1. Kortdurend verlof Wanneer een medewerker aanspraak kan maken op kortdurend verlof is terug te vinden in artikel 15.1 van de CAO-VO

Transcriptie

1 Notitie verlofmogelijkheden 1. Kortdurend verlof Wanneer een medewerker aanspraak kan maken op kortdurend verlof is terug te vinden in artikel 15.1 van de CAO-VO De werknemer heeft recht op verlof met behoud van bezoldiging voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd, wanneer hij zijn arbeid niet kan verrichten wegens zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden. Dit betreft o.a.: a. examen doen b. verhuizing c. huwelijk d. overlijden van partner, ouders, kind e. begrafenis f. bevalling g. kraamverlof h. ambtsjubileum i. huwelijksjubileum j. religieuze feestdagen anders dan de christelijke k. calamiteitenverlof (o.a. gesprongen waterleiding, oppas regelen voor ziek kind.) Informatie over calamiteitenverlof en richtlijnen hoe hiermee om te gaan zijn in bijlage 1 uitgewerkt. Tijdens het DGO ten behoeve van de fusie van de stichting SVOL en AREVO tot Quadraam zijn aanvullende afspraken gemaakt m.b.t. kortdurend verlof: - rouwverlof ingeval van overlijden van een partner of inwonend bloedverwant in de eerste graad voor een periode van vier weken - jeugd- en jongerenwerk als bedoeld in de door de Minister getroffen regeling, voor telkens ten hoogste vijf dagen, met dien verstande dat per schooljaar in totaal niet meer dan tien dagen verlof wordt verleend. uitzondering: bezoek aan (tand)arts, ziekenhuis etc. dit valt niet onder de verlofregeling conform CAO. Een en ander is geregeld in artikel 5:2 van de Arbeidstijdenwet. Genoemd artikel geeft aan dat voor het bepalen van het aantal uren dat arbeid wordt verricht, meegeteld worden de uren waarop de werknemer de bedongen arbeid zou hebben verricht, maar deze door uitoefening van zijn taak in het kader van medezeggenschapsorgaan, ziekte, vakantie, vervulling van wet of overheid opgelegde verplichting, welke niet in zijn vrije tijd kon geschieden, of als gevolg van zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, bedoeld in artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg, niet heeft verricht. Wat onder zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden wordt verstaan staat nergens toegelicht. Derhalve is het advies aan leidinggevenden: laat dit soort bezoeken plannen op tijdstippen dat er niet gewerkt hoeft te worden. Indien niet anders mogelijk dan op een werkdag, laat het dan plannen aan het begin of aan het einde van de dag. Spreek ook met medewerker over het inhalen van de gemiste tijd.

2 2. Kortdurend zorgverlof Wanneer een medewerker aanspraak kan maken op kortdurend zorgverlof is terug te vinden in artikel 15.2a van de CAO-VO Tijdens het DGO ten behoeve van de fusie van de stichting SVOL en AREVO zijn aanvullende afspraken gemaakt m.b.t. kortdurend zorgverlof: De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van een partner of inwonend bloedverwant in de eerste graad. Het verlof bedraagt in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden ten hoogste vier maal de arbeidsduur per week, tenzij blijkens een aan de werkgever te overleggen geneeskundige verklaring gedurende een langere termijn de voortdurende aanwezigheid van de werknemer bij de ziekte, anders dan ter verpleging, noodzakelijk is. 3. Zwangerschaps- en bevallingsverlof De vrouwelijke werknemer heeft bij zwangerschap recht op verlof gedurende 16 weken. De datum waarop dit ingaat is afhankelijk van de vermoedelijke bevallingsdatum. Derhalve is het altijd van belang tijdig de zwangerschapsverklaring in te leveren. De start van het verlof ligt tussen de 6 en 4 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Het aansluitende bevallingsverlof duurt vervolgens 10 tot 12 weken na de feitelijke bevalling. Indien er sprake is van ziekte in verband met zwangerschap voordat het zwangerschapsverlof ingaat heeft de medewerkster geen keuze. Het zwangerschapsverlof gaat in dat geval altijd in 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Borstvoeding of kolven Een medewerker heeft het recht om gedurende de eerste 9 levensmaanden van haar kind het werk te onderbreken voor het geven van borstvoeding of het kolven. De werkgever biedt daarvoor de gelegenheid, de tijd en de ruimte (deze moet van binnenuit afsluitbaar zijn). Borstvoeding geven of kolven mag zo vaak en zo lang als nodig is, maar de gezamenlijke onderbrekingen van het werk mogen maximaal een kwart van de werktijd per dag bedragen. De medewerker wordt gewoon doorbetaald en levert geen verlof in, tenzij de duur een kwart van de werktijd per dag overschrijdt. De medewerker heeft geen recht op een bepaald aantal uren verlof voor borstvoeding of het kolven, maar krijgt wanneer het nodig is de tijd, de gelegenheid en de ruimte. De medewerker overlegt over de duur en de tijdstippen voor het geven van borstvoeding met de leidinggevende en probeert de tijdstippen waar mogelijk in te passen in het rooster. Medewerker en leidinggevende overleggen of de werkzaamheden door het kolven nog inpasbaar zijn in de resterende tijd of dat aanpassingen gedaan moeten worden. Leidinggevende en medewerker komen samen tot een oplossing op maat. Zij kunnen de HRadviseur voor advies betrekken. (zie arbeidstijdenwet, artikel 4:8 en Arbobesluit, artikel 3.48) 4. Adoptieverlof Deze vorm van verlof is onderdeel van de Wet Arbeid en Zorg, vastgesteld door Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Adoptieverlof is verlof dat u kunt opnemen als u een kind adopteert of als u een pleegkind opneemt in uw gezin. Door adoptieverlof op te nemen kunt u wennen aan de nieuwe gezinssituatie. Adoptieverlof wordt ook wel pleegzorgverlof genoemd. Uw werkgever kan adoptieverlof niet weigeren. Ook als u pleegkinderen opneemt in uw gezin kunt u adoptieverlof opnemen. Het kind moet bij u wonen en er moet een pleegzorgcontract zijn. U kunt vier weken aaneengesloten adoptieverlof opnemen. Deze vier weken kunt u opnemen vanaf twee weken voor de feitelijke adoptie tot zestien weken erna. Tijdens het DGO ten behoeve van de fusie van de stichting SVOL en AREVO tot Quadraam zijn aanvullende afspraken gemaakt m.b.t. adoptieverlof: Adoptie van een kind, tien weken; in geval van een adoptie van een buitenlands kind wordt tevens, indien verlof noodzakelijk is om de werknemer in staat te stellen in het desbetreffende land het nodige te verrichten, één maal per geval van adoptie, verlof verleend voor zestien weken. Indien aantoonbaar is dat genoemde zes weken niet toereikend zijn kan de werkgever het verleende verlof verlengen.

3 5. Ouderschapsverlof De regeling met betrekking tot ouderschapsverlof is toegelicht in artikel 15.7 van de CAO-VO Bij een volledige baan is het aantal uren dat men kan opnemen 830. Hiervan zijn 415 uur op te nemen als "betaald ouderschapsverlof" en 415 uur kunnen onbetaald worden opgenomen. Bij parttimers gaat dit naar rato. 6. Verlof in het kader van de levensloopregeling Wanneer een medewerker aanspraak kan maken op verlof in het kader van de levensloopregeling is terug te vinden in artikelen 15.2b tot en met 15.2d van de CAO-VO Daarnaast geldt het levensloopreglement Quadraam. Dit is opgemaakt conform het modelreglement van de VOraad. Dit reglement zal terug te vinden zijn op Intranet. 7. Lang buitengewoon verlof Lang buitengewoon verlof wordt geregeld in de artikelen 15.3 tot en met 15.5 van de CAO-VO Hierbij kan het gaan om politieke functies, verlof in het algemeen belang of verlof in het persoonlijk belang. 8. Verlof in verband met overleg- en advieswerkzaamheden Dit wordt geregeld in artikel 15.6 van de CAO-VO Het betreft hier werkzaamheden voor de vakbonden, CEVO of CITO. We hebben het in deze gevallen dus over verlof en niet over detacheren. 9. Spaarverlof Een werknemer in vaste dienst heeft het recht om per jaar 60 klokuren te sparen. (in overleg met de PMR kan dit aantal worden verhoogd). De voorwaarden voor opname van dit verlof zijn opgenomen in bijlage 6 van de CAO-VO Bapoverlof De werknemer van 52 jaar en ouder heeft recht op verlof conform de voorwaarden en voorschriften in bijlage 7 bij de CAO-VO Vanaf 1 augustus 2009 kan het bapo-verlof niet meer worden gespaard. Artikel 11 en 12 van bijlage 7 van de CAO-VO geven het volgende aan: ziekte of langbuitengewoon verlof van de werknemer tijdens het opnemen van het bapo-verlof schort het verlof niet op. Bij langdurige ziekte in combinatie met het opnemen van het bapo-verlof bedraagt het salaris gedurende de eerste 12 maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de inhouding van de bapokorting. Na deze periode wordt het bruto salaris met 30% gekort over de volledige wtf en wordt de bapokorting stopgezet. Spaarverlof en/of gespaarde bapo opnemen als prepensioen Dit is voor medewerkers geboren voor 1 januari 1950 nog mogelijk als zij voldoen aan de overgangsregelingen van de FPU. Is dit niet het geval of is men geboren op of na 1 januari 1950 dan moet men in combinatie met bapo altijd tenminste 50% van de oorspronkelijke werktijd aan het werk blijven. Een notitie over hoe om te gaan met saldi uit het verleden zal worden opgesteld. 11. Samenloop vakantieverlof met ander verlof Voor docenten en directieleden wordt vakantieverlof niet opgeschort bij andere vormen van verlof, ook niet bij ziekteverlof. Hierop is één uitzondering: zwangerschaps- en bevallingsverlof gedurende de zomervakantie schorten deze vakantie op. Het vakantieverlof wordt aansluitend aan het bevallingsverlof opgenomen tenzij werkneemster met werkgever iets anders afspreekt.

4 Voor het onderwijs ondersteunend personeel geldt dat vakantieverlof (met uitzondering van de algemene feestdagen) wordt ingetrokken als er ander verlof speelt. Het vakantieverlof wordt dan op een ander moment verleend. Bij ziekte (volledig) worden vakantiedagen opgebouwd over de laatste 6 maanden waarin men volledig ziek is geweest. Is men gedeeltelijk ziek dan bouwt men gedeeltelijk op en is de opname ook gedeeltelijk. Dit geeft dus geen wijziging t.o.v. de "normale" situatie. Hoe berekenen we deze uren: bij een werkweek van 40 uur bij een normbetrekking (het meest voorkomend bij Quadraam): 52,14 weken x 40 = 2085 uur (260,7 dagen) normjaartaak = 1659 uur (207,4 dagen) verlof = 426 uur ( 53,3 dagen, incl. feestdagen) per maand gaan we dan uit van 173,75 "betaalde uren" en 138,25 "te werken uren". De opbouw van verlofuren is dan 35,5 per maand.

5 Bijlage 1 Informatie calamiteitenverlof en richtlijnen hoe hiermee om te gaan. Info calamiteitenverlof Ministerie SZW Wat is calamiteitenverlof en ander kort verzuimverlof? Calamiteitenverlof is verlof dat u kunt opnemen als u onverwachts direct vrij moet nemen. Bijv. als uw waterleiding is gesprongen of uw kinds plotseling ziek wordt. Wanneer heeft u recht op calamiteitenverlof? Als u werknemer bent en onmiddellijk vrij moet nemen vanwege een onvoorziene persoonlijke omstandigheid kunt u gebruikmaken van calamiteitenverlof en ander kort verzuimverlof. Situaties waarin u gebruik kan maken van calamiteitenverlof: U moet snel een oppas vinden of verzorging regelen voor een ziek familielid. U moet een loodgieter regelen omdat uw waterleiding is gesprongen. Hoe lang kunt u calamiteitenverlof opnemen? De duur van het calamiteitenverlof is afhankelijk van de reden waarom u het verlof opneemt. Soms is een paar uur voldoende. In een ander geval zult u een paar dagen nodig hebben. Duur van het calamiteitenverlof bij ziekte Als uw thuiswonend kind, partner of ouder van uw werknemer plotseling ziek wordt en u dus onverwachts vrij moet nemen, kunt u de eerste zorgdag calamiteitenverlof opnemen. De tweede dag moet u een andere vorm van verlof opnemen, het kortdurend zorgverlof. Deze vorm van verlof neemt u op als u de enige bent die op dat moment de zieke kunt verzorgen. Hoe vraagt u calamiteitenverlof aan? Als u door een noodgeval niet op uw werk kunt komen, moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw werkgever. U vertelt uw werkgever hoeveel tijd u nodig denkt te hebben., Bij hoge uitzondering kunt u uw werkgever achteraf informeren. Welke gevolgen heeft calamiteitenverlof voor uw inkomen? Uw werkgever betaalt uw salaris door tijdens uw calamiteitenverlof. In uw cao of met uw (P)MR kunnen andere afspraken zijn gemaakt. Mag uw werkgever calamiteitenverlof weigeren? Uw werkgever mag een redelijk verzoek om calamiteitenverlof niet weigeren. Uw werknemer kan u achteraf vragen om aan te tonen dat het opnemen van calamiteitenverlof noodzakelijk was. Richtlijnen Quadraam m.b.t. calamiteitenverlof Verzoek tot calamiteitenverlof wordt altijd ingediend bij de direct leidinggevende. Medewerker geeft reden verzoek calamiteitenverlof door. In overleg met leidinggevende wordt afgesproken op welk moment werknemer weer op het werk verwacht te zijn of laat weten dat verlof langere tijd gaat duren. Leidinggevende geeft aan dat, na terugkomst medewerker, er gezamenlijk gekeken moet worden hoe de verlofuren geregistreerd gaan worden. In eerste instantie gaan we er hierbij vanuit dat alle uren vallen onder calamiteitenverlof. Echter, na overleg, kan overeengekomen worden dat deel van de verlofuren niet onder calamiteitenverlof vallen, maar onder een van de andere verlofmogelijkheden. Registratie van alle verlofuren, dus ook calamiteitenverlof, vindt plaats in het registratiesysteem dat binnen een school gebruikt wordt. Bij twijfel over soort verlof kan leidinggevende of werknemer contact opnemen met de hr-adviseur van de school.