HISTORISCH AMBACHT. Historische begrippen en vaardigheden. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HISTORISCH AMBACHT. Historische begrippen en vaardigheden. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM"

Transcriptie

1 HISTORISCH AMBACHT Historische begrippen en vaardigheden Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit Historische en Kunstwetenschappen Opleiding Geschiedenis (vierde, herziene editie)

2 INHOUD Voorwoord 3 1. Inleiding Geschiedenis als wetenschap Vaardigheden Concepten Na de BA Historische vaardigheden en concepten in de BA 1: overzicht 8 3. Het historisch bedrijf Opleidingen Beroepsverenigingen, congressen en vaktijdschriften Bibliotheken Archieven en onderzoeksinstellingen Vakliteratuur zoeken in bibliotheken en andere instellingen Wetenschappelijke massaproductie Werken in de bibliotheek Bronnenonderzoek Opslaan van gegevens De kaartenbak De computer Een historisch betoog analyseren: de structuuranalyse Schriftelijke presentatie: het werkstuk Eisen ten aanzien van inhoud en vorm Stappenplan Mondelinge presentatie Annotatie en bibliografie Noten Literatuurlijst en bronnenoverzicht Plagiaat De bachelorscriptie 53 Bijlage: voorbeeld van een structuuranalyse 60 2

3 VOORWOORD Historicus worden is een ambacht leren. Dat doe je door zelf onderzoek te doen en over je bevindingen te schijven, spreken en discussiëren, onder begeleiding van ervaren docenten. Net als de timmerman en de schilder ontwikkelt iedere vakman en vakvrouw zijn of haar eigen methodes. Dat merk je als je je docenten hoort spreken over hun werk en in het commentaar dat je van hen krijgt op je eigen werkstukken: elke historicus heeft zijn eigen voorkeuren en aanpak. Zelf ontwikkel je die ook, als je lange tijd intensief met je vak bezig bent. Maar er zijn een paar basisvaardigheden die iedere historicus moet beheersen: het vinden van publicaties en bronnenmateriaal over alle mogelijke historische onderwerpen, helder denken, schrijven en spreken over geschiedenis en je bevindingen opschrijven volgens de regels die in dit vakgebied ontwikkeld zijn. Over die basisvaardigheden gaat deze syllabus. Hij is gebaseerd op instructiemateriaal dat verscheidene docenten aan deze faculteit in de loop van de jaren hebben gemaakt. De syllabus wordt jaarlijks verbeterd. Ik dank mijn collega s voor hun suggesties. Voor deze editie dank ik in het bijzonder Dr. Otto S. Lankhorst te Nijmegen, die verscheidene belangrijke suggesties deed. Aanvullingen en suggesties, van docenten en studenten, blijven welkom, want volgend jaar wordt deze syllabus opnieuw verbeterd. Namens de toekomstige gebruikers daarvoor alvast hartelijk dank. Dick van Lente Augustus

4 1. Inleiding 1.1. Geschiedenis als wetenschap Geschiedenis betekent het verleden, dat wat geschied is. Het betekent ook: verhaal over het verleden, of zelfs verhaal in het algemeen, zoals in de titel van de beroemde roman van Multatuli: De geschiedenis van Woutertje Pieterse. Verhalen over het verleden zijn tegenwoordig zeer in trek. Je ziet dat in de schappen van de grote boekhandels, in televisieprogramma s zoals Andere tijden, in stripverhalen als Asterix, en in speelfilms over historische personen en thema s, zoals in de laatste jaren Der Untergang en Marie Antoinette. Aan de universiteit word je opgeleid tot wetenschappelijk historicus. Je leert het verleden te onderzoeken met de methoden en technieken die in deze tak van wetenschap zijn ontwikkeld. Het doel is betrouwbare kennis over het verleden te ontwikkelen. Je leert ook om van je onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze verslag te doen. Tussen de vele instellingen en media die verhalen over het verleden in omloop brengen, neemt de geschiedwetenschap dus een bijzondere plaats in. Waarin zit dat bijzondere karakter? Kort gezegd in vier dingen. Twee daarvan hebben betrekking op het onderzoek, twee op de presentatie van onderzoeksresultaten: 1. De systematiek van het onderzoek. Onderzoekers formuleren een duidelijke en onderzoekbare vraag over het verleden, gaan na welke historische bronnen voor hun onderwerp beschikbaar zijn en kiezen een onderzoeksmethode om die bronnen te analyseren. Doel van dit werk: het ontwikkelen van controleerbare kennis over het verleden. 2. De kritische benadering van het onderzochte bronnenmateriaal. Historici gaan na hoe de bronnen die zij gebruiken tot stand zijn gekomen en welke invloed dat heeft op het beeld van het verleden dat wij via die bronnen krijgen. Zo is het bij een ooggetuigenverslag van belang te weten of en zo ja hoe de waarnemer betrokken was bij de gebeurtenissen waarvan hij of zij verslag doet. 3. De logische opbouw van de presentatie van de onderzoeksresultaten. Een onderzoeksverslag, of het nu een werkstuk is of een master thesis, een lezing of een wetenschappelijk artikel, is een antwoord op een vraag over het verleden. Die vraag wordt duidelijk geformuleerd en toegelicht, de onderzoeksmethode wordt 4

5 uiteengezet, waarna stapsgewijs het antwoord volgt. Historici trachten hun lezers te overtuigen met logische argumenten en met verwijzing naar bronnenmateriaal. 4. De verantwoording van het werk aan de lezers in de vorm van noten en een bronnen- en literatuurlijst (in vaktermen: annotatie en bibliografie). De lezers moeten in staat worden gesteld om, als zij dat willen, het onderzoek, of een deel ervan dat hen bijzonder interesseert, over te doen, om te zien of zij tot dezelfde resultaten zouden komen als de schrijver Vaardigheden Deze werkwijze vereist dat je weet hoe je aan historische informatie kunt komen en welke onderzoeksmethoden er zijn. Ook moet je oefenen in het schrijven van verslagen en het houden van mondelinge presentaties. Vandaar dat je in de loop van je studie een hele reeks werkstukken moet schrijven en referaten moet houden. Al doende leer je niet alleen veel over het verleden, je leert ook een ambacht: dat van de wetenschappelijke historicus. In de vakken van in het eerste jaar van de Bachelor (hierna: BA-1) komen verschillende aspecten van dat ambacht aan de orde. In deze syllabus zetten we de belangrijkste vaardigheden bij elkaar. Je kunt hem dus gebruiken als handleiding en naslagwerk. We behandelen achtereenvolgens: - Instellingen waar je historische informatie kunt vinden, zoals bibliotheken, archieven en onderzoeksinstituten, ofwel: het historisch bedrijf. - Het zoeken van vakliteratuur in bibliotheken en andere instellingen. - Het analyseren van historische bronnen. - Het opslaan van onderzoeksgegevens. - De opbouw van een historisch betoog. - Schriftelijke presentatie. - Mondelinge presentatie. - Annotatie en bibliografie. - Het Bachelor werkstuk. 5

6 1.3. Concepten In verschillende vakken in de BA-1 staan we uitvoerig stil bij het gebruik van basisbegrippen, ofwel concepten. Dat is om drie redenen belangrijk. In de eerste plaats gaat het er in de wetenschap om, zo nauwkeurig mogelijke uitspraken over het verleden te doen. Dat betekent dat we veel zorgvuldiger met de taal moeten omgaan dan in het alledaagse spraakgebruik gebeurt. In gesprekken hebben mensen het bijvoorbeeld over achterstandswijken en chique wijken, maar als een socioloog of historicus wil uitzoeken welke invloed het opgroeien in een bepaalde de woonbuurt heeft op de schoolloopbaan van kinderen, zal hij de kenmerken van die buurten zeer precies moeten omschrijven. Hij zal de geografische locatie van de buurt nauwkeurig moeten aangeven en uitleggen wat hij verstaat onder arm en rijk en hoe die kenmerken vast te stellen zijn (bijvoorbeeld aan de hand van inkomens van de bewoners, of van huurprijzen). Veel artikelen en boeken beginnen daarom met het formuleren van een conceptueel kader, ofwel, een definitie van de kernbegrippen die in het artikel of boek worden gebruikt. Het bijzondere van de geschiedwetenschap is dat ze zich bezighoudt met ongeveer alle aspecten van het verleden: sociale, economische, bedrijfskundige, psychologische, politieke, culturele... allemaal terreinen waaraan hele wetenschappelijke disciplines zijn gewijd. Dit betekent dat historici vaak leentjebuur spelen bij de economie, de sociologie, de psychologie, en andere menswetenschappen. Methoden en begrippen uit die wetenschappen worden veelvuldig in historisch onderzoek toegepast. Daarom is het belangrijk de belangrijkste concepten die in deze vakgebieden gebruikt worden te kennen. Dat is de tweede reden. In de derde plaats komen we in historische bronnen allerlei begrippen tegen die we ook vandaag nog gebruiken, maar die vroeger een andere betekenis hadden. In de negentiende eeuw werd bijvoorbeeld met het gemene volk niet een volk met naargeestige bedoelingen aangeduid, maar het gewone volk, mensen in de lagere klassen. Ook belangrijke begrippen als natie en maatschappij hadden vroeger een enigszins andere betekenis dan nu. Sommige begrippen die we nu gebruiken, zoals 'emotie', bestonden in de achttiende eeuw niet. Men gebruikte toen andere termen om daarmee min of meer overeenkomstige verschijnselen aan te duiden. Als we zorgvuldig over het verleden willen spreken en schrijven, moeten we dus ook goed op de hoogte zijn van de taal van de mensen die we bestuderen. 6

7 1.4. Na de BA 1 In het tweede en derde jaar van de Bachelor ontwikkel je alle vaardigheden die je in het eerste jaar hebt geleerd verder. Het belangrijkste eindresultaat daarvan is het Bachelor Werkstuk, waarmee je deze fase van de studie afsluit. Uiteraard worden aan dat werkstuk hogere eisen gesteld dan aan het eerstejaars werkstuk. Waar dat meer uit bestaat, lees je in hoofdstuk 11 van deze syllabus. Het Bachelor diploma geeft je toegang tot een Master opleiding, die eindigt met de meesterproef, de Master Thesis: daarmee ben je een volleerd ambachtsman of vrouw geworden. De Master Thesis blijft in deze syllabus echter buiten beschouwing. 7

8 2. Historische vaardigheden en concepten in de BA-1 Academische vaardigheden komen het hele jaar door aan bod, maar in ieder vak wordt aan enkele vaardigheden speciale aandacht besteed. De basisbegrippen of concepten komen vooral in de kleine vakken (5 studiepunten) aan de orde. In het volgende overzicht kun je zien waar in het eerste jaar de verschillende vaardigheden en begrippen behandeld worden. Meer informatie hierover vind je in de studiehandleidingen die je aan het begin van elke cursus van je docent ontvangt. Blok 1 Geschiedenis van Moderne westerse Samenlevingen (GMS) Historisch atelier (HA) Vaardigheden Tekstanalyse en informatieverwerving (bibliotheek en internet) - Bronnen en bronnenkritiek (HA, GMS) - Het historisch bedrijf (HA) - Historisch vergelijken (HA) - Structuuranalyse (HA) - Literatuur zoeken in de bibliotheek en met behulp van speciale websites (HA) Concepten - Historische identiteit - Feiten en fictie - Objectiviteit en perspectivisme Blok 2 Geschiedenis van Vroegmoderne westerse Samenlevingen (GVS) Geschiedenis van Nederland (GN) Vaardigheden 8

9 Informatieverwerking: samenstelling bibliografie en organisatie Nederlandse geschiedschrijving - Literatuur zoeken, bibliografie, deel 2 (GVS) - Werken met bronnen, deel 2 (GVS) - Het historisch bedrijf in Nederland, deel 2 (GN) Concepten - Politiek systeem en politieke cultuur - Burgerschap en legitimiteit - Verzuiling en ontzuiling - Neutraliteit en internationale politiek Blok 3 Geschiedenis van Niet-westerse Samenlevingen (GNWS) Historische antropologie (HAn) Vaardigheden Mondelinge voordracht en discussie, schriftelijke presentatie, bronnen - Mondelinge vaardigheden (GNWS) - Structuuranalyse, deel 2 (GNWS) - Niet-westerse bronnen (GNWS) - Werkstuk (GNWS) Concepten - Oriëntalisme occidentalisme - Gender en seksualiteit - Slavernij en gebonden arbeid - Migratie en etniciteit 9

10 Blok 4 Economische en Sociale Geschiedenis (ESG) Methoden en technieken (MT) Werkstuk Vaardigheden Schriftelijke overdracht - werkstuk Concepten Bij ESG: - Markt en handel versus autarkie - Economische groei en stagnatie - De Rise of the West - Klasse en sociale stratificatie Bij MT: - Methodologische criteria: toetsbaarheid, maximale informativiteit, explicitering - Onderzoeksplan en conceptueel model - Kwalitatief en kwantitatief onderzoek - Operationaliseren - Problemen met betrekking tot betrouwbaarheid en validiteit 10

11 3. Het historisch bedrijf in Nederland Wie de weg wil vinden in de Nederlandse en de internationale geschiedenis, moet weten hoe het historisch bedrijf, in elk geval in eigen land, in elkaar zit. Waar kun je worden opgeleid tot historicus? In welke archiefinstelingen en bibliotheken kun je terecht voor historische teksten en beelden? Waar worden discussies over nieuw onderzoek gevoerd? We geven hier een beknopt overzicht van de belangrijkste instellingen. Omdat ze vrijwel allemaal over websites beschikken, waarin weer verwezen wordt naar andere instellingen, kun je het Nederlandse historische bedrijf gemakkelijk verkennen door te surfen op het web. Een handige ingang naar veel historische instellingen en verzamelingen bronnenmateriaal is de Portal Geschiedenis. Je vindt die op de studentenpagina van de website van de faculteit op twee plaatsen: onder service en onder Examens en tentamens: wetenschappelijk schrijven Opleidingen Er zijn zeven universitaire geschiedenisopleidingen in Nederland, namelijk aan de universiteiten in Groningen, Nijmegen, Amsterdam (daar zijn er zelfs twee: aan de Vrije Universiteit en aan de Universiteit van Amsterdam), Leiden, Utrecht en Rotterdam. Daarnaast hebben de technische universiteiten van Twente (in Enschede) en Eindhoven en de Landbouwuniversiteit Wageningen kleine historische afdelingen, gespecialiseerd in de techniek- en de landbouwgeschiedenis. De medewerkers aan deze opleidingen verrichten vrijwel allemaal historisch onderzoek, meestal naast een onderwijstaak. Zij doen dat voor een deel in de tijd die zij daarvoor hebben als onderdeel van hun aanstelling aan de universiteit, voor een ander deel met geld van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), of met andere fondsen. Een groot deel van dat geld gaat naar promotie-onderzoek: beginnende onderzoekers (aio's) die hun proefschrift (dissertatie) schrijven onder begeleiding van een hoogleraar. Hoogleraren (professoren) zijn de leidinggevende figuren aan een faculteit: zij leiden vaak onderzoeksprojecten waaraan meerdere mensen deelnemen, zijn verantwoordelijk voor het onderwijs van docenten in hun vakgroep en hebben een belangrijk aandeel in het bestuur van de faculteit, de contacten met het College van Bestuur (het bestuur van de universiteit als geheel) en allerlei instanties buiten de universiteit. Andere medewerkers hebben de rang van universitair docent of universitair hoofddocent. Ook zij doen onderzoek 11

12 (individueel en in groter verband), geven onderwijs en hebben een aantal organisatorische taken Beroepsverenigingen, congressen en vaktijdschriften De meeste historici zijn aangesloten bij een of meer beroepsverenigingen. Dat kunnen algemene zijn, zoals het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, of meer gespecialiseerde, zoals verenigingen voor sociale geschiedenis, wetenschapsgeschiedenis of stedengeschiedenis. Deze verenigingen organiseren congressen, waarop de leden (maar ook niet-leden) hun onderzoeksbevindingen aan elkaar presenteren. Vaak geven ze een wetenschappelijk tijdschrift uit waarin, opnieuw, niet alleen leden, maar iedereen die een wetenschappelijk artikel heeft geschreven kan publiceren, mits de redactie de tekst goedkeurt. Bekende Nederlandse wetenschappelijke tijdschriften zijn: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden (kortweg BMGN) Tijdschrift voor sociale en economische geschiedenis (TSEG) Tijdschrift voor geschiedenis (TvG) 3.3. Bibliotheken Bibliotheekonderzoek komt hierna nog uitgebreid ter sprake (zie hoofdstuk 4). Iedere universiteit beschikt over een grote wetenschappelijke bibliotheek. Andere belangrijke bibliotheken zijn de Koninklijke Bibliotheek ( en de gemeentebibliotheken van de grote steden, zoals de Bibliotheek Rotterdam. Een overzicht vind je op de website van onze eigen universiteitsbibliotheek, onder: > zoeken > andere catalogi. Via deze website kun je het boeken- en tijdschriftenbezit van al die bibliotheken raadplegen. Een overkoepelende catalogus is de Nederlandse Centrale Catalogus (NCC, zie paragraaf ). om gebruik te maken van deze bibliotheken moet je een lenerspas hebben. De pas voor de Rotterdamse UB is onderdeel van je studentenkaart Archieven en onderzoeksinstituten De archieven van de nationale, provinciale en gemeentelijke overheden worden bewaard in archiefdiensten, op drie niveaus. In Den Haag bevindt zich het Nationaal Archief ( vlak naast station Den Haag Centraal en de Koninklijke Bibliotheek. Hier worden onder meer de archieven van de ministeries bewaard. Elke proviciehoofdstad 12

13 herbergt het provinciaal archief en de gemeenten hebben hun gemeentelijke archiefdiensten. De laatste jaren zijn in verscheidene provincies de archieven van de provincie en die van de provinciehoofdstad samengevoegd (bijvoorbeeld het Noord-Hollands Archief, waarin de archieven van de provincie, de gemeente Haarlem en een aantal kleinere gemeenten zijn ondergebracht). Deze archieven zijn voor ieder toegankelijk. Ze bewaren niet alleen materiaal van de overheid, maar ook van bijvoorbeeld bedrijven, verenigingen, scholen, kerken en individuele personen. Er zijn ook gespecialiseerde archieven, zoals het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis ( waar onder meer archieven van socialistische organisaties en de vakbeweging worden bewaard, het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging ( en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie ( het Katholiek Documentatie Centrum ( en het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme ( Voor de geschiedenis van de pers is het Persmuseum van belang ( Belangrijk is tenslotte het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis ( dat onder meer bronnenmateriaal en bibliografieën publiceert. Op de website van dit instituut vind je links naar een groot aantal andere voor ons vak belangrijke websites. 13

14 4. Vakliteratuur zoeken in bibliotheken en andere instellingen Als je aan een onderzoek begint, moet je er eerst achter zien te komen, wat anderen al over je onderwerp geschreven hebben. Hoe doe je dat? 4.1. Wetenschappelijke massaproductie Voordat we hierop ingaan is het nuttig iets te zeggen over hoe historisch-wetenschappelijke boeken en artikelen tot stand komen. Tegenwoordig zijn er wereldwijd duizenden historici bezig met onderzoek. Hun bevindingen publiceren ze in boeken en tijdschriftartikelen en op het wereldwijde web. Dagelijks verschijnen honderden publicaties. Meestal gaat het om detailstudies, die gewijd zijn aan een onvoorstelbaar brede waaier van onderwerpen. Gelukkig worden er ook regelmatig overzichtswerken en handboeken gepubliceerd, die een overzicht geven van een groter thema: de geschiedenis van een land, of van een werelddeel, of van de pers in een bepaalde periode, of van godsdienst en kerken, het bedrijfsleven, etc. De beste van die overzichtswerken zijn gebaseerd op een grote hoeveelheid recent verschenen literatuur, die vermeld wordt in een literatuurlijst achterin. In dit soort boeken kun je dus een eerste indruk krijgen van je onderwerp en van de boeken en artikelen die erover verschenen zijn. Heel handig zijn ook de review-artikelen die regelmatig in wetenschappelijke tijdschriften verschijnen. Daarin wordt de stand van het onderzoek op een bepaald gebied besproken, met verwijzing naar veel recente literatuur. Hoewel er, verbazend genoeg, nog steeds onderwerpen zijn waarover weinig geschreven is, is het voor de meeste onderwerpen niet zo moeilijk, een paar titels te vinden. De kunst is echter, om in de berg van literatuur de beste EN de meest recente titels (dat is niet altijd hetzelfde!) te vinden. De wetenschappelijke bibliotheek is je belangrijkste hulpmiddel daarbij. In Rotterdam zijn het er zelfs twee: de Universiteitsbibliotheek (hierna UB) en het Rotterdamsch Leeskabinet (hierna RLK). Ook de Bibliotheek Rotterdam heeft een grote verzameling historische literatuur en vaktijdschriften. Ben je in Rotterdam uitgekeken, dan brengt de trein je in twintig minuten ongeveer op de stoep van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, met een nog veel grotere collectie en prachtige leeszalen Werken in de bibliotheek 14

15 Universiteitsbibliotheken proberen zoveel mogelijk alle boeken en tijdschriften aan te schaffen die van belang zijn voor de studierichtingen die aan de betreffende universiteit worden gedoceerd. Omdat aanschaf en beheer van al dat materiaal een heel dure en tijdrovende onderneming is, hebben de Nederlandse UB s afspraken met elkaar gemaakt. Die zorgen ervoor dat niet elke UB alles aanschaft, maar dat er een zekere taakverdeling is (al zijn er natuurlijk boeken, die iedere UB moet hebben). Tevens is geregeld dat onderzoekers en studenten in het hele land boeken en kopieën van artikelen van elders kunnen bestellen door middel van het zogenaamde interbibliothecair leenverkeer, waarover straks meer. Elke universiteitsbibliotheek heeft een leeszaal, waar heel veel boeken op de planken staan. Dat zijn grotendeels naslagwerken: encyclopedieën, overzichtswerken en dergelijke. Je gebruikt ze voor een eerste oriëntatie op je onderwerp. Ook de verzamelde werken van grote schrijvers zoals Plato, Erasmus en Wittgenstein staan in de open opstelling, zoals dat heet. Verder tref je in de leeszaal de laatste afleveringen aan van wetenschappelijke tijdschriften op alle terreinen die de universiteit bestrijkt. Net als de boeken zijn ze uiteraard geordend naar vakgebied. Bij je kennismaking met de UB en het RLK moet je dus meteen uitzoeken waar de historische boeken en tijdschriften staan. Daar zul je in je studie veel gebruik van maken. Je kunt de boeken en tijdschriften in de open opstelling overigens niet lenen: je kunt ze alleen raadplegen in de leeszaal. Verreweg de meeste boeken en tijdschriften die de bibliotheek bezit staan echter in magazijnen en kun je alleen te zien krijgen door ze aan te vragen. Aangevraagde boeken kun je lenen, van tijdschriftartikelen kun je een kopie maken. Aanvragen gebeurt met behulp van de computer. Die is tevens je instrument om in de enorme hoeveelheid literatuur over je onderwerp precies die boeken en tijdschriftartikelen te vinden die voor jou het meest van belang zijn. Daarvoor zijn allerlei methoden. Goede handleidingen vind je op de website van de UB onder instructies. In wat hier volgt leren we je een methode die in elk geval voor geschiedenis uitstekend werkt. Veel zoekwerk kun je thuis doen, met je pc en internetaansluiting. Maar niet alle zoekmogelijkheden zijn op afstand beschikbaar, dus soms moet je gewoon naar de UB. Veel boeken en artikelen die je nodig hebt, heb je daar direct bij de hand en je kunt altijd hulp vragen aan de medewerkers. Daarom is het verstandig minstens het begin van je onderzoek te doen op de UB. 15

16 Eerste oriëntatie We gaan ervan uit dat je een werkstuk moet schrijven over een globaal omschreven onderwerp, dat je zelf nog nader moet afbakenen. Meestal zal het een onderwerp zijn waarvan je nog weinig afweet. Begin daarom met een eerste kennismaking: - Kijk in de inhoudsopgave en de index van de handboeken die je voor de studie gebruikt of er iets over je onderwerp in staat. Lees de betreffende passages. Kijk of er een literatuurlijst achterin het boek staat en noteer daaruit titels die misschien bruikbaar zijn. - Ga naar de geschiedenisleeszaal van de Universiteitsbibliotheek (eerste verdieping, achterin) en naar het Rotterdamsch Leeskabinet (beneden, in dezelfde ruimte) en kijk of er over of rond je onderwerp boeken op de plank staan. In de kasten staan de boeken thematisch geordend. Je kunt dus aan de opschriften zien waar je moet zijn. Zoals gezegd staan in de leeszaal grotendeels naslagwerken, zoals encyclopedieën en handboeken. Daarin vind je meestal weinig specifieks over je onderwerp, maar je kunt er wel terecht voor een eerste indruk en voor de brede context. - Heel handig is de Encyclopedia Britannica, die voor studenten en staf online beschikbaar is. Op je pc thuis kun je hem alleen raadplegen als je een VPNverbinding hebt, op de UB heb je echter direct toegang. Ga naar de startpagina van de bibliotheek en klik vervolgens, onder zoeken : databanken > alfabetische lijst > encyclopedia britannica. De artikelen in deze encyclopedie zijn geschreven door erkende deskundigen en ze worden regelmatig bijgewerkt. - Een internetbron die de laatste tijd veel wordt gebruikt is de Wikipedia, een algemeen toegankelijke online encyclopedie, waaraan iedereen artikelen kan toevoegen en bestaande artikelen kan corrigeren. Omdat er geen wetenschappelijke eindredactie is die verantwoordelijkheid neemt voor de inhoud, zoals bij de Encyclopedia Britannica, is de betrouwbaarheid van de informatie niet gegarandeerd. Vooral politiek gevoelige thema s worden vaak gecorrigeerd door gebruikers die daar belang bij hebben. Voor veel onderwerpen is de Wiki echter goed bruikbaar voor een eerste oriëntatie en verwijzing naar andere bronnen. 16

17 Deze eerste zoekactie levert je een algemene indruk van je onderwerp op. Op grond daarvan kun je een aantal zoektermen formuleren, waarmee je verder kunt zoeken. Dit zijn woorden die kunnen voorkomen in titels van boeken of artikelen over je onderwerp. Het kunnen namen van personen en instellingen zijn (Luther, de Verenigde Naties), maar ook begrippen als Vrede van Westfalen of guerrilla. Verder heb je uit de literatuurlijsten in je handboeken en in de encyclopedieën en naslagwerken die je hebt bekeken al een paar titels genoteerd. Die kun je nu opzoeken en aanvragen met de computercatalogus van de UB. Maak van het begin af aan aantekeningen over je onderzoek en orden die systematisch, bij voorkeur in bestanden op je pc of in een kaartenbak (meer hierover in hoofdstuk 6). Zorg dat je alles wat je gevonden hebt gemakkelijk weer terug kunt vinden, anders verlies je veel tijd met zoeken naar aantekeningen of graven in je geheugen Literatuur vinden en selecteren De volgende stap is: een overzicht maken van de boeken en artikelen die over jouw onderwerp geschreven zijn ( titels is het woord dat we gebruiken om boeken EN artikelen aan te duiden). Daaruit moet je vervolgens de titels kiezen die je gaat gebruiken voor je werkstuk. Je moet ook nagaan of de titels die je gevonden hebt beschikbaar zijn op de UB in Rotterdam, of dat je ze van andere bibliotheek moet laten komen (over dat laatste zo dadelijk meer). Een goede manier om dit te doen gaat als volgt. Begin met Picarta. Dat is een bestand met titels van boeken en artikelen, aanwezig in verschillende Nederlandse bibliotheken, over alle mogelijke onderwerpen. Je vindt dit bestand op de website van de UB, onder andere catalogi. In het zoekscherm kun je verschillende termen typen. Als je al een auteur en/of een titel hebt, ga je als volgt te werk. Typ de naam van de auteur in (bv Galbraith, of: Galbraith, Peter) en selecteer in het tweede venstertje auteur. Je krijgt dan alle titels van de auteur (of auteurs!) met die naam. Als dat een veel voorkomende naam is, zoals Smith, of Smith, A, dan krijg je heel veel treffers (titels): hoeveel dat er zijn kun je op het scherm zien, naast je zoekterm. In dat geval moet je een nadere selectie maken. In het linker venstertje kies je: verkleinen, en in het middelste venstertje: woorden uit de titel. Dan typ je een of twee woorden uit de titel in. De zoekmachine combineert nu de 17

18 naam van de auteur met de titelwoorden. Meestal levert dit je meteen de titel op die je zoekt, soms krijg een klein aantal titels op je scherm, waar de jouwe tussen zit. Je kunt als je de naam van de auteur EN een woord of woorden uit de titel hebt ook beide intikken, met een spatie ertussen, bijvoorbeeld galbraith EN iraq. Kies in het linker venstertje zoeken [en] en in het middelste alle woorden. Er komt dan een aantal titels, waaronder heel waarschijnlijk de gezochte. Er zijn nu drie mogelijkheden: het betreft een boek, een artikel, of een internetbron. Welke van de drie, kun je zien aan het icoontje naast de titel. - is het een boek? Klik op de titel en vervolgens NCC bezit (boven in je scherm). Je kunt dan zien of het boek aanwezig is in onze UB, en zo niet, waar dan wel. Neem de titel over in een bestand op je pc (of op een kaartje voor je kaartenbak) en noteer of het op de UB aanwezig is of elders. Noteer altijd zorgvuldig de naam van de auteur en de titel van het boek: spellingfoutjes betekenen dat je het boek niet meer kunt vinden! - is het een artikel? Noteer dan zorgvuldig auteur, titel van het artikel en titel van het tijdschrift, nummer van de jaargang ( vol of volume), nummer van de aflevering en de bladzijden in de aflevering, bijvoorbeeld: Michael M. Gunter, The End of Iraq: How American Incompetence Created a War without End, Middle East Journal vol. 60 (2006), afl. 4, pag. 799 (3) - is het een internetbron? Aanklikken en kijken waar je uitkomt. Soms is dat een vrij toegankelijke website, soms niet. De volgende stap: zoeken met behulp van je zoektermen. Tik een zoekterm in en kies in het middelste venstertje woorden uit de titel. Ook nu kun je zoektermen combineren, steeds met EN ertussen. Noteer de titels die je vindt. Let op: Nederlandse zoektermen leveren alleen Nederlandstalige titels op. Veel literatuur, zeker over niet-nederlandse onderwerpen, is in een andere taal geschreven. Gebruik bij het zoeken dus minstens ook de Engelse equivalenten van je zoektermen (liefst natuurlijk ook andere talen). Hetzelfde kun je doen met trefwoorden in het middelste venstertje, maar nu kies je alleen Nederlandse trefwoorden, want die zijn ingevoerd door medewerkers van onze Nederlandse bibliotheken. De titels die nu op je scherm staan zijn niet allemaal relevant voor je onderzoek. Vaak zitten er titels bij die niet gaan over geschiedenis of die erg oud zijn. Maak dus meteen 18

19 een eerste selectie: niet-historische titels en titels ouder dan twintig jaar vallen af (behalve als er erg weinig over je onderwerp te vinden is). Wanneer je dat niet aan de titels kunt zien, blijven ze op je lijst staan. Nadere selectie kan alleen door de titels te lezen en dat moet dus later gebeuren. Nu gaan we kijken welke van de gevonden titels aanwezig zijn op de UB. Als je erg veel titels hebt, begin dan met de tien die het meest relevant lijken voor je onderzoek en bewaar de rest voor als die titels tegenvallen of als je meer tijd hebt. Klik op website van de UB onder zoeken : UB catalogus. Die werkt precies zoals Picarta. In het geval van een boek tik je auteur en/of titel in. Als de UB het boek bezit, kun je het met een paar muisklikken aanvragen en kun je het binnen een half uur ophalen aan de balie, op vertoon van je studentenkaart. Ook boeken van het RLK komen zo op je scherm. Als een boek zich in de collectie van het RLK bevindt, staat dit aangegeven in de titelbeschrijving. Het aanvragen verloopt net zo, alleen moet je het boek aan de balie van het RLK afhalen. Met tijdschriftartikelen gaan we anders te werk. Wanneer je met Picarta een artikel hebt gevonden, klik je op de titel. Je komt dan bij een uitgebreide beschrijving van het artikel en het tijdschrift waarin het is verschenen. Noteer nauwkeurig de titel van het tijdschrift, de jaargang ( volume ), de aflevering en de pagina s. Klik nu op de titel van het tijdschrift en je kunt zien of het in de UB aanwezig is. Is dat het geval, dan klik je op ERASMUS UNIV ROTTERDAM, waarna je op een scherm komt dat je toegang geeft tot de elektronische versie van het tijdschrift. Ga vervolgens naar de jaargang, de aflevering en ten slotte de titel van het artikel. Kies pdf en het verschijnt op je scherm. Je kunt het nu doorlezen om te zien of je er wat aan hebt en vervolgens downloaden ( pagina opslaan als ook al gaat het om een heel artikel en niet om een pagina) en evt printen. Als je het bestand op je eigen pc wilt bewaren, geef het dan wel een goede titel in plaats van het nummer dat het pdf-bestand automatisch krijgt. Is het tijdschrift niet online beschikbaar, dan moet je uitvinden of de UB een papieren abonnement heeft. Zo is het Tijdschrift voor geschiedenis niet elektronisch beschikbaar, maar de UB heeft het wel. Tik in het zoekscherm van de UBcatalogus tijdschrift geschiedenis in en kies in het middelste venster titelwoorden tijdschrift. Je krijgt dan de titels van een aantal 19

20 Nederlandstalige historische vakbladen, waarvan het Tijdschrift voor geschiedenis er een is (als je er zeker van bent kun je ook tijdschrift voor geschiedenis intikken en in het venster kiezen voor hele titel tijdschrift ). Klik de titel die je zoekt aan en je krijgt een uitgebreide titelbeschrijving van het tijdschrift op je scherm. Noteer daaruit het aanvraagnummer (in dit geval P ). Als de aflevering die je zoekt minder dan een jaar oud is, staat hij waarschijnlijk op de leeszaal, in een van de kasten met historische tijdschriften (de nieuwste staat op de plank, voor eerdere nummers schuif je de plank omhoog: je vindt ze in een vak eronder). Is de aflevering wat ouder, dan moet je naar het tijdschriftenmagazijn beneden, waar de jaargangen op nummer van tijdschrift staan. Daar kun je het artikel doorlezen en eventueel kopiëren. Wat als het artikel niet elektronisch beschikbaar is en ook niet in papieren versie aanwezig op de UB? Dan kun je het van elders aanvragen met een elektronisch aanvraagformulier (dit heet ibl: interbibliothecair leenverkeer). Zie op de UBwebsite onder diensten : lenen uit andere bibliotheek. Een boek van elders aanvragen gaat op dezelfde manier. Let wel: het duurt een paar dagen, soms een week, voordat een boek of artikel van elders is aangekomen op de UB. Plaats je bestelling dus tijdig Lezen en verder zoeken Wanneer je je eerste stapel boeken en artikelen voor je hebt, ga je lezen. Lees van de boeken eerst de flaptekst, de inleiding en de conclusie. Bekijk de inhoudsopgave. Je hoeft een boek niet helemaal te lezen om een indruk te krijgen van de inhoud. Als een boek minder relevant voor je onderwerp is dan de titel je deed vermoeden lever je het meteen weer in. Stellen alle boeken teleur, dan vraag je er een paar aan van je reservelijstje. Artikelen kun je ook snel doornemen op relevantie, door bijvoorbeeld naar de inleiding en de conclusies te kijken. Boeken en artikelen die goed bruikbaar zijn ga je vervolgens grondig lezen. Al lezend kom je steeds meer over je onderwerp te weten. Je noteert nieuwe zoektermen en gaat terug naar de computer om te zien of daarover misschien titels te vinden zijn. Bekijk ook altijd de voetnoten en de literatuuropgave: vaak vind je daar meer titels die voor jou interessant zijn. Die leveren soms weer nieuwe ideeën en titels op en zo kun je een hele tijd doorgaan. We noemen dit de sneeuwbalmethode. Hoe groot de sneeuwbal 20

21 wordt hangt ervan af hoeveel tijd en energie je hebt. Hoe groter, hoe beter onderbouwd en doordacht je werkstuk kan zijn Andere zoekmethoden en nog een paar opmerkingen Er zijn nog allerlei andere manieren om literatuur over je onderwerp te vinden. - Je kunt in de leeszaal van de UB een aantal historische tijdschriften doorbladeren. Daarin staan vrij lange artikelen over alle mogelijke, vaak nogal specialistische onderwerpen. Als je geluk hebt, zit jouw onderwerp daarbij, maar die kans is niet zo groot. De meeste tijdschriften hebben echter ook een uitgebreide afdeling recensies, waarin pas verschenen boeken worden besproken door deskundigen. Er is een goede kans dat je hier wel iets van je gading vindt. Vaak verwijzen recensenten ook naar andere literatuur over het onderwerp. - Hetzelfde kun je online doen met de elektronische tijdschriften. Als je de titels van een paar belangrijke bladen kent, kun je die opzoeken op de UB-website (onder elektronische tijdschriften) en de laatste jaargangen doornemen. - Veel historici hebben een eigen website, waarop ook hun publicaties staan, soms voorzien van een link waardoor je die meteen kunt downloaden. Veel medewerkers van onze universiteit plaatsen hun publicaties bijvoorbeeld op de website REPUB (zie de link op de UB-website). Als je namen van historici kent wier werk je wilt lezen, kun je dus eens kijken of ze een eigen website hebben. En dan nog wat adviezen: - het zoeken en doornemen van literatuur kost veel tijd. Beginners denken dat ze door hun onderwerp in te typen meteen de literatuur vinden die ze nodig hebben, of gaan af op de titel van een boek of artikel, dat bij nader lezen blijkt tegen te vallen. Een andere fout is genoegen te nemen met literatuur die wel over je onderwerp gaat, maar verouderd is. De boodschap is hier: stop niet te vlug met zoeken. Probeer de nieuwste en de beste literatuur te vinden die er over je onderwerp te vinden is. Begin, zodra je weet dat je over een onderwerp moet schrijven, een uitgebreid literatuuronderzoek en vraag altijd meer boeken en artikelen aan dan je kunt lezen: je kunt dan de beste titels uitkiezen. Hoe eerder je dit doet, hoe eerder je kunt beginnen met lezen en schrijven en hoe beter je werkstuk dus zal worden. - zet nooit strepen in boeken, hoogstens heel lichte potoodtekentjes, die je uitgomt voordat je het boek weer inlevert. Bibliotheekboeken zijn gezamenlijk bezit. Bespaar andere lezers de 21

22 ergernis te moeten lezen in een boek met strepen en aantekeningen! 22

23 5. Bronnenonderzoek Alles wat we weten over het verleden is uiteindelijk gebaseerd op bronnen, dat wil zeggen materiële en immateriële overblijfselen uit het verleden. Dat kunnen gebouwen en voorwerpen zijn, geschreven of gedrukte teksten, plaatjes, films en geluidsbanden, mondelinge overleveringen. Bronnen getuigen van het verleden. Soms geven ze eenvoudige informatie, in de vorm van feiten: op die en die dag, zo laat, hield de liberale afgevaardigde Samuel van Houten een toespraak in het parlement over kinderarbeid, of: ontplofte het Amerikaanse ruimteveer Challenger, of: begon de Duitse schrijver Goethe zijn reis naar Italië. Maar vaak ligt het ingewikkelder. Als we in een krant of een dagboek een verslag lezen van een conflict een staking, een ruzie aan een koninklijk hof, een oorlog dan is van groot belang om te weten op welke wijze de schrijver betrokken was bij dat conflict, hoe hij aan zijn informatie kwam en voor wie hij schreef. Als er andere getuigenissen van dezelfde gebeurtenissen zijn, is het raadzaam om ook die te lezen. Voorts moet je beseffen dat bepaalde woorden die mensen indertijd gebruikten een andere betekenis hadden dan nu. We wezen daar al op in paragraaf 1.3. Om een bron goed te kunnen interpreteren, moet je derhalve zoveel mogelijk te weten zien te komen over de auteur(s), hun positie in de maatschappij en hun bedoelingen. En om die positie en die bedoelingen goed te kunnen begrijpen moet je weer zoveel mogelijk te weten zien te komen over de omgeving (context) waarin je bron is ontstaan: de machtsverhoudingen, de wijzen van denken en spreken. Als je de historische context van je bronnen niet kent, dan hanteer je automatisch je eigen context je eigen normen en vanzelfsprekendheden en dan is je interpretatie anachronistisch: hij zegt dan meer over jou en je eigen tijd dan over de tijd die je wilt onderzoeken. Bij het bestuderen van bronnen moet je daarom in elk geval de volgende drie vragen stellen: 1. wat is er bekend over de maker(s) van de bron? 2. met welk doel en ten behoeve van wie is de bron gemaakt? 3. wat was de maatschappelijke context waarin de bron is ontstaan? Soms vind je de antwoorden op deze vragen in de bron zelf, bijvoorbeeld wanneer de auteur zichzelf, zijn doel en zijn publiek bekend maakt. Maar pas op: de auteur kan iets anders 23

24 zeggen dan hij bedoelt, hij kan ons bewust of onbewust bedotten. En of hij het publiek bereikt dat hij wil bereiken is ook iets dat je niet moet aannemen maar onderzoeken. Soms vind je aanwijzingen niet in de tekst zelf, maar in het document waarin de tekst zich bevindt: in boeken en kranten zijn vaak jaar en plaats uitgave, uitgever of redacteur vermeld. Soms vind je gegevens over prijs en oplaag, die je een indruk kunnen geven van het lezerspubliek. Maar ook de kwaliteit van het gebruikte papier, de reputatie van de uitgever, de band, krabbels van een lezer in de kantlijn, etc. kunnen je iets vertellen. Net als een detective, moet je alert zijn op alle mogelijke aanwijzingen, die je kunnen helpen je bron te plaatsen in zijn historische omgeving. De bronnen die historici gebruiken bestaan voor het grootste deel uit teksten. Daarnaast maken we veelvuldig gebruik van statistisch materiaal en afbeeldingen. Maar ook voorwerpen, gebouwen en muziek kunnen als bron dienen. Tenslotte kunnen we als het ware zelf een bron maken door mensen te interviewen: de tekst van het gesprek is dan een nieuwe bron. Teksten, het meest gebruikte type bron, zijn op tal van manieren onder te verdelen. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen gepubliceerde en niet-gepubliceerde bronnen. Gepubliceerde bronnen zijn in druk verschenen teksten, zoals boeken en artikelen in kranten en tijdschriften. De meeste ervan vind je in bibliotheken. Niet gepubliceerde bronnen kunnen ook gedrukt of getypt zijn (overheidsrapporten, de boekhouding van een bedrijf), maar vaak zijn ze met de hand geschreven: brieven, dagboeken, rapporten en verslagen. Die ongepubliceerde bronnen vind je grotendeels in archieven. Een ander onderscheid dat vaak wordt gemaakt is dat tussen primaire en secundaire bronnen. Een primaire bron is een bron die in de meest directe relatie staat tot het verleden dat je bestudeert (ooggetuigenverslagen; foto's, rekeningen). Een secundaire bron is een bron die op primaire bronnen gebaseerd is en daardoor verder van het gebeurde afstaat. Voorbeelden daarvan zijn samenvattingen van krantenberichten of van jaarverslagen, of historische werken over het onderwerp. Dezelfde tekst kan echter in het ene onderzoek een primaire bron zijn, in het andere een primaire. Voor een historisch onderzoek naar de houding van Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog is een brief van Mussert of een andere NSB-er een primaire bron; het standaardwerk van Lou de Jong over Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog is dan een secundaire bron. Bij een studie naar de 24

25 ontwikkeling van de geschiedschrijving over Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeert De Jongs werk echter als primaire bron. Wie onderzoek doet naar de niet-westerse wereld krijgt te maken met een enigszins afwijkende bronnensituatie. In veel van deze samenlevingen zijn veel minder geschreven bronnen overgeleverd dan in westerse samenlevingen. Er zijn op dit punt wel grote verschillen: China en Japan hebben al eeuwenlang een omvangrijke schriftcultuur, in Afrika is die pas veel later ontstaan. Daarom vinden we in Afrika geen geschreven kronieken van grote heersers, verslagen van belangrijke ontmoetingen, laat staan dagboeken of memoires. Dat wil niet zeggen dat er geen historisch geheugen is. Dat is er wel, maar het is letterlijk opgeslagen in de hoofden van vertellers. Zij doen hun verhalen aan de hand van overleveringen of genealogieën. Onderzoekers hebben veel van deze orale tradities op schrift gesteld, zodat ze als schriftelijke bronnen kunnen worden onderzocht. Bij de interpretatie is natuurlijk van belang te onderzoeken hoe deze verhalen tot ons zijn gekomen. Daarnaast hebben westerse auteurs vanaf de zestiende eeuw veel over niet-westerse landen geschreven. Je kunt hierbij denken aan de verslagen van ontdekkingreizigers, grote handelscompagnieën, koloniale overheden en missionarissen. Uiteraard traden zij de vreemde cultuur met allerlei vooroordelen tegemoet, zodat we deze bronnen niet zonder meer als neutrale beschrijvingen van deze samenlevingen kunnen beschouwen. Ze zeggen vaak even veel over de mentaliteit, cultuur en vooronderstellingen van de auteurs en hun milieu. Wanneer we die achtergrond goed beseffen en de teksten nauwkeurig lezen, kunnen we niettemin heel wat over de geschiedenis van niet-westerse samenlevingen te weten komen. 25

26 6. Opslaan van gegevens Historisch onderzoek doen betekent: veel literatuur doornemen en allerlei soorten bronnenmateriaal bestuderen. Over dat alles maak je aantekeningen, die de basis vormen voor je werkstuk of thesis. Aantekeningen over boeken en artikelen dienen vooral twee doelen: 1. je neemt gegevens over die je voor je onderzoek nodig hebt; en 2. je geeft commentaar op de interpretaties van de auteurs die je leest, zodat je uiteindelijk je eigen oordeel kunt vormen. Aantekeningen over archiefmateriaal maak je omdat je archiefstukken nooit kunt meenemen en ook niet altijd (of alleen tegen hoge kosten) kunt kopiëren. Om te voorkomen dat je later terug naar het archief moet om te zien wat er ook alweer precies in een stuk stond, is het raadzaam vrij uitvoerige aantekeningen te maken en belangrijke passages over te schrijven (veel werk!). Duidelijke aantekeningen over wat je hebt gelezen, en waar, zijn ook nodig omdat je aan de lezer moet verantwoorden waar je gegevens vandaan komen en waarop je interpretatie is gebaseerd (zie hoofdstuk 10, over noten en literatuurlijst). Hier volgen enkele suggesties voor het vastleggen van je gegevens en je gedachten over je thema. De meest gebruikte dragers van zulke informatie zijn de kaartenbak en de pc De kaartenbak Een oud en beproefd opslagsysteem is de kaartenbak. Het is op zichzelf al een historisch fenomeen, maar als je het goed opzet, werkt het nog steeds. Koop een flinke bak voor kaartjes van 10 x 15 cm en een pak ongelinieerd A4-papier. Vouw het papier een keer in de lengte en een keer in de breedte, knip langs de vouwen en je hebt vier kaartjes die in de bak passen (je kunt ook kartonnen kaartjes kopen, maar dat is veel duurder en je bak is eerder vol). Je kunt de kaartenbak op verschillende manieren gebruiken. Sommige onderzoekers maken over ieder gegeven dat voor hun onderzoek relevant is een kaartje. Daarop staat in elk geval een beschrijving van de bron zoals die later in de literatuurlijst komt te staan en datgene wat je uit die bron wilt noteren: een citaat, een parafrase, een samenvatting, etc. Soms schijf je over een boek of archiefstuk maar een of enkele kaartjes vol, soms een hele stapel. In de kaartenbak moeten de kaartjes natuurlijk op de een of andere manier georganiseerd zijn. Dat doe je met behulp van tabkaartjes (te koop of zelf maken). Je eerste 26

27 indeling kan bestaan uit drie secties: ideeën, begrippen, namen en instanties: die kun je gebruiken bij het zoeken naar meer informatie over je onderwerp; algemene achtergrondliteratuur; en literatuur over je eigen onderwerp. Naarmate je vordert, kun je nadere indelingen maken. Op den duur is de indeling van de kaartenbak dezelfde als die van je werkstuk: elke hoofdstuk heeft dan een sectie, gemarkeerd met een tabkaartje, waarachter de kaartjes staan met de informatie die je voor dat hoofdstuk nodig hebt. Is een bepaald gegeven voor meerdere hoofdstukken van belang? Dan maak je een extra kaartje met een verwijzing. Dit is een fantastisch systeem: in één oogopslag kun je zien hoeveel je verzameld hebt over ieder onderdeel van je werkstuk, en met een beetje bladeren door je kaartjes zie je ook al snel wat je intussen weet en wat nog niet. Het is een flexibele methode: je kunt je kaartjes altijd anders ordenen, bijvoorbeeld omdat je een andere hoofdstukkenindeling wilt maken dan je eerst van plan was. En last not least, je kunt kaartjes overal mee naar toe nemen, gemakkelijker dan een laptop. Een variant op deze methode is de verwijzende kaartenbak. Je schrijft op elk kaartje dan de titel van een boek, artikel of archief en geeft aan met een * dat je er elders aantekeningen over hebt gemaakt, bijvoorbeeld in een multomap. Als je maar weinig te melden hebt over een boek of bron, kun je dat op het kaartje schrijven. In de multomap bewaar je dan je langere aantekeningen in alfabetische volgorde op de achternaam van de auteur of de naam van het archief. Wanneer je gaat schrijven (zie hoofdstuk 8), leg je de kaartjes precies in de goede volgorde, zodat je je verhaal aan de hand van de genoteerde gegevens kunt opschrijven en tegelijk de voetnoten kunt maken De computer Je kunt je aantekeningen natuurlijk ook opslaan in je pc. Let wel, als je voor je onderzoek langere tijd in een bibliotheek of archief moet werken, moet je wel een draagbare computer hebben, anders moet je thuis je geschreven aantekeningen overtypen. Dat kost veel tijd, dus in dat geval kun je beter met kaartjes, met of zonder multo, werken. Maar met de computer is ook prima te werken, bijvoorbeeld als volgt. Gebruik het programma Word. Maak een folder (map) waarin je alle aantekeningen over je onderwerp bewaart. Maak in die folder weer folders voor de algemene literatuur, de meer op je onderwerp gerichte literatuur, 27

28 archiefnotities en namen van personen en instanties die voor je onderzoek van belang zijn (net als in de kaartenbak). Maak voor ieder boek, artikel of archief dat je bestudeert een bestandje en bewaar dat in de betreffende folder onder de naam van de auteur met het jaar waarin het is verschenen of de naam van het archief. Zo kun je snel je aantekeningen over ieder boek of artikel terugvinden. Maak ook een folder voor je werkstuk. Daarin maak je een bestandje voor ieder hoofdstuk. In dat bestandje vermeld je de literatuur en het archiefmateriaal dat je wilt gebruiken (met vermelding of je er in de folder met literatuur al een uittreksel van hebt) alsook aantekeningen over de verdere indeling van het hoofdstuk, ideeën, etc. Net als in een kaartenbak kun je heel gemakkelijk later aantekeningen toevoegen. Gedachten die je invallen als je op de fiets zit of onder de douche staat, andere literatuur over een vergelijkbaar onderwerp alles krijgt een plaats in het systeem van je werkstuk. En als je wilt, kun je je bestanden een keer printen, zodat je alles eens op papier kunt doorlezen. Het voordeel van dit systeem is dat je, wanneer je je tekst gaat schrijven, heel gemakkelijk de aantekeningen bij elkaar kunt zetten die voor een bepaald deel van je tekst van belang zijn: knippen, plakken en in de goede volgorde in een bestand zetten in feite net als met een kaartenbak. Een prachtige mogelijkheid van Word is ook dat je woorden kunt zoeken in alle bestanden, zodat je snel terug kunt vinden wat je al over een onderwerp hebt aangetekend Waarop verder te letten bij het maken en gebruiken van je aantekeningen - Vermeld bij ieder gegeven de bron en doe dat meteen zoals je die later in de voetnoten en literatuurlijst moet weergeven (zie hierna, hoofdstuk 10). - Zet citaten die je uit literatuur of bronnen overneemt altijd tussen aanhalingstekens en vermeld de precieze plaats van herkomst. - Maak in je aantekeningen onderscheid tussen samenvatting en parafrasering van de bron. Parafraseren is bijna citeren : je neemt de zinsstructuur en een groot deel van de woorden over, maar gebruikt hier en daar andere woorden en je kort het verhaal soms in. Onderscheid ook je eigen commentaar, bijvoorbeeld door het tussen vierkante haken zetten. In dat commentaar kun je aangeven aan welke andere bronnen of literatuur een bepaalde passage je doet denken, of een voorlopige interpretatie geven, of opschrijven waarom je het ergens mee eens bent of niet. Het is belangrijk in je aantekeningen duidelijk onderscheid te maken tussen citaat, 28

BRONNENONDERZOEK 2010/2011

BRONNENONDERZOEK 2010/2011 Bronnenonderzoek Namen Begeleiders Informatie verzamelen : inleiding Om informatie te verzamelen zul je verschillende bronnen moeten raadplegen. Al zoekende zul je merken dat er bronnen zijn waarvan je

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Oriëntatie op het onderwerp Wat is het onderwerp Welke zoektermen Welke bronnen Zoeken naar informatie Welke informatiebronnen Kiezen en beoordelen van informatie

Nadere informatie

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Oriëntatie op het onderwerp Wat is het onderwerp? Welke zoektermen? Welke bronnen? Zoeken naar informatie Welke informatiebron gebruik je? Hoe zoek je digitale

Nadere informatie

HISTORISCH AMBACHT. Basisvaardigheden voor historici. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

HISTORISCH AMBACHT. Basisvaardigheden voor historici. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM HISTORISCH AMBACHT Basisvaardigheden voor historici Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit Historische en Kunstwetenschappen Opleiding Geschiedenis 2010-2011 (vijfde, herziene editie)

Nadere informatie

HISTORISCH AMBACHT. Basisvaardigheden voor historici. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

HISTORISCH AMBACHT. Basisvaardigheden voor historici. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM HISTORISCH AMBACHT Basisvaardigheden voor historici Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of History, Culture and Communication Opleiding Geschiedenis 2011-2012 (zesde, licht

Nadere informatie

+DQGOHLGLQJYRRUKHW]RHNHQLQ

+DQGOHLGLQJYRRUKHW]RHNHQLQ +DQGOHLGLQJYRRUKHW]RHNHQLQ,19(57 &DPSXVELEOLRWKHHN%LRPHGLVFKH:HWHQVFKDSSHQ 'HFHPEHU ,19(57LQGH[YDQGH1HGHUODQGVWDOLJHYHUSOHHJNXQGLJHOLWHUDWXXU Wat is invert? Eenvoudig zoeken Geavanceerd zoeken In welk

Nadere informatie

Bronnen voor genderstudies

Bronnen voor genderstudies Bronnen voor genderstudies Deel 1: Belangrijke werkinstrumenten in een wetenschappelijke bibliotheek - Catalogi 1. Algemeen 2. ALEPH Online versus CDROM Browse versus search Basket en mail Trefwoorden

Nadere informatie

Stappenplan voor een onderzoek

Stappenplan voor een onderzoek Stappenplan voor een onderzoek Stap 1: Onderwerp * A) Kies een onderwerp Denk bij het kiezen van een onderwerp aan de volgende punten: - vind ik het onderwerp interessant - zijn er genoeg bronnen over

Nadere informatie

Handleiding full text artikelen downloaden

Handleiding full text artikelen downloaden Handleiding full text artikelen downloaden Stap 1: Full text icoon in Pubmed... 2 Stap 2: HANQuest... 3 Stap 3 Google en Google Scholar.... 4 Stap 4: Lijst digitale tijdschriftabonnementen van de HAN Studiecentra...

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

HISTORISCH AMBACHT. Basisvaardigheden voor historici. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

HISTORISCH AMBACHT. Basisvaardigheden voor historici. Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM HISTORISCH AMBACHT Basisvaardigheden voor historici Bachelor Geschiedenis ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of History, Culture, and Communication Opleiding Geschiedenis 2014-2015 (negende,

Nadere informatie

Producten aangeboden door de Openbare Bibliotheek Rijssen-Holten aan het Voortgezet Onderwijs 2012-2013

Producten aangeboden door de Openbare Bibliotheek Rijssen-Holten aan het Voortgezet Onderwijs 2012-2013 Producten aangeboden door de Openbare Bibliotheek Rijssen-Holten aan het Voortgezet Onderwijs 2012-2013 Voorwoord Uw school besteedt het komend schooljaar natuurlijk veel aandacht aan mediawijsheid en

Nadere informatie

De Catalogus. De catalogus van de bibliotheken van de Universiteit Leiden catalogus.leidenuniv.nl

De Catalogus. De catalogus van de bibliotheken van de Universiteit Leiden catalogus.leidenuniv.nl De Catalogus De catalogus van de bibliotheken van de Universiteit Leiden catalogus.leidenuniv.nl Inhoud De Catalogus bevat titelgegevens van boeken en e-books, tijdschriften en e-journals, brieven, kaarten

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Help, ik moet een werkstuk maken!

Help, ik moet een werkstuk maken! Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Literatuurverwijzingen

Literatuurverwijzingen Literatuurverwijzingen Een literatuurlijst maken & citeren / parafraseren Waarover gaat de presentatie? I Waarom verwijzen? Enkele overwegingen vooraf! II APA - normen III Literatuurverwijzingen: de praktijk

Nadere informatie

INHOUD. Wat zoek je?... 2 Waar zoek je?... 4 Hoe zoek ik?... 8 Wat heb ik?...10. Naam. Opleiding. Project. Datum

INHOUD. Wat zoek je?... 2 Waar zoek je?... 4 Hoe zoek ik?... 8 Wat heb ik?...10. Naam. Opleiding. Project. Datum INHOUD Wat zoek je?... Waar zoek je?... 4 Hoe zoek ik?... 8 Wat heb ik?...0 Naam Opleiding Project Datum WAT ZOEK JE? Oriëntatie: Welke bronnen gebruik je? Om een globaal beeld te krijgen van je onderwerp

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

Module 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er? www.thomasmore.be/bibliotheek

Module 1. Welke soorten informatiebronnen zijn er? www.thomasmore.be/bibliotheek www.thomasmore.be/bibliotheek Module 1 Welke soorten informatiebronnen zijn er? Gebaseerd op de tutorials informatievaardigheden van Bibliotheek Letteren - K.U.Leuven Module 1 In deze module maak je kennis

Nadere informatie

Eisen en lay-out van het PWS

Eisen en lay-out van het PWS Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren

Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren handleiding onderzoek doen op internet pagina 1 Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren Het opstellen van een goede probleemstelling bij een onderwerp is leuk werk, maar ook lastig. Het kan veel tijd

Nadere informatie

LIDMAATSCHAP KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG (KB) (VERSIE: NOV. 2013)

LIDMAATSCHAP KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG (KB) (VERSIE: NOV. 2013) LIDMAATSCHAP KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG (KB) (VERSIE: NOV. 2013) 1.1 INLEIDING De ETA wil naast Evangelisch ook graag Theologisch en Academisch zijn. Dit betekent dat we studenten stimuleren tot

Nadere informatie

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN Medewerkers van de Bibliotheek Rechten hebben voor studenten, die starten met het schrijven van de scriptie, instrumenten ontwikkeld. De instrumenten

Nadere informatie

Vaardigheid met het toetsenbord

Vaardigheid met het toetsenbord Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Introductie Visual Steps... 8 Nieuwsbrief... 8 Wat heeft u nodig?... 9 Hoe werkt u met dit boek?... 10 De volgorde van lezen... 11 Website... 11 Toets uw kennis... 11 Voor

Nadere informatie

Stap 5 Selecteren van informatie

Stap 5 Selecteren van informatie Stap 5 Selecteren van informatie Tijdens je zoekactie vind je allerlei informatie. Hiervan wil je alleen relevante en betrouwbare bronnen gebruiken. In deze stap geven we je richtlijnen om verschillende

Nadere informatie

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen.

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen. 1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen. Vooraleer je aan een literatuuronderzoek begint, is het belangrijk om voldoende informatie over je onderwerp te verzamelen via vakwoordenboeken,

Nadere informatie

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag

Nadere informatie

Nota collectiebeleid 2011 De collectievorming voor de Vakbibliotheek Rechten

Nota collectiebeleid 2011 De collectievorming voor de Vakbibliotheek Rechten Nota collectiebeleid 2011 De collectievorming voor de Vakbibliotheek Rechten Inhoud: 1. Inleiding 2. Collectievorming en taakstelling van de vakbibliotheek 2.1. De taakstelling van de bibliotheek 2.2.

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Inhoud. Mediacentrum hogeschool Windesheim (maart 2015) Page 2

Inhoud. Mediacentrum hogeschool Windesheim (maart 2015) Page 2 Online Inhoud Over Endnote Online... 3 Aanmelden... 3 Voordat je begint!... 4 Tussenvoegsels in namen... 4 Referenties invoegen in een Worddocument/Cite while you write... 5 Handmatig invoeren van referenties...

Nadere informatie

HALLO WERELD WERKSTUK

HALLO WERELD WERKSTUK HALLO WERELD WERKSTUK Opdracht Maak een werkstuk over China, het onderwerp van het boek De Parel en De Draak. Beschrijf verschillende aspecten van het land en maak je werkstuk zo afwisselend mogelijk.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

I NHOUD. Inleiding 9. 1 Historisch onderzoek: het belang van een vraagstelling. 2 Bouwstenen van de historische methode

I NHOUD. Inleiding 9. 1 Historisch onderzoek: het belang van een vraagstelling. 2 Bouwstenen van de historische methode 5 I NHOUD Inleiding 9 Opzet 11 1 Historisch onderzoek: het belang van een vraagstelling 1.1 Onderwerp en vraag 17 1.1.1 Een onderwerp benoemen 17 1.1.2 Soorten vragen: beschrijvend, verklarend, verkennend

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1. Wat kijk je graag op tv? 2. Wat is je lievelingsfilm? 3. Wat doe je op internet? 4. Welke games speel je? 5. Waar praat je over op facebook, twitter, enzo? 6. Wat doe

Nadere informatie

We beginnen met het zoeken in de Fontys catalogus.

We beginnen met het zoeken in de Fontys catalogus. Workshop Informatievaardigheden Theologie levensbeschouwing De workshop Informatievaardigheden laat je kennis maken met informatiebronnen die je nodig hebt voor je studie en leert je ook hoe ze te gebruiken.

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Hoe gebruik ik de publiekscatalogus?

Hoe gebruik ik de publiekscatalogus? Hoe gebruik ik de publiekscatalogus? De catalogus van onze bibliotheek kunt u raadplegen in de bibliotheek of via www.bibliotheekrijssenholten.nl. Als u thuis via de website de catalogus wilt raadplegen

Nadere informatie

De Digitale Bibliotheek. Toegang tot databases en e-journals digitallibrary.leidenuniv.nl

De Digitale Bibliotheek. Toegang tot databases en e-journals digitallibrary.leidenuniv.nl De Digitale Bibliotheek Toegang tot databases en e-journals Wat is de Digitale Bibliotheek? De Digitale Bibliotheek is de toegangspoort van de Universiteitsbibliotheken Leiden tot een groot aanbod aan:

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Handleiding voor de leerling

Handleiding voor de leerling Handleiding voor de leerling Inhoudopgave Inleiding blz. 3 Hoe pak je het aan? blz. 4 Taken blz. 5 t/m 9 Invulblad taak 1 blz. 10 Invulblad hoofd- en deelvragen blz. 11 Plan van aanpak blz. 12 Logboek

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord... 7 Wat doet SeniorWeb?... 8 Wat heeft u nodig?... 9 Hoe werkt u met dit boek? De schermafbeeldingen...

Inhoudsopgave. Voorwoord... 7 Wat doet SeniorWeb?... 8 Wat heeft u nodig?... 9 Hoe werkt u met dit boek? De schermafbeeldingen... Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Wat doet SeniorWeb?... 8 Wat heeft u nodig?... 9 Hoe werkt u met dit boek?... 11 De schermafbeeldingen... 12 1. Starten met Windows 7 13 1.1 Desktopcomputer of laptopcomputer...

Nadere informatie

20/11/2015 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE

20/11/2015 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? Stieve Van der Bruggen 1 INHOUD SESSIE 1) Google 2) Wikipedia 3) Waarom de bibliotheek? 4) Efficiënt opzoeken via LIMO 5) Enkele nuttige databanken 6) Enkele oefeningen +

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig 8 Hoe werkt u met dit boek? 10 De website bij het boek

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig 8 Hoe werkt u met dit boek? 10 De website bij het boek Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Nieuwsbrief... 7 Introductie Visual Steps... 8 Wat heeft u nodig... 8 Hoe werkt u met dit boek?... 10 De website bij het boek... 11 De schermafbeeldingen... 11 1. Starten met

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

B i j l a g e 1 TABELLEN

B i j l a g e 1 TABELLEN Concept Jaarverslag UB 2001 23 B i j l a g e 1 TABELLEN tabel 1 Budgetten voor collectievorming boeken en tijdschriften 2.192.000 2.192.000 2.188.000 2.097.000 elektr. informatiebronnen *) 490.000 650.000

Nadere informatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids? WERKBOEK WIKIKIDS Welkom bij het werkboek van WikiKids. In dit werkboek staan opdrachten waarmee je stap voor stap leert werken met WikiKids. Er staan 15 opdrachten

Nadere informatie

Hoe gebruik ik de publiekscatalogus?

Hoe gebruik ik de publiekscatalogus? Hoe gebruik ik de publiekscatalogus? De catalogus van onze bibliotheek kun je raadplegen in de bibliotheek of via www.bibliotheekrijssenholten.nl. Als je thuis via de website de catalogus wilt raadplegen

Nadere informatie

ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME DE BIBLIOTHEEK: AANBOD VAN WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIE

ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME DE BIBLIOTHEEK: AANBOD VAN WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIE ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME DE BIBLIOTHEEK: AANBOD VAN WETENSCHAPPELIJKE INFORMATIE DE UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK BESTAAT UIT : De Centrale Bibliotheek : Universiteitscomplex gebouw I, Leysweg

Nadere informatie

Hoe gebruik ik de publiekscatalogus?

Hoe gebruik ik de publiekscatalogus? Hoe gebruik ik de publiekscatalogus? De catalogus van onze bibliotheek kunt u raadplegen in de bibliotheek of via www.bibliotheekwierden.nl. Als u thuis via de website de catalogus wilt raadplegen kiest

Nadere informatie

De termen kunnen de documenten terugvindbaar maken, maar de termen zijn niet geschikt om de documenten op onderwerp op te bergen.

De termen kunnen de documenten terugvindbaar maken, maar de termen zijn niet geschikt om de documenten op onderwerp op te bergen. 1. Inleiding Voor u ligt de eerste editie van de thesaurus van termen op het gebied van antroposofie, vrijeschool onderwijs, begeleiding van het vrijeschoolonderwijs en verwante onderwerpen die is ontwikkeld

Nadere informatie

B i j l a g e 1 TABELLEN

B i j l a g e 1 TABELLEN Conceptjaarverslag UB 1999 23 B i j l a g e 1 TABELLEN tabel 1 Budgetten voor collectievorming 1996-1999 boeken en tijdschriften 2.092.000 2.108.000 2.192.000 2.192.000 elektr. informatiebronnen 245.000

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016

WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 VIA VINCI ACADEMY 2015-1 - In het portfolio worden per module* werkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld.

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word Nog beter leren omgaan met Word Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Informatiekunde Omgaan met Word College De Heemlanden 2005. Informatiekunde Leerjaar

Nadere informatie

LexisNexis Academic Quickcard

LexisNexis Academic Quickcard LexisNexis Academic Quickcard LET OP De beschikbare velden hangt af van het aanbod van je bibliotheek. Heb je hier vragen over, ga dan naar de informatie specialist aan de balie. 1. Doorzoek het nieuws:

Nadere informatie

Word 2007 en APA bronvermelding. Nathalie van den Eerenbeemt december 2014

Word 2007 en APA bronvermelding. Nathalie van den Eerenbeemt december 2014 Word 2007 en APA bronvermelding Nathalie van den Eerenbeemt december 2014 Waar vind je WIKI Fontys OSO? 2 Wiki Fontys OSO waar staat de ppt? http://www.fontysmediatheek.nl/wiki/home/wiki_fontys_oso 3 aar

Nadere informatie

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK NIJMEGEN. HUMANIORA BIBLIOTHEEK COLLECTIE H.In.Nw. Nieuwste Geschiedenis - na 1870

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK NIJMEGEN. HUMANIORA BIBLIOTHEEK COLLECTIE H.In.Nw. Nieuwste Geschiedenis - na 1870 UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK NIJMEGEN HUMANIORA BIBLIOTHEEK COLLECTIE H.In.Nw Nieuwste Geschiedenis - na 1870 December 2013 Handleiding voor de gebruikers van de bibliotheek van het instituut Nieuwste Geschiedenis

Nadere informatie

ZOEKEN IN KLUWER NAVIGATOR

ZOEKEN IN KLUWER NAVIGATOR ZOEKEN IN KLUWER NAVIGATOR INLOGGEN ZOEKEN ZOEKFILTERS TIPS & TRUCS Kluwer Navigator bevat full text documenten uit verschillende soorten bronnen: wet- en regelgeving, artikelsgewijs commentaar, jurisprudentie

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN HET PROFIELWERKSTUK 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN Schooljaar 2013-2014 1 Het profielwerkstuk. Inleiding. Een van de verplichte onderdelen van het schoolexamen is het maken van een profielwerkstuk.

Nadere informatie

BA scriptiereglement Religiewetenschappen

BA scriptiereglement Religiewetenschappen Faculteit der Geesteswetenschappen Kloveniersburgwal 48 BA Religiewetenschappen 1012 CX Amsterdam BA scriptiereglement Religiewetenschappen Preambule De bachelorproef bestaat bij de opleiding Religiewetenschappen

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk 5-VWO (examen 2016)

Handleiding profielwerkstuk 5-VWO (examen 2016) Handleiding profielwerkstuk 5-VW (examen 2016) 1. INLEIDING Een van de onderdelen van het schoolexamen (SE) is het profielwerkstuk (PWS). Het PWS kun je beschouwen als een uitgebreide praktische opdracht

Nadere informatie

Inhoud. Endnote X7 Handleiding Mediacentrum maart 2015 Page 2

Inhoud. Endnote X7 Handleiding Mediacentrum maart 2015 Page 2 Inhoud Over Endnote... 3 Endnote installeren... 4 Een library aanmaken... 5 Voordat je begint!... 6 Tussenvoegsels in namen... 6 Referenties invoegen in een Worddocument/Cite while you write... 7 Handmatig

Nadere informatie

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas WikiKids Atlas Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas 1. Inhoudsopgave. 1. Inhoudsopgave. p. 43 2. Inleiding. p. 44 3. Uitleg en kerndoelen WikiKids Atlas. p. 46 3.1. Inleiding. p. 46 3.2. Uitleg WikiKids.

Nadere informatie

HEURISTIEK TOERISME VLAANDEREN. cursus. module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u.

HEURISTIEK TOERISME VLAANDEREN. cursus. module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u. TOERISME VLAANDEREN cursus HEURISTIEK module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u.) Jos van Dooren Jos van Dooren Pagina 1 BRONNENSTUDIE VOOR GIDSEN EN REISLEIDERS

Nadere informatie

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten) Faculteit Rechten Universiteit Hasselt Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten) Versie 25 augustus 2010 Artikel 1: Algemene doelstellingen De bachelorscriptie is een bijzondere

Nadere informatie

16/02/2016 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE

16/02/2016 HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? INHOUD SESSIE HOE EN WAAR EFFICIËNT ZOEKEN? Stieve Van der Bruggen 1 INHOUD SESSIE 1) Google 2) Wikipedia 3) Waarom de bibliotheek? 4) Efficiënt opzoeken via LIMO 5) Enkele nuttige databanken 6) Enkele oefeningen +

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 14 Uw voorkennis 16 Hoe werkt u met dit boek?

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig? 14 Uw voorkennis 16 Hoe werkt u met dit boek? Inhoudsopgave Voorwoord... 13 Nieuwsbrief... 13 Introductie Visual Steps... 14 Wat heeft u nodig?... 14 Uw voorkennis... 16 Hoe werkt u met dit boek?... 16 De website bij het boek... 17 Aanvullende begeleidende

Nadere informatie

Hoe maak je een goede bronvermelding. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/39641

Hoe maak je een goede bronvermelding. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/39641 Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Els ; 11 October 2012 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/39641 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34 Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 8 Hoofdstuk 1 Het Examen Lezen programma I 11 1.1 Wat wordt er getoetst bij het examen? 11 1.2 Hoe wordt het examen afgenomen? 11 1.3 Welke tekstsoorten bevat het examen? 12

Nadere informatie

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider: Naam:. Klas: Namen groepsleden:........ Begeleider: 1 Inleiding In deze projectweek ga je onderzoek doen. Dit onderzoek is ter voorbereiding op het sectorwerkstuk in de vierde klas. Dit boekje is jouw

Nadere informatie

B i j l a g e 1 TABELLEN

B i j l a g e 1 TABELLEN Concept-Jaarverslag UB 1998 15 B i j l a g e 1 TABELLEN tabel 1 Budgetten voor collectievorming 1995-1998 boeken en tijdschriften 2.196.000 2.092.000 2.108.000 2.192.000 elektr. informatiebronnen 230.000

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:

Nadere informatie

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur Actuele relatie met O&O (specifieke opleidingen etc.) De collectie Engelse taal en cultuur richt zich met name op de studenten, docenten en onderzoekers

Nadere informatie

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester

Nadere informatie

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Beste leerling, RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Voor je ligt het Logboek dat je gaat gebruiken bij het maken van je profielwerkstuk. Na de PWS-weken lever je een geschreven werkstuk

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Wat is een theoretisch kader?

Wat is een theoretisch kader? AOS docentonderzoek bijeenkomst 3 Theoretisch kader & bibliotheekinstructie Rian Aarts & Kitty Leuverink Wat is een theoretisch kader? (Verdiepende probleemanalyse) Een theoretisch kader is een overzicht

Nadere informatie

3. Zoeken naar informatie ... 4. Surfen op internet met de app Internet Explorer 99... 5. Werken met e-mail 109 ...

3. Zoeken naar informatie ... 4. Surfen op internet met de app Internet Explorer 99... 5. Werken met e-mail 109 ... Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Nieuwsbrief... 7 Introductie Visual Steps... 8 Wat heeft u nodig?... 8 Uw voorkennis... 9 Hoe werkt u met dit boek?... 9 De website bij het boek... 10 Toets uw kennis... 10

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Maatschappijleer/ geschiedenis praktische opdracht, 4hv Naam: Klas: Geschiedenis Chronologie In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat de geschiedenis

Nadere informatie

lenen & inzien lenen en inzien_folder_a5_def.indd 1 11-04-11 12:37

lenen & inzien lenen en inzien_folder_a5_def.indd 1 11-04-11 12:37 lenen & inzien lenen en inzien_folder_a5_def.indd 1 11-04-11 12:37 lenen en inzien_folder_a5_def.indd 2 11-04-11 12:37 lenen & inzien Bibliotheek Den Haag heeft veel te bieden, maar u zult vooral plezier

Nadere informatie

HET ZOEKEN VAN WETENSCHAPPELIJKE LITERATUUR. Hans Bodlaender

HET ZOEKEN VAN WETENSCHAPPELIJKE LITERATUUR. Hans Bodlaender HET ZOEKEN VAN WETENSCHAPPELIJKE LITERATUUR Hans Bodlaender Deze presentatie 2 Wat voor soort literatuur bestaat er? Hoe wordt die gemaakt? Hoe vind je relevante literatuur? Gebruik bronnen 3 Voordat je

Nadere informatie

De Catalogus. Catalogus van de bibliotheken van de Universiteit Leiden catalogus.leidenuniv.nl

De Catalogus. Catalogus van de bibliotheken van de Universiteit Leiden catalogus.leidenuniv.nl De Catalogus Catalogus van de bibliotheken van de Universiteit Leiden catalogus.leidenuniv.nl Inhoud De Catalogus bevat titelgegevens van boeken en e-books, tijdschriften en e-journals, brieven, kaarten

Nadere informatie

Onderzoekend leren over identiteit

Onderzoekend leren over identiteit groep 6-8 Onderzoekend leren over identiteit Typisch Nederlands Sanne Dekker, Jan van BarenNawrocka en Lotte Jensen Sanne Dekker is projectmanager van het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit. Jan

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig 14 Uw voorkennis 16 Hoe werkt u met dit boek?

Inhoudsopgave Voorwoord 13 Nieuwsbrief 13 Introductie Visual Steps 14 Wat heeft u nodig 14 Uw voorkennis 16 Hoe werkt u met dit boek? Inhoudsopgave Voorwoord... 13 Nieuwsbrief... 13 Introductie Visual Steps... 14 Wat heeft u nodig... 14 Uw voorkennis... 16 Hoe werkt u met dit boek?... 16 De website bij het boek... 17 Aanvullende begeleidende

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie