Gebruikershandboek. Mobile Navigator. Symbian Edition. Nederlands

Transcriptie

1 Gebruikershandboek Mobile Navigator Symbian Edition Nederlands Mei 2009

2 Impressum NAVIGON AG Schottmüllerstraße 20A D Hamburg De in deze documentatie aanwezige informatie en gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zonder uitdrukkelijke toestemming van NAVIGON AG mag geen deel van deze documentatie voor enig doel worden vermenigvuldigd of overgebracht, onafhankelijk van het feit op welke manier of met welke middelen, elektronisch of mechanisch, dit geschiedt. Alle technische informatie, tekeningen enz. vallen onder de wet op bescherming van het auteursrecht. 2009, NAVIGON AG Alle rechten voorbehouden.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Over dit handboek Opbouw Conventies Symbolen Juridische aanwijzingen Garantie Handelsmerken Klantenservice Voordat u begint De navigatiesoftware starten Twee gebruiksmodi Testmodus Volledige versie Met de testversie werken De volledige versie kopen Activering Installatie van de software Koppeling van de GPS-ontvanger Geïntegreerde GPS-ontvanger Externe GPS-ontvanger Installatie van de hardware in een voertuig Stroomvoorziening van de telefoon Stroomvoorziening van een externe GPS-ontvanger Navigatie met GPS Belangrijke veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies voor de navigatie Veiligheidsaanwijzingen voor externe GPS-ontvangers Veiligheidsinstructies voor de inbedrijfstelling in het voertuig Bediening van de navigatiesoftware Bedieningselementen van de mobiele telefoon Bediening van de software Markeren en bedienen Opties Gegevensinvoer...15 Gebruikershandboek Inhoudsopgave III

4 3.2.4 Lijsten Informatie Navigatie Navigatie - algemeen Veiligheidsinstructies en overige aanwijzingen Mobile Navigator starten Initialisatie van de GPS-ontvanger Hoofdmenu Snelheidsprofiel Een bestemming opgeven Land van bestemming opgeven Adres van bestemming Bijzondere bestemming Een opgeslagen bestemming selecteren Laatste bestemming Favorieten Contacten Bestemmingsgegevens uit ontvangen SMS gebruiken Naar huis navigeren Navigatie starten Werken met de kaart Kaart selecteren Een extra kaart activeren Kaart in de Standaardmodus Kaart in de modus Voetganger Kaart in de Navigatiemodus GPS/huidige positie Diensten Abonneren op diensten Activering van premium diensten en extra kaarten Weer Verkeersinformatie (TMC) Op databases gebaseerde diensten Mobile Navigator configureren Het venster Instellingen openen Algemeen Navigatie...50 IV Inhoudsopgave Gebruikershandboek

5 7.4 Aanwijzingen Verkeer GPS Mijn adres Versie Verklarende woordenlijst Transliteratie Trefwoordenregister...54 Gebruikershandboek Inhoudsopgave V

6 1 Inleiding 1.1 Over dit handboek Opbouw Wanneer u zoekt naar bepaalde informatie of naar de uitleg van een bepaald begrip, kunt u de volgende delen in het handboek raadplegen: Vanaf pagina 52 vindt u in de Verklarende woordenlijst een uitleg van gebruikte vakbegrippen en afkortingen. Vanaf pagina 54 vindt u een Trefwoordenregister met paginavermeldingen Conventies Voor een betere leesbaarheid en ter verduidelijking worden in dit handboek de volgende schrijfwijzen gehanteerd: Vet en cursief: Eigennamen, firma- en productnamen. KLEINE HOOFDLETTERS: Venster- en dialoognamen. Vet: Namen van knoppen, invoervelden en andere elementen van het gebruikersoppervlak. [ ]: Naam van een toets op de mobiele telefoon, b.v. [OK]. < >: Naam van een softtoets waarvan de functie in de onderste regel van het display wordt weergegeven, b.v. <Opties> Symbolen De volgende symbolen verwijzen naar bepaalde tekstpassages: Aanwijzingen en tips over de bediening van de software Extra informatie en uitleg Waarschuwingen Inleiding

7 1.2 Juridische aanwijzingen Garantie Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van de documentatie en van de sofware zonder voorafgaande kennisgeving. NAVIGON AG aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de inhoud of voor schade die voortvloeit uit het gebruik van het handboek. Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor verbeteringssuggesties, om u in de toekomst nog beter presterende producten te kunnen aanbieden Handelsmerken Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden beschermde handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de bepalingen van het telkens geldende merkenrecht en de eigendomsrechten van de telkens geregistreerde eigenaars. Alle hier beschreven handelsmerken, handelsnamen of firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn. Alle rechten die hier niet uitdrukkelijk worden toegekend zijn voorbehouden. Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de handelsmerken die in dit handboek worden gebruikt, kan niet worden afgeleid dat een naam vrij is van rechten van derden. Windows en ActiveSync zijn handelsmerken van de Microsoft Corporation. Navigon is een gedeponeerd handelsmerk van NAVIGON AG. 1.3 Klantenservice Heeft u vragen over uw product? Bezoek dan onze website 2 Voordat u begint 2.1 De navigatiesoftware starten Het starten van software kan naargelang mobiele telefoon variëren. Raadpleeg a.u.b. het gebruikershandboek van uw mobiele telefoon. 2.2 Twee gebruiksmodi Mobile Navigator kan in twee verschillende modi worden gebruikt. Voordat u begint - 7 -

8 2.2.1 Testmodus U kunt Mobile Navigator 30 dagen lang in de testmodus gebruiken. Gedurende deze periode kan de software onbeperkt met alle kaarten worden gebruikt. U heeft dus voldoende gelegenheid zich te overtuigen van het prestatievermogen van de navigatiesoftware Volledige versie Zodra u de software heeft geactiveerd, gebruikt u de volledige versie. Meer informatie over de aankoop van de volledige versie vindt u in het hoofdstuk "De volledige versie kopen", pagina Met de testversie werken Als de testperiode van 30 dagen nog niet is verstreken, start de software in de testmodus. Als de testperiode al is verstreken, kunt u kiezen of u de volledige versie wilt activeren of dat u in de beperkte modus wilt werken. Opmerking: Ook na afloop van de testperiode kunt u met de testversie werken. U kunt wel geen navigatie meer uitvoeren, maar u kunt wel nog elke positie op de kaart aan u laten aangeven. 2.4 De volledige versie kopen Voer de volgende stappen uit, om de volledige versie te kopen: 1. Druk in het hoofdvenster de softtoets <Opties> in en kies Activering. 2. Druk de softtoets <Opties> in en kies Kaarten kopen. De browser van de mobiele telefoon wordt geopend. Opmerking: Het is mogelijk dat u wordt gevraagd een internettoegangspunt te kiezen. Welk toegangspunt u moet kiezen, is afhankelijk van uw mobiele telefoonprovider. Win a.u.b. bij deze informatie in. 3. Kies welke kaart met de volledige versie moet worden geactiveerd. 4. Voer de gewenste gegevens voor de betaalwijze in. 5. Voer de gewenste gegevens over uzelf in. 6. Activeer de knop Volgend. Binnen enkele seconden ontvangt u een activerings-sms. Vervolgens wordt de volledige versie van de navigatiesoftware met de aangevraagde kaart automatisch geactiveerd Voordat u begint

9 U ontvangt ook een met het serienummer op het adres dat u tijdens het koopproces heeft opgegeven. Als de automatische activering eventueel mislukt, ga dan a.u.b. te werk zoals beschreven in het hoofdstuk "Activering" op pagina Activering U kunt de volledige versie van de navigatiesoftware (of extra gekochte kaarten) ook handmatig activeren. Dat kan nodig zijn, als de automatische activering per SMS niet heeft gefunctioneerd, of als u de navigatiesoftware opnieuw op een andere geheugenkaart heeft geïnstalleerd. 1. Start de navigatiesoftware op de mobiele telefoon. 2. Druk in het hoofdvenster de softtoets <Opties> in en kies Activering. 3. Druk de softtoets <Opties> in en kies Serienummer invoeren. 4. Voer het serienummer in die u per SMS en per heeft ontvangen. 5. Druk de softtoets <OK> in. Opmerking: Het is mogelijk dat u wordt gevraagd een internettoegangspunt te kiezen. Welk toegangspunt u moet kiezen, is afhankelijk van uw mobiele telefoonprovider. Win a.u.b. bij deze informatie in. Een dialoogvenster informeert u over de succesvolle activering. Het HOOFDVENSTER van de navigatiesoftware wordt geopend. 2.6 Installatie van de software De software hoeft niet op de mobiele telefoon te worden geïnstalleerd. Deze kan vanaf een geheugenkaart worden gestart. Opmerking: Wij adviseren om geheugenkaarten met een opslagcapaciteit van minimaal 512 MB te gebruiken. Als u de kaart van Europa wilt gebruiken, heeft u een geheugenkaart met minimaal 4 GB nodig. Ga als volgt te werk: 1. Plaats een voor uw mobiele telefoon geschikte geheugenkaart in de kaartlezer van uw PC. - OF - Plaats een geschikte geheugenkaart in de mobiele telefoon. 2. Plaats de Mobile Navigator - DVD in het DVD-station. De Installer-Tool start automatisch. Voordat u begint - 9 -

10 - OF - Dubbelklik op het bestand "Setup.exe" uit de download. 3. Kies de taal waarin u wilt werken. 4. Klik op Installation. 5. Zorg ervoor dat de kaartlezer met de PC is verbonden. - OF - Verbind de mobiele telefoon met de PC. 6. Kies het station van de geheugenkaart. 7. Volg de instructies op het beeldscherm. Opmerking: Als u de volledige versie van de software al heeft gekocht, dan moet de kopie op de geheugenkaart nogmaals worden geactiveerd. Ga te werk zoals beschreven in het hoofdstuk "Activering" op pagina 9. Opmerking: Als u met uw mobiele telefoon geen DVD met navigatiesoftware hebt gekregen, kunt u de software en / of navigatiekaarten ook op onze Internetsite downloaden. 2.7 Koppeling van de GPS-ontvanger Geïntegreerde GPS-ontvanger Als in uw mobiele telefoon een GPS-ontvanger is geïntegreerd, gebruik deze dan voor de navigatie. Hoe u deze GPS-ontvanger inschakelt, staat beschreven in het gebruikershandboek van uw mobiele telefoon. Om een zo goed mogelijke GPS-ontvangst te waarborgen, moet u de telefoon tijdens de navigatie in een geschikte houder zo dicht mogelijk bij de voorruit plaatsen Externe GPS-ontvanger Als in uw mobiele telefoon geen GPS-ontvanger geïntegreerd is, of als de geïntegreerde GPS-ontvanger nietwerkt, dan heeft u een voor Bluetooth geschikte GPS-ontvanger nodig, die het NMEA-protocol beheerst. 1. Schakel de GPS-ontvanger in. 2. Leg de GPS-ontvanger zo ver mogelijk voor onder de voorruit plat op het dashboard. Zodra Mobile Navigator GPS-gegevens nodig heeft, wordt een Bluetooth-verbinding met de GPS-ontvanger tot stand gebracht Voordat u begint

11 Wanneer de GPS-ontvanger niet wordt herkend, wordt een dialoogvenster geopend. Hier kunt u de GPS-ontvanger opgeven of laten zoeken. (Zie ook "GPS", pagina 51) Meer informatie vindt u in het handboek van uw GPS-ontvanger. Opmerking: De GPS-ontvangst kan door een ruit met voorruitverwarming of door een ruit met een metaallaagje worden belemmerd. Gebruik dan evt. een buitenantenne. De buitenantenne kunt u via onze support, via onze online-shop of via de speciaalzaak verkrijgen. 2.8 Installatie van de hardware in een voertuig Houder van de telefoon Voor een verkeersveilig gebruik van het navigatiesysteem in een voertuig raden wij het gebruik van een speciale houder voor uw mobiele telefoon aan. Zo kunt u ervoor zorgen, dat het display altijd goed zichtbaar is en dat de rij-instructies van het navigatiesysteem goed te verstaan zijn. Een speciale houder voor uw mobiele telefoon kunt u verkrijgen in de speciaalzaak. 2.9 Stroomvoorziening van de telefoon Met name tijdens lange ritten is het aan te raden, om de mobiele telefoon aan te sluiten op een externe stroomvoorziening. Laadkabels voor aansluiting op de sigarettenaansteker zijn voor bijna alle mobiele telefoons in de speciaalzaak verkrijgbaar. Vaak kunt u deze kabel ook online bij de fabrikant van uw mobiele telefoon kopen. Wanneer u meerdere apparaten via de sigarettenaansteker van uw voertuig van stroom wilt voorzien, gebruik dan een meervoudige adapter die u in de speciaalzaak kunt kopen Stroomvoorziening van een externe GPSontvanger Met name tijdens lange ritten is het aan te raden, om de externe GPSontvanger aan te sluiten op een stroomvoorziening. Laadkabels voor aansluiting op de sigarettenaansteker zijn voor bijna alle GPS-ontvangers in de speciaalzaak verkrijgbaar. Vaak kunt u deze kabel ook online bij de fabrikant van uw mobiele telefoon kopen. Wanneer u meerdere apparaten via de sigarettenaansteker van uw voertuig van stroom wilt voorzien, gebruik dan een meervoudige adapter die u in de speciaalzaak kunt kopen. Voordat u begint

12 2.11 Navigatie met GPS Het Global Positioning System (GPS) is gebaseerd op in totaal 24 satellieten, die rond de aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten zijn eigen geografische positie. Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig van ten minste drie satellieten. Met de gegevens van 4 of meer satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel worden bepaald. De positiebepaling gebeurt tot op 3 meter nauwkeurig. Wanneer Mobile Navigator uw positie heeft bepaald, kan deze positie als uitgangspunt dienst doen voor een wegberekening. Het kaartmateriaal bevat de geografische coördinaten van alle digitaal geregistreerde bijzondere bestemmingen (POI's), straten en plaatsen. Het navigatiesysteem kan zodoende een weg berekenen vanaf een beginpunt naar een bestemming. De berekening van de actuele positie en de weergave ervan op de kaart geschieden één keer per seconde. Zo kunt u op de kaart zien waar u zich beweegt Belangrijke veiligheidsinstructies Lees in uw eigen belang de volgende veiligheidsinstructies en waarschuwingen zorgvuldig door voordat u uw navigatiesysteem in gebruik neemt Veiligheidsinstructies voor de navigatie Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico Opgelet! Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt, om uzelf en de anderen tegen ongevallen te beschermen! Opgelet! Kijk alleen op het scherm als u zich in een veilige verkeerssituatie bevindt!! Opgelet! De wegmarkeringen en verkeersborden hebben voorrang op de instructies van het navigatiesysteem. Opgelet! Volg de instructies van het navigatiesysteem alleen op als de omstandigheden en verkeersregels het toelaten! Het navigatiesysteem brengt u ook naar uw bestemming als u van de berekende route moet afwijken Voordat u begint

13 Opmerking: Indien u de gesproken instructie eens niet begrepen heeft of niet zeker bent wat u aan het volgende kruispunt moet doen, kunt u zich aan de hand van de weergave met kaart of pijlen snel oriënteren Veiligheidsaanwijzingen voor externe GPS-ontvangers Opgelet! Controleer na de installatie alle voor de veiligheid relevante inrichtingen in het voertuig. Opgelet! Bevestig de GPS-ontvanger zodanig, dat u altijd veilig kunt blijven rijden Veiligheidsinstructies voor de inbedrijfstelling in het voertuig Opgelet! Bevestig de houder voor de mobiele telefoon of voor de GPSontvanger niet in het werkingsbereik van de airbags. Opgelet! Let er bij de installatie van de houder op, dat deze ook bij een ongeval geen veiligheidsrisico vormt. Voordat u begint

14 3 Bediening van de navigatiesoftware 3.1 Bedieningselementen van de mobiele telefoon Softtoetsen Direct onder het display bevinden zich de rechter en linker softtoets. Deze softtoetsen voeren de functie uit die direct erboven op het display is aangegeven. Navigatietoetsen OK-toets Met de navigatietoetsen kunnen de functies [Omhoog], [Omlaag], [Naar rechts] en [Naar links] worden uitgevoerd. De navigatietoetsen kunnen ook uitgevoerd zijn als besturingskruis, als kleine joystick of als TrackBall. Voert de functie van het gemarkeerde element uit Bediening van de navigatiesoftware

15 De Navigatietoetsen en de OK-toets kunnen b.v. ook als trackball of als joystick uitgevoerd zijn. Extra informatie vindt u in het gebruikershandboek van uw mobiele telefoon. 3.2 Bediening van de software Markeren en bedienen Markeren Bedienen Opties Selecteren In ieder venster van Mobile Navigator is een knop of een invoerveld optisch speciaal gemarkeerd. Dit element heeft de focus. Met de navigatietoetsen kunt u de focus naar een ander element van het gebruikersoppervlak bewegen. Het gemarkeerde element is het element met de focus. Om de knop met de focus te bedienen, drukt u de toets [OK] van de mobiele telefoon in. In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. Druk de linker softtoets <Opties> in, om de lijst met opties te openen. Gebruik de navigatietoetsen, om een optie te markeren. Druk de toets [OK] of de linker softtoets <Selecteren> in, om de gemarkeerde optie uit te voeren. Druk de rechter softtoets <Annuleren> in, om de lijst met opties te sluiten zonder een optie uit te voeren Gegevensinvoer Wanneer invoer van tekst of cijfers nodig is, verschijnt op het display een cursor in een invoerveld. Met het toetsenbord van uw mobiele telefoon kunt u alles invoeren. Aangezien het bij invoeren in Mobile Navigator bijna uitsluitend gaat om cijfers of eigen namen, is de T9-functionaliteit van uw mobiele telefoon gedeactiveerd. Zodra u Mobile Navigator sluit, bevindt het toetsenbord zich echter weer in de toestand waarin het zich vóór de start van de navigatiesoftware bevond. Bediening van de navigatiesoftware

16 Letters Cijfers Net als gewoonlijk is iedere lettertoets meerdere keren bezet. Druk net zo vaak een toets in tot de betreffende letter verschijnt. (Om bijvoorbeeld een "s" in te voeren, drukt u vier keer op de toets "PQRS") Cijfers kunt u invoeren door net zo vaak de betreffende toets van uw mobiele telefoon in te drukken tot het cijfer verschijnt of door de betreffende toets zolang ingedrukt te houden tot het cijfer verschijnt. Spaties, hoofdletters, speciale tekens De invoer van spaties, hoofdletters of speciale tekens kan naargelang telefoonfabrikant variëren. Raadpleeg a.u.b. het gebruikershandboek van uw mobiele telefoon. Bij de invoer van plaats- of straatnamen hoeft u geen onderscheid te maken tussen hoofd- en kleine letters. U hoeft ook geen speciale tekens en accenten in te voeren. Mobile Navigator vindt de plaats of straat ook, wanneer u de basisletter invoert. Wanneer u b.v. naar de plaats "München" zoekt, voer dan a.u.b. gewoon "munchen" in. Speciale tekens of accenten kunnen echter bij de benoeming van bestemmingen of routes die moeten worden opgeslagen, handig zijn. Tekens wissen Het teken direct voor de cursor kan worden gewist door de toets [C] in te drukken. Cursor verplaatsen Lijsten Wanneer u een ander teken als laatste wilt wissen of een teken op een andere plaats dan helemaal aan het einde wilt invoegen, dient u de cursor op de desbetreffende plaats te zetten. De positie van de cursor in het invoerveld verandert u met de toetsen [Naar links] en [Naar rechts]. Als u de invoer van letters onderbreekt, verschijnen er lijsten, waaruit u een input kunt selecteren. Dat is bv. het geval wanneer u een plaats invoert. Als u na de invoer van de eerste letter even wacht, verschijnt de grootste plaats van het opgegeven land die met deze letter begint. Als u na de invoer van overige letters even wacht, verschijnt er een lijst die alle plaatsen bevat die met de ingevoerde letters beginnen Bediening van de navigatiesoftware

17 Wanneer meer dan 10 invoeren worden gevonden, verschijnt aan het einde van de lijst de invoer Meer... Selecteer deze invoer, om nog meer invoeren te zien. Wanneer u meer letters invoert, past de lijst zich aan uw gegevens aan. Deze bevat altijd alleen invoeren die beginnen met de ingevoerde tekst. Hoe meer letters u invoert, des te korter wordt de lijst. Wanneer een straatnaam of de naam van een bijzondere bestemming uit meerdere woorden bestaat, kunt u het begin van elk van deze woorden invoeren. Om b.v. de "Friedrich-Ebert-Straße" te zoeken, kunt u de invoer zowel met "FRI " als met "EBE " beginnen. Bij plaatsnamen die uit meerdere woorden bestaan, kunt u daarentegen alleen de beginletters van het eerste woord invoeren. Een invoer uit de lijst moet vervolgens worden overgenomen door markeren en daarna indrukken van de toets [OK]. De focus verschuift dan naar het volgende bedieningselement van het venster. Wanneer het volgende bedieningselement weer een invoerveld is, dan knippert de cursor in dit veld en kunt u de betreffende gegevens invoeren Informatie Langs de bovenrand van het beeldscherm bevinden zich diverse pictogrammen die informatie aangeven. Verkeersinformatie (TMC) Als u zich op de premium dienst Verkeer geabonneerd heeft, beschikt het navigatiesysteem over actuele verkeersberichten. Het kan zo nodig de route dynamisch veranderen, om bv. een file te ontwijken. Bediening van de navigatiesoftware

18 Het pictogram TMC kan de volgende toestanden van de TMContvangst weergeven: Geen symbool: De functie Verkeer is uitgeschakeld. (zie "Mobile Navigator configureren", pagina 48) Geen verbinding mogelijk: De functie Verkeer is uitgeschakeld, maar er zijn nog geen gegevens van de server opgehaald. Het is mogelijk dat bij het ophalen van gegevens een storing is opgetreden. Dit kan het geval zijn, wanneer u zich niet op de premium dienst Verkeer heeft geabonneerd, of als er net geen ontvangst van draadloze telefonie mogelijk is (bv. in een tunnel). TMC op stand-by: Verkeersinformatie kan worden ontvangen. Bij het ophalen van gegevens van de server traden geen storingen op. Een beschrijving van de dienst Verkeer vindt u in hoofdstuk "Verkeersinformatie (TMC)" op pagina 46. Opmerking: Neem nota van de aanwijzing over de kosten van het dataverkeer aan het begin van hoofdstuk "Diensten" op pagina 44. GPS Het pictogram GPS kan de volgende toestanden van de GPS-ontvangst weergeven: Geen GPS: De interne GPS-ontvanger is uitgeschakeld of werkt niet; of er is geen GPS-ontvanger met de mobiele telefoon verbonden. Geen signaal: De gegevens van minder dan drie satellieten worden ontvangen. De positie kan niet worden berekend. GPS gereed: De gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen. De positie kan worden berekend. Meer informatie over de GPS-status vindt u in het hoofdstuk "GPS/huidige positie" op pagina 43. Energie Het pictogram Energie kan de volgende toestanden van de ingebouwde accu weergeven: Bediening van de navigatiesoftware

19 Het apparaat wordt gevoed door een externe stroombron. De batterij wordt net geladen. Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is voldoende. Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is zwak. Ontvangen positie Wanneer u een SMS met positiegegevens ontvangt, verschijnt in de rechter bovenhoek van het display naast het pictogram GPS een klein envelopje. Dit blijft daar zolang zichtbaar tot u de lijst ONTVANGEN POSITIE opent (zie pagina 29). Wanneer de navigatiesoftware bij de ontvangst van een SMS met positiegegevens niet geopend is, wordt deze automatisch geopend. 4 Navigatie 4.1 Navigatie - algemeen Veiligheidsinstructies en overige aanwijzingen Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico. Opgelet! Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt, om uzelf en de anderen tegen ongevallen te beschermen! Opgelet! Kijk alleen op het scherm als u zich in een veilige verkeerssituatie bevindt!! Opgelet! De wegmarkeringen en verkeersborden hebben voorrang op de instructies van het navigatiesysteem. Opgelet! Volg de instructies van het navigatiesysteem alleen op als de omstandigheden en verkeersregels het toelaten! Het navigatiesysteem brengt u ook naar uw bestemming als u van de berekende route moet afwijken. Gestoorde GPS-ontvangst Als de GPS-ontvangst gestoord is, of als u de GPS-ontvanger voor het bereiken van de bestemming uitschakelt, dan wordt de navigatie gestopt. De navigatiesoftware blijft echter geopend. Navigatie

20 Zodra de GPS-ontvanger weer gereed is voor gebruik, herkent het navigatiesysteem of uw positie is veranderd en vraagt eventueel een nieuwe route aan. U kunt de navigatie dan gewoon voortzetten. Navigatie beëindigen Als u de navigatie vóór het bereiken van de bestemming beëindigt, dan wordt het HOOFDMENU geopend. U kunt dan een andere bestemming opgeven. U kunt ook de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming weer hervatten door deze in de lijst LAATSTE BESTEMMING te selecteren. Bereiken van de bestemming Wanneer u de opgegeven bestemming heeft bereikt, wordt een dienovereenkomstige melding gegeven. Op de kaart wordt dan alleen nog uw actuele positie (oranje pijl) aangegeven. Mobile Navigator afsluiten Wanneer u de navigatiesoftware wilt afsluiten, druk dan in het HOOFDMENU de softtoets <Afsluiten> in. 4.2 Mobile Navigator starten 1. Schakel uw mobiele telefoon in. 2. Start de software Mobile Navigator. Het starten van software kan naargelang telefoonfabrikant variëren. Raadpleeg a.u.b. het gebruikershandboek van uw mobiele telefoon. Telkens wanneer u de navigatiesoftware start, verschijnt de volgende aanwijzing: "Let erop, dat de wegenverkeerswet voorrang heeft boven de aanwijzingen van het navigatiesysteem. Bedien het apparaat niet tijdens het rijden." 1. Wanneer u de tekst volledig gelezen en begrepen heeft, druk dan <OK> in. 2. Wanneer u deze aanwijzing niet wilt accepteren, druk dan <Afsluiten> in, om de navigatiesoftware weer af te sluiten. Het HOOFDVENSTER wordt geopend: Wanneer de GPS-ontvanger verbonden is met de mobiele telefoon, ziet u in de rechter bovenhoek van het display het pictogram GPS Navigatie

21 4.2.1 Initialisatie van de GPS-ontvanger De koppeling van de GPS-ontvanger is beschreven in het hoofdstuk "Koppeling van de GPS-ontvanger" op pagina 10. Opmerking: De initialisatie van de GPS-ontvanger kan bij de eerste keer tot 20 minuten in beslag nemen. Wanneer daarna telkens de ontvanger wordt ingeschakeld, begint de GPS-ontvangst binnen een minuut. Wanneer de GPS-ontvanger langer dan een week niet was ingeschakeld, kan de volgende initialisatie tot 10 minuten duren. Zodra de GPS-ontvanger is ingeschakeld, begint de initialisatie ervan. Zodra de navigatiesoftware gegevens van een GPS-ontvanger ontvangt, ziet u in de rechter bovenhoek van het display het pictogram GPS. Dit kan drie verschillende toestanden weergeven: Geen GPS: De interne GPS-ontvanger is uitgeschakeld of werkt niet; of er is geen GPS-ontvanger met de mobiele telefoon verbonden. Geen signaal: De gegevens van minder dan drie satellieten worden ontvangen. De positie kan niet worden berekend. GPS gereed: De gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen. De positie kan worden berekend. Binnen 15 seconden wisselt het pictogram GPS naar Geen signaal. Zodra de gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen, wisselt het pictogram GPS naar GPS gereed. Opmerking: Mocht het pictogram GPS de toestand GPS gereed na aanzienlijk minder dan 20 minuten weergeven, laat dan uit voorzorg de ontvanger nog minimaal 15 minuten langer ingeschakeld, zodat een betrouwbare werking van de ontvanger wordt gegarandeerd. Opgelet! Wanneer u een externe GPS-ontvanger gebruikt en deze voor stroomvoorziening heeft aangesloten op de sigarettenaansteker, trek dan de stekker uit, voordat u het voertuig langere tijd parkeert. Aangezien de GPS-ontvanger permanent stroom verbruikt, zou de voertuigaccu zich kunnen ontladen. Meer informatie vindt u: voor een externe GPS-ontvanger in het gebruikershandboek van de GPS-ontvanger. voor een interne GPS-ontvanger in het gebruikershandboek van de mobiele telefoon. Navigatie

22 4.2.2 Hoofdmenu Vanuit het HOOFDVENSTER heeft u toegang tot alle functies van de navigatiesoftware. Het Hoofdvenster openen Wanneer net een ander venster geopend is, kunt u altijd gemakkelijk terug naar het hoofdvenster. 1. Druk de softtoets <Opties> in. 2. Kies Hoofdmenu. 4.3 Snelheidsprofiel Geef eerst aan met welk soort verkeersmiddel u aan de rit c.q. de voettocht wilt beginnen, en welk soort route moet worden berekend. 1. Open het HOOFDMENU (zie pagina 22). 2. Druk <Opties> in en kies Instellingen. Het venster INSTELLINGEN gaat open. Met de navigatietoetsen [Omhoog] en [Omlaag] kunt u door de lijst met de instellingen scrollen. 3. Bedien de knop Navigatie. 4. Kies Voetgangersroute, Fiets, Personenauto of Vrachtwagen. 5. Kies de gewenste instellingen op de andere velden. (Zie "Navigatie", pagina 50) 6. Druk <Opties> in en kies Hoofdmenu. Opmerking: Als u de bestemming eenmaal heeft opgegeven, kunt u het routeprofiel niet meer wijzigen. Het is dus belangrijk vóór het invoeren van de bestemming te controleren of de gewenste instellingen zijn uitgevoerd. 4.4 Een bestemming opgeven Land van bestemming opgeven Zoeken naar plaatsen en bijzondere bestemmingen is alleen binnen een bepaald land mogelijk. Welk land dat is, wordt aangegeven op de knop Land rechtsboven in de hoek van het display. 1. Wanneer de plaats of bijzondere bestemming zich in een ander land bevindt dan het aangegeven land, bedien dan de knop Land Navigatie

23 Onder de knop Land verschijnt een lijst met alle landen die de momenteel geladen kaart bevat. 2. Markeer het land waarin de bestemming ligt. 3. Druk [OK] in Adres van bestemming Opmerking: Namen van steden en straten in landen met Cyrillisch schrift zijn in de kaart alleen opgeslagen met Latijnse letters (Bulgarije, VJR Macedonië, Servië, Oekraïne, Wit-Rusland). 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Navigatie. 2. Bedien de knop Adres. Het venster ADRES wordt geopend. Het invoerveld Plaats of postcode is gemarkeerd en de cursor is daarin zichtbaar. Opmerking: Verzeker u ervan dat op het pictogram Land het land is aangegeven waarin uw bestemming ligt. (zie "Land van bestemming opgeven", pagina 22) 3. Voer in het veld Plaats of postcode de plaats van bestemming in. U kunt ofwel de postcode of de plaatsnaam invoeren. 4. Voer in het veld Straat de naam van de straat van bestemming in. 5. Voer in het veld Huisnummer het huisnummer in. Wanneer u het huisnummer niet kent, dan laat u het veld leeg. 6. Wanneer u het huisnummer niet kent, maar wel de naam van een dwarsstraat in de buurt, voer dan deze naam in het veld in. Mobile Navigator berekent dan een route naar de kruising van de beide opgegeven straten. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Weer, om het actuele weer of een weersvoorspelling voor de gekozen plaats aan te geven. (Zie "Weer", pagina 45). Navigatie

24 4.4.3 Bijzondere bestemming Bijzondere bestemmingen, ook kortweg POI (Point Of Interest) genoemd, zitten in de database van de kaartserver. Het gaat daarbij om adressen of punten op de kaart die volgens bepaalde criteria zijn gegroepeerd. Tot de bijzondere bestemmingen behoren lucht- en veerboothavens, restaurants, hotels, tankstations, openbare voorzieningen, artsen, ziekenhuizen, winkelcentra en andere. Bijzondere bestemmingen worden door een symbool op de kaart weergegeven en kunnen ook als bestemming voor de navigatie worden opgegeven. Bijzondere bestemming uit de actuele omgeving Bijzondere bestemmingen uit de actuele omgeving zijn bijzondere bestemmingen die zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. U kunt zo b.v. altijd gemakkelijk het volgende tankstation vinden, waar u zich ook bevindt. Opmerking: Om bijzondere bestemmingen in de omgeving te zoeken, moet uw mobiele telefoon verbonden zijn met een GPS-ontvanger, en de GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de positiebepaling. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Navigatie. 2. Bedien de knop POI. 3. Bedien de knop in de omgeving. Het venster POI IN DE OMGEVING wordt geopend. Het veld Categorie is gemarkeerd. 4. Gebruik de toetsen [Naar rechts] en [Naar links], om de categorie vast te leggen waaruit u een bijzondere bestemming wilt zoeken. 5. Druk [OK] in. Het veld Subcategorie is gemarkeerd. 6. Gebruik de toetsen [Naar rechts] en [Naar links], om de subcategorie vast te leggen. Wanneer u geen subcategorie wilt vastleggen, geef dan Alle categorieën op. 7. Druk [OK] in. De cursor knippert in het veld Naam. 8. Wanneer u de naam van de bijzondere bestemming kent (b.v. de naam van een restaurant), dan kunt u deze naam helemaal of gedeeltelijk in het veld Naam invoeren. Geef in dit geval de categorie Alle categorieën en de subcategorie Alle categorieën op. 9. Wanneer u de naam niet kent, dan laat u het veld leeg Navigatie

25 10. Druk [OK] in. Onder het veld Naam worden alle bestemmingen van de opgegeven categorie / subcategorie vermeld die in een bepaalde omtrek rond uw huidige locatie werden gevonden. 11. Markeer de bestemming waarheen u wilt navigeren. 12. Druk [OK] in. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Weer, om het actuele weer of een weersvoorspelling voor de gekozen plaats aan te geven. (Zie "Weer", pagina 45). Bijzondere bestemming van nationale betekenis Bijzondere bestemmingen van nationale betekenis zijn luchthavens, bezienswaardigheden en monumenten van nationale betekenis, grotere havens e.d. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Navigatie. 2. Bedien de knop POI. 3. Bedien de knop in het hele land. Het venster POI VAN NATIONALE BETEKENIS wordt geopend. Het veld Categorie is gemarkeerd. Opmerking: Verzeker u ervan dat op het pictogram Land het land is aangegeven waarin uw bestemming ligt. (zie "Land van bestemming opgeven", pagina 22) 4. Gebruik de toetsen [Naar rechts] en [Naar links], om de categorie vast te leggen waaruit u een bijzondere bestemming wilt zoeken. 5. Druk [OK] in. De cursor knippert in het veld Naam. 6. Voer de naam van de bijzondere bestemming helemaal of gedeeltelijk in. 7. Druk [OK] in. Onder het veld Naam worden alle bestemmingen van de opgegeven categorie vermeld waarvan de naam begint met de ingevoerde letters of de ingevoerde letters bevat. Navigatie

26 8. Markeer de bestemming waarheen u wilt navigeren. 9. Druk [OK] in. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Weer, om het actuele weer of een weersvoorspelling voor de gekozen plaats aan te geven. (Zie "Weer", pagina 45). Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats Bijzondere bestemmingen uit een bepaalde plaats kunnen bij de navigatie naar een vreemde stad handig zijn. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Navigatie. 2. Bedien de knop POI. 3. Bedien de knop in een plaats. Het venster POI IN EEN STAD wordt geopend. De cursor knippert in het veld Plaats of postcode. Opmerking: Verzeker u ervan dat op het pictogram Land het land is aangegeven waarin uw bestemming ligt. (zie "Land van bestemming opgeven", pagina 22) 4. Voer de naam of de postcode van de plaats in. 5. Druk [OK] in. Het veld Categorie is gemarkeerd. 6. Gebruik de toetsen [Naar rechts] en [Naar links], om de categorie vast te leggen waaruit u een bijzondere bestemming wilt zoeken. 7. Druk [OK] in. Het veld Subcategorie is gemarkeerd. 8. Gebruik de toetsen [Naar rechts] en [Naar links], om de subcategorie vast te leggen. Wanneer u geen subcategorie wilt vastleggen, geef dan Alle categorieën op. 9. Druk [OK] in. De cursor knippert in het veld Naam Navigatie

27 10. Wanneer u de naam van de bijzondere bestemming kent (b.v. de naam van een restaurant), dan kunt u deze naam helemaal of gedeeltelijk in het veld Naam invoeren. Geef in dit geval de categorie Alle categorieën en de subcategorie Alle categorieën op. 11. Wanneer u de naam niet kent, dan laat u het veld leeg. 12. Druk [OK] in. Onder het veld Naam worden alle bestemmingen van de opgegeven categorie / subcategorie vermeld die in de opgegeven plaats werden gevonden. 13. Markeer de bestemming waarheen u wilt navigeren. 14. Druk [OK] in. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Weer, om het actuele weer of een weersvoorspelling voor de gekozen plaats aan te geven. (Zie "Weer", pagina 45). 4.5 Een opgeslagen bestemming selecteren Onder Mijn bestem. worden in Mobile Navigator de volgende lijsten met bestemmingen of adressen voor selectie ter beschikking gesteld: FAVORIETEN: alle bestemmingen die u in Mobile Navigator heeft opgeslagen, LAATSTE BESTEMMING: alle bestemmingen waarnaar u al eens heeft genavigeerd, Contacten: alle adressen uit het contactbeheer van uw mobiele telefoon, ONTVANGEN POSITIE: alle bestemmingen die door Mobile Navigator op de mobiele telefoon van een andere gebruiker naar u werden verzonden. Navigatie

28 4.5.1 Laatste bestemming Mobile Navigator slaat de laatste 20 bestemmingen waarheen u een navigatie heeft gestart, op in de lijst LAATSTE BESTEMMING. Deze bestemmingen kunt u snel en zonder herhaling van de al eens ingevoerde gegevens weer als navigatiebestemmingen selecteren. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Mijn bestem. 2. Bedien de knop Laatste bestemming. Het venster LAATSTE BESTEMMING wordt geopend. 3. Markeer de bestemming waarheen u wilt navigeren. 4. Druk [OK] in. De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid, verschijnt de kaart. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Wissen, om de gemarkeerde bestemming uit de lijst LAATSTE BESTEMMING te wissen Favorieten Bestemmingen waar u vaker heen wilt rijden, kunt u opslaan in de lijst FAVORIETEN. Deze bestemmingen kunt u snel en zonder herhaling van de al eens ingevoerde gegevens weer als navigatiebestemmingen selecteren. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Mijn bestem. 2. Bedien de knop Favorieten. Het venster FAVORIETEN wordt geopend. 3. Markeer de bestemming waarheen u wilt navigeren. 4. Druk [OK] in. De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid, verschijnt de kaart. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder Navigatie

29 Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Wissen, om de gemarkeerde bestemming uit de lijst LAATSTE BESTEMMING te wissen Contacten Contacten uit het contactbeheer van uw mobiele telefoon waarbij u een adres heeft opgeslagen, kunt u snel en zonder herhaling van de al eens ingevoerde gegevens als navigatiebestemmingen selecteren. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Navigatie. 2. Bedien de knop Contacten. De lijst Contacten wordt geopend. Deze bevat alleen de contacten waarbij u adresgegevens heeft opgeslagen. 3. Markeer het contact waarheen u wilt navigeren. 4. Druk [OK] in. 5. Het opgeslagen adres van het gekozen contact wordt weergegeven. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 30. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming op de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Weer, om het actuele weer of een weersvoorspelling voor de gekozen plaats aan te geven. (Zie "Weer", pagina 45) Bestemmingsgegevens uit ontvangen SMS gebruiken Opmerking: U kunt alleen gegevens uit SMS gebruiken die door Mobile Navigator op de mobiele telefoon van een andere gebruiker werden verstuurd. 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Mijn bestem. 2. Bedien de knop Ontvangen pos. Het venster ONTVANGEN POSITIE wordt geopend. 3. Markeer de SMS met de bestemming waarheen u wilt navigeren. 4. Druk [OK] in. Navigatie

30 De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid, verschijnt de kaart. Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 50. Lees daar a.u.b. verder. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven, om de bestemming in de kaart weer te geven. Bestemming opslaan, om de bestemming in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Wissen, om de gemarkeerde bestemming uit de lijst ONTVANGEN POSITIE te wissen. 4.6 Naar huis navigeren In Mobile Navigator kunt u een adres als thuisadres opslaan. De navigatie daar naartoe kan dan op elk moment door bedienen van één enkele knop worden gestart. Informatie over het invoeren van uw adres vindt u in het hoofdstuk "Mijn adres" op pagina Bedien in het hoofdvenster de knop Navigatie 2. Bedien de knop Naar huis. De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid, verschijnt de kaart. Wanneer het thuisadres nog niet werd ingevoerd, wordt een venster geopend met een dienovereenkomstige melding. 2a Druk <Opties> in en kies Vastleggen, om het thuisadres nu meteen in te voeren - of - 2b Druk <Terug> in, om terug te keren naar het HOOFDVENSTER. 4.7 Navigatie starten Wanneer u een opgeslagen bestemming heeft geselecteerd (zie "Een opgeslagen bestemming selecteren", pagina 27) of in het HOOFDVENSTER de knop Naar huis heeft bediend (zie "Naar huis navigeren", pagina 30), wordt de route meteen berekend en de kaart geopend. Wanneer u een nieuwe bestemming heeft opgegeven (zie "Een bestemming opgeven", pagina 22), bedient u de knop Start. De route wordt berekend. Daarna verschijnt de kaart in de navigatiemodus en kunt u beginnen te rijden Navigatie

31 De oranje driehoek geeft uw huidige locatie weer. De route is oranje gemarkeerd. Opmerking: Aan de berekening van de route ligt een zogenoemd routeprofiel ten grondslag. Informatie over het wijzigen van het routeprofiel vindt u in het hoofdstuk "Navigatie" op pagina 50. Geen GPS-ontvangst? Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt de melding: "Wacht op geldig GPS-signaal..." U heeft de volgende mogelijkheden: Wacht tot de GPS-ontvangst weer voldoende is. De navigatie start dan automatisch. Druk <Annuleren> in. Het HOOFDMENU wordt geopend. Uw bestemming is opgeslagen in de lijst LAATSTE BESTEMMING. 5 Werken met de kaart 5.1 Kaart selecteren Op de product-dvd bevinden zich nog meer kaarten. Wilt u een van deze kaarten gebruiken, breng deze dan over naar de geheugenkaart in uw mobiele telefoon. Opmerking: Als u bij uw software geen DVD heeft gekregen, kunt u de software en / of navigatiekaarten ook op onze Internetsite downloaden. Opmerking: Tijdens de testfase kunt u alle navigatiekaarten onbeperkt gebruiken. Als u de volledige versie van de software heeft geactiveerd, kan alleen nog die kaart worden gebruikt die u heeft gekocht (inclusief alle deelkaarten hiervan, d.w.z. als u de kaart 'Europa' heeft gekocht, kunt u b.v. ook de kaart 'D-A-CH' gebruiken). Opmerking: Wij adviseren om geheugenkaarten met een opslagcapaciteit van minimaal 512 MB te gebruiken. Als u de kaart van Europa wilt gebruiken, heeft u een geheugenkaart met minimaal 4 GB nodig. Ga als volgt te werk: 1. Plaats een voor uw mobiele telefoon geschikte geheugenkaart in de kaartlezer van uw PC. Werken met de kaart

32 - OF - Plaats een geschikte geheugenkaart in de mobiele telefoon. 2. Plaats de Mobile Navigator - DVD in het DVD-station. De Installer-Tool start automatisch. - OF - Dubbelklik op het bestand "Setup.exe" uit de download. 3. Kies de taal waarin u wilt werken. 4. Klik op Installation. 5. Zorg ervoor dat de kaartlezer met de PC is verbonden. - OF - Verbind de mobiele telefoon met de PC. 6. Kies het station van de geheugenkaart. 7. Volg de instructies op het beeldscherm. 8. Start de navigatiesoftware op de mobiele telefoon. Opmerking: Als u een kaart wilt gebruiken die u tot nu toe nog niet heeft geactiveerd, moet u de activering nu uitvoeren. Meer informatie hierover vindt u in het volgende hoofdstuk. 9. Markeer in het instellingsvenster ALGEMEEN de optie Kaart en selecteer de nieuwe kaart. (zie "Algemeen", pagina 49) 5.2 Een extra kaart activeren Als u de software met de kaart 'Europa' heeft geactiveerd, zijn alle kaarten met deelgebieden van Europa eveneens geactiveerd. Als u een kaart met een deelgebied van Europa heeft geactiveerd en nu een andere kaart wilt gebruiken, moet u deze andere kaart nog activeren. 1. Druk in het hoofdvenster de softknop <Opties> in en kies Activering. Er wordt een venster geopend waarin alle kaarten aangegeven worden die u al heeft geactiveerd. 2. Druk de softknop <Opties> in en kies Extra kaarten kopen. 3. Druk de softknop <Doorgaan> in. De browser van de mobiele telefoon wordt geopend. Opmerking: Het is mogelijk dat u wordt gevraagd een internettoegangspunt te kiezen. Welk toegangspunt u moet kiezen, is afhankelijk van uw mobiele telefoonprovider. Win a.u.b. bij deze informatie in Werken met de kaart

33 4. Kies welke kaart met de volledige versie moet worden geactiveerd. 5. Voer de gewenste gegevens voor de betaalwijze in. 6. Voer de gewenste gegevens over uzelf in. 7. Activeer de knop Volgend. Binnen enkele seconden ontvangt u een activerings-sms. Vervolgens wordt de aangevraagde kaart automatisch geactiveerd. U ontvangt ook een met het serienummer op het adres dat u tijdens het koopproces heeft opgegeven. Als de automatische activering eventueel mislukt, ga dan a.u.b. te werk zoals beschreven in het hoofdstuk "Activering van premium diensten en extra kaarten" op pagina 45. Opmerking: U kunt de activering ook op onze Internetsite uitvoeren. 5.3 Kaart in de Standaardmodus De kaart is altijd in de standaardmodus, wanneer u net geen navigatie uitvoert. Huidige locatie op de kaart weergeven 1. Bedien in het HOOFDVENSTER de knop Kaart weergeven. De kaart wordt geopend in de standaardmodus. Een oranje driehoek markeert uw huidige locatie op de kaart. Druk <Opties> in en kies Positie opslaan, om de gegevens van uw actuele locatie in de lijst FAVORIETEN op te slaan. Positie zenden, om de gegevens van uw actuele locatie per SMS naar de mobiele telefoon van een bekende te versturen waarop eveneens Mobile Navigator is geïnstalleerd. Zo kan hij b.v. de navigatie naar u meteen starten, zonder zelf de bestemmingsgegevens te hoeven invoeren. Een nieuwe bestemming op de kaart weergeven 1. Geef een nieuwe bestemming op, zoals beschreven in het hoofdstuk "Een bestemming opgeven" op pagina 22. De bestemming is gemarkeerd. 2. Druk <Opties> in en kies Kaart weergeven. De kaart wordt geopend in de standaardmodus. Werken met de kaart

34 Een Een rode cirkel markeert de opgegeven bestemming op de kaart. Het kaartfragment veranderen Verschuiven: Met de navigatietoetsen [Omhoog], [Omlaag], [Naar rechts] en [Naar links] kunt u in de kaart scrollen. Inzoomen: Druk de toets [1] in. Het weergegeven fragment wordt kleiner, echter de detailnauwkeurigheid wordt hoger. Uitzoomen: Druk de toets [2] in. Het weergegeven fragment wordt groter, echter de detailnauwkeurigheid wordt geringer. Positie centreren: Druk de toets [3] in, wanneer u de kaart heeft verschoven en uw actuele positie of de bestemming weer in het midden van het display wilt weergeven. 5.4 Kaart in de modus Voetganger Overzicht Als u als voetganger onderweg bent, is de navigatie daarheen met navigatiesystemen voor voertuigen vaak onbevredigend, omdat zij uitsluitend wegen "kennen" die door motorvoertuigen kunnen worden bereden. Voetpaden bv. door parken staan er niet in geregistreerd. Bovendien is hun software voor snelheden van duidelijk meer dan loopsnelheid ontwikkeld. De navigatie in de modus Voetganger verschikt van de navigatie voor een voertuig. U krijgt een routesuggestie die aan de hand van de "bekende" wegen wordt berekend. Er wordt bovendien echter altijd aangegeven in welke richting uw bestemming zich bevindt. Als u de voorgestelde route verlaat, bijvoorbeeld om een mooie weg door een park te nemen, ziet u desondanks altijd in welke richting u moet lopen. Opgelet: U krijgt geen navigatie-instructies. Bij het verlaten van de route wordt de route niet automatisch herberekend. De kaart draait niet, als u van richting verandert. Het weergegeven kaartfragment verschuift echter, zodat uw positie altijd op dezelfde plek op het beeldscherm te zien is Werken met de kaart

35 De kaart is zodanig georiënteerd dat uw bestemming boven is. U krijgt geen mededeling, als u op uw bestemming bent aangekomen. Aanzicht van de kaart in de modus Voetganger 1 Rode driehoek: Geeft aan in welke richting uw bestemming ligt. 2 Blauwe driehoek: Geeft aan in welke richting u zich beweegt. 3 Gele cirkel: Geeft uw positie op de kaart aan. 4 Afstand tot uw bestemming (vogelvlucht) 5 Kompas geeft aan waar het noorden is. 6 Weergave van de belangrijkste functies: [Omhoog], [Omlaag], [Naar rechts], [Naar links]: Met deze functies kunt u over de kaart scrollen. Als u het kaartfragment verschuift, verandert dit niet meer, als u zich voortbeweegt. U kunt dus uit de kaart "wandelen". Druk toets [3] van de mobiele telefoon in, als u wilt dat de kaart uw bewegingen weer volgt. De overige functies zijn beschreven in het volgende hoofdstuk. Werken met de kaart