\o /o t o^ucos~o^ Edelhoogachtbaar College.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "\o /o t o^ucos~o^ Edelhoogachtbaar College."

Transcriptie

1 Edelhoogachtbaar College. \o /o t o^ucos~o^ Namens de gemeente Ermelo te Ermeio (hiema: belanghebbende) hebben wij beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amhem, nummer BK/M3-09AX)367, gedateerd 3 augustus Een afschrift van de uitspraak van het Gerechtshof Amhem is in uw bezit. Het cassatieberoep betreft een aan belanghebbende opgeiegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting; over hf t tijdvak 1 augustus tot en met 30 november nr. mmè^bmêêêêmmêmêmmkifii ln het hiernavolgende vindt u de motivering van het cassatieberoep. De machtiging is als bijlage bijgevoegd. Belanghebbende stelt de volgende cassatiemiddelen voor. l. Schending van het recht, in het bijzonder van het nationaalrechtelijke leerstuk fraus legis en het Eucbpeesrechtelijke leerstuk misbruik van recht, doordat het Gerechtshof in r.o. 4.7 heeft geoordeeld dat- kort gezegd - in de onderhavige zaak niet aan fraus legis maar aan misbruik van recht moet worden getoetst, zulks ten onrechte zoals hiema wordt uiteengezet Toeilclttliig Eén van de door het HvJ geformuleerde eisen voor misbruik van recht is strijd met het doel van de Zesde richtlijn dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan. Belanghebbende heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat Uw Raad jurisprudentie heeft gewezen waaruit blijkt dat de handelwijze van belanghebbende - namelijk het zelf (ver)bouwen van eén schoolgebouw en opleveren beneden kostprijs - niet in strijd is met doel en strekking van de Wet op de omzetbeiasting 1968 (hiema: Wet OB).

2 Belanghebbende's stelling is dat zij op deze door Uw Raad gewezen jurisprudentie mocht vertrouwen en dat deze jurisprudentie wel degelijk van belang is voor de beantwoording van de vraag of in casu sprake is van misbruik van recht. Immers, voor de vaststelling of sprake is van misbruik van recht moeten twee voorwaarden worden vervuld. De eerste voorwaarde is, of er is gehandeld in strijd met het doel van de bepalingen in de Zesde richtlijn en de Wet OB. Op het moment dat belan^ebbende de keuze maakte om het schoolgebouw zelf te bouwen en vervolgens te leveren, handelde zij volgens de toen geldende jurisprudentie niel in strijd met doel en strekking van de Wet OB. Voor de uitleg of aan de eerste voorwaarde voor misbmik van recht is voldaan is de jurisprudentie inzake fraus legis en omzetbelasting dus wel degelijk van belang. Het Gerechtshof verwerpt de stelling van belanghebbende met de opmerking dat er geen aanwijzingen voor zijn te vinden in de door het HvJ gewezen arresten inzake misbruik van recht. Naar de mening van belanghebbende is die aanwijzing er wel, gezien het feit dat het HvJ in het arrest 'Halifax' (HvJ 21 februari C-255/02, hiema: Halifax) bij de eerste voorwaarde letteriijk zegt dat er in strijd gehandeld moet zijn met de bepalingen in de Zesde Richtlijn, dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan. Het oordeel van het Gerechtshof dat de jurisprudentie van Uw Raad inzake fraus legis (strijd met doei en strekking van de wet) niet van belang is, omdat in de misbruik-van-recht-arresten van het HvJ geen aanwijzingen hieromtrent zijn te vinden, is onbegrijpelijk in het licht van wat belanghebbende in haar beröepschrift in hoger beroep heeft aangevoerd. 2. Schending van het recht, in het bijzonder van het Europeesrechtelijke leerstuk misbruik van recht en het (communautaire) rechtszekerheidsbeginsel, doordat het Gerechtshof in r.o. 4.7,4.8 en 4.9 heeft geoordeeld dat - kort gezegd - het niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel om de jurispmdentie van het HvJ inzake het leerstuk misbmik van recht met terugwerkende kracht op de onderhavige leasestmctuur toe te passen, zulks ten onrechte, zoals hiema wordt uiteengezet. Toelichting a Het Gerechtshof heeft het in de voorlaatste zin van r.o. 4.7 over een leasestructuur. Er is echter geen sprake van een leasestructuur, maar van een enkele oplevering van een nieuwe aanbouw aan een bestaande school door belanghebbende aan WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊBKÊÊBÊBÊÊÊSÊÊÊ (hiema: sm. Belanghebbende heeft in onderdeel 'a. Toepassingsbereik misbruik van recht' in haar beroepschrift in hoger beroep uitgebreid aangevoerd dat belanghebbende op het moment dat zij verplichtingen aanging er niet van uit hoefde te gaan dat zij handelde in strijd met doel en strekking van de Wet OB, ook gezien de door Uw Raad tot dan toe gewezen jurisprudentie. In r.o. 4.8 voert hel Gerechtshof aan dal het HvJ ln het arrest Halifax niet heeft aangegeven dat zijn beslissing beperkt is in de tijd. Het Gerechtshof verwijst naar de gevoegde zaken C-197/94 en C-252/94 van het HvJ.

3 In deze arresten ging het echter om het belang van de Staat versus de rechtsbescherming die de particulier kon ontlenen aan de uitleg van het HvJ inzake Europese richtlijnbepalingen. Hier beriep de belastingplichtige zich op terugwerkende kracht en was het de lidstaat die dit niet wilde. Juist vanwege deze particuliere rechtsbescherming kon de lidstaat zich er niet op beroepen dat de uitspraak van het HvJ geen terugwerkende kracht had. In casu beroept belanghebbende zich niet op de bepalingen in de 2^de richtlijn, maar op de Wet OB en het vertrouwen dat zij heeft ontleend aan de arresten van Uw Raad dat het enkel (op)leveren beneden kostprijs niet in strijd is met doei en strekking van de Wet OB. Dat is dus een geheel andere situatie, dan de zaak zoals deze aan de orde was in de door het Hof aangehaalde uitspraken C-197/94 en C-252/94. Juist vanwege de particuliere rechtsbescherming kan misbmik van recht niet met terugwerkende worden toegepast op handelingen die ten tijde van het aangaan ervan niet in strijd met het doel van de Wet OB waren als belanghebbende zich op de Wet OB beroept Overigens heeft het HvJ in het arrest Halifax (r.o. 72) nogmaals benadrukt dat de gemeenschapsregeling ook met zekerheid kenbaar dient te zijn en de toepassing ervan voor de justitiabelen voorzienbaar moet zijn (zie met name HvJ 22 november 2001, Nederiand/Raad, C-301/97, Jur. blz , punt 43). In casu was - mede gezien de jurisprudentie van Uw Raad - niet voorzienbaar, dat een prestatie beneden kostprijs tot misbmik van recht kon leiden. Zelfs de staatssecretaris van Financiën was de mening toegedaan dat deze handelwijze was toegestaan. In dit geval kan er dus niet van uit worden gegaan dat de gemeenschapsregeling met zekerheid kenbaar was, toen belanghebbende haar verplichtingen omtrent de bouw en oplevering aanging, waardoor in casu de rechtszekerheid is geschonden. In r.o. 4.9 verwijst het Gerechtshof naar de jurispmdentie van het HvJ, in casu de zaken C- 367/96 en C-373/97, waamit belanghebbende voigens het Gerechtshof afhad moeten leiden dat haar handelwijze tot misbruik van recht kon leiden. Beide aangehaalde arresten van het HvJ hebben echter betrekking op ondernemingsrecht en niet op omzetbelasting. Bovendien hebben beide arresten betrekking op de Tweede richtlijn (77/91/EEG) en niet op de Zesde richtlijn. Het ligt niet voor de hand te veronderstellen dat belanghebbende deze arresten kende en daar de gevolgtrekking aan kon verbinden dat zij wellicht in strijd met doel van de Wet OB cq, de Zesde richtlijn handelde. Zij stond hierin niet alleen, gezien het feit dat ook Uw Raad na het verschijnen van de door hel Gerechtshof aangehaalde arresten van het HvJ nog arresten heeft gewezen waarin is vermeld dat een levering beneden kostprijs niet tot strijd met doel en strekking van de Wet OB leidt (HR 28 april 1999, BNB 1999/349 en 3J augustus 1998, BNB 1998/354). Belanghebbende mag er toch van uitgaan dat Uw Raad op dat tijdstip ook kennis had genomen van beide door het Gerechtshof aangehaalde arresten en hierin geen aanleiding heeft gezien om leveringen beneden kostprijs als in strijd met het doel en strekking van de Wet OB aan te merken. De Staatssecretaris van Financiën was in 2004 nog steeds van mening dat onroerend goed constmcties niel met enig leerstuk of wettelijke bepaling waren aan te pakken, zoals blijkt uil het door belanghebbende in haar beroepschrift aangehaaldie citaat van de Staatssecretaris. Het Gerechtshof verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt ook nog naar r.o. 69 van het arrest Halifax, maar dit arrest was ook nog niet gewezen toen belanghebbende haar verplichtingen aanging.

4 Op het moment dat belanghebbende verplichtingen aanging en een keuze maakte om de bouw van het schoolgebouw zelf uit te voeren en op te leveren aan tegen de voor HHM maximaal haalbare - en dus economisch aanvaardbare - vergoeding, was deze handelwijze volgens vaste jurispmdentie niet in strijd met doel en strekking van de Wet OB. De Wet belastingen rechtsverkeer was zelfs met het oog op leveringen beneden kostprijs aangepast teneinde het btw-voordeel dat op deze wijze kon worden genoten af te romen. Belanghebbende behoefde niette twijfelen aan de rechtmatigheid van haar handelwijze. De stelling van het Gerechtshof dat belanghebbende op grond van de zaken C-367/96 en C-373/97 er rekening mee had behoren te houden dat het verbod van misbmik ook voor de omzetbelasting geldt, is gezien het bovenstaande niet juist. Het is in strijd met de rechtszekerheid om dan op een veel later moment te oordelen dat de handelingen van belanghebbende wel in strijd met doel en strekking van de Wet OB zijn geweest. Pas toen het arrest Halifax is verschenen, heeft de belastingdienst laten weten de door belanghebbende gevolgde werkwijze te bestrijden. Belanghebbende is en blijft van mening dat de naheffingsaanslag in strijd met de rechtszekerheid is opgelegd en verwijst naar haar argumentatie zoals genoemd onder 'a. Toepassingsbereik misbruik van recht' in haar beroepschrift in hoger beroep. 3. Schending van het recht, in het bijzonder van het Europeesrechtelijke leerstuk misbmik van recht en art. 8:77 Awb, doordat het Hof in r.o heeft geoordeeld dat - kort gezegd - in het onderwerpelijke geval in strijd met doel en strekking van de Wet OB wordt gehandeld, zulks ten onrechte, althans op gronden die dat oordeel niet kunnen dragen, zoals hiema wordt uiteengezet. Toelichting A Het Gerechtshof overweegt in r.o heel kort dat, gezien de besparing die WSÊ realiseert en het samenstel van rechtshandelingen te weten het tussenschuiven van belanghebbende als subsidieverstrekker, voldoende is om te kunnen spreken van strijd met doel en strekking van de communautaire en nationale bepalingen. Belanghebbende is van mening dat deze conclusie van het Gerechtshof in strijd met het recht is en in ieder geval onvoldoende gemotiveerd. Allereerst moet bij de eerste voorwaarde worden onderzocht ofhet belastingvoordeel in surijd met het doel van de Zesde richtlijn, dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan is verkregen. Het samenstel van rechtshandelingen dat het Gerechtshof bij de onderbouwing van zijn standpunt betrekt is maakt echter onderdeel uit van de tweede voorwaarde (r.o. 81 van het arrest Halifax) en wordt bij de eerste voorwaarde niet getoetst. Het Gerechtshof gebmikt dit argument dus ten onrechte als onderbouwing voor het voldoen aan de eerste voorwaarde voor misbmik van recht.

5 Als dit argument wordt weggelaten dan is het enige argument waarop het Gerechtshof zijn stelling dat er sprake is van strijd met doel en strekking van dè Zesde richdijn c.q. de Wet OB baseert, dat MÏB8# slechts over 17% van de waarde van de aanbouw btw in rekening gebracht krijgt. Naar de mening van belanghebbende kan dit argument de conclusie niet dragen en is de conclusie van het Gerechtshof onjuist. Zij voert daartoe het volgende aan. Belanghebbende heeft de keuze om zelf te bouwen en vervolgens aan WBÊtei leveren, of de bouw over te laten aan (HB en een som geld ter beschikking te stellen. In de Wet op het voortgezet onderwijs is ook opgenomen dat een gemeente de keuze heeft tussen zelf bouwen en leveren ofhet ter beschikking stellen van geld en het schoolbestuur laten bouwen. Hiemit blijkt al dat belanghebbende bij de oplevering van schoolgebouwen in ieder geval één van deze opties moet kiezen. Belanghebbende heeft er voor gekozen om de bouw zelf ter hand te nemen en de aanbouw vervolgens aan RB op te leveren tegen vergoeding. Het enkele feit dat belanghebbende de oplevering van het gebouw gedeeltelijk subsidieert kan er niet toe leiden dat er in sü-ijd met het doel van de Wet OB wordt gehandeld. De Wet OB en ook de Zesde richtlijn koppelen de aftrek van btw niet aan de hoogte van de ontvangen vergoeding. Belanghebbende heeft die optie gekozen die fmancieel het voordeligst en gelet op genoemde regelgeving mogelijk was. Zij is daar ook volgens het HvJ toe gerechtigd. In r.o. 73 van het arrest Halifax geeft het HvJ namelijk aan dat wanneer de belastingplichtige kan kiezen tussen twee transacties, de 2^sde richtlijn hem niet verplicht de transactie te kiezen waarvoorde hoogste btw is verschuldigd. De belastingplichtige heeft het recht om zijn activiteit zodanig te stmctureren dat de omvang van zijn belastingschuld beperkt blijft. In het arrest Halifax geeft het HvJ in een drietal overwegingen de volgende aanwijzingen om te bepalen wanneer er dan wel sprake is van strijd met het doel van de Zesde richtlijn, dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan. R.o. 78: Het gemeenschappelijke btw-stelsel waarborgt een volstrekt neutrale fiscale belasting van alle economische activiteiten, ongeacht het oogmerk ofhet resultaat ervan, mits die activiteiten op zich in beginsel aan de heffing van btw zijn onderworpen. Nu de oplevering van de aanbouw tegen vergoeding van rechtswege btw-belast is, heeft belanghebbende dus recht op aftrek van alle voorbelasting, ook al is de vergoeding lager dan de kostprijs. Belanghebbende concludeert dat op grond van deze aanwijzing de hoogte van de vergoeding en de genoten aftrek niet in strijd zijn met het doel van de Zesde Richtlijn, dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan. R.o.79: Er dient in beginsel een rechtstreeks en onmiddellijk verband te bestaan tussen een bepaalde handeling in een eerder stadium, en een of meer in een later stadium verrichte handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat, opdat de belastingplichtige recht op aftrek van de voorbelasting kan hebben en de omvang van dat recht kan worden bepaald.

6 ^ De in aftrek gebraclite voorbelasting is rechtstreeks toe te rekenen aan de door belanghebbende uitgevoerde bouwwerkzaamheden met betreldcing tot de aanbouw aan het schoolgebouw. Deze aanbouw is tegen vergoeding opgeleverd aanttijwimiift.waardoor het rechtstreekse verband aanwezig is. Ook op grond van deze aanwijzing is geen strijd is met het doel van de Zesde Richtlijn dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan. R.o. 80: Indien belastingplichtigen de voorbelasting volledig afkunnen trekken, hoewel zij in het kader van hun normale handelstransacties deze btw niet - ook niet gedeeltelijk - zouden hebben kunnen aftrekken op grond van enige handeling die voldoet aan de voorwaarden van de aftrekregeling van de Zesde richtlijn of van de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan, dan zou zulks in strijd zijn met het beginsel van de fiscale neutraliteit en bijgevolg met het doel van deze regeling. t Deze rechtsoverweging ziet op WÊÊ. Het zou misbmik van recht kuruien opleveren indien IBI aftrekrecht zou verkrijgen. De belastingplichtige die de voorbelasting aftrekt is hier echter belanghebbende. Belanghebbende kan in het kader van haar nonnale handelstransacties, te weten het opleveren van nieuwbouw tegen vergoeding, de voorbelasting op de stichtingskosten normaal in aftrek brengen. Belanghebbende is ondememer in de zin van de Wet OB en dient btw te voldoen over de ontvangen vergoeding voor deze door haar verrichte prestatie. Zij is niet vrijgesteld van btw voor het opleveren van nieuw gebouwde onroerende zaken, dan wel het verbouwen van bestaande onroerende zaken. Zij moet haar prestaties dus in de hefflng van btw betrekken en kan voor deze werkzaamheden dus altijd de voorbelasting die aan de prestatie is toe 0 te rekenen in aftrek brengen, nnffumiiiwiii heeft geen btw in aftrek gebracht en kan dit ook niet. De situatie zoals geschetst in r.o. 80, waarbij sprake is van strijd met het doel van de Zesde richtlijn, dan wel de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan is hier niet aan de orde. Dit is conform de door Uw Raad gewezen jurispmdentie omtrent strijd met doel en strekking van de Wet OB in de op fraus legis betrekking hebbende jurispmdentie. Oc verwijs naar het gestelde hieromtrent bij middel l en naar hetgeen belanghebbende in haar beroepschrift in hoger beroep hieromtrent heeft opgemerkt 4. Schending van het recht in het bijzonder van het Europeesrechtelijke leerstuk misbmik van recht en art. 8:77 Awb, doordat het Hof in r.o heeft geoordeeld dat het verkrijgen van een belastingvoordeel het wezenlijke doel van de gekozen constmctie was, zulks ten onrechte, aldians op gronden die dat oordeel niet kunnen dmgen, zoals hiema wordt uiteengezet Voor de tweede voorwaarde van misbmik van recht is van belang of de betrokken transacties in wezen tot doel hebben een belastingvoordeel te verkrijgen. Hierbij herinnert het HvJ eraan dat het aan de nationale rechter staal vast te stellen wat de werkelijke inhoud en betekenis van de betrokken handelingen zijn. Hierbij kan hij het louter artificiële karakter van deze handelingen in aanmerking nemen alsmede de banden van juridische, economische en/of persoonlijke aard tussen de bij de constmctie ter veriaging van de belastingdmk betrokken ondememers.

7 » Q Belanghebbende ondcent niet dat zij bij de uitvoering van de bouw die optie heeft gekozen waarbij de btw-druk het laagst is. Belanghebbende heeft echter in het hoger beroep ontkend dat sprake was van een constructie. Indien de Wet op het voortgezet onderwijs de mogelijkheid biedt aan gemeenten om bij nieuwbouw zelf te bouwen en vervolgens aan het schoolbestuur te leveren, of als altematief de bouw door het schoolbestuur (gedeeltelijk) te financieren, kan moeilijk worden volgehouden dat de gevolgde handelwijze een constmctie is. Er is in casu geen sprake van een (ingewikkelde) constmctie, dan wel een samenstel van rechtshandelingen die artificieel is. Belanghebbende bouwt, krijgt facturen waarop btw in rekening is gebracht en trekt de voorbelasting af. Belanghebbende verkoopt en levert voor het bedrag dat WÊÊ maximaal kan betalen. Een hoger bedrag is niel haalbaar. Verder zijn er ook geen banden van juridische, economische en persoonlijke aard tussen belanghebbende en WtBÊÊ^' Belanghebbende en fll ^SÊS zijn verschillende rechtspersonen, hebben niet hetzelfde besmur en voeren een aparte administratie. Omdat er in casu geen stmctuur is toegepast en geen gebmik wordt gemaakt van artiüciële handelingen wordt aan dit tweede vereiste niet voldaan. Dat bij de keuze voor het zelf bouwen de besparing van btw doorslaggevend was, is gezien r.o. 73 van het arrest Halifax niet voldoende. Belanghebbende mocht de goedkoopste optie kiezen. Overigens heeft de gevolgde handelwijze voor belanghebbende nog het extra belangrijke voordeel dat belanghebbende zelf toezicht kon houden en eindverantwoordelijke was bij de bouw en op deze wijze budgetoverschrijding kon voorkomen. Het voordeel van de overdracht is dat het schoolbestuur zelf voor de instandhouding van het gebouw dient te zorgen. De rol van belanghebbende kan na de levering beperkt blijven tot subsidiënt. Belanghebbende voldoet om deze reden niet aan de tweede voorwaarde. Het Gerechtshof gaat aan dit onderdeel van de tweede voorwaarde geheel voorbij en gaat niet in op hetgeen belanghebbende ter zake heeft aangevoerd. Conclusie Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, verzoekt belanghebbende u de uitspraak van het Gerechtshof en de naheffingsaanslag te vemietigen. Belanghebbende verzoekt u de staatssecretaris van Financiën te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende in verband met de behandeling van de zaak bij Rechtbank, Hof en Hoge Raad.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Beroep in cassatie tegen de uitspraak van Hof 's-hertogenbosch F 09/03362 Og -OLp. <S ö co a inzake de gemeente Gemert-Bakel.

Beroep in cassatie tegen de uitspraak van Hof 's-hertogenbosch F 09/03362 Og -OLp. <S ö co a inzake de gemeente Gemert-Bakel. Onderwerp Uw kenmerfa Beroep in cassatie tegen de uitspraak van Hof 's-hertogenbosch F 09/03362 Og -OLp.

Nadere informatie

Den Haag, i, O DEC Kenmerk: DGB

Den Haag, i, O DEC Kenmerk: DGB Den Haag, i, O DEC 2010 Kenmerk: DGB 2010-6896 Verweerschrift inzake het beroep In cassatie (rolnummer 10/04024) van Gemeente Ermelo te Ermelo tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 augustus

Nadere informatie

uitspraak Gerechtshof 's-gravenhage Edelhoogachtbaar college.

uitspraak Gerechtshof 's-gravenhage Edelhoogachtbaar college. uitspraak Gerechtshof 's-gravenhage Edelhoogachtbaar college. Namens de gemeente Middelhamis (hiema: belanghebbende) motiveer ik hierbij het ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link:

ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link: ECLI:NL:HR:2015:1353 Permanente link: http://deeplink. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 29-05-2015 Datum publicatie 29-05-2015 Zaaknummer 14/01134 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:138,

Nadere informatie

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU 1 2 Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie

LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen

Nadere informatie

Nieuwsbrief Vastgoed

Nieuwsbrief Vastgoed Nieuwsbrief Vastgoed 15 juli 2014 Nieuwbouw en verbouwing scholen door gemeente. Recht op btw-aftrek? De Hoge Raad heeft zich in april tweemaal uitgelaten over omzetbelasting (of: btw) bij de bouw/verbouwing

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 30 mei 2016 in de zaak tussen Gemeente [gemeente], eiseres

uitspraak van de meervoudige kamer van 30 mei 2016 in de zaak tussen Gemeente [gemeente], eiseres Rechtbank DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 15/6058 uitspraak van de meervoudige kamer van 30 mei 2016 in de zaak tussen Gemeente [gemeente], eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen,

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Edelhoogachtbaar College, De gemeente MP heeft bij brief van 21 september 2017 cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 Datum: 26 juni 2017 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan: wethouder Haring,

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 Van : college van burgemeester en wethouders Datum : 27 juni 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Haring Portefeuille(s) : Financiën Contactpersoon : W. Lam Tel.nr. : 8318

Nadere informatie

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282

Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 i Incidenteel beroep in cassatie zaaknummer F 13/00282 Edelhoogachtbaar College, De uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 6 december 2012, nr. 11 / 04103, betreft de X in geschil zijnde vraag of belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

l.l. Hei beroep in cassatie richl zicht tegen de uitspraak van hei Gerechtshof Amsterdam van I -juli 2(Wa(veFzondefl-op-l-julr20J0)7

l.l. Hei beroep in cassatie richl zicht tegen de uitspraak van hei Gerechtshof Amsterdam van I -juli 2(Wa(veFzondefl-op-l-julr20J0)7 lo/ozssl CdS I. Gevoerde procedure en uitspraak waarvan cassatie l.l. Hei beroep in cassatie richl zicht tegen de uitspraak van hei Gerechtshof Amsterdam van I -juli 2(Wa(veFzondefl-op-l-julr20J0)7 1.2.

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2018:1190

ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 01-05-2018 Datum publicatie 24-05-2018 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00787

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald. looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 24 maart 2011, nummer AWB 09/5022, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 24 maart 2011, nummer AWB 09/5022, in het geding tussen belanghebbende en Hof Arnhem 4 september 2012, nr. 11/00370 Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummer 11/00370 uitspraakdatum: 4 september 2012 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger

Nadere informatie

Gemeente Woerden 12.023217 19/12/2012. Registratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op:

Gemeente Woerden 12.023217 19/12/2012. Registratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op: Deloitte Gemeente Woerden 12.023217 Deloitte Belastingadviseurs B.V. Omzetbelasting Schenkkade 47 2595 AR Den Haag Postbus 90721 2509 LS Den Haag Nederland Het College van B&W van de gemeente Woerden T.a.v.

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 4 oktober 2013 nr. 11/03207 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2011, nr. P10/00221, betreffende

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 -0) Ol täh. 2tpIO e Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/01551 IIngeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr g.3.j ~..~9. 8 maart 2013 Luxemburg,

Nadere informatie

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 14 maart 2013 inzake [X], wonende

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

Hoge Raad / Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad / Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2014:979 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 25-04-2014 25-04-2014 13/00959 In cassatie op :

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden, Edelhoogachtbaar College, Hierna zet ik namens en ten behoeve van mijn cliënt, wonende aan de WÉH^M^^^^ te te mijnen kantore, hierna te noemen: "belanghebbende", die te dezer

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r nr. 24.702 12 oktober 1988 AHN Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november 2004 1 1. In deze zaak verzoekt de Hoge Raad der Nederlanden het Hof om uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn 2 (hierna: richtlijn") voorzover

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78 HR 7 januari 1970, Vertrouwen op beleid 1 Vertrouwen op beleid 7 januari 1970, nr. 16.201 AX6845 BNB 1970/78 Voorafgaande beslissing: Gerechtshof Amsterdam 23 januari 1969 Belanghebbende beroept zich op

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

Hoge Raad der N ederlanden

Hoge Raad der N ederlanden Hoge Raad der N ederlanden derde kamer Nr. 35.363 19 april 2000 BB ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 Instantie Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 15-03-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/4708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,

Nadere informatie

MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief

MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Discussiebijdrage Koen Verburg 12 mei 2016 Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 STELLING: De constatering dat een feitencomplex

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559 ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-11-2014 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 14_7761 OB Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste aanleg

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014

Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Datum van inontvangstneming : 17/04/2014 Hoge Raad der Nederla 'Entrée 1 8 MARS 2014 den ------1 Derde Kamer Nr. 09/02220 21 februari 2014 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:5568

ECLI:NL:RBDHA:2015:5568 ECLI:NL:RBDHA:2015:5568 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 08-07-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8571 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie Auteurs: Roelof Vos / Ron Jeronimus NLFnummer: NLF Opinie 2018/0039 Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie Als een

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches. MIDDEL 1 Schending en/of verkeerde toepassing van het Nederlands recht, waaronder mede begrepen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en/of verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: mr. R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), augustus 2018, Afl. 17, BB 2018/315 19 april 2018 Gerechtshof s-hertogenbosch Telefonisch horen in bezwaarfase. Categorisch

Nadere informatie

18-12-2014 11-02-2015. Belastingrecht. Hoger beroep

18-12-2014 11-02-2015. Belastingrecht. Hoger beroep ECLI:NL:GHAMS:2014:6001 http://d Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Amsterdam 18-12-2014 11-02-2015

Nadere informatie

XXXX. Geachte heer XXXX,

XXXX. Geachte heer XXXX, Retouradres: Postbus 93122, 2509 AC Den Haag XXXX Geachte heer XXXX, Pagina 1/5 U heeft ons geschreven over de beslissing van de Belastingdienst op het namens de heren XXXX en XXXX (hierna: uw cliënten)

Nadere informatie

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk: R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r Nr. 35.889 27 juni 2001 YS Arrest gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te `s-hertogenbosch van 3 december 1999,

Nadere informatie

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT Cassatiemiddelen Schending van het recht, in het bijzonder doel en strekking van artikel 16 lid 2 letter c van de Algemene Wet Rijksbelastingen (hierna ook: I6,2,c AWR),

Nadere informatie

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur?

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Onlangs heeft de rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak waarbij de Belastingdienst een naheffingsaanslag omzetbelasting heeft opgelegd,

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

De Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking.

De Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking. ECLI:NL:GHDHA:2018:956 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-03-2018 Datum publicatie 26-04-2018 Zaaknummer BK-17/00742 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:7752, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BM1206

ECLI:NL:HR:2010:BM1206 ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * INVESTRAND ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * In zaak 0435/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:72

ECLI:NL:GHAMS:2016:72 ECLI:NL:GHAMS:2016:72 Permanente link: http://deepl Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer 14/01023 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:10956,

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 6 januari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 6 januari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, J 5 FEB 2012 Kenmerk: DGB 2012-93 Motivering van het beroepschrift in cassatie (roinummer 11/05609) tegen de uitspraak van het Gerechtsliof te Arnhem van 15 november 2011, nr. 11/00307, inzake

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157

ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157 ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 18-10-2012 Datum publicatie 18-10-2012 Zaaknummer AWB 11/2382 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk: Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,

Nadere informatie

op het beroep - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden - van X te Z, belanghebbende,

op het beroep - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden - van X te Z, belanghebbende, Gerechtshof te Amsterdam Tweede Meervoudige Belastingkamer 24 september 1996 Kenmerk 95/2326 UITSPRAAK op het beroep - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden - van X te Z, belanghebbende, tegen

Nadere informatie

Naar aanleiding van üw brief van 20 november 2018 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van üw brief van 20 november 2018 heb ik de eer het volgende op te merken. t. * * Den Haag, 2 G DÉC. 2018 ) Kenmerk: 2018-0000224190 Motivering van het beroepschrift In cassatie (rolnummer 18/04792) tegen de xz uitspraak van het Gerechtshof Den Haag (het Hof) van 5 oktober 2018,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

Den Haag, - g QKT Kenmerk:

Den Haag, - g QKT Kenmerk: Den Haag, - g QKT. 2018 Kenmerk: 2018-0000170582 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03623) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden éan 10 juli 2018, nr. 17/00695,

Nadere informatie

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2009 F.08.0009.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0009.F OFF ROAD, naamloze vennootschap, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Mr. François

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

Conclusie. Wetsverwijzingen Successiewet , geldigheid: BNB 1996/87 FED 1995/908 FED 1996/634 WFR 1995/1928 V-N 1995/4496, 15

Conclusie. Wetsverwijzingen Successiewet , geldigheid: BNB 1996/87 FED 1995/908 FED 1996/634 WFR 1995/1928 V-N 1995/4496, 15 ECLI:NL:PHR:1995:AA3111 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-12-1995 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 30403 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:1995:AA3111 Rechtsgebieden

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 16 december 2009, 09/1990 (hierna: aangevallen uitspraak),

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 16 december 2009, 09/1990 (hierna: aangevallen uitspraak), LJN: BP5058, Centrale Raad van Beroep, 10/596 ZVW Datum uitspraak: 09-02-2011 Datum publicatie: 21-02-2011 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing aanvraag

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 31 mei 2011 heb Ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 31 mei 2011 heb Ik de eer het volgende op te merken. 1 Cccs DenHaag, «7 jul 2011 Kenmerk: DGB 2011-3436 Motivering van liet beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/02494) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 15 april 2011, nr. 10/00133,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * COMMISSIE / FRANKRIJK ARREST VAN HET HOF 21 september 1988 * In zaak 50/87, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. F. Buhl, juridisch adviseur van de Commissie, als gemachtigde,

Nadere informatie