UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2012-2013"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar EVALUATIE VAN DE IMPLEMENTATIEGRAAD VAN DE COCOONVACCINATIESTRATEGIE TEGEN KINKHOEST: IN WELKE MATE ZIJN OUDERS ANNO 2012 GEÏNFORMEERD EN GEVACCINEERD? Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde Door Promotor: Isabel Leroux-Roels Copromotor: Geert Leroux-Roels

2

3 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar EVALUATIE VAN DE IMPLEMENTATIEGRAAD VAN DE COCOONVACCINATIESTRATEGIE TEGEN KINKHOEST: IN WELKE MATE ZIJN OUDERS ANNO 2012 GEÏNFORMEERD EN GEVACCINEERD? Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde Door Promotor: Isabel Leroux-Roels Copromotor: Geert Leroux-Roels

4 Abstract Reeds enkele jaren wordt een stijging van de incidentie van kinkhoest waargenomen. In 2012 werden in België 316 gevallen van kinkhoest gerapporteerd. Een dalende immuniteit na vaccinatie en na natuurlijke infectie, verhoogde waakzaamheid en verbeterde diagnosetechnieken spelen een rol. Jonge kinderen die nog niet of onvolledig gevaccineerd zijn vormen een kwetsbare groep voor ernstige complicaties. Vaccinatie tegen kinkhoest is onderdeel van het basisvaccinatieschema in België. Sinds 2009 beveelt de Hoge Gezondheidsraad cocoonvaccinatie aan ter bescherming van deze kwetsbare populatie. Dit omvat toediening van een herhalingsvaccin tegen kinkhoest aan de ouders, grootouders, crèchepersoneel en gezondheidswerkers die in contact komen met jonge kinderen om niet of onvolledig gevaccineerde kinderen te beschermen. Het doel van dit onderzoek was om na te gaan in welke mate deze cocoonvaccinatiestrategie geïmplementeerd is in de regio Gent, Oost-Vlaanderen. Door middel van een vragenlijst werden 2216 gezinnen uit de regio Gent bevraagd over de mate waarin ze geïnformeerd werden over de herhalingsvaccinatie, en in welke mate ze de herhalingsvaccinatie al dan niet ontvangen hadden. Er werd een responsgraad van 23,4% bekomen. 52,8% van de respondenten werd geïnformeerd over de herhalingsvaccinatie tegen kinkhoest. De vaccinatiegraad van de moeders was 46,8%, die van de partners 46,7%. Het ziekenhuis waar men bevalt blijkt een significante voorspellende variabele te zijn voor zowel het geïnformeerd zijn over de herhalingsvaccinatie als voor het gevaccineerd zijn. Deze resultaten tonen aan dat de opvolging van de nationale aanbevelingen suboptimaal is en dat bijkomende inspanningen nodig zijn om de vaccinatiegraad van moeders en hun partner te verhogen. Aantal woorden masterproef: (exclusief abstract, inhoudstafel, woord vooraf, tabellen, bijlagen en bibliografie) i

5 Inhoudstafel ABSTRACT... I INHOUDSTAFEL... II WOORD VOORAF... IV 1 INLEIDING LITERATUURSTUDIE WERKWIJZE LITERATUURSTUDIE KINKHOEST: PATHOLOGIE KINKHOEST EN VACCINATIE HUIDIGE AANBEVELINGEN PROBLEEM- EN DOELSTELLING ONDERZOEKSMETHODE ONDERZOEKSDESIGN SELECTIE, KENMERKEN EN OMVANG VAN DE ONDERZOCHTE POPULATIE GEHANTEERDE METHODE VOOR GEGEVENSVERZAMELING Meetinstrument Ontwikkeling van de vragenlijst GEHANTEERDE METHODE VOOR GEGEVENSANALYSE ETHISCHE OVERWEGINGEN RESULTATEN RESPONSGRAAD EN SAMENSTELLING VAN DE STEEKPROEF IN WELKE MATE ZIJN OUDERS GEÏNFORMEERD OVER DE COCOONVACCINATIESTRATEGIE? Het krijgen van informatie over de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest Het ziekenhuis waar men beviel als voorspellende variabele voor het krijgen van informatie over de cocoonvaccinatie Leeftijd, nationaliteit en scholingsgraad van de moeder als voorspellende variabele voor het krijgen van informatie over de cocoonvaccinatie Algemene kennis over de ziekte kinkhoest IN WELKE MATE ZIJN MOEDERS EN HUN PARTNER GEVACCINEERD? Vaccinatie van de moeders Vaccinatie van de partners DISCUSSIE ii

6 6.1 RESPONSGRAAD SAMENSTELLING VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE INFORMATIE OVER DE COCOONVACCINATIESTRATEGIE VACCINATIEGRAAD VAN DE MOEDERS EN HUN PARTNER BELEID IN DE VIER GENTSE ZIEKENHUIZEN Beleid in het AZ Sint-Lucas Beleid in het UZ Gent Beleid in AZ Jan Palfijn Beleid in AZ Maria Middelares BEPERKINGEN VAN DIT ONDERZOEK AANBEVELINGEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN LITERATUURLIJST BIJLAGEN BIJLAGE 1: VRAGENLIJST... 1 BIJLAGE 2: INFORMATIE- EN TOESTEMMINGSFORMULIER... 1 BIJLAGE 3: INFORMATIEBRIEF VAN KIND & GEZIN... 1 BIJLAGE 4: GOEDKEURING ETHISCH COMITÉ... 1 BIJLAGE 5: VRAGEN GERICHT AAN DE VIER GENTSE ZIEKENHUIZEN LIJST VAN TABELLEN iii

7 Woord vooraf Het schrijven van een masterproef heeft een belangrijke plaats in het curriculum van de opleiding tot Master of science in de Verpleegkunde en Vroedkunde. Het is een omvangrijke opdracht die veel tijd en energie heeft gevraagd, maar waarvan ik tegelijkertijd heel veel heb geleerd, zowel als persoon als als vroedvrouw. Tijdens het maken van deze masterproef waren de steun en medewerking van anderen onmisbaar, vandaar dat ik een woord van dank wil richten tot enkele personen. Als eerste zijn er Dr. Isabel Leroux-Roels (klinisch bioloog microbioloog; arts ziekenhuishygiënist UZ Gent) en prof. Dr. Geert Leroux-Roels (diensthoofd Centrum voor Vaccinologie UZ Gent). Zij gaven me de kans om samen met hen aan dit onderzoek te werken en namen de taak van promotor en copromotor op zich. Zij waren de grootste steun doorheen het ganse proces. Ik ben hen zeer dankbaar voor hun vele nuttige tips, het herhaaldelijk aandachtig nalezen en verbeteren van de teksten, het leggen van contacten met de ziekenhuizen en met Kind & Gezin, hun steeds snelle antwoord op mails, en zo veel meer. Ook Kind & Gezin heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek. Naast Diederik Vancoppenolle (wetenschappelijk adviseur van Kind & Gezin) en Erwin Van Kershaver (hoofdarts en wetenschappelijk adviseur van Kind & Gezin) wens ik ook de medewerkers die hulp boden bij het klaarmaken van alle pakketjes voor verzending te bedanken. Vervolgens wens ik de medewerkers van Cevac (Centrum voor Vaccinologie UZ Gent) te bedanken voor hun medewerking bij het ontvangen van de teruggestuurde vragenlijsten. Ook Roos Colman, medewerker van de Cel Biostatistiek van de Universiteit Gent, verdient een woord van dank voor haar advies bij de statistische verwerking van de onderzoeksgegevens. Ik bedank alle ouders die de vragenlijst invulden en terugstuurden, alsook de vier Gentse ziekenhuizen die hun medewerking verleenden door hun beleid rond de cocoonvaccinatiestrategie met ons te delen. Tenslotte wens ik ook mijn ouders, zus en vriend te bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun en hulp bij de realisatie van deze masterproef en doorheen de ganse opleiding. iv

8 1 Inleiding Kinkhoest is aan een opmars bezig in Vlaanderen. Zo luidde het op negen januari 2013 in Het Journaal. Er werd vermeld dat in 2012 in België 361 gevallen van kinkhoest werden gerapporteerd, wat een verdubbeling tot verdrievoudiging was ten opzichte van voorgaande jaren (VRT, 2013). De media-aandacht voor de stijging van het aantal kinkhoestgevallen in België is zeer terecht. Er wordt sinds enkele jaren in verschillende landen een toename van het aantal gerapporteerde gevallen van kinkhoest vastgesteld. Deze toename wordt zowel in Europa als in het Amerikaanse en Australische continent vastgesteld. In België werden in kinkhoestgevallen bevestigd. In 2006 was dat cijfer al toegenomen tot 162 gevallen (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). De nationale referentiecentra voor humane microbiologie in België bevestigden in gevallen van Bordetella pertussis infectie (Nationale referentiecentra voor humane microbiologie, 2011). Bordetella pertussis is de gramnegatieve bacterie die kinkhoest of pertussis veroorzaakt (Centers for Disease Control and Prevention, 2012). De leeftijdsdistributie voor de patiënten met de diagnose van kinkhoest of pertussis toont duidelijk aan dat kinderen onder de leeftijd van één jaar het meest kwetsbaar zijn, gevolgd door de groep tussen één en negen jaar. Binnen de groep kinderen die minder dan één jaar oud zijn komen de meeste gevallen in de eerste zes levensmaanden voor (Nationale referentiecentra voor humane microbiologie, 2011). De reden voor de toename is niet gekend. Waarschijnlijk is deze multifactorieel. Een dalende immuniteit bij volwassenen na vaccinatie of na het doormaken van een natuurlijke infectie, een stijgende alertheid voor kinkhoest en het ontstaan van nieuwe diagnosemogelijkheden spelen waarschijnlijk een rol. Er werd een duidelijke vermindering aangetoond van postvaccinale antilichamen vijf tot tien jaar na de laatste vaccinatie tegen kinkhoest. Ook een natuurlijke kinkhoestinfectie blijkt geen garantie te zijn voor levenslange immuniteit. Kinkhoest kan zeer ernstig tot dodelijk zijn bij kinderen onder de twee tot drie maanden. Deze groep is immers niet of onvolledig gevaccineerd en dus zeer vatbaar om de ziekte op te lopen. Adolescenten en volwassenen vormen eveneens een vatbare groep om de ziekte op te lopen, maar ook om de ziekte door te geven aan deze zeer kwetsbare groep zuigelingen (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). De Hoge Gezondheidsraad raadt sinds 2009 aan om in België 1

9 jonge of toekomstige ouders, grootouders en naaste familiecontacten, verzorgend personeel van pediatrische diensten, kraamafdelingen, kinderdagverblijven en onthaalmoeders van jonge kinderen volgens het principe van cocoonvaccinatie één dosis difterie-tetanus-acellulair pertussis vaccin (dtpa) toe te dienen. Op deze manier probeert men de groep zuigelingen die nog niet of nog niet volledig gevaccineerd zijn te beschermen tegen kinkhoest (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). Dit advies van de Hoge Gezondheidsraad is aanleiding geweest tot het starten van deze studie. Het doel van deze studie was immers om na te gaan in welke mate dit advies anno 2012 opgevolgd werd. We wilden te weten komen in welke mate jonge ouders hierover geïnformeerd waren en of ze het vaccin al dan niet kregen. We beperkten ons in deze studie tot jonge ouders wonende in de regio Gent, Oost-Vlaanderen. In wat volgt wordt eerst een verkennende studie van de bestaande literatuur weergegeven, gevolgd door de eigenlijke studie waarin eerst de methodologische aspecten worden besproken, gevolgd door een overzicht van de resultaten van deze studie. Dit werk wordt afgesloten met een discussie en een conclusie waarin enkele specifieke aanbevelingen voor de praktijk worden voorgesteld. 2

10 2 Literatuurstudie 2.1 Werkwijze literatuurstudie Om deze literatuurstudie uit te voeren werd gebruik gemaakt van de databanken Pubmed en ScienceDirect. Trefwoorden als pertussis, whooping cough, vaccination, cocoonvaccination, vaccination strategies werden gebruikt. Omwille van het grote aantal resultaten werden enkel artikels vanaf 2004 geïncludeerd. Artikels in een taal anders dan het Nederlands, Engels of Frans werden geëxcludeerd, net als artikels waarvan geen fulltext beschikbaar was. De literatuurlijst van de geïncludeerde artikels werd ook doorzocht en leverde bijkomende interessante artikels op. 2.2 Kinkhoest: pathologie Kinkhoest of pertussis is een aandoening van de luchtwegen die veroorzaakt wordt door de gramnegatieve bacterie Bordetella pertussis. Het is een ziekte die enkel bij de mens voorkomt en overgedragen wordt via speeksel. Het wordt van persoon tot persoon doorgegeven door op een korte afstand van elkaar te hoesten of te niezen of door contact met respiratoire secreties op handen of voorwerpen. De incubatieperiode van kinkhoest is meestal minder dan tien dagen, maar kan variëren van één tot drie weken. De symptomen van kinkhoest zijn in het beginstadium eerder atypisch van aard: verkoudheid, lichte koorts, lichte hoest, algemene malaise. Dit wordt ook wel de catarrale fase genoemd (Centers for Disease Control and Prevention, 2012). Het is in deze catarrale fase dat de ziekte het meest besmettelijk is. De kans dat het in deze fase doorgegeven wordt aan huishoudcontacten is zo n 90% (World Health Organization, 2010). Naarmate de ziekte evolueert ontstaan er meer typische en ernstiger symptomen en komt men in de paroxysmale fase. Deze fase duurt gemiddeld één tot zes weken maar kan ook tot tien weken aanhouden. Deze fase wordt gekenmerkt door ernstige hoestbuien, waarbij men tussen twee hoestbuien door een zogenaamd whoop geluid maakt doordat men naar adem snakt (vandaar de Engelse benaming whooping cough ). De hoestbuien gaan in 50% van de gevallen gepaard met overgeven en zweten en kunnen tot uitputting leiden. Bij jonge kinderen ziet men vaak periodes van apnoe tussen de hoestbuien. Na de paroxysmale fase treedt een langzaam herstel op met minder ernstige en minder frequente hoestbuien. Bij volwassenen en adolescenten zijn de symptomen van kinkhoest vaak minder ernstig dan bij jonge kinderen. Ze vertonen 3

11 minder frequent de typische fases van de ziekte. Enkel een minderheid van de volwassen patiënten vertoont het typische whoop geluid zoals dat bij kinderen voorkomt. Desalniettemin wordt een gemiddelde afwezigheid van het werk van zeven dagen en een verstoorde slaap gedurende twee weken gerapporteerd bij volwassenen met kinkhoest. Door de meer atypische symptomen bij volwassenen en adolescenten wordt de diagnose van kinkhoest vaak zelfs niet gesteld maar spreekt men (onterecht) van acute bronchitis. (Centers for Disease Control and Prevention, 2012; Fortner, Kuller, Rhee, & Edwards, 2012). De diagnose van kinkhoest wordt gesteld op basis van klinische symptomen, aangevuld met laboratoriumdiagnostiek. De diagnostische technieken die worden gebruikt om kinkhoest vast te stellen zijn PCR en/of kweek van respiratoire monsters en serologie. Deze technieken zijn complementair. PCR en kweek van respiratoire monsters worden voornamelijk gebruikt voor de diagnose van kinkhoest bij jonge kinderen. Serologie wordt eerder toegepast om de diagnose te stellen bij oudere kinderen en volwassenen (Nationale referentiecentra voor humane microbiologie, 2011; Vincent, et al., 2011; McIntyre & Wood, 2009; Fortner, Kuller, Rhee, & Edwards, 2012). 2.3 Kinkhoest en vaccinatie Voordat er vaccinaties tegen kinkhoest beschikbaar waren was kinkhoest wereldwijd één van de meest voorkomende kinderziektes (World Health Organization, 2010). Nadat men in 1906 B. pertussis identificeerde als verwekker van kinkhoest kwam de ontwikkeling van een vaccin tegen kinkhoest op gang. In eerste instantie werden er volcellige ( whole cell ) vaccins ontwikkeld. Een volcellig vaccin bevat geïnactiveerde B. pertussis bacteriën (Plotkin, Orenstein, & Offit, 2008). Tijdens de jaren 50 en 60 werden grootschalige vaccinatiecampagnes tegen kinkhoest gevoerd. Deze vaccinaties hebben toen gezorgd voor een belangrijke reductie van meer dan 90% van de incidentie en van de mortaliteit door kinkhoest in de geïndustrialiseerde landen (World Health Organization, 2010). Een belangrijk nadeel van volcellige vaccins was dat ze een hoge reactogeniciteit hadden, met name frequente nevenwerkingen zoals koorts. Doorheen de tijd kwam men steeds meer te weten over de componenten van B. pertussis en over de biologische rol van deze componenten. Deze kennis heeft ertoe geleid dat in de jaren 80 en 90 acellulaire vaccins tegen kinkhoest ontwikkeld werden. Het doel van deze nieuwe vaccins was om een zo hoog mogelijke effectiviteit tegen kinkhoest te bekomen, 4

12 met minder nevenwerkingen dan de volcellige vaccins. Acellulaire vaccins bevatten één tot vijf antigenen van B. pertussis. In vergelijking met volcellige vaccins veroorzaken de acellulaire vaccins minder frequent lokale en systemische nevenwerkingen. Naarmate het aantal acellulaire vaccins dat een kind krijgt stijgt, stijgt ook de kans dat er nevenwerkingen optreden. Deze nevenwerkingen blijven echter lager dan die bij kinderen die gevaccineerd werden met een volcellig vaccin. In Noord-Amerika en in Europa hebben de acellulaire vaccins de volcellige vaccins volledig vervangen in de strijd tegen kinkhoest (Plotkin, Orenstein, & Offit, 2008). Een vaccin tegen kinkhoest is steeds gecombineerd met tetanustoxoïd of met difterie- en tetanustoxoïd (Plotkin, Orenstein, & Offit, 2008). Afhankelijk van de leeftijd wordt een vaccin met een hogere of lagere concentratie aan difterie- en kinkhoesttoxoïd en andere kinkhoestantigenen toegediend. In de vaccins die toegediend worden tot de leeftijd van twaalf jaar zijn een hogere dosering difterie- en kinkhoesttoxoïd en een hogere dosering acellulaire kinkhoestantigenen aanwezig dan in de vaccins voor kinderen vanaf dertien jaar. De vaccins die toegediend worden aan kinderen tot twaalf jaar worden genoteerd als DTPa (difterie-, tetanus- en acellulair pertussisvaccin), de vaccins voor oudere kinderen, adolescenten en volwassenen als dtpa (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). In België wordt het vaccin dat gebruikt wordt als herhalingsvaccin in het kader van de cocoonvaccinatiestrategie geproduceerd door de firma GlaxoSmithKline en wordt verdeeld onder de naam Boostrix (GlaxoSmithKline, 2012). Eén van de millenniumdoelstellingen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) is het terugdringen van de kindersterfte. Het opzetten van grootschalige vaccinatiecampagnes, voornamelijk in ontwikkelingslanden, is daartoe een belangrijk gegeven. De WHO rapporteerde dat in % van de kinderen wereldwijd op eenjarige leeftijd de DTPa vaccinaties toegediend kreeg. De vaccinatiegraad voor DTPa in Europa was in %, in Amerika 92%, in Zuidwest Azië 75%, in het Midden- Oosten 85%, in Afrika 71% en in de Westelijke Stille Oceaan regio 96% (WHO/Unicef, 2012). Niettegenstaande een goede vaccinatiegraad tegen kinkhoest in geïndustrialiseerde landen wordt terug een stijging in de incidentie van het aantal diagnoses van kinkhoest vastgesteld. Deze stijging wordt zowel in Europese landen als in Amerika en Australië vastgesteld (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). Een studie uit 2011 heeft de serodiagnose 5

13 van kinkhoest in België tussen 1990 en 2009 in kaart gebracht. Deze studie heeft aangetoond dat niet enkel de incidentie, maar ook de leeftijdsverdeling van mensen die kinkhoest krijgen veranderd is sinds eind jaren 80. In 1990 was de gemiddelde leeftijd 9,9 jaar; in ,2 jaar; in ,6 jaar en 33,9 jaar in Er is dus een duidelijke verschuiving waarneembaar. Vanaf 2004 werd een meer bimodale verdeling gezien: een eerste piek bij de tien- tot twintigjarigen en een tweede piek bij de 35- tot 50-jarigen (Nationale referentiecentra voor humane microbiologie, 2011; Vincent, et al., 2011). Mogelijke verklaringen van deze leeftijdsverschuiving zijn een daling van de immuniteit bij de oudere populatie, zowel na vaccinatie als na natuurlijke infectie, een verhoogde waakzaamheid voor kinkhoest bij artsen, verbeterde diagnosetechnieken en eigenschappen van de vaccins (Nationale referentiecentra voor humane microbiologie, 2011; Vincent, et al., 2011; Zepp, et al., 2011). De daling van immuniteit werd reeds in verschillende studies aangetoond. In deze studies werd vastgesteld dat de immuniteit verworven door natuurlijke infectie afneemt na vier tot twintig jaar. De immuniteit verworven door vaccinatie daalt na vier tot twaalf jaar (Wendelboe, Van Rie, Salmaso, & Englund, 2005; Klein, Bartlett, Rowhani-Rahbar, Fireman, & Baxter, 2012). Hoewel een duidelijke verschuiving in leeftijd zichtbaar is, behoort nog steeds 40% van de gerapporteerde gevallen tot de groep van kinderen jonger dan één jaar (Vincent, et al., 2011; Nationale referentiecentra voor humane microbiologie, 2011). De bescherming van de kinderen jonger dan één jaar krijgt veel aandacht in de literatuur. Het zijn immers voornamelijk die kinderen die nog niet gevaccineerd of onvolledig gevaccineerd zijn tegen kinkhoest die het meest kwetsbaar zijn om kinkhoest te krijgen. Naast een hogere vatbaarheid hebben deze jonge kinderen ernstiger symptomen dan oudere kinderen, adolescenten en volwassenen (McIntyre & Wood, 2009; Zepp, et al., 2011; Locht & Mielcarek, 2012). Adolescenten en volwassenen vertonen vaak niet de typische stadia en symptomen van kinkhoest (Fortner, Kuller, Rhee, & Edwards, 2012). De combinatie van een dalende immuniteit en de onduidelijke symptomen van kinkhoest waardoor de diagnose vaak gemist wordt bij adolescenten en volwassenen 6

14 zorgt ervoor dat deze groep een belangrijke bron van besmetting vormt voor niet of onvolledig gevaccineerde jonge kinderen. Als antwoord op de vaststelling dat de immuniteit voor kinkhoest zowel na vaccinatie als na een natuurlijke infectie niet levenslang is en het feit dat adolescenten en volwassenen een belangrijke besmettingsbron vormen voor jonge kinderen werden reeds verschillende vaccinatiestrategieën ontwikkeld en onderzocht. Het betreffen zowel directe als indirecte manieren om de zuigeling te beschermen. Onder indirecte manieren verstaat men het vaccineren van anderen, om zo de overdracht naar onbeschermde zuigelingen te verminderen door het verhogen van de immuniteit van de algemene bevolking. Enkele voorbeelden van indirecte bescherming zijn: boostervaccinaties voor lagere schoolkinderen, boostervaccinaties voor adolescenten en/of volwassenen, cocoonvaccinatiestrategieën of vaccinatie van hulpverleners die in contact komen met jonge kinderen. Directe bescherming van de zuigeling kan mogelijks bekomen worden door vroeger te starten met het vaccinatieschema of door zwangere vrouwen te vaccineren tijdens de zwangerschap zodat er overdracht is van antistoffen van moeder naar foetus (McIntyre & Wood, 2009). In België is de universele vaccinatie tegen kinkhoest gestart in 1959 (Vincent, et al., 2011). Tot op heden is vaccinatie tegen kinkhoest nog steeds een belangrijk element in het basisvaccinatieschema van België. De vaccinatie tegen kinkhoest start in België op de leeftijd van acht weken. Er wordt een herhalingsdosis toegediend op de leeftijd van twaalf en zestien weken, daarna nogmaals wanneer het kind de leeftijd van vijftien maanden heeft bereikt. Deze vaccinaties zijn telkens een gecombineerd hexavalent vaccin tegen poliomyelitis, difterie, tetanus, kinkhoest, Haemophilus influenzae type b, en hepatitis B (IPV-DTPa-Hib-HBV). Er wordt nadruk gelegd op het belang van stipte toediening van deze vaccinaties. Gezien de ernst van kinkhoest voor zuigelingen is uitstellen van de vaccinatie af te raden. Ook voor prematuren dient de vaccinatie te starten op de leeftijd van acht weken (Hoge Gezondheidsraad, 2009; Hoge Gezondheidsraad, 2009b; Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2013). In het basisvaccinatieschema van België zijn reeds twee manieren van indirecte bescherming van jonge kinderen opgenomen. Zo krijgt elk kind tussen de vijf en zeven 7

15 jaar een herhalingsinenting. Deze herhalingsinenting is een gecombineerd tetravalent vaccin dat bescherming biedt tegen difterie, tetanus, kinkhoest en polio (DTPa-IPV). Bovendien krijgen alle leerlingen van het derde jaar van het secundair onderwijs sinds 2006 een herhalingsvaccinatie toegediend, het dtpa vaccin. Alle vaccins binnen het standaard vaccinatieschema voor kinderen worden gratis aangeboden. Enkel het vaccin tegen poliomyelitis is wettelijk verplicht (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2013; Hoge Gezondheidsraad, 2009b; Hoge Gezondheidsraad, 2009). Zoals in bovenstaande paragrafen reeds herhaaldelijk aangehaald is het voorkomen en de verspreiding van kinkhoest niet onder controle met het hierboven beschreven basisvaccinatieschema. Neonatale vaccinatie is een mogelijke manier van directe bescherming van de zuigeling tegen kinkhoest. Deze mogelijkheid om kinderen reeds bij de geboorte een vaccinatie tegen kinkhoest te geven werd al onderzocht in verschillende studies, maar leverde inconsistente resultaten op met betrekking tot de interactie met andere vaccins en de mate van immuniteit. Om deze redenen werd neonatale vaccinatie tot op heden nog nergens geïmplementeerd (Castagnini, Healy, Rench, Wootton, Munoz, & Baker, 2012; Bechini, Tiscione, Boccalini, Levi, & Bonanni, 2012). Een andere mogelijke strategie is de cocoonvaccinatiestrategie. Implementatie van de cocoonvaccinatiestrategie werd in 2005 door het Global Pertussis Initiative aangeraden voor landen met voldoende financiële mogelijkheden. Het doel van cocoonvaccinatie is om kinderen jonger dan zes maanden te beschermen tegen kinkhoest door de mensen rondom hen te vaccineren (Wiley, Zuo, Macartney, & McIntyre, 2013). In een onderzoek van de Greeff et al. uit 2010 werd nagegaan wie de belangrijkste besmettingsbronnen voor kinkhoest waren bij kinderen jonger dan zes maanden. Resultaten van dit onderzoek toonden aan dat ouders, voornamelijk de moeder, en broers en zussen een belangrijke bron van besmetting waren. Voor een derde van alle gerapporteerde gevallen werd echter geen oorsprong binnen het gezin gevonden (de Greeff, et al., 2010). Wendelboe et al. (2007) rapporteerden dat leden van het gezin verantwoordelijk waren voor 76 tot 83% van de besmettingen van kinderen onder de zes maanden. Ouders waren voor 55% van de gevallen de besmettingsbron, 8

16 gevolgd door broers en zussen (16%), tantes/ooms (10%), vrienden/neven/nichten (10%), grootouders (6%) en onthaalmoeders (2%) (Wendelboe, et al., 2007). Deze onderzoeken tonen aan dat het vaccineren van de adolescenten en volwassenen die in nauw contact komen met zuigelingen beschermend werkt voor de zuigelingen (Wiley, Zuo, Macartney, & McIntyre, 2013; de Greeff, et al., 2010; Wendelboe, et al., 2007). Wendelboe et al. onderzochten in 2007 de rol van toevallig contact met iemand uit de wijdere omgeving als bron van besmetting voor kinderen jonger dan zes maanden. In deze studie stelde men vast dat ongeveer 34% van de besmettingen afkomstig was van iemand uit de wijde omgeving van de zuigeling. De overige 66% werd veroorzaakt door contact met ouders of dichte familie. Deze resultaten wijzen op een toch niet te verwaarlozen aandeel van besmettingen door mensen die niet in de onmiddellijke omgeving van de zuigeling wonen (Wendelboe, Hudgens, Poole, & Van Rie, 2007). Toch bevestigen deze studies het positief effect dat de cocoonvaccinatiestrategie kan hebben om jonge kinderen te beschermen tegen kinkhoest. Hoewel de ouders, voornamelijk de moeder, een vaak voorkomende bron van besmetting vormen, blijkt het vaccineren van de moeder alleen onvoldoende te zijn. De moeders zijn een makkelijk te bereiken populatie voor vaccinatie. Zij kunnen het vaccin krijgen tijdens het verblijf op de kraamafdeling onmiddellijk postpartum. Wanneer men echter enkel de moeders vaccineert, wordt er geen voldoende verschil gezien in kinkhoest bij kinderen onder de zes maanden. Dit pleit voor een integratie van verschillende vaccinatiestrategieën zoals boostervaccinatie voor adolescenten, en uitgebreide cocoonvaccinatie (Castagnini, Healy, Rench, Wootton, Munoz, & Baker, 2012; Bechini, Tiscione, Boccalini, Levi, & Bonanni, 2012). Hoewel de cocoonvaccinatiestrategie in veel landen aanbevolen wordt, heeft deze ook enkele beperkingen. Zo blijkt dat het toedienen van het vaccin onmiddellijk postpartum geen voldoende bescherming biedt voor de baby gedurende de eerste twee levensweken. De immuunrespons na vaccinatie is immers pas voldoende hoog twee weken na de toediening van het vaccin. (Halperin, et al., 2011). Naast deze beperking is gebleken dat implementatie van de cocoonvaccinatiestrategie niet eenvoudig is (Wiley, Zuo, Macartney, & McIntyre, 2013). Het is een strategie die geconfronteerd wordt met zowel financiële als logistieke barrières. Alle gezondheidswerkers dienen op de hoogte te zijn 9

17 van de geldende aanbevelingen en moeten de ouders die in aanmerking komen voldoende informeren. De moeders zijn een makkelijk te bereiken populatie. Dit is minder het geval voor de vaders, broers, zussen en bijvoorbeeld grootouders. Ook is het vaak moeilijk te achterhalen welke vaccinaties iemand al kreeg en op welke leeftijd deze vaccinaties toegediend werden (Healy, Rench, & Baker, 2011; Walter, Allred, Rowe-West, Chmielewski, Kretsinger, & Dolor, 2009; de La Rocque, et al., 2007). Enkele onderzoeken hebben reeds aangetoond dat de vaccinatiegraad bij cocoonvaccinatie niet voldoende hoog was. Walter et al. (2009) rapporteerden een vaccinatiegraad van 51,2% van jonge ouders die de vaccinatie aangeboden kregen op de eerste consultatie bij de kinderarts. de La Rocque et al. hebben in een studie in 2007 vastgesteld dat de vaccinatiestatus van jonge ouders heel vaak moeilijk te achterhalen is en dat slechts een minderheid de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest ontving. In een ziekenhuis waar een cocoonvaccinatieprogramma werd opgestart met het gebruik van staand orders en educatie van zowel personeel als patiënten werd bij pas bevallen vrouwen een vaccinatiegraad van 75% bereikt (Healy, Rench, & Baker, 2011). Leboucher et al. voerden in een Frans universitair ziekenhuis een onderzoek uit met als doel de vaccinatiegraad van jonge ouders twee maanden na de bevalling na te gaan. Ook in dit ziekenhuis werd een protocol opgemaakt waarin ouders na de bevalling geïnformeerd werden over het vaccin en waarin ouders een voorschrift voor het vaccin meekregen naar huis bij ontslag van de kraamafdeling. In deze studie werd bij moeders en vaders een vaccinatiegraad van respectievelijk 68,9% en 62,4% gerapporteerd. Meer dan 90% van deze vaccinaties werden door de huisarts toegediend (Leboucher, Sentilhes, Abbou, Henry, Grimprel, & Descamps, 2012). Een laatste strategie om jonge kinderen tegen kinkhoest te beschermen is het vaccineren van de zwangere vrouw tijdens de zwangerschap. Maternele vaccinatie zou een antwoord kunnen bieden op de onvoldoende mate van bescherming van de zuigeling tijdens de eerste twee levensweken na cocoonvaccinatie (Halperin, et al., 2011; Healy, Rench, & Baker, 2011). Een onderzoek heeft aangetoond dat het moment waarop de moeder het vaccin kreeg een belangrijke impact heeft op de bescherming van de pasgeborene tegen kinkhoest. Moeders die het vaccin kregen voor de zwangerschap of in het begin van de zwangerschap bleken minder antistoffen door te geven aan de baby 10

18 dan moeders die het vaccin kregen tijdens het derde trimester van de zwangerschap. Oorzaak hiervoor was het feit dat hun antistoftiter lager was op het moment dat het placentair transport van antigenen optimaal was, namelijk vanaf de 34 e zwangerschapsweek, dan bij moeders die op het einde van de zwangerschap gevaccineerd werden. Voor vaders, broers, zussen en grootouders zou de cocoonvaccinatiestrategie een goede aanvulling van maternele vaccinatie kunnen zijn (Healy, Rench, & Baker, 2013). 2.4 Huidige aanbevelingen In België is het advies van de Hoge Gezondheidsraad van kracht. Dit advies is geldig sinds 2009 en raadt aan om jonge ouders, grootouders, broers, zussen, onthaalouders en gezondheidswerkers die in contact komen met zuigelingen tegen kinkhoest te vaccineren volgens het principe van cocoonvaccinatie (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). De Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) heeft recent het advies uitgebracht om vrouwen reeds preconceptioneel te vaccineren tegen kinkhoest. Indien het vaccin niet tijdens een preconceptionele consultatie werd toegediend raadt de VVOG aan het tussen de 24 e en 30 e zwangerschapsweek toe te dienen. Indien het vaccin niet preconceptioneel of tijdens de zwangerschap werd toegediend, dan dient het vaccin zo vroeg mogelijk in de postpartumperiode alsnog toegediend te worden. Ook de VVOG vermeldt dat postnatale vaccinatie onvoldoende bescherming van de neonaat blijkt te bieden in de eerste kritieke periode. Naast de aanbeveling om de moeder preconceptioneel te vaccineren bevat het advies van de VVOG ook de aanbeveling om de vader en grootouders een herhalingsvaccin toe te dienen (Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, 2013). Sinds oktober 2012 wordt in de Verenigde Staten aanbevolen om zwangere vrouwen te vaccineren tijdens elke zwangerschap, ongeacht de voorgeschiedenis van dtpa vaccinatie. Volgens deze aanbeveling gebeurt de vaccinatie idealiter tussen de 27 e en de 36 e zwangerschapsweek. Tijdens deze periode kan een maximale antilichaamrespons bij de moeder bekomen worden, alsook passief transport van antilichamen naar de baby. Een moeder die het vaccin niet tijdens de zwangerschap kreeg moet het zo snel mogelijk na de bevalling krijgen. Voor vaders, broers, zussen, grootouders en andere adolescenten en volwassenen die in nauw contact komen met de baby wordt de cocoonvaccinatiestrategie aanbevolen. De vaccinatie gebeurt het best ten laatste twee 11

19 weken voor het contact met de baby, zodat een optimale antilichaamrespons bekomen wordt (Advisory Committee on Immunization Practices, 2013; The American College of Obstetricians and Gynecologists, 2012). Ook in het Verenigd Koninkrijk worden vrouwen tegen kinkhoest gevaccineerd tijdens de zwangerschap. Dit advies is van kracht sinds Er wordt aangeraden om elke zwangere te vaccineren tussen de 28 e en 38 e zwangerschapsweek, ongeacht vorige vaccinaties (Billingsley, 2012). Op het moment dat dit onderzoek aangevat werd (augustus-september 2012) was nog geen sprake van kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap. Bijgevolg waren de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad van 2009 het vertrekpunt van dit onderzoek. Ondertussen hebben we vernomen dat de Hoge Gezondheidsraad een nieuwe adviestekst aan het voorbereiden is waarin, naar analogie met de Britse en Amerikaanse adviezen, vaccinatie tijdens de zwangerschap als te verkiezen strategie zal aanbevolen worden (mondelinge informatie van Dr. Petra Schelstraete, kinderlongarts en - infectioloog UZ Gent, BCFI, 2013). In de literatuur zijn quasi geen onderzoeken te vinden waarin nagegaan wordt in welke mate jonge ouders en mensen in de omgeving van jonge kinderen gevaccineerd worden tegen kinkhoest (WHO/Unicef, 2012). In dit onderzoek werd dan ook nagegaan in welke mate de cocoonvaccinatiestrategie gekend is en toegepast wordt in de regio Gent, Oost-Vlaanderen, vertrekkende vanuit het advies van de Hoge Gezondheidsraad van

20 3 Probleem- en doelstelling In deze studie wilden we nagaan in welke mate de cocoonvaccinatiestrategie tegen kinkhoest in de regio Gent anno 2012 werd toegepast. We wilden weten in welke mate jonge ouders hierover geïnformeerd werden en in welke mate ze ook effectief gevaccineerd werden. De primaire onderzoeksvragen in dit onderzoek waren: 1. In welke mate werden jonge ouders geïnformeerd over de cocoonvaccinatiestrategie? 2. In welke mate werden jonge ouders gevaccineerd? Naast de primaire onderzoeksvragen waren er ook enkele secundaire onderzoeksvragen: 1. Is het ziekenhuis waarin men beviel een voorspellende variabele voor de mate waarin men geïnformeerd werd over de cocoonvaccinatiestrategie en voor de vaccinatiegraad van de moeders en hun partner? 2. Zijn de leeftijd, de nationaliteit en het hoogst behaalde diploma van de moeder voorspellende variabelen voor de mate waarin men geïnformeerd werd over de cocoonvaccinatiestrategie en voor de vaccinatiegraad van de moeders en hun partner? 3. Wat weten jonge ouders over de ziekte kinkhoest? 4. Welke hulpverleners informeerden ouders over de nood tot cocoonvaccinatie tegen kinkhoest? 13

21 4 Onderzoeksmethode 4.1 Onderzoeksdesign In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een beschrijvend, cross-sectioneel onderzoeksdesign. Het hoofddoel van dit onderzoek bestond erin om te evalueren in welke mate de cocoonvaccinatiestrategie tegen kinkhoest in de regio Gent anno 2012 toegepast werd bij jonge ouders. De gegevens werden op slechts één meetmoment verzameld bij een steekproef uit de te onderzoeken populatie. 4.2 Selectie, kenmerken en omvang van de onderzochte populatie De cocoonvaccinatiestrategie richt zich op jonge of toekomstige ouders, grootouders, naaste familiecontacten, verzorgend personeel van pediatrische diensten, kraamafdelingen en kinderdagverblijven, alsook onthaalmoeders van jonge kinderen (Hoge Gezondheidsraad, 2009b). Met het oog op de haalbaarheid van het uitvoeren van het onderzoek in het kader van deze masterproef werd geopteerd om enkel te focussen op de jonge ouders. Jonge ouders zijn immers diegenen die het nauwste contact hebben met de niet of onvolledig gevaccineerde zuigeling. Uit onderzoek is bovendien gebleken dat ouders de belangrijkste besmettingsbron zijn voor kinkhoest bij niet of onvolledig gevaccineerde zuigelingen (Wiley, Zuo, Macartney, & McIntyre, 2013; Wendelboe, et al., 2007). Naast de vaccinatiegraad wensten we ook na te gaan of er een verschil is afhankelijk van het ziekenhuis waarin de zwangerschap werd opgevolgd. Om deze reden werden enkel mensen geïncludeerd uit de regio Gent. Voor het bepalen van de populatie die in aanmerking kwam om deel te nemen aan het onderzoek konden we rekenen op de medewerking van Kind & Gezin. Kind & Gezin maakte een lijst aan van alle gezinnen die aan volgende inclusiecriteria beantwoordden: o Ouders van een kind geboren tussen 1 januari 2012 en 1 oktober 2012 o Wonend in Gent of één van zijn veertien deelgemeenten met volgende postcodes: 9000, 9030, 9031, 9032, 9040, 9041, 9042, 9050, 9051, 9052 o De opvolging van het kind door Kind & Gezin gebeurt in het Nederlands Er bleken 2216 gezinnen aan deze inclusiecriteria te beantwoorden. Al deze gezinnen kregen een vragenlijst toegestuurd via de post. Naast het bepalen van de te includeren populatie werden ook alle vragenlijsten via Kind & Gezin verstuurd, zonder dat de 14 de

22 onderzoekers in contact kwamen met de contactgegevens van de gezinnen. Op deze manier werd de confidentialiteit van de persoonsgegevens gerespecteerd. 4.3 Gehanteerde methode voor gegevensverzameling Meetinstrument De gegevensverzameling verliep via een schriftelijke vragenlijst met gesloten vragen die verdeeld en teruggestuurd werd via de post. Er werd geopteerd voor een schriftelijke vragenlijst om verscheidene redenen. Als eerste laat de aard van het te bestuderen onderwerp toe een vragenlijst te hanteren. Het gaat immers om het krijgen van inzicht in een welbepaald onderwerp. Een schriftelijke vragenlijst kan eenvoudig verspreid worden in de onderzoekspopulatie en er is volledige anonimiteit bij het invullen. Ook sociaal wenselijke antwoorden worden vermeden door de afwezigheid van de onderzoeker bij het invullen van de vragenlijst. Een nadeel van schriftelijke vragenlijsten is een mogelijk lage responsgraad en een bias bij het invullen ervan (Polit & Beck, 2010). Het werken met gesloten vragen maakte de statistische analyse achteraf gemakkelijker Ontwikkeling van de vragenlijst In de literatuur werd slechts één vragenlijst teruggevonden die de vaccinatiegraad bij jonge ouders na de bevalling naging. Deze vragenlijst werd ontwikkeld en gebruikt in het onderzoek van Leboucher et al. (2012). Aangezien deze vragenlijst slechts gedeeltelijk met de doelen van dit onderzoek overeenkwam werd deze vragenlijst wel als inspiratiebron gebruikt, maar werd er door de onderzoekers een nieuwe vragenlijst opgesteld. De ontwikkelde vragenlijst bestond uit 23 gesloten vragen en was opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel ging enkele algemene gegevens van de moeder na, het tweede deel peilde naar de kennis van de moeder over de ziekte kinkhoest en het laatste deel peilde naar de mate waarin de moeder geïnformeerd werd, en de mate waarin de moeder en de partner gevaccineerd werden tegen kinkhoest. In het eerste deel werden volgende algemene gegevens nagevraagd: de postcode van de woonplaats, de maand en het jaar van bevallen, de leeftijd van de moeder, de nationaliteit van de moeder, het hoogst behaalde diploma van de moeder en het ziekenhuis waarin men bevallen is. 15

23 Het tweede deel ging na in welke mate men kennis had over de ziekte kinkhoest en waar men deze kennis over de ziekte opdeed. Dit deel werd afgesloten met vijf stellingen over kinkhoest die men als juist, fout of ik weet het niet kon beoordelen. De vragen in het derde deel gingen na in welke mate jonge ouders tijdens of na de laatste zwangerschap informatie kregen over het vaccin tegen kinkhoest, van wie ze deze informatie kregen, of ze het vaccin al dan niet kregen en wat de reden was van het niet ontvangen van het vaccin. Op het einde van de vragenlijst was nog ruimte voorzien voor deelnemers die opmerkingen of suggesties voor de onderzoekers wilden neerschrijven. Na het opmaken van de vragenlijst werd ze aan een tiental mensen voorgelegd die tot de doelgroep van het onderzoek behoorden. Op basis van opmerkingen van deze mensen werden nog aanpassingen gedaan. De finale versie van de vragenlijst kan in bijlage 1 geraadpleegd worden. Zoals reeds eerder vermeld werd de vragenlijst via de post verstuurd naar de doelgroep. Het pakket dat de ouders thuis ontvingen bestond uit een informatiebrief met informed consent (bijlage 2), een informatiebrief van Kind & Gezin (bijlage 3), een vragenlijst en een geadresseerde en gefrankeerde envelop voor de terugzending van de vragenlijst. 4.4 Gehanteerde methode voor gegevensanalyse De analyse van de gegevens is gebeurd met behulp van het statistisch softwarepakket SPSS, versie 21. Deze software wordt door de Universiteit Gent gratis ter beschikking gesteld voor studenten. De antwoorden van de teruggestuurde vragenlijsten werden manueel ingevoerd in de dataset. Vooraleer het analyseproces aan te vatten werd een medewerker van de cel Biostatistiek van de Universiteit Gent geraadpleegd, dit omwille van hun grote expertise in het werken met het statistisch softwarepakket SPSS. In overleg met hen werden de te gebruiken testen en analysetechnieken vastgelegd. Voor het beantwoorden van de primaire en secundaire onderzoeksvragen werden proporties met 95% betrouwbaarheidsintervallen bepaald en werd gebruik gemaakt van logistische regressieanalyse. Aan de hand van logistische regressieanalyse kan een dichotome uitkomstvariabele gerelateerd worden aan één of meerdere voorspellende variabelen. De dichotome uitkomstvariabelen in dit onderzoek waren het al dan niet geïnformeerd zijn 16

24 en het al dan niet gevaccineerd zijn. Als voorspellende variabelen werden de leeftijd van de moeder, de nationaliteit van de moeder, het hoogst behaalde diploma van de moeder en het ziekenhuis waar men bevallen was onderzocht. Een p-waarde < 0.05 werd als statistisch significant beschouwd. 4.5 Ethische overwegingen Vooraleer deze studie aan te vatten werd een aanvraag tot goedkeuring van het onderzoeksproject ingediend bij het Ethisch Comité van het UZ Gent. Een eerste aanvraag werd goedgekeurd op 4 oktober Na het doorvoeren van enkele aanpassingen aan de vragenlijst en het informed consent formulier werd het positief advies voor de studie zoals ze werd uitgevoerd bekomen op 29 november Er werd bijzondere aandacht gevestigd op het bewaken van de anonimiteit van de deelnemers en de vertrouwelijkheid van de onderzoeksgegevens. Door het versturen van de vragenlijsten via Kind & Gezin kwamen de onderzoekers niet in contact met de contactgegevens van de gezinnen. Bovendien werden de teruggestuurde vragenlijsten ontvangen en geopend door onafhankelijke personen die verder niet bij het onderzoek betrokken waren. Deze personen scheidden het informed consent formulier en de ingevulde vragenlijst van elkaar vooraleer deze aan de onderzoekers te bezorgen. 17

25 5 Resultaten 5.1 Responsgraad en samenstelling van de steekproef Op 6 december 2012 werden 2216 vragenlijsten verstuurd naar jonge ouders die tussen 1 januari 2012 en 1 oktober 2012 een kind kregen. Alle gezinnen woonden bovendien in de regio Gent en werden bij Kind & Gezin opgevolgd in het Nederlands. In de informatiebrief werd gevraagd om de vragenlijst binnen de vier weken na ontvangst terug te sturen. Aangezien er na deze vier weken nog een groot aantal vragenlijsten bleven terugkomen werd deze termijn met nog eens vijf weken verlengd. Alle vragenlijsten ontvangen tussen 6 december 2012 en 7 februari 2013 werden geanalyseerd. Na 7 februari 2013 kwam er nog slechts een verwaarloosbaar aantal vragenlijsten bij. Deze vragenlijsten werden niet meegenomen in de analyse. In totaal werden 518 vragenlijsten opgenomen in de dataset en geanalyseerd. Dit kwam overeen met een responsgraad van 23,4%. Door middel van de eerste vraag werd nagegaan of de respondent ooit al iets over kinkhoest gehoord had. Achttien van de 518 respondenten gaven aan dat het begrip kinkhoest hen niet bekend was. Voor deze respondenten stopte de vragenlijst na deze vraag. Deze achttien vragenlijsten werden bijgevolg verder buiten beschouwing gelaten. Naast de algemene variabelen hebben we geen verdere informatie over deze achttien vragenlijsten. In de analyse om een antwoord te vinden op de onderzoeksvragen werden dus uiteindelijk 500 vragenlijsten geïncludeerd. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de samenstelling van de onderzoekspopulatie. In de vragenlijst was de variabele leeftijd in 4 categorieën opgedeeld: jonger dan 20, tussen 20 en 30, tussen 30 en 40 en ouder dan 40. Omdat in de categorieën jonger dan 20 en ouder dan 40 maar een klein aantal respondenten voorkwamen werden de twee eerste en de twee laatste categorieën samengevoegd. 44% van de respondenten bevond zich in de leeftijdsgroep van 30 jaar of jonger, 56% van de respondenten was 31 jaar of ouder. 18

26 96,6% van de respondenten had de Belgische nationaliteit en slechts zeventien respondenten (3,4%) hadden een andere nationaliteit dan de Belgische. Bij de respondenten die niet de Belgische nationaliteit hadden kwamen de Nederlandse en de Bulgaarse nationaliteit het vaakst voor. 59% van de respondenten volgde een universitaire of een niet-universitaire opleiding van het lange type. 28,4% behaalde een diploma van het hoger niet-universitair onderwijs van het korte type. 7,8% van de respondenten waren in het bezit van een diploma hoger middelbaar onderwijs en 4,8% behaalden een diploma lager onderwijs of lager middelbaar onderwijs. De categorieën lager onderwijs en lager middelbaar onderwijs werden in de analyse samengevoegd omwille de kleine aantallen in beide categorieën afzonderlijk. Ook voor wat betreft de vraag naar het ziekenhuis waarin men bevallen is werden twee categorieën samengevoegd omwille van kleine aantallen in beide categorieën afzonderlijk. De categorieën ander ziekenhuis en thuisbevalling werden tot één categorie herleid. Het grootste aantal van de respondenten (43%) is in het AZ Sint- Lucas (AZ: algemeen ziekenhuis) bevallen, gevolgd door 24,4% in het AZ Maria Middelares, 16% in het AZ Jan Palfijn en 10,4% in het UZ Gent (UZ: universitair ziekenhuis). Slechts 6,2% van de respondenten antwoordde ander ziekenhuis of thuisbevalling. 19

27 Tabel 1: Overzicht van de samenstelling van de onderzoekspopulatie Aantal Percentage (%) Leeftijd 30 jaar of jonger jaar of ouder Nationaliteit Belg ,6 Niet-Belg 17 3,4 Hoogst behaalde diploma Lager onderwijs en lager middelbaar onderwijs 24 4,8 Hoger middelbaar onderwijs 39 7,8 Hoger niet-universitair onderwijs (korte type) ,4 Universitair onderwijs of hoger nietuniversitair onderwijs (lange type) Ziekenhuis waar de bevalling plaatsvond UZ Gent 52 10,4 AZ Maria Middelares ,4 AZ Jan Palfijn AZ Sint-Lucas Ander ziekenhuis of thuisbevalling 31 6,2 20

28 5.2 In welke mate zijn ouders geïnformeerd over de cocoonvaccinatiestrategie? Een eerste belangrijk luik in het onderzoek was de mate waarin moeders geïnformeerd werden over het belang van een herhalingsvaccinatie tegen kinkhoest voor haar en haar partner in het kader van de cocoonvaccinatiestrategie. Informatie geven is de eerste belangrijke stap om de ouders te motiveren tot het ontvangen van het herhalingsvaccin. Ook op deze manier kunnen de ouders deze informatie doorgeven aan hun dichte familie en andere personen die dicht contact hebben met de baby (bv. babysit) zodat ook zij zich zouden laten vaccineren en de cocoonvaccinatiestrategie wijd geïmplementeerd raakt ter bescherming van jonge kinderen. In wat volgt wordt weergegeven hoeveel respondenten informatie rond de cocoonvaccinatiestrategie kregen. Ook wordt aan de hand van logistische regressieanalyse nagegaan of het ziekenhuis waarin men bevalt, de leeftijd van de moeder, de nationaliteit van de moeder en het hoogst behaalde diploma van de moeder een voorspeller zijn van het al dan niet ontvangen van informatie. Het deel met betrekking tot informatie wordt afgesloten met de resultaten van de vraag rond de algemene kennis van de respondenten over de ziekte kinkhoest op zich, los van het belang van de cocoonvaccinatie Het krijgen van informatie over de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest 264 van de 500 respondenten (52,8%) werden geïnformeerd over het belang van de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest of met andere woorden, 236 van de 500 respondenten (47,2%) werden hierover dus niet geïnformeerd. Aan de respondenten die antwoordden dat ze geen informatie over de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest ontvangen hadden, werd gevraagd of ze zelf op zoek gingen naar informatie erover. Van de 236 respondenten die niet spontaan geïnformeerd werden over de vaccinatie gingen 25 respondenten zelf op zoek naar informatie. Zestien van de 25 respondenten die geen informatie kregen op spontane wijze en zelf op zoek gingen, kwamen terecht bij een hulpverlener, hetzij de huisarts, de gynaecoloog, de kinderarts of de vroedvrouw. Dertien van de 25 respondenten raadpleegden ook het internet. Verder werden familie en vrienden (4 van de 25), brochures (2 van de 25) en boeken (2 van de 25) vermeld als informatiebronnen. 21

29 Aan de 264 respondenten die antwoordden dat ze wel informatie kregen over de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest werd gevraagd wie of wat hun informatiebron was. De gynaecoloog (56,8%) en de vroedvrouw (31,8%) bleken de meest voorkomende bronnen van informatie te zijn. Ook de kinderarts (12,1%) en de huisarts (11,7%) werden vermeld als informatiebronnen. Ten slotte haalde 9,5% informatie uit een andere bron. Meer dan de helft van deze respondenten specificeerden deze andere bron als Kind & Gezin. Tabel 2 geeft een overzicht van de resultaten met betrekking tot het krijgen van informatie over de cocoonvaccinatie. De som van de aparte aantallen voor Waar hebt u informatie gezocht? en voor Wie gaf informatie? in tabel 2 is niet gelijk aan het totale aantal vermeld bij de vraag omdat respondenten informatie zochten en/of bekwamen uit meer dan één bron. Tabel 2: Overzicht van het krijgen van informatie over de cocoonvaccinatie tegen kinkhoest Aantal Percentage (%) Werd u geïnformeerd tijdens de zwangerschap? (n = 500) Ja ,8 Nee ,2 Hebt u zelf informatie gezocht? (n = 236) Ja 25 10,6 Nee ,4 Waar hebt u informatie gezocht? (n = 25) Bij familie of vrienden 4 16 Bij de gynaecoloog/huisarts/vroedvrouw/pediater Op internet In brochures 2 8 In boeken 2 8 Wie gaf informatie? (n = 264) De huisarts 31 11,7 De gynaecoloog ,8 De kinderarts 32 12,1 De vroedvrouw 84 31,8 Een andere bron 25 9,5 22

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Het ziektebeeld kan variëren van een milde hoest tot ernstige ziekte. Klassiek wordt kinkhoest gekenmerkt

Nadere informatie

Kinkhoest en zwangerschap

Kinkhoest en zwangerschap Kinkhoest en zwangerschap www.jijwij.nl Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen die vooral gevaarlijk is voor niet of onvolledig gevaccineerde baby s. Daarom maakt kinkhoestvaccinatie al

Nadere informatie

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte!

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte! Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte! Informatiefolder over kinkhoest (preventie) Kinkhoest niet alleen een kinderziekte Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door de bacterie

Nadere informatie

Kinkhoest in Vlaanderen anno 2014. Dr. Luc Pattyn

Kinkhoest in Vlaanderen anno 2014. Dr. Luc Pattyn Kinkhoest in Vlaanderen anno 2014 Dr. Luc Pattyn Kinkhoest bordetella sp *Gram negatieve bacterie *species : pertussis, parapertussis,holmesii, hinzii.. *Virulentie : productie van pertussistoxine, filamentair

Nadere informatie

Preventie van kinkhoestmorbiteit

Preventie van kinkhoestmorbiteit Preventie van kinkhoestmorbiteit Waarom zijn pediaters paranoia? Welke kink zit er in de kabel? Vlaams infectieziektebulletin 85/2013/3 Koen De Schrijver Voorkomen van kinkhoest, nieuwe gevallen 2008-2012

Nadere informatie

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Samenvatting Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Kinkhoest is een gevaarlijke ziekte voor zuigelingen en jonge kinderen. Hoe jonger het kind is, des te vaker zich restverschijnselen

Nadere informatie

Kinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013

Kinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013 Kinkhoest vaccinatie Ann Buyens 16 november 2013 Kinkhoest Gramnegatieve coccobacillus Species: Bordetella pertussis, Bordetella parapertussis, Bordetella bronchiseptica, Bordetella avium, Bordetella hinzii,

Nadere informatie

De suikertest, vaccinaties en prenatale kinesitherapie

De suikertest, vaccinaties en prenatale kinesitherapie Infobrochure De suikertest, vaccinaties en prenatale kinesitherapie Dienst: Gynaecologie-verloskunde Tel: 011 826 100 mensen zorgen voor mensen De suikertest Zwangerschapsdiabetes komt voor bij 4% van

Nadere informatie

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1

02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1 Huisartsensymposium anno 2013 1 Vaccinaties en zwangerschap 2 Aanpak van frequent voorkomende pre- en postnatale problemen 3 Coördinator dr. Ilse Vleminckx Vaccinaties en zwangerschap Dr. Els Van de Poel,

Nadere informatie

PERSCONFERENTIE VACCINATIEGRAADSTUDIE 8 februari 2016

PERSCONFERENTIE VACCINATIEGRAADSTUDIE 8 februari 2016 PERSCONFERENTIE VACCINATIEGRAADSTUDIE 8 februari 2016 OPBOUW PERSCONFERENTIE 1. Intro en voorstelling sprekers 2. Voorstelling resultaten vaccinatiegraadstudie Prof. dr. Corinne Vandermeulen (KU Leuven)

Nadere informatie

Zwangerschapsvaccinatie: kennis en houding van zwangeren en hun apotheker

Zwangerschapsvaccinatie: kennis en houding van zwangeren en hun apotheker Zwangerschapsvaccinatie: kennis en houding van zwangeren en hun apotheker Masterthesis Farmaceutische Zorg Lotte De Ren Promotor: Prof. Dr. Apr. Guido De Meyer 2 1. Aanbevolen vaccins: kinkhoest Kinkhoest

Nadere informatie

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2016) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

VACCINATIEGRAAD IN VLAANDEREN 2016

VACCINATIEGRAAD IN VLAANDEREN 2016 VACCINATIEGRAAD IN VLAANDEREN 2016 Prof. dr. Corinne Vandermeulen Prof. dr. Karel Hoppenbrouwers Dr. Mathieu Roelants Prof. dr. Heidi Theeten Dr. Tessa Braeckman Mevr. Kirsten Maertens Dr. Stéphanie Blaizot

Nadere informatie

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema kindergeneeskunde informatiebrochure Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Vaccinatie tegen meningococcen B 4 3. Vaccinatie tegen Varicella (windpokken) 5

Nadere informatie

(Kinkhoest) vaccinatie tijdens de zwangerschap

(Kinkhoest) vaccinatie tijdens de zwangerschap (Kinkhoest) vaccinatie tijdens de zwangerschap Prof Dr Elke Leuridan Doctoraatsbursaal Kirsten Maertens Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties Vaccin- en Infectieziekten Instituut No conflict of interest

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Uitnodiging voor deelname aan VIKING-studie. Onderzoek naar bescherming tegen kinkhoest door vaccinatie bij volwassenen

Uitnodiging voor deelname aan VIKING-studie. Onderzoek naar bescherming tegen kinkhoest door vaccinatie bij volwassenen Uitnodiging voor deelname aan VIKING-studie Onderzoek naar bescherming tegen kinkhoest door vaccinatie bij volwassenen Waarom dit onderzoek? Met deze studie wordt onderzocht hoe de bescherming tegen kinkhoest

Nadere informatie

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND Kinkhoest In Nederland krijgen kinderen van drie, vier, vijf en elf maanden de zogenoemde DKTP-vaccinatie voor difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Door

Nadere informatie

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema

Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema kindergeneeskunde informatiebrochure Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het basisschema Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Vaccinatie tegen meningococcen B 4 3. Gecombineerd vaccin meningococcen types A,

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2013) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Infobrochure. 2. Je zwangerschap. Dienst: materniteit en neonatologie Tel. 011 826 281. mensen zorgen voor mensen

Infobrochure. 2. Je zwangerschap. Dienst: materniteit en neonatologie Tel. 011 826 281. mensen zorgen voor mensen Infobrochure 2. Je zwangerschap Dienst: materniteit en neonatologie Tel. 011 826 281 mensen zorgen mensen voor zorgen mensen voor mensen Welkom! Dag (toekomstige) ouder. Weldra wordt je gezin uitgebreid.

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2015) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

CMV-screening bij de pasgeborene

CMV-screening bij de pasgeborene CMV-screening bij de pasgeborene 1 Wat is CMV? Cytomegalovirus (CMV) is een veel voorkomend virus dat mensen van alle leeftijden kan besmetten. CMV komt voor in lichaamsvochten (urine, speeksel, traanvocht,

Nadere informatie

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2017) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste lucht-wegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2014) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Boostervaccinatie tegen kinkhoest: BERT-studie. Onderzoek naar langdurige bescherming tegen kinkhoest

Boostervaccinatie tegen kinkhoest: BERT-studie. Onderzoek naar langdurige bescherming tegen kinkhoest Boostervaccinatie tegen kinkhoest: BERT-studie Onderzoek naar langdurige bescherming tegen kinkhoest Wat is kinkhoest? Kinkhoest wordt door een bacterie veroorzaakt en kan leiden tot een acute en ernstige

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Vraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie

Vraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie Vraag en Antwoord Vaccinatieschema & Inhaalvaccinatie Dr. Anouk Vanlander, VWVJ Dr. Geert Top, VAZG Prof. Dr. Heidi Theeten, UAntwerpen VRAAG Is er een aangepast vaccinatieschema voor vluchtelingen? Hoe

Nadere informatie

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Wat is RSV RSV staat voor Respiratoir Syncytieel Virus, de meest voorkomende oorzaak van ernstige luchtweginfecties bij baby s en kinderen onder de vier jaar.

Nadere informatie

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 De achtergrond van de overgang naar het nieuwe inentingsschema met 1 prik minder Waarom is het niet meer nodig

Nadere informatie

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Wat is RSV Een RSV Respiratoir Syncytieel Virus -infectie is een luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus. Het virus veroorzaakt

Nadere informatie

Kinkhoest. Uit het oog, uit het hart? Jan De Wit, Universiteit Antwerpen. Promotor: Prof. Dr. Johan Wens, Universiteit Antwerpen

Kinkhoest. Uit het oog, uit het hart? Jan De Wit, Universiteit Antwerpen. Promotor: Prof. Dr. Johan Wens, Universiteit Antwerpen Kinkhoest Uit het oog, uit het hart? Jan De Wit, Universiteit Antwerpen Promotor: Prof. Dr. Johan Wens, Universiteit Antwerpen Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde 2 Inleiding Wat

Nadere informatie

Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie

Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie Geachte ouder(s) / verzorger(s), Met deze folder willen wij uw kind vragen deel te nemen aan een onderzoek naar de afweer tegen kinkhoest door vaccinatie op de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlanse samenvatting Kinkhoest is een ernstige en zeer besmettelijke ziekte van de bovenste luchtwegen welke wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. In de

Nadere informatie

biologie pilot vwo 2015-II

biologie pilot vwo 2015-II Kinkhoest Kinderziektes zijn in Nederland gelukkig zeldzaam geworden. Dat komt doordat bijna elke baby tegen die ziektes wordt gevaccineerd. Een vroeger beruchte kinderziekte is kinkhoest, waar vooral

Nadere informatie

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP 1. Inleiding 2. Wat zijn groep B streptokokken (GBS)? 3. Hoe vaak komen GBS voor bij zwangeren? 4.

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Informatie voor ouders over inenten tegen Rotavirus

Informatie voor ouders over inenten tegen Rotavirus Informatie voor ouders over inenten tegen Rotavirus De Gezondheidsraad adviseert om kwetsbare kinderen te vaccineren tegen de gevolgen van een darminfectie met het rotavirus. Het vaccin zit nog niet in

Nadere informatie

Infobrochure. 2. Je zwangerschap. Dienst: materniteit en neonatologie Tel mensen zorgen voor mensen

Infobrochure. 2. Je zwangerschap. Dienst: materniteit en neonatologie Tel mensen zorgen voor mensen Infobrochure 2. Je zwangerschap Dienst: materniteit en neonatologie Tel. 011 826 281 mensen zorgen mensen voor zorgen mensen voor mensen Welkom! Dag (toekomstige) ouder. Weldra wordt je gezin uitgebreid.

Nadere informatie

KLINISCHE STUDIES. in AZ Sint-Lucas

KLINISCHE STUDIES. in AZ Sint-Lucas KLINISCHE STUDIES in AZ Sint-Lucas KLINISCHE STUDIES in AZ Sint-Lucas Overweegt u om, al dan niet op verzoek van uw arts, deel te nemen aan een klinische studie? Het is belangrijk dat u vooraf goed geïnformeerd

Nadere informatie

Bof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar)

Bof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar) 246 DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB Bof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar) KORTE VERSIE VOOR MEER INFORMATIE ZIE ANDERE ZIJDE Beste ouder(s), Een medeleerling van uw dochter of zoon heeft dikoor (bof).

Nadere informatie

PATIËNTENINFO. Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING

PATIËNTENINFO. Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING PATIËNTENINFO Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING Inhoud Beste ouder 1 Vaccinatie tegen meningokokken type B...4 Adviezen van de Hoge Gezondheidsraad...5 Kostprijs...5

Nadere informatie

Groep B streptokokken en zwangerschap

Groep B streptokokken en zwangerschap Patiënteninformatie Groep B streptokokken en zwangerschap Informatie over een infectie met groep B streptokokken bij zwangerschap Inhoudsopgave Pagina Wat zijn groep B streptokokken (GBS)? 4 Hoe vaak

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over mazelen

Veelgestelde vragen over mazelen Veelgestelde vragen over mazelen Inhoud Wat is er aan de hand? Over de ziekte mazelen Vragen voor ouders met kinderen Vragen voor volwassenen Vragen voor werknemers in gezondheidszorg Vaccin tegen mazelen

Nadere informatie

Hoe beschermen we jonge baby s beter tegen kinkhoest? 1 23 april 2015; Nicoline van der Maas

Hoe beschermen we jonge baby s beter tegen kinkhoest? 1 23 april 2015; Nicoline van der Maas Hoe beschermen we jonge baby s beter tegen kinkhoest? 2500 2000 1500 1000 500 0 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 1 Disclosure Ik heb geen

Nadere informatie

Preventie van. Wat u moet weten over. baarmoederhalskanker. Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker,

Preventie van. Wat u moet weten over. baarmoederhalskanker. Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker, Preventie van baarmoederhalskanker Wat u moet weten over baarmoederhalskanker Deze brochure bevat informatie over baarmoederhalskanker, een ziekte die kan voorkomen worden. Spreek er over met uw arts,

Nadere informatie

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde (BVK) ondersteunt deze sensibileringsbrochure. De BVK is een wetenschappelijke vereniging zonder winstoogmerk

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Kinkhoest. Ziektebeeld

Kinkhoest. Ziektebeeld 137 Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute, heel besmettelijke, bacteriële infectie van de luchtwegen. Het klinisch beeld is afhankelijk van de leeftijd en de vaccinatiestatus van de

Nadere informatie

Obstetrie. Groep B streptokokken en zwangerschap

Obstetrie. Groep B streptokokken en zwangerschap Obstetrie Groep B streptokokken en zwangerschap Inhoudsopgave 1. Inleiding...4 2. Wat zijn groep B streptokokken (GBS)?...4 3. Hoe vaak komen GBS voor bij zwangeren?...4 4. Hoeveel kans heeft een pasgeboren

Nadere informatie

Groep-B streptokokken en zwangerschap

Groep-B streptokokken en zwangerschap Groep-B streptokokken en zwangerschap De groep B streptokok is een bacterie. Zwangere vrouwen hebben deze bacterie soms in de vagina (schede). Dat kan meestal geen kwaad, maar een klein aantal baby s wordt

Nadere informatie

Groep-B-streptokokken en zwangerschap. Poli Gynaecologie

Groep-B-streptokokken en zwangerschap. Poli Gynaecologie 00 Groep-B-streptokokken en zwangerschap Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder is zeer

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent

Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent Algemeen 1. Waarom besluit de minister om het DKTP-Hib-vaccin

Nadere informatie

Informatie- en toestemmingsformulier

Informatie- en toestemmingsformulier Informatie- en toestemmingsformulier Meneer, Mevrouw, Momenteel verblijft uw kind in een kinderdagverblijf of bij een onthaalmoeder Daarom wordt u uitgenodigd om uw kind te laten deelnemen aan een epidemiologisch

Nadere informatie

Regel 1: Het is beter iemand als niet gevaccineerd te beschouwen dan foutief te denken dat hij/zij wel gevaccineerd is.

Regel 1: Het is beter iemand als niet gevaccineerd te beschouwen dan foutief te denken dat hij/zij wel gevaccineerd is. Inhaalvaccinatie 1. Basisregels INHAALVACCINATIE herziening Elk medisch consult vormt een gelegenheid om de vaccinatiestatus van iemand na te gaan en zo nodig aan te vullen. Voor schoolgaande kinderen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27158 31 augustus 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 augustus 2015, houdende regels

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting 161 1 2 3 Samenvatting Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Nederlandse samenvatting 163 Wereldwijd is het percentage kinderen dat te vroeg geboren

Nadere informatie

Groep B streptokokken en zwangerschap

Groep B streptokokken en zwangerschap Groep B streptokokken en zwangerschap Informatie voor patiënten F0538-3415 oktober 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK

Nadere informatie

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan

Nadere informatie

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers Mazelen Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers 25-04-2019 Wat is mazelen? Virusinfectie morbellivirus Aerogene druppel verspreiding Primaire infectie

Nadere informatie

Groep B streptokokken en zwangerschap

Groep B streptokokken en zwangerschap Groep B streptokokken en zwangerschap In deze folder leest u meer over de bacterie groep B streptokok. Zwangere vrouwen hebben deze bacterie soms in de vagina (schede). Dat kan meestal geen kwaad, maar

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden

Nadere informatie

Vaccinatierapport Kind en Gezin

Vaccinatierapport Kind en Gezin Vaccinatierapport Kind en Gezin 2010 Erwin Van Kerschaver, wetenschappelijk adviseur-hoofdarts Ingrid Testelmans, stafmedewerker databeheer PGO Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Kind en

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen ernstige infectieziekten Bijna alle kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen ernstige infectieziekten. Daarom

Nadere informatie

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A, ook wel Mexicaanse griep genoemd, geeft

Nadere informatie

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde (BVK) ondersteunt deze sensibileringsbrochure. De BVK is een wetenschappelijke vereniging zonder winstoogmerk

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger.

Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger. Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger. Geachte Mevrouw, U kreeg deze informatiebrief van uw gynaecoloog omdat u recent, tijdens uw zwangerschap of bevalling, een ernstige

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Informatiebrief voor ouders

Informatiebrief voor ouders Informatiebrief voor ouders Titel van het onderzoek Eerste vaccinatie van prematuur geboren kinderen

Nadere informatie

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren Leen De Schuymer Algemeen Deze resultatenbundel is gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Leen De Schuymer. Dit

Nadere informatie

Gezondheidspromotie. Vaccinaties bij kinderen

Gezondheidspromotie. Vaccinaties bij kinderen Gezondheidspromotie Vaccinaties bij kinderen Vaccinaties bij kinderen Een uitgave van de Onafhankelijke Ziekenfondsen Sint-Huibrechtsstraat 19-1150 Brussel T 02 778 92 11 - F 02 778 94 04 gezondheidspromotie@mloz.be

Nadere informatie

TETRAVAC Geadsorbeerd difterie-, tetanus-, acellulair kinkhoest- en geïnactiveerd poliovaccin

TETRAVAC Geadsorbeerd difterie-, tetanus-, acellulair kinkhoest- en geïnactiveerd poliovaccin BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door voordat u uw kind laat vaccineren. - Bewaar deze bijsluiter totdat het vaccinatieprogramma is afgerond. Het kan nodig zijn om de bijsluiter nogmaals door

Nadere informatie

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER INFORMATIE VOOR DE PATIËNT EN TOESTEMMINGSFORMULIER Patiëntnummer: Studie: Multicentrisch onderzoek naar kanker tijdens de zwangerschap: registratiestudie, studie naar de psychologische impact van een

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP 1. Inleiding 2. Wat zijn groep B streptokokken (GBS)? 3. Hoe vaak komen GBS voor bij zwangeren? 4.

Nadere informatie

Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen

Nadere informatie

Groep-Bstreptokokken. zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Groep-Bstreptokokken. zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Groep-Bstreptokokken en zwangerschap Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Inleiding De groep-b-streptokok is een bacterie die bij veel zwangere vrouwen in de vagina (schede) aanwezig is. Meestal kan deze

Nadere informatie

Groep B-streptokokken en zwangerschap

Groep B-streptokokken en zwangerschap Groep B-streptokokken en zwangerschap GROEP B-STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP De groep B-streptokok is een bacterie die bij veel zwangere vrouwen in de vagina aanwezig is. Meestal kan deze bacterie geen

Nadere informatie

De OKIDOKI-3 studie. Dragerschap in de neus van kinderen

De OKIDOKI-3 studie. Dragerschap in de neus van kinderen De OKIDOKI-3 studie Dragerschap in de neus van kinderen Geachte ouders en verzorgers, Uw kind is gevaccineerd volgens het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Dit betekent dat het rond de leeftijd

Nadere informatie

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist 14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist GRIEPVACCINATIE VAN ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? 1. Griep quiz 2. Wat is seizoensgriep?

Nadere informatie

informatie om droes onder controle te houden

informatie om droes onder controle te houden informatie om droes onder controle te houden Wat is droes? Droes is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus equi. Droes kan voorkomen bij paarden en pony s van elke

Nadere informatie

Testen op hiv tijdens de zwangerschap

Testen op hiv tijdens de zwangerschap Testen op hiv tijdens de zwangerschap Ziekenhuis Gelderse Vallei In deze brochure wordt informatie gegeven over HIV, de ziekte AIDS en mogelijke behandelingen. Er wordt besproken wat een HIV-test is en

Nadere informatie

De mensheid lijdt het meest. Door vaccinaties? Infectieziekten?

De mensheid lijdt het meest. Door vaccinaties? Infectieziekten? De mensheid lijdt het meest Door vaccinaties? Infectieziekten? Corien Heemstra, huisarts in Veldhoven belangenverstrengeling: eenmalig betaald een praatje gehouden voor het personeel van MSD Kees Verduin,

Nadere informatie

Vaccinatie voor asielzoekers. Provinciehuis 19 januari 2016

Vaccinatie voor asielzoekers. Provinciehuis 19 januari 2016 Vaccinatie voor asielzoekers Provinciehuis 19 januari 2016 Agenda 1. Partners aan tafel 2. Probleemstelling 3. Doelstelling 4. Vlaamse aanbevelingen en richtlijnen 5. Doelgroepen 6. Regionale afspraken

Nadere informatie

Epidemiology of pertussis in the Netherlands and implications for future vaccination strategies de Greeff, S.C.

Epidemiology of pertussis in the Netherlands and implications for future vaccination strategies de Greeff, S.C. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Epidemiology of pertussis in the Netherlands and implications for future vaccination strategies de Greeff, S.C. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Het Rijksvaccinatie Programma

Het Rijksvaccinatie Programma Het Rijksvaccinatie Programma Hoe ziet het er uit? Wat zijn de problemen? Hoe pakt de Rijksoverheid die aan? Wat zijn de doelstellingen van het huidige programma? Wat is er nodig voor de toekomst? Nicoline

Nadere informatie

Workshop 1 Vaccinatie: bescherming van individu en maatschappij. moderator Marleen Finoulst

Workshop 1 Vaccinatie: bescherming van individu en maatschappij. moderator Marleen Finoulst Workshop 1 Vaccinatie: bescherming van individu en maatschappij moderator Marleen Finoulst Presentaties Adviezen Hoge Gezondheidsraad: Marc Van Ranst Individuele bescherming: antroposofische invalshoek:

Nadere informatie

direct contact indirect contact

direct contact indirect contact Wat is droes? Droes is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus equi. Droes kan voorkomen bij paarden en pony s van elke leeftijd en elk ras. Het meeste risico lopen:

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Bescherm je kind tegen infectieziekten Bescherm je kind tegen infectieziekten Bijna 95% van alle kinderen in Nederland is gevaccineerd tegen infectieziekten. Door betere hygiëne, een betere gezondheidszorg én door vaccinaties komt sterfte door

Nadere informatie