Capaciteitsplan Deelrapport 6. Arts voor Verstandelijk Gehandicapten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 6. Arts voor Verstandelijk Gehandicapten"

Transcriptie

1 Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 6 Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Utrecht, oktober 2013

2

3 Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 6 Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan 2013 voor de medische, tandheelkundige, klinisch technologische en aanverwante (vervolg)opleidingen

4 Statutaire doelstellingen: a. Het op grond van, onder meer, de te verwachten zorgbehoefte opstellen van behoefteramingen met betrekking tot de onderscheiden medische en tandheelkundige vervolgopleidingen; b. Informatievoorziening voor de zorgsector en overheid met betrekking tot de behoefte aan en capaciteit van medische en tandheelkundige opleidingen en vervolgopleidingen; c. Het in beeld brengen van de benodigde capaciteit van de initiële geneeskundige opleiding en advisering hierover aan de overheid.

5 Inhoud Samenvatting 5 1. Inleiding Doelstelling Capaciteitsorgaan Ontwikkeling in taakstelling Capaciteitsorgaan Discipline specifieke aandachtspunten Indeling van dit deelrapport Positionering AVG Inleiding Overzicht aanverwante disciplines Verhoudingen tussen disciplines Opleiding Inleiding Adviezen Besluiten Realisatie Intern rendement Conclusies Zorgvraag Inleiding Demografie Epidemiologie Sociaal-culturele ontwikkeling Onvervulde zorgvraag Conclusie zorgvraag Zorgaanbod Inleiding Omvang beroepsgroep Aantal geregistreerde AVG Huisartsen en basisartsen Aantal/ percentage werkzaam als AVG Omvang dienstverband AVG Instroom in het vak Uitstroom uit het vak Conclusie zorgaanbod Werkproces Inleiding Vakinhoudelijke ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen Efficiency Taakherschikking / taakverschuiving Horizontale substitutie...36

6 6.5.2 Verticale substitutie Conclusie werkproces Scenario s Inleiding Beleidsarm scenario Realistische scenario s met tijdelijke of doorgaande trend Reëel scenario met tijdelijke of doorgaande trend Maximale scenario met tijdelijke of doorgaande trend Conclusie scenario s Gevolgen diverse scenario s voor de benodigde instroom aios AVG Overwegingen en advies Inleiding Beleidsontwikkelingen NVAVG Beleid overheid AWBZ en Zorgverzekeringswet Maatschappelijke veranderingen Taakherschikking Buitenland Relatie met andere adviezen Opleidingsinstituut en opleidingsinstellingen Onzekerheden Vraag Aanbod Werkproces Opleidingscapaciteit Belangstelling voor het vak Belangrijkste scenario s Advies instroom...50 Bijlage 1: Model Capaciteitsorgaan...52 Bijlage 2: Gedetailleerde gegevens berekening Prismant...53 Bijlage 3: Procedure en betrokken experts...54

7 Samenvatting Het specialisme Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) is in 2000 door de minister van VWS erkend. Tot die tijd werd de medische zorg voor verstandelijk gehandicapten voornamelijk geleverd door ervaren (voormalige) huisartsen. De eerste drie jaren is het aantal geregistreerde AVG snel gestegen door de erkenning (met terugwerkende kracht) van de groep artsen die al werkzaam waren in de sector. Vanaf 2003 is de instroom in het specialisme AVG alleen nog mogelijk door het volgen van de erkende medische vervolgopleiding tot AVG. De veranderingen van het aantal geregistreerde AVG worden volledig veroorzaakt door in- en uitschrijvingen in het register. Er is geen instroom uit het buitenland mogelijk omdat het specialisme elders niet erkend wordt. Per 1 januari 2013 waren er 200 geregistreerde AVG. Hiervan werken er ongeveer 186 (93%), gemiddeld 0,87 fte. Van de geregistreerde AVG is 73% van het vrouwelijke geslacht. De AVG kennen een scheve leeftijds- en geslachtsopbouw. Ruim 60% van de mannelijke geregistreerde AVG zal de komende 10 jaar uitstromen. Daarna ontstaat er een redelijk over de verschillende leeftijdsgroepen verdeeld arbeidsaanbod aan AVG, dat wel sterk gefeminiseerd zal zijn. De markt van vraag en aanbod voor de AVG kan het best beschreven worden als een vraagmarkt. Op elke 5 AVG is er één onvervulde vacature. De vacatures die langdurig openstaan leiden echter niet tot een snellere substitutie door gedragswetenschappers of verpleegkundig specialisten. Wel wordt een toename van het aantal werkzame basisartsen in de sector geconstateerd. Ook neemt de leeftijd waarop AVG stoppen met werken toe en is de gemiddelde fte (ondanks de verdere feminisering van het beroep) ten opzichte van 2010 met 0,03 gestegen. De gerealiseerde instroom in de opleiding is sinds 2005 gemiddeld genomen 15 personen, met uitschieters in 2009 en Volgens de registratiecommissie geneeskundige specialismen zijn in aios AVG gestart met hun opleiding. Het totaal aantal aios schommelt sinds 2010 maar marginaal. Wel neemt het percentage vrouwen onder de aios AVG licht af. De onzekerheden in de raming zijn groot. Ten opzichte van 2010 is de invloedrijkste parameter aan de vraagkant nog steeds sociaal-cultureel. De mate waarin de maatschappij de verstandelijk gehandicapte ondersteunt in een positie als volwaardig burger én de mate waarin de zwakbegaafde een beroep mag blijven doen op de AVG is nog steeds een belangrijke factor voor de vraagzijde. Daar is in 2012 bijgekomen de uitwerking van het regeerakkoord met betrekking tot de bezuinigingen AWBZ, meer specifiek voor de verstandelijk gehandicaptensector. In het advies 2010 werd al aangekondigd dat de keuze voor de scenario s afhankelijk zou zijn van de monitoring in de afgelopen drie jaren. Het Capaciteitsorgaan heeft gekozen voor een minimum instroom van 17 aios aan de hand van het reële scenario met doorgaande trend, evenwichtsjaar De maximum instroom is bepaald middels het maximale scenario met tijdelijke trend, eveneens evenwichtsjaar 2025, en bedraagt 24 aios. De corresponderende jaarlijkse groei van de zorgvraag naar AVG bedraagt 1,8% respectievelijk 2,4%. Gezien de bestaande vacaturegraad aan AVG spreekt het Capaciteitsorgaan een voorkeur uit voor een jaarlijkse instroom in de erkende medische vervolgopleiding AVG van 20 tot 24 aios per jaar. 5

8 6

9 1. Inleiding Dit deelrapport bij het Capaciteitsplan 2013 bevat alle gegevens en (verwijzingen naar) achtergrondinformatie die door het Capaciteitsorgaan zijn gebruikt bij de formulering van het instroomadvies voor de erkende medische vervolgopleiding Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG). Dit deelrapport kan los van het integrale Capaciteitsplan 2013 gelezen worden. Het integrale Capaciteitsplan 2013 omvat naast het instroomadvies over het specialisme AVG ook instroomadviezen over de 27 klinische specialismen en de 3 klinisch technologische specialismen, de huisartsgeneeskunde, de mondzorg (de kaakchirurgen, orthodontisten, tandartsen en mondhygiënisten), de specialisten ouderengeneeskunde, de sociale geneeskunde en de beroepen geestelijke gezondheid. Over elk van deze onderwerpen is ook een apart deelrapport met achtergrondinformatie beschikbaar. 1.1 Doelstelling Capaciteitsorgaan Het Capaciteitsorgaan is in 1999 opgericht door veldpartijen in de zorg. De statutaire doelstellingen van het Capaciteitsorgaan zijn: a. Het op grond van, onder meer, de te verwachten zorgbehoefte opstellen van behoefteramingen met betrekking tot de onderscheiden medische en tandheelkundige vervolgopleidingen; b. Informatievoorziening voor de zorgsector en overheid met betrekking tot de behoefte aan en capaciteit van medische en tandheelkundige opleidingen en vervolgopleidingen; c. Het in beeld brengen van de benodigde capaciteit van de initiële geneeskundige opleiding en advisering hierover aan de overheid. Sinds 2000 brengt het Capaciteitsorgaan ramingen uit voor de gewenste instroom in de diverse erkende medische en tandheelkundige vervolgopleidingen. Tevens brengt het orgaan een advies uit over de noodzakelijk geachte instroom in de initiële opleiding tot basisarts. Het oogmerk van deze adviezen is om ongewenste discrepanties tussen zorgvraag en zorgaanbod te verminderen en op den duur zelfs te voorkomen. Daarnaast voorziet het Capaciteitsorgaan de overheid en het veld van informatie op basis waarvan partijen beleid kunnen maken voor bijvoorbeeld de capaciteitsfixus, buitenlandse instroom, horizontale en verticale substitutie en nieuwe opleidingen. Op verzoek van het ministerie van VWS werkt het Capaciteitsorgaan mee aan een initiatief van de Europese Unie om ramingsinstrumenten voor andere landen te ontsluiten en te vergelijken. Ten slotte werkt het Capaciteitsorgaan mee aan symposia, invited expertmeetings en klankbordsessies. Het bestuur van het Capaciteitsorgaan telt 24 zetels, waarvan er acht worden ingevuld door de zorgverzekeraars, acht door de opleidingsinstellingen en acht door de diverse beroepsgroepen. Deze paritaire vertegenwoordiging is ook doorgevoerd in elke overlegvorm binnen het Capaciteitsorgaan. Het Capaciteitsorgaan wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS. 7

10 1.2 Ontwikkeling in taakstelling Capaciteitsorgaan Sinds de oprichting heeft het Capaciteitsorgaan veel ervaring en kennis opgedaan die ook bruikbaar is voor beleidsadvisering over en ramingen van de benodigde instroom in andere dan de oorspronkelijke beroepsgroepen. In 2006 adviseerde de Commissie Innovatie Mondzorg om vanaf 2008 de beroepsgroepen van de tandartsen en de mondhygiënisten te laten monitoren door het Capaciteitsorgaan. Aanleiding voor dit advies was het gegeven dat het Capaciteitsorgaan al sinds 2000 de ontwikkelingen binnen de aanpalende beroepen kaakchirurgie en orthodontie volgt en adviezen geeft over de instroom in deze twee opleidingen. Op verzoek van VWS is het Capaciteitsorgaan in 2008 gestart met het volgen van de capaciteitsontwikkelingen binnen de eerstelijns mondzorg; Eveneens op verzoek van VWS is het Capaciteitsorgaan in 2009 begonnen met projectmatig onderzoek naar gewenste en daadwerkelijke capaciteitsontwikkelingen bij de BIG-geregistreerde beroepen in de geestelijke gezondheidszorg. In 2011 is een eerste, richtinggevend advies over de gewenste instroom in deze opleidingen uitgebracht. Vanaf 2012 is deze activiteit structureel onderdeel van de werkzaamheden van het Capaciteitsorgaan. 1.3 Discipline specifieke aandachtspunten Aandachtspunten voor het specialisme AVG zijn de volgende: 1. Het specialisme AVG is het jongste Nederlandse medisch specialisme. Op 3 maart 2000 heeft de minister de corresponderende CHVG besluiten no en no goedgekeurd en zijn de besluiten in werking getreden. De eerste inschrijvingen zijn massaal onder de voorwaarden van de overgangsregeling gerealiseerd. Veel informatie over de AVG is pas recent beschikbaar. 2. De opleiding tot AVG duurt bij een fulltime dienstverband 3 jaar. Het curriculum bestaat uit 2 jaar leren en werken in instellingen voor mensen met een verstandelijke handicap en 1 jaar stages in relevante vakgebieden, inclusief een leeronderzoek. 3. Het specialisme AVG bestaat in het buitenland niet. Er is geen instroom van AVG uit het buitenland. 4. Tot 2000 werkte de AVG alleen intramuraal. Medio 2002 maakte een aanpassing in de regelgeving in de AWBZ het mogelijk dat cliënten met een CIZ-indicatie voor AWBZ-zorg kunnen worden verwezen naar een AVG. Een tweede aanpassing van deze regelgeving door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) maakte het mogelijk dat huisartsen patiënten met een verstandelijke handicap rechtstreeks kunnen verwijzen naar de AVG zonder CIZ-indicatie. De instelling waar de AVG aan verbonden is, moet hiervoor dan wel productieafspraken hebben gemaakt met het verbindingskantoor. 5. De zittende AVG is in 70% van de gevallen vrouwelijk; de mannen zijn voor 85% ouder dan 50 jaar. 6. Verticale substitutie is niet sterk ontwikkeld. 7. De gemiddelde leeftijd van aios bij instroom in de opleiding is 33 jaar. 8. Nederland kent één opleidingsinstituut in Rotterdam. 9. Het aantal vacatures voor AVG behoort tot het relatief hoogste in het medisch domein. 8

11 1.4 Indeling van dit deelrapport Hoofdstuk 2 dient als oriëntatie op de positie die de AVG inneemt in het zorgveld. Tegelijkertijd wordt getoond waar de raakvlakken zijn met aanverwante beroepen en hoe de afstemming met deze beroepen is geborgd. Het Capaciteitsorgaan probeert de toekomstige capaciteit van de beroepsgroepen te sturen door middel van advisering over de gewenste instroom in de erkende medische vervolgopleidingen. Daarom staat het hoofdstuk over de geschiedenis van de instroomadviezen vooraan in het Capaciteitsplan. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de gerealiseerde instroom in de erkende medische vervolgopleiding AVG vanaf 2005 tot De adviezen van het Capaciteitsorgaan en de realisatie van instroom in de opleiding passeren de revue. Verder vindt in dit hoofdstuk vaststelling van de parameter verwacht intern rendement plaats op basis van resultaten uit het verleden. In de volgende drie hoofdstukken worden de drie verschillende hoofdstromen binnen het model van het Capaciteitsorgaan (zie bijlage 1) doorgenomen. Hoofdstuk 4 beschrijft de verwachte ontwikkeling van de zorgvraag in fte s. Deze ontwikkeling verandert continu. De ontwikkelingen aan de aanbodzijde bieden echter maar beperkte en vertraagde mogelijkheden tot bijsturing als reactie op de zorgvraag. Er is daarom gekozen voor ramingen op de lange termijn. Dit betekent dat de zorgvraag in diverse beleidsscenario s geraamd wordt voor het evenwichtsjaar 2025 en het evenwichtsjaar Het Capaciteitsorgaan bestudeert relevant onderzoek, laat onderzoeken doen en schakelt op onderdelen experts in. Desondanks is een aantal ontwikkelingen niet te vangen in puntschattingen. Deze ontwikkelingen worden gevat in scenario s die de experts opstellen. Het Capaciteitsorgaan hanteert in elk scenario een minimum en een maximum waarde voor de corresponderende parameters. Sommige scenario s worden zelfs met elkaar gecombineerd. Het basisscenario gaat uit van een onveranderde zorgvraag. Het beleidsarme scenario gaat daarenboven uit van plausibel ingeschatte veranderingen in de demografische zorgvraagontwikkelingen. Deze zijn gecorrigeerd voor bestaande onder- of overconsumptie van zorg. Het realistische scenario gaat voor de zorgvraag uit van conservatief ingeschatte veranderingen in demografische, epidemiologische én sociaal-culturele parameters. In het reële scenario wordt vervolgens rekening gehouden met verticale substitutie en eventuele arbeidstijdveranderingen. Het maximale scenario gaat uit van hoog ingeschatte veranderingen in al deze parameters. Naast 2025 is gekozen voor een tweede, latere, evenwichtsjaar Hoofdstuk 5 beschrijft het aanbod aan beroepsbeoefenaren. Beschreven wordt hoe de beroepsgroep zich sinds 2005 heeft ontwikkeld wat betreft aantallen en fte s. Voor een deel zijn de beroepsbeoefenaren die in 2025 en 2031 (nog) werkzaam zijn nu al opgeleid. Verder mag verwacht worden dat partijen het advies in dit Capaciteitsplan op zijn vroegst vanaf 2015 kunnen implementeren. De duur van de vervolgopleiding AVG is in het betreffende besluit vastgelegd op 3 jaar. Dit betekent dat de eerste effecten op de uitstroom van de geregistreerde AVG pas in 2018 verwacht mogen worden. De hoogte van de instroom in de opleiding AVG beïnvloedt de capaciteit van het aanbod slechts gedurende het tweede gedeelte van de onderhavige periode ( /2031). 9

12 Zorgvraag en zorgaanbod komen bij elkaar in hoofdstuk 6, in het werkproces. In dit hoofdstuk wordt het zorgaanbod wat betreft fte s zorgaanbieder gemodificeerd voor vakinhoudelijk ontwikkelingen, veranderingen in cliëntgebonden tijd/werkbare uren, efficiency, horizontale en verticale taakherschikking en/of taakverschuiving. Ook hiervoor wordt gewerkt met een basisscenario (geen veranderingen), een beleidsarm scenario, een reëel scenario (plausibele inschattingen van experts), en een maximaal scenario (hoge inschattingen van experts). Op basis van scenario s rond de zorgvraag, het zorgaanbod en het werkproces wordt een aantal beleidsrijke ramingen opgesteld waarbij achtereenvolgens steeds meer mogelijke ontwikkelingen zijn meegenomen. Hoofdstuk 7 beschrijft de door de experts gemaakte keuzes bij deze scenario s. Hoofdstuk 8 inventariseert ten slotte de belangrijkste beleidsontwikkelingen en de hiermee gepaard gaande onzekerheden. Op basis hiervan wordt vervolgens een definitieve keuze gemaakt voor de twee meest waarschijnlijke scenario s. Het Capaciteitsorgaan biedt de hiermee corresponderende bandbreedte met twee instroomwaarden aan als finaal advies aan de minister van VWS en het veld. Soms wordt daarbij ook een voorkeur uitgesproken voor één van de twee scenario s en het bijbehorende instroomadvies. 10

13 2. Positionering AVG 2.1 Inleiding De AVG is gespecialiseerd in het verlenen van medische zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Van oudsher betrof het veelal ernstig verstandelijk gehandicapte bewoners van instellingen. De laatste jaren richt de zorgverlening van de AVG zich ook op mensen met een (lichte) verstandelijke beperking en bijkomende (ernstige) gedragsproblemen. Het grootste deel van de AVG is vrijwel volledig werkzaam binnen of vanuit instellingen voor verstandelijk gehandicapten. Het betreft 157 instellingen 1 die vaak hun zorg aanbieden verspreid over meerdere locaties. Veel zorginstellingen hebben expertisecentra opgezet waar zij multidisciplinaire gespecialiseerde zorg aanbieden. Tegenwoordig verleent de AVG ook vaker zorg aan mensen met een verstandelijke beperking die bij hun ouders of (begeleid) zelfstandig wonen. In 2002 maakte het COTG het mogelijk dat de intramuraal werkende AVG poliklinische activiteiten ontplooide voor de huisarts 2. In 2008 heeft de NZa dit aangepast waardoor het voor de huisarts mogelijk werd om ook zonder AWBZ-indicatie de AVG in consult te roepen 3. De opkomst van poliklinieken voor verstandelijk gehandicapten brengt de ambulante cliënten en verstandelijk gehandicapten in kleinschaligere woonvormen meer in beeld dan voorheen. Op 1 november 2012 telde Nederland 57 van dergelijke AVG-poliklinieken, verspreid over alle provincies 4. Naast deze twee activiteiten is een klein deel van de AVG werkzaam als adviseur voor beleid en management, onderzoek, en/of onderwijs. In percentages uitgedrukt wordt 71% van de tijd besteed aan patiëntgebonden taken, 15% aan managementtaken, 6% aan onderzoek en 4% aan het opleiden van aios. Van de patiëntgebonden activiteiten is 85% van de tijd voor intramurale patiënten en 15% voor extramurale patiënten Overzicht aanverwante disciplines De AVG is als geneeskundig specialisme erkend in Tot die tijd leverden hoofdzakelijk huisartsen de medische zorg voor verstandelijk gehandicapten. Huisartsen zijn ook nu nog werkzaam in de verstandelijk gehandicaptensector. Meestal betreft het huisartsen die zorg dragen voor de niet-complexe hulpvragen binnen en buiten de instellingen. In een aantal andere gevallen betreft het huisartsen die zeer ervaren zijn in de medische zorg voor verstandelijk gehandicapten, vergelijkbaar met de AVG. Deze huisartsen kwamen in 2000 niet in aanmerking voor registratie als AVG, waren toen nog niet werkzaam in de sector of hebben deze registratie bewust niet aangevraagd. In de loop van de tijd stopt een aantal van deze huisartsen met het werk in de verstandelijk gehandicaptensector. Tegelijkertijd stromen ook nieuwe huisartsen de sector in. 1 Van der Kwartel, A.J. op basis van Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording COTG (2002); Tarieflijst instellingen H320/H321: hulpverlening niet eigen patiënt 3 Nza (2013); Beleidsregel CA ; per cliënt 5 tot 10 consulten, face to face of telefonisch, minimale duur 15 minuten, of overleg met de behandelend arts. Indien meer zorg nodig zal het CIZ een indicatie moeten verstrekken. 4 Persoonlijke mededeling F. Ewals, hoofd opleiding AVG Erasmus MC 5 Bloemendaal, I.; van der Windt, W. ; Verijdt, F.; Albers, D.(2010) Toekomstige behoefte aan AVG. KIWA Prismant 11

14 De keuze voor de behandeling van intramurale cliënten door de huisarts en/of de AVG wordt meestal op historische gronden gemaakt. Ook inhoudelijke of soms - pragmatische keuzes komen voor. Instellingen kunnen voor de volledige intramurale zorg gebruik maken van de AVG, de eerstelijnszorg contractueel met een huisartsengroep borgen of zelfs de volledige intramurale zorg door (gespecialiseerde) huisartsen laten uitvoeren. Over het gedeelde kennisveld maken de huisarts en de AVG nadere afspraken, meestal aan de hand van de handreiking Huisarts en AVG. Uit een onderzoek van KIWA Prismant uit 2010 blijkt dat 22 huisartsen voor 10,8 fte s in loondienst zijn bij instellingen voor verstandelijk gehandicapten. Van de instellingen heeft 64% huisartsen in dienst. Van de overige organisaties is er een aantal dat huisartsen inhuurt, maar dat betreft slechts 1,5 fte. Het Capaciteitsorgaan schatte in 2010 dat circa 32 huisartsen voor 20 fte s werkten voor de instellingen voor verstandelijk gehandicapten. In 2005 werd nog geschat dat het om 16 ervaren huisartsen ging. In 2013 lijkt, op basis van de CBS-gegevens, dat het aantal huisartsen ten opzichte van 2010 gedaald is naar circa 20 personen en 14 fte s. KIWA Prismant komt in 2010 op basis van haar onderzoek - na correctie voor de respons - tot een andere waarde, namelijk 32 artsen en 21 fte s. Een betrouwbare kwantificering van het aantal huisartsen is dus moeilijk te geven. Met een benadering van deze capaciteit wordt in de raming in de vorm van beschikbare capaciteit aan AVG s rekening gehouden in paragraaf Naast huisartsen zijn in deze sector ook basisartsen structureel werkzaam. KIWA Prismant schatte in 2010 dat het tot en met basisartsen (16 fte s) betrof. In een aantal gevallen betrof het basisartsen in afwachting van een opleidingsplaats; in de meeste gevallen echter niet. Naast de basisartsen die rechtstreeks in dienst zijn bij de instellingen vernam het Capaciteitsorgaan ook dat instellingen via detacheringsbureaus basisartsen contracteren. De Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) zijn van mening dat de inzet van basisartsen voor de levering van medische zorg aan verstandelijk gehandicapten onwenselijk is. In dit Capaciteitsplan wordt voor de raming van de gewenste instroom in de erkende medische vervolgopleiding AVG geen rekening gehouden met de aanwezige capaciteit aan basisartsen. Zij worden (in tegenstelling tot de actieve huisartsen) niet betrokken bij de bepaling van de onvervulde vraag. In 2012 kwamen cijfers van het CBS beschikbaar die doen vermoeden dat het aantal basisartsen exclusief aios AVG sinds 2009 aan het toenemen is en dat momenteel circa 90 basisartsen (circa 81 fte s) werkzaam zijn in de verstandelijk gehandicaptensector. De huisarts biedt de AVG mogelijkheden tot horizontale substitutie. Aanverwante disciplines op een lager opleidingsniveau - zoals de verpleegkundig specialist, de praktijkverpleegkundige of de physician assistant -worden in deze sector nog niet veel gesignaleerd. Van de responderende instellingen werkt 21% met (praktijk)verpleegkundigen, 3% met verpleegkundig specialisten en 9% met beide disciplines. Van de resterende 67% van de instellingen geeft 50% aan geen initiatieven te nemen om met deze disciplines te gaan werken, 10% wil wel graag met verpleegkundig specialisten gaan werken en 7% wil dat met praktijkverpleegkundigen. Als er een verpleegkundig specialist werkt, wil het merendeel van de instellingen hun dienstverband in de toekomst uitbreiden. Voor de praktijkverpleegkundigen geldt dit in de helft van de situaties. 12

15 De beperkte inzet van aanverwante disciplines in de verstandelijk gehandicaptensector is terug te voeren op bestaande en/of verwachte tekorten aan verpleegkundig personeel in combinatie met de beperkte populariteit van de sector en de mogelijkheid om basisartsen in te zetten. Daarnaast is een geprotocolleerde behandeling van cliënten met gezondheidsproblemen - een van de aangrijpingspunten van een verpleegkundig specialist - vaak onmogelijk door de kleine aantallen cliënten op de locaties waar de cliënten zijn gehuisvest. 2.3 Verhoudingen tussen disciplines De ervaren schaarste aan (praktijk)verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten resulteert waarschijnlijk in een oneigenlijke zorgvraag aan de AVG (en de basisarts). De inzet van basisartsen in verhouding tot het aantal AVG lijkt in de sector wel groter te worden. De huisarts is wél een reële partner in de horizontale substitutie. De NVAVG onderkent dit ook. In 2012 heeft de NVAVG een publicatie uitgegeven waarin de verschillen tussen huisartsenzorg en de medisch-specialistische zorg door de AVG worden beschreven 6. Op deze manier krijgen instellingen en beroepsbeoefenaren een handreiking voor de inzet van de AVG als: Intramuraal geneeskundig specialist voor de specifieke zorg voor verstandelijk gehandicapten. Deze zorg zal altijd geleverd worden onder de verantwoordelijkheid van de AVG of een gespecialiseerd huisarts; Intramuraal arts voor de algemene zorg voor verstandelijk gehandicapten. Deze zorg wordt in toenemende mate geleverd door een reguliere huisarts; Extramuraal geneeskundig specialist, via de AVG polikliniek, voor de ambulante verstandelijk gehandicapten (60% van de totale groep) en voor een deel van de licht verstandelijk gehandicapten, in combinatie met gedragsproblemen. Deze functie zal altijd worden uitgevoerd door een AVG. 6 NVAVG (2012); Zorgaanbod van de AVG 13

16 14

17 3. Opleiding 3.1 Inleiding Volgens het Kaderbesluit van het (toenmalige) College Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde, en Medische zorg voor verstandelijk gehandicapten duurt de opleiding tot AVG 3 jaar indien men deze in voltijd volgt. Onder voltijd wordt verstaan dat de aios wekelijks 4*7,6 uur klinisch begeleid wordt en 1*7,6 uur in het opleidingsinstituut te Rotterdam theoretisch geschoold wordt. Na drie weken opleiding wordt een week overgeslagen in verband met de dan plaatsvindende bijscholing van de opleiders. Een aantal aios volgt de opleiding parttime hetgeen de opleidingsduur naar rato verlengt. Het eerste en het derde jaar van de opleiding brengen de aios door in een opleidingsinstelling voor de AVG. Het tweede jaar bestaat uit aanvullende stages in aanpalende disciplines, zoals klinische genetica, revalidatie en psychiatrie. Het is ook mogelijk om op basis van Eerder Verworven Competenties (EVC) een verkorte opleiding tot AVG te volgen. De opleiding duurt minimaal 1 jaar en 9 maanden. Het theoretisch onderwijs krijgt vorm volgens de systematiek van de opleidingen tot huisarts en specialist ouderengeneeskunde. Gecertificeerde opleidingsinstellingen selecteren en benoemen de aios decentraal. Het cursorisch gedeelte en de eindverantwoordelijkheid voor de opleiding is in handen van het opleidingsinstituut, verbonden aan het Erasmus MC te Rotterdam. 3.2 Adviezen Sinds 1999 heeft het Capaciteitsorgaan vier adviezen uitgebracht over de instroom in de erkende medische vervolgopleiding AVG. Het eerste instroomadvies dateert van 2005, 5 jaar na de openstelling van het betreffende specialistenregister. Het eerste, richtinggevende en beleidsarme advies was gebaseerd op de op dat moment bekende schaarse gegevens. Er konden nog geen scenario s worden gebouwd. Gekozen werd voor een langzame groei naar een eventueel evenwicht. Op basis van een verwachte demografische groei van 1,9% per jaar en een onvervulde vraag van 2% luidde het advies in 2005 om jaarlijks 15 aios in de opleiding te laten instromen. In het Capaciteitsplan 2008 stond een tweede advies. Hierin hanteerde het Capaciteitsorgaan alle reguliere modelparameters. Verder werd nu in verband met de hoge vervangingsvraag op de korte termijn gekozen voor snel groeien naar een evenwicht. Het advies van het Capaciteitsorgaan luidde om jaarlijks ten minste 20 en waar mogelijk 24 aios te laten instromen in de opleiding tot AVG. Het Capaciteitsplan 2010 bracht enkele nieuwe ontwikkelingen naar voren. Zo was het aantal huisartsen en het gemiddelde aantal fte s van de huisartsen die werkzaam zijn binnen de verstandelijk gehandicaptensector, groter dan verwacht. Ook was het gemiddelde fte van de werkzame AVG groter dan in 2008 en is de AVG tussen 2008 en 2010 langer gaan doorwerken. Deze ontwikkelingen werden geduid als signalen dat er in totaliteit mogelijk met minder AVG gewerkt zou kunnen worden. De jaarlijkse instroom in de erkende medische vervolgopleiding werd in het advies voor de korte termijn gereduceerd (van 20-24) naar 16 aios. 15

18 Eind 2011 heeft het Capaciteitsorgaan een tussentijds advies uitgebracht voor de jaarlijkse instroom in de opleiding tot AVG. Aanleiding hiervoor waren twee signalen uit de reguliere monitoring. In de eerste plaats nam het aantal vacatures in de Arbeidsmarktmonitor gestaag toe. De eerdere duiding in 2010 van de toename van het gemiddelde aantal fte s en het langer doorwerken van de AVG bleek achteraf waarschijnlijk niet te kloppen. Het betrof signalen van een toenemende belasting van de schaarse AVG en tijdelijke invulling van de onvervulde vraag. In de tweede plaats bleek de in het eerste decennium van de 21e eeuw door diverse wetenschappelijke instituten gepostuleerde afwezige demografische groei van het aantal verstandelijk gehandicapten niet correct te zijn. Op basis van de schaarse literatuur kon in 2011 een jaarlijkse demografische toename van vraag naar zorg voor verstandelijk gehandicapten met 0,5% onderbouwd worden 78. Een halfjaar later kon KIWA Prismant deze onderbouwing bevestigen 9. Op basis van het literatuuronderzoek en de onvervulde vacatures plus de ontwikkelingen bij de groep licht verstandelijk gehandicapten met bijkomende problematiek is het instroomadvies tussentijds bijgesteld naar 20 aios. 3.3 Besluiten In de periode van 1999 tot 2006 werden de opleidingsinstellingen decentraal gefinancierd door de zorgverzekeraars via de instellingsbudgetten (met uitzondering van de beroepsgroepen huisartsen en sociaal geneeskundigen). Noch de zorgverzekeraars noch de opleidingsinstellingen hebben tijdens deze periode via een centrale regie bindende besluiten kunnen nemen over de adviezen van het Capaciteitsorgaan. Wel luisterde men goed naar de adviezen (zie ook paragraaf 3.4). Tussen 2006 en 2008 werden de adviezen van het Capaciteitsorgaan gebruikt door de instellingen om de opleidingsplaatsen AVG door het toenmalige College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) te laten financieren. Sinds 2008 worden alle medisch erkende vervolgopleidingen centraal gesubsidieerd door het Opleidingsfonds, dat gefinancierd wordt met belastinggelden. Dit fonds was tot 2013 een onderdeel van VWS. Binnen het Opleidingsfonds is de erkende medische vervolgopleiding tot AVG onderdeel van de zogenaamde tweede tranche A. Vanaf 2013 betaalt de NZa de erkende medische vervolgopleidingen die onder de Zorgverzekeringswet of de AWBZ vallen vanuit premiegelden. De overige erkende medische vervolgopleidingen (vooral in de publieke gezondheid) blijven onder het Opleidingsfonds vallen. De minister heeft in een kabinetsreactie het advies van het Capaciteitsorgaan over de gewenste instroom in de vervolgopleiding tot AVG telkens integraal overgenomen. 3.4 Realisatie Tabel 1 toont de adviezen van het Capaciteitsorgaan, de besluiten van de minister van VWS, de gerealiseerde instroom van aios in de opleiding AVG, het totale aantal aios AVG en het percentage vrouwen onder de aios. 7 Thomas, R.;Barnes, M.; Life expectancy for people with disabilities. Neurorehabilitation 27 (2010) Patje, K.; Livanainen, M.; Vesala, H.; Oksanen, H.; Ruoppila, I.(2000); Life expectancy of people with intellectual disability; a 35-year follow-up study. Journal of Intellectual Disability Research october 2000; 44(5) Van der Windt, W.;Van der Kwartel, A.J.J.; Pieter, D. (2012).Demografische veranderingen en de vraag naar een vijftal BIGberoepen in het psychische domein. KIWA Prismant 16

19 Tabel 1: Adviezen Capaciteitsorgaan, besluiten VWS, gerealiseerde instroom in de opleiding en totale opleidingscapaciteit sinds 2005 Jaar Advies /24 20/24 20/ Capaciteitsorgaan Besluit VWS * Instroom ** Totaal aantal aios** Percentage vrouw 85% 84% 85% 89% 93% 89% 85% 81% Bron: Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) 26 februari 2013 * Totaal aantal aios dat voor subsidie in aanmerking kwam ** Per 31 december van het betreffende jaar Tabel 1 illustreert dat VWS de adviezen van het Capaciteitsorgaan elke keer heeft opgevolgd. De gerealiseerde instroom in de opleiding AVG blijft echter meestal achter bij de toegestane instroom. Het Capaciteitsorgaan adviseerde in 2008 om de instroom in de opleiding (vanaf 2009) fors te verhogen. Dit advies werd door VWS overgenomen, maar het opleidingsveld slaagde er 3 achtereenvolgende jaren niet in dit advies te implementeren. Hiervoor bestaan een aantal redenen. Ten eerste volgden de aios AVG tot 2012 de opleiding deels in eigen tijd, vooral wat betreft het cursorisch gedeelte van de opleiding. Dit betekent dat de aios ook bij het voltijds volgen van de opleiding werkzaam was op basis van een parttime dienstverband. Aangezien de subsidiëring is gebaseerd op de omvang van het dienstverband, ontving de opleidende instelling ook maar een gedeelte van de beschikbare subsidie. Dit is per 1 februari 2012 veranderd. Vanaf dat moment volgen alle aios de opleiding ook binnen werktijd, naar rato van hun dienstverband. De andere twee redenen voor de achterblijvende instroom zijn niet verdwenen. De tweede reden is dat de toegekende instroomcapaciteit vastgesteld wordt op basis van het aantal aios, ongeacht de omvang van hun dienstverband. Ten derde is de subsidietitel niet overdraagbaar van de ene op de andere opleidingsinstelling Hierdoor blijft subsidie onbenut wanneer een opleidingsinstelling die de subsidie toegewezen heeft gekregen er niet in slaagt tijdig (dat wil zeggen vóór 1 november van het voorgaande jaar) een geschikte kandidaat voor de opleiding aan te trekken. Pas in 2012 worden 20 nieuwe aios door de registratiecommissie in het opleidingsregister ingeschreven. Deels worden deze aios dan buiten het Opleidingsfonds om door de opleidingsinstellingen zelf (voor)gefinancierd. De opleidingsinstellingen hebben een grote behoefte aan AVG en zijn daarom bereid om voor eigen rekening en risico aios te laten starten met de opleiding AVG. Het totaal aantal aios lijkt door de achterblijvende toename van de instroom in eerste instantie maar mondjesmaat te zijn gestegen. Toch is het aantal aios ten opzichte van de periode inmiddels met 24% is toegenomen. De beroepsgroep als geheel is door het hoge percentage vrouwen onder de aios AVG (81%) in combinatie met de uitstroom van mannelijke AVG nog steeds aan het feminiseren. Van de geregistreerde AVG was op 1 januari % vrouw. 17

20 Op basis van deze gegevens over de aios AVG wordt de parameter instroom gemiddeld (over de laatste 3 jaar) wederom vastgesteld op 16. De parameter instroom opleiding laatste jaar wordt veranderd van 19 (Capaciteitsplan 2010) in 20. De parameter percentage vrouwen wordt vooralsnog gehandhaafd op 90%. 3.5 Intern rendement Het interne rendement is het percentage aios per opleidingscohort dat de opleiding uiteindelijk succesvol afsluit. Omdat het geruime tijd kan duren voordat een volledig cohort aios de 3-jarige opleiding al dan niet succesvol heeft doorlopen, wordt als indicator voor het interne rendement vooral gekeken naar de uitval. De verwachting voor de toekomst wordt daarbij gebaseerd op de uitvalresultaten uit het verleden, waarbij vooral recente jaren zwaar wegen. De meest recente cohorten instroom zijn echter nog niet volledig geregistreerd als AVG en kunnen daardoor niet worden gebruikt in de raming, hoewel ze de meest actuele informatie opleveren. Verder moet de parameter niet te afhankelijk worden gemaakt van toeval. Ten slotte wordt een te lage instroom in de opleiding als een groter risico gezien dan een te hoge instroom. Het Capaciteitsorgaan baseert zich daarom op het minimale gemiddelde rendement per 5 jaar over de laatste 15 jaar. Dit minimale gemiddelde in 5 jaar wordt in de ramingen in dit Capaciteitsplan vervolgens standaard gecorrigeerd voor het nieuwe beleid van VWS om de vervanging te financieren van aios die hun opleiding afbreken in het kalenderjaar waarin ze ingestroomd waren. De correctie van het interne rendement voor dit nieuwe beleid voor de nuldejaars uitval bedraagt in de meeste specialismen 1 tot 3 %. De uitval in het eerste jaar van de opleiding van aios AVG is echter met 8% vrij hoog (tabel 2). Het betreft telkens kleine aantallen, maar toch lijkt het aantal aios dat tussentijds de opleiding afbreekt geen toe- of afname in de tijd te vertonen. Tabel 2: Afbreken van de opleiding AVG in relatie tot opleidingscapaciteit Jaar Aantal aios dat tussentijds afbreekt Totaal aantal aios Benadering intern rendement (%) Bron: RGS 26 februari 2013 Het interne rendement werd in het Capaciteitsplan 2010 geschat op 89%. Het lijkt erop dat dit een reële inschatting was. De verwachting dat het interne rendement zou toenemen door de groei van het aantal voor deze opleiding gemotiveerde basisartsen blijkt niet te zijn uitgekomen. De sinds 2013 toegestane (extra) vervanging van uitgevallen nuldejaars aios leidt ertoe dat het interne rendement naar verwachting zal toenemen van 89% naar 94% 10. De experts, onder meer vanuit de werkgevers, zijn echter van mening 10 Van der Velden, L.; Batenburg, R.; Resultaten actualisering intern rendement (NIVEL, ) 18

21 dat het voor de instellingen binnen de AVG sector niet zo eenvoudig is om te zorgen voor een tijdige vervanging van een eerstejaars aios AVG. Om die reden wordt het intern rendement op 89% gehandhaafd. 3.6 Conclusies De instroom van aios AVG is in de periode structureel toegenomen ten opzichte van de periode De toename is echter betrekkelijk laat op gang gekomen, ondanks het verruimde advies uit Meerdere factoren zijn hieraan debet geweest: de bekendheid en aantrekkelijkheid van het beroep, opstartproblemen bij een adequate coördinatie van de toewijzing van opleidingsplaatsen, de achterblijvende invulling door de instelling van toegewezen opleidingsplaatsen, en de kwetsbaarheid van de opleidingsinstellingen. Pas in 2012 heeft het opleidingsveld gereageerd op de steeds groter wordende vraag naar AVG. De instroom in de opleiding AVG is in de afgelopen ramingsperiode te laag geweest om het specialisme voor een van de beleidsrijke scenario s te laten opteren. T In de belangrijkste parameterwaarden voor de opleiding zijn slechts kleine wijzigingen aangebracht, met uitzondering van de parameterwaarde voor het interne rendement. De beleidswijziging bij VWS om nuldejaars uitval van aios integraal te vervangen, betekent voor de opleiding tot AVG een aanzienlijke aanpassing van het interne rendement. Echter, de experts verwachten niet dat dit binnen de sector mogelijk is en daarom hebben zij het interne rendement weer gecorrigeerd. Tabel 3 vat de in dit hoofdstuk gedefinieerde parameters samen. Geconcludeerd kan worden dat er ten opzichte van het Capaciteitsplan 2010 géén wijzigingen zijn aangebracht, met uitzondering van de iets hogere instroom in het jaar Tabel 3: Parameterwaarden opleiding AVG Onderwerp Capaciteitsplan 2010 Capaciteitsplan 2013 Instroom gemiddeld laatste 3 jaar Instroom laatste jaar (2012) Percentage vrouwen in opleiding 90% 90% Opleidingsduur 3 jaar 3 jaar Intern rendement 89% 89% 19

22 20

23 4. Zorgvraag 4.1 Inleiding Uitgangspunt in het ramingsmodel van het Capaciteitsorgaan is een zo goed mogelijke raming van de verwachte zorgvraag. Als vertrekpunt voor deze zorgvraag werd tot en met 2010 het huidige aantal fulltime plaatsen voor patiënten met zorg van de AVG gebruikt, ingedeeld naar leeftijd en geslacht. Een fulltime plaats kan overigens worden gebruikt door meer dan één verstandelijk gehandicapte. De gegevens zijn afkomstig uit registraties van instellingen die het grootste gedeelte van de zorgvraag aan de AVG voor hun rekening nemen. Over het exacte aantal intramurale plaatsen voor verstandelijk gehandicapten bestonden lange tijd twijfels. Het Capaciteitsorgaan heeft er daarom voor gekozen om voortaan de ZZP-indicaties te gebruiken om de ontwikkeling van de zorgvraag te beschrijven en de ontwikkeling te vergelijken met de ontwikkelingen op basis van de fulltime plaatsen. Tabel 4 laat de ontwikkeling van 2009 tot en met 2011 zien voor ZZP-indicaties bij cliënten in de verstandelijk gehandicaptensector. Tabel 4: Aantal cliënten* naar ZZP in de sector verstandelijk gehandicaptent behandeling Cliënten Met behandeling Zonder behandeling Met dagbesteding ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP Totaal Zonder dagbesteding ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP ZZP Totaal Bron: NZa * De aantallen cliënten zijn geschat op basis van het aantal ZZP-dagen zoals dat door de NZa is geregistreerd, gedeeld door 365. In werkelijkheid zal het aantal cliënten iets hoger liggen, omdat niet elke cliënt het volledige jaar gebruik heeft gemaakt van het zorgaanbod. 21

24 De groei van het aantal intramurale en semimurale plaatsen bedroeg over de periode ,0%. Het aantal verpleegdagen nam in de periode met 2,1% toe 11. De toename van het aantal cliënten bedroeg 4,3%. De sector is dus meer cliënten per plaats en per verpleegdag gaan behandelen. Uit tabel 4 blijkt dat voor de periode op basis van de ZZP-gegevens het aantal ZZP s met behandeling én dagbesteding gemiddeld met 1,33% per jaar is gegroeid en het aantal ZZP s met behandeling zonder dagbesteding met 44,74%. Omdat het aantal ZZP s zonder dagbesteding veel kleiner is als het aantal ZZP s met dagbesteding is het gewogen behandelgemiddelde in de periode jaarlijks met 4,01% toegenomen. Bovenstaande gegevens vormen de basis (en de controle) van de raming van de diverse onderdelen van de zorgvraag. Deze zorgvraag wordt vervolgens geprojecteerd op de toekomst. Als eerste bepaalt het Capaciteitsorgaan wat de jaarlijkse autonome groei ten gevolge van demografische ontwikkelingen zal zijn. Vervolgens wordt gekeken of er voor de toekomstige ontwikkeling van de zorgvraag bij verstandelijk gehandicapten op basis van epidemiologische en/of sociaal culturele parameters aanvullende scenario s mogelijk zijn. Ook vindt aanpassing van de omvang van de huidige zorgvraag plaats bij een manifeste disbalans tussen zorgaanbod en zorgvraag. 4.2 Demografie De vooronderstelling in deze parameter is dat leeftijds- en geslachtsspecifieke zorgconsumptie in de toekomst niet zullen veranderen, met uitzondering van de apart benoemde veranderingen in de epidemiologische en sociaal-culturele parameters. In dit advies wordt voor de demografische ontwikkeling de zorgconsumptie gekoppeld aan de middenvariant van de meest recente CBS Bevolkings prognose (2011). Voor het Capaciteitsplan 2010 gold een koppeling met de middenvariant uit de CBS bevolkingsprognose De ontwikkeling van het aantal verstandelijk gehandicapten houdt geen gelijke tred met de demografische ontwikkelingen. Eerder heeft het Sociaal Cultureel Planbureau een raming opgesteld voor de ontwikkeling van het aantal verstandelijk gehandicapten tot Het aantal verstandelijk gehandicapten blijft in die prognose tot 2020 onveranderd rond de Wel wordt rekening gehouden met een toename van de levensverwachting van de verstandelijk gehandicapten. Het aantal verstandelijk gehandicapten ouder dan 50 jaar neemt dus wel toe. In 2003 bedroeg dit aantal ; in 2020 zal dit aantal zijn. Op basis van de SCP-rapportages is in het Capaciteitsplan 2010 voor de parameter demografie uitgegaan van een jaarlijks groeipercentage van 0,0%. Specifieke literatuur over demografische ontwikkelingen bij verstandelijk gehandicapten was op dat moment niet beschikbaar. In de loop van 2011 leverde literatuuronderzoek een tweetal artikelen op die ingingen op demografische ontwikkelingen bij verstandelijk gehandicapten (zie voetnoot 5 en 6 bij paragraaf 3.2). Dit artikel veronderstelde dat er wél sprake is van een toename van het aantal verstandelijk gehandicapten op basis van demogra- 11 Van der Kwartel, A.J.J. (2009) op basis van Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 12 Jonker et. al (2005). SCP 22

25 fische factoren. Dit werd overigens naderhand bevestigd in onderzoek dat in opdracht van het Capaciteitsorgaan werd uitgevoerd. In 2011 heeft dit tot een tussentijdse aanpassing van het instroomadvies geleid. De parameter demografie blijft in dit advies gehandhaafd op het percentage uit 2011: +0,5% per jaar. 4.3 Epidemiologie De toenemende levensverwachting van de verstandelijk gehandicapte leidt tot meer multimorbiditeit en daarmee tot een complexere zorgvraag 13. Interessant is dat de eerder genoemde vergrijzing van de populatie niet lijkt te leiden tot een intensievere inzet van de AVG. Uiteraard leidt de langere levensverwachting wel tot een toename van de totale inzet van de AVG, maar de gemiddelde inzet neemt niet toe met de gemiddelde leeftijd van de verstandelijk gehandicapte. In de reële scenario s wordt de langere levensverwachting van de verstandelijk gehandicapte gecompenseerd door een (conservatieve) toename van de zorgvraag met +0,1% per jaar. In de maximale scenario s wordt ervan uitgegaan dat de langere levensverwachting uiteindelijk wel moet gaan leiden tot een complexere en daarmee ook intensievere zorgvraag. In de maximale scenario s wordt gerekend met een (hoge) jaarlijkse toename van de zorgvraag met +0,2%. 4.4 Sociaal-culturele ontwikkeling De afgelopen jaren is de ontwikkeling van de zorgvraag gedomineerd door twee ontwikkelingen. De eerste ontwikkeling betreft de bekostiging van dagactiviteiten voor cliënten met een verstandelijke handicap. Dit heeft geleid tot een bruto toename van cliënten die zorg ontvangen, waaronder nieuwe cliënten. De overige cliënten zijn bewoners van instellingen die deelnemen aan dagactiviteiten van de (eigen) instelling. Deze ontwikkeling lijkt de laatste jaren te stabiliseren op een toename van ongeveer 2,6% per jaar. Daarentegen is de zorgvraag van licht verstandelijk gehandicapten met bijkomende (gedrags)problematiek de laatste jaren juist fors toegenomen. Dit wordt geweten aan: een toename van de eisen vanuit de maatschappij inclusief het onderwijs, het wegvallen van maatschappelijke leun- en steunsystemen, verbeterde diagnostiek en behandeling van afwijkend gedrag, verbeterde communicatie over beschikbare regelingen en een (te) late onderkenning van een lichte verstandelijke handicap 14. Maar ook de geprotocolleerde overdracht van verstandelijk gehandicapten door de kinderarts naar de AVG bij het bereiken van het 18e levensjaar en een andere benadering van (mogelijk) verstandelijk gehandicapte jeugdige delinquenten door Justitie leidt tot een toename van de zorgvraag aan de AVG. Aan de voorzieningenkant creëert de AVG tegelijkertijd een toename van de zorgvraag. Er zijn steeds meer poliklinieken AVG en behandelbare handicap gebonden aandoeningen. Bovendien neemt de mondigheid van (de familie van) een verstandelijk gehandicapte toe. Dit alles leidt tot een toename van de vraag naar specialistische expertise. Daarbij betreft het vooral een toename in het extramurale deel van de zorgvraag. 13 Evenhuis, H.M.; Hermans, H.; Hilgenkamp, T.I.M.; Bastiaanse, L.P.; Echteld, M.A.(2012): Kwetsbaarheid bij ouderen met een verstandelijke handicap; NTVG 2012; 156(43): Toename gebruik ondersteuning voor jongeren met een gezondheidsbeperking (2007). TNO 23

26 Door veranderingen in de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) is de tijdsbesteding van de AVG voor de uitvoering van de hiermee gemoeide verrichting wel toegenomen. Een dergelijke toename wordt door de AVG ook gezien op het terrein van geneesmiddelenbeleid. De AVG moet ook in het kader van transparante en verantwoorde zorg meer formulieren invullen en vaker verantwoording afleggen. In het reële scenario wordt uitgegaan van een forse afremming van de sociaal cultureel bepaalde vraag door de overheid. Het regeerakkoord Bruggen slaan uit 2012 voorziet in een versobering van de AWBZ aan zowel de intramurale als de extramurale kant. Deze versoberingen borduren voort op eerdere adviezen van heroverwegingscommissies die al in het najaar van 2009 werden geïnstalleerd. Voor de verstandelijk gehandicaptensector kwam de betreffende commissie tot twee adviezen, namelijk het aanscherpen van het IQ- criterium voor toelating tot deze zorg van 85 naar 70 en het schrappen van de aanspraak op de functie begeleiding. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft op basis hiervan een rapport gepubliceerd 15. De vraag is uiteraard in hoeverre dit regeerakkoord ook leidt tot effectieve maatregelen. Uit mediaoogpunt is een forse bezuiniging op deze doelgroep niet voor de hand liggend. Maar de geneeskundige zorg voor de verstandelijk gehandicapte zou ook voor een deel naar de huisarts kunnen gaan. In het reële scenario wordt daarom uitgegaan van een lichte jaarlijkse groei van +0,5%. Als de regering er niet in slaagt de extramurale groei fors te beperken, zal deze zorgvraag ook de komende jaren blijven toenemen. In een maximaal scenario acht het Capaciteitsorgaan een jaarlijkse groei van de zorgvraag voor de parameter sociaal-culturele ontwikkeling met +1,5% realistisch. 4.5 Onvervulde zorgvraag De bestaande zorgvraag wordt beschouwd als de som van de huidige vervulde zorgvraag en de onvervulde zorgvraag. De onvervulde zorgvraag is: de zorgvraag - gemeten in fte - waaraan de beroepsgroep ten tijde van het basisjaar niet kan voldoen. Als graadmeter hiervoor gelden onder meer wachtlijsten (mits niet vervuild) en het al dan niet bestaan van (moeilijk vervulbare) vacatures. Dit geeft een indicatie dat er werk blijft liggen of dat er suboptimaal wordt gewerkt. In 2010 heeft KIWA Prismant in opdracht van het Capaciteitsorgaan gevraagd of zij vacatures voor AVG langer dan zes maanden open hadden staan. Van de 58 responderende organisaties waren er 17 met dergelijke vacatures, verdeeld over 14,7 fte s AVG, 2,2 fte s huisarts en 2,5 fte s basisarts. Omrekenen naar de 126 organisaties in Nederland met intramurale plaatsen voor verstandelijk gehandicapten leidt tot een onvervulde vraag van circa 30 fte s AVG. Andere indicatoren voor een onvervulde zorgvraag zijn bijvoorbeeld de instroom van specialisten uit het buitenland, het totaal aantal vacatures per specialisme en (deels) de inzet van basisartsen. De AVG kent geen buitenlands equivalent. Ook zijn er binnen de AVG nauwelijks ZZP ers werkzaam. Het totaal aantal vacatures voor AVG wordt gemonitord via de Arbeidsmarktmonitor van Medisch Contact. Hoewel dit niets hoeft te zeggen over de absolute omvang van de onvervulde vraag (vacatures 15 Wottiez, I.; Ras, M.; Oudijk, D.(2012): IQ met beperkingen. SCP 24

Capaciteitsplan 2010. Deelrapport 6: Arts voor Verstandelijk Gehandicapten

Capaciteitsplan 2010. Deelrapport 6: Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 6: Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Utrecht, december 2010 Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 6: Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 5. Specialist Ouderengeneeskunde

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 5. Specialist Ouderengeneeskunde Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 5 Specialist Ouderengeneeskunde Utrecht, oktober 2013 Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 5 Specialist Ouderengeneeskunde Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan 2013 voor

Nadere informatie

Thesaurus: ramingsbegrippenlijst. Versie 4.3a

Thesaurus: ramingsbegrippenlijst. Versie 4.3a Thesaurus: ramingsbegrippenlijst Versie 4.3a NIVEL 13 mei 2013 Colofon Dit is een rapport van het Capaciteitsorgaan Postbus 20051 3502 LB Utrecht info@capaciteitsorgaan.nl www.capaciteitsorgaan.nl T 030-2823840

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2010. Deelrapport 5: Specialist ouderengeneeskunde

Capaciteitsplan 2010. Deelrapport 5: Specialist ouderengeneeskunde Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 5: Specialist ouderengeneeskunde Utrecht, december 2010 Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 5: Specialist ouderengeneeskunde 2010 Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan

Nadere informatie

Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding /2025

Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding /2025 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Raming benodigde per medische en tandheelkundige vervolgopleiding 2009-2019/2025 Februari 2008 NIVEL Dr.

Nadere informatie

Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen

Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen (FZO) Wat is het Capaciteitsorgaan? Het Capaciteitsorgaan is in 1999 opgericht door universitaire medische centra, algemene ziekenhuizen, beroepsbeoefenaren

Nadere informatie

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten 1. Inleiding Algemeen Voor 2014 zijn voor de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG), die is ondergebracht

Nadere informatie

Capaciteitsplan Utrecht, januari 2011 revisie 1.1

Capaciteitsplan Utrecht, januari 2011 revisie 1.1 Capaciteitsplan 2010 Utrecht, januari 2011 revisie 1.1 Capaciteitsplan 2010 voor de medische, tandheelkundige, klinisch technologische en aanverwante (vervolg)opleidingen Utrecht, januari 2011 revisie

Nadere informatie

Capaciteitsorgaan. en beroepskeuze

Capaciteitsorgaan. en beroepskeuze Capaciteitsorgaan en beroepskeuze V.A.J. Slenter, arts M&G, arts beleid en advies KNMG Directeur Capaciteitsorgaan 14 maart 2015 Carrièrebeurs Utrecht 1 Inhoud presentatie 1. De routing 2. Kenmerken van

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 september 2012 houdende de voorwaarden voor het experiment voor de erkenning van

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2013 Utrecht, oktober 2013

Capaciteitsplan 2013 Utrecht, oktober 2013 Capaciteitsplan 2013 Utrecht, oktober 2013 Capaciteitsplan 2013 Voor de medische, tandheelkundige, klinisch technologische, geestelijke gezondheid-, en aanverwante (vervolg)opleidingen Utrecht, oktober

Nadere informatie

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten 1. Inleiding Algemeen Voor 2015 zijn voor de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG), die is ondergebracht

Nadere informatie

Onderwerp: Cijfers registratiecommissie geneeskundig specialisten (RGS) 2016

Onderwerp: Cijfers registratiecommissie geneeskundig specialisten (RGS) 2016 Kenmerk: Van: V.A.J. Slenter Datum: 30 mei 2017 Aan: lezer Onderwerp: Cijfers registratiecommissie geneeskundig specialisten (RGS) 2016 Op 21 maart 2017 heeft het Capaciteitsorgaan de cijfers van de RGS

Nadere informatie

De visie van de student op het beroep van de verzekeringsarts, en de consequenties voor het

De visie van de student op het beroep van de verzekeringsarts, en de consequenties voor het De visie van de student op het beroep van de verzekeringsarts, en de consequenties voor het onderwijs Dr. Marc Soethout, onderwijscoordinator arts Maatschappij en Gezondheid Afdeling Sociale Geneeskunde

Nadere informatie

Consultatievraag 1: Deelt u de analyses van de genoemde rapporten en onderzoeken over schaarste bij medisch specialisten?

Consultatievraag 1: Deelt u de analyses van de genoemde rapporten en onderzoeken over schaarste bij medisch specialisten? Bijlage 1 In zijn algemeenheid verrast het de NVvP dat het consultatiedocument is gebaseerd op een studie van de OESO, die vele tekortkomingen kent. Hoewel deze degelijk zijn beschreven in het consultatiedocument,

Nadere informatie

Rapport voor het Capaciteitsorgaan

Rapport voor het Capaciteitsorgaan Organisatie van de medische zorg in voor verstandelijk gehandicapten en de caseload van AVG s: en Rapport voor het Capaciteitsorgaan 1 Inleiding In en heeft Kiwa Carity onderzoek uitgevoerd naar de organisatie

Nadere informatie

Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding 2015-2025/2031

Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding 2015-2025/2031 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding 2015-2025/2031 Tabellenboek, behorende

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Thesaurus: afkortingenlijst Versie 4.3a

Thesaurus: afkortingenlijst Versie 4.3a Thesaurus: afkortingenlijst Versie 4.3a NIVEL 13 mei 2013 Colofon Dit is een rapport van het Capaciteitsorgaan Postbus 20051 3502 LB Utrecht info@capaciteitsorgaan.nl www.capaciteitsorgaan.nl T 030-2823840

Nadere informatie

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG Versie 5, 6 juni 2017 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Voorwaarden per betrokken partij

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 4. Sociaal Geneeskundigen

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 4. Sociaal Geneeskundigen Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 4 Sociaal Geneeskundigen - Arbeid en Gezondheid - Maatschappij en Gezondheid Profielartsen Maatschappij en Gezondheid Utrecht, oktober 2013 Capaciteitsplan 2013 Deelrapport

Nadere informatie

Protocol ten behoeve van toewijzing instroomplaatsen voor 2016 voor de opleidingen arts Maatschappij &Gezondheid d.d. 3 maart 2015

Protocol ten behoeve van toewijzing instroomplaatsen voor 2016 voor de opleidingen arts Maatschappij &Gezondheid d.d. 3 maart 2015 Protocol ten behoeve van toewijzing instroomplaatsen voor 2016 voor de opleidingen arts Maatschappij &Gezondheid d.d. 3 maart 2015 Algemeen Dit protocol beschrijft de stappen die gezet worden om conform

Nadere informatie

Capaciteitsorgaan. (Theoretische) kans op een opleidingsplek. V.A.J. Slenter, arts M&G, arts beleid en advies KNMG

Capaciteitsorgaan. (Theoretische) kans op een opleidingsplek. V.A.J. Slenter, arts M&G, arts beleid en advies KNMG Capaciteitsorgaan (Theoretische) kans op een opleidingsplek V.A.J. Slenter, arts M&G, arts beleid en advies KNMG 1 25 maart 2017 Carrièrebeurs, Den Bosch Inhoud presentatie 1. Het loopbaanpad 2. Kenmerken

Nadere informatie

NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD

NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD Inleiding Op 1 januari 2003 is de gewijzigde Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid in werking getreden. De gewijzigde wet verplicht gemeenten om elke

Nadere informatie

HERSTRUCTURERING VAN HET MEDISCH OP- LEIDINGSTRAJECT: MOGELIJKE CAPACITEITS- EFFECTEN

HERSTRUCTURERING VAN HET MEDISCH OP- LEIDINGSTRAJECT: MOGELIJKE CAPACITEITS- EFFECTEN Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding (Herstructurering van het medisch opleidingstraject: mogelijke capaciteitseffecten, L.F.J. van der Velden, L. Hingstman)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Capaciteitsplan Deelrapport 5. Specialist Ouderengeneeskunde

Capaciteitsplan Deelrapport 5. Specialist Ouderengeneeskunde Capaciteitsplan 2016 Deelrapport 5 Specialist Ouderengeneeskunde Utrecht, oktober 2016 Capaciteitsplan 2016 Deelrapport 5 Specialist Ouderengeneeskunde Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan 2016 voor

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2010. Sociaal Geneeskundigen. Deelrapport 4: Utrecht, januari 2011 revisie 1.1

Capaciteitsplan 2010. Sociaal Geneeskundigen. Deelrapport 4: Utrecht, januari 2011 revisie 1.1 Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 4: Sociaal Geneeskundigen Utrecht, januari 2011 revisie 1.1 Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 4: Sociaal Geneeskundigen Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan 2010 voor

Nadere informatie

(Besluit geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten) Het College Geneeskundige Specialismen,

(Besluit geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten) Het College Geneeskundige Specialismen, Besluit van houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten (Besluit geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten)

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2010. Deelrapport 3: Mondzorg

Capaciteitsplan 2010. Deelrapport 3: Mondzorg Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 3: Mondzorg Utrecht, december 2010 Capaciteitsplan 2010 Deelrapport 3: Advies mondzorg Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan 2010 voor de medische, tandheelkundige,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

SBOH. Sociaal Jaarverslag Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde

SBOH. Sociaal Jaarverslag Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde SBOH Sociaal Jaarverslag 2015 Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde juni 2016 Inhoudsopgave Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding. 5 Academisering: aioto s en gepromoveerde

Nadere informatie

Factsheet gemeente Westland

Factsheet gemeente Westland In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per

Nadere informatie

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit IGT Artikel 1 Opleiding bij erkende specialisten, profielartsen en instellingen Bij artikel B.1

Nadere informatie

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid (Besluit maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

Capaciteitsplan Voor de medische, klinisch technologische, geestelijke gezondheid, FZO en aanverwante (vervolg)opleidingen

Capaciteitsplan Voor de medische, klinisch technologische, geestelijke gezondheid, FZO en aanverwante (vervolg)opleidingen Capaciteitsplan 2016 Voor de medische, klinisch technologische, geestelijke gezondheid, FZO en aanverwante (vervolg)opleidingen Utrecht, oktober 2016 Capaciteitsplan 2016 Voor de medische, klinisch technologische,

Nadere informatie

INSTANTIES. Bekostigt via de Beschikbaarheidsbijdrage (uitgevoerd door de NZa) de vervolgopleidingen tot (medisch) specialist.

INSTANTIES. Bekostigt via de Beschikbaarheidsbijdrage (uitgevoerd door de NZa) de vervolgopleidingen tot (medisch) specialist. Het motto is: Nederland gezond en wel. Ambieert om iedereen in Nederland zo lang mogelijk gezond te houden, zieken zo snel mogelijk beter te maken, mensen met een beperking te ondersteunen en maatschappelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek Samenvatting Hoofdstuk 1: Introductie Basisartsen die recent zijn afgestudeerd werken meestal enkele jaren voordat zij hun vervolgopleiding starten. Hun uiteindelijke beroepskeuze wordt dus enkele jaren

Nadere informatie

SOCIAAL JAARVERSLAG 2018

SOCIAAL JAARVERSLAG 2018 SOCIAAL JAARVERSLAG 2018 SBOH Sociaal Jaarverslag 2018 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding

Nadere informatie

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Inleiding In de komende decennia zal de bevolkingssamenstelling veranderen en zal het aandeel ouderen in de bevolking toenemen. Indien nu al bekend is hoeveel ouderen

Nadere informatie

Capaciteitsplan

Capaciteitsplan Capaciteitsplan 2020-2024 Verslavingsartsen Een eerste richtingggevend advies Utrecht, april 2018 Capaciteitsplan 2020-2024 Verslavingsartsen Een eerste richtingggevend advies i Statutaire doelstellingen:

Nadere informatie

2 2 JUNI Welzijnen Sport. kinderverpleegkundigen' aangeboden. Dit onderzoek is in opdracht van de

2 2 JUNI Welzijnen Sport. kinderverpleegkundigen' aangeboden. Dit onderzoek is in opdracht van de Ministerie van Volksgezondheid, Welzijnen Sport > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein

Nadere informatie

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot Onderzoek naar potentiële besparingen van innovatieve complexe wondzorg September 2014 Transform to the power of digital Inhoud Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Nadere informatie

Capaciteitsplan Deelrapport 3. Tandheelkundig Specialisten Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgen Orthodontisten

Capaciteitsplan Deelrapport 3. Tandheelkundig Specialisten Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgen Orthodontisten Capaciteitsplan 2016 Deelrapport 3 Tandheelkundig Specialisten Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgen Orthodontisten Utrecht, oktober 2016 Capaciteitsplan 2016 Deelrapport 3 Tandheelkundig Specialisten Mond-

Nadere informatie

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit geneeskunde

Nadere informatie

Facts & Figures Dementie

Facts & Figures Dementie Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

SBOH Sociaal Jaarverslag 2017 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten

SBOH Sociaal Jaarverslag 2017 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten SOCIAAL JAARVERSLAG SBOH Sociaal Jaarverslag 2017 Opleiding Huisartsen, Specialisten Ouderengeneeskunde & Artsen Verstandelijk Gehandicapten INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding

Nadere informatie

Cijfers over dementie

Cijfers over dementie Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1 Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1 (Besluit maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment,

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment, 770? /. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Minister mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/15/41c /194918

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/15/41c /194918 Aan het bestuur van: - Zorgaanbieders Cure en Care Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer

Nadere informatie

SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016)

SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016) SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016) Januari 2015 1. Inleiding Dit document bevat de spelregels

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

BIJLAGE 1A VWS Spelregeldocument

BIJLAGE 1A VWS Spelregeldocument DE SPELREGELS TOEWIJZINGVOORSTEL SUBSIDIERONDE 2012 VOOR DE 1 e EN 2 e TRANCHE ZORGOPLEIDINGEN VAN HET OPLEIDINGSFONDS 2 maart 2011 1. Inleiding Na evaluatie van het Opleidingsfonds in 2010 blijkt er behoefte

Nadere informatie

Enquête ramingen FZO beroepen

Enquête ramingen FZO beroepen Enquête ramingen FZO beroepen Inleiding Dertien van de vijftien opleidingen die vallen onder het College Zorg Opleidingen(CZO), worden sinds 1 januari 2011 bekostigd uit het Fonds Ziekenhuis Opleidingen

Nadere informatie

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012 Instituutsreglement Huisartsopleiding VUmc Maart 2012 Adres: Huisartsopleiding VUmc OZW, de Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam Tel. 020-4448235 INHOUD Voorwoord... 3 Inleiding... 4 HOOFDSTUK A Artikelen

Nadere informatie

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ Beleidsregel Uitwerking van de algemene bepalingen inzake Opleidingen in hoofdstuk B meer specifiek de artikelen 15 en 18

Nadere informatie

Assurancerapport bij de aanvraag tot vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2016

Assurancerapport bij de aanvraag tot vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2016 Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Assurancerapport bij de aanvraag tot vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2016 Definitief Colofon Titel Uitgebracht aan Assurancerapport

Nadere informatie

Verpleging en verzorging (V&V)

Verpleging en verzorging (V&V) Bijlage 1 : Aanscherping ZZP-omschrijvingen en algoritmen Op verzoek van VWS zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP s) voor de AWBZ inhoudelijk aangescherpt en de algoritmen in het ZZP-registratieprogramma

Nadere informatie

Verpleegkundigen aan het werk 1)

Verpleegkundigen aan het werk 1) Verpleegkundigen aan het werk 1) Alex Hellenthal Als door de vergrijzing de zorgvraag toeneemt en het zorgaanbod juist krimpt, kan er een tekort ontstaan aan verpleegkundigen. Dit artikel besteedt daarom

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC De opleidings- en erkenningseisen voor de specialismen huisartsgeneeskunde, specialisme ouderengeneeskunde en geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten

Nadere informatie

VRAAG EN AANBOD ARTSEN: RAMING

VRAAG EN AANBOD ARTSEN: RAMING VRAAG EN AANBOD ARTSEN: RAMING 2000-2010 Maart 2001 Nivel Dr. L.F.J. van der Velden Dr. L. Hingstman Prismant Drs. C.D. Nienoord-Buré Dr. M.M. van den Berg Drieharingstraat 6 Oudlaan 4 Postbus 1568 Postbus

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 2. Huisartsgeneeskunde

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 2. Huisartsgeneeskunde Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 2 Huisartsgeneeskunde Utrecht, oktober 2013 Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 2 Huisartsgeneeskunde Bijlage bij het integrale Capaciteitsplan 2013 voor de medische, tandheelkundige,

Nadere informatie

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot openbaar apotheker

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot openbaar apotheker Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot openbaar apotheker Versie 5, 6 juni 2017 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Voorwaarden per betrokken partij

Nadere informatie

Subsidieregeling. zorgopleidingen. Verschijningsdatum juli 2011. 2 e tranche. Zorgopleidingen B

Subsidieregeling. zorgopleidingen. Verschijningsdatum juli 2011. 2 e tranche. Zorgopleidingen B Subsidieregeling zorgopleidingen Verschijningsdatum juli 2011 2 e tranche Zorgopleidingen B Inhoudsopgave Vooraf 3 1 Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen 4 2 Het subsidieproces 7 3 Aanvraag

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Volgens de Arbeidsmarktmonitor waren er in de maanden april, mei en juni slechts 67 vacatures voor huisartsen (op een beroepsgroep van

pagina 2 van 5 Volgens de Arbeidsmarktmonitor waren er in de maanden april, mei en juni slechts 67 vacatures voor huisartsen (op een beroepsgroep van pagina 1 van 5 Marieke van Twillert 29 augustus 2018 2 minuten leestijd arbeidsmarktmonitor De vraag naar verslavingsartsen zal toenemen 1 reactie Getty Images Uit de nieuwe ranglijst met vacatures voor

Nadere informatie

Beroepen Geestelijke Gezondheid

Beroepen Geestelijke Gezondheid Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 7: Beroepen Geestelijke Gezondheid - gezondheidszorgpsycholoog - klinisch neuropsycholoog - klinisch psycholoog - psychotherapeut - verpleegkundig specialist GGZ Bijlage

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn)

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) Peiling 1 januari 2012 D.T.P. VAN HASSEL R.J. KENENS NOVEMBER 2013 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN BEROEPEN IN DE GEZONDHEIDSZORG CIJFERS

Nadere informatie

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG Pagina 2 van 18 Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG, ingangsdatum Vastgesteld door de RGS d.d. 28 december 2015 Pagina 3 van 18 Voorwoord De opleidings-

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 7. Beroepen Geestelijke Gezondheid

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 7. Beroepen Geestelijke Gezondheid Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 7 Beroepen Geestelijke Gezondheid - gezondheidszorgpsycholoog - psychotherapeut - klinisch psycholoog - klinisch neuropsycholoog - verpleegkundig specialist GGZ Utrecht,

Nadere informatie

Capaciteitsplan Tussentijds advies instroom voor de medische vervolgopleiding specialist ouderengeneeskunde

Capaciteitsplan Tussentijds advies instroom voor de medische vervolgopleiding specialist ouderengeneeskunde Capaciteitsplan 2009 Tussentijds advies instroom voor de medische vervolgopleiding specialist ouderengeneeskunde Utrecht, december 2009 Capaciteitsplan 2009 Tussentijds advies instroom voor de medische

Nadere informatie

Genoeg is niet genoeg!

Genoeg is niet genoeg! Genoeg is niet genoeg! Indeling Aanleiding onderzoek Capaciteitsorgaan Werkwijze Capaciteitsorgaan Eerste resultaten onderzoek Voorzichtige observaties 5 e Barend A.J. Cohen lezing 3 januari 2 Victor Slenter,

Nadere informatie

SBOH. Sociaal Jaarverslag 2014. Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde. juni 2015

SBOH. Sociaal Jaarverslag 2014. Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde. juni 2015 SBOH Sociaal Jaarverslag 2014 Opleiding Huisartsen & Specialisten Ouderengeneeskunde juni 2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Aantal werknemers 4 Man/vrouw-verhouding 5 Academisering: aioto s en gepromoveerde

Nadere informatie

Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten

Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten 1.1 Doelstelling Het controleprotocol heeft betrekking op de

Nadere informatie

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care?

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care? Symposium Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care? Sodehotel La Woluwe 25/04, 09u-13u. Symposium - Towards an evidence-based Workforce Planning in Healthcare. Hoe is het dreigende huisartsentekort

Nadere informatie

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten Postprint 1.0 Version Journal website Pubmed link DOI http://www.vvocm.nl/algemeen/vakblad-beweegreden Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten D.T.P. VAN HASSEL; R.J. KENENS Marktwerking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 393 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging

Nadere informatie

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014 Algemene Voorwaarden bij het register voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog. (Algemene Voorwaarden Opleidingsregister) Vastgesteld

Nadere informatie

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 3. Beroepen Mondzorg - Tandartsen - Mondhygiënisten - Kaakchirurgen - Orthodontisten

Capaciteitsplan 2013. Deelrapport 3. Beroepen Mondzorg - Tandartsen - Mondhygiënisten - Kaakchirurgen - Orthodontisten Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 3 Beroepen Mondzorg - Tandartsen - Mondhygiënisten - Kaakchirurgen - Orthodontisten Utrecht, oktober 2013 Capaciteitsplan 2013 Deelrapport 3 Beroepen Mondzorg - Tandartsen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003 BELEIDSREGEL ZZP-TARIFERING EN TARIEVEN EXTRAMURALE PARAMETERS IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2007 Inleiding 1. Onderzoek inhoudelijk Aansluiting bij voorgaande jaren

JAARVERSLAG 2007 Inleiding 1. Onderzoek inhoudelijk Aansluiting bij voorgaande jaren JAARVERSLAG 2007 Inleiding Met brieven van 3 november 2006 en 29 december 2006 is een activiteitenplan voor 2007 ingediend met een begroting van 1.119.000. Daarmee werd, onder aftrek van een begrote rente

Nadere informatie

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Beurs, D. de, Magnée, T., Bakker, D. de, Verhaak, P. De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk

Nadere informatie

2 e tranche B > Algemeen

2 e tranche B > Algemeen 2 e tranche B > Algemeen 1. Waarom is het Opleidingsfonds ingevoerd? Het Opleidingsfonds moet ervoor zorgen dat er per zorgopleiding voldoende specialisten worden opgeleid van de beste kwaliteit voor een

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gehoord de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gehoord de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62589 23 november 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 november 2016, kenmerk 1041780-157772-MEVA,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G

Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G 1 Disclosure Sinds 2013 lid Dagelijks Bestuur Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten 2 Inhoud presentatie Wat doet

Nadere informatie

Capaciteitsplan voor de medische en tandheelkundige vervolgopleidingen en de initiële opleiding geneeskunde.

Capaciteitsplan voor de medische en tandheelkundige vervolgopleidingen en de initiële opleiding geneeskunde. Capaciteitsplan 2003 voor de medische en tandheelkundige vervolgopleidingen en de initiële opleiding geneeskunde Een tussenbalans Utrecht, augustus 2003 Capaciteitsplan 2003 voor de medische en tandheelkundige

Nadere informatie

HET MEDISCH OPLEIDINGSTRAJECT: WAAR BLIJFT DE (LEEF)TIJD

HET MEDISCH OPLEIDINGSTRAJECT: WAAR BLIJFT DE (LEEF)TIJD Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding ( Het medisch opleidingstraject: waar blijft de (leef)tijd, L.F.J. van der Velden, L. Hingstman) worden gebruikt.

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011.

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011. Bijlage 25 bij circulaire AWBZ/Care/10/10c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis (VPT) 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE De opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme ouderengeneeskunde zijn vastgelegd in het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit)

Nadere informatie

Medische zorg aan verstandelijk gehandicapten en ontwikkelingen in het werk van de Arts Verstandelijk Gehandicapten

Medische zorg aan verstandelijk gehandicapten en ontwikkelingen in het werk van de Arts Verstandelijk Gehandicapten Medische zorg aan verstandelijk gehandicapten en ontwikkelingen in het werk van de Arts Verstandelijk Gehandicapten Herhaalmeting 2014 Onderzoek in opdracht van het Capaciteitsorgaan Medische zorg aan

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld De markt in Beeld Fysiotherapie in beeld 2 Fysiotherapie in beeld Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met de behan deling van klachten aan het houding- en bewegingsapparaat

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Overzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016

Overzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016 Overzicht bekostiging van behandeling bij -cliënten in 2016 Waarom dit overzicht? Naar aanleiding van de vragen die de NZa heeft gekregen over de bekostiging van behandeling bij verzekerden die zorg op

Nadere informatie

Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding.

Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding. Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding. (Reglement Opleidingsregister) Goedgekeurd door het Bestuur van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland

Nadere informatie

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018 Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden 1 juni 2018 - NW ZA 1 Inhoudsopgave 1. Leeswijzer... 3 2. Inkoopprocedure...

Nadere informatie