Het voorkómen van vrouwelijke genitale verminking in nederland Herziening van het Nederlandse beleid
|
|
- Jasper Smet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het voorkómen van vrouwelijke genitale verminking in nederland Herziening van het Nederlandse beleid Maartje Vissers ANR: Universiteit van Tilburg Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Begeleider: prof. mr. P. Vlaardingerbroek Datum: 9 april 2013
2
3 Het voorkómen van vrouwelijke genitale verminking in nederland Herziening van het Nederlandse beleid Maartje Vissers ANR: Universiteit van Tilburg Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Begeleider: prof. mr. P. Vlaardingerbroek Datum: 9 april 2013
4 Voorwoord Voor u ligt de masterscriptie aangaande het effectiever voorkómen van genitale verminking van in Nederland woonachtige minderjarige vrouwen. De masterscriptie is het resultaat van het onderzoek dat ik heb verricht in het kader van de opleiding Rechtsgeleerdheid met accent privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg. Voor het onderzoek is de civielrechtelijke aanpak van vrouwelijke genitale verminking in Nederland onder de loep genomen, als ook, ter vervollediging, de strafrechtelijke aanpak. De motivering voor mijn keuze voor het onderwerp meisjesbesnijdenis is dat ik het belangrijk vind dat er in Nederland onderzoek wordt gedaan naar ontoelaatbare culturele praktijken en schendingen van de vrouw en het kind. Vrouwen en kinderen vormen een kwetsbare groep en ondanks dat er door de overheid en betrokken organisaties breeduit aandacht wordt besteed aan de aanpak van meisjesbesnijdenis, doet het fenomeen zich onder in Nederland wonende meisjes nog steeds voor. Ik heb de scriptie met veel enthousiasme geschreven, waarbij ik het onderzoek individueel en zelfstandig heb uitgevoerd. Daarbij het ik een plenair beeld gekregen van Vrouwelijke Genitale Verminking, ofwel meisjesbesnijdenis, in relatie tot het civiel recht en het strafrecht. Graag wil ik een aantal mensen persoonlijk bedanken voor hun bijdrage aan deze masterscriptie. Allereerst zijn dat mijn ouders, dhr. A. Vissers en mevr. M. van Summeren, voor hun steun en vertrouwen bij het schrijven van mijn scriptie en hun kritische commentaar op de hoofdstukken. Verder een persoonlijk woord van dank aan mijn scriptiebegeleider dhr. prof. mr. P. Vlaardingerbroek, voor de begeleidingsgesprekken die inspirerend waren en die mij tot nieuwe inzichten brachten. Dankzij hem heb ik deze masterscriptie kunnen schrijven. Tot slot gaat een woord van dank uit naar mijn tweede lezer mevr. mr. V.M. Smits, voor haar bijdrage aan mijn afstuderen. Utrecht, april 2013 Maartje Vissers
5 Lijst van afkortingen ABRvS AMK BJZ BW CEDAW EHRM EVRM FJR FSAN GGD Hof HR IVBPR IVESCR IVRK JGZ LHV KNMG KNOV Njb NVOG NVPC OM OTS PACE Rb. RvdK RVZ Sr Sv UVRM VGV VN-Vrouwenverdrag VOTS VWS Wet BIG WGBO WHO Wjz Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Bureau Jeugdzorg Burgerlijk Wetboek Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht Federatie Somalische Associaties Nederland Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gerechtshof Hoge Raad der Nederlanden Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Jeugdgezondheidszorg Landelijke Huisartsen Vereniging Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Geneeskunst Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Nederlands juristenblad Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie Openbaar Ministerie Ondertoezichtstelling Parliamentary Assembly of the Council of Europe Rechtbank Raad voor de Kinderbescherming Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Vrouwelijke Genitale Verminking Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen Voorlopige ondertoezichtstelling Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst World Health Organization Wet op de Jeugdzorg
6 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen I Inleiding 1 II Aard, omvang, sociaal-culturele en historische achtergronden 3 II.1 Typologie 3 II.2 Beweegredenen 3 II.3 Medische en psychische gevolgen 4 II.4 Omvang 4 II.5 Herkomst 6 II.6 Deelconclusie 7 III Bescherming tegen VGV op internationaal niveau 8 III.1 Standpunt internationale gemeenschap 8 III.2 De beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling 8 III.3 Het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit 10 III.4 Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind 12 III.5 Europese resoluties en internationale initiatieven 14 III.6 Deelconclusie 15 IV VGV op nationaal niveau 16 IV.1 VGV onder het Nederlandse beleid 16 IV.1.1 Standpunt Nederlandse regering 16 IV.1.2 Tweesporenbeleid 17 IV Preventief beleid 17 IV Repressief beleid 18 IV.2 Civielrechtelijke mogelijkheden om VGV te voorkómen 19 IV.2.1 Kindermishandeling 19 IV.2.2 Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling 20 IV Een vermoeden van een dreigende VGV 21 IV Een vermoeden van een voltooide VGV 22 IV Koppeling met de praktijk 22 IV.2.3 De Raad voor de Kinderbescherming 23 IV Kinderbeschermingsmaatregelen 23
7 IV Ondertoezichtstelling 24 IV Ontheffing 25 IV Ontzetting 26 IV Voorlopige ondertoezichtstelling en voorlopige voogdij 26 IV Aangifte 27 IV Koppeling met de praktijk 28 IV.3 Strafbaarstelling van VGV en de preventieve werking 28 IV.3.1 Artikel Wetboek van Strafrecht 28 IV.3.2 Specifieke strafbaarstelling VGV 29 IV.3.3 Artikel 436 Wetboek van Strafrecht 30 IV.3.4 Medisch tuchtrecht 30 IV.3.5 Extraterritoriale rechtsmacht 31 IV.3.6 Verjaringstermijn 32 IV.3.7 Preventieve werking 32 IV.4 De Nederlandse en de internationale praktijk 32 IV.4.1 Overeenstemming met internationale verdragen 32 IV.4.2 De rechtstreekse werking van verdragsbepalingen 34 IV.4.3 Internationale toezichthoudende instanties 34 IV.5 Deelconclusie 36 V Problemen en oplossingen bij de inzet van preventief en repressief beleid om VGV te voorkómen 37 V.1 Inleiding 37 V.2 Korte termijn 37 V.2.1 Meldingsbereidheid bij een dreigende en voltooide VGV 37 V Meldcode voor professionals 37 V Meldplicht voor professionals met beroepsgeheim 38 V.2.2 Maatregel van opgroeiondersteuning bij een dreigende VGV 42 V.2.3 Signalering van een voltooide VGV 43 V Verplichte lichamelijke controle bij meisjes uit risicogroepen 43 V Vrijwillig periodiek lichamelijk onderzoek bij alle kinderen 44 V.2.4 Aangiftebereidheid AMK bij een voltooide VGV 46 V.2.5 Strafrechtelijke opsporing en vervolging van een voltooide VGV 48 V Bewijsproblemen 48 V De vervolgingsbeslissing 51 V De strafeis 51
8 V.3 Lange termijn 52 V.3.1 Bestendige attitudeverandering 52 V.3.2 Symbolische alternatieven 54 V.4 Deelconclusie 55 VI Conclusies en aanbevelingen 57 VI.1 Conclusies 57 VI.2 Aanbevelingen 61 Bronnenlijst 63
9 I Inleiding De heersende opvatting in Somalië is dat er slechte dingen tussen de benen van een meisje zitten, delen van ons lichaam waarmee we geboren zijn maar die toch onrein zijn. ( ) De daadwerkelijk details van de rituele besnijdenis blijven een mysterie: deze worden nooit uitgelegd. ( ) Op geen enkele manier kan ik uitleggen hoe dit voelt. Het is alsof iemand in het vlees van je dijbeen aan het snijden is of je arm eraf snijdt, met het verschil dat dit de gevoeligste plek van je lichaam is (Waris Dirie). 1 Als gevolg van migratie zijn verschillende culturele tradities en praktijken geïntroduceerd in de Nederlandse samenleving. Eén van die culturele praktijken is meisjesbesnijdenis, dat haaks staat op de universele en Nederlandse normen en waarden. 2 Uit internationale verdragsbepalingen vloeit voort dat de Nederlandse staat alle doeltreffende en passende maatregen dient te nemen teneinde Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) te voorkómen en te bestrijden. De Nederlandse regering heeft zich in 1993 op het standpunt gesteld dat VGV onaanvaardbaar is binnen de Nederlandse rechtsorde. VGV is sindsdien strafbaar als vorm van mishandeling (artikel Wetboek van Strafrecht). 3 Besnijdenissen onder in Nederland wonende meisjes komen echter nog geregeld voor. Naar schatting lopen tussen de 40 en 50 meisjes jaarlijks een risico om te worden besneden. 4 De genitale verminking van in Nederland woonachtige minderjarige vrouwen dient dan ook op een méér effectieve wijze te worden voorkómen, nu de genitaliën van meisjes door de ingreep onomkeerbaar worden beschadigd met grote kans op lichamelijke en psychische complicaties. Er dient echter ook aandacht te worden besteed aan de strafrechtelijke handhaving van het wettelijk verbod, omdat van de handhaving een generale preventie uitgaat voor toekomstige gevallen en op die manier uiteindelijk eveneens een bijdrage wordt geleverd aan het voorkómen van VGV. In deze scriptie in de masterfase van de opleiding Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht is onderzocht hoe het huidige Nederlandse beleid gericht op de aanpak van VGV zodanig kan worden verbeterd dat genitale verminking van in Nederland woonachtige minderjarige vrouwen op een méér effectieve wijze kan worden voorkómen dan momenteel het geval is. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Hoe kan het Nederlandse beleid gericht op de aanpak van Vrouwelijke Genitale Verminking zodanig worden verbeterd dat genitale verminking van in Nederland woonachtige minderjarige vrouwen op een meer effectieve wijze wordt voorkómen? Daartoe is het huidige Nederlandse beleid beoordeeld, waarbij is gekeken naar de civielrechtelijke mogelijkheden die de Nederlandse wet biedt om VGV te voorkómen en naar de strafbaarstelling van VGV in Nederland en de preventieve werking die daar vanuit gaat. Ook is bij de beoordeling van het Nederlandse beleid de internationale praktijk betrokken. Onderzocht is of de Nederlandse praktijk ten aanzien van VGV in overeenstemming is met internationale wet- en regelgeving. 1 Dirie 1998, p Kool 2005, p Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking 2005 (beleidsadvies), p Exterkate 2013, p. 19.
10 Uiteindelijk zijn de problemen bij de inzet van preventief en repressief beleid om VGV te voorkómen in kaart gebracht en zijn oplossingen aangedragen ter verbetering van het huidige beleid. In deze masterscriptie wordt gesproken over Vrouwelijke Genitale Verminking. Daarmee wordt aangesloten bij de internationaal gehanteerde term Female Genital Mutilation. Deze term is bepaald geen verzachtende benaming voor een eeuwenoude culturele traditie, maar naar mijn mening terecht gezien het (zwaar) lichamelijk letsel dat wordt toegebracht met zeer ernstige en uitgebreide mogelijke medische en psychische gevolgen. Daarnaast zal ook een enkele keer de term meisjesbesnijdenis worden gebezigd, om zichtbaar te laten dat de besnijdenis doorgaans plaatsvindt bij minderjarige meisjes. Overeenkomstig de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) worden alle vormen van meisjesbesnijdenis in Nederland als mishandeling aangemerkt. Daarentegen is de besnijdenis van jongens niet strafbaar gesteld. Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft zich in 2011 op het standpunt gesteld dat er bij de besnijdenis van jongens geen aanleiding tot een verbod is, omdat er bij jongensbesnijdenis indien de ingreep correct wordt uitgevoerd geen negatieve gevolgen voor lichamelijk en psychisch functioneren zijn. 5 Ten aanzien van dit standpunt zijn evenwel kritische geluiden geweest. 6 7 Dergelijk onderzoek naar de aanvaardbaarheid van jongensbesnijdenis gaat het bestek van deze scriptie echter te buiten. In hoofdstuk II wordt een beschrijving gegeven van de aard en omvang van VGV en van de sociaalculturele en historische achtergronden, waarbij achtereenvolgens aan bod komen: de typologie, de beweegredenen, de medische en psychische gevolgen, de omvang en de herkomst. Vervolgens wordt onderzocht of de Nederlandse praktijk ten aanzien van VGV in overeenstemming is met de internationale wet- en regelgeving. Daartoe wordt in hoofdstuk III allereerst gekeken hoe de bescherming van VGV is geregeld in internationale wet- en regelgeving. Daarna wordt in hoofdstuk IV het huidige Nederlandse beleid onder de loep genomen, waarbij wordt gekeken naar de civielrechtelijke mogelijkheden die de Nederlandse wet biedt om VGV te voorkómen en naar de strafbaarstelling van VGV in Nederland en de preventieve werking die daar vanuit gaat. Vervolgens wordt beoordeeld of de Nederlandse praktijk in overeenstemming is met de internationale wet- en regelgeving. In hoofdstuk V worden de problemen uiteengezet waarop de Nederlandse overheid stuit bij de inzet van preventief en repressief beleid om VGV bij in Nederland woonachtige minderjarige vrouwen effectief te voorkómen en worden daarvoor oplossingen aangedragen. Tot slot volgen in hoofdstuk VI de conclusies en de aanbevelingen van het onderzoek. 5 Aanhangsel van de Handelingen II, , 406, p.2. 6 Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking 2005 (beleidsadvies), p KNMG 2010, p. 4.
11 II Aard, omvang, sociaal-culturele en historische achtergronden II.1 Typologie Vrouwelijke genitale verminking ofwel meisjesbesnijdenis is het deels of compleet verwijderen van het vrouwelijke geslachtsdeel alsmede elke verwonding aan het vrouwelijke geslachtsdeel om culturele, religieuze of andere niet-therapeutische redenen. 8 De WHO definieert vier verschillende typen 9 : Type I De gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris en/of de voorhuid (clitoridectomie). Type II De gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen (excisie). Type III Het vernauwen van de vaginale opening door het wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris (infibulatie of faraonische besnijdenis). Type IV Alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen om nietmedische redenen, zoals prikken, piercing, kerven, schrapen en wegbranden. De keuze voor een bepaald type hangt af van het land, de bevolkingsgroep en de besnijd(st)er. 10 In veel gevallen wordt VGV uitgevoerd door een besnijd(st)er met traditionele ruwe instrumenten en zonder verdoving. Daarnaast is de ingreep vaak verre van steriel. In de meer welvarende gebieden wordt VGV inmiddels in toenemende mate uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Zo vindt in Egypte de meerderheid van de VGV s in een ziekenhuis plaats. De persoon die de VGV uitvoert, verschilt sterk per bevolkingsgroep. In veel gevallen is dit een oude vrouw uit een bepaalde kaste, maar de ingreep kan ook worden uitgevoerd door anderen, zelfs door mannen. 11 II.2 Beweegredenen Ouders hebben een palet aan redenen om hun dochters te laten besnijden, variërend per land, regio en bevolkingsgroep. 12 Vaak wordt meisjesbesnijdenis gezien als een ritueel dat de banden binnen een gemeenschap versterkt. Het bevordert de identificatie met een cultuur of bevolkingsgroep. 13 Collectiviteit is een belangrijke factor: omdat alle anderen hun dochter laten besnijden, is een ieder gedwongen om mee te doen. Ouders zien besnijdenis als een manier om de toekomst van hun dochter veilig te stellen. Het biedt haar de kans op een goed huwelijk. Naast het vergroten van de huwelijkskansen en het 8 WHO 2008, p WHO 2008, p Pharos 2011, p Nijboer e.a. 2010, p Exterkate 2013, p Demoor e.a. 2005, p. 74.
12 beschermen van de maagdelijkheid van het meisje, geeft het haar ook status in de gemeenschap. 14 Meisjesbesnijdenis is een overgangsritus waarbij het meisje haar vrouwelijke identiteit krijgt. 15 Als gangbare opvatting geldt dat een geïnfibuleerde vrouw mooi is. Soms wordt geloofd dat besneden vrouwen vruchtbaarder zijn, dat de clitoris in de weg zit bij de geboorte van een kind en dat de clitoris het kind zelfs ziek kan maken. 16 Veel meisjes zien de besnijdenis als iets vanzelfsprekends en ervaren trots na de ingreep. De pijn nemen zij daarbij voor lief. Een meisje dat niet besneden wordt, wordt in de culturen waar VGV plaatsvindt, beschouwd als onrein, maakt de familie te schande, wordt doorgaans uitgestoten en heeft minder kans op een huwelijk. 17 II.3 Medische en psychische gevolgen De ingreep zelf is voor meisjes zeer traumatisch en kan vele complicaties veroorzaken, waaronder bloedingen, beschadigingen van de urinebuis, kans op infectie (locaal, maar ook HIV, hepatitis en tetanus), shock en zelfs overlijden. Wanneer de ingreep zonder verdoving plaatsvindt, ervaart het meisje extreme pijn. Latere complicaties kunnen zeer uitgebreid en divers zijn. Mogelijke medische gevolgen van de besnijdenis zijn menstruatieklachten en moeilijke en/of pijnlijke urinelozing, chronische pijn en infecties van blaas, vagina, nieren en inwendige geslachtsorganen, moeizame en pijnlijke seksuele gemeenschap en bevalling en spontane abortus. 18 De medische gevolgen van VGV zijn afhankelijk van de aard van de besnijdenis, de deskundigheid van de besnijd(st)er, de hygiënische omstandigheden waaronder de besnijdenis wordt uitgevoerd en de medewerking en de gezondheidstoestand van het meisje. 19 Veel meisjes ontwikkelen na de besnijdenis psychische klachten, waaronder angst voor seksualiteit, posttraumatische stressstoornissen en angst en depressie. 20 Seksuele problemen die kunnen ontstaan, zijn onder andere frigiditeit als gevolg van pijn en het niet kunnen hebben van een clitoraal of vaginaal orgasme. 21 II.4 Omvang VGV vindt meestal plaats bij meisjes tussen de 4 en 12 jarige leeftijd, maar soms wordt een paar dagen na de geboorte al besneden. Ook tot vlak voor het huwelijk kan VGV nog plaatsvinden. De leeftijd hangt af van de lokale tradities en omstandigheden. 22 Migratie kan bijdragen aan besnijdenis op een latere leeftijd dan in de etnische groepering gebruikelijk is. 23 Redenen hiervoor zijn onder andere dat de ouders niet 14 Pharos 2011, p Demoor e.a. 2005, p Nijboer e.a. 2010, p Pharos 2011, p Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking 2005 (beleidsadvies), p Demoor e.a. 2005, p Pharos 2011, p Mazdoembaks 2009, p WHO 2008, p Pharos 2011, p. 6.
13 eerder de gelegenheid hebben gehad om hun dochter naar het buitenland te sturen voor de ingreep en omdat een meisje het ritueel op latere leeftijd beter begrijpt en geheim kan houden. 24 Volgens een schatting van de WHO zijn wereldwijd tussen de 100 en 140 miljoen meisjes en vrouwen besneden en lopen er jaarlijks 3 miljoen meisjes het risico om een genitale verminking te ondergaan. 25 VGV komt voor bij verschillende etnische groepen in 28 Afrikaanse landen, in een aantal landen in het Nabije Oosten (onder andere Jemen) en in Azië (onder andere de Koerdische regio in Noord-Irak, Indonesië, Maleisië en India). Daarnaast zijn er verhalen bekend over meisjesbesnijdenis in Colombia, Peru, Oman en Sri Lanka, maar deze kunnen niet worden onderbouwd In sommige landen wordt minder dan twintig procent van de meisjes besneden, zoals in Ghana, Togo, Tanzania en Niger. In andere landen vindt genitale verminking plaats bij meer dan negentig procent van de meisjes, zoals in Somalië, Egypte en Soedan. 28 Bij ongeveer negentig procent van de meisjes vindt een Type I, II of IV-verminking plaats. Type III, de meest ingrijpende vorm van VGV, wordt veelal toegepast in Somalië en Noord-Soedan. Door de komst van verschillende bevolkingsgroepen die zich in Nederland gevestigd hebben sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, kwam de Nederlandse samenleving met meisjesbesnijdenis in aanraking. De migrantengroepen komen hoofdzakelijk uit Afrika, met name uit Somalië, Egypte, Nigeria, Ghana, Ethiopië, Soedan en Siërra Leone. 29 Hoeveel in Nederland wonende meisjes afkomstig uit risicolanden een besnijdenis ondergaan is niet met zekerheid te zeggen. 30 Om een totaalbeeld te krijgen van de omvang van VGV in Nederland heeft Pharos in 2012, met financiering van het Ministerie van VWS, onderzoek verricht naar het aantal in Nederland wonende meisjes dat het risico loopt om besneden te worden. In Nederland waren er op 1 januari 2012 ongeveer meisjes in Nederland woonachtig, die afkomstig waren uit risicolanden (tussen de 0 en 20 jaar). Op basis van het onderzoek kwam naar voren dat naar schatting tussen de 40 en 50 in Nederland woonachtige meisjes jaarlijks het risico lopen op VGV. Ongeveer 80% van deze meisjes is afkomstig uit Somalië en Egypte. Daarbij werd opgemerkt dat het risico voor een gedeelte van de meisjes pas reëel wordt wanneer zij het land van herkomst bezoeken. 31 Onderzoek van de Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking in 2004 wees uit dat er geen indicaties zijn dat infibulatie, de meest ernstige vorm van besnijdenis, nog wordt toegepast bij meisjes in ons land. Over het voorkomen van andere vormen van VGV in Nederland, gingen wel geruchten. Verder 24 Kramer e.a. 2005, p WHO 2008, p Kramer e.a. 2005, p Pharos 2011, p Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking 2005 (beleidsadvies), p Van Burik & Persoon 2009, p Pharos 2011, p Exterkate 2013, p. 19.
14 werd het aannemelijk geacht dat besnijdenissen plaatsvinden tijdens reizen naar het land van herkomst, naar bepaalde Arabische landen of naar Groot-Brittannië, waar veel Afrikaanse artsen werken. 32 De frequentie van genitale verminking ligt in Nederland lager dan in de landen van herkomst van de verschillende migrantengroepen. Dit wil echter niet zeggen dat er al sprake is van een stevig verankerde en bestendige attitudeverandering. De ouders van de meisjes lijken geen voorstander meer te zijn van infibulatie, maar over het uitvoeren van andere vormen bestaat nog veel aarzeling, zeker als terugkeer naar het land van herkomst nog optioneel is. 33 II.5 Herkomst Over de herkomst van VGV bestaat geen zekerheid. Sommige onderzoekers stellen dat het ritueel zijn oorsprong zou vinden in het oude Egypte, omdat er Egyptische mummies zijn gevonden die sporen van genitale verminking vertonen, of dat het is ontstaan binnen bepaalde etnische groepen in Afrika, als onderdeel van puberteitsrites Vaak wordt meisjesbesnijdenis echter gekoppeld aan de islam. In de Koran wordt meisjesbesnijdenis evenwel niet genoemd en de verminking van een levend wezen wordt erin verboden. Ook komt meisjesbesnijdenis in veel islamitische landen niet voor. Daarnaast zijn er in Afrika ook christenen en joden die het ritueel toepassen. 36 Waarschijnlijk is het een pre-islamitisch, -joods en -christelijk gebruik, dat in sommige gebieden verweven is geraakt met het geloof. 37 Overigens werd in Europa nog tot de eerste helft van de twintigste eeuw clitoridectomie - het wegsnijden van de clitoris gepraktiseerd bij hysterie, lesbische homoseksualiteit, epilepsie en masturbatie. Voorstanders van meisjesbesnijdenis voeren als belangrijk motief voor het handhaven van de besnijdenis aan dat het volgens een islamitische hadith sunna is om je dochter te besnijden. Een hadith is een mondelinge overlevering van de Profeet Mohammed - een interpretatie van de leefregels uit de Koran om allerlei situaties en levensproblemen op te lossen - die na zijn dood op schrift is gesteld. Sunna betekent voorbeeldig gedrag volgens de Profeet en omvat datgene wat de Profeet heeft gezegd, gedaan of anderen heeft toegestaan. De Profeet maakte voor het eerst mee dat een jong meisje besneden werd door een zekere Oemm Attiya en hij drukte zijn verwondering hierover uit met de woorden Raak aan, maar haal niets weg, ook wel geïnterpreteerd als Snij niet te diep. Omdat hadiths mondeling werden overgeleverd, voordat ze op schrift werden gesteld, kunnen zij onbetrouwbaar zijn. Nu van deze uitspraak zeer verschillende interpretaties bestaan, wordt de overlevering door sommige imams gezien als een zwakke 32 Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking 2005 (beleidsadvies), p Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking 2005 (beleidsadvies), p. 5, 6 en Vloeberghs e.a. 2010, p Demoor e.a. 2005, p Nijboer e.a. 2010, p Pharos 2011, p Vloeberghs e.a. 2010, p Mazdoembaks 2009, p. 13.
15 hadith, waardoor het niet logisch is deze te volgen. 40 Het Hoog Gerechtshof in Egypte bevestigde in 1997 nog eens dat de islam VGV niet voorschrijft en in 2006 heeft de hoogste islamitische geestelijke op een internationale conferentie gehouden te Caïro een fatwa uitgesproken tegen VGV. II.6 Deelconclusie VGV wordt gedefinieerd als de ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen van meisjes zonder dat daar een medische noodzaak voor is. De WHO onderscheidt daarbij vier typen. De keuze voor een bepaald type hangt af van het land, de bevolkingsgroep en de besnijd(st)er. In veel gevallen wordt de ingreep uitgevoerd met ruwe instrumenten, zonder verdoving en in onhygiënische omstandigheden. Over de herkomst van VGV bestaat geen zekerheid. Naar alle waarschijnlijkheid is het een pre-islamitisch, -joods en -christelijk gebruik, dat in sommige gebieden verweven is geraakt met het geloof. Voor het ritueel zijn verschillende beweegredenen te noemen. Zo verkrijgt het meisje status binnen de gemeenschap en vergroot het haar huwelijkskansen. De medische en psychische gevolgen van VGV kunnen echter zeer ernstig en uitgebreid zijn. VGV vindt doorgaans plaats tussen de 4 en 12 jarige leeftijd. Het ritueel wordt gepraktiseerd binnen verschillende etnische groeperingen in Afrika, Azië en het Nabije Oosten. Het percentage meisjes dat wordt besneden, verschilt sterk per land. Wereldwijd gaat het om circa miljoen meisjes. Door migratie kwam de Nederlandse samenleving in de jaren 80 met meisjesbesnijdenis in aanraking. Hoeveel meisjes in Nederland VGV ondergaan is niet met zekerheid te zeggen. Onderzoek in 2012 wijst uit dat naar schatting ieder jaar tussen de 40 en 50 meisjes die in Nederland wonen, worden besneden. De frequentie van VGV ligt in Nederland lager dan in de landen van herkomst. Dat wil echter niet zeggen dat er al sprake is van een stevig verankerde en solide attitudeverandering. In hoofdstuk III wordt gekeken hoe de bescherming van VGV is geregeld in internationale wet- en regelgeving, waarbij onder andere de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling en het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit aan bod komen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, vanwege de specifiek op kinderen toegespitste rechten. 40 Nienhuis e.a. 2007, p Mazdoembaks 2009, p Pharos 2006,
16 III Bescherming tegen VGV op internationaal niveau III.1 Standpunt internationale gemeenschap Vanuit mensenrechtelijk perspectief wordt VGV gezien als een vorm van huiselijk geweld, meer specifiek als een vorm van kindermishandeling, die is terug te voeren op seksegebonden maatschappelijke verhoudingen. Er bestaat binnen de internationale gemeenschap overeenstemming over de noodzaak om álle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes uit te bannen. 43 Gedurende lange tijd was de heersende gedachte binnen het mensenrechtendiscours dat huiselijk geweld tegen vrouwen en meisjes een privéaangelegenheid was en geen mensenrechtenkwestie. Mensenrechten waren bedoeld om het individu te beschermen tegen machtsmisbruik door de overheid. Deze zienswijze is in de loop der tijd veranderd in de gedachte dat de overheid niet alleen de plicht heeft bescherming te bieden tegen schendingen van mensenrechten in de openbare sfeer, maar ook tegen schendingen in de privésfeer. 44 III.2 De beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling De internationale consensus over het bestrijden van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes vindt zijn grondslag in het non-discriminatiegebod. Vrouwen en meisjes behoren op gelijke voet met mannen aanspraak te kunnen maken op mensenrechten. Bij inbreuken hierop, voortvloeiende uit maatschappelijk ongelijke verhoudingen, dienen zij van overheidswege bescherming te krijgen. 45 De normstelling is vastgelegd in diverse verdragen en afgeleide bronnen. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) (1948) verklaart in artikel 1 UVRM dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren. Vervolgens bepaalt artikel 2 UVRM dat een ieder aanspraak heeft op alle rechten en vrijheden die in de Verklaring zijn opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, afkomst, geslacht, godsdienst of geboorte. Beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling zijn verder te vinden in de artikelen 2, 3 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten (IVBPR) (1966) en in de artikelen 2 en 3 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) (1966). Ook het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) (1950) kent een verbod van discriminatie in artikel 14. In 1979 is het Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen (VN- Vrouwenverdrag) tot stand gekomen, dat specifiek is gericht op het uitbannen van discriminatie van vrouwen. Het VN-Vrouwenverdrag geeft een concretere invulling aan het recht van vrouwen op gelijke 43 Kool e.a. 2005, p Boerefijn 2006, p. 6, Kool e.a. 2005, p. 15.
17 behandeling dan is gedaan in de algemene mensenrechtenverdragen. 46 In artikel 1 VN-Vrouwenverdrag is een definitie van discriminatie van vrouwen vastgelegd, waaronder wordt verstaan: elke vorm van onderscheid, uitsluiting of beperking op grond van geslacht, die tot gevolg of tot doel heeft de erkenning, het genot of de uitoefening door vrouwen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, op het terrein van de burgerrechten of welk ander gebied dan ook, ongeacht hun huwelijkse staat, op de grondslag van gelijkheid van mannen en vrouwen aan te tasten of teniet te doen. In de Algemene Aanbeveling nr. 19 stelt het toezichthoudende Comité voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen (CEDAW) dat de definitie van artikel 1 ook gender-based violence (seksespecifiek geweld) omvat. 47 Nu VGV een vorm van seksespecifiek geweld is, valt het fenomeen onder de definitie van artikel 1 VN-Vrouwenverdrag. Derhalve dient VGV door verdragsstaten te worden uitgebannen, om zo de positie van de vrouw in de samenleving te verbeteren. De verdragsstaten komen ingevolge artikel 2 VN-Vrouwenverdrag overeen onverwijld met alle passende middelen een beleid te volgen gericht op de uitbanning van discriminatie. Daarbij verbinden zij zich onder andere tot doel om alle passende maatregelen te nemen om discriminatie van vrouwen door personen uit te bannen en alle passende maatregelen, waaronder wetgevende, te nemen om bestaande gebruiken en praktijken die discriminatie van vrouwen inhouden af te schaffen (respectievelijk artikel 2 sub e en artikel 2 sub f VN-Vrouwenverdrag). De reikwijdte van het VN-Vrouwenverdrag is niet beperkt tot de in het Verdrag erkende rechten, zoals bij de andere mensenrechtenverdragen in beginsel wel het geval is. Artikel 1 VN-Vrouwenverdrag heeft een onbeperkt bereik. Tevens is met de instelling van het CEDAW gewaarborgd dat het toezicht op de naleving van de rechten vastgelegd in het VN-Vrouwenverdrag in handen is van deskundigen op het gebied van discriminatie van vrouwen. 48 De beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling stellen eisen aan het handelen van de staat ten opzichte van haar burgers, zowel voor wat betreft de inhoud van wetgeving als voor wat betreft de toepassing daarvan. 49 Naast de negatieve verplichting voor staten om zich van discriminatie van vrouwen te onthouden, hebben zij een positieve verplichting om maatregelen te nemen teneinde discriminatie van vrouwen uit te bannen. Presteert de staat onvoldoende bij het bestrijden van geweld tegen vrouwen, dan is het recht op gelijkheid voor de wet en gelijke bescherming door de wet geschonden. Maatstaf om de inspanningen van de verdragsstaten te meten is de zogenaamde due diligence -toets. De verdragsstaat heeft de verplichting alle maatregelen te treffen die, gelet op de omstandigheden, mogen worden verwacht teneinde schendingen te voorkomen en adequaat op te treden in geval van een schending, door te onderzoeken wie verantwoordelijk is en die persoon vervolgens te berechten en te bestraffen Boerefijn, 2006, p CEDAW 1992, 48 Boerefijn 2006, p Loenen 1998, p Boerefijn 2006, p
18 In het kader van VGV heeft het CEDAW in de Algemene Aanbeveling nr. 14 aan verdragsstaten de aanbeveling gedaan om alle passende en doeltreffende maatregelen te nemen met als doel VGV uit te bannen. 51 Daarbij is het CEDAW de mening toegedaan dat het nemen van preventieve maatregelen en strafbaarstelling van VGV een bijdrage kunnen leveren aan het bestrijden van deze vorm van geweld tegen vrouwen Hoewel aanbevelingen van het CEDAW voor verdragsstaten niet juridisch bindend zijn, worden zij wel als zwaarwegend beschouwd bij de besluitvorming. 54 De beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling vervullen ook een belangrijke rol binnen horizontale relaties tussen burgers onderling. 55 In toenemende mate wordt horizontale werking aan het gelijkheidsbeginsel verleend. Dit komt onder andere door de toepassing van algemene normen van gelijke behandeling op burgers onderling. 56 Zo gaan zowel het Comité voor de Rechten van de Mens als verscheidene nationale uitspraken uit van een horizontale werking van het gelijkheidsbeginsel vervat in artikel 26 IVBPR. 57 Desalniettemin verdient opmerking dat gelijkheids- en non-discriminatiebepalingen in eerste instantie tot de overheden zijn gericht en doorgaans pas volledige horizontale werking hebben indien zij in nadere nationale wet- en regelgeving zijn uitgewerkt en geconcretiseerd. 58 III.3 Het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit Binnen een democratische rechtsstaat behoort in beginsel aan iedereen een zekere ruimte te worden gegund voor het recht op culturele zelfbeschikking. Het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit is niet per definitie onverenigbaar met het recht op diversiteit, tot uitdrukking gebracht in het recht op een eigen religieuze of culturele identiteit. Vanuit de internationale rechtsgemeenschap wordt VGV echter nadrukkelijk verworpen. Waar het gaat om VGV dient het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit en het daarmee samenhangende recht op gezondheid en recht op leven dan ook te prevaleren. Er is geen ruimte voor een beroep op het recht op culturele zelfbeschikking. 59 Dit blijkt onder andere uit de VN- Verklaring inzake de uitbanning van geweld tegen vrouwen (1993), waarin uit artikel 4 voortvloeit dat tradities, gewoontes en religieuze overwegingen door staten niet mogen worden ingeroepen om geweld tegen vrouwen te rechtvaardigen. In het UVRM is geen specifieke bepaling opgenomen over de bescherming van vrouwen en meisjes tegen geweld, waaronder VGV. Wel beschermt het UVRM de onschendbaarheid van het individu. Artikel 3 51 CEDAW 1990, 52 United Nations 1998, p CEDAW 2000, sim.law.uu.nl/sim/caselaw/uncom.nsf/804bb175b68baaf7c125667f004cb333/d ecf2 7b65c12568c ?OpenDocument. 54 HR 9 april 2010, LJN BK Hendriks 1999, p Loenen 1998, p Lemmens e.a. 2005, p Hendriks 1999, p Kool e.a. 2005, p
19 UVRM bepaalt dat een ieder recht heeft op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Daarnaast beschermt zij ingevolge artikel 5 UVRM het recht om niet onderworpen te worden aan wrede, onmenselijke of onterende behandelingen. Artikel 3 en 5 UVRM hebben directe relevantie, nu er bij VGV sprake is van een wrede, onmenselijke en onterende behandeling, welke kan leiden tot diverse medische en psychische complicaties en zelfs de dood ten gevolge kan hebben. Ook in andere verdragen zijn artikelen opgenomen die een basis vormen om VGV te veroordelen. In het IVBPR zijn het recht op leven en het verbod van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling vervat in de artikelen 6 en 7. Het Comité voor de Rechten van de Mens gaat er daarbij vanuit dat ook handelingen door private actoren een schending op kunnen leveren van artikel 7 IVBPR. 60 Ook het EVRM kent deze beginselen in respectievelijk artikel 2 en artikel 3 EVRM. Op grond van artikel 1 EVRM hebben de verdragsstaten de verplichting aan een ieder die ressorteert onder haar rechtsmacht deze rechten te garanderen. Daarbij is het eveneens niet relevant of de wrede, onmenselijke of onterende bestraffingen uitgaan van de overheid of van private actoren. 61 Op grond van artikel 8 lid 1 EVRM dient de overheid een terughoudende opstelling te betrachten waar het gaat om interventie in de privésfeer. Inmenging is ingevolge artikel 8 lid 2 EVRM slechts toelaatbaar wanneer deze bevoegdheid bij de wet is voorzien, in een democratische samenleving noodzakelijk is en een legitiem belang dient, zoals bescherming van de gezondheid. Uit dit lid vloeit de positieve verplichting van de verdragsstaten voort hun burgers bescherming te bieden. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de inzet van het strafrecht. 62 In artikel 12 IVESCR is het recht op een lichamelijke en geestelijke gezondheid opgenomen. De verdragsstaten dienen daarbij maatregelen te nemen ter volledige verwezenlijking van dat recht, waaronder maatregelen die nodig zijn om te komen tot een gezonde ontwikkeling van het kind. Daarnaast is een beschermingsbepaling opgenomen in artikel 10 IVESCR, waarin is bepaald dat verdragsstaten bijzondere maatregelen dienen te nemen ter bescherming van kinderen. In het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie (1966) is in artikel 5 sub b opgenomen dat verdragsstaten het recht van een ieder, zonder onderscheid, op gelijkheid voor de wet dienen te verzekeren, in het bijzonder wat het recht op persoonlijke veiligheid en bescherming tegen geweld of lichamelijk letsel betreft, hetzij toegebracht door overheidsdienaren, hetzij door enig andere persoon, groep of instelling. 60 Human Rights Comité 1992, 61 EHRM 26 november 2002, zaak 33218/96, par (E. and Others/United Kingdom). 62 Kool e.a. 2005, p. 14.
20 III.4 Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) werd na jaren van moeizame onderhandelingen op 20 november 1989 unaniem door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen en trad op 2 september 1990 in werking. In het IVRK werden twee fundamentele ontwikkelingen tot uiting gebracht: de erkenning van het kind als volwaardig rechtssubject en de expressie dat kinderen dragers van mensenrechten zijn. 63 In het IVRK wordt het begrip kind in artikel 1 gedefinieerd als: ieder mens jonger dan achttien jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt. Omdat VGV voornamelijk plaatsvindt bij meisjes tussen de 4 en 12 jarige leeftijd, 64 vallen zij in beginsel onder de definitie zoals omschreven in artikel 1 IVRK. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging. Dit volgt uit artikel 3 IVRK. Gesteld zou kunnen worden dat traditionele en culturele praktijken, zoals meisjesbesnijdenis, in het belang van het kind zijn. Pas na de genitale ingreep krijgt het meisje haar vrouwelijke identiteit en status in de gemeenschap en is zij een volwaardige huwelijkskandidaat (zie II.2). Daarnaast bepaalt artikel 30 IVRK dat in verdragsstaten waarin minderheden voorkomen, het kind dat daartoe behoort niet het recht mag worden ontzegd samen met andere leden van zijn groep zijn cultuur te beleven. Meisjesbesnijdenis maakt in bepaalde gemeenschappen onderdeel uit van die cultuur. Desalniettemin zal deze opvatting binnen de internationale rechtsorde géén stand houden, nu meisjesbesnijdenis plaatsvindt om de ondergeschiktheid van de vrouw aan de man te markeren 65 en een ernstige inbreuk maakt op de lichamelijke integriteit van het meisje. De genitaliën worden door de ingreep onherstelbaar beschadigd en de mogelijke medische en psychische gevolgen kunnen zeer uitgebreid en complex zijn. Daarnaast heeft het meisje in beginsel geen zeggenschap over de besnijdenis en is zij in ieder geval niet in staat om toestemming te verlenen in verband met haar jeugdige leeftijd (handelingsonbekwaamheid). De vervangende toestemming van de ouders heeft hier geen betekenis, omdat deze het belang van het kind moet dienen. Bovendien dienen dergelijke interpretaties met betrekking tot het belang van het kind in overeenstemming te zijn met andere specifieke beschermingsbepalingen uit het IVRK. Daar waar zij in strijd komen met andere specifieke beschermingsbepalingen, dienen deze bepalingen te prevaleren. 66 Zo is in artikel 24 lid 3 IVRK bepaald dat de verdragsstaten alle doeltreffende en passende maatregelen dienen te nemen teneinde traditionele gebruiken die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen af te schaffen. VGV vormt een bedreiging voor de gezondheid van het meisje, nu de genitale ingreep allerlei 63 Boonen 2004, p Pharos 2011, p Wahedi 2012, p Rahman & Toubia 2000, p. 28.
21 mogelijke medische en psychische complicaties kan veroorzaken (zie II.3). Verdragsstaten dienen dan ook passende en doeltreffende maatregelen te nemen teneinde VGV uit te bannen. Naast het gebod in artikel 24 lid 3 IVRK bevat artikel 19 lid 1 IVRK het gebod voor verdragsstaten om alle passende wettelijke, bestuurlijke, sociale en opvoedkundige maatregelen te nemen om het kind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld. Ook dienen verdragsstaten maatregelen te nemen tegen verwaarlozing of nalatige behandeling, waarbij in het kader van VGV gedacht kan worden aan nalatigheid bij medisch noodzakelijke hersteloperaties. Andere bepalingen die relevant zijn bij het uitbannen van VGV, zijn onder andere artikel 2 IVRK (bescherming tegen discriminatie), artikel 4 IVRK (realiseren van de rechten in het Verdrag door verdragsstaten), artikel 6 IVRK (recht op leven), artikel 9 IVRK (scheiding van de ouders indien in het belang van het kind noodzakelijk), artikel 18 IVRK (ouderlijke verantwoordelijkheden), artikel 20 IVRK (bescherming van kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen verblijven) en artikel 24 IVRK (recht op gezondheid). Ter beoordeling van de vooruitgang die verdragsstaten maken bij het nakomen van de in het IVRK aangegane verplichtingen, is het Comité voor de Rechten van het Kind ingesteld. Het Comité stelt onder meer Landencommentaren op gericht aan verdragsstaten, waarin zij positieve ontwikkelingen vermeldt maar ook aanbevelingen doet. De aanbevelingen van het Comité zijn juridisch niet bindend. Verdragsstaten kunnen de Concluding Observations naast zich neerleggen. Punt van kritiek is dan ook dat de Landencommentaren als te vrijblijvend worden aangemerkt. 67 Doorgaans worden de aanbevelingen van het Comité echter wel serieus genomen vanwege het risico van negatieve publiciteit op internationaal niveau en zoveel mogelijk geïmplementeerd in beleid en wetgeving. Zo hebben Togo en Kenia naar aanleiding van Concluding Observations van het Comité wetgeving aangenomen die VGV verbiedt. Op 19 december 2011 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Derde Facultatief Protocol bij het IVRK aangenomen. Het Protocol voorziet in de mogelijkheid dat kinderen een klacht in kunnen dienen bij het Comité over schendingen van hun rechten. Het Protocol biedt een belangrijk nieuw instrument om schendingen van kinderrechten aan de orde te stellen. Inmiddels hebben twintig landen het Protocol ondertekend (de Nederlandse staat tot op heden nog niet). Het is echter moeilijk te voorspellen welke termijn gemoeid zal zijn met de ratificatie ervan. Voor inwerkingtreding zal aan het minimumvereiste van tien ratificaties voldaan dienen te worden Phillips 2012, p CRC 2002, p CRC 2007, p Phillips 2012, p. 92, 95.
22 III.5 Europese resoluties en internationale initiatieven In het kader van VGV riep resolutie 1247 van het Europees Parlement lidstaten in 2001 op tot meer voorlichting en training in nauwe samenwerking met de gemeenschappen en tot bescherming van de daadwerkelijke en potentiële slachtoffers van VGV. Daarbij was het Parlement van mening dat de autoriteiten van de lidstaten het recht moeten hebben om in te grijpen daar waar sprake is van een risico op genitale verminking van vrouwen. 71 Het Parlement verzocht de regeringen van de lidstaten onder andere om specifieke wetgeving inzake het verbod op VGV in te voeren en alle burgers te informeren over dit verbod op VGV. Daarnaast verzocht zij lidstaten de daders en medeplichtigen van VGV te vervolgen, met inbegrip van gevallen waarin een dergelijke ingreep in het buitenland is gepleegd, en daartoe specifieke termijnen vast te stellen. Ook deed het Parlement een oproep aan de lidstaten om voorlichtings- en bewustmakingscampagnes in te voeren en om jongeren te informeren over de gevolgen van VGV door middel van seksuele voorlichting op scholen. 72 In aanvulling hierop verzocht het Europees Parlement lidstaten in haar resolutie van 2009 (2008/2071) onder meer om er zorg voor te dragen dat daadwerkelijke en potentiële slachtoffers bescherming ontvangen door middel van juridische, administratieve, preventieve, educatieve en sociale maatregelen. In het bijzonder door de verspreiding van informatie over beschermingsmechanismen die beschikbaar zijn voor kwetsbare groepen. Verder verzocht zij lidstaten de preventie en bestrijding van het fenomeen te bevorderen via een correcte kennis ter zake onder professionals, opdat zij gevallen van VGV kunnen herkennen. Daarbij wees zij op de cruciale rol van nationale centra en instellingen voor wat betreft het nemen van preventieve maatregelen tegen VGV en achtte zij het noodzakelijk in lidstaten discussiefora te organiseren en samenwerking met niet-besneden vrouwen te bevorderen. Daarnaast verzocht zij de lidstaten om gezondheidswerkers, artsen en ziekenhuispersoneel te verplichten gevallen van VGV te melden bij de gezondheidsautoriteiten en/of de politie. Verder riep zij lidstaten op om voor de vervolging van personen specifieke regelgeving inzake VGV goed te keuren of alle personen die zich schuldig maken aan VGV in het kader van hun bestaande wetgeving te vervolgen. Ook drong zij er bij lidstaten op aan elke vorm van medicalisering, voorgesteld als tussenoplossing, met overtuiging af te wijzen. 73 Veel internationaal opererende organisaties ondernemen actie en steunen elkaar in de strijd tegen meisjesbesnijdenis, waaronder de Verenigde Naties, WHO, Unicef, Amnesty International en Defence for Children International. Er wordt informatiemateriaal ontwikkeld, onderzoek uitgevoerd en regeringen worden opgeroepen om beleid te ontwikkelen. Ook worden er conferenties gehouden om te discussiëren en om ervaringen uit te wisselen. De strijd wordt ondersteund door universele verdragen en afgeleide 71 Skaine 2005, p PACE 2001, 73 PACE 2009,
23 bronnen, die VGV veroordelen en mensenrechten in het algemeen of de rechten van vrouwen en kinderen in het bijzonder beschermen. 74 III.6 Deelconclusie Binnen de internationale gemeenschap bestaat consensus over het bestrijden van álle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes. Eén van de speerpunten daarbij vormt de uitbanning van VGV. Grondslag daarvoor zijn de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling. Deze beginselen zijn opgenomen in diverse verdragen, zoals in het UVRM, het EVRM en het VN-Vrouwenverdrag. De beginselen stellen eisen aan het handelen van de staat ten opzichte van haar burgers. Daarbij hebben staten een negatieve verplichting zich van discriminatie van vrouwen te onthouden en een positieve verplichting om maatregelen te nemen teneinde discriminatie van vrouwen te bestrijden. Daarnaast vervullen de beginselen in toenemende mate een rol binnen horizontale relaties tussen burgers onderling. Waar het gaat om VGV dient het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit te prevaleren boven het recht op culturele zelfbeschikking, om reden dat VGV vanuit de internationale rechtsgemeenschap nadrukkelijk wordt verworpen. Het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit en een beschermingsverplichting daartoe voor verdragsstaten is tot uiting gebracht in diverse verdragen, waaronder in het UVRM, IVBPR en het EVRM. In het IVRK zijn specifiek op kinderen toegespitste rechten opgenomen. Omdat VGV overwegend plaatsvindt bij meisjes tussen de 4 en 12 jarige leeftijd, vallen zij in beginsel onder de reikwijdte van het IVRK. Ten aanzien van VGV zijn met name de beschermingsbepalingen in artikel 19 lid 1 IVRK en artikel 23 lid 3 IVRK van belang. Hieruit vloeit voort dat verdragsstaten álle doeltreffende en passende maatregelen dienen te nemen om meisjes te beschermen tegen VGV. Op Europees niveau roepen resoluties 1247 en 2071 lidstaten op om maatregelen te nemen ter preventie en bestrijding van VGV. Ook ondernemen veel internationale organisaties actie in de strijd tegen VGV. De strijd wordt ondersteund door universele verdragen en afgeleide bronnen die VGV veroordelen en beschermingsverplichtingen bevatten. Geconcludeerd kan worden dat er in de internationale verdragen en andere bronnen voor verdragsstaten een duidelijke verplichting besloten ligt tot voorkoming en bestrijding van VGV. In hoofdstuk IV wordt onderzocht of de Nederlandse praktijk met betrekking tot de bescherming van minderjarige vrouwen tegen VGV in overeenstemming is met de in dit hoofdstuk behandelde internationale documenten. Alvorens hierop in te gaan worden achtereenvolgens behandeld: het huidige Nederlandse beleid ten aanzien van VGV, de civielrechtelijke mogelijkheden die de Nederlandse wet biedt om VGV te voorkómen en de strafbaarstelling van VGV in Nederland en de preventieve werking die daar vanuit gaat. 74 Nienhuis e.a. 2007, p. 38.
Presentatie FGM Congres huiselijke geweld en kindermishandeling. Ede Shamsa H. Said
Presentatie FGM Congres huiselijke geweld en kindermishandeling 11-11 11-2009 Ede Shamsa H. Said FGM FGM/Meisjesbesnijdenis Meisjesbesnijdenis is een verminking van de vrouwelijke genitaliën n in verschillende
Nadere informatieVoorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen
stuk ingediend op 1680 (2011-2012) Nr. 1 19 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Marijke Dillen, Gerda Van Steenberge en Linda Vissers en de heren Frank Creyelman, Filip Dewinter,
Nadere informatieFemale Genital Mutilation: het is niet altijd wat het lijkt! M. Caroline Vos Scholingsmiddag SFG 19 december 2013
Female Genital Mutilation: het is niet altijd wat het lijkt! M. Caroline Vos Scholingsmiddag SFG 19 december 2013 Opbouw voordracht Introductie Facts and Figures Medische gevolgen Psychosociale gevolgen
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling
Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling Onderbouwing De informatie en aanbevelingen in dit thema zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op formeel gedocumenteerde standpunten en protocollen vanuit
Nadere informatieMIJN OUDERS ZEGGEN NEE
Preventie meisjesbesnijdenis jeugdgezondheidszorg Deze folder is voor ouders die afkomstig zijn uit een land waar meisjesbesnijdenis voorkomt. Deze folder is ook beschikbaar in Engels, Frans, Arabisch
Nadere informatieBULLETIN. Vrouwelijke genitale verminking. www.igz.nl STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID. Gewijzigde tekst Den Haag, april 2010
STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG www.igz.nl BULLETIN Vrouwelijke genitale verminking Gewijzigde tekst Den Haag, april 2010 2 INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 3
Nadere informatieIn een begeleidend schrijven komt o.a. de volgende informatie:
In een begeleidend schrijven komt o.a. de volgende informatie: Dit handelingsprotocol is tot stand gekomen met medewerking van een adviescommissie waarin vertegenwoordigers zitten van betrokken partijen.
Nadere informatieMIJN OUDERS ZEGGEN NEE
PREVENTIE MEISJESBESNIJDENIS jeugdgezondheidszorg Deze folder is voor ouders die afkomstig zijn uit een land waar meisjesbesnijdenis voorkomt. FEDERATIE SOMALISCHE ASSOCIATIES NEDERLAND www.fsan.nl www.ggd.nl
Nadere informatieVrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld
Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld Hieronder vindt u de praatplaten die u zelf kunt afdrukken. Druk het document recto-verso af (afdrukken vanaf pagina 2 - omdraaien langs korte zijde)
Nadere informatieStelling: Vrouwenbesnijdenis van Nederlandse meisjes in het buitenland moet strafbaar worden.
Betoog door een scholier 2253 woorden 24 juli 2005 7,6 56 keer beoordeeld Vak Nederlands Schrijfdossier SD 1: Introductie Onderwerp: Vrouwenbesnijdenis. Stelling: Vrouwenbesnijdenis van Nederlandse meisjes
Nadere informatiePresentatie Huiselijk Geweld
Definitie: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging
Nadere informatieMeisjesbesnijdenis De civielrechtelijke aanpak
Meisjesbesnijdenis De civielrechtelijke aanpak Anneke van Steensel-Bruininx Anr: 388118 Universiteit van Tilburg Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Begeleidster: Mw. mr. V.M. Smits MEISJESBESNIJDENIS
Nadere informatieDe Weg naar Verandering Laten we erover praten!
De Weg naar Verandering Laten we erover praten! 3 miljoen meisjes worden elk jaar besneden. Niets kan dit lijden rechtvaardigen. Wat als u zou kunnen helpen besnijdenissen te stoppen? Nationale preventiecampagne
Nadere informatieBEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid Ingrid Gyömörei
Gemeente Den Haag BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid Ingrid Gyömörei sv 2005.244 RIS 130511_20-sep-2005 Regnr. BOW/2005.1118 Den Haag, 20 september 2005 Inzake: meisjesbesnijdenis De gemeenteraad
Nadere informatieBULLETIN. Vrouwelijke genitale verminking. STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID. Den Haag, februari 2008
STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG www.igz.nl BULLETIN Vrouwelijke genitale verminking Den Haag, februari 2008 2 INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 3 BULLETIN Inhoudsopgave
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE
CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING
Nadere informatie1 RAPPORT. Geen vrouwenbesnijdenis in klinieken aangetroffen
1 RAPPORT Geen vrouwenbesnijdenis in klinieken aangetroffen s-hertogenbosch, november 2007 2 INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 3 2.1 Vrouwenbesnijdenis 3 2.2
Nadere informatieVerslag Discussiebijeenkomst
Verslag Discussiebijeenkomst Preventie vrouwelijke genitale verminking in relatie tot de fatwa die daarover uitgesproken is 10 December 2007 Een initiatief van Pharos, georganiseerd in samenwerking met
Nadere informatiemeisjesbesnijdenis pharos
meisjesbesnijdenis pharos In deze brochure vindt u informatie over het Focal point meisjesbesnijdenis en wat het voor u kan betekenen. U treft informatie aan over meisjesbesnijdenis en over klachten en
Nadere informatieVROUWENBESNIJDENIS. Versie 1.0
VROUWENBESNIJDENIS Versie 1.0 Datum Goedkeuring 01-03-2003 Methodiek Consensus based Discipline Multidisciplinair Verantwoording NVOG Inleiding Vrouwenbesnijdenis, door de Wereld Gezondheids Organisatie
Nadere informatieInformatiepakket over meisjesbesnijdenis en nazorg
Informatiepakket over meisjesbesnijdenis en nazorg Voor docenten en het zorgteam in het (ISK) onderwijs KENNIS- EN ADVIESCENTRUM Informatiepakket over meisjesbesnijdenis en nazorg Voor docenten en het
Nadere informatieBIJLAGEN. Het lichaam en vruchtbaarheid
BIJLAGEN Het lichaam en vruchtbaarheid 28 - WERKBLAD - LANG LEVE DE LIEFDE - Entreeopleidingen in het mbo Het lichaam en vruchtbaarheid BIJLAGE 1 Opdracht 1: Quizvragen VRAGEN OVER ZWANGER WORDEN Vul hier
Nadere informatieBijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld
Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld
Nadere informatieSeksuele en reproductieve gezondheidsrisico s bij Eritrese vrouwen
Seksuele en reproductieve gezondheidsrisico s bij Eritrese vrouwen Bernice Samson Kees van Veldhuizen Ondersteuningsprogramma Gezondheid Statushouders dinsdag 27 juni 2017 introductie Voorstellen van sprekers
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieHandelingsprotocol vrouwelijke genitale verminking bij minderjarigen Uitleg en handvatten bij Ketenaanpak
Handelingsprotocol vrouwelijke genitale verminking bij minderjarigen Uitleg en handvatten bij Ketenaanpak Handelingprotocol vgv april 2010, versie 2 Voorwoord Dit handelingsprotocol is tot stand gekomen
Nadere informatieVrouwelijke genitale verminking (vgv) en de Nederlandse ketenaanpak
Vrouwelijke genitale verminking is een vorm van kindermishandeling en een schending van mensenrechten en in Nederland bij wet verboden. Pharos heeft in 2013 in samenwerking met Erasmus MC onderzoek gedaan
Nadere informatiePreventie vrouwelijke genitale verminking door de Jeugdgezondheidszorg in Nederland. Tosca Hummeling, projectleider GGD Nederland
Preventie vrouwelijke genitale verminking door de Jeugdgezondheidszorg in Nederland Tosca Hummeling, projectleider GGD Nederland Jeugdgezondheidszorg (JGZ) JGZ in NL valt onder verantwoordelijkheid gemeenten.
Nadere informatieBijlage bij kabinetsstandpunt RVZ-advies bestrijding vrouwelijke genitale verminking
Bijlage bij kabinetsstandpunt RVZ-advies bestrijding vrouwelijke genitale verminking Inleiding Vrouwelijke genitale verminking of meisjesbesnijdenis is een vorm van geweld die terug gaat tot eeuwenoude
Nadere informatieInhoud. Definitie van Kindermishandeling Pagina 2. Rehabilitatie beroepskracht Pagina 2. Regels bij het uitwisselen van informatie Pagina 3
Inhoud Definitie van Kindermishandeling Pagina 2 Rehabilitatie beroepskracht Pagina 2 Regels bij het uitwisselen van informatie Pagina 3 Registratie Pagina 3 Dossier Pagina 3 Overdracht Pagina 4 Algemene
Nadere informatieLogopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan
Logopedie en Kindermishandeling Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) Juni 2009 Inleiding Omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling
Nadere informatieThe Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag
Nadere informatieLijst van gebruikte afkortingen. Woord vooraf. 1 Inleiding Onderzoeksvraag en begripsafbakening Deelvragen 4 1.
Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen Woord vooraf IX XI 1 Inleiding 1 1.1 Onderzoeksvraag en begripsafbakening 1 1.2 Deelvragen 4 1.3 Leeswijzer 4 2 Het belang van prenatale kinderbescherming
Nadere informatieHANDVATTEN VOOR BELEID JGZ OM DE AANPAK VGV VORM TE GEVEN
HANDVATTEN VOOR BELEID JGZ OM DE AANPAK VGV VORM TE GEVEN 1 HANDVATTEN VOOR BELEID JGZ OM DE AANPAK VGV VORM TE GEVEN Inhoud 1 Inleiding 2 Algemene informatie 3 Doelstellingen, acties en randvoorwaarden
Nadere informatieVorming Vrouwelijke Genitale Verminking: Juridische Aspecten
Vorming Vrouwelijke Genitale Verminking: Juridische Aspecten ITG - Antwerpen Géraldine DEBANDT www.intact-association.org Structuur Voorstelling vzw Intact Vrouwenbesnijdenis en mensenrechten Internationale
Nadere informatieDe aanpak van Vrouwelijke Genitale Verminking
De aanpak van Vrouwelijke Genitale Verminking Wat helpt? Marja Exterkate Landelijk Congres Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 9 mei 2011 Verschillende invalshoeken Bij ketenbenadering worden vanuit
Nadere informatieBijlage bij kabinetsstandpunt RVZ-advies bestrijding vrouwelijke genitale verminking
Bijlage bij kabinetsstandpunt RVZ-advies bestrijding vrouwelijke genitale verminking Inleiding Vrouwelijke genitale verminking of meisjesbesnijdenis is een vorm van geweld die terug gaat tot eeuwenoude
Nadere informatieDatum 27 maart 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen Arib (PvdA) over het vaak niet melden van de dood van een minderjarige
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24
EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero
Nadere informatieAdvies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op
Nadere informatieGENITALE VERMINKING Sylvia Sroka 20/06/2007. Inleiding
RoSa vzw. Documentatiecentrum, Bibliotheek en Archief voor Gelijke Kansen, Feminisme en Vrouwenstudies GENITALE VERMINKING Sylvia Sroka 20/06/2007 Inleiding Volgens een ruwe schatting zijn 100 tot 140
Nadere informatie> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieGeweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens
Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Belangrijkste ontwikkelingen sinds1993: Mensenrechten breed VN Comités Algemene aanbevelingen
Nadere informatieTYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT
TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...
Nadere informatieDe Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.
Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2016 6255/1/16 REV 1 SOC 81 GENDER 13 ANTIDISCRIM 13 FREMP 34 NOTA van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad nr. vorig doc.: 6255/16 SOC
Nadere informatieVluchtelingenjeugd Centraal
pilot cursus Vluchtelingenjeugd Centraal Trainerspool VWMN april 2012 Programma Introductie Uitleg project en cursus Informatie over vluchtelingenjeugd ~ korte pauze ~ Rol VluchtelingenWerk Houding, tips
Nadere informatie9.3. Opdracht door een scholier 3308 woorden 22 december keer beoordeeld. Maatschappijleer
Opdracht door een scholier 3308 woorden 22 december 2009 9.3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Af en toe haalt het thema vrouwenbesnijdenis de pers. Het gaat om schrijnende gevallen van lichamelijk
Nadere informatieGAMS België. GAMS België
14 15 Emoties zijn reacties op allerlei zaken die zich afspe- VGV is een uiterst pijnlijke ingreep die vaak onder len rondom ons: angst, vreugde, woede, verbazing, dwang en zonder waarschuwing wordt uitgevoerd.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1774 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieWerkstuk Maatschappijleer Kinderrechten
Werkstuk Maatschappijleer Kinderrechten Werkstuk door een scholier 1811 woorden 2 februari 2010 5,5 48 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Wat is een recht? Een recht is een geheel van regels die bepalen
Nadere informatieVrouwelijke bediening?!
mr Mirto F. Murray (murray@sms-advocaten.com) Het verzoek tevens [strekt] ter verkrijging van toestemming [ ] om vrouwelijke bediening toe te laten. Artikel 53, eerste lid, van de Vergunningslandsverordening:
Nadere informatieDe Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten UNICEF De situatie in de wereld Jaarlijks 1 sterven naar schatting 290.000 vrouwen tijdens hun zwangerschap,
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE
CRI(96)43 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE EERSTE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: BESTRIJDING VAN RACISME, VREEMDELINGENHAAT, ANTISEMITISME EN
Nadere informatieHet verdrag van Istanbul
Het verdrag van Istanbul De gevolgen van het verdrag voor de aanpak van geweld tegen vrouwen 3 november 2014 Inhoud workshop uitleg verdrag het genderperspectief van het verdrag internationaal verdrag
Nadere informatieRedactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen, M. Kamphuis, J. de Wilde
Samenvatting van de JGZ Richtlijn secundaire preventie kindermishandeling. Handelen bij een vermoeden van kindermishandeling Samenvatting voor het management Redactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen,
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieHandelingsprotocol Vrouwelijke Genitale Verminking bij minderjarigen. Uitleg en handvatten bij aanpak VGV voor AMK, RvdK en Politie
Handelingsprotocol Vrouwelijke Genitale Verminking bij minderjarigen Uitleg en handvatten bij aanpak VGV voor AMK, RvdK en Politie 25 juni 2013 Handelingsprotocol Vrouwelijke Genitale Verminking bij minderjarigen
Nadere informatieING ENVIRONMENTAL APPROACH
ING ENVIRONMENTAL APPROACH Mensenrechten op de werkplek 3 De uitgangspunten 4 Vrijheid van organisatie en het recht op collectieve onderhandeling 5 TABLE OF CONTENTS Dwangarbeid 6 Kinderarbeid 7 Discriminatie
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieWerkstuk Levensbeschouwing Vrouwenbesnijdenis
Werkstuk Levensbeschouwing Vrouwenbesnijdenis Werkstuk door een scholier 2673 woorden 20 maart 2006 7,4 9 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Vrouwenbesnijdenis Leervragen: 1. Hoe is het gebruik vrouwenbesnijdenis
Nadere informatieDatum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS
Zijne Excellentie mr. F. Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EX DEN HAAG Onderwerp Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS Zeer
Nadere informatie2010D02442. Lijst van vragen totaal
2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over
Nadere informatieVoorstel van resolutie. betreffende de preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen
stuk ingedid op 1357 (2011-2012) Nr. 1 10 november 2011 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heer Jean-Jacques De Gucht, de dames Vera Van der Borght, Mieke Vogels Ulla Werbrouck, de heer Sas van
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005
EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 11.1.2006 B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het
Nadere informatieSpreekuur Nazorg Besneden Vrouwen
Spreekuur Nazorg Besneden Vrouwen GGD Den Haag Afdeling gezondheidsbevordering Jeannette Jansen Inleiding Sinds 2006 doet Den Haag mee aan de door het ministerie van VWS gefinancierde landelijke pilot
Nadere informatieLET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn.
Doel Achtergrondinformatie over het beroepsgeheim, de meldcode en zwijgplicht behorende bij de documenten over kindermishandeling, huiselijk geweld en. Reikwijdte MGG Functionaris medisch specialist verpleegkundige
Nadere informatieBEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie
Nadere informatiewet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt
Brussel, 23 Mei 2001 Bijna zes jaar nadat de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (de BFB-overeenkomst) werd opgesteld, werkt het ontbreken van
Nadere informatieA D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober
A D V I E S Nr. 1.654 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ----------------------------------------------- IPA 2007-2008 - Non-discriminatie - Positieve acties x x x 2.278/1-1
Nadere informatieVrouw worden: pijnloos en gezond
STRIJD MEE TEGEN MEISJESBESNIJDENIS! Projectvoorstel: Een alternatief ritueel voor meisjesbesnijdenis Projectkosten: 209.390 Projectduur: 2014-2016 Projectfinanciers: Donateurs van Amref Flying Doctors
Nadere informatieInterventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt
Nadere informatieBeroepsgeheim en Huiselijk Geweld
Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities
Nadere informatieVERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)
VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk
Nadere informatieGeachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC
Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer M. Rog Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese
Nadere informatieHebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I
Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding
Nadere informatieAANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave
Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(2019)0128 De rechten van interseksuele personen Resolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2019 over de rechten van
Nadere informatieDe rechten van de mens
A 342286 Paul Morren De rechten van de mens Vereniging voor de Verenigde Naties Brussel ÖQÏÏM -Apeldoorn Inhoud Voorwoord Mare Bossuyt 9 Deel I: De rechten van de mens: waarover gaat het? 13 1. Het concept
Nadere informatieEen beter begrip voor een betere detectie, identificatie en preventie. Instituut Tropische geneeskunde Jessica Tatout GAMS vzw
Een beter begrip voor een betere detectie, identificatie en preventie Instituut Tropische geneeskunde Jessica Tatout GAMS vzw Voorstelling GAMS o 1996: - Opgericht door Khadidiatou Diallo - Gemengde groep
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2005 Nr. 46
12 (2003) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2005 Nr. 46 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische
Nadere informatieBESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú
BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú De Socialistische Fractie in het Europees Parlement streeft naar de garantie dat iedereen zich volledig aanvaard voelt zoals hij of zij is, zodat we in onze gemeenschappen
Nadere informatieMeldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Meldcode huiselijk Datum: 14 april 2011 Status: Definitief Versie: 1.0 Meldcode huiselijk Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Meldcode... 4 2. Stappenplan bij signalen van huiselijk... 6 Stap 1: In kaart
Nadere informatieMeldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van het dr. Aletta Jacobs College
Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van het dr. Aletta Jacobs College - overwegende dat het dr. Aletta Jacobs College verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit
Nadere informatieBIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van
Nadere informatieCulturele vrijheid en het strafrecht
Culturele vrijheid en het strafrecht and Criminal W.M. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Het onderzoek: vragen en aanpak 1 Onderzoeksthema 1 2 Centrale onderzoeksvragen 4 3 van aanpak 5 4 Afbakening 7 Hoofdstuk
Nadere informatieUNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:
UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen: Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren
Nadere informatieKwetsbare minderheidsgroep
IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel
EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel
Nadere informatieAMENDEMENTEN 1-10. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2103(INI) 6.11.2013. Ontwerpadvies Corina Creţu (PE519.580v01-00)
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 6.11.2013 2013/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-10 Corina Creţu (PE519.580v01-00) Seksuele uitbuiting en prostitutie en de gevolgen daarvan voor
Nadere informatieDE SAMENWERKING TUSSEN KINDERRECHTENJURISTEN EN (ORTHO)PEDAGOGEN
DE SAMENWERKING TUSSEN KINDERRECHTENJURISTEN EN (ORTHO)PEDAGOGEN weafldkje Expertmeeting NVO/ NIP 11 december, Utrecht Martine Goeman (Defence for Children) Waar u ons mogelijk van kent: Defence for Children-
Nadere informatieBijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten
Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten Eerste leerjaar B 3.1. Mijn rechten Beroepsvoorbereidend leerjaar 3.1. Mijn rechten Wie ben ik? * De leerlingen ontdekken wie ze zelf zijn - de mogelijkheden
Nadere informatieDe minister van Justitie De heer dr E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH Den Haag
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De minister van Justitie De heer
Nadere informatieCommittee / Commission CONT. Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES. Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS
Committee / Commission CONT Meeting of / Réunion des 12 & 13/09/2005 BUDGETARY AMENDMENTS / AMENDEMENTS BUDGÉTAIRES Rapporteur: Chris HEATON-HARRIS NL NL Ontwerpamendement 6450 === CONT/6450=== Basislijn
Nadere informatieFamilies onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling
Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle
Nadere informatieBij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend.
Raad van State, 200300512/1 Datum uitspraak: 29-10-2003 Datum publicatie: 29-10-2003 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit van 17
Nadere informatie