De loonkloof tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie: kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
|
|
- Hans Maas
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie: kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Samenvatting van het rapport van het Belgische Voorzitterschap 2010 In samenwerking met DULBEA Departement Toegepaste Economie van de Brusselse Universiteit ULB (Leila Maron, onderzoekster, professor Danièle Meulders, professor Síle O Dorchai, professor Robert Plasman, Natalie Simeu, onderzoekster)
2 De doelstelling van dit rapport is tweezijdig: enerzijds een gedetailleerde beschrijving leveren van gegevens met betrekking tot de loonkloof in de verschillende lidstaten en anderzijds een evaluatie en modernisering voorleggen van de indicatoren van 2001, zodat de recente wettelijke en statistieke ontwikkelingen erin opgenomen kunnen worden. 1. Het beschrijvend gedeelte Ondanks aanzienlijke inspanningen van de lidstaten blijft de salariskloof een feit. Een groot deel van de salariskloof kan verklaard worden door het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen. Deeltijdse banen zijn vaak geconcentreerd in bepaalde sectoren en beroepen waar de lonen lager liggen en de opleidings- en carrièremogelijkheden beperkter zijn. Aangezien voornamelijk vrouwen dit soort werk uitoefenen bestendigt dit de loonkloof tussen vrouwen en mannen. Vrouwen die deeltijds werken verdienen gemiddeld 18 tot 40% minder per uur dan mannen die voltijds werken. Enkele landen vormen echter de uitzondering op de regel. Wanneer men de lonen van vrouwen berekent, rekening houdend met het verrichte werkvolume (in termen van werkdagen), dan kan men besluiten dat in de meeste landen de lonen van vrouwen verhoogd zouden moeten worden en het verschil loopt op tot 30 procent in bepaalde landen. Vrouwen vertonen bijgevolg een dubbele achterstand in vergelijking met mannen op de arbeidsmarkt wat loon betreft: de achterstand te wijten aan het feit dat hun gemiddeld uurloon lager ligt dan dat van mannen en de achterstand te wijten aan het feit dat ze vaker deeltijds werken. Hun nettoloon ligt bijgevolg een stuk lager dan dat van mannen. Ook de verschillen op vlak van activiteitssector en uitgeoefende beroepen liggen aan de basis van loonverschillen tussen vrouwen en mannen. De sectoren die het grootst aantal vrouwen tewerkstellen zijn over het algemeen de opleidingssector, de gezondheidssector, de sociale sector, de detailhandel, het hotelwezen, enz., terwijl mannen het vaakst tewerkgesteld worden in de bouwsector, de transport- en communicatiesector, de opleidingssector, enz. Die horizontale segregatie leidt tot sterk uiteenlopende gemiddelde lonen voor vrouwen en mannen. Uit cijfermateriaal blijkt dat lonen van mannen hoger liggen dan die van vrouwen in alle sectoren en in de meeste landen, of het nu gaat om de 5 grote sectoren waar mannen tewerkgesteld worden of die waar vrouwen het vaakst werken. Vrouwen die werken in de vijf
3 sectoren waar het aandeel mannen het hoogst ligt, krijgen gemiddeld een hoger loon dan zij die werken in de vijf sectoren waar het aandeel vrouwen het hoogst ligt. Hetzelfde geldt voor mannen. De sectoren die een groot deel van de mannen tewerkstellen worden dus in verband gebracht met hogere loonmaatstaven dan de sectoren waar voornamelijk vrouwen werken. De loonkloof tussen vrouwen en mannen is meer uitgesproken binnen de 5 sectoren waar voornamelijk vrouwen tewerkgesteld worden, waar hij oploopt tot 24%. Die loonkloof kan te wijten zijn aan verticale segregatie: binnen eenzelfde sector hebben mannen meer kans om een functie te bekleden met meer verantwoordelijkheid en een hoger loon dan vrouwen in dezelfde sector. Zelfs als ze hetzelfde scholingsniveau genieten, hebben vrouwen niet dezelfde carrièremogelijkheden en oefenen ze minder vaak leidinggevende functies uit. In de meeste landen ligt het gemiddeld loon van vrouwen hoger in beroepen die voornamelijk door mannen uitgeoefend worden dan in beroepen die vooral door vrouwen uitgeoefend worden. Het gemiddeld loon van mannen ligt dan weer hoger wanneer ze een beroep uitoefenen waarvoor de vrouwelijke tewerkstelling hoog ligt. Dit kan een verklaring vormen voor het feit dat de loonkloof systematisch kleiner is in mannelijke dan in vrouwelijke beroepen. Twee factoren die de loonbepaling en dus de loonkloof sterk beïnvloeden zijn de leeftijd en het opleidingsniveau. De professionele levenscyclus van vrouwen en mannen is vaak verschillend. Hoewel hun opleidingsniveau vandaag de dag gelijk is aan of hoger ligt dan dat van mannen, vloeien ze nog steeds door naar andere studierichtingen, hebben ze minder vaak de kans om zich bij te scholen en nemen ze veel vaker dan mannen ouderschapsverlof op. Dit alles belemmert de verdere ontwikkeling van hun loopbaan op vlak van promotie en loon. Er is over het algemeen een positief verband tussen de loonkloof en de leeftijd, hoewel er niet in alle landen een steeds groter wordende loonkloof waarneembaar is. De grotere loonkloof naarmate de leeftijd stijgt is een fenomeen dat verklaard kan worden door het feit dat leeftijd een weerspiegeling is van werkervaring en loopbaanontwikkeling. Het verband met opleidingsniveau is minder uitgesproken. In een reeks landen (zoals Duitsland, de Tsjechische Republiek, Nederland, Zweden, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk) is er een positieve correlatie: de loonkloof is groter bij hooggeschoolden. Dit resultaat is het gevolg van andere opleidingskeuzes, loopbaanontwikkeling, individuele loononderhandelingen die verschillend zijn tussen vrouwen en mannen, loopbaanonderbreking waar vrouwen vaker beroep op doen, professionele segregatie waar vrouwen het slachtoffer van worden, enz.
4 In andere landen zoals België, Cyprus, Estland, Litouwen, Letland, Polen en Roemenië is het omgekeerde verband zichtbaar: de loonkloof is minder uitgesproken bij hooggeschoolden. Er zijn tevens enkele persoonlijke kenmerken die een invloed uitoefenen op de loonkloof, zoals de gezinssituatie, de burgerlijke staat of het geboorteland. De gezinssituatie en de burgerlijke staat hebben over het algemeen een tegenstrijdige invloed op de lonen van vrouwen en mannen. In de meeste landen spelen het huwelijk en de aanwezigheid van (een) kind(eren) in het nadeel van vrouwen en in het voordeel van mannen. Bijgevolg maken die twee factoren de loonkloof tussen de geslachten nog dieper. Het geboorteland kan een negatief effect hebben op loon en vrouwen van buitenlandse afkomst worden dus dubbel gediscrimineerd. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt betekent niet alleen loongelijkheid, maar ook een evenredige participatie van vrouwen en mannen. Het verband tussen het arbeidsniveau van vrouwen en de loonverschillen is echter niet voor de hand liggend: in noordelijke landen waar een groot aandeel van de vrouwen actief is op de arbeidsmarkt leunen de loonverschillen nauw aan bij het Europese gemiddelde en liggen ze zelfs hoger dan in bepaalde Zuid-Europese landen, waar de werkzaamheidsgraad van vrouwen laag ligt. Een hogere werkzaamheidsgraad brengt dus niet vanzelf meer loongelijkheid met zich mee. Aanvankelijk bestaat zelfs het risico dat een stijging van de vrouwelijke werkzaamheidsgraad de loonkloof negatief beïnvloedt. Die stijging komt immers ook ten goede aan laaggeschoolde vrouwen die voltijds of deeltijds tewerkgesteld worden in minder betaalde sectoren. Toch kan gendergelijkheid op de arbeidsmarkt enkel verwezenlijkt wordt indien de twee doelstellingen van loongelijkheid enerzijds en werkzaamheidsgraad op de arbeidsmarkt anderzijds tegelijkertijd nagestreefd worden. Loonverschillen worden ook beïnvloed door maatregelen om een gelijk loon te waarborgen, de strijd tegen de loonkloof tussen vrouwen en mannen, het effect van collectieve onderhandelingen op loongelijkheid en wegwerking van de loonkloof tussen vrouwen en mannen en tot slot flexibele arbeidsvormen. De lidstaten treffen maatregelen om loonverschillen tussen vrouwen en mannen de wereld uit te helpen, die verder gaan dan het wettelijk kader. Het betreft de oprichting van institutionele mechanismen (in het bijzonder de oprichting van organismen voor de bevordering van gelijkheid), het uitvoeren van actieplannen, de ontwikkeling van initiatieven (sensibiliserings-
5 en vormingsprogramma s, instrumenten). De relevante wetgeving blijft niet beperkt tot loongelijkheid, maar dekt ook de toegang tot werk en werkomstandigheden. Om te waarborgen dat de geldende wetgeving toegepast wordt hebben de lidstaten beschikkingen aangenomen met betrekking tot gerechtelijke procedures, sancties, bewijslast en bescherming tegen represailles. In de Europese richtlijnen die van toepassing zijn wordt vooropgesteld dat organismen voor de bevordering van gelijkheid slachtoffers moeten helpen, studies uitvoeren, rapporten uitbrengen en aanbevelingen formuleren. Uit feiten is gebleken dat zulke organismen in de lidstaten een taak op zich nemen die verder gaat dan het actiedomein gedefinieerd door de EU, waarbij aspecten zoals vorming of het opstellen van gedragscodes gedekt zijn. Institutionele mechanismen voor gendergelijkheid kunnen tevens de vorm aannemen van departementen, divisies en commissies, onder de bevoegdheid van een ministerie. Ook wordt de strijd voor gelijkheid en tegen loondiscriminatie gevoerd in verschillende landen in de hoedanigheid van initiatieven zoals informatie-, vormings- en sensibiliseringsprogramma en de ontwikkeling van instrumenten (bijvoorbeeld evaluatiesystemen voor functies). Die verschillende initiatieven kunnen afzonderlijk op touw gezet worden of geïntegreerd worden in een actieplan. Aan de uitwerking van een actieplan kunnen verscheidene actoren te pas komen zoals staatsinstellingen, sociale partners, verenigingen, enz. Het is moeilijk om een maatregel te beoordelen op vlak van doeltreffendheid wanneer er na de uitvoering ervan geen evaluatie gedaan wordt. Toch stellen we vast dat een dergelijke evaluatie geen vanzelfsprekendheid is in de landen van de EU. Algemeen gesteld brengen evaluaties aan het licht dat er wel vooruitgang opgetekend wordt, maar dat de getroffen maatregelen nog onvoldoende zijn om loonverschillen tussen vrouwen en mannen de wereld uit te helpen. Het verzamelen van gegevens en het opstellen van statistieken omtrent klachten rond loondiscriminatie zijn nog steeds ondergewaardeerde instrumenten binnen de EU, ondanks het feit dat die gegevens tot verschillende doeleinden zouden kunnen dienen. Naast overheden hebben ook tal van vakbonden en werkgeversorganisaties initiatieven uitgestippeld om loonongelijkheid en gendersegregatie te bestrijden. Met hun acties wilden ze het bewustzijn vergroten, zowel bij leden en aangeslotenen als bij een breder publiek. Wanneer men het probleem van loongelijkheid wil aanpakken tijdens collectieve onderhandelingen, is het belang van de rol van de sociale partners onmiskenbaar bij het verkleinen van de loonkloof. Het meest voorkomende collectieve onderhandelingsniveau kan verschillen van land tot land. Er wordt onderhandeld op nationaal niveau, op sectoraal niveau
6 of eerder op bedrijfsniveau. In vele landen zijn naast gemeenschappelijke verklaringen en akkoorden rond loongelijkheid ook de herziening van classificatiesystemen voor beroepen een actueel instrument in de strijd tegen mogelijke discriminatie bij beroepsclassificatie. Net zoals dat het geval is voor alle andere maatregelen die getroffen worden in de strijd tegen loonverschillen in de verschillende landen, wordt er geen systematische evaluatie uitgevoerd van de maatregelen aangenomen in het kader van collectieve onderhandelingen. Bovendien worden gegevens met betrekking tot collectieve overeenkomsten rond loonverschillen niet systematisch verzameld. Dat gebrek aan correcte en betrouwbare statistieken over collectieve overeenkomsten vormt een hinderpaal voor de inspanningen om de loonkloof weg te werken. Een van de belangrijkste oorzaken van de productiviteitsdaling in Europa is de dubbele last van betaald en onbetaald werk binnen een gezin, in combinatie met het risico op een gebrek aan diensten voor kinderopvang. Die dubbele last vormt tevens een hinderpaal voor de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt en voor het wegwerken van de loonkloof tussen vrouwen en mannen. De maatregelen die de lidstaten treffen om werksfeer en gezinsverplichtingen gemakkelijker met elkaar te verzoenen hebben over het algemeen betrekking op kinderopvang, ouderschapsverlof en flexibele arbeidsvormen. Toch zijn het voornamelijk vrouwen die ouderschapsverlof opnemen of die een beroep doen op andere vormen van arbeidsduurvermindering. Daarom zijn die maatregelen voor hen vaak heuse valstrikken die hen belemmeren in hun loopbaan en loonontwikkeling. De oorzaken van het bestaan en het voortbestaan van de loonkloof tussen vrouwen en mannen zijn bijgevolg veelzijdig, complex en onderling afhankelijk. Momenteel worden er onvoldoende maatregelen getroffen, hetgeen blijkt uit het voortbestaan van loonverschillen tussen de geslachten in de meeste landen van de Europese Unie. Om de loonkloof weg te werken moet er een bundel nieuwe maatregelen aangenomen worden, moeten de bestaande maatregelen, procedures en programma s uitgediept worden en de verschillende actoren nog beter gemobiliseerd worden. 2. Het deel van modernisering van indicatoren De reeks indicatoren van 2001 werden geëvalueerd en gemoderniseerd. De structuur, namelijk een onderverdeling in vier delen, werd daarbij behouden. Wat de kwantitatieve indicatoren betreft worden de volgende aanpassingen gesuggereerd:
7 De belangrijkste aanpassing die gesuggereerd wordt in vergelijking met de indicatoren van 2001 betreft indicator 1; de loonkloof berekend op basis van de gemiddelde brutolonen van vrouwen en mannen. De set indicatoren van 2001 stoelde op een salariskloof die berekend werd op basis van het gemiddelde brutoloon van voltijdse werknemers. Die methode werd op Europees niveau aangepast, zodat lonen van deeltijdse werknemers waaronder zich erg veel vrouwen bevinden opgenomen werden in de berekening. De belangrijke weerslag van de arbeidsduur op het maandloon wordt bijgevolg gecorrigeerd door zich te baseren op het brutouurloon om de berekening te maken. Met de eerste modernisering wenst men de coherentie met de structurele indicator van Eurostat te herstellen. Als tweede belangrijke aanpassing voor de eerste indicator wordt de werkzaamheidsgraad van vrouwen en mannen in rekening gebracht. Om een goede vergelijking te kunnen maken van de situatie van genderlijkheid op de arbeidsmarkt tussen de verschillende lidstaten, dient de loonkloof in de juiste context opgevat te worden. Een minder uitgesproken loonkloof gaat inderdaad vaak hand in hand met een lage werkzaamheidsgraad bij vrouwen. Dit kan verklaard worden door het profiel van vrouwen die werken; vaak gaat het om hooggeschoolde vrouwen met een beter betaalde baan. Ook voor de indicatoren 3 en 4, die betrekking hebben op deeltijds werk en op de loonkloof volgens leeftijd en opleidingsniveau, wordt de activiteitsgraag in rekening gebracht. Daarnaast heeft men geopperd om de indicatoren in die zin te wijzigen dat bijkomende factoren die een rol kunnen spelen in de loonkloof opgenomen worden, zoals burgerlijke staat, gezinssituatie en geboorteland. De nieuwe indicator 6 geeft de loonkloof weer volgens die kenmerken. In principe gaat het hier om persoonlijke kenmerken die geen rol zouden mogen spelen in een arbeidsmarkt die correct functioneert, maar die toch een invloed blijken te hebben op de loonkloof. Momenteel houdt de SES-enquête geen rekening met die gegevens. Hoewel het niet eenvoudig is om gegevens te verzamelen met betrekking tot persoonlijke kenmerken van werknemers, is dit toch een interessante uitbreiding van de set indicatoren. In het rapport werden de berekeningen gemaakt op basis van de SILC-enquête. Als die kenmerken opgenomen worden in de SES-enquête, zouden ze bestudeerd kunnen worden als factoren bij de analyse van de loonkloof volgens de Oaxaca-methode.
8 Aan de andere indicatoren werden slechts kleine aanpassingen aangebracht. Het betreft een correctie voor deeltijds werk in het kader van indicator 2, namelijk het aandeel vrouwen en mannen in de loonmassa, en een aanpassing van indicator 5, die de impact van segregatie op de arbeidsmarkt in kaart brengt. De drie kwalitatieve indicatoren werden op een eenvoudigere manier geformuleerd, waarbij er rekening gehouden werd met de wettelijke ontwikkelingen sinds 2001 en met het belang van een gecoördineerde aanpak voor de belangrijkste actoren. De Europese Unie heeft baanbrekend werk verricht op vlak van loongelijkheid, door artikel 119 op te nemen in het Verdrag voor de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend in Rome op 25 maart Artikel 119 stelt dat < Iedere lidstaat de toepassing van het loongelijkheidsprincipe tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijkwaardig werk ten uitvoer legt en op lange termijn waarborgt >. De eerste richtlijn met betrekking tot gelijke behandeling komt er echter pas in 1975, na de eerste uitbreiding van de gemeenschap. Die richtlijn verbiedt elke vorm van loondiscriminatie in al haar facetten op basis van geslacht voor gelijk of gelijkwaardig werk. Het loongelijkheidsprincipe werd op dat moment opgenomen in de nationale wetgevingen. Ondanks die wettelijke maatregelen blijkt uit statistieken dat de loonkloof nog steeds duidelijk bestaat: vrouwen verdienen gemiddeld 18% minder dan mannen. Hoewel de wet zonder twijfel onmisbaar is, volstaat ze niet om loonverschillen tussen vrouwen en mannen de wereld uit te helpen, noch om een einde te maken aan structurele oorzaken van die loonkloof en van ongelijkheden tussen vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt. Het wegwerken van de loonkloof tussen vrouwen en mannen blijft bijgevolg een ware uitdaging. Om de vooruitgang in dit domein te versnellen, moeten alle betrokken partijen blijk geven van een sterke inzet. Lidstaten en sociale partners worden verzocht om hun acties op elkaar af te stemmen in het kader van een doelgerichte aanpak. Die aanpak combineert wettelijke en niet-wettelijke maatregelen om de veelzijdige oorzaken aan te pakken van loonverschillen tussen vrouwen en mannen, zowel op nationaal vlak als op Europees vlak in het kader van de tenuitvoerlegging van de Europastrategie 2020.
9 Geactualiseerde lijst indicatoren 2010 : voorstel van het Belgische Voorzitterschap I. Algemene indicatoren omtrent de loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen Indicator 1: Ratio voor alle werknemers Indicator 2: Ratio voor de totale loonkosten II. Factoren die de ongelijkheid in de hand werken Indicator 3: Ratio voor deeltijds werk Indicator 4: Ratio naar leeftijd en opleidingsniveau Indicator 5: Segregatie op de arbeidsmarkt Indicator 6: Ratio naar persoonskenmerken (nieuwe indicator 2010) III. Het relatieve gewicht van deze factoren Indicator 7: Decompositie van de loonkloof tussen vrouwen en mannen op basis van uurlonen volgens de Oaxaca- techniek IV. Beleidsmaatregelen in de strijd tegen de loonkloof Indicator 8: Maatregelen voor de bevordering van loongelijkheid en de strijd tegen de loonkloof tussen vrouwen en mannen Indicator 9: Impact van de collectieve onderhandelingen op de bevordering van loongelijkheid en de strijd tegen de loonkloof tussen vrouwen en mannen Indicator 10: Effecten van flexibele vormen van tewerkstelling op de loonverschillen tussen vrouwen en mannen
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2014
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2014 12/02/2015 Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 2 Loonkloofrapport 2014 Europese indicatoren Cijfers toegeleverd door Algemene
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau
Nadere informatieHet loonkloofrapport: een schets van de Belgische loonverschillen tussen vrouwen en mannen
Het loonkloofrapport: een schets van de Belgische loonverschillen tussen vrouwen en mannen Brunel, V., Collard, A., De Vos, D., Gilbert, V., Van Hove, H. et al. 2011. De loonkloof tussen vrouwen en mannen
Nadere informatieMaak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.
Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen Samenvatting Wat wordt er bedoeld met beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen? Waarom bestaan er nog steeds beloningsverschillen
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in de lidstaten van de Europese Unie : kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in de lidstaten van de Europese Unie : kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren Rapport van het Belgisch voorzitterschap 2010 Inclusief: Conclusies van de Raad over
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2010 (18.02) (OR. en) 16516/10 ADD 2 SOC 779
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2010 (18.02) (OR. en) 16516/10 ADD 2 SOC 779 NOTA - ADDENDUM 2 van: de groep Sociale Vraagstukken aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)
Nadere informatieResultaten van het Belgisch voorzitterschap van de EuropesE Unie inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen
Resultaten van het Belgisch voorzitterschap van de EuropesE Unie inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen (Brussel, 1 juli 2010 31 december 2010) EUROPESE European Commission COMMISSIE 1. Inleiding door
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:
Nadere informatieNL In verscheidenheid verenigd NL A8-0197/26. Amendement
7.6.2017 A8-0197/26 26 Overweging A A. overwegende dat de genderpensioenkloof (die kan worden gedefinieerd als het verschil tussen het gemiddelde bedrag (vóór aftrek van belastingen en heffingen) dat vrouwen
Nadere informatieProcedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten
Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen
Nadere informatieBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
Nadere informatieGEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT
Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 19.5.2016 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Poolse Sejm inzake het voorstel
Nadere informatieInstituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. De wet van 22 april 2012 en de doelstellingen ervan
1 Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen De wet van 22 april 2012 en de doelstellingen ervan 1. Europese context 2 3 Europese context 1.1. Verdrag en richtlijn Artikel 157 van het Verdrag van
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2008/2012(INI) 26.6.2008
EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2008/2012(INI) 26.6.2008 ONTWERPVERSLAG met aanbevelingen aan de Commissie over de toepassing van het beginsel van gelijke
Nadere informatie67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.
Nadere informatieAanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/001
Aanbeveling van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr. 2018-R/001 betreffende de bescherming van mannelijke en vrouwelijke werknemers met gezinsverantwoordelijkheden tegen discriminaties
Nadere informatieA D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober
A D V I E S Nr. 1.654 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ----------------------------------------------- IPA 2007-2008 - Non-discriminatie - Positieve acties x x x 2.278/1-1
Nadere informatie10:00-11:00 Sessie 1: De indicatoren en de oorzaken van de loonkloof
VOORLOPIG PROGRAMMA CONFERENTIE VAN HET BELGISCH VOORZITTERSCHAP OVER DE GELIJKHEID VAN MANNEN EN VROUWEN Hoe de loonkloof tussen vrouwen en mannen wegwerken? 25 en 26 oktober 2010 Brussel Maandag 25 oktober
Nadere informatie21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst
21.10.2015 A8-0249/139 139 Jens Rohde e.a. Artikel 4 lid 1 1. De lidstaten beperken op zijn minst hun jaarlijkse antropogene emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische
Nadere informatieVLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4
VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde
Nadere informatieLoonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis
Factsheet november 2017 Op 3 november 2017 is het in Nederland Equal Pay Day en wordt er aandacht gevraagd voor de loonkloof: het gemiddelde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. In Nederland is
Nadere informatieDeuce: arbeidsmarktstatistieken vanuit een genderperspectief
Arbeidsmarkt en onderwijs Deuce: arbeidsmarktstatistieken vanuit een genderperspectief In dit artikel schetsen we eerst een beeld van de arbeidsmarktsituatie van mannen en vrouwen in België, Nederland,
Nadere informatieFiguur 1: Arbeidsparticipatie per geslacht, 15- tot 64-jarigen, 2014
Gendergelijkheid en evenwicht tussen werk en privéleven Genderongelijkheid is nog steeds een probleem op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Om genderongelijkheid aan te pakken, worden maatregelen genomen
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/165 ADVIES NR. 13/71 VAN 2 JULI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK
Nadere informatie12/02/2015. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. De wet van 22 april 2012 en de doelstellingen ervan. 1.
1 Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen De wet van 22 april 2012 en de doelstellingen ervan 2 1. 1 3 1.1. Verdrag en richtlijn Artikel 157 van het Verdrag van Rome (ratio legis + direct horizontaal
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten
Nadere informatie13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2001 (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2000/0157 (COD) 13740/1/00 REV 1 ADD 1 LIMITE SOC 455 FIN 492 CODEC 915 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0444 (E) 12103/15 JUSTCIV 202 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD waarbij
Nadere informatieVrouwenraadinfofiche 2016
Vrouwenraadinfofiche 2016 Drie decennia deeltijds werk en de gevolgen voor vrouwen Evolutie deeltijdse arbeid De overheid en de sociale partners zijn deeltijds werk (gebaseerd op een deeltijdse arbeidsovereenkomst)
Nadere informatieBattle of the sexes. De gender gap
Battle of the sexes Organisation for Economic Cooperation and Development, (2002), OECD Employment outlook july 2002, OECD Publications, Paris, 336 p. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ONTWERP-BESLUIT
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET
34 (2007) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 9 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting
Nadere informatieANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,
Nadere informatieArbeidsmarkt allochtonen
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal
Nadere informatieEuropese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen
IP/10/236 Brussel, 5 maart 2010 Europese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen De Europese Commissie wil een aantal maatregelen nemen om de salarisongelijkheid
Nadere informatieAanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten
Nadere informatieVersie 2008 9 Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen?
Versie 2008 9 Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen? Verantwoordelijke Uitgever: Daniël Samyn, Dienst Beroepsopleiding, departement Onderwijs en Vorming, Koning Albert-II laan 15, 1210 Brussel
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.
Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van
Nadere informatieBIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige
Nadere informatieGEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST
EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE
Nadere informatieDeel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING
Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.4.2007 COM(2007) 217 definitief 2007/0077 (CNS) Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.12.2001 COM(2001) 734 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende omschrijving van PMMA als nieuwe synthetische drug die aan controlemaatregelen
Nadere informatieDeel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING
Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit
Nadere informatiePGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1
Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD
Nadere informatie7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 maart 2011 (10.03) (OR. en) 7370/11 SOC 205 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties nr. vorig doc.: 7166/11 SOC 184 Betreft: Europees pact
Nadere informatieL 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie
L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet
Nadere informatieDeel 8. internationale vergelijking
Deel internationale vergelijking INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 69 final 2016/0041 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol bij de
Nadere informatieBIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.2.2016 COM(2016) 91 final ANNEX 1 BIJLAGE PROTOCOL bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Nieuwsbrief Rijksdienst voor Sociale zekerheid Directie Internationale Betrekkingen www.rsz.fgov.be Onderwerp Interimakkoorden en Europese Overeenkomst inzake Sociale Zekerheid: achterhaald?
Nadere informatieBIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol
Nadere informatieDe instrumenten in de strijd tegen discriminatie
De instrumenten in de strijd tegen discriminatie 1 e instrument: De wetgeving HET IS WETTELIJK VERBODEN TE DISCRIMINEREN! De 3 anti-discriminatiewetten van 10 mei 2007 De Brusselse ordonnanties van 2008
Nadere informatiePUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 LIMITE ENFOPOL 64
Conseil UE RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 PUBLIC LIMITE ENFOPOL 64 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 10543/06 ENFOPOL
Nadere informatieALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957
13 (1957) Nr. 21 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 143 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 december 2010 (22.12) (OR. en) 18121/10 SOC 862
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 december 2010 (22.12) (OR. en) 18121/10 SOC 862 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad van: de delegaties nr. vorig doc.: 16881/10 SOC 792 + COR 1 Betreft:
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 8 februari 2005 (OR. en) 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn van het
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieDe wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen
De wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen 12 februari 2015 1 I. Intersectoraal niveau II. Sectoraal niveau 2 1 I. Intersectoraal niveau Twee maatregelen : A. Opname
Nadere informatieDe wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen. 12 februari 2015
De wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen 12 februari 2015 1 I. Intersectoraal niveau II. Sectoraal niveau 2 I. Intersectoraal niveau Twee maatregelen : A. Opname
Nadere informatieMaatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers
Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2012
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2012 Inhoudstafel Het rapport 2012... 5 1. Algemene loonverschillen... 6 1.1 De loonkloof in uurlonen en jaarlonen... 6 1.2 De loonkloof naar statuut...
Nadere informatieONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE
ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 2/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: VERDRAG ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE
Nadere informatieOverzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen 7 Juli 2010 Stéphane THYS Coördinator Opzet van de presentatie Studenten in wetenschappelijke
Nadere informatie9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A
Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en) 9079/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0082 (NLE) COEST 99 ELARG 36 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Protocol bij de Partnerschaps-
Nadere informatieDeel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING
Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit
Nadere informatieLEESWIJZER ONDERZOEK LOONKLOOF BIEDT VERRASSENDE INZICHTEN
(/) zaterdag 1 oktober 2016 - Binnenland LEESWIJZER ONDERZOEK LOONKLOOF BIEDT VERRASSENDE INZICHTEN Mannen die deeltijds werken, krijgen in verhouding tot vrouwen minder opslag. Ze wijken te hard af van
Nadere informatieAANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 7 maart 2014 Het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen versterken door transparantie
L 69/112 Publicatieblad van de Europese Unie 8.3.2014 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 7 maart 2014 Het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen versterken door transparantie
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2016 COM(2016) 703 final 2016/0346 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2004 COM(2004) 810 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot vaststelling van de gevolgen van de toetreding van Tsjechië en Polen
Nadere informatieWERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2013
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2013 Inhoudstafel Het rapport 2013... 5 1. Algemene loonverschillen... 6 1.1 De loonkloof in uurlonen en jaarlonen... 6 1.2 De loonkloof naar statuut...
Nadere informatieGSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125
Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (E) XT 21106/18 BXT 125 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende
Nadere informatieManifest voor de Rechten van het kind
Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.
Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2018 (OR. en) 6512/04 DCL 1 JUSTCIV 28 DERUBRICERING van document: 6512/04 d.d.: 20 februari 2004 nieuwe status: Betreft: Publiek Ontwerp-aanbeveling voor
Nadere informatieWerkloosheid in de Europese Unie
in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23
Nadere informatie10667/16 oms/hh 1 DGG 2B
Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 27.1.2012 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 230/2009 ingediend door Spiridon Andriopoulos (Griekse nationaliteit), over de niet-naleving
Nadere informatie"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I
P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad
Nadere informatieNederland: Loonverschillen m/v
WITA GPG project (With innovative tools against gender pay gap) Nederland: Loonverschillen m/v dr. Szilvia Borbély Boedapest, Maart 2016 Inhoud Trends Gemiddelde loonkloof m/v in Nederland benadert het
Nadere informatieOnderzoek naar loonverschillen tussen mannen en vrouwen inzake extralegale voordelen
Persbericht van 31 mei 2011 Onderzoek naar loonverschillen tussen mannen en vrouwen inzake extralegale voordelen De Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen stelde gisteren zijn onderzoek naar
Nadere informatieBESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú
BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú De Socialistische Fractie in het Europees Parlement streeft naar de garantie dat iedereen zich volledig aanvaard voelt zoals hij of zij is, zodat we in onze gemeenschappen
Nadere informatieWerkende vaders. Strategieën voor vaders die werk en zorg willen combineren
Werkende vaders Strategieën voor vaders die werk en zorg willen combineren Inhoud 1. Aanleiding en context 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Aanleiding 5 1.3 De onderzoeksvragen 6 1.4 Opzet en uitvoering van het onderzoek
Nadere informatieGEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST
443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE
Nadere informatieTOEGESTANE EVOLUTIE VAN DE LOONKOST VOOR 2015-2016. I. Geen loonsverhoging voor 2015, maar beperkte mogelijkheden voor 2016
1/6 TOEGESTANE EVOLUTIE VAN DE LOONKOST VOOR 2015-2016 I. Geen loonsverhoging voor 2015, maar beperkte mogelijkheden voor 2016 Het ontwerp van interprofessioneel akkoord dat werd voorgesteld door de Regering
Nadere informatiePosition paper College voor de Rechten van de Mens
Position paper College voor de Rechten van de Mens Gelijke beloning van vrouwen en Ten behoeve van de hoorzitting gelijke beloning 25 juni 2018 Juni 2018 INHOUD 1. Wettelijke grondslag gelijke beloning...3
Nadere informatieONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE
ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 23/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: SLOTAKTE ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE
Nadere informatieWorden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd?
Persbericht van 17 januari 2011 Worden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd? Brussels, 17.01.2011 - Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen publiceert zijn rapport De ervaringen
Nadere informatieA D V I E S Nr. 1.648 ------------------------------ Zitting van woensdag 9 juli 2008 ------------------------------------------
A D V I E S Nr. 1.648 ------------------------------ Zitting van woensdag 9 juli 2008 ------------------------------------------ IAO - 98e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2009) -
Nadere informatieDe loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2015
De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Rapport 2015 Inhoudstafel Intro... 4 Het rapport 2015... 5 1. Algemene loonverschillen... 6 1.1 De loonkloof in uurlonen en jaarlonen... 6 1.2 De loonkloof
Nadere informatieSamenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014
P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende
Nadere informatie15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)
Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) COLAC 144 WTO 329 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Derde aanvullend protocol
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) CH 39 SOC 374 MI 157 ETS 16 SERVICES 35 ELARG 86 VOORSTEL van: de Europese Commissie
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen
Nadere informatie