte bekend is, kan de zwangerschap dan afgebroken worden? Over dit soort zaken dient overeenstemming te zijn tussen wensouders en de draagmoeder. Dit zijn emotionele problemen voor de draagouders en wensouders, maar vooral ook juridische, want nakoming van deze voorwaarden in de overeenkomst zijn juridisch niet afdwingbaar. Een draagmoedercontract is nietig op grond van art. 3:40 BW waarin staat dat een rechtshandeling niet in strijd mag zijn met de goede zeden, de openbare orde of met de 43 Vlaardingerbroek 2003, p Boele-Woelki e.a. 2011, p Boele-Woelki e.a. 2011, p

20 wet. 46 Het belang van een draagmoederschapcontract is dat duidelijkheid verschaft wordt wat partijen, uitgaande van de veronderstelling dat zij te goeder trouw zijn, over en weer van elkaar mogen verwachten. Een dergelijk contract moet zekerheid verschaffen dat een vrouw die zich beschikbaar stelt om als draagmoeder te fungeren, inzicht heeft in de procedure die aan de zwangerschap vooraf gaat. Zij dient een hormoonbehandeling te ondergaan om de eicelproductie te stimuleren en de baarmoeder voor bereiden op een zwangerschap. Daarna volgt de transfer van het embryo dat in het laboratorium tot ontwikkeling is gekomen. Verder zal ze zich terdege realiseren dat ze na de geboorte afstand moet doen van het kind. Dit moet niet worden onderschat. Een mensenbaby is voor zijn overleving volledig afhankelijk van de zorg en liefde van de moeder. Het lichaam van de moeder wordt tijdens de zwangerschap onder invloed van hormonen voorbereid op de geboorte. Zij ondergaat een verandering, zowel lichamelijk als geestelijk die haar stimuleert om intensief en liefdevol voor haar kind te gaan zorgen. Ook een draagmoeder zal deze veranderingen ondergaan en wordt, hoewel zij niet de biologische moeder is, wel mentaal gepredisponeerd om van het kind te gaan houden. Haar lichaam zal melk produceren om het kind te voeden. De draagmoeder zal dus op het moment dat zij biologisch geheel is voorbereid om voor het kind te gaan zorgen, het kind moeten afstaan aan de wensmoeder, zoals is overeengekomen. Zoals reeds in het vorenstaande reeds is opgemerkt ligt een dergelijke overeenkomst juridisch gecompliceerd. Hoewel contractueel overeengekomen, kan de draagmoeder kan niet gedwongen worden zich te laten bevruchten. Dit druist in tegen het zelfbeschikkingsrecht over haar lichaam. 47 Zij kan ook niet gehouden worden aan de voorwaarde het kind na de geboorte af te staan en de wensouders kunnen niet verplicht worden het kind te aanvaarden op grond van de dwingendrechtelijke bepalingen in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 48 De ratio van de nietigheid van een draagmoederschapcontract is de ongewenstheid van het afdwingen van nakoming van onzedelijke prestaties. 49 Het contract is echter niet op alle punten nietig. Niet onredelijk is dat de onkosten die de zwangerschap, de bevalling en eventuele inkomstenderving met zich mee brengen, door de wensouders aan de draagmoeder vergoed worden. De 46 van Mourik, 2002, p Schoots e.a. 2004/ Vlaardingerbroek 2003, p Schoots e.a. 2004/76. 20

21 onkostenvergoeding dient de werkelijke kosten niet te boven te gaan omdat dan al snel aan commercieel draagmoederschap gedacht kan worden, hetgeen verboden is op grond van art. 151b Sr. en art. 151c Sr. 50 Dit verbod dient te voorkomen dat financiële redenen de basis vormen van het draagmoederschap. Een honorarium, voor de inspanning van de zwangerschap die de draagmoeder levert, is echter in beginsel aanvaardbaar. 51 Nakoming van de verplichting voor de draagmoeder een gezonde leefwijze te betrachten tijdens de zwangerschap kan niet gevorderd worden want dit is in strijd met haar persoonlijkheidsrecht. Zij kan en hoeft geen gezond resultaat te garanderen. Maar de verplichting blijft wel bestaan zodat een schadevergoedingsactie mogelijk is. Al zal het aantonen van een causaal verband tussen de leefwijze van de draagmoeder en een eventuele afwijking van de baby moeilijk worden voor de wensouders Het belang van het kind In het vorenstaande zijn voornamelijk de belangen van draagmoeder en wensouders aan de orde gekomen, terwijl de belangrijkste persoon in de hele procedure natuurlijk het kind is. Hoewel een kind voor zijn geboorte nog niet wordt aangemerkt als rechtssubject, mag zijn belang niet vergeten worden. 53 Om het belang van het kind, zowel voor als na zijn geboorte te beschermen, doet Vlaardingerbroek het voorstel om de Raad voor de Kinderbescherming aan te stellen als begeleider van de draagmoederschapprocedure, om te waken over de belangen van het (toekomstige)kind. Indien er na de geboorte van het kind conflicten ontstaan, zal de Raad voor de Kinderbescherming de belangen van het kind moeten laten prevaleren. 54 Het standpunt is te verdedigen dat het belang van het kind het best gediend wordt indien het wordt opgevoed en verzorgd door zijn gemotiveerde, biologische ouders en niet door zijn juridische ouders als dit door zijn omstandigheden niet dezelfde zijn. Bij het formuleren van de wet aangaande het moederschap (art.1:198 BW) is de wetgever er ongetwijfeld vanuit gegaan dat een kind, dat door een vrouw gebaard wordt ook een genetische relatie met deze vrouw heeft. Een niet-genetische verwantschap zou destijds 50 Schoots e.a. 2004/ De Boer 2010, nr Schoots e.a. 2004/ Art. 1:2 BW. 54 Vlaardingerbroek 2003, p

22 onmogelijk zijn geweest. Bij hoogtechnologisch draagmoederschap is dit echter niet het geval; de wensmoeder is hier de biologische moeder die de genetische verwantschap met het kind deelt. Opmerkelijk en moeilijk te begrijpen is de opvatting van de Boer die stelt dat; er goede gronden zijn om zonder voorbehoud aan te nemen dat er ook na eiceldonatie of invitrofertilisatie en embryotransplantatie, dat de vrouw uit wie - na toepassing van deze bijzondere wijze van voortplanting - het kind is geboren, de moeder is in de zin van Boek 1, ook al is het genetisch materiaal niet van haar afkomstig. Haar kennelijke wens het kind op deze wijze te ontvangen, de daartoe benodigde ingrepen, de zwangerschap en de geboorte geven daartoe een voldoende fundament. Aan de andere kant vindt hij dat vanuit het belang van het kind gezien, het beter is op te groeien bij zijn genetische ouders, zodat het zich met hen kan identificeren qua uiterlijk en karakter. 55 Van groot belang is het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat in art. 7 stelt dat een kind vanaf de geboorte het recht heeft zijn of haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd. Art. 8 IVRK geeft het kind recht op zijn of haar identiteit zonder onrechtmatige inmenging. 56 Er kan natuurlijk een verschil van mening bestaan of met ouders hier de juridische dan wel de biologische ouders worden bedoeld. De Memorie van Toelichting op het wetsontwerp ter goedkeuring van het verdrag maakt echter duidelijk dat het om de biologische ouders gaat, die dus een genetische verwantschap met het kind hebben Samenvatting Binnen de huidige wetgeving is duidelijk geformuleerd in een periode dat er van hoogtechnologisch draagmoederschap nog geen sprake was. Nu hoogtechnologisch draagmoederschap tot de mogelijkheden behoort, blijkt er een spanningsveld te zijn ontstaan tussen de juridisch en biologisch ouderschap. Hierdoor is er sprake van een gecompliceerde en tijdrovende procedure indien wensouders het juridisch ouderschap van het kind waarvan zij de biologische ouders zijn, wensen te verwerven. Opmerkelijk is ook dat 55 de Boer 2010, nr art 8 en art. 9 IVRK. 57 Dermout 2001, p

23 er problemen kunnen ontstaan aangezien naleving van de overeenkomst, die tussen partijen in de regel gesloten worden, niet op alle punten gevorderd kan worden. Hoewel niet alle auteurs de mening zin toegedaan dat bij de formulering van de wet aangaande het moederschap door de wetgever bedoeld is dat het begrip ouders ziet op de biologische ouders, maakt de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp ter goedkeuring van het Verdrag inzake Rechten van het Kind, duidelijk dat zulks wel het geval is. 23

24 Hoofdstuk 3 Rechterlijke interpretatie van art. 1:198 BW en art. 1:266 BW 3.0. Inleiding In een democratische rechtstaat is er sprake van scheiding der machten. Dit impliceert dat de rechter als vertegenwoordiger van de rechterlijke macht, zijn vonnis baseert op de wet. Het is de wetgever die de wet bepaald. De wet bepaalt in art. 1:198 BW, wie de moeder is van kind. De rechter kan niet zonder meer om deze wettelijke bepaling heen. Er ontstaat een probleem wanneer de rechter van mening is dat de wetgever met moeder de biologische moeder voor ogen had, hij de wet dusdanig dient te interpreteren dat het mogelijk wordt dat een kind, ook al is het niet door de biologische moeder gebaard, toch door zijn biologische moeder danwel biologische ouders opgevoed kan worden. Is de rechter evenwel de mening toegedaan dat de wetgever heeft bedoeld dat de genetische verwantschap niet bepalend is voor het moederschap, dan zou hij zich op het standpunt stellen dat het bij hoogtechnologisch draagmoederschap de juridische moeder, in casu de draagmoeder, is die het kind dient te verzorgen. Beide standpunten zijn te verdedigen zoals uit de jurisprudentie zal blijken. In paragraaf 3.1. wordt ingegaan op het verschil tussen de gramaticale en teleogische interpretatie van de wet. In paragraaf 3.2 volgt de analyse van de jurisprudentie. Paragraaf 3.3. bevat de samenvatting van dit hoofdstuk Verschil tussen grammaticale en teleologische interpretatie Als de wet de belangrijkste bron van gezag is, wat vooral in landen met een gecodificeerd rechtsstelsel het geval is, vormt de letter van de wet het voornaamste aanknopingspunt in de rechtsvinding. De grammaticale of taalkundige methode van interpretatie is dan een juiste wijze van wetsuitleg als de beschreven norm vanzelfsprekend is. 58 In de meeste gevallen is de rechtsnorm in een wet duidelijk geformuleerd en kan de rechter de betreffende wet zonder problemen toepassen. Het feit dat een rechtsnorm in taal wordt uitgedrukt kan echter in bijzondere gevallen problemen opleveren bij de toepassing ervan 58 Pontier 1998, p

25 op de concrete feiten. De norm die toegepast moet worden kan bijvoorbeeld verouderd zijn en niet meer vanzelfsprekend zijn in een concreet geval. 59 Indien sprake is van hoogtechnologisch draagmoederschap ontstaat het probleem dat het begrip moeder verschillend uitgelegd kan worden. Volgens de letter van de wet in art. 1:198 BW is de vrouw die het kind heeft gebaard de moeder, doch het is te verdedigen dat de wetgever met de beschrijving van het begrip moeder, de biologische moeder voor ogen had. In dat geval zou de moeder de vrouw zijn die haar genetische materiaal gedoneerd heeft. Het gaat hierbij om een belangrijke rechtsvraag, waarbij sommige rechters tot een grammaticale interpretatie neigen. Naast grammaticale interpretatie zijn er ook andere mogelijkheden van wetsinterpretatie voorhanden. Een veel gebruikte wijze van interpreteren is de teleologische methode. Daarbij zoekt de rechter naar het doel en de strekking van de wet, waarbij hij rekening houdt met de acuele maatschappelijke context. 60 Een rechter kan zich zeer wel realiseren dat in geval van een hoogtechnologische draagmoederschapprocedure alle partijen dezelfde wens en verwachtingen koesteren. Uitgaande van het belang van het kind is het te verdedigen dat het kind erbij gebaat is opgevoed te worden door zijn biologische en, in een dergelijk geval, zeer gemotiveerde wensouders. De andere mogelijkheid, te weten het kind te laten opvoeden door de draagmoeder die daar niet opgerekend heeft en in de regel zelf al een voltooid gezin heeft, is zeker niet in het belang van het kind en van de betrokken partijen. Om het evenwel mogelijk te maken dat een draagmoeder ontheven wordt van het gezag over het kind, dient de wet ruim geïnterpreteerd te worden Analyse jurisprudentie De jurisprudentie ten aanzien van art. 1:198 BW en 1:266 BW met betrekking tot het draagmoederschap wordt geïllustreerd met de volgende voorbeelden: Het verzoek van draagouders tot ontheffing van het gezag bij de Rechtbank Utrecht in 1997 werd afgewezen. Na draagmoederschap, zonder enig financieel voordeel, werd het kind onmiddellijk na de geboorte aan de wensouders overgedragen, werd door hen opgevoed en was volgens de Raad voor de Kinderbescherming gehecht in hun gezin. De draagouders 59 Pontier 1998, p Pontier 1998, p

26 hadden een voltooid gezin met twee kinderen. De Rechtbank weigerde de draagouders onmachtig of ongeschikt te verklaren; het enkele feit dat een derde kind niet geplanned is en bij de draagouders de wil ontbreekt dit kind op te voeden is niet in overeenstemming met de eisen die art. 1:266 BW stelt; Niet willen levert immers geen ongeschiktheid of onmachtigheid op, aldus de Rechtbank. 61 Ook de Rechtbank te Rotterdam wees in 1998 een verzoek tot ontheffing van gezag, na hoogtechnologisch draagmoederschap, af. De Rechtbank overwoog dat; art 1:226 slechts van toepassing is op ouders met de natuurlijke wil om hun kind op te voeden, maar hiertoe(zonder dat ze daar verder nog iets aan kunnen verhelpen) niet in staat zijn, in welk geval dan aan de overheid de bijzondere bevoegdheid is verleend zich tegenover de ouders op te stellen, zich te mengen in het gezinsleven en een ontheffing van het ouderlijk gezag te initiëren. Applicatie van deze bepaling in de voorliggende situatie waar de betrokkenen zelf voorafgaandelijk en doelbewust hebben bepaald dat het kind niet bij de wettige ouders zal worden verzorgd en opgevoed sluit daarbij niet aan en zou tevens geforceerd zijn wanneer de beoordeling van de afspraak evenals de uitvoering daarvan aan de hand van begrippen als onmacht of ongeschiktheid zou geschieden. Kortom, de ruime interpretatie van art. 1:226 BW die verzoekers voorstaan is in het kader van de rechtspraak niet gerechtvaardigd. 62 De Rechtbank Rotterdam verwees tevens naar art. 7 IVRK waarin bepaald wordt dat het kind het recht heeft door zijn ouders verzorgd en opgevoed te worden en naar art. 8 IVRK dat het kind het recht heeft zijn identiteit te behouden. De Rechtbank oordeelde dat het niet wenselijk was de draagouders uit het gezag te ontheffen, omdat de draagmoeder, de vrouw uit wie het kind geboren is, de moeder is in de zin van art. 7 IVRK en dat de identiteit van het kind van de juridische ouders, de draagouders, afkomstig is. De Rechtbank oordeelde dat het kind verzorgd en opgevoed moet worden door de vrouw uit wie het kind geboren is. 63 In de bovenstaande uitspraken heeft de rechter de grammaticale interpretatie toegepast op art. 1:266 BW. Dit blijkt onder meer uit de overweging van de Rechtbank Utrecht dat niet willen geen onmacht of ongeschiktheid oplevert en uit de overweging van de Rechtbank Rotterdam dat toepassing van art. 1:226 BW slechts bestemd is voor ouders die zonder dat 61 Rechtbank Utrecht 18 juni 1997 (niet gepubliceerd) in de Vos p Rechtbank Rotterdam 23 maart 1998 (niet gepubliceerd) in de Vos 2001, p Rechtbank Rotterdam 23 maart 1998 (niet gepubliceerd) in Dermout 2001, p

27 zij daar zelf verder nog iets aan kunnen verhelpen niet in staat zijn het kind te verzorgen en op te voeden. De Rechtbank Rotterdam paste de grammaticale interpretatie van art. 1:198 BW weer toe op art. 7 IVRK door te bepalen dat de moeder van het kind de vrouw is uit wie het kind geboren is. Door de voortschrijdende medische techniek met betrekking tot procreatie en als gevolg de daardoor veranderde opvattingen, is een dergelijke interpretatie van deze wetten niet meer zo vanzelfsprekend en als daar redelijke argumenten tegen in te brengen zijn, kan verondersteld worden dat de grammaticale interpretatiemethode niet in overeenstemming is met de huidige inzichten. 64 De voorenstaande uitspraken werden dan ook in hoger beroep vernietigd. In hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, oordeelde het Hof s-gravenhage: Ongeschiktheid of onmacht in de zin van art 1:226 BW kan echter ook samenhangen met de bijzondere eigenschappen van het kind of met de omstandigheden waarin het kind zich bevindt ten tijde van het nemen van de beslissing tot ontheffing. In het verlengde hiervan brengen de bijzondere omstandigheden met zich mee dat de draagmoeder ongeschikt moet worden geacht de plicht tot verzorging en opvoeding van het kind te vervullen. 65 Met deze uitspraak sloot het Hof aan bij het arrest van de Hoge Raad in 1984, waarin art. 1:226 BW als volgt werd geïnterpreteerd: Onmacht of ongeschiktheid tot het opvoeden en verzorgen van een kind kan zich beperken tot een bepaald kind, door bijzondere eigenschappen van het kind of door bijzondere omstandigheden waarin het kind zich bevindt. Ook het begrip bijzondere omstandigheden is gedefinieerd; De bijzondere omstandigheden kunnen liggen in feit dat bij de draagmoeder de wil ontbreekt om voor het kind te zorgen in combinatie met de uitdrukkelijke wens de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van dit kind aan een ander te willen overlaten. 66 Het is duidelijk dat de Hoge Raad rekening heeft gehouden met de maatschappelijke opvattingen destijds, namelijk het feit dat draagmoederschap meer en meer geaccepteerd werd in de maatschappij. Tot op de dag van vandaag wordt deze uitspraak van de Hoge Raad in de lagere rechtsspraak toegepast. Ter illustratie de volgende zaken: 64 Pontier 1998, p NJ 1998, 865, Hof s-gravenhage 21 augustus NJ 1984, 767, Hoge Raad, 29 juni

28 De Rechtbank Alkmaar heeft in 2008 het arrest van de Hoge Raad toegepast en het verzoek de draagouders om van het gezag ontheven te worden, toegewezen, hoewel de draagouders niet voldeden aan de eis van ongeschiktheid of onmachtigheid van 1:226 BW na hoogtechnologisch draagmoederschap met het genetisch materiaal van de wensouders. De wensouders werden tot voogd benoemd en konden na 1 jaar een verzoek tot adoptie indienen. De Rechtbank overwoog dat in het verlengde van de uitspraak van de Hoge Raad (NJ 1984, 767) de Rechtbank van oordeel is dat de bijzondere omstandigheden, bestaande uit de situatie waarin het kind zich thans feitelijk bevindt en de wijze waarop die situatie is ontstaan, met zich mee brengen dat de draagouders ongeschikt en/of onmachtig moeten worden geacht de plicht tot verzorging en opvoeding van het kind te vervullen. Daarmee kan het verzoek om de draagouders te ontheffen van het gezag over het kind worden toegewezen. Met betrekking tot de vraag of de wensouders met de voogdij zullen worden belast, overwoog de Rechtbank het volgende: Het kind is voortgekomen uit hoogtechnologisch draagmoederschap en daarmee biologisch gezien voortgekomen uit de wensouders. Het kind is zeer gewenst door hen. Het hechtingsproces is in het gezin van de wensouders op gang gebracht en voortgegaan. De wensouders hebben zich bereid verklaard de gezamelijke voogdij te aanvaarden. Niet is gebleken van enige druk op de draagouders, niet bij planning vooraf, noch na de bevalling of bij de feitelijke overdracht van het kind. De draagouders en wensouders hebben een goede band met elkaar die de Rechtbank ook tijdens mondelinge behandelingen heeft kunnen waarnemen. Van enig financieel belang van de draagouders of de wensouders is niet gebleken. De Rechtbank is van oordeel dat gezien de bijzondere omstandigheden waarin het kind zich bevindt en de daarmee samenhangende ongeschiktheid en/of onmachtigheid van de draagouders, de belangen van het kind het best gewaarborgd zullen worden bij een benoeming van de wensouders als voogd over het kind. 67 Eenzelfde uitspraak is gedaan door de Rechtbank Arnhem in Het betrof wensouders die ongewenst kinderloos waren. De wensmoeder was wegens een chronische ziekte niet in staat zelf zwanger te worden. Er is sprake van hoogtechnologisch draagmoederschap met genetisch materiaal van de wensouders. De draagouders zijn de ouders van de wensmoeder. De Rechtbank overwoog ten aanzien van de verzochte ontheffing van de draagouders als volgt: Verweerders hebben bewust de keuze gemaakt voor draagmoederschap als 67 LJNBG8903, Rechtbank Alkmaar, 29 oktober

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie:

Dossier Draagmoeder. Beleidsinformatie: Dossier Draagmoeder Een draagmoeder is een vrouw die zwanger is voor een ander: de wensouder(s). De draagmoeder staat het kind na de geboorte af aan de wensouders. Niet-commercieel draagmoederschap is

Nadere informatie

Met zijn drieën zwanger.

Met zijn drieën zwanger. Met zijn drieën zwanger. De juridische positie van een wensouder(paar), de draagouders en de spermadonor. Masterscriptie Nederlands recht accent Privaatrecht Personen- en familierecht scriptie circle Februari

Nadere informatie

6,3. Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,3. Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Werkstuk door een scholier 1698 woorden 7 februari 2003 6,3 45 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik van draagmoederschap eigenlijk niks weet, ik heb er

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) 1. [Appellant 1], hierna te noemen: de vader, en 2. [appellant 2],

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 december 2011 Onderwerp Draagmoederschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 december 2011 Onderwerp Draagmoederschap 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Draagmoederschap. Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind?

Draagmoederschap. Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind? Draagmoederschap Biedt de huidige regelgeving wel voldoende bescherming aan de belangen van de wensouders en het kind? Scriptie Master Privaatrecht: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Draagmoederschap Een groot grijs gebied

Draagmoederschap Een groot grijs gebied Draagmoederschap Een groot grijs gebied Draagmoederschap In hoeverre maken knelpunten in de bestaande juridische constructies inzake het draagmoederschap, daarbij gelet op de rechtspositie van de draagmoeder,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14290 2 augustus 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Embryodonatie: Informatie voor wensouders

Embryodonatie: Informatie voor wensouders Blad: 1 /5 Embryodonatie: Informatie voor wensouders Blad: 2 /5 Inleiding U heeft contact opgenomen met Medisch Centrum Kinderwens omdat u in aanmerking wilt komen voor een behandeling waarbij u een embryo

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap

Regenboogouder(s) & anders-ouderschap Regenboogouder(s) & anders-ouderschap (roze ouderschap, intentioneel (meer)ouderschap, intentioneel co-ouderschap) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf XIII. Verantwoording XVII. Lijst van gebruikte definities XXV. Lijst van gebruikte afkortingen XXVII.

Inhoudsopgave. Woord vooraf XIII. Verantwoording XVII. Lijst van gebruikte definities XXV. Lijst van gebruikte afkortingen XXVII. Inhoudsopgave Woord vooraf Verantwoording Lijst van gebruikte definities Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding XI XIII XVII XXV XXVII 1 Het begin 1 1.1 Het ontstaan van nieuw leven 1 1.2 De geslachtelijke

Nadere informatie

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg?

Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Juridisch meerouderschap: vier handen op één buik of is twee genoeg? Over de wenselijkheid van het meerouderschap en het gezin anno 2018. N. GROEN 1 1. Inleiding Dat het gezin in de huidige samenleving

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2709

ECLI:NL:CRVB:2017:2709 ECLI:NL:CRVB:2017:2709 Instantie Datum uitspraak 02-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1541 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

IVF-centrum. Locatie VUmc. Hoogtechnologisch draagmoederschap

IVF-centrum. Locatie VUmc. Hoogtechnologisch draagmoederschap IVF-centrum Locatie VUmc Hoogtechnologisch draagmoederschap 2 Amsterdam UMC, locatie VUmc - IVF-centrum Voor vrouwen die zelf niet in staat zijn een zwangerschap uit te dragen, kan draagmoederschap een

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap

Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Versie 1.9, 26 september 2016 Overzicht van roze ouderschapsvormen Gezag en juridisch ouderschap Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.

Nadere informatie

Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk?

Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk? Mr. S.C.A. van Vlijmen en mr. J.H. van der Tol 1 Draagmoederschap in opkomst: specifieke wet- en regelgeving noodzakelijk? 56 Het draagmoederschap is zowel nationaal als internationaal in opkomst. Er is

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) B ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Nadere informatie

Hoogtechnologisch draagmoederschap

Hoogtechnologisch draagmoederschap Hoogtechnologisch draagmoederschap Voor vrouwen die zelf niet in staat zijn een zwangerschap uit te dragen, kan draagmoederschap een oplossing zijn. Het paar (de wensouders ) dat een kind wenst, kan een

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Hoogtechnologisch draagmoederschap

Hoogtechnologisch draagmoederschap Hoogtechnologisch draagmoederschap Voor vrouwen die zelf niet in staat zijn een zwangerschap uit te dragen, kan draagmoederschap een oplossing zijn. Het paar (de wensouders ) dat een kind wenst, kan een

Nadere informatie

Inleiding: Onderzoeksonderwerp 3 Onderzoeksvraag 4 Opbouw van het onderzoek 4

Inleiding: Onderzoeksonderwerp 3 Onderzoeksvraag 4 Opbouw van het onderzoek 4 Draagmoederschap Bieden andere Europese landen betere garanties ter voorkoming van veelvoorkomende problemen die zich voordoen bij de samenloop van rechtsstelsels met betrekking tot draagmoederschap tussen

Nadere informatie

239. Duomoederschap anno 2014

239. Duomoederschap anno 2014 239. Duoschap anno 2014 Mr. dr. M.J. Vonk Vanaf 1 april 2014 is het mogelijk om via het afstammingsrecht twee juridische s te hebben. Op de geboorteakte staan dan een en een uit wie het kind is geboren.

Nadere informatie

Internationale afstamming en draagmoederschap

Internationale afstamming en draagmoederschap Internationale afstamming en draagmoederschap Ian Curry- Sumner 1 en Machteld Vonk 2 1. Inleiding Bij het opstellen van een testament of het afwikkelen van een nalatenschap is het van groot belang om te

Nadere informatie

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding

Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap. 1. Inleiding Meerouderschap- en gezag Regeling ten behoeve van Staatscommissie Herijking ouderschap 1. Inleiding In april 2014 heeft de ministerraad op voorstel van de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en

Nadere informatie

Behoeft de rechtspositie van de draagmoeder verbetering?

Behoeft de rechtspositie van de draagmoeder verbetering? Behoeft de rechtspositie van de draagmoeder verbetering? 25 juni 2014 Universiteit van Amsterdam H.J.J. Hoegee Behoeft de rechtspositie van de draagmoeder verbetering? 25 juni 2014 Afstudeerscriptie Master

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 30 486 Evaluatie Embryowet E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 april 2014 De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, 391535/FA RK 11-2699; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr.

» Samenvatting. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, 391535/FA RK 11-2699; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr. JPF 2012/162 Rechtbank 's-gravenhage 18 januari 2012, 391535/FA RK 11-2699; LJN BV2597. ( mr. De Wit mr. Nijman mr. Meijer ) [Verzoeker 1] en [verzoeker 2] te s-gravenhage, hierna verzoekers, dan wel [verzoeker

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr.

» Samenvatting. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. JPF 2011/36 Rechtbank 's-gravenhage 14 september 2009, 327692/FA RK 08-10420; LJN BK1197. ( mr. De Wit mr. Don mr. Zonneveld ) Mr. A.R.M. van Kempen, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam, in haar hoedanigheid

Nadere informatie

Afstammingsinformatie: een recht?

Afstammingsinformatie: een recht? Afstammingsinformatie: een recht? Over de rechtspositie van het kind, ouderlijke verantwoordelijkheid en de rechtspositie van de genetische moeder door Jet van der Plas (ANR 179489) Afstudeerscriptie Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen?

Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? Wel of geen juridische bescherming voor meeroudergezinnen? De wenselijkheid van drie of vier ouders NAAM: JOELLE HENDRIKS ADMINISTRATIENUMMER: 477595 SCRIPTIEBEGELEIDER: PROF. MR. P. VLAARDINGERBROEK DATUM:

Nadere informatie

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK?

In hoeverre waarborgt het wetsvoorstel het recht van het kind op kennis van afstammingsgegevens dat voortvloeit uit artikel 7 IVRK? Het wetsvoorstel betreffende de wijzigingen van boek 1 Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie In hoeverre waarborgt

Nadere informatie

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal INFORMATIE OVER WETTELIJKE REGELS BEHANDELING KINDEREN POSITIE OUDERS - behandelen van minderjarige kinderen - het sluiten van een behandelingsovereenkomst

Nadere informatie

Draagmoederschap: naar een civielrechtelijke regeling?

Draagmoederschap: naar een civielrechtelijke regeling? Draagmoederschap: naar een civielrechtelijke regeling? Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht S.H.J. Bekkers s355066 Scriptie geschreven ter afronding van de Master Rechtsgeleerdheid accent

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

DRAAGMOEDERSCHAP. in nationaal & internationaal perspectief. Tilburg, 2014 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht

DRAAGMOEDERSCHAP. in nationaal & internationaal perspectief. Tilburg, 2014 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht DRAAGMOEDERSCHAP in nationaal & internationaal perspectief Tilburg, 2014 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht K.A.H. Verhoeven Anr.: 484648 DRAAGMOEDERSCHAP in nationaal & internationaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP

RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP RESULTATEN VRAGENLIJST ROZE OUDERSCHAP Deze vragenlijst is opgesteld en uitgezet door Stichting Meer dan Gewenst in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam t.b.v. de Europese Verkiezingen op 22

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 SEPTEMBER 2011 C.10.0619.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0619.F 1. O. P., 2. S. P., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. B., 2. F. B., in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Maart 2012 N. Leeuwrik

Maart 2012 N. Leeuwrik Lesbisch ouderschap: instemmen met het wetsvoorstel lesbisch ouderschap of vasthouden aan de vereenvoudigde adoptieprocedure? In hoeverre worden de belangen van het kind gewaarborgd in het wetsvoorstel

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen

Lijst van gebruikte afkortingen Gelijkheid in het verkrijgen van het juridisch ouderschap De strijd van homoseksuele mannen naar juridische gelijkheid Masterscriptie van Natascha Panhuijsen (5731216) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Standpunt: draag- en leenmoederschap 2001-09-12

Standpunt: draag- en leenmoederschap 2001-09-12 Standpunt: draag- en leenmoederschap 2001-09-12 Inhoud 1. Definitie 2 2. Indicaties voor draag/leenmoederschap 3 3. Technieken 3 4. Juridische situatie in België 5 4.1. De overeenkomst 5 4.2. Afstamming

Nadere informatie

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s)

Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Geheugensteuntje voor regenboogouder(s) Je moet het samen doen, elkaar echt kunnen vertrouwen en onderling goed nadenken over juridische en praktische zaken. Een regenbooggezin is fantastisch, maar als

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53794

Nadere informatie

Als iemand slachtoffer is geworden van incest moet abortus ook kunnen worden gepleegd.

Als iemand slachtoffer is geworden van incest moet abortus ook kunnen worden gepleegd. Spreekbeurt door een scholier 1609 woorden 12 februari 2003 7.2 79 keer beoordeeld Vak Nederlands De redenen voor een abortus. Je kan wel zo zeggen van ik wil geen kind en daarom wil ik een abortus, maar

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind de intentie hebben te gaan scheiden of

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 Instantie Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 12-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 187067 / FA RK 11-3921 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 06-06-2012 Datum publicatie 12-09-2012 Zaaknummer 123542 FARK 11-1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Protocol kind en echtscheiding Pagina 1 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, vonnis van 19 december 2008

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, vonnis van 19 december 2008 Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, vonnis van 19 december 2008 Besproken in artikel van J. Verhellen, infra Draagmoederschap Erkenning Oekraïense geboorteakten Artikel 27 WIPR Conflictenrechtelijke

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014 Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Ned.), vonnis van 13 mei 2014 Erkenning Afstamming Draagmoederschap Geboorteakte Californië Belgische en Amerikaanse wensouders Artikel 22 WIPR Artikel 25 WIPR Geen

Nadere informatie

Informatie eicelbank ontvangster

Informatie eicelbank ontvangster Informatie eicelbank ontvangster Inleiding U heeft contact opgenomen met het Medisch Centrum Kinderwens omdat u in aanmerking wilt komen voor een behandeling waarbij u eicellen ontvangt van een voor u

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/05/290891 / FA RK 15-3197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C en E beide te D Zaak : EU/EER, geneeskundige zorg, hoogtechnologisch draagmoederschap Zaaknummer : 2011.01779 Zittingsdatum : 22 februari 2012 2011.01779,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Internationaal draagmoederschap, het baart zorgen!

Internationaal draagmoederschap, het baart zorgen! Internationaal draagmoederschap, het baart zorgen! Een onderzoek naar de internationaal privaatrechtelijke problematiek in Nederland, India en de Oekraïne. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

ECLI:NL:RBMNE:2017:386 ECLI:NL:RBMNE:2017:386 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer C16/420604/FO RK 16-141 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

Geboren met twee moeders

Geboren met twee moeders Geboren met twee moeders Een onderzoek naar het belang van het kind dat is geboren binnen een lesbische relatie Masterscriptie Jeugdrecht Emma Merkx Naam: E.T.P. Merkx Studentnummer: 0910104 Masteropleiding:

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft Toelichting Dames en Heren, Ingediend door Sonja Becq Steeds meer kinderen worden opgevoed

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

AANHANGIGE ZAKEN DRAAGMOEDERSCHAP TUSSEN STRAFRECHTELIJK VERBOD EN WETTELIJKE REGELING

AANHANGIGE ZAKEN DRAAGMOEDERSCHAP TUSSEN STRAFRECHTELIJK VERBOD EN WETTELIJKE REGELING AANHANGIGE ZAKEN TUSSEN STRAFRECHTELIJK VERBOD EN WETTELIJKE REGELING Men kan op diverse manieren met het eigen lichaam geld verdienen. Sommige vormen worden in de maatschappij gerespecteerd, zoals het

Nadere informatie

DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E.

DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E. DRIE IS TEVEEL? Naar een verbetering van de positie van de duo-moeder. Nicole van Haalem Scriptiebegeleider: mr. dr. J.A.E. van Raak-Kuiper Inhoudsopgave 2 Afkortingen 5 Voorwoord 6 Hoofdstuk 1 Inleiding,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) incorrecte informatie heeft verschaft in de brochure en op de

Nadere informatie

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators

In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Scriptie Tristan Wolters Tilburg, mei 2011 In opdracht van: Juridische Hogeschool Tilburg en D&H Advocaten en Mediators Naam: Tristan Daniël Wolters Studentnummer: 2014194 Plaats en datum: Tilburg, mei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 675 Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming) Nr.

Nadere informatie