Arbeidsreglement. 1 Algemeen. 2 Arbeidsduur. 2.1 Algemeen. 2.2 Thuiswerk

Transcriptie

1 Deel 2 1 Algemeen Arbeidsreglement SERV personeelsgids_ Het arbeidsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), gevestigd te 1040 Brussel, Wetstraat De werkgever en de personeelsleden zijn gebonden door de bepalingen die in het arbeidsreglement voorkomen en zijn ertoe gehouden ze na te leven. 2 Arbeidsduur 2.1 Algemeen Een voltijdse werkweek omvat 5 werkdagen en duurt 38 uur per week. De werkdag vangt aan tussen 7u30 en 10u00, vrij te kiezen door het personeelslid of volgens de noden van de dienst. Hij eindigt tussen 15u30 en 18u30. Prestaties vóór 7u30 en na 18u30 worden niet in rekening gebracht tenzij ze gepresteerd worden op vraag van de leidend ambtenaar. Een volledige werkdag omvat 8 werkuren, inclusief de middagpauze. De middagpauze beslaat dagelijks 1 uur en kan vrij opgenomen worden tussen 11u30 en 14u00. Het personeelslid heeft de mogelijkheid om dagelijks maximum 1u meer te presteren (credituren) dan de vastgelegde normtijd. Wanneer er geen afwezigheden geregistreerd worden, geldt bij een voltijdse tewerkstelling een minimale dagprestatie van 5u30, dit is de tijd tussen de aanvang van de stamtijd (10u) en het einde van stamtijd (15u30). Wanneer prestaties gecombineerd wordt met een afwezigheid (vakantie, credituren, ) geldt er een minimale dagprestatie van 3,5 uur. Hierbij moet minstens een van de 2 dagelijkse stamtijden (ofwel van 10u tot 11u30 ofwel van 14u tot 15u30) gerespecteerd worden. Maandelijks kan het personeelslid maximaal een saldo van 8u aan credituren overdragen naar de volgende maand. Ook geldt er een maximum saldo aan maandelijkse debeturen. Er kan maximaal een saldo van 8u aan debeturen overgedragen worden naar de volgende maand. Wanneer dit negatief saldo overschreden wordt worden de uren die deze grens overschrijden omgezet in vakantie. De personeelsleden hebben de mogelijkheid om deeltijdse prestaties aan te vragen, meer bepaald 50%, 80% of 90%. De deeltijdse arbeid kan maandelijks, wekelijks of dagelijks worden gepresteerd. De werktijdregeling wordt in onderling overleg met de leidend ambtenaar bepaald en vastgelegd in de digitale applicatie van de prikklok. 2.2 Thuiswerk De personeelsleden hebben de mogelijkheid om occasioneel thuiswerk te verrichten. Thuiswerk biedt de mogelijkheid om ongestoord een aantal taken en opdrachten uit te voeren, en dus efficiënter te functioneren. Dit kan resulteren in een betere werk-privé-balans met dien verstande dat het werk als uitgangspunt wordt genomen. De focus ligt m.a.w. op het efficiënter uitvoeren van het werk. Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T info@serv.be

2 Occasioneel betekent dat thuiswerk geen automatisme of recht is en dat het op vrijwillige basis gebeurt Voorwaarden tot thuiswerk Thuiswerk is beperkt tot maximum 40 dagen per jaar (pro rata voor werknemers met verminderde prestaties). Thuiswerk kan worden geweigerd als de werkorganisatie de aanwezigheid van het personeelslid vereist. Thuiswerk kan m.a.w. niet op dagen waarop de aanwezigheid vereist is, zoals team- en stafvergaderingen, werkbesprekingen, werkgroepvergaderingen, Voor elke dag thuiswerk wordt 8 uur (4 uur voor een halve dag) in het tijdsregistratiesysteem aangerekend (of een pro rata voor deeltijdse prestaties). Er kan ook 2 of 6 uur thuiswerk opgenomen worden, in combinatie met een andere afwezigheid (medische consultatie, dienstreis, ). Het personeelslid moet thuiswerk minstens 24 uur op voorhand aanvragen via een gemotiveerde aanvraag. Tijdens het thuiswerken kunnen geen overuren gepresteerd worden. Wie thuis werkt dient die dag ten minste telefonisch of op een andere afgesproken manier bereikbaar te zijn. De bereikbaarheid wordt vooraf meegedeeld aan de leidinggevende en directe collega s Thuiswerk aanvragen Thuiswerk wordt aangevraagd met een (digitaal) aanvraagformulier bij de leidinggevende. Het personeelslid omschrijft de deelopdracht die hij of zij thuis wil uitvoeren en de reden waarom de deelopdracht best thuis kan worden uitgevoerd. De leidinggevende deelt het personeelslid zijn goed- of afkeuring van de aanvraag mee. Indien de aanvraag wordt afgekeurd, zal de reden van de afkeuring mondeling meegedeeld worden aan het personeelslid Opvolgen van prestaties in het kader van thuiswerk Na elke dag thuiswerk kan de leidinggevende de reële output controleren. Het thuiswerk zal jaarlijks besproken worden tijdens het functioneringsgesprek. Tijdens dat gesprek zal beslist worden of het thuiswerk ook het volgende jaar kan toegestaan worden op basis van het feit of het betrokken personeelslid al dan niet de verwachte prestaties levert tijdens het thuiswerk Materiaal en kosten infrastructuur De SERV voorziet geen specifieke vergoedingen voor thuiswerk. De kosten gemaakt in het kader van occasioneel thuiswerk zijn ten laste van het personeelslid. De documenten op het intranet (WIND) zijn toegankelijk via internet, waardoor de personeelsleden die over een internetverbinding beschikking ook van thuis uit de documenten kunnen raadplegen. De personeelsleden kunnen gebruik maken van de laptop en gsm die de SERV als arbeidsmiddelen ter beschikking stelt. Voor de concrete afspraken inzake gebruik van de laptop verwijzen we graag naar deel 3 van deze personeelsgids (gedragscode gebruik PC, internet en ) en de gsm policy terug te vinden op het intranet (intranet personeel en financiën FAQ gsm). 2

3 2.2.5 Verzekeringen, arbeidsongevallen en ziekte Wanneer er een ongeval gebeurt tijdens het thuiswerk wordt dat als een arbeidsongeval beschouwd. De ziekteregeling (melding, attesten, controle, ) blijft onveranderd van toepassing. Indien het personeelslid tijdens een dag thuiswerken ziek wordt, dient dit aan de personeelsdienst gemeld te worden Maaltijdcheques Occasioneel thuiswerk geeft recht op een maaltijdcheque Staking Bij een aangekondigde staking van het openbaar vervoer of in het geval van staking waar niet meegestaakt wordt, zullen werknemer die geen vakantiedag opnemen en van wie de functie thuiswerk toelaat, verwacht worden dat ze thuiswerken. Het thuiswerk t.g.v. staking komt bovenop de voorziene 40 dagen thuiswerk. Werknemers mogen steeds in geval van staking met de auto, fiets, naar de SERV komen. Een kilometervergoeding wordt dan betaald. 3 Meting en controle van de arbeid De personeelsleden dienen elke werkdag persoonlijk door middel van hun toegangs-badge hun aankomst op én vertrek van het SERV gebouw te registreren aan de prikklok naast de liften. Het badgen is verplicht telkens men het gebouw verlaat of betreedt met uitzondering van rookpauzes en evacuatie. Iedere afwezigheid wordt op voorhand geregistreerd in de digitale applicatie van de prikklok waartoe iedere personeelslid toegang heeft. Afwezigheden die het personeelslid niet eigenhandig kan registreren in de digitale applicatie worden op voorhand gemeld aan de personeelsdienst. 4 Persoonsgegevens Voor een juiste toepassing van de sociale en fiscale wetgeving zal het personeelslid bij de indiensttreding zijn/haar naam, adres, verblijfplaats, rijksregisternummer, burgerlijke staat, gezinstoestand, ziekenfonds en nationaliteit meedelen. Deze gegevens, samen met de tewerkstellingsattesten worden verzameld, opgeslagen, verwerkt en aangewend in overeenstemming met de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Bij een wijziging van deze persoonlijke gegevens zal het personeelslid onmiddellijk de personeelsdienst hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. 5 Feestdagen en dienstvrijstellingen Volgende feestdagen worden toegekend: de wettelijke feestdagen: 1 januari, paasmaandag, O.H. Hemelvaart, 1 mei, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 en 11 november en 25 december 3

4 een decretale feestdag: 11 juli de reglementaire feestdagen: 2 en 15 november, 26 december bijkomende feestdag: 1 dag naar aanleiding van Brussel -kermis. Ter vervanging van de bovenvermelde feestdagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft het personeelslid vakantie tussen Kerstmis en Nieuwjaar. De AG kan dienstvrijstelling toekennen op dagen voorafgaand aan wettelijke feestdagen. De dienstvrijstelling kan worden opgenomen indien het belang van de dienst het toelaat. Volgende dienstvrijstellingen worden toegekend: Het personeelslid heeft recht op dienstvrijstelling voor vakbondsactiviteiten in overeenstemming met de federale bepalingen. Vereist attest: persoonlijke oproeping Het personeelslid dat als voorzitter, bijzitter of (adjunct-)secretaris van een stembureau of stemopnemingsbureau werkt bij de verkiezingen, krijgt dienstvrijstelling: de dag van de verkiezingen, indien hij dan moest werken; de eerstvolgende werkdag na de verkiezingen. Vereist attest: attest van de voorzitter van het stembureau of stemopnemingsbureau. Voor de voorzitter zelf mee ondertekend door de secretaris. Het personeelslid krijgt dienstvrijstelling a rato van telkens maximum 5 werkdagen per jaar: als vrijwilliger van een brandweerkorps of korps voor burgerlijke bescherming, voor dringende hulpverlening als actieve vrijwilliger van het Rode kruis Vereist attest: attest korpscommandant Het personeelslid dat onbezoldigd topsporter is kan dienstvrijstelling krijgen voor bepaalde sportmanifestaties waarvan de maximumduur vastgesteld is op 90 werkdagen per jaar. Voor het internationale jurylid geldt een maximum van 20 werkdagen per jaar. Het personeelslid krijgt dienstvrijstelling: voor het afstaan van beenmerg a rato van maximum 4 werkdagen per afname voor het afstaan van organen of weefsels voor de benodigde duur van de onderzoeken, de ziekenhuisopname en het herstel. Vereist attest: medisch attest Het personeelslid kan dienstvrijstelling krijgen voor de onbezoldigde inzet bij het begeleiden en bijstaan van gehandicapten en zieken tijdens de voor deze personen georganiseerde vakantiereizen en verblijven in het binnen- of buitenland a rato van de helft van het aantal te besteden verlofdagen met een maximum van 5 werkdagen per jaar. Vereist attest: medisch attest m.b.t. de arbeidsongeschiktheid van de gehandicapte of zieke en een attest van deelname aan de reis en het verblijf afgegeven door de organiserende vereniging. Het personeelslid kan dienstvrijstelling krijgen voor de duur die gelijk is aan de benodigde tijd om bloed, plasma of bloedplaatjes te geven (normaliter 30 minuten) en een maximale verplaatsingstijd van twee uur. Vereist attest: een door de dokter van de bloedtransfusiedienst ondertekend bewijsstuk of een bloedgevers- of plasmakaart. 4

5 Het zwangere personeelslid krijgt dienstvrijstelling voor de duur van het prenataal onderzoek dat tijdens de diensturen plaats heeft. Vereist attest: medisch attest met vermelding prenataal onderzoek Het vrouwelijk personeelslid krijgt dienstvrijstelling voor borstvoeding op het werk a rato van de benodigde tijd. Het personeelslid kan dienstvrijstelling krijgen voor een preventief medisch onderzoek georganiseerd door de instelling. Het personeelslid kan dienstvrijstelling krijgen voor een medisch onderzoek indien het onderzoek dringend is of niet buiten de diensturen kan plaatsvinden. Vereist attest: doktersattest van consultatie Het personeelslid kan dienstvrijstelling krijgen bij oproeping voor een medisch onderzoek. Vereist attest: de oproeping De leidend ambtenaar beslist over de toekenning van andere niet in punt 5 vermelde dienstvrijstellingen. 6 Jaarlijkse vakantie De regeling aangaande vakantie, verlof en dienstvrijstelling is opgenomen in deel XI en deel XIV, hoofdstuk 2 van het personeelsstatuut van de SERV. Het personeelslid dat voltijds werkt heeft jaarlijks recht op 35 werkdagen vakantie. Binnen het totaal van 35 dagen kunnen maximaal 5 dagen opgenomen worden in fracties van 2 uur. Ieder personeelslid kan zijn/haar vakantiesaldo consulteren in de digitale applicatie van de prikklok. De werknemer kan zijn vakantiedagen kiezen, rekening houdend met de behoeften van de dienst. Het is zowel een recht als een plicht om de vakantiedagen volledig binnen het lopende jaar op te nemen. Met het lopende jaar wordt bedoeld: vanaf 1 januari tot het einde van de (school)kerstvakantie binnen het volgende jaar. In principe worden géén vakantiedagen overgedragen naar het volgende jaar. 7 Ziektecontrole en arbitrageprocedure 7.1 Mededeling van de afwezigheid wegens ziekte Indien arbeidsongeschiktheid of een ander geval van overmacht de aanwezigheid op het werk verhindert, moet het personeelslid rechtstreeks de personeelsdienst hier van op de hoogte brengen. Het personeelslid verwittigt persoonlijk de personeelsdienst per telefoon, en dit ten laatste vóór tien uur op de eerste dag van de afwezigheid. U kan de personeelsdienst bereiken op: Anne Reyniers: 02/ Bart Mouton: 02/ Isabelle Mattelaer: 02/ Bij ziekte of ongeval moet het personeelslid bereid zijn een medische controle te laten uitvoeren door een arts die de werkgever daartoe heeft aangesteld. Bij afwezigheid wegens ziekte of ongeval van meer dan één dag, moet het personeelslid bovendien binnen de 48 uur een 5

6 medisch attest, dat het begin en de duur van de arbeidsongeschiktheid vermeldt, aan de personeelsdienst bezorgen. Wanneer het personeelslid binnen veertien dagen na de vorige arbeidsongeschiktheid opnieuw ziek wordt, dan moet het medisch attest vermelden of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet een andere oorzaak heeft. Zo niet wordt vermoed dat beide periodes van arbeidsongeschiktheid dezelfde oorzaak hebben, tenzij het tegendeel alsnog wordt bewezen. Contractuele personeelsleden brengen hun mutualiteit op de hoogte bij een arbeidsongeschiktheid van meer dan 30 dagen. De eerste maand geniet het contractueel personeelslid gewaarborgd loon namens de SERV, vanaf de 31ste dag valt hij/zij terug op de uitkering van de mutualiteit. 7.2 Bezoek preventie-adviseur-arbeidsgeneesheer (PA- AG) voorafgaand aan de werkhervatting In geval van arbeidsongeschiktheid, kan de werknemer, al dan niet onderworpen aan het verplicht gezondheidstoezicht, rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting vragen. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer. Alle personeelsleden hebben na een arbeidsongeschiktheid van ten minste 4 weken het recht een bezoek aan te vragen rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer met het oog op een eventuele aanpassing van hun werkpost en dit voorafgaand aan de werkhervatting. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer. Vanaf het ogenblik dat de PA-AG, een aanvraag ontvangt, verwittigt de PA-AG de werkgever (tenzij de werknemer anoniem wenst te blijven en hiermee niet akkoord is), en nodigt de PA-AG de werknemer uit voor een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting, dat plaatsvindt binnen een termijn van acht werkdagen volgend op de dag van de ontvangst van de aanvraag. 7.3 Het verloop van de geneeskundige controle De personeelsdienst kan het geneeskundig controleorgaan (Mensura) verzoeken om een ziek personeelslid te controleren. Het onderzoek mag op alle werkdagen plaatsvinden. De controle gebeurt tussen 8 en 21 uur. Het onderzoek vindt in regel plaats in de woon- of verblijfplaats van het zieke personeelslid. Het controleorgaan hoeft het onderzoek niet aan te kondigen. De controlerende arts dient zich wel te legitimeren. Als het zieke personeelslid afwezig is, laat de controlerende arts een bericht achter waarin het personeelslid wordt verzocht zich tijdens de vermelde spreekuren aan te melden bij de bevoegde arts. Ook personeelsleden die hun woon- of verblijfplaats mogen verlaten, kunnen door het geneeskundig controleorgaan schriftelijk opgeroepen worden om zich voor een controle aan te melden. De ambtenaren die zonder gegronde reden weigeren zich aan een controle te onderwerpen, kunnen worden bestraft met een tuchtstraf; de contractuele personeelsleden lopen het risico hun recht op gewaarborgd loon te verliezen. 6

7 De personeelsleden die de dienst niet tijdig hervatten zonder geldige reden, zijn ongewettigd afwezig. Zij hebben geen recht op salaris gedurende hun ongewettigde afwezigheid. Zie bijlage 1: procedure geneeskundige controle Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval van gemeen recht (voor de statutaire personeelsleden) Als de controlerende arts van oordeel is dat een zieke ambtenaar geschikt is om zijn ambt met deeltijdse prestaties op te nemen, dan geeft het geneeskundig controleorgaan daarvan schriftelijk kennis aan de personeelsdienst waaronder de ambtenaar ressorteert en aan de ambtenaar zelf. De ambtenaar die wegens ziekte afwezig is, kan ook zelf vragen om zijn ambt weer te mogen opnemen met deeltijdse prestaties. Daarvoor bezorgt de ambtenaar aan het geneeskundig controleorgaan een geneeskundig attest van zijn behandelende arts. Als de controlerende arts oordeelt dat de lichamelijke toestand van de ambtenaar dat toelaat, brengt het geneeskundig controleorgaan de personeelsdienst waaronder de ambtenaar ressorteert en de ambtenaar zelf daarvan schriftelijk op de hoogte. Bij niet-akkoord kan het personeelslid via zijn behandelende arts aandringen op een arbitrageprocedure. Het geneeskundig controleorgaan staat, met het oog op re-integratie, deeltijdse prestaties toe voor minimum 50% voor een periode van ten hoogste drie maanden. Nochtans worden voor dezelfde periode, doch onbeperkt vernieuwbaar, verlengingen toegestaan op voorwaarde dat het geneeskundig controleorgaan bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de lichamelijke toestand van de ambtenaar dat wettigt. De deeltijdse prestaties wegens ziekte moeten de ambtenaar toelaten om na een periode van zware of langdurige ziekte opnieuw zijn volledige dagtaak op te nemen. Bedoeling van het verlof voor deeltijdse prestaties wegens ziekte is dat de ambtenaar die afwezig geweest is wegens ziekte de mogelijkheid te geven om zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidsritme en hem opnieuw te re-integreren in zijn functie. Dit betekent dat een ambtenaar niet onbeperkt gebruik kan maken van deeltijdse prestaties wegens ziekte. Indien een personeelslid niet opteert voor een ander verlof voor deeltijdse prestaties of loopbaanonderbreking en uit het medisch onderzoek van de controlearts zou blijken dat de ambtenaar nooit meer zijn functie aan 100% kan uitoefenen, zal de ambtenaar volledig arbeidsongeschikt verklaard worden in zijn functie. Deze regeling belet niet dat de ambtenaar die deeltijds werkt wegens ziekte mag proberen om voltijds te hervatten. Hierbij is een akkoord van de behandelende arts vereist. Indien hij dan tot de vaststelling komt dat hij dit toch niet aankan, mag hij terug overschakelen op deeltijdse prestaties wegens ziekte voor de duur van de oorspronkelijk toegestane periode, zonder opnieuw hiertoe een aanvraag te moeten indienen. De ambtenaar dient wel zijn personeelsdienst hiervan in kennis te stellen Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval van gemeen recht (voor de contractuele personeelsleden) Het contractuele personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan aan de adviserend geneesheer van de mutualiteit vragen om het werk gedurende zijn arbeidsongeschiktheid deeltijds te hervatten. Bij deze procedure komt het geneeskundig controleorgaan niet tussen. Voorwaarde is wel dat het contractuele personeelslid door de adviserend geneesheer nog voor minstens 50% arbeidsongeschikt wordt bevonden. In geval van toestemming bepaalt de adviserend geneesheer zelf het deeltijds arbeidsregime waartegen mag gewerkt worden. De werkgever kan 7

8 de werkhervatting met het door de adviserend arts bepaalde arbeidsregime, al dan niet toestaan. De ziekteverzekeringswet en haar uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing. 8 Verlof voor arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het werk of beroepsziekte De ambtenaar en het contractuele personeelslid hebben recht op ziekte- of gebrekkigheidsverlof bij een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of een beroepsziekte en dit volgens de federale bepalingen terzake. 8.1 De te volgen procedure Bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk, of een beroepsziekte volgt het personeelslid (statutair en contractueel) dezelfde procedure als bij ziekte. Bovendien doet het personeelslid zo spoedig mogelijk aangifte van het arbeidsongeval of de beroepsziekte bij de personeelsdienst. Als het ongeval een arbeidsongeschiktheid van meer dan één dag tot gevolg heeft of kan hebben, moet een doktersattest (model B) aan de personeelsdienst worden bezorgd. Dit document kan u terugvinden op het intranet: Personeel en financiën > Belangrijke documenten en formulieren > hospitalisatieverzekering en arbeidsongeval. Ingevolge de wet van 19 oktober 1998 is de werkgever waarbij het arbeidsongeval van een contractueel personeelslid wordt aangegeven, verplicht om binnen de dertig dagen na ontvangst van de aangifte het ziekenfonds of de Hulpkas van het personeelslid te verwittigen indien er twijfel bestaat over de erkenning van het arbeidsongeval. In geval van een beroepsziekte gebeurt de aangifte door middel van een in tweevoud opgemaakt formulier BZ1 en het geneeskundig getuigschrift formulier BZ2. Aan contractuele personeelsleden wordt aangeraden om, in afwachting van de erkenning van het arbeidsongeval of de beroepsziekte, steeds ook zelf aangifte te doen bij hun ziekenfonds. Zij vullen daartoe het "Inlichtingenblad uitkeringen" in dat door het ziekenfonds wordt verstrekt. Aan zowel de contractuele als aan de statutaire personeelsleden wordt aangeraden hun dokters- en apothekerskosten aan te bieden bij hun ziekenfonds zolang er geen erkenning heeft plaatsgevonden van het arbeidsongeval of de beroepsziekte. Het slachtoffer heeft er alle belang bij om alle formulieren nauwkeurig en volledig in te vullen of te laten invullen en kopieën te nemen van de formulieren. Meer info op: ldiseases/introductionofadeclaration/index.htm?fodnlang=nl#.vl5e2eyvhiu 8

9 8.2 De erkenning van arbeidsongevallen en beroepsziekten en de toekenning van schadevergoeding Het Fonds voor Beroepsziekten neemt de juridische beslissing met betrekking tot de erkenning van beroepsziekten. De Administratieve Gezondheidsdienst (AGD) doet uitspraak over de medische aspecten van arbeidsongevallen en beroepsziekten (in samenwerking met het Fonds voor Beroepsziekten). 9 Preventie en bescherming op het werk Voor de preventie en bescherming op het werk wordt verwezen naar het Globaal Preventieplan en het Noodplan (op het intranetportaal onder Preventie en bescherming op het werk ). Annemie Bollen is aangesteld tot preventieadviseur. De preventieadviseur werkt rond veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers. De SERV heeft een EHBO-lokaal ingericht op de 1ste verdieping, voorzien van een bed en een kast met EHBO-materiaal. De inhoud van deze kast voldoet aan de wettelijke vereisten. De sleutel ligt bij Annemie Bollen, Suzanne Van der Cammen en Isabelle Mattelaer. Er zijn verbanddozen aanwezig op elke verdieping. Ze worden bewaard bij één van de twee interventieverantwoordelijken van de verdieping (zie noodplan). Ook aan de receptiebalie is een verbanddoos voorzien. 10 Betaling van het loon De regeling aangaande het geldelijk statuut is opgenomen in deel XIII en deel XIV hoofdstuk 4 van het personeelsstatuut van de SERV. De betaling van het loon vindt plaats per maand. Het loon van de maand december wordt op de eerste werkdag van de maand januari uitbetaald. Behoudens individuele uitzonderingen, is het niet mogelijk betaalde overuren te presteren. Per gestarte werkdag heeft het personeelslid recht op een maaltijdcheque van 7 euro, waarvan 1,09 euro werknemersbijdrage rechtstreeks van het loon wordt afgehouden. In volgende tabel wordt voor de duidelijkheid nog eens een overzicht gegeven van alle mogelijke verlofvormen en dienstvrijstellingen en het al dan niet recht hebben op een maaltijdcheque. 9

10 Verlofvorm Tuchtschorsing Schorsing in het belang van de dienst Vakantie Wettelijke - decretale en reglementaire feestdagen Bevallingsverlof Opvangverlof Ziekteverlof Deeltijdse prestaties Loopbaanonderbreking Externe werkgever Verlof voor opdracht Verlof politieke groep Vormingsverlof Omstandigheidsverlof Onbetaald verlof Politiek verlof - dienstvrijstelling Facultatief politiek verlof Ambtswege politiek verlof Verlof federale bepalingen Behoud maaltijdcheque, tenzij geen volledige dag, tenzij ziekteverlof geen hele dag duurt, tenzij gedeeltelijke prestaties, tenzij gedeeltelijke prestaties Ja, tenzij geen volledige dag, tenzij geen volledige dag, tenzij geen volledige dag, tenzij geen volledige dag, tenzij geen volledige dag, tenzij geen volledige dag, wel recht op maaltijdcheque voor vakbondsverlof Dienstvrijstellingen: vakbondsactiviteiten vrijwilliger brandweer, Rode Kruis e.a. voorzitter, bijzitter stembureau onbezoldigd topsporter afstaan beenmerg of organen begeleiden gehandicapten en zieke bij reizen bloed en plasmadonatie prenataal onderzoek borstvoeding voorbereiding bevorderingsexamens preventief medisch onderzoek andere dienstvrijstellingen Ja, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag Ja, indien het personeelslid aansluitend prestaties levert, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag Ja Ja, kan gelijkgesteld worden met een arbeidsdag Ja, kan gelijkgesteld worden met een arbeidsdag Ja, indien ze gelijkgesteld kunnen worden met een arbeidsdag 10

11 11 Evaluatie De regeling aangaande de functioneringsevaluatie is opgenomen in deel VIII, titel 2 van het personeelsstatuut van de SERV. Jaarlijks wordt het personeelslid geëvalueerd tijdens een evaluatiegesprek. Het personeelslid wordt op de hoogte gebracht via mail en via de nieuwsberichten. Er wordt gevraagd een zelfevaluatie te maken op basis van zijn/haar functiebeschrijving en bijhorend competentieprofiel. De voorbereiding wordt digitaal ter beschikking gesteld van het personeelslid. Aansluitend bij het evaluatiegesprek wordt het planningsgesprek gevoerd. In het planningsgesprek worden de persoonlijke doelstellingen (planning en vorming) van het volgende jaar vastgelegd. 12 Rechten en plichten van het personeel De regeling aangaande de rechten en de plichten van het statutaire personeelslid is opgenomen in deel III van het personeelsstatuut van de SERV. De regeling aangaande de rechten en de plichten van het contractuele personeelslid is opgenomen in de artikels XIV 22 tot en met XIV 25 van het personeelsstatuut van de SERV. 13 Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel Het toezichthoudend personeel bestaat uit de leidend ambtenaren en het hoofd van de personeelsdienst. Het toezichthoudend personeel volgt de productiviteit en de kwaliteit van het werk op, evenals de naleving van de arbeidsvoorwaarden. Bijgevolg is het bevoegd om de aanwezigheid te controleren, de taken te verdelen, dienstnota s te doen naleven, orde en tucht in de organisatie te behouden. Het toezichthoudend personeel heeft ook het recht om vast te stellen dat een personeelslid dat zich op het werk aanbiedt, klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem/haar te verbieden het werk te beginnen. 14 Preventie van psychosociale risico s op het werk 14.1 Bij de SERV is er geen plaats voor ontoelaatbaar gedrag De SERV verbindt er zich toe de nodige aandacht te besteden aan het ontwikkelen van arbeidsomstandigheden waarbinnen noch psychosociale belasting, noch grensoverschrijdend gedrag kunnen veroorzaakt worden. Elk personeelslid heeft het recht te werken in een aangename en stimulerende werkomgeving. Dit klimaat bereiken we als alle personeelsleden beleefd en respectvol met elkaar omgaan en iedereen zich inzet om situaties aan te pakken die kunnen leiden tot stress en burn-out. 11

12 Binnen de SERV mag geen enkel personeelslid het slachtoffer zijn van psychosociale risico s en in het bijzonder van geweld, pesten of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Dit vraagt van iedereen een inspanning. Leidinggevenden moeten evenveel aandacht besteden aan kwaliteitsvolle en motiverende arbeidsomstandigheden als aan de te behalen resultaten. Ze moeten alert zijn voor wat er leeft binnen hun organisatie en mogen niet tolereren dat de persoonlijke grenzen van hun medewerkers worden overschreden. Leidinggevenden hebben zelf ook een voorbeeldfunctie te vervullen. Alle personeelsleden moeten meewerken aan het creëren van een positief arbeidsklimaat. Dit betekent niet mee doen aan pesterijen of ander ongeoorloofd gedrag en waar het kan zelf verantwoordelijkheid opnemen om tot oplossingen te komen De wet Als personeelslid bent u beschermd tegen psychosociale risico s veroorzaakt door het werk, en daden van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk in overeenstemming met de geldende reglementering (in het bijzonder door de welzijnswet van 4 augustus 1996 zoals laatst gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014 en het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk) Wat zijn psychosociale risico s en ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk? Een psychosociaal risico is de kans dat een of meerdere personeelsleden psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. Het geheel van geweld op het werk, pesterijen op het werk en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt ook benoemd als ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk, afgekort OGGW Wat kunt u doen indien u geconfronteerd wordt met psychosociaal risico of slachtoffer bent van ontoelaatbaar gedrag? Als u vindt dat u geconfronteerd wordt met een psychosociaal risico of slachtoffer bent van ontoelaatbaar gedrag van collega s, leidinggevenden, ondergeschikten, dan kunt u verschillende wegen volgen. In de volgende alinea s geven we dit beknopt weer Zelf een gesprek aangaan / advies inwinnen Alvorens een procedure op te starten, is het aan te raden dat u zelf stappen onderneemt zoals het aangaan van een gesprek met de persoon waarmee u moeilijkheden ervaart, met de leidinggevende, de personeelsdienst of de vertrouwenspersoon. Niet alleen als slachtoffer, maar ook als collega of leidinggevende kan een gesprek aangaan / advies inwinnen zeer nuttig zijn. 12

13 Bij de personeelsdienst (Anne Reyniers). Bij een interne vertrouwenspersoon (Mieke Valcke). U kunt voor advies als u eventueel anoniem wilt blijven ook aankloppen bij het extern meldpunt SPREEKBUIS: tel (ma-vr: 9-17u) of spreekbuis@vlaanderen.be Een informele procedure Een informele procedure heeft tot doel een onderlinge oplossing te zoeken voor psychosociale risico s in de werksituatie en verloopt volledig vertrouwelijk. U kiest de verdere stappen die gezet worden. Een verzoek tot informele psychosociale interventie kunt u indienen bij de vertrouwenspersoon (Mieke Valcke) of bij de preventie-adviseur psychosociaal welzijn (in het vervolg afgekort met PAPSY). De PAPSY voor de SERV is IDEWE: tel (ma-vr: 10-12u en 14-16u) of psychosociale@idewe.be Een formele procedure Als het personeelslid geen gebruik wil maken van de informele psychosociale interventie of als die niet tot een oplossing leidt, kan het personeelslid bij de PAPSY, na een verplicht persoonlijk onderhoud ermee, een verzoek tot formele psychosociale interventie indienen. Dit verzoek kan niet bij de vertrouwenspersoon ingediend worden. Het persoonlijk onderhoud vindt plaats binnen een termijn van tien kalenderdagen volgend op de dag waarop het personeelslid zijn wil heeft uitgedrukt om een verzoek tot formele interventie in te dienen. De PAPSY maakt een document op om te bevestigen dat het onderhoud plaatsvond en geeft een kopie ervan aan het personeelslid. Er zijn drie vormen van verzoek tot formele interventie. De volledige procedure kunt u nalezen in deze omzendbrief: verzoek tot formele psychologische interventie met een hoofdzakelijk collectief karakter verzoek tot formele interventie met hoofdzakelijk individueel karakter verzoek tot formele interventie voor feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. 15 Tuchtmaatregelen De personeelsleden voeren het werk dat hen wordt opgedragen, in overeenstemming met hun functieomschrijving zorgvuldig, eerlijk en nauwkeurig uit. Het statutaire personeelslid is onderworpen aan de tuchtregeling zoals vermeld in het personeelsstatuut van de SERV. Tegen ontoelaatbaar gedrag van een contractueel personeelslid wordt opgetreden met de middelen uit het gewone arbeidsrecht, onder meer: vermaning, verwittiging, opzegging of verbreking van de arbeidsovereenkomst en ontslag om dringende reden. 16 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Het statutair personeel kan slechts worden ontslagen om de redenen en met inachtneming van de procedures, bepaald in het personeelsstatuut. 13

14 Voor het contractueel personeel geldt de opzeggingsregeling zoals bepaald in de Wet van 3 juli 1978 over de arbeidsovereenkomsten. Onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de rechtbanken zijn dringende redenen die de verbreking van de arbeidsovereenkomst door de ene of de andere partij zonder opzegging rechtvaardigen: de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. 17 Verwijzing Aanvraagprocedures verloven Voor de regels en procedures in verband met aanvraag en opzegging van verloven wordt verwezen naar deel XI van het personeelsstatuut van de SERV. Maken ook deel uit van het arbeidsreglement: Deontologische code (deel 3 personeelsgids) Gedragscode voor het gebruik van PC, internet en (deel 3 personeelsgids) 14