Bij het begin van ieder nieuw schooljaar worden de volgende stappen ondernomen:

Transcriptie

1 Hoofdluisprotocol KBS Aeresteijn 1 Inleiding Hoofdluis is vooral een bedreiging voor de omgeving vanwege het besmettingsgevaar. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander worden overgebracht. De school is ongewild zo n plaats. Om een hoofdluisepidemie te voorkomen is het gewenst dat de school regels vaststelt, afspraken maakt met het team en de ouders. Het doel van dit hoofdluisprotocol en de maatregelen die daar uit voortvloeien is het zoveel mogelijk voorkomen van de verspreiding van hoofdluis op Aeresteijn. Dit protocol kan slechts van toepassing zijn wanneer een werkgroep hoofdluis actief is op school. Om het taboe te doorbreken gaan we in alle openheid om met het hebben van luizen. Het is heel vervelend maar heel normaal als iemand luizen heeft. Bijna elk gezin maakt het minstens een keer mee. Als bekend is wie het heeft, kan iedereen er rekening mee houden en verdere besmetting voorkomen. De leerkrachten en de vrijwilligers van de luizenwerkgroep dragen er toe bij dat het hebben van hoofdluis uit de taboesfeer komt. De controles zijn daarom klassikaal en als zij luizen constateren bespreken de vrijwilligers en leerkrachten dit in de klas met de kinderen. De vrijwilligers die zelf hoofdluis hebben gehad in hun gezin, bespreken dit als voorbeeld in de groep met kinderen bij wie ze luis constateren. Op de website en in het Aeresteijntje besteden we aandacht aan het hebben en bestrijden van hoofdluis door het plaatsen van interviews met ervaringsdeskundige ouders/vrijwilligers. De vrijwilligers ook wel luizenmoeders genoemd, fungeren als aanspreekpunt voor kinderen, school en ouders. Zij zijn bereid om mee te denken, of desgewenst bij twijfel mee te kijken, als ouders/verzorgers vragen hebben over luizen en de bestrijding daarvan. Het team staat positief t.o.v. het doorbreken van de taboesfeer rond het hebben van hoofdluis. Ouders moeten goed worden geïnformeerd over onze werkwijze. Het protocol zal voor alle ouders zichtbaar moeten zijn via de website en moet ook in de schoolgids kort beschreven staan. Leerkrachten kunnen meewerken aan het doorbreken van de taboesfeer door zelf ook hun haren in de klas te laten controleren. Natuurlijk is het daarbij wel de bedoeling dat iedereen voor zichzelf kan bepalen of je dat zou willen) 2 Standaardprocedure Bij het begin van ieder nieuw schooljaar worden de volgende stappen ondernomen: Het hoofdluisprotocol (regels en afspraken) is geplaatst op de website. Na iedere zomervakantie wordt het hoofdluisprotocol onder de aandacht gebracht van de leerkrachten en ouders. Ouders/vrijwilligers vormen een luizenwerkgroep. Een lid van de ouderraad is voorzitter van de luizenwerkgroep en contactpersoon voor de directie. (het is niet noodzakelijk dat een lid van de OR deel uit maakt van de werkgroep, maar wel dat de communicatie met de OR goed is geregeld) De luizenwerkgroep neemt aan het begin van het schooljaar het protocol en de werkwijze door zodat nieuwe vrijwilligers weten wat van hen verwacht wordt. Vastgesteld Pagina 1 van 5

2 Wij kiezen ervoor om luizenzakken te gebruiken. Deze zakken worden permanent gebruikt vanaf fase4 dus ook in luizenvrije periodes. Hiermee willen we verspreiding voorkomen, nog voordat bekend is dat er luizen heersen. De ouderraad verstrekt eenmalig een gratis luizenzak. Kapotte luizenzakken worden meegegeven aan ouders om gerepareerd te worden, maar het is ook mogelijk om een nieuwe luizenzak op school aan te schaffen. Ouders oefenen met hun kind hoe het zelf de jas in de luizenzak kan stoppen en de zak moet ophangen. Leerkrachten sturen ouders en de kinderen op het juiste gebruik en maken kinderen verantwoordelijk door ze per toerbeurt te laten controleren of alles netjes in zak aan de kapstok hangt. De laatste dag voor iedere schoolvakantie worden de luizenzakken in een afgesloten plastic zak bewaard tot de eerstvolgende schooldag, zodat luizen en neten die zich eventueel in de zakken bevinden de vakantie niet overleven. Wanneer er bij een kind luizen zijn geconstateerd, wordt zijn/haar luizenzak tijdelijk vervangen door een plastic zak. Gedurende het schooljaar: Op de woensdagochtend na iedere schoolvakantie wordt de hele school gecontroleerd op hoofdluis. We vragen ouders/verzorgers om voorafgaande aan deze controle thuis de haren van hun kind(eren) goed te kammen en te controleren op hoofdluis. Om de controle soepel te laten verlopen is het van belang dat kinderen met fris gewassen haren naar school komen. Vlechten en staartjes zullen tijdens de controle worden losgemaakt. Ingewikkelde staartjes en vlechten worden in principe niet opnieuw ingevlochten, maar in een paardenstaart gebonden. We proberen een combinatie van luizencontrole en schoolfotograaf op dezelfde dag te voorkomen. Als er in de periode tussen de schoolvakanties door ouders op school melding wordt gemaakt van hoofdluis, geeft de school dit door aan de werkgroep hoofdluis. De werkgroep controleert op de eerstvolgende woensdagochtend de groep van het betreffende kind en de groepen waarin broertjes en zusjes zitten. Een week nadat er luizen zijn geconstateerd volgt opnieuw controle voor de hele klas. Als bij een derde controle na overleg met de ouders blijkt dat er thuis geen of niet afdoende actie wordt ondernomen om de luizen/neten te bestrijden zoekt de school contact met de GGD, afd. jeugdgezondheidszorg met het verzoek het gezin te bezoeken. Mocht in 50% van de groepen hoofdluis geconstateerd zijn, dan volgt een preventieve controle bij alle leerlingen van de school. Door de werkgroep hoofdluis deelgenomen aan de luizenvoorlichtingsbijeenkomsten van de GGD. 3 Het 8-stappenplan bij een melding van hoofdluis: Stap 1 Ouders/verzorgers nemen contact op met de directie als zij neten of hoofdluis ontdekken bij hun kind(eren). Ouders starten dezelfde dag nog met het behandelen van hun kind(eren). Tip op de site van de GGD Hollands Midden vindt u actuele informatie. ( Heeft de besmetting tijdens een korte vakantie gedurende het schooljaar plaatsgevonden en is er thuis al behandeld, dan maken de ouders daarvan Vastgesteld Pagina 2 van 5

3 melding na afloop van de vakantie. Ook als zij denken dat de hoofdluis al onder controle is. Stap 2 De directie stelt de leerkracht(en) van het betreffende kind op de hoogte. Stap 3 De leerkracht geeft de brief Melding hoofdluis mee aan alle kinderen van de betreffende groep. Motivatie: de ouders zijn gealarmeerd en beginnen thuis te controleren. Het is niet langer geheim in welke groep luis heerst, zodat ouders en kinderen er rekening mee kunnen houden. Stap 4 De werkgroep hoofdluis krijgt z.s.m bericht van de directie dat er hoofdluis is gemeld. De werkgroep controleert op de eerstvolgende woensdag na de melding de betreffende groep en de groepen met broers of zussen van het betreffende kind. Motivatie: luizenmoeders zijn op deze manier snel op de hoogte. Zij zijn in de praktijk ook aanspreekpunt voor ouders op het schoolplein en het is daarom prettig als zij weten dat er luis is geconstateerd. Stap 5 Als tijdens de controle door de werkgroep wordt geconstateerd dat een kind hoofdluis of volle neten heeft, bespreekt de luizenwerkgroep dit op een kindvriendelijke manier met het kind en de leerkracht. De leerkrachten zullen het onderwerp het hebben van hoofdluis regelmatig met hun groep bespreken. Motivatie: In de praktijk hebben wij ervaren dat kinderen er doorgaans zelf weinig problemen mee hebben als zij luizen hebben en daar open over praten. Door samen met de leerkrachten, kinderen en werkgroep meer openheid na te streven in de school, willen we de schaamte wegnemen die er veelal thuis nog is. Ter plekke melden aan het kind, uitleggen dat ouders worden gebeld en het bespreekbaar maken in de klas dat er luis is, lijkt ons zinvol om het uit de taboesfeer te halen. Stap 6 De directie neemt direct contact op met de ouders/verzorgers van het betreffende kind. De directie vraagt ouders hun kind zo snel als redelijkerwijs mogelijk op te halen van school om verdere verspreiding te voorkomen. Het kind blijft gewoon in de klas tot het kan worden opgehaald. Stap 7 De ouders/verzorgers behandelen hun kind nog diezelfde dag. Stap 8 In het eerstvolgende Aeresteijntje volgt een bericht over de status van hoofdluis op school. Vastgesteld Pagina 3 van 5

4 Bijlage 1 Werkinstructie voor de luizenwerkgroep: De vrijwilligers van de luizenwerkgroep verzamelen om 8.45 in de koffiekamer en wisselen met de directie uit welke meldingen er zijn geweest en welke groepen worden gecontroleerd. De vrijwilligers van de luizenwerkgroep starten om uur met de controle en streven ernaar voor de eerste pauze klaar te zijn. De vrijwilligers melden zich bij de leerkracht en overleggen of het gelegen komt dat zij komen controleren. Is de groep bezig met een toets dan wordt een andere groep eerst gecontroleerd. De kinderen raken over het algemeen snel vertrouwd met de leden van de werkgroep, die ze de geuzennaam de luizenmoeders hebben gegeven. Kinderen die op de gang aan het werk zijn worden ook gecontroleerd. Leerkrachten en vrijwilligers laten zichzelf soms ook controleren in de groep, door andere vrijwilligers of door kinderen die willen helpen. Dit is voor kinderen een goed voorbeeld en werkt heel geruststellend en taboedoorbrekend. Humor is een goede manier om de sfeer rond het onderwerp luizen luchtig te houden. De vrijwilligers verspreiden zich over de groep en doen rustig hun werk, praten op gedempte toon, zonder de aandacht te trekken of het groepsproces te storen. De vrijwilliger richt zich tot het kind door het even aan te raken, zich eventueel voor te stellen en te vertellen dat hij/zij even in de haren wil kijken of er luizen of neten zitten. We controleren met de handen, zonder kam. Staartjes en vlechten worden losgemaakt om goed tot op de hoofdhuis te kunnen controleren. De vrijwilligers overleggen met het kind dat dit nodig is, omdat de luizen juist op de warme plekjes onder staarten gaan zitten. Bij grotere kinderen vragen zij of ze zelf hun staart weer willen maken of dat ze hierbij hulp willen. De vrijwilligers hebben oog voor kinderen die angstig reageren en gaan hier rustig mee om. Soms is het moeilijk te zien of de neten leeg zijn of nog een luis bevatten. Dan kan het zijn dat een tweede vrijwilliger wordt gevraagd om even mee te kijken. Na de controle wassen de vrijwilligers hun handen in elk lokaal. Na afloop van de controle-ochtend wassen zijn hun handen en nagels met desinfecterende zeep en een nagelborsteltje. Na afloop geeft de contactpersoon van de werkgroep door aan de directie welke kinderen luizen/neten hebben. Omdat de beschikbaarheid van de luizenmoeders wisselt en we willen voorkomen dat groepen per ongeluk niet worden gecontroleerd, mailt de contactpersoon de leden van de werkgroep om door te geven welke groepen een hercontrole behoeven. Bijlage 2 Instructie behandeling: Luis in je haar? Kammen maar! Dat is de boodschap die GGD'en willen meegeven aan basisscholen. De juiste aanpak kan voorkomen dat hoofdluis een hardnekkig probleem wordt. Regelmatige controles zorgen er bijvoorbeeld voor dat een snelle behandeling mogelijk is. Zo blijven kinderen elkaar niet besmetten. Vastgesteld Pagina 4 van 5

5 En als een kind hoofdluis heeft, dan raadt de GGD aan het haar gedurende twee weken dagelijks te kammen met een netenkam. Eventueel kan het kammen gecombineerd worden met een antihoofdluismiddel. Verder is het belangrijk om ook huisgenoten te controleren en de omgeving grondig schoon te maken. En het is verstandig om het te melden op school, bij clubjes en vriendjes. Een instructie voor de behandeling. Vastgesteld Pagina 5 van 5