Algemeen reglement op de begraafplaatsen

Transcriptie

1 Algemeen reglement op de begraafplaatsen 1. DEFINITIES Art. 1: In dit reglement worden volgende begrippen gebruikt: - Urnenkelder: een in de grond begraven of verzonken element uit kunststof of beton waarin asurnen kunnen bewaard worden. Een urnenkelder wordt afgesloten door een afdekplaat en een urnenzerk. - Columbariumnis: een betonnen element dat dient als bewaarplaats voor asurnen en dat door middel van een afdekplaat afgesloten wordt. Meerdere aaneensluitende columbariumnissen vormen een columbariummuur. - Belanghebbende: deze term moet in zeer ruime zin worden opgevat. Aldus kan naast een erfgenaam of nabestaande bv. om persoonlijke redenen van vriendschap of erkentelijkheid, aan niet-verwante personen of zelfs aan administraties of verenigingen toegelaten worden op te treden. De Commissie voor Monumenten en Natuurschoon, een vereniging voor vreemdelingenverkeer of een oudheidkundige kring zouden kunnen optreden met het oog op de bewaring van een grafmonument dat van historisch of artistiek belang is. - Basisconcessie: de oorspronkelijk aangekochte concessie - Enkelvoudige grafconcessie: concessie waarin 2 stoffelijke overschotten boven elkaar kunnen worden begraven in volle grond. Er dient een enkele grafzerk te worden geplaatst. - Meervoudige grafconcessie: concessie waarin 2 of meer stoffelijke overschotten naast elkaar kunnen worden begraven in volle grond. De grootte van de zerk die dient geplaatst te worden is evenredig met het aantal naast elkaar gelegen enkelvoudig concessies. - Uitbreiding van een concessie: bijplaatsing van een stoffelijk overschot bovenop de in de basisconcessie voorziene plaatsen. Uitbreiding van een grafconcessie gebeurt steeds voor dezelfde termijn als die van de basisconcessie. - Bijzetting in een concessie: bijplaatsen van een stoffelijk overschot in de basisconcessie. 2. INRICHTING EN BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATSEN 2.1. Bestaande begraafplaatsen in de gemeente Waasmunster Art. 2: De lijkbezorging kan plaats hebben op één van de volgende gemeentelijke begraafplaatsen: - Kerkhof Centrum (enkel nog voor bijzettingen in bestaande concessies) - Kerkhof Ruiter - Kerkhof Sombeke De inwoners kunnen, onder voorbehoud van bovengemelde voor het kerkhof Centrum, vrij kiezen op welke van bovengenoemde begraafplaatsen van de gemeente zij wensen begraven te worden Openingsuren van de verschillende begraafplaatsen Art. 3: De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek na zonsopgang en voor zonsondergang.

2 2.3 Openbare orde op de begraafplaatsen Art. 4: De toegang tot de begraafplaats is verboden voor: - dieren, met uitzondering van hulpdieren. - voertuigen - rijwielen en bromfietsen, zelfs aan de hand geleid. - ieder in staat van dronkenschap - dragers van vuurwapens uitgezonderd de leden van de openbare macht Dit verbod geldt niet voor het vervoer van materialen en gereedschappen, met handwagens, voertuigen van de gemeentelijke dienst, lijkwagens en hulpdiensten. Art. 5: Het is verboden op de begraafplaats: - de rust van de begraafplaats te verstoren - binnen te dringen of te weigeren het te verlaten voor zonsopgang en na zonsondergang. - in het struikgewas te kruipen en zich neer te zetten of leggen op de graven, op de grasperken of op de graszoden. - de wegen, lanen of beplanting te beschadigen. - daden te begaan die strijdig zijn met de welvoeglijkheid. - de graven de graftekens, symbolen, opschriften, bloemen, kransen, beplantingen, versieringen en dergelijke te beschadigen, besmeuren, verminken, vernielen of neer te halen. - de asweide te betreden. Dit verbod geldt niet voor het dienstpersoneel. - papier of ander vuilnis elders op de begraafplaats neer te leggen dan in de daartoe bestemde manden. - de kinderen alleen te laten, ze te laten rondlopen of spelen op de begraafplaats, - te schreeuwen, zich luidruchtig te gedragen. - iets te koop aan te bieden of te verkopen. Art. 6: De inbreuken vernoemd in artikel 4 tot en met 5 worden volgens het GAS-reglement gesanctioneerd Volgende vormen van lijkbezorging zijn toegelaten op de gemeentelijke begraafplaatsen: Art. 7: a) Begraving van een niet-verast stoffelijk overschot in niet geconcedeerde grond b) Begraving in geconcedeerde grond van een niet-verast stoffelijk overschot c) Begraving van een verast stoffelijk overschot in niet geconcedeerde grond d) Begraving in geconcedeerde grond van een verast stoffelijk overschot e) Plaatsing van een verast stoffelijk overschot in een niet geconcedeerde urnenkelder f) Plaatsing in een geconcedeerde urnenkelder van een verast stoffelijk overschot g) Plaatsing van een verast stoffelijk overschot in een niet geconcedeerde columbariumnis h) Plaatsing van een verast stoffelijk overschot in een geconcedeerde columbariumnis i) Asverstrooiing op de voorziene asweide j) Bijzettingen in bestaande grafkelders 2.5. Indeling van de gemeentelijke begraafplaatsen: Art. 8: De gemeentelijke begraafplaatsen zijn ingedeeld in volgende blokken:

3 a) Perceel bestemd voor begravingen in volle grond - Voor niet geconcedeerde begravingen - Voor geconcedeerde begravingen - Kinderbegraafplaats voorbehouden voor de teraardebestelling of de bijzetting van overleden kinderen, die de leeftijd van 12 jaar niet hebben overschreden - Erepark voorbehouden voor het begraven van slachtoffers van de vaderlandse plicht of voor personen, die algemeen als dusdanig erkende buitengewone diensten aan de gemeenschap hebben bewezen. b) Perceel met columbariummuren bestemd voor plaatsing van de asurne in een geconcedeerde columbariumnis c) Perceel met columbariummuren bestemd voor plaatsing van de asurne in een niet geconcedeerde columbariumnis d) Perceel bestemd voor begravingen in een geconcedeerde urnenkelder e) Perceel bestemd voor begravingen in een niet geconcedeerde urnenkelder f) Asweide voor asverstrooiing 2.6. Lijkbezorging Art. 9: Lijkbezorging op één van de gemeentelijke begraafplaatsen is mogelijk voor: a) Personen, overleden op het grondgebied van de gemeente b) Personen, ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente c) Personen die in de periode van 10 jaar voor het overlijden ingeschreven waren in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente en dat voor minstens 5 jaar d) Personen, van wie de namen vermeld staan in de concessieakte e) Personen, niet ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente en buiten haar grondgebied overleden, kunnen verstrooid worden op één van de kerkhoven, mits betaling van de door de gemeenteraad vastgelegde retributie. f) Stoffelijke overschotten of as van gecremeerde lichamen, die niet voldoen aan één der voormelde voorwaarden, mogen slechts mits toelating van de burgemeester en mits betaling van de door de gemeenteraad vastgelegde retributie op de gemeentelijke begraafplaatsen worden begraven of bijgezet. Voor personen vermeld in de categorieën a,b en c is begraving of plaatsing mogelijk zowel op geconcedeerde als niet geconcedeerde grond, urnenveld of columbariumnis. Voor personen vermeld in de categorie f is begraving of plaatsing enkel mogelijk in geconcedeerde grond, urnenveld of columbariumnis. Art. 10: De personen, die binnen de gemeente overlijden, mogen naar een andere gemeente overgebracht worden, op vraag van diegene die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien, mits toelating van de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. De kisting en het vervoer van de stoffelijke overschotten en de as dient te gebeuren conform de artikelen 11, 12 en 13 van het decreet van 16/01/2004 zoals gewijzigd bij decreet van 18/04/2008 en overeenkomstig de bepalingen van III 1 t.e.m. 4 van de omzendbrief BA-2006/03. Art. 11: In de gemeente Waasmunster gebeurt de activiteit van het lijkenvervoer door particuliere begrafenisondernemers, waarbij de ondernemingen van deze sector onderling vrij mogen

4 concurreren. De lijkstoeten dienen ordelijk te verlopen met een eerbied die aan de doden verschuldigd is. Het vervoer van lijken naar de begraafplaats of naar het crematorium gebeurt met een lijkwagen. Het gemeentebestuur blijft in ieder geval bevoegd voor het toezicht op lijkstoeten. 3. AANGIFTE VAN HET OVERLIJDEN Art. 12: De aangifte en de kennisgeving van het overlijden gebeurt bij de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Waasmunster wanneer een overlijden op het grondgebied van de gemeente heeft plaatsgevonden. Elk overlijden wordt binnen de 2 werkdagen aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zon- en feestdagen en dagen waarop de administratieve diensten gesloten zijn, worden niet meegeteld voor het berekenen van deze termijn. Om geldig te zijn, moet de aangifte van het overlijden gebeuren krachtens art. 78, 80 en 84 van het Burgerlijk Wetboek. De persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien kan de begrafenisondernemer machtigen om de formaliteiten in zijn plaats te vervullen. Art. 13: Elke lijkbezorging geschiedt met een verlof afgegeven door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand, geregeld in het Burgerlijk Wetboek. De toelating tot begraving wordt slechts afgeleverd ten vroegste 24 uur na het overlijden. Alvorens tot lijkbezorging over te gaan, moet de toeziener-grafdelver in het bezit zijn van deze toelating. Wanneer de openbare gezondheid wil dat de begraving vroeger plaatsheeft, zal de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand de datum en het uur van de lijkbezorging bepalen. Art. 14: Voor crematie is een toestemming vereist die wordt verleend door: - De ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar het overlijden werd vastgesteld, indien dat overlijden in een gemeente van het Vlaams Gewest heeft plaatsgehad. - De procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar zich ofwel het crematorium, ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene bevindt, indien het overlijden heeft plaatsgehad buiten een gemeente van het Vlaams Gewest of in het buitenland. De toestemming mag niet verleend worden voor het verstrijken van een termijn van 24 uren, ingaande met de ontvangst van de aanvraag. Bij de aanvraag om toestemming moet een attest worden toegevoegd waarin de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld, vermeldt of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak. Betreft het een in België overleden persoon, dan moet bovendien het verslag worden bijgevoegd van een beëdigd geneesheer die door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand is aangesteld om de doodsoorzaken na te gaan. In dat verslag wordt eveneens vermeld of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak. Het ereloon en alle daaraan verbonden kosten van de aangestelde beëdigde geneesheer vallen ten laste van de woonplaats van de overledene. In geval van vermoeden van gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak van overlijden, kan pas toestemming tot crematie worden verleend nadat de procureur des Konings heeft laten weten dat hij zich er niet tegen verzet. 4. SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE BEGRAVING Art. 15: De lijkbezorging op de begraafplaatsen van Waasmunster gebeurt van maandag tot en met zaterdag tussen 8.30u en 16u. Er wordt op de gemeentelijke begraafplaatsen van

5 Waasmunster geen enkele vorm van lijkbezorging verricht op zon- en feestdagen. Art. 16: De lijkbezorging voorzien in art. 9 gebeurt op de door het College van Burgemeester en Schepenen aangeduide percelen met toepassing van art. 8. De plaatsaanduidingen geschieden in volgorde telkens aansluitend bij de laatst ingenomen grond, urnenkelder of nis, zonder tussenruimten. Wanneer dit om diverse redenen niet mogelijk is, wordt de plaats bepaald door de gemeentelijke diensten en het college van burgemeester en schepenen. Art. 17: Het gebruik van betonnen kistenhouders (in de grond begraven betonnen prefab-elementen of gemetste constructies als bewaarplaats voor een lijkkist) is niet toegestaan. 5. MODALITEITEN VOOR HET VERLENEN VAN NIET GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN/PLAATSINGEN 5.1. Algemeen principe Art. 18: De niet geconcedeerde begravingen worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen dat deze bevoegdheid opneemt ingevolge overdracht door de gemeenteraad Duurtijd Art. 19: De niet geconcedeerde percelen worden toegekend voor een periode van 10 jaar. De niet geconcedeerde percelen worden toegekend voor telkens één persoon. Het is bijgevolg niet mogelijk om later op hetzelfde perceel een volgende begraving te voorzien. 6. MODALITEITEN VOOR HET VERLENEN VAN GECONCEDEERDE BEGRAVINGEN/PLAATSINGEN 6.1. Begraving kinderen Art. 20: Op de gemeentelijke begraafplaatsen wordt een kinderbegraafplaats aangelegd, voorbehouden voor de teraardebestelling of de bijzetting van de urne van overleden kinderen, die de leeftijd van 12 jaar niet hebben overschreden. Op deze kinderbegraafplaatsen wordt een eerste concessie gratis toegestaan voor een termijn van 25 jaar. Art. 21: Op eenvoudig verzoek van de ouders worden levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben bereikt na een zwangerschapsduur van ten volle 12 weken begraven of geplaatst volgens de daartoe voorziene mogelijkheden op de begraafplaatsen van Waasmunster, cfr. art. 8 en 9 van onderhavig reglement. Begraven foetussen mogen eveneens een gedenkteken of grafsteen krijgen met de vermelding van de overlijdensdatum en de afstamming. Zij volgen de voorwaarden bepaald in art Erepark voorbehouden voor het begraven van slachtoffers van de vaderlandse plicht of voor personen, die algemeen als dusdanig erkende buitengewone diensten aan de gemeenschap hebben bewezen.

6 Art. 22: Op deze begraafplaatsen wordt een eerste concessie gratis toegestaan voor een termijn van 50 jaar Algemeen principe. Art. 23: De concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen dat deze bevoegdheid opneemt ingevolge overdracht door de gemeenteraad, overeenkomstig de tarieven en voorwaarden, vastgesteld door de gemeenteraad. Art. 24: Door het verlenen van de graf-, urnenkelder- en columbariumconcessie vervreemdt de gemeente de grond of de plaats niet, evenmin als het die verkoopt of verhuurt. Zij verleent slechts een recht van genot en gebruik met een specifieke en nominatieve bestemming. De toewijzing van de plaats van de concessie gebeurt pas door de gemeentelijke diensten bij de teraardebestelling of bijzetting, tenzij de vergunninghouder van de concessie vóór het overlijden reeds het grafteken wenst te plaatsen, in welk geval de plaatsaanduiding door de gemeentelijke diensten zal gebeuren bij het plaatsen van het grafteken. De plaatsaanduidingen geschieden in volgorde telkens aansluitend bij de laatst ingenomen grond, urnenkelder of nis, zonder tussenruimten. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt de plaats bepaald door de gemeentelijke diensten. Art. 25: Mogen in eenzelfde concessie begraven worden: - ofwel het stoffelijk overschot van de aanvrager, van zijn echtgeno(o)t(e), van zijn bloed- of aanverwanten - ofwel het stoffelijk overschot van een derde aangewezene door de aanvrager, van diens echtgeno(o)t(e), van diens bloed- of aanverwanten ( diens verwijst naar derde) - ofwel het stoffelijk overschot van de leden van een of meer religieuze gemeenschappen - ofwel het stoffelijk overschot van personen die tijdens hun leven ieder bij de gemeentelijke overheid hun wil te kennen hebben gegeven in eenzelfde concessie te rusten. - door de concessiehouder aangewezen derden, die tijdens hun leven bij de gemeentelijke overheid, samen met hem, daartoe hun wil te kennen hebben gegeven. Deze aanwijzing kan na de toekenning van de concessie plaatsvinden, voor zover de omvang van de concessie dit mogelijk maakt. - eveneens geldt dat wanneer iemand overlijdt terwijl hij op dat ogenblik een feitelijk gezin vormde, de overlevende een concessie kan aanvragen. Het volstaat dat de overlevende van het feitelijk gezin een aanvraag indient om samen met de overledene begraven te worden Duurtijd en tarieven Art. 26: De concessies worden verleend voor de duur van 25 jaar. Een enkelvoudig grafconcessie wordt aangekocht voor 1 stoffelijk overschot. Er wordt voldoende ruimte voorzien, zodat bijzetting van een tweede stoffelijk overschot mogelijk is. Indien personen naast elkaar wensen begraven te worden, dient een meervoudige concessie te worden aangekocht. Een basisconcessie voor een columbariumnis en urnenkelder is voor 1 urne. Aankoop van een concessie kan ook voor het overlijden gebeuren. De termijn van de concessie begint in dat geval te lopen vanaf de aankoop. Dit kan voor alle vormen van lijkbezorging. De concessiehouder verbindt zich ertoe reeds een zerk/naamplaat of

7 beplanting te voorzien. De tarieven worden vastgesteld door de gemeenteraad Hernieuwing Art. 27: Minstens 1 jaar voor het verstrijken van de concessie of van de hernieuwing ervan maakt de burgemeester of zijn gemachtigde een akte op waarbij eraan herinnerd wordt dat een aanvraag om hernieuwing bij hem moet toekomen. Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Als geen aanvraag voor een hernieuwing wordt gedaan, vervalt de concessie. Indien de titularis van de concessie of zijn erfgenamen of rechthebbenden nalaten de aanvraag tot hernieuwing in te dienen, mogen de belanghebbende personen handelend optreden Modaliteiten voor de hernieuwing van een concessie Art. 28: Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de vorm en de inhoud van aanvraagformulier voor een hernieuwing van een concessie. De aanvragen tot hernieuwing moeten worden ingediend vóór het verstrijken van de oorspronkelijke concessie wanneer het om een eerste hernieuwing gaat en vóór het verstrijken van de hernieuwde concessie in geval van herhaalde aanvraag. Art. 29: Indien geen hernieuwing werd aangevraagd bij het verstrijken van de concessietermijn vervalt het recht tot hernieuwing van de concessie (uitgezonderd voor de retroactieve rechtzettingen waarvan sprake in art. 32) Hernieuwing van de altijddurende concessie Art. 30: De altijddurende concessie kan telkens na 50 jaar en zonder retributie op aanvraag van enig belanghebbende hernieuwd worden Hernieuwing van een concessie Art. 31: Indien enige belanghebbende erom verzoekt, vóór de eerste vervaldatum van de concessie of vóór de latere vervaldata verstreken zijn, kunnen opeenvolgende hernieuwingen voor 15 jaar worden toegestaan. Hernieuwingen kunnen geweigerd worden indien blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. De tarieven worden vastgesteld door de gemeenteraad. Art. 32: Bij een retro-actieve rechtzetting van reeds vervallen concessies ingevolge beslissing van de gemeenteraad, zal de mogelijkheid om te hernieuwen alsnog gegeven worden. De hernieuwing gaat eenmalig in vanaf opmaak van de nieuwe concessie-overeenkomst en niet vanaf de reeds verstreken vervaldatum. Daaropvolgende hernieuwingen gebeuren volgens art Hernieuwing op de kinderbegraafplaats Art. 33: Indien een belanghebbende dit wenst en op voorwaarde dat geen verwaarlozing wordt vastgesteld, wordt een eerste hernieuwing voor 15 jaar gratis toegestaan. Vanaf de tweede verlenging voor 15 jaar worden de geldende tarieven toegepast.

8 Hernieuwing op het erepark voorbehouden voor het begraven van slachtoffers van de vaderlandse plicht of voor personen, die algemeen als dusdanig erkende buitengewone diensten aan de gemeenschap hebben bewezen Art. 34: Indien een belanghebbende dit wenst en op voorwaarde dat geen verwaarlozing wordt vastgesteld, worden hernieuwingen voor 15 jaar toegestaan. Hiervoor zijn de geldende tarieven van toepassing Uitbreiding van een concessie Voorwaarden voor uitbreiding van een concessie Art. 35: Uitbreiding van een concessie betekent dat een basisconcessie uitgebreid wordt voor één of meerdere personen. Uitbreiding voor begraving van een tweede stoffelijk overschot in volle grond is steeds mogelijk. Bijkomende uitbreidingen worden enkel toegestaan indien de bijkomende begraving of plaatsing van de urne materieel mogelijk is. Uitbreiding op de kinderbegraafplaats of in het erepark is niet mogelijk Uitbreiding van een concessie Art. 36: Bij de uitbreiding van een concessie moet ook de lopende concessie volledig vernieuwd worden. De termijn van deze hernieuwing is gelijk is aan het aantal jaren dat de termijn van de uitbreiding de vervaldatum van de lopende concessie overschrijdt. Voor de uitbreiding gelden de tarieven vastgesteld door de gemeenteraad Bijzetting Bijzettingen in een concessie Art. 37: Indien een bijzetting gebeurt in deze concessie wordt de lopende concessie hernieuwd volgens het principe bepaald in art : Bijzettingen in een concessie van voor 01/04/2014 Art. 38: In afwijking van art. 36 en 37 wordt voor bijzettingen in een lopende concessie van voor 1/4/2014 de termijn van de lopende concessie behouden. Hier geldt dat de laatste begraving in de concessie zich moet voordoen meer dan 10 jaar voor het verstrijken van de lopend concessie. Indien dit niet het geval is, dient voor de lopende concessie een hernieuwing te worden gevraagd volgens het principe bepaald in art Modaliteiten voor de aanvraag van een concessie Art. 39: Concessies worden, onder voorbehoud van betaling, verleend vanaf de collegedatum waarop het college de aanvraag goedkeurt, zowel voor wat betreft een eerste aanvraag, een uitbreiding en een hernieuwing.

9 Art. 40: Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de vorm en de inhoud van zowel het formulier van de volmacht als van het aanvraagformulier van een concessie/uitbreiding concessie. Art. 41: De aanvraag van een concessie is mogelijk voor alle personen genoemd in art. 9. Art. 42: De aanvragen tot het verlenen van een concessie impliceren vanwege de aanvragers de verbintenis zich te onderwerpen aan al die reglementen en ordemaatregelen die gelden op de gemeentelijke begraafplaatsen en aan die welke in de toekomst kunnen uitgevaardigd worden. 7. HET BEEINDIGEN VAN EEN CONCESSIE 7.1. Einde van een concessie Einde van een geconcedeerde begraving/plaatsing Art. 43: Een concessie is beëindigd wanneer de concessietermijn is verstreken of wanneer na de wettelijke bekendmakingen geen van de nabestaanden hun wil te kennen hebben gegeven om de concessie nog verder te hernieuwen. Art. 44: Na het verstrijken van de concessietermijn en na de wettelijke bekendmakingen te hebben vervuld cfr. art. 7 van het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging wordt overgegaan tot ontruiming van de niet hernieuwde concessies De verwaarloosde concessie Art. 45: Verwaarlozing staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is. De verwaarlozing wordt vastgesteld door een staat van bevinding opgemaakt door de burgemeester of zijn gemachtigde. Dit verslag blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt, cfr. art. 10 van het Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling kan het College van Burgemeester en Schepenen, bij delegatie door de gemeenteraad, een einde maken aan de concessie. Er wordt dan van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen, op kosten van de ingebreke blijvende familie. De van ambtswege verwijderde graftekens en sierelementen worden eigendom van de gemeente. Art. 46: Bij onmiddellijk gevaar voor openbare orde en veiligheid, zijn de wijze van bekendmaking en de aan de betrokkenen toegestane termijn voor herstel, zoals vastgesteld in 36, niet van toepassing. De burgemeester kan ambtshalve en op kosten van de nabestaanden, de grafmonumenten verwijderen of toegebrachte schade herstellen, zulks na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling De eeuwigdurende concessie

10 Art. 47: Indien de altijddurende concessie niet hernieuwd wordt, nadat de wettelijke berichtgevingen werden geplaatst door het gemeentebestuur, wordt ze als beëindigd beschouwd Terugname van een concessie Art. 48: Ingeval van terugneming van een geconcedeerd perceel, urnenkelder of columbariumnis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden of ingeval van wijziging van bestemming van een begraafplaats, kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. Als een belanghebbende daartoe een aanvraag indient, wordt een perceel van dezelfde grootte als het geconcedeerde, een urnenkelder of een columbariumnis kosteloos voorbehouden op één van de in gebruik zijnde begraafplaatsen van de gemeente. De kosten van de overbrenging van stoffelijke overschotten en urnen zijn eveneens ten laste van de gemeente. De kosten voor het verplaatsen van grafmonumenten, graftekens en gedenkplaten zijn ten laste van de titularis van de concessie. De kosten voor het bouwen van een nieuwe grafkelder van dezelfde grootte en volume zijn ten laste van de gemeente. Dit recht op het bekomen van een kosteloos perceel, grafkelder, urnenkelder of nis op een andere gemeentelijke begraafplaats geldt enkel voor aanvragen, welke zijn ingediend voor de ruiming van de oude begraafplaats Het ontruimen van een concessie Art. 49: Als de termijn van de concessie is verlopen, worden de graftekens, zerken of gedenkplaten door de belanghebbenden verwijderd binnen de maand na het verstrijken van de concessie. Gebeurt dat niet, dan worden ze van ambtswege verwijderd en worden alle graftekens en materialen eigendom van de gemeente. De resten van de stoffelijke overschotten krijgen - onverminderd de naleving van de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging - volgende bestemming: - voor ontruimingen op kerkhof Centrum en Sombeke: knekelput op het kerkhof Sombeke - voor ontruimingen op het kerkhof Ruiter: knekelput op het kerkhof Ruiter. Wanneer het om een nis- of urnenkelder gaat, bepaalt de burgemeester dag en uur voor het wegnemen van de urne en het verstrooien van de as. De urne wordt na de verstrooiing onmiddellijk vernietigd. De naamplaat en het sieromhulsel worden ter beschikking gesteld van de belanghebbenden die erom verzoeken, binnen de maand na het verstrijken van de concessie. Gebeurt dat niet, dan worden deze eigendom van de gemeente. Voor de ontruimingen zullen de bepalingen van het decreet op de begraafplaatsen en de bijhorende uitvoeringsbesluiten in acht genomen worden, zowel als de beginselen inzake eerbied voor de overledenen en inzake volksgezondheid Herdenkingsmogelijkheid na ontruiming Art. 50: Nadat de ontruimingen hebben plaatsgevonden van geconcedeerde begravingen of plaatsingen zal het gemeentebestuur instaan voor het plaatsen van herdenkingsplaatjes op een herdenkingsmuur, waarvan de plaats bepaald wordt door de bevoegde diensten van het gemeentebestuur. 8. HET EINDE EN DE ONTRUIMING VAN EEN NIET GECONCEDEERDE BEGRAVING OF PLAATSING

11 8.1. Einde van een niet geconcedeerde begraving/plaatsing Art. 51: Een niet geconcedeerde begraving of plaatsing in een columbariumnis of urnenkelder loopt ten einde wanneer de termijn van 10 jaar is verlopen. Zij is niet meer verlengbaar. Niet geconcedeerde begravingen of plaatsingen worden ontruimd na vervulling van de wettelijke berichtgevingen cfr. art 18 van het decreet op de begraafplaatsen dd. 16 januari Het ontruimen van een niet geconcedeerde begraving/plaatsing Art. 52: Als de termijn van de niet concessie is verlopen, worden de graftekens, zerken of gedenkplaten door de belanghebbenden verwijderd binnen de maand na het verstrijken van de termijnen. Gebeurt dat niet, dan worden ze van ambtswege verwijderd en worden alle graftekens en materialen eigendom van de gemeente. De resten van de stoffelijke overschotten krijgen - onverminderd de naleving van de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging - volgende bestemming: - voor ontruimingen op kerkhof Centrum en Sombeke: knekelput op het kerkhof Sombeke - voor ontruimingen op het kerkhof Ruiter: knekelput op het kerkhof Ruiter. Wanneer het om een nis- of urnenkelder gaat, bepaalt de burgemeester dag en uur voor het wegnemen van de urne en het verstrooien van de as. De urne wordt na de verstrooiing onmiddellijk vernietigd. De naamplaat en sieromhulsel wordt ter beschikking gesteld van de belanghebbenden die erom verzoeken, binnen de maand na het verstrijken van de termijnen. Gebeurt dat niet, dan worden deze eigendom van de gemeente. Voor de ontruimingen zullen de bepalingen van het decreet op de begraafplaatsen en de bijhorende uitvoeringsbesluiten in acht genomen worden, zowel als de beginselen inzake eerbied voor de overledenen en inzake volksgezondheid Herdenkingsmogelijkheid na ontruiming Art. 53: Nadat de ontruimingen hebben plaatsgevonden van niet geconcedeerde begravingen of plaatsingen zal het gemeentebestuur instaan voor het plaatsen van herdenkingsplaatjes op een herdenkingsmuur, waarvan de plaats bepaald wordt door de bevoegde diensten van het gemeentebestuur De verwaarloosde niet-concessie. Art. 54: Voor verwaarlozing van een niet concessie zijn de art. 45 en 46 van toepassing. 9. HET VERLENEN VAN TOESTEMMING TOT OPGRAVING Art. 55: Behoudens de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen ontgraving worden verricht dan met schriftelijke toelating van de burgemeester. Het verlenen van toestemming tot opgraving door de burgemeester kan bijgevolg enkel om ernstige redenen. Opgravingen bij het einde van niet concessie met als doel overbrenging naar een concessie zijn niet toegelaten. Art 56:

12 Opgravingen uit geconcedeerde grond kunnen aangevraagd worden aan het College van Burgemeester en Schepenen met duidelijke motivering waarom men tot opgraving wenst over te gaan. Het College van Burgemeester en Schepenen zal beslissen of al dan niet met de opgraving kan ingestemd worden, na overweging van de aangehaalde redenen. Indien de aanvraag afgewezen wordt, worden de aanvragers hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. Indien de aanvraag wordt ingewilligd, worden er documenten opgemaakt dienstig voor opgraving, ondertekend door de Burgemeester. De ontgravingskosten vallen ten laste van diegene, die erom verzoekt, tenzij de ontgraving gebeurt op rechterlijk bevel of ingevolge bestuurlijke beslissing. Na betaling van de verschuldigde retributie zal een datum en uur bepaald worden waarop de opgraving zal plaatsvinden. Ontgravingen worden gedaan in het bijzijn van een gemeentebeambte belast met het toezicht op de begraafplaats, die door de burgemeester is aangesteld en verslag opmaakt. Indien het noodzakelijk blijkt, zal een nieuwe kist of urne worden voorzien. De burgemeester kan de aanvrager of nabestaande toestemming verlenen om de opgraving bij te wonen. 10. BEPALINGEN BETREFFENDE DE GRAFCONSTRUCTIES, SIERELEMENTEN EN BEPLANTINGEN Gemeenschappelijke bepalingen Art. 57: De aanvragen tot het verlenen van een concessie impliceren vanwege de aanvragers de verbintenis: a) binnen de 6 maand te rekenen vanaf de dag vanaf het toekennen van de vergunning op de verleende concessie een grafmonument op te richten of het perceel aan te leggen. Voor wat betreft het urnenveld dient binnen de 2 maand na het toekennen van de vergunning op de verleende concessie een urnenzerk te worden gelegd cfr. art. 62. Voor wat betreft de columbariumnis dient binnen de 2 maand na het toekennen van de vergunning op de verleende concessie een naamplaat te worden gelegd cfr. art. 64. b) zich te onderwerpen aan al de reglementen en ordemaatregelen die gelden op de gemeentelijke begraafplaatsen c) de graftekens, zerken of gedenkplaten moeten blijven staan gedurende de ganse duur van de concessie. De titularis van de concessie of de erfgenamen of rechthebbenden staan in voor het onderhoud en dienen ervoor te zorgen dat het in goede staat blijft. Art. 58: Op de gemeentelijke begraafplaatsen in Waasmunster dient men volgende bepalingen in acht te nemen: a) Begonnen werken dienen zonder onderbreking te worden uitgevoerd b) De oprichting van grafmonumenten dient te geschieden volgens de vastgestelde afmetingen c) Alvorens op de begraafplaatsen van de gemeente te worden toegelaten moeten de als graftekens bestemde stenen, langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn, zodat ze onmiddellijk kunnen geplaatst worden. d) De graftekens moeten geplaatst worden op de lijnrichting aan te wijzen door de gemeentelijke overheid e) Er mag geen aarde, materiaal, bouwstukken of andere voorwerpen gelegd worden of terecht komen op andere graven, grafzerken, grafversieringen en dergelijke

13 f) Overblijvende aarde dient verzameld en gebracht te worden op de plaats door de gemeentelijke beambte aangewezen g) Lanen, paden en wegeltjes dienen na de werken onmiddellijk hersteld te worden in hun oorspronkelijke staat h) Met uitzondering van de asweide en de columbariummuur, waar er geen beplantingen mogen aangebracht worden, mogen de beplantingen aan de overige graftekens op de gemeentelijke begraafplaatsen niet hoogstammig zijn en mogen ze slechts een max. hoogte van 0,30 m bedragen. i) Het planten van laagstammige groenblijvende struiken en bloemen is niet toegelaten op de verharde wegen of binnen het aangelegde urnenveld. j) Er mogen geen materialen of voertuigen achtergelaten worden k) Niemand mag een grafteken wegnemen zonder machtiging l) Zij die monumenten of graftekens plaatsen moeten ervoor zorgen dat geen schade wordt toegebracht aan andere monumenten of graftekens, noch aan aanwezige verhardingen. Art. 59: De burgemeester kan ambtshalve en op kosten van de aansprakelijk bevonden personen, de materialen en voertuigen verwijderen of toegebrachte schade herstellen, in geval van de overtredingen van de verbodsbepalingen vervat in bovenstaande opsomming, zulks na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling Specifieke bepalingen betreffende de afmetingen van de percelen en graftekens Percelen bestemd voor begravingen in volle grond: Art. 60: - De percelen voor enkelvoudige grafconcessies hebben een oppervlakte van 3m 2 (1m breed op 3m lang). De percelen voor meervoudige grafconcessies hebben een oppervlakte evenredig met het aantal naast elkaar gelegen enkelvoudige concessies. Tussen de doodskisten of lijkwaden wordt een laag grond van ten minste 30 cm dikte aangebracht. Boven de bovenste kist of lijkwade bevindt zich een laag grond van minstens 65 cm. De zijdelingse afstand tussen de doodskisten of lijkwaden bedraagt minstens 60 cm. Ieder graf voor gecremeerde lichamen zal een diepte hebben van minstens 65 cm. - De niet geconcedeerde percelen voor de begravingen in volle grond hebben een oppervlakte van 3m 2 (1m breed op 3m lang). Er mag slechts 1 stoffelijk overschot begraven worden per perceel. - De kinderbegraafplaatsen hebben een oppervlakte van 1m² (60 cm breed op 1,65m lang). - De graven op de ereparken hebben een oppervlakte van 3 m 2 - De graftekens en zerken moeten aan de volgende maximumafmetingen en ander voorwaarden voldoen Gewone begraving 2 meter lang concessie en niet concessie 1 meter breed Kinderbegraafplaats 1,50 meter lang 0,60 meter breed De opstaande delen mogen niet hoger zijn dan 1,50 meter. De rechtopstaande graftekens moeten behoorlijk stevig worden opgesteld, teneinde omvallen of overhellen te vermijden. Alvorens tot de oprichting of plaatsing der graftekens over te gaan, dient de belanghebbende een aanvraag hiertoe in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. Hij mag slechts overgaan tot de uitvoering van de werken, van zodra hij over een vergunning hiertoe beschikt vanwege dit College, zowel wat betreft de graftekens zelf als wat betreft de tekst die hij beoogt erop aan te brengen en hij moet zich stipt gedragen naar de voorwaarden vermeld in deze vergunning.

14 Urnenkelders Art. 61: De percelen voor de urnenkelders hebben een oppervlakte van 0,5m². Een urnenkelder is 40cm breed en lang en heeft een diepte van 43cm. In een niet concessie mag 1 urne begraven worden. Art. 62: De urnenkelder zal uiterlijk de dag dat de urne wordt bijgezet, afgesloten worden met een afdekplaat, dewelke door de gemeente ter beschikkinggesteld en geplaatst wordt. Wat betreft de concessies voor de urnenkelders mogen alleen uniforme urnenzerken geplaatst worden die geleverd worden door het gemeentebestuur. Na betaling kunnen de urnenzerken worden afgehaald in het gemeentelijk magazijn, voor inscriptie of belettering. Teksten op deze platen moeten onderworpen worden aan een voorafgaandelijke goedkeuring door het College van Burgermeester en Schepenen. De inscriptie of belettering dient te gebeuren in wit, grijs of goud en dit op eigen kosten. Indien bovenopliggende letters/symbolen gebruikt worden, is de maximum dikte max. 15 mm. Op de urnenzerk mag een foto gekleefd worden. Het is verboden foto s rechtopstaand aan te brengen. Er mogen geen andere vaste opstaande delen of ornamenten aangebracht worden. De urnenzerk wordt geplaatst door de concessiehouder Columbariumnissen Art. 63: De beschikbare ruimte voor het opbergen van asurnen in een columbariumnis is 40cm breed en lang en 43 cm diep. In een niet concessie mag 1 urne begraven worden. Art. 64: De columbariumnis zal uiterlijk de dag dat de urne wordt bijgezet, afgesloten worden met een plaat, dewelke door de gemeente ter beschikkinggesteld en geplaatst. Wat betreft de concessies dient de afdekplaat aangekocht te worden bij het gemeentebestuur, die deze ter beschikking stelt aan de nabestaanden. Binnen de zes maanden na de bijzetting moet de naam van de betrokkene(n) op deze plaat aangebracht te worden. Teksten op deze platen moeten onderworpen worden aan een voorafgaandelijke goedkeuring door het College van Burgermeester en Schepenen. De inscriptie of belettering dient te gebeuren in wit, grijs of goud en dit op eigen kosten. Indien bovenopliggende letters/symbolen gebruikt worden, is de maximum dikte max. 15 mm. Op de afdekplaat mag een foto gekleefd worden. Er mogen geen andere vaste opstaande delen of ornamenten aangebracht worden. De naamplaat wordt geplaatst door de concessiehouder Asweide Art. 65: De uitstrooiing van as van gecremeerde lichamen geschiedt op het daarvoor bestemd perceel van de begraafplaats, door middel van een strooitoestel dat enkel door de gemeentelijk aangestelde of de begrafenisondernemer mag worden bediend. Het perceel wordt bezaaid met gras of ander groen en kan ook met bomen of andere beplantingen worden beplant. Art. 66: Op vraag van de belanghebbende kan een herdenkingsplaatje op de herdenkingszuil aan de strooiweide worden geplaatst. Het naamplaatje wordt door de gemeente geleverd, gegraveerd en geplaatst, na betaling van de kosten door de belanghebbende. De tekst

15 dient voorafgaandelijk door het College van Burgemeester en Schepenen te worden goedgekeurd. 11. ONDERHOUD Art. 67: Het onderhoud van de graven op de gemeentelijke begraafplaatsen berust bij de belanghebbende. Alle verwelkte bloemen en planten moeten onmiddellijk verwijderd worden, zoniet gebeurt dit van ambtswege. Verwelkte bloemen en planten, rond de periode van 1 en 2 november geplaatst, worden ambtshalve verwijderd vanaf de eerste werkdag van de maand december. Onderhoudsverzuim staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door planten overwoekerd, beschadigd, vervallen, ingestort of bouwvallig is. Art. 68: Dit onderhoudsverzuim wordt vastgesteld, zowel voor geconcedeerde als niet geconcedeerde graven, zoals bepaald in artikel 45 en VERANTWOORDELIJKHEID Art. 69: De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen en is niet aansprakelijk voor de op de begraafplaatsen gepleegde diefstallen. Art. 70: Het gemeentebestuur kan niet verantwoordelijk zijn voor beschadigingen ontstaan aan grafmonumenten, veroorzaakt door onvoorziene gebeurtenissen. 13. SLOTBEPALINGEN Art. 71: Het gemeenteraadsbesluit dd. 18/09/2008 wordt opgeheven met ingang van 01/04/2014 en onderhavig reglement wordt ingevoerd vanaf 01/04/2014. Art. 72: Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het Gemeentedecreet.