- Ingekomen stuk D6 (PA 28 november 2012) Ons kenmerk Datum uw brief

Transcriptie

1 - Ingekomen stuk D6 (PA 28 november 2012) Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Prof. Bellefroidstraat AG Nijmegen Telefoon Telefax Postadres Postbus HG Nijmegen Datum 6 november 2012 Onderwerp Evaluatie project Variabele voertuigbezetting Wensen en bedenkingen Ons kenmerk Datum uw brief Contactpersoon Noud van de Haterd Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de Raad, De nieuwe Wet Veiligheidsregio s maakt het mogelijk om af te wijken van de standaardbezetting van 6 personen op een brandweertankautospuit (artikel lid 1 Besluit veiligheidsregio s). Wij hebben in februari 2012 een besluit genomen om dit jaar in Nijmegen-Noord een pilot uit te voeren waarbij een tankautospuit met een bemanning van vier personen uitrukt. Wij hebben toegezegd de raad te betrekken bij de evaluatie van dit project en het besluit om deze werkwijze al dan niet structureel voort te zetten. De evaluatie van het project Pilot variabele voertuigbezetting ligt nu voor. Hierbij stellen wij u graag in de gelegenheid conform artikel 169 lid 4 Gemeentewet ons uw wensen en bedenkingen ter kennis te brengen. In deze brief kijken wij kort terug op doel en randvoorwaarden van het project. Daarna gaan wij in op de resultaten van de evaluatie en de argumenten om deze werkwijze al dan niet structureel voort te zetten. Doel en randvoorwaarden In Nederland wordt al geruime tijd gesproken over invoering van een variabele voertuigbezetting op tankautospuiten. Dit heeft te maken met meerdere ontwikkelingen: een nieuwe visie op de brandweer, waarin wordt gesteld dat maatwerk mogelijk moet zijn, op grond van risicodifferentiatie; en dat ook voor de brandweerzorg geldt, dat de kosten afgewogen moeten worden ten opzichte van het maatschappelijk rendement. De vraag daarbij is vooral hoe efficiënter en proportioneel ingezet kan worden bij incidenten. Deze vraag gaat gelijk op met de ontwikkeling dat meer en meer wordt geïnvesteerd aan de voorkant, het voorkomen van brand, en de ontwikkeling in materiaal en materieel, waardoor technisch meer mogelijk is. Door bovenstaande ontwikkelingen is ook in Nijmegen een heroriëntatie op de bestaande 1 / 3

2 bedrijfsvoering gestart, waarbij wij ook de mogelijkheid van de flexibele bezetting onderzocht hebben. Met de pilot variabele voertuigbezetting, kortweg TS-4, hebben wij kunnen beoordelen in hoeverre de brandweerzorg in Nijmegen-Noord op een veilige en kwalitatief verantwoorde wijze kan worden verzorgd door een tankautospuit bemensd met 4 personen. Daarbij is de vraag of de werkwijze van de TS-4 structureel voortgezet kan worden. De voertuigbezetting op een tankautospuit heeft met de Wet veiligheidsregio s en het Besluit veiligheidsregio s een wettelijke borging. Het Besluit stelt dat deze bezetting uit zes personen dient te bestaan. Tegelijkertijd biedt het Besluit de mogelijkheid om gemotiveerd van deze standaard af te wijken (Besluit veiligheidsregio s, art 3.1.2, lid 1 t/m 3). Daarbij geldt als voorwaarde dat wij de veiligheid van het brandweerpersoneel in ogenschouw dienen te nemen en dat de kwaliteit van brandweerzorg van gelijkwaardig niveau blijft. Evaluatie In ons eerdere besluit om deze pilot te starten, hebben wij aangegeven om in de evaluatie in te gaan op de veiligheid en de kwaliteit van de brandweerzorg. Ook de landelijke ontwikkelingen zouden wij hierin betrekken. Hieronder gaan wij op deze punten in. Hoewel het aantal incidenten waarbij een TS-4 betrokken is geweest, in Nijmegen beperkt is geweest, geven deze in combinatie met landelijke resultaten en de meningen van de betrokken medewerkers, voldoende basis om een conclusie te kunnen trekken. Veiligheid De evaluatie geeft aan dat het uitrukken met een TS-4 zeer wel mogelijk is en de veiligheid voor het personeel voldoende geborgd is. De incidenten waarbij een TS-4 betrokken is geweest, zijn goed verlopen; de veiligheid van het eigen personeel is niet in het geding geweest. Ook uit de enquête onder de betrokken medewerkers blijkt, dat geen van de respondenten zich onveilig heeft gevoeld en dat het merendeel zich voldoende bekwaam en geoefend voelt om met een TS- 4 te kunnen werken. Waar nodig, kan worden opgeschaald met extra capaciteit. Bij een aantal meldingsclassificaties, zoals binnenbrand, wordt er vanuit de meldkamer per direct een extra TS tegelijk gealarmeerd, zodat er tijdig back-up aanwezig is. De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) doet over de veiligheid een uitspraak in zijn rapportage Uitruk op maat, waarin pilots en experimenten uit het hele land worden besproken. De NVBR stelt dat uitrukken met een TS-4 binnen een bepaalde bandbreedte en onder bepaalde voorwaarden mogelijk is en dat zonder extra veiligheidsproblemen op te roepen. Deze stelling wordt door de uitkomsten van bijvoorbeeld pilots in Apeldoorn en Utrecht (soortgelijke korpsen als Nijmegen) onderschreven. Kwaliteit In de geëvalueerde incidenten was de kwaliteit van brandweerzorg op orde. In alle gevallen was het beschikbare potentieel voldoende om de klus te klaren. Ongeveer de helft van de betrokken medewerkers geeft aan de werkzaamheden met een TS-4 te kunnen uitvoeren en de incidenten te kunnen bestrijden. De andere helft heeft daarover geen mening. Daarbij kan in Nijmegen altijd, waar nodig, bijstand gevraagd worden aan de posten Centrum of West. 2 / 3

3 Landelijke ontwikkelingen Uit de rapportage van de NVBR blijkt dat op veel plaatsen in het land wordt gewerkt met variabele voertuigbezetting. Ook Nijmegen heeft zich aangemeld bij het landelijke project van de NVBR. Zo n veertig initiatieven zijn bekend, waarvan een aantal al als een structurele werkwijze is ingevoerd. De NVBR concludeert dat er wel behoefte bestaat aan standaardisatie en uniformiteit ten aanzien van variabele voertuigbezetting. Daarbij kunnen ook de resultaten gebruikt worden van het onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum doet naar representatieve brandscenario s en bijbehorende risico s voor veiligheid van personeel en burgers. Wij blijven de landelijke ontwikkelingen volgen en zullen de uitkomsten daarvan, voor zover nodig, ook toepassen in Nijmegen. Draagvlak De medewerkers die in operationele zin betrokken zijn geweest bij TS-4, zijn bevraagd naar hun ervaringen en mening aangaande de pilot. Bijna alle respondenten staan positief tegenover een TS-4 op post Noord. Het advies is ook voorgelegd aan de medezeggenschap van brandweer Nijmegen. De OC brandweer Nijmegen heeft een positief advies afgegeven ten aanzien van het voorstel om de TS- 4 op post Noord structureel in te voeren. Financiën Het werken met de TS-4 levert een besparing op van 3 fte ( ,-). Voor de financiële effecten verwijzen wij naar de begrotingswijziging behorend bij het raadsvoorstel tot regionalisering van de brandweerzorg. Conclusie Wij willen de TS-4 als uitrukeenheid structureel invoeren op post Noord. Op basis van de evaluatie zien wij geen zwaarwegende redenen om deze werkwijze niet in te voeren. Wel is het van belang om de landelijke ontwikkelingen op dit gebied te blijven volgen en onze werkwijze, waar nodig, aan te passen aan een nog te ontwikkelen landelijke standaardisatie. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De gemeentesecretaris, H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg 3 / 3

4 Evaluatie project Variabele voertuigbezetting 1

5 1 Inleiding Sinds enige jaren is er in brandweerland een landelijke discussie omtrent de bezetting van een basisbrandweereenheid, de tankautospuit (TS). In het hele land zijn er proeven en experimenten op dit gebied. Op 1 februari 2012 startte ook brandweer Nijmegen met het project Variabele Voertuigbezetting. In dit project wordt via een pilot gekeken naar de mogelijkheden van het uitrukken met 4 personen op de TS (TS4) vanuit post Noord. Voor de pilot is een projectgroep opgericht met daarin vertegenwoordiging van alle afdelingen binnen brandweer Nijmegen. Deze projectgroep heeft als voorbereiding op de pilot een risicoanalyse van het verzorgingsgebied gemaakt. Daarnaast zijn alarmeringprocedures aangepast en is een tweetal oefendagen georganiseerd waarbij de alarmeringsprocedures zijn getest. Thans ligt de evaluatie van deze pilot voor u. Doel hiervan is om het college van b. en w. van brandweer Nijmegen een advies te geven over het definitief inpassen van TS 4 in de organisatie. Projectgroep Variabele voertuigbezetting Nijmegen, oktober 2012 NB. Bij de start van de pilot is gesteld, dat de evaluatie over het gehele jaar 2012 gehouden zou worden. Omdat het college van b. en w. echter, in het geval dat de brandweer per 1 januari 2013 regionaliseert, niet meer bevoegd is om te besluiten over de afwijking van de standaardbezetting, is ervoor gekozen om de evaluatie over een kortere periode te houden en de besluitvorming in 2012 af te ronden. Daarmee wordt ook de mogelijkheid geboden om deze evaluatie en het bijbehorende voorstel aan de raad voor te leggen voor wensen en bedenkingen. 2

6 2 Evaluatie 2.1 Inleiding Deze evaluatie valt uiteen in drie onderdelen. Allereerst worden de daadwerkelijke uitrukken bekeken van de afgelopen periode waarbij TS4 betrokken is geweest. Van deze uitrukken is gekeken in hoeverre de veiligheid van het brandweerpersoneel en de kwaliteit van de brandweerzorg beïnvloed is geweest. In het tweede onderdeel van de evaluatie wordt gekeken naar ervaringen die elders in het land zijn met het uitrukken met een TS4. Tot slot komt het draagvlak voor de pilot onder het betrokken personeel van brandweer Nijmegen aan de orde. 2.2 Incidentevaluaties Het aantal incidenten in de pilotperiode is niet hoog. De brandweer van post Noord is 52 keer gealarmeerd. Binnen dit aantal meldingen is er uiteindelijk 9 maal uitgerukt, waarbij de TS4 daadwerkelijk is. Er is binnen de pilot voor gekozen om de vrijwilligers in de WAN 1 uren de mogelijkheid te bieden uit te rukken met 6 mensen, mits de opkomsttijd hierdoor niet negatief beïnvloed wordt. Aantal Soort incident uitrukken Brand 2 1 x binnenbrand 1 x binnenbrand HV 5 1 x THV 1 x liftopsluiting 2 x stankoverlast/vreemde lucht 1 x stormschade OGS 2 1 X gaslekkage 1 X gaslekkage 3 e Walstraat Totaal 9 Tabel 1 Incidenten waarbij de TS-4 daadwerkelijk is ingezet. Prio 1. TS 4 ingezet als 2 e eenheid. Ism met brandweer Oosterhout Prio 1 TS4 ingezet als 3 e eenheid. Ism posten centrum en west Prio 1. TS 4 ingezet als 1 e eenheid, samen met HV1. Conform alarmeringsprocdure Prio 2 Prio 2 Prio 2 Prio 1. TS-4 ingezet als 1 e voertuig Prio 1. TS-4 ingezet als 2 e voertuig ter ondersteuning van TS centrum Zoals gezegd is in de pilotperiode in 9 gevallen een TS 4 daadwerkelijk ingezet. Deze uitrukken zijn geëvalueerd middels een standaardformulier (zie de bijlage voor de ingevulde formulieren). In alle gevallen beoordeelde de bezetting van de TS 4 de inzet 1 WAN = weekend, avond, nacht 3

7 als veilig en doelmatig. Bij binnenbrand en THV is conform de speciaal voor de pilot geformuleerde TS 4 alarmeringsprocedures gealarmeerd. Deelconclusie 1 Veiligheid Uit de evaluaties van de incidenten blijkt dat de veiligheid niet in het geding is geweest. Er hebben zich geen ongevallen, dan wel bijna ongevallen voorgedaan. Bovendien is ook in de beleving van de betrokken manschappen en bevelvoerders de veiligheid bij de incidenten nergens in gevaar geweest. Deelconclusie 2 Kwaliteit brandweerzorg In de geëvalueerde incidenten was de kwaliteit van brandweerzorg op orde. In alle gevallen was het beschikbare potentieel voldoende om de klus te kunnen klaren. Incidenten waarbij tijdens de alarmering het vermoeden bestond dat een TS 4 onvoldoende capaciteit/slagkracht zou bezitten, is in die fase conform de voor de pilot ontwikkelde alarmeringsprocedures (zie bijlage) opgeschaald. Nijmegen heeft hierbij het voordeel dat de stad, behalve post Noord, beschikt over nog twee brandweerkazernes met beroepsbezetting. Hierdoor is steeds in zeer korte tijd v oldoende bijstand voorhanden. 2.3 Landelijke ontwikkelingen In kwantitatieve zin is het aantal incidenten niet voldoende om als enige basis te dienen voor een advies. Om die reden wordt in deze evaluatie ook gekeken naar ervaringen die worden opgedaan in de rest van het land. Ook in andere korpsen en regio s worden en zijn pilots uitgevoerd met een TS Project variabele voertuigbezetting NVBR De afgelopen jaren zijn op verschillende plaatsen in Nederland proeven en experimenten gedaan met variabele voertuigbezetting. In de rapportage Uitruk op maat van de NVBR 2 is hieromtrent over een periode van anderhalf jaar kennis en informatie verzameld. Ook de pilot van brandweer Nijmegen is aangemeld bij het onderzoek. Hoewel het rapport geen harde uitspraken doet over variabele voertuigbezetting stelt het rapport over de lokale TS 4 experimenten: kijkend naar de aangereikte resultaten blijkt dat de inzet van een TS 4 binnen een bepaalde bandbreedte en onder bepaalde voorwaarden mogelijk is en dat zonder extra veiligheidsproblemen op te roepen 3. Het rapport stelt ook dat naast deze waardevolle praktijkinitiatieven wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk is. Het is wel goed om hierbij te bedenken dat ook de huidige standaardbezetting van 6 mensen geen wetenschappelijke basis heeft. Deze bezetting is op basis van beschreven taken, procedures en te gebruiken materialen als standaard gaan gelden. Het biedt daarmee wel een handreiking tot vergelijking, maar ook deze bezetting kan niet een harde toets op het element veiligheid bieden. Het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de opdracht om objectieve toetsingscriteria en parameters te ontwikkelen. De uitkomsten hiervan zouden moeten leiden tot meer uniformiteit en standaardisatie. Het WODC is inmiddels gestart met dit onderzoek. 2 Nederlandse Vereniging van Brandweer en Rampenbestrijding 3 Bron: Uitruk op maat, rapportage over het project variabele voertuigbezetting, pag. 31, NVBR,

8 2.3.2 TS 4 in het land, Utrecht en Apeldoorn In het land zijn reeds vele pilots gestart. Van geen van deze pilots zijn tot nog toe gevallen beschreven waarin het uitrukken met een TS 4 tot ongevallen, dan wel gevaarlijke situaties heeft geleid. Hieronder worden twee pilots nader tegen het licht gehouden. Het gaat om korpsen die op het gebied van bedrijfsvoering en organisatieinrichting met Nijmegen te vergelijken zijn. Het gaat hierbij om twee inhoudelijk totaal verschillende onderzoeken. Daar waar Apeldoorn kiest voor een wetenschappelijke insteek, benadert Utrecht de pilot met name op praktische wijze. Utrecht In Utrecht zijn de vrijwillige posten van De Meern, Vleuten Haarzuilens en Zuilen in 2008 gestart met een pilot met een TS4 pilot. In tegenstelling tot de proef in Apeldoorn heeft men in Utrecht niet getracht een wetenschappelijk onderzoek te doen. In de voorbereiding heeft men (net als in Nijmegen) een aantal duidelijke randvoorwaarden geschapen en is men gewoon begonnen. Uiteindelijk zijn voor deze pilot 14 uitrukken geëvalueerd. Bij deze evaluatie is geen beperking in veiligheid of kwaliteit geconstateerd als gevolg van het uitrukken met een TS 4 4. Het project is afgerond en is in uitvoering bij drie vrijwilligersposten. Apeldoorn De brandweer Apeldoorn is in 2008 al begonnen met de voorbereiding van een onderzoek naar uitrukken met een TS 4. In het onderzoek wordt de vraag of er doeltreffend en veilig kan worden opgetreden wetenschappelijk benaderd. Voor het onderzoek zijn vele tientallen TS4 inzetten geëvalueerd en beoordeeld. Conclusie uit het onderzoek is dat objectief vastgesteld kan worden dat, bij toepassing van dezelfde brandbestrijdingstactieken en technieken, de TS 4 net zo doeltreffend en veilig kan optreden als een TS 6. Volgens de subjectieve waarneming van het personeel is een TS4 in 96,2% van de inzetten doeltreffend en voelt zij zich in 79,9% van de gevallen veilig 5. Variabele voertuigbezetting ingevoerd In een aantal gevallen in het land is een variabele voertuigbezetting al structureel ingevoerd: In de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond is in 2012 de Snelle Interventie Eenheid (SIV) ingevoerd. Alkmaar in veiligheidsregio Noord Holland Noord werkt met een bezetting van 4. Indien nodig bijstand van 6. In de gemeente Buren van regio Gelderland Zuid wordt gewerkt met een SIV. In Limburg Zuid wordt in een aantal gemeenten met een Snel Inzetbare Eenheid gewerkt (bemensd door bevelvoerder en manschap). In Zeeland is het voor de gemeenten Terneuzen, Borsele en Noord Beveland geen experiment, maar een doorontwikkeling van al jarenlang bestaand beleid. TS 4 is al sinds 2009 opgenomen in het regionale dekkingsplan. Deelconclusie In het hele land zijn initiatieven ontplooid en ervaringen opgedaan met variabele voertuigbezetting. De aard van deze pilots loopt nogal uiteen. Het ene korps benadert het wetenschappelijk, terwijl het andere korps meer praktisch is ingesteld. De evaluaties 4 Bron: Eindrapp ortage 4 persoons tankautospuit, gemeente Utrecht, Bron: Anders bezette tankautospuit, een effectstudie naar de gevolgen voor de veiligheid en doeltreffendheid, gemeente Apeldoorn,

9 van deze pilots geven echter een uniform beeld: uitrukken met een TS 4 is zeer zeker mogelijk. Er zijn nergens in Nederland gevallen bekend waarbij het uitrukken met een anders bezette TS heeft geleid tot onveilige of onwerkbare situaties. Dit sluit aan bij de bevindingen in Nijmegen. De NVBR stelt wel in Uitruk op maat dat meer onderzoek noodzakelijk is voor meer uniformiteit en standaardisatie. Aan het WODC is inmiddels de opdracht verstrekt om wetenschappelijk onderzoek te doen. 2.4 Draagvlak in de organisatie Als derde evaluatiecriterium komt het draagvlak in de organisatie aan bod. De medewerkers die in operationele zin betrokken zijn geweest bij TS 4 zijn bevraagd naar hun ervaringen en mening aangaande de pilot. Draagvlak onder de medewerkers wordt gezien als een belangrijke graadmeter. Aan alle bij de pilot betrokken personen (in totaal 46) is onderstaande vragenlijst toegezonden. Hierop zijn 21 reacties (45,7%) ontvangen. Dit heeft geleid tot de volgende uitkomsten: Ja Nee Geen mening Ik heb mijn werkzaamheden tijdens een TS4 uitruk goed kunnen uitvoeren Ik heb mijn werkzaamheden tijdens een TS4 uitruk veilig kunnen uitvoeren Ik voel mij voldoende geoefend om vakbekwaam uit te rukken met een TS De alarmeringsprocedures voor TS4 zijn correct Waren er uitrukken die ongeschikt waren voor een TS4? Ik ben tevreden over het verloop van de TS 4 pilot Ik sta positief tegenover een TS4 voor post Noord Naast het invullen van de vragenlijst bood de enquête ruimte voor het geven van toelichting. Hieronder een aantal reacties: Ik heb te weinig uitrukken meegemaakt om een goed beeld te kunnen vormen TS 4 is de oplossing voor post Noord De uitrukken die ik heb meegemaakt zijn veilig en goed verlopen Het is zaak om goed te oefenen om de grenzen van een TS4 op te zoeken Deelconclusie Uit zowel de vragenlijst als de toelichtingen kan worden opgemaakt dat de respondenten van mening zijn dat ze te weinig (of geen) incidenten hebben meegemaakt om hun mening te kunnen geven op inhoudelijke vragen. Veel vragen zijn beantwoord met geen mening. Desondanks acht het merendeel van de respondenten zich voldoende geoefend en bekwaam om met een TS 4 te kunnen uitrukken. Bijna alle respondenten staan positief tegenover een TS 4 op post Noord. 6

10 3 Conclusie In het collegevoorstel om de pilot te starten is aangegeven dat wij in de evaluatie ingaan op de veiligheid en de kwaliteit van de brandweerzorg. Ook de landelijke ontwikkelingen zouden wij hierin betrekken. Hoewel het aantal incidenten waarbij een TS 4 betrokken is geweest, in Nijmegen beperkt is geweest, geven deze in combinatie met landelijke resultaten en de meningen van de betrokken medewerkers, voldoende basis om een betrouwbare conclusie te kunnen trekken. Veiligheid De conclusie is dat de veiligheid bij het uitrukken met een TS 4 zeer wel mogelijk is en voldoende geborgd. Waar nodig, kan worden opgeschaald met extra capaciteit. Bij een aantal meldingsclafficaties wordt er vanuit de meldkamer per direct een extra TS meegealarmeerd zodat er tijdig back up aanwezig is. De incidenten waarbij een TS 4 betrokken is geweest, zijn goed verlopen; de veiligheid van het eigen personeel is niet in gevaar geweest. Ook uit de enquête onder de betrokken medewerkers blijkt, dat geen van de respondenten zich onveilig heeft gevoeld en dat het merendeel zich voldoende bekwaam en geoefend voelt om met een TS 4 te kunnen werken. De NVBR stelt in haar rapport dat uitrukken met een TS 4 mogelijk is zonder dat dit veiligheidsproblemen veroorzaakt. Deze stelling wordt door de uitkomsten van pilots in Apeldoorn en Utrecht (soortgelijke korpsen als Nijmegen) onderschreven. Kwaliteit In de geëvalueerde incidenten was de kwaliteit van brandweerzorg op orde. In alle gevallen was het beschikbare potentieel voldoende om de klus te kunnen klaren. Ongeveer de helft van de betrokken medewerkers geeft aan de werkzaamheden te kunnen uitvoeren en de incidenten te kunnen bestrijden met een TS 4. De andere helft heeft daarover geen mening. Daarbij kan in Nijmegen altijd, waar nodig, bijstand gevraagd worden aan de posten Centrum of West. Bij een brand is dit standaard. Landelijke ontwikkelingen Uit de rapportage van de NVBR blijkt dat op veel plaatsen wordt gewerkt met variabele voertuigbezetting. Ook Nijmegen heeft zich aangemeld bij het landelijke project van de NVBR. Zo n veertig initiatieven zijn bekend, waarvan een aantal als een structurele werkwijze is ingevoerd. Wel bestaat behoefte aan standaardisatie en uniformiteit ten aanzien van variabele voertuigbezetting. Om die reden wordt thans wetenschappelijk onderzoek gedaan door het WODC. Eindconclusie Alles overziend concluderen wij dat het werken met een TS 4 vanuit post Noord zeer goed mogelijk is. Dat wordt ondersteund door het feit dat er breed draagvlak is bij de betrokken medewerkers voor een TS 4 op post Noord. Wel blijft het de komende jaren zaak om de landelijke onderzoeken te volgen en de eventuele normen en standaardisatie die daaruit voortkomen, ook toe te passen in Nijmegen, voorzover dat al niet gebeurt. 7

11 4 Advies Advies 1 Maak TS 4 definitief De projectgroep adviseert om TS 4 als uitrukeenheid structureel in te voeren op post Noord. Op basis van de verkregen gegevens is er geen reden om negatief te adviseren ten aanzien van het uitrukken met een TS 4 op post Noord. De incidenten die hebben plaatsgevonden zijn zonder uitzondering goed verlopen. De verminderde bezetting van de TS 4 van post Noord kan steeds worden opgevangen doordat er vanuit de andere posten snel bijstand kan worden verleend. Nijmegen heeft naast post Noord nog twee beroepsposten met een 24 uursbezetting. Op basis van de melding kunnen deze direct worden meegeallarmeerd waardoor er na een aantal minuten back up aanwezig is. De projectgroep kiest ervoor om vanwege het gebrek aan data in haar advies ook de ervaringen van andere korpsen mee te nemen. Uit evaluaties van andere korpsen in Nederland blijken eveneens positieve ervaringen met deze manier van uitrukken. Advies 2 Monitoring en oefening Zoals uit deze evaluatie blijkt zijn er in de pilotperiode weinig incidenten geweest. Het blijft dan ook zaak om het komende jaar de uitrukken met TS 4 te blijven monitoren en evalueren. Bovendien adviseert de projectgroep om ook in het oefenprogramma het beoefenen van de specifieke (on)mogelijkheden van een TS 4 voort te zetten. Advies 3 WODC In Nederland is en wordt op het gebied van variabele voertuigbezetting veel ervaring opgedaan, zo ook in Nijmegen. Echter, er bestaat ook hier behoefte aan standaardisatie en uniformiteit voor werkwijzen, slagkrachtbepalingen en dergelijke. Om deze reden is het van belang het wetenschappelijk onderzoek van het WODC en landelijke ontwikkelingen nauwgezet te volgen en de uitkomsten ervan te betrekken op Nijmegen. 8