Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp. Geachte heer Ploeger en mevrouw Brouwers,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp. Geachte heer Ploeger en mevrouw Brouwers,"

Transcriptie

1 Bezoekadres Osdorpplein 1000 x 1068 TG Amsterdam Postbus BL Amsterdam Telefoon Fax x x b d Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp 1 Retouradres: SDO. Postbus BL Amsterdam AANGETEKEND1 PER PRORIN MAIL De heer F. Ploeger en mevrouw Y. Brouwers 176 Hatherly Gardens East Ham London E6 3HB Datum 20 december 2005 Ons kenmerk 7199 sdo 05 Behandeld door - mr P.D. Bes Doorkiesnummer beslissing op bezwaar Geachte heer Ploeger en mevrouw Brouwers, In onze vergadering van 20 december 2005 hebben wij het door u ingediende bezwaarschrift gericht tegen het besluit van 26 april 2005 van de rector van het Calandlyceum om S. Ploeger niet aan te nemen op het Calandlyceum te Amsterdam, conform het advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften van 14 december 2005, gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk onaearond verklaard. Voor de motivering verwijzen wij u naar ons besluit, het verslag van de hoorzitting en het advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften, welk advies door ons is overgenomen. Dit advies, het verslag en ons besluit op uw bezwaarschrift zijn bijgevoegd. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Osdorp, A %lj drs. J.W.F. an e Pol Wnd. stad eelsecretaris R stadsdeelvoorzitter Het stadsdeelkantoor is bereikbaar met: tramlijnen 1 en 17, buslijnen en 192 en met de trein (uitstappen station Lelylaan). Rond het stadsdeelkantoor geldt betaald parkeren.

2 Bezoekadres Gemeente Amsterdam Osdorpplein 1000 x X 1068 TG Amsterdam Stadsdeel Osdorp Postbus BL Amsterdam Telefoon Fax % p+ Besluit van het Dagelijks Bestuur Datum Doc.naam Directory Reg.nr. Agendapunt Betreft 20 december 2005 DBbesluit bob afwijzing leerling Calandlyceum Juridata\bezwaarschriften sdo 05 Besluit op het bezwaarschrift van F. Ploeger en Y. Brouwers van 1 mei 2005, tegen het besluit van 26 april 2005 van de rector van het Calandlyceum om S. Ploeger niet aan te nemen op het Calandlyceum te Amsterdam. Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Osdorp, Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften, Gelet op het advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften van 13 december 2005, Overwegende dat hij dit advies overneemt, alsmede de daarin vervatte motivering en deze ten grondslag legt aan het besluit, besluit 1. Het bezwaar van F. Ploeger en Y. Brouwers tegen het besluit van 26 april 2005, voor zover gericht tegen het onderdeel van de motivering van het besluit dat betrekking heeft op de ten onrechte gehanteerde aanvullende toelatingscriteria (zijnde o.a. basisschooladvies en cito toets score) gegrond, en voor het overige onciegrond te verklaren; 2. Het bestreden besluit in stand te houden met aanpassing van de motivering daarvan ex artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht onder verwijzing naar het advies van de commissie; 3. Er voor zorg te dragen dat het Calandlyceum voldoet aan de in de Regeling LGF neergelegde verplichting tot het opstellen van een zorgbeleid ten aanzien van LGF-geïndiceerde leerlingen. Het stadsdeelkantoor is bereikbaar met: tramlijnen l en 17, buslijnen 19, 23 en 192 en met de trein (uitstappen station Lelylaan). Rond het stadsdeelkantoor geldt betaald parkeren.

3 Pagina 2 van 2 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Osdorp, Wnd. staddeelsecretaris S.P. Willing Voorzitter Rechtsbescherming Belanghebbenden kunnen beroep instellen bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, postbus 75850, 1070 AW, Amsterdam binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden. Indien dit, gelet op de betrokken belangen, spoedheidshalve is vereist, kan tevens op grond van artikel 8:8 van de Algemene wet bestuursrecht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Afschrift van dit besluit aan: - A.C.A.M.

4 Commissie Bezwaar- en Beroepschriften Osdorp postbus BL Amsterdam Gemeente Amsterdam % Stadsdeel Osdorp j( Commissie bezwaar- en beroepschriften ADVIES Aan Van Bijlage Datum Onderwerp Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Osdorp De Commissie bezwaar- en beroepschriften Verslag van de hoorzitting d.d december 2005 Advies op het bezwaarschrift van F. Ploeger en Y. Brouwers van 1 mei 2005, tegen het besluit van 26 april 2005 van de rector van het Calandlyceum om S. Ploeger niet aan te nemen op het Calandlyceum te Amsterdam. Geacht bestuur, De heer F. Ploeger en mevrouw Y. Brouwers (hierna: appellanten) hebben op 1 mei 2005 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 26 april 2005 van de rector van het Calandlyceum om S. Ploeger niet aan te nemen op het Calandlyceum te Amsterdam. Een hoorzitting heeft op 8 december 2005 plaatsgevonden. Het verslag hiervan treft u bijgaand aan. Ten aanzien van het ingediende bezwaar adviseert de commissie u als volgt. Ontvankelijkheid Het bezwaarschrift van appellanten is tijdig ingediend. Het bezwaarschrift voldoet ook voor het overige aan de gestelde wettelijke eisen en is daarmee ontvankelijk. Voorgeschiedenis Op 1 maart 2005 hebben appellanten Sterre Ploeger (hierna: Sterre) aangemeld bij het Calandlyceum te Amsterdam voor het schooljaar Bij besluit van 26 april 2005 heeft de rector van het Calandlyceum Sterre niet aangenomen op het Calandlyceum. Appellanten zijn bij schrijven van 1 mei 2005 in bezwaar gegaan tegen voornoemd besluit. Hierop is door de Advies Commissie Toelating en Begeleiding (hierna: ACTB) op 8 juli 2005 advies uitgebracht aan het bevoegd gezag van het Calandlyceum omtrent dit besluit. Bij besluit van 8 september 2005 heeft de rector van het Calandlyceum onder verwijzing naar het advies van de ACTB het bezwaar ongegrond verklaard. Op 30 september 2005 hebben appellanten een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam. Appellanten hebben op 7 oktober 2005 beroep aangetekend tegen de beslissing op bezwaar bij de Rechtbank Amsterdam.

5 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 8 Stadsdeel Osdorp De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft bij uitspraak van 11 november onmiddellijk uitspraak in hoofdzaak doende - het beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd en bepaalt dat binnen zes weken na deze uitspraak een nieuw besluit op het bezwaarschrift van appellanten dient te worden genomen. Op 8 december 2005 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Tijdens de hoorzitting zijn de bezwaren mondeling toegelicht. Het verslag van de hoorzitting gaat hierbij. Inhoud van de bezwaren Het bezwaar is -kort samengevat- gestoeld op de volgende gronden: 1. Op grond van artikel 3 lid 2 van het Inrichtingsbesluit Wet op het Voortgezet Onderwijs (hierna: Inrichtingsbesluit WVO) dient het bevoegd gezag bij de beslissing over de toelating het onderwijskundig rapport te betrekken. Naar de mening van appellanten blijkt uit het bestreden besluit niet dat dit is gebeurd; 2. De op grond van de Regeling leerlinggebonden financiering (hierna: Regeling LGF) verplichte afzonderlijke afweging van het individueel belang van Sterre tegen het algemeen belang van de school is niet in het besluit vermeld. Het besluit is derhalve naar de mening van appellanten op een onzorgvuldige wijze tot stand gekomen; 3. Op grond van het Inrichtingsbesluit WVO mogen geen aanvullende toelatingsvoorwaarden worden genoemd voor scholen met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met een school voor v.b.o. Volgens appellanten is het Calandlyceum aan te merken als een dergelijke school, waardoor deze aanvullende voorwaarden niet kunnen worden gesteld. Uit het bestreden besluit blijkt echter dat o.a. een basisschooladvies en een cito toets score van 534 en hoger als (aanvullende) toelatingsvoorwaarden worden gehanteerd; 4. Naar de mening van appellanten heeft het bevoegd gezag onvoldoende aangetoond dat het geen kwalitatief goed onderwijs voor Sterre kan verzorgen. De bewijslast hiervoor ligt echter bij het bevoegd gezag, bij gebreke waarvan volgens appellanten een plicht tot het aannemen van leerlingen bestaat. Juridisch kader Op grond van artikel 27 lid 1 WVO kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor elk soort van scholen voorwaarden voor de toelating worden gesteld. Met voornoemde maatregel van bestuur wordt het Inrichtingsbesluit WVO bedoeld. Conform artikel 3 lid 1 aanhef sub b van het Inrichtingsbesluit WVO kan tot het eerste leerjaar van een school als leerling worden toegelaten, degene die afkomstig is van een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en aan het einde van het schooljaar de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt.

6 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 8 Stadsdeel Osdorp Op grond van artikel 4 lid 1 van het Inrichtingsbesluit WVO wordt onverminderd het bepaalde in artikel 3, de beslissing over de toelating van een kandidaat-leerling tot het eerste leerjaar van een school voor V.W.O., voor h.a.v.0. of voor m.a.v.o., mede gebaseerd op een onderzoek naar de geschiktheid voor het volgen van het onderwijs aan de school waarvoor de toelating wordt gevraagd. Krachtens artikel 4 lid 5 van het Inrichtingsbesluit WVO is artikel 4 lid 1 niet van toepassing op een in het eerste lid genoemde school die een gemeenschappelijk eerste leerjaar heeft met een school voor v.b.o. Artikel XII lid 3 van de Regeling LGF bepaalt dat de ACTB in alle gevallen adviseert, waarin de ouders bezwaar aantekenen tegen een besluit van het bevoegd gezag van de school over toelating of besteding van het leerlinggebonden budget. Artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, ondanks schending van een vormvoorschrift, door het bestuursorgaan dat op het bezwaar of beroep beslist, in stand kan worden gelaten indien blijkt dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. Overwegingen De commissie ziet zich voor de taakt gesteld te beoordelen of het bevoegd gezag terecht heeft kunnen besluiten Sterre niet aan te nemen op het Calandlyceum. Omtrent de formele aspecten van de besluitvorming overweegt de commissie dat het besluit tot het al dan niet toelaten van leerlingen wordt genomen door het 'bevoegd gezag' over de school. In casu wordt onder bevoegd gezag verstaan: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Osdorp. Op grond van artikel 13 lid 2 van het Directiestatuut is de beslissing tot weigering van de toelating echter gemandateerd aan de directie -in casu de rectorvan de school. Het bestreden primaire besluit van 26 april 2005 is derhalve bevoegd genomen door de rector van het Calandlyceum. Een dergelijk mandaat bestaat niet voor de beslissing op het bezwaarschrift tegen dit primaire besluit. De beslissing op bezwaar dient derhalve te worden genomen door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Osdorp, waaraan de commissie in deze adviseert. Verder merkt de commissie op dat artikel XII lid 3 van de Regeling LGF bepaalt dat de ACTB in alle gevallen adviseert, waarin de ouders bezwaar aantekenen tegen een besluit van het bevoegd gezag van de school over toelating of besteding van het leerlinggebonden budget. De ACTB heeft op 8 juli 2005 een advies uitgebracht. Aan het onderhavige formele vereiste is derhalve voldaan. Het advies van de ACTB wordt betrokken bij de besluitvorming op het bezwaar.

7 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 4 van 8 Stadsdeel Osdorp Kort samengevat luidt voornoemd advies als volgt. In artikel 3 van het Inrichtingsbesluit WVO zijn de voorwaarden neergelegd voor toelating tot het eerste leerjaar van een school. Aan deze voorwaarden is met betrekking tot de toelating van Sterre voldaan. Sterre is afkomstig van een school voor basisonderwijs en heeft aan het einde van het schooljaar de leeftijd van 14 jaar bereikt. Artikel 4 van het Inrichtingsbesluit WVO stelt als aanvullende toelatingsvoorwaarde onder meer, dat de beslissing omtrent toelating mede wordt gebaseerd op een onderzoek naar de geschiktheid van de leerling voor het volgen van de typen onderwijs die door de school worden gegeven. Deze aanvullende voorwaarde geldt echter alleen voor het eerste leerjaar V.W.O., h.a.v.0. en m.a.v.0. en niet voor scholen met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met een school voor v.b.o.. Op het Calandlyceum wordt vanaf het derde leerjaar tevens v.m.b.o.-b/k (voorheen v.b.o.) gegeven, waardoor de ACTB van oordeel is dat uit dient te worden gegaan van voornoemd gemeenschappelijk eerste leerjaar. Dit brengt met zich mee dat in beginsel uitsluitend uit dient te worden gegaan van de toelatingsvoorwaarden zoals neergelegd in artikel 3 van het Inrichtingsbesluit WVO. De ACTB merkt vervolgens op dat het gegeven dat aan de in artikel 3 van het Inrichtingsbesluit WVO neergelegde toelatingsvoorwaarden is voldaan, geen recht tot toelating tot de school met zich meebrengt. Dit is tevens door de Rechtbank Amsterdam in zijn uitspraak van l l november 2005 opgemerkt. Aan de beslissing tot toelating dient een belangenafweging ten grondslag worden gelegd. Factoren als de aarde en zwaarte van de handicap van Sterre en de feitelijke (0n)mogelijkheden van de school om Sterre op te nemen spelen hierbij een rol. In de Regeling LGF zijn verder een aantal waarborgen ingebouwd omtrent het vast te leggen (zorg)beleid en de bewijslast van de reguliere scholen inzake de onmogelijkheden om kwalitatief goed onderwijs te bieden. De ACTB stelt dat zij aan de toets van de bovengenoemde bewijsverplichting van de school in dit specifieke geval niet toekomt. Dit wordt gebaseerd op een drietal rapporten, welke een helder beeld geven van de aard van de handicap van Sterre, de voorzieningen die voor Sterre dienen te worden getroffen en de geschiktheid van Sterre voor het volgen van bepaalde typen onderwijs. Uit de rapporten blijkt dat Sterre niet in staat is op het niveau van (een van) de schooltypen die het Calandlyceum aanbiedt, een diploma te halen. De ACTB erkent dat dit gegeven -zoals hierboven uiteengezet- naar de letter van het Inrichtingsbesluit WVO niet kan leiden tot weigering van toelating, maar betwijfelt of het Inrichtingsbesluit WVO in redelijkheid ziet op de situatie van toelating van kinderen ten aanzien van wie elke voorwaarde ontbreekt tot het verwezenlijken van de wettelijk gesteld onderwijsdoeleinden door de school. Deze wettelijk gestelde onderwijsdoeleinden betreffen krachtens de WVO het bieden van gelegenheid tot het afleggen van een eindexamen. De LGF-middelen zijn naar het oordeel van de ACTB bedoeld om onderwijsbelemmeringen op te heffen door de inzet van LGF-gelden, niet om een leerling met een handicap toe te laten tot een voor die leerling onhaalbare vorm van onderwijs. Reden waarom de ACTB van oordeel is dat het bevoegd gezag, in het specifieke geval van Sterre, in alle redelijkheid tot afwijzing van de aanvraag tot toelating van Sterre kon komen.

8 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 5 van 8 Stadsdeel Osdorp Verder merkt de ACTB op dat het bevoegd gezag zich inzake de beslissing tot toelating van leerlingen op het Calandlyceum niet kan beroepen op de toelatingscriteria uit de kernprocedure (zijnde o.a. basisschooladvies en cito toets score), omdat het op grond van artikel 4 van het Inrichtingsbesluit geen aanvullende toelatingscriteria mag stellen. Tevens merkt de ACTB in haar advies op dat het Calandlyceum niet heeft voldaan aan de in de Regeling LGF neergelegde verplichting tot het opstellen van een zorgbeleid ten aanzien van LGF-geïndiceerde leerlingen. Ten aanzien van het advies van de ACTB overweegt de commissie het volgende. De ACTB valt naar het oordeel van de commissie aan te merken als onafhankelijk en deskundig adviesorgaan, waarvan de inschakeling in de bezwaarfase wettelijk is geregeld. Het bevoegd gezag kan niet licht afwijken van het advies van dit adviesorgaan. Na bestudering van het advies, is de commissie van oordeel dat aan de inhoud of wijze van totstandkoming ervan geen gebreken kleven. Reden waarom het bevoegd gezag volgens de commissie dit advies terecht ten grondslag kan leggen aan zijn beslissing op het bezwaar van appellanten. Hierbij neemt de commissie tevens in overweging dat appellanten -ondanks een voorgeschiedenis waarin diverse onderzoeken zijn uitgevoerdgeen deskundig tegenadvies hebben kunnen overleggen, waaruit blijkt dat Sterre wel zou moeten worden toegelaten op het Calandlyceum. Aangaande het onderdeel van het advies, dat ziet op de vraag of het Calandlyceum kan worden aangemerkt als een school met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met een school voor v.b.o., merkt de commissie nog het volgende op. Ter zitting heeft (de vertegenwoordiger van) het Dagelijks Bestuur verklaard dat -in afwijking van het advies van de ACTB- naar zijn oordeel van een school met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met v.b.o. in casu geen sprake is. Deze stelling is als volgt onderbouwd. Leerlingen aan het Calandlyceum worden in beginsel toegelaten met het oogmerk een diploma te behalen op v.m.b.o.-t (voormalig m.a.v.o.), h.a.v.0. of v.w.o.-niveau. De eerste twee leerjaren ligt dan ook op minimaal v.m.b.0.-t niveau. Pas vanaf het derde leerjaar bestaat voor een zeer kleine groep leerlingen een mogelijkheid de v.m.b.0.-k (voormalig v.b.o.) opleiding administratie te volgen. De commissie merkt hierover het volgende op. In het advies van de ACTB is de conclusie getrokken, dat doordat op het Calandlyceum vanaf het derde leerjaar tevens v.m.b.0.-b/k (voorheen v.b.o.) wordt gegeven, uit dient te worden gegaan van een school met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met v.b.o.. Hierbij heeft de ACTB opgemerkt dat bij een andersluidende conclusie, voor toelating tot de lagere niveaus ten onrechte de geschiktheid voor onderwijs op v.m.b.0.-t niveau of hoger als criterium zou gelden. Deze gedachte is in strijd met de bedoeling van de wetgever om slechts voor v.m.b.0.-t niveaus en hoger een niveautoets verplicht te stellen.

9 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 6 van 8 Stadsdeel Osdorp De commissie onderschrijft deze conclusie van de ACTB. Hierbij heeft de commissie mede in overweging genomen dat ter zitting ook door het schoolbestuur is verklaard, dat op het Calandlyceum diploma's op v.m.b.0.-blk niveau worden uitgereikt en vanaf het derde leerjaar een v.m.b.0.-k leergang wordt geboden. Er wordt derhalve zonder meer onderwijs op het niveau van het voormalig v.b.o. geboden, waardoor ook naar het oordeel van de commissie voor de toelating tot het Calandlyceum dient te worden uitgegaan van de wettelijke toelatingscriteria voor een school met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met een school voor v.b.o.. Dit leidt de commissie tot het volgende. De ACTB heeft in haar advies bepaald dat het bevoegd gezag, in het specifieke geval van Sterre, in alle redelijkheid tot afwijzing van de aanvraag tot toelating van Sterre kon komen. De ACTB heeft echter tevens bepaald dat de door het Calandlyceum gehanteerde aanvullende toelatingscriteria uit de kernprocedure (zijnde o.a. basisschooladvies en cito toets score), in strijd zijn met het bepaalde in het Inrichtingsbesluit WVO aangezien een school met een gemeenschappelijk eerste leerjaar met een school voor v.b.o. op grond van artikel 4 lid 5 van het Inrichtingsbesluit geen aanvullende toelatingscriteria mag stellen. De commissie onderschrijft -zoals hierboven reeds vermeld- deze conclusie. Dit brengt met zich mee dat het onderdeel van de motivering van het bestreden besluit dat betrekking heeft op deze criteria, naar het oordeel van de commissie niet aan het bestreden besluit ten grondslag kon worden gelegd. De rechtmatigheid van het besluit wordt hierdoor echter niet aangetast. Zoals in het bovenstaande vermeld onderschrijft de commissie het standpunt van de ACTB dat na afweging van alle belangen, Sterre in alle redelijkheid de toelating tot het Calandlyceum geweigerd kan worden. Op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht kan het besluit derhalve in stand worden gelaten met aanpassing van de motivering daarvan. Verder heeft de ACTB in haar advies opgemerkt dat het Calandlyceum niet heeft voldaan aan de in de Regeling LGF neergelegde verplichting tot het opstellen van een zorgbeleid ten aanzien van LGF-geïndiceerde leerlingen. Ter zitting heeft het schoolbestuur zich bereid verklaard aan deze verplichting te voldoen en reeds in de schoolgids een eerste aanzet hiertoe te hebben opgenomen. De commissie adviseert het bevoegd gezag ervoor zorg te dragen dat dit beleid conform de wens van de wetgever wordt opgesteld. Ten aanzien van de grond van bezwaar dat uit het bestreden besluit niet blijkt dat het onderwijskundig rapport is betrokken bij de besluitvorming, merkt de commissie het volgende op. In de eerste alinea van het bestreden besluit staat vermeld dat het besluit om Sterre niet toe te laten, mede is gebaseerd op informatie van appellanten, de CD-rom, de basisschool, de site over Sterre en het onderwijskundig rapport. Naar het oordeel van de commissie is derhalve het onderwijskundig rapport wel degelijk betrokken bij de besluitvorming en blijkt dit ook uit het bestreden besluit.

10 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 7 van 8 Stadsdeel Osdorp Met betrekking tot de stelling van appellanten dat de op grond van de Regeling LGF verplichte afzonderlijke afweging van het individueel belang van Sterre tegen het algemeen belang van de school niet in het besluit is vermeld, overweegt de commissie als volgt. De commissie stelt vast dat onder het kopje "Fase 4 Inventarisatie" de nadelen en beperkingen van en voor het Calandlyceum voor het geven van kwalitatief goed onderwijs aan Sterre zijn uiteengezet, waarbij specifiek is ingegaan op zowel de beperkingen van de school als de beperkingen van Sterre. Hierbij is onder andere ingegaan op het niveau van Sterre, het niet kunnen garanderen van geborgenheid en veiligheid door de school, de onrust die het geven van klassikaal onderwijs en het veelvuldig wisselen van lokalen met zich meebrengt en de onmogelijkheden de leerstof aanbod op haar niveau aan te passen. Naar het oordeel van de commissie blijkt derhalve uit het bestreden besluit dat de belangen van zowel school als kind zijn afgewogen. Mede gebaseerd op het advies van de ACTB is de commissie van mening dat het bevoegd gezag terecht heeft besloten Sterre niet aan te nemen. Ten aanzien van het bezwaar dat het Calandlyceum kennelijk onrechtmatige aanvullende toetsingscriteria hanteert, overweegt de commissie dat zij appellanten volgt in deze stelling. Zoals hierboven is uiteengezet kon het onderdeel van de motivering van het bestreden besluit dat betrekking heeft op deze criteria, naar het oordeel van de commissie niet aan het bestreden besluit ten grondslag worden gelegd. Met betrekking tot de grond van bezwaar dat het bevoegd gezag onvoldoende heeft aangetoond dat het geen kwalitatief goed onderwijs voor Sterre kan verzorgen, waardoor volgens appellanten een plicht tot het aannemen van leerlingen bestaat, overweegt de commissie als volgt. Ouders van een gehandicapt kind hebben met de invoering van de Regeling LGF een keuzemogelijkheid gekregen tussen regulier onderwijs of speciaal onderwijs. Zoals echter eveneens door de Rechtbank Amsterdam in de uitspraak van l l november 2005 is overwogen, is in de Memorie van Toelichting (TK ,27728, nr. 3, p. 9) bepaald dat er geen sprake is van een toelatingsrecht tot de reguliere school. De keuzevrijheid van ouders kan worden beperkt door de aard en zwaarte van de handicap en de feitelijke (0n)mogelijkheden van de reguliere school om de leerling op te nemen. In dat kader dient een belangenafweging tussen de belangen van het kind en de belangen van de school te worden gemaakt. Zoals hierboven reeds is uiteengezet, is de commissie van mening dat op basis van deze belangenafweging het bevoegd gezag terecht heeft besloten Sterre niet aan te nemen.

11 13 december 2005 Gemeente Amsterdam Pagina 8 van 8 Stadsdeel Osdorp Kern van de zaak is naar het oordeel van de commissie dat de school niet verplicht kan worden kinderen toe te laten, ten aanzien van wie elke voorwaarde ontbreekt tot het verwezenlijken van de wettelijk gesteld onderwijsdoeleinden door de school. De ACTB heeft ook uitdrukkelijk gesteld -en de commissie onderschrijft deze stelling- dat uit de WVO volgt dat alle niveaus van voortgezet onderwijs, met uitzondering van praktijkonderwijs, zijn gericht op het behalen van een diploma. Op basis van artikel 29 WVO dienen alle scholen voor voortgezet onderwijs, met uitzondering van praktijkonderwijs, hun leerlingen de gelegenheid tot het afleggen van een eindexamen te bieden. Uit de artikelen 7 tot en met 10a van de WVO blijkt dat het voortgezet onderwijs is ingericht op de voorbereiding voor aansluitend beroeps- en wetenschappelijk onderwijs. Voor het volgen van dit aansluitend onderwijs is een diploma (of ten minste een minimum aantal deelcertificaten) verplicht. Advies. Gelet op het voorgaande adviseert de commissie u: l. Het bezwaar van F. Ploeger en Y. Brouwers tegen het besluit van 26 april 2005, voor zover gericht tegen het onderdeel van de motivering van het besluit dat betrekking heeft op de ten onrechte gehanteerde aanvullende toelatingscriteria (zijnde o.a. basisschooladvies en cito toets score) genrond, en voor het overige ongegrond te verklaren; 2. Het bestreden besluit in stand te houden met aanpassing van de motivering daarvan ex artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht onder verwijzing naar het advies van de commissie; 3. Er voor zorg te dragen dat het Calandlyceum voldoet aan de in de Regeling LGF neergelegde verplichting tot het opstellen van een zorgbeleid ten aanzien van LG F-gei'ndiceerde leerlingen. De commissie verzoekt u om appellanten met uw besluit op de bezwaarschriften een afschrift van dit advies en het verslag van de hoorzitting toe te zenden. Kamer I van de commissie bezwaar- en beroepschriften Osdorp, De voorzitter, 9 i dhr. mr C G.P. Goudriaan dhr. mr. P.D. Bes

12 Commissie Bezwaar- en Beroepschriften Osdorp Postbus BL Amsterdam X Gemeente Amsterdam Stacisdeel Osdorp $( Commissie bezwaar- en beroepschriften Verslag hoorzitting Commissie Appellant(en) Verwerend orgaan Tevens aanwezig Dhr. mr. C.G.P. Goudriaan (voorzitter), dhr. mr. P.D. Bes (plv. secretaris) en mw. mr. C.E.M. Nagelkerke (lid, tevens notulist) Dhr. F. Ploeger Het Dagelijks Bestuur, vertegenwoordigd door mw. mr. A. Franke en dhr. P. Lagendaal Mw. L. van Gils en dhr. P.H. Hellendoorn van het Calandlyceum Datum hoorzitting 8 december 2005 Onderwerp Het bezwaarschrift van de heer F. Ploeger, gericht tegen het besluit van de rector van het Calandlyceum d.d. 26 april 2005 om Sterre Ploeger niet als leerlinge aan te nemen op het Calandlyceum. De voorzitter opent de vergadering en legt de rol van de adviescommissie uit. Deze beoordeelt of het besluit op goede wijze tot stand is gekomen. De commissie brengt advies uit aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur neemt vervolgens een beslissing op het bezwaarschrift. De voorzitter vraagt of appellant het bezwaar nog nader wil toelichten. De heer Ploeger ligt zijn bezwaargronden toe, en overhandigt zijn pleitaantekeningen, die aan dit verslag zijn gehecht en hiervan integraal deel uitmaken. Mevrouw Franke overhandigt een pleitnotitie; deze is aan dit verslag gehecht en maakt hiervan integraal deel uit. Zij wil benadrukken dat het niet gaat over het willen buitensluiten van gehandicapte kinderen; er is begrip voor de emancipatiestrijd van de ouders. Het Dagelijks Bestuur stelt zich op het standpunt dat toelating van Sterre als leerling op het Calandlyceum niet de meest geschikte weg is. Dat heeft niets te maken met het wel of niet respecteren van Sterre als mens of dat zij wel of niet in de samenleving thuis hoort. De heer Ploeger snapt niet precies hoe de procedure loopt, hij gaat ervan uit dat er een beslissing op bezwaar genomen moet worden. Hij begrijpt niet waarom het besluit verdedigd wordt, terwijl de rechter heeft uitgesproken dat dat besluit niet deugt. De voorzitter legt uit dat de vertegenwoordiger van het Dagelijks Bestuur moet toelichten waarom het primaire besluit genomen is zoal het genomen is en wat het Dagelijks Bestuur vindt van de bezwaren zoals die zijn ingediend. Het Dagelijks Bestuur moet uiteindelijk een besluit nemen op het bezwaarschrift en laat zich daarbij adviseren door de bezwaarcommissie. De bezwaarcommissie hoort dan de betrokken partijen en verwerkt dit in het advies aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur heeft het besluit van de school overgenomen en verdedigt dit als een eigen besluit.

13 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 2 van 7 Mevrouw Franke legt uit dat het Dagelijks Bestuur als bevoegd gezag de bevoegdheid voor primaire besluitvorming heeft gemandateerd aan de directie van het Calandlyceum, maar als er een bezwaarschrift wordt ingediend, mag het Calandlyceum niet op het bezwaarschrift beslissen, dat mag alleen het Dagelijks Bestuur. Zij vervolgt haar betoog zoals opgenomen in de pleitnotitie. Mevrouw Franke benadrukt dat het de wettelijke verplichting is van de school om ervoor te zorgen dat leerlingen de school met diploma verlaten. Gezien de behoorlijke verstandelijke handicap van Sterre is zij niet in staat het diploma te behalen. Als Sterre geplaatst wordt tussen andere leerlingen, dan moeten de lessen en de structuur daarvan worden aangepast. De school heeft niet alleen een verplichting naar Sterre toe, maar ook naar de andere leerlingen van die klas; ook zij moeten voldoende aandacht krijgen om het diploma te kunnen behalen. Zij verwijst hierbij naar een uitspraak van de Raad van State, die dit bevestigt. Op het moment dat plaatsing van een leerling ten koste gaat van andere leerlingen, is een school gerechtigd deze leerling te weigeren. En in deze uitspraak ging het over leerlingen die cognitief het niveau van de school wel aankonden en op zich in staat waren het diploma te behalen, dit in tegenstelling tot Sterre. De voorzitter merkt op dat als het gaat om een voorbereidend jaar dat ook geldt voor VMBO, de bepaling niet geldt dat er een beoordeling mag plaatsvinden. Het Calandlyceum heeft voor het eerste en tweede jaar minimaal VMBO-niveau, en in het derde jaar een beperkte groep. Er is dus sprake van VMBO. Waarom zou dat niet onder het betreffende artikel van het Inrichtingsbesluit vallen? Mevrouw Van Gils antwoordt dat wat vroeger MAVO was, nu VMBO-t (theoretische leerweg) heet. De eerste twee leerjaren, waar de CITO toets op gericht is, moet minimaal VMBO-t zijn. In het derde leerjaar is er voor een zeer beperkte groep leerlingen VMBO-k, dit is de beroepsgerichte opleiding voor alleen administratie en maakt het VMBO breder. Dit is ingesteld om enerzijds leerlingen die de beroepsgerichte kant op willen de gelegenheid te geven op het Calandlyceum te blijven, en anderzijds voor leerlingen die na 2 jaar VMBO-t het theoretische niveau toch niet blijken aan te kunnen en wel op het Calandlyceum willen blijven en administratie willen doen. Er is een soort vangnet gecreëerd zodat jonge leerlingen niet naar een andere school hoeven te gaan. De heer Hellendoorn vult aan dat de administratie de meest zware opleiding is binnen de VMBO-k opleiding. Om deze opleiding te kunnen volgen, moeten leerlingen dicht tegen het VMBO-t niveau zitten. Mevrouw Franke merkt op dat artikel 4 lid 1 Inrichtingsbesluit nog de oude wetgeving is, deze is nog niet aangepast aan de ombouw van MAVO naar VMBO-t. Maar als je niet naar het inrichtingsbesluit kijkt, maar naar artikel 10 van de Wet Voortgezet Onderwijs, dan is daar de splitsing tussen de ombouw van de MAVO naar VMBO-t en van voorbereidend beroepsonderwijs naar VMBO-k duidelijk aangegeven. Het een mix van oude en nieuwe wetgeving die verwarring kan scheppen. Het Calandlyceum is een oude MAVO-school.

14 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 3 van 7 De heer Ploeger merkt op dat de rechter dit moet uitmaken, want hij heeft daarover een ander standpunt. De heer Bes vraagt of de school ook diploma's verstrekt op VMBO-k en -b niveau. Mevrouw Van Gils antwoordt dat alleen diploma's voor VMBO-k worden verstrekt. De heer Bes merkt op dat er gesteld wordt dat de school ook VMBO-b aanbiedt. Mevrouw Van Gils antwoordt dat dit niet wordt aangeboden, maar dat het mogelijk is om een leerling, die VMBO-k niet blijkt aan te kunnen, toch met een VMBO-b diploma de school te laten verlaten. De eerste opdracht voor de school is de leerlingen met een diploma de school te laten verlaten. Het komt in de praktijk wel voor, maar het is iets anders dan het officieel aanbieden. VMBO-b wordt niet aangeboden, maar er wordt wel een diploma van verstrekt. De heer Bes merkt op dat de rechter heeft opgemerkt dat de school op die manier feitelijk de bedoeling van de wetgever omzeilt. De wetgever zegt dat de school alleen een niveautoets mag aanbieden voor een oude MAVO, HAVO en WVO. Door het zo in te richten dat in het derde jaar een VMBO-k wordt aangeboden, stelt de school alsnog in het eerste jaar een eis, die eigenlijk alleen aan een VMBO-t zou mogen worden gesteld. Terwijl een school die een VMBO-k of-b aanbiedt, die eis niet zou mogen stellen. Het Calandlyceum biedt dus wel een VMBO-k aan, maar niet een VMBO-b. Mevrouw Van Gils antwoordt dat dit alleen voor de eigen leerlingen is en is bedoeld als vangnet. De heer Ploeger merkt op dat in de parlementaire behandeling staat dat de school geen beroepsopleiding mag aanbieden, tenzij er sprake is van een gemeenschappelijke leergang VMBO. Op het moment dat dit wordt aangeboden, dan moet de school een gemeenschappelijke, eerste leerjaar bieden. De voorzitter merkt op dat zowel door het Calandlyceum en het Dagelijks Bestuur als door ACTB wordt aangegeven dat er toch een toets mag plaatsvinden, dat wordt de belangenafweging genoemd. De redenering is dan dat uit rapporten blijkt dat Sterre niet in staat is om een diploma te halen, terwijl dat de wettelijke taak van de school is. De taak is opleiden voor een diploma, niet om een leerling met een handicap toe te laten tot een - in relatie tot dat diploma - voor de leerling onhaalbaar onderwijs. De heer Ploeger verwijst naar de Memorie van Toelichting van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, want het onderwijs is niet uitsluitend gericht op het halen van een diploma, het onderwijs heeft ook andere taken. Wat is het standpunt van de school en het Dagelijks Bestuur hierin? Mevrouw Franke antwoordt dat de Memorie van Toelichting de taakstelling van het onderwijs omschreven staat, op blz : met uitzondering van het praktijkonderwijs moet het streven zijn om leerlingen met een diploma van school te laten gaan.

15 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 4 van 7 De heer Hellendoorn vult aan dat leerlingen worden opgeleid voor een beroep, zodat de leerlingen daarna een beroepsopleiding kunnen doen. De beroepsopleidingen vragen om een diploma, dus is het de hoofdtaak van de school om leerlingen op te leiden voor een diploma, zodat ze daarna een hogere beroepsopleiding kunnen volgen. Dat staat letterlijk in de wet. De voorzitter merkt op dat de heer Ploeger stelt dat dat niet de enige taak van de school is, maar dat daarnaast ook nog tussenstations zijn. Hij geeft aan dat de school zich op het standpunt stelt dat het onredelijk bezwarend is om Sterre wel toe te laten op de school en vraagt of dit nader geïllustreerd kan worden. Mevrouw Van Gils antwoordt dat zij zich baseren op het advies van ACTB. Daarin is opgenomen dat Sterre lichamelijk en geestelijk ernstig gehandicapt is, dat betekent zorg van een of meer begeleiders in de klas. Het Calandlyceum is een traditionele school in die zin dat het kinderen opleidt om deze met kennis de school te laten verlaten. Dat betekent 10 tot 12 vakken per dag, dus 10 tot 12 keer per dag wisselen van lokaal. Dit zou dan allemaal aangepast moeten worden aan Sterre. De leraren zijn niet opgeleid voor het inclusieve onderwijs zoals dat in Engeland wordt gegeven. Dat zou betekenen dat er een langdurig, meerjarig traject zou moeten worden gestart met de leraren om kinderen als Sterre op te leiden. De school vindt dit een bijna onmogelijke taak omdat dat ten koste zou gaan van de 1799 andere leerlingen van de school. De heer Ploeger reageert hierop door te stellen dat de leraren in Engeland hiervoor ook niet zijn opgeleid. Er zijn door de school waarop zij nu zit speciale voorzieningen getroffen, bijvoorbeeld in de vorm van assistentie. Hij bestrijdt wat mevrouw Van Gils zegt. De voorzitter vraagt naar de rol van DM0 binnen het onderwijs. De heer Ploeger antwoordt dat er waarschijnlijk 2 verschillende verhalen zijn. Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid ten aanzien van het vroegtijdig schoolverlaten. Van daaruit heeft de gemeente Amsterdam met alle scholen in Amsterdam afspraken gemaakt over de overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. De gemeente heeft een regierol in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, daarom is een zo'n kernprocedure ingesteld waarmee ze denken het voortijdig schoolverlaten te kunnen voorkomen. DM0 is coördinator en heeft afspraken gemaakt met de besturen van de scholen over de overstap naar het voortgezet onderwijs. Daarbij stellen ze voor ieder type voortgezet onderwijs aanvullende toelatingsvoorwaarden. Sommige scholen moeten dat stellen, en andere scholen mogen dat niet stellen. De kernprocedure stroomlijnt iets dat volgens de wet niet mag. Ook andere scholen die VMBO aanbieden stellen cito-score als toelatingsvoorwaarde, hetgeen niet mag. Mevrouw Van Gils antwoordt dat het Calandlyceum zich niet beroept op deze kernprocedure, ze vallen onder artikel 4 van het Inrichtingsbesluit.

16 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 5 van 7 Mevrouw Franke wil dit nader toelichten. Het Calandlyceum stelt zich op het standpunt dat het een brede school is van MAVO-HAVO-VWO, en dat ze dus onder artikel 4 van het Inrichtingsbesluit vallen. Op dat moment moet de kernprocedure gevolgd worden zoals die daar ligt. Op het moment dat blijkt dat er geen sprake is van een gemeenschappelijk eerste leerjaar voor het VMBO, en de school alleen de criteria van artikel 3 van het Inrichtingsbesluit mag hanteren, dan is ten onrechte de kernprocedure gevolgd. Maar dat maakt niet dat het besluit helemaal niet in stand kan blijven en dat Sterre toegelaten moet worden op het Calandlyceum; dan is er nog de belangenafweging. De heer Hellendoorn antwoordt dat, zelfs al zou de school geen aanvullende criteria mogen stellen, de kernprocedure dat regelt. Volgens de onderwijswet LW00 (Leerweg ondersteunend onderwijs) is er geen sprake van een aanvullend onderzoek. Alle leerlingen vallen binnen de kernprocedure, en binnen deze kernprocedure zijn er in de gemeente Amsterdam, conform de wet, afspraken gemaakt. De hele kernprocedure is in deze helemaal niet in het geding. Mevrouw Van Gils merkt op dat de heer Ploeger stelt dat er helemaal geen schoolmogelijkheden waren voor Sterre, maar die zijn er wel. Er zijn vergaande onderhandelingen geweest om Sterre te plaatsen op een praktijkschool, speciaal onderwijs. Maar de heer Ploeger heeft aangegeven zijn dochter niet op speciaal onderwijs te willen plaatsen. De heer Ploeger reageert dat hem door Frits Otto is gezegd dat geen enkele school haar wilde helpen. Hij heeft ook aangegeven dat de kernprocedure in strijd is met de wetgeving en geadviseerd om het bij de scholen zelf te proberen. Hij heeft het vervolgens geprobeerd bij een school voor VMBO-t en hoger, die aanvullende toelatingseisen moet stellen. Het is een ingewikkelde materie, daar moet de rechter maar een uitspraak over doen. De rechter heeft overigens bepaald dat VMBO-t aanvullende toelatingseisen moest stellen, maar dat dan nog niet gezegd is dat Sterre niet toegelaten mag worden. Er moet een afweging van de belangen van Sterre en de belangen van school worden gemaakt, maar het is niet zo dat de school Sterre niet mag toelaten. De heer Bes geeft aan dat in het advies van ACTB staat dat een zorgplan voor LGFleerlingen moet worden opgesteld en dat moet blijken uit het schoolplan en schoolgids. Hij vraagt of dit inmiddels gebeurd is. Mevrouw Van Gils antwoordt dat dit inmiddels is gebeurd. De heer Ploeger reageert dat hem dit verbaast, hij heeft een maand geleden het schoolplan opgevraagd en de schoolgids van , daarin staat het toelatingsbeleid van LGF-leerlingen. LGF-leerlingen kunnen op algemene gronden worden afgewezen. Het advies van ACTB is wat dat betreft in strijd met de LGF. Er zijn geen voorzieningen op de school en wat er is, is in strijd met de LGF. Mevrouw Franke merkt op dat dat buiten het bestek van het primaire besluit ligt. Wel zal er nog eens naar gekeken worden.

17 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 6 van 7 De heer Ploeger reageert dat hij het niet hebben van LGF-voorzieningen wel aan de orde zal stellen bij de rechter, omdat het in belangrijke mate van invloed is op hoe de school omgaat met het toelaten van gehandicapte kinderen. De voorzitter merkt op dat de heer Ploeger er kennelijk van uit gaat dat het Dagelijks Bestuur de aangevoerde bezwaren ongegrond zal verklaren. De heer Bes merkt op dat als de school het advies van ACTB overneemt, er ook in het advies staat dat de school een zorgplan moet opstellen. Als de school dat niet wil, dan moet deze afwijking goed gemotiveerd zijn. De heer Ploeger ontkent de wettelijke verplichting om een diploma te behalen, dit staat niet in de parlementaire behandeling bij de wijziging van de WVO uit Het Calandlyceum kan geen oordeel geven of Sterre wel of niet naar school kan, ze hebben geen recht van spreken omdat zij zich niet kunnen baseren op de voorzieningen die getroffen zouden moeten worden. Het doel van de LGF is dat gehandicapte kinderen meer naar regulier onderwijs kunnen, het slotartikel van de LGF draagt ambtenaren en de bestuursorganen om deze wet naar de letter en intentie uit te voeren. Dat gebeurt helemaal niet. Het bevoegd gezag zou moeten helpen om een aanmelding voor regulier onderwijs waar te maken, maar wat gebeurt is dat de overheid in strijd handelt met de eigen wet. Mevrouw Franke wil hieraan toevoegen dat uit de Memorie van Toelichting van blijkt dat er in ieder geval een zorgplicht is voor scholen om kinderen met een diploma naar huis te sturen, voor de rest heeft de LGF-wetgeving en -toelichting zich nooit uitgelaten over de situatie waarin leerlingen het cognitief niveau van een school niet aan kunnen. Er wordt aangesloten bij het ACTB-advies, LGF-wetgeving is gericht op de emancipatie van gehandicapte kinderen, maar moet gezien worden in het licht van een Wet op de Gelijke Behandeling: het gaat om het creëren van een klimaat waarin gehandicapte kinderen gelijke kansen krijgen als niet-gehandicapte kinderen. Het is een hulpmiddel om barrières te overbruggen en ze te helpen hun opleiding te voltooien. Of de afwijzing van Sterre in strijd is met de LGF-wetgeving, is dan uiteindelijk aan het oordeel van de rechter. De heer Ploeger merkt hierbij op dat de rechter marginaal toetst. Dus als bepaalde argumenten worden onderbouwd, dan zal de rechter het besluit handhaven. Mevrouw Franke reageert dat de rechter het besluit niet zal handhaven als het totale kletskoek is.

18 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp Pagina 7 van 7 De heer Lagendaal wil reageren op het negatieve beeld dat ontstaat over de zorgverlening op het Calandlyceum. Er is recent een rapportage geweest van de Rijksinspectie, de zorgcomponent op het Calandlyceum is de hoogste die je kunt bedenken. Het gaat niet om LGF-leerlingen. Er zijn wel 4 of 5 leerlingen op de school waar specifieke voorzieningen voor zijn getroffen, maar die zijn van een hoger cognitief niveau dan Sterre heeft. Maar de wijze waarop het is georganiseerd op het Calandlyceum, is optimaal. De school besteedt daar veel aandacht aan, het is onderdeel van het grootstedelijk beleid om dit goed te regelen. Het gaat er om leerlingen op een goede plek te zetten en ze tot een diploma op te leiden met alle middelen die daarvoor zijn. Het Calandlyceum is daar heel sterk in. Mevrouw Franke verwijst naar pagina 10 van de Memorie van Toelichting, waar onder leerlinggebonden budget voortgezet onderwijs staat: integratie van gehandicapte leerlingen binnen de schoolsoort is alleen mogelijk voor zover deze leerlingen voldoen aan de wettelijke toelatingsvoorwaarden, waaronder de geschiktheid voor het volgen van het onderwijs aan de school waarvoor de toelating wordt gevraagd. De heer Ploeger reageert hierop dat Sterre voldoet aan de wettelijke voorwaarden. Het enige dat voor meerdere uitleg vatbaar is, is wat het onderwijs is waarvoor de toelating wordt gevraagd. Is dat het halen van een diploma of is dat het onderwijs op school dat aangepast is aan de speciale behoeften van Sterre? De voorzitter merkt op dat dit in feite het centrale geschilpunt is. Mevrouw Franke bevestigt dat het gaat om de vraag hoe je tegen het geven en aanbieden van onderwijs aan kijkt. De heer Ploeger antwoordt dat als het antwoord op die vraag luidt dat het gaat om het halen van een diploma, de school gelijk heeft. Hij betwist echter deze uitleg. Hij verzoekt nog om de post naar Engeland te voorzien van een priority poststicker, anders duurt het zeker 3 weken voordat de post aankomt. De voorzitter stelt vast dat er verder geen vragen meer zijn en dat de bezwaren duidelijk zijn. Nadat hij de verdere procedure van de behandeling van het bezwaarschrift heeft uitgelegd bedankt hij de aanwezigen voor hun komst en sluit de zitting. Kamer I van de commissie bezwaar- en beroepschriften Osdorp, De voorzitter, -7 de secretaris-(flv.), e/ /'" dhr. mr. P.D. Bes

19 1. Wij zijn vandaag tot elkaar en tot een hoorzitting veroordeeld. Ons standpunt staat vast: Sterre gaat niet naar het speciaal onderwijs en Sterre wordt geen thuiszitter. Het zou mooi zijn als u daarin voor uzelf een verantwoordelijkheid ziet. 2. De standpunten zijn gepolariseerd. De lgf had instrumenten ingebouwd om polarisatie - zoals hier - te voorkomen: die instrumenten blijken om verschillende redenen niet te werken. 3. Drie jaar geleden had het REC al met de samenwerkingsverbanden moeten afstemmen over de komst van lgf-leerlingen. Het is niet gebeurd en het is naïef daarover verbaasd te zijn. 4. Het Samenwerkingsverband heeft geen bevoegdheid maar heeft onze wens om Sterre naar het regulier voorgezet onderwijs te laten gaan aangekaart in uw direkteurenoverleg eind U heeft mogelijk gehoopt dat het wel over zou waaien en dat wij wel zouden afhaken. Wij zijn niet afgehaakt. 5. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam wilde niet een traject in waarin de Kernprocedure op de tocht gezet zou kunnen worden. DMO en dus u - heeft de boot afgehouden door zich op het standpunt te stellen dat niet DMO maar de afzonderlijke schoolbesturen besluiten over toelaten. Deze voorgeschiedenis kent u vanaf dag één van de aanmelding. 6. De aanmelding bij uw school is een logisch vervolg op de voorgeschiedenis. U hoopte dat, door ook ná de aanmelding maar te blijven hameren op de Kernprocedure, wij uiteindelijk wel zouden afhaken. 7. U heeft de ernst van de situatie voor ons en Sterre onderschat: speciaal onderwijs voor Sterre is geen optie. Wij hebben voor Sterre alleen de keus tussen regulier onderwijs en thuiszitten. 8. Gelukkig zit Sterre nu toch nog of toch weer op een reguliere school. De omstandigheden waaronder leiden tot verbijstering op de school in London en tot verbijstering bij mensen die wij in Nederland spreken. Het gebeuren zal in ieder geval een rol spelen in de Tweede Kamer tijdens het Algemeen Overleg over de Herijking van de zorgstructuren in het funderend onderwijs tussen de Minister en de Vaste Commissie voor OCW op 14 december aanstaande. 9. Wij begrijpen dat het voor u als school tegen iedere vorm van logica indruist om een leerling als Sterre toe te laten. Wij stellen dat deze logica is gebaseerd op verkeerde uitgangspunten, namelijk dat u dacht dat uw onderwijs alléén bedoeld was voor leerlingen die een diploma zouden kunnen halen. Hoe u daar mee in het reine komt is uw zaak. Wij zullen blijven proberen uw uitgangspunten en redeneringen te weerleggen waar wij dat nodig achten. 1

20 10. De lgf is er omdat de maatschappij - en dat bent u onder andere - er klakkeloos van uit ging en gaat dat gehandicapte leerlingen geen belang hebben bij onderwijs, dat gehandicapte leerlingen de maatschappij maar ophouden en in de weg lopen en dat het louter goodwill van u is als u het eens met zo n gehandicapte leerling zou willen proberen (Uw voorkeur gaat dan natuurlijk uit naar een hoog functionerende gehandicapte leerling). 11. De praktijk is dat de maatschappij, en dus ook u, leerlingen als Sterre buiten de maatschappij plaatst. Niet omdat dat beter is voor de gehandicapte leerling of voor de maatschappij, maar omdat u bang bent voor gehandicapten en geen zin heeft in al dat gedoe. Dit heet exclusie! Exclusie is er voor mensen met een gevangenisstraf of voor mensen die daar zelf voor gekozen hebben (kluizenaars en zeelieden). Van exclusie is ook sprake bij mensen die uit hun land verbannen worden. 12. U zou zich op het standpunt kunnen stellen dat niet ú alléén verantwoordelijk bent voor al het leed in deze wereld. Maar júist u, als openbare school waarvan getrapt het college van B&W, en dus de overheid, het bestuur vormt, bent dat in verhoogde mate. Wij mogen immers van onze overheid verwachten dat ze haar eigen wetgeving uitvoert zoals die bedoeld is. Zo staat het overigens ook nog eens in het laatste artikel van de lgf wet. Maar gelukkig gaat de gemeente Amsterdam ervan uit dat Amsterdam er is voor ALLE Amsterdammers (dus gaat uit van inclusie). Des te meer verbaast ons uw standpunt. 13. Sterre zit vanaf september in Londen op een reguliere secondary school. Wij zijn in april bij drie scholen wezen kijken en hebben er één uitgekozen. Die is het geworden. Op de andere twee had ze zonder meer ook kunnen komen. De leerkrachten zijn niet speciaal orthopedagogisch geschoold om dat allemaal aan te kunnen. Hun mate van acceptatie is wel duidelijk anders dan die van hun collega s in Nederland. De school heeft, net als de andere scholen in Engeland, gewoon voldaan aan haar wettelijke taak om voorzieningen te treffen voor leerlingen met Special Educational Needs, het equivalent van lgf-leerlingen in Nederland. Zulke voorzieningen had u ook al meer dan twee jaar moeten hebben geïmplementeerd. 14. Vanuit de nulsituatie in september is de timetable van Sterre meer en meer aangepast aan de gewenste vorm en mate van inclusie en nu doet Sterre voor de helft van de lessen mee aan de lessen met de mainstream kinderen en voor de andere helft van de tijd krijgt Sterre binnen de reguliere school - les in een special class. Sterre is enthousiast, de school is enthousiast en wij zijn enthousiast. Het treffen van voorzieningen hebben de scholen in Nederland geclaimd als de eigen verantwoordelijkheid van de school. Maar nu puntje bij paaltje komt blijken de scholen die verantwoordelijkheid niet te hebben genomen en heten aanmeldingen van lgfleerlingen ireëel en onhaalbaar. 15. Uw onwil en het gevoel dat het niet kan doen wij - en de ACTB - af als nalatigheid inzake het treffen van voorzieningen en als koudwatervrees. 2

Raad vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. F. Ploeger en Y.C.J. Brouwers, wonend te Londen (Engeland), appellanten,

Raad vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. F. Ploeger en Y.C.J. Brouwers, wonend te Londen (Engeland), appellanten, Raad vanstate 200605212/1. Datum uitspraak: 16 mei 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: F. Ploeger en Y.C.J. Brouwers, wonend te Londen (Engeland), appellanten, tegen de

Nadere informatie

15. Uw onwil en het gevoel dat het niet kan doen wij - en de ACTB - af als nalatigheid inzake het treffen van voorzieningen en als koudwatervrees.

15. Uw onwil en het gevoel dat het niet kan doen wij - en de ACTB - af als nalatigheid inzake het treffen van voorzieningen en als koudwatervrees. 1. Wij zijn vandaag tot elkaar en tot een hoorzitting veroordeeld. Ons standpunt staat vast: Sterre gaat niet naar het speciaal onderwijs en Sterre wordt geen thuiszitter. Het zou mooi zijn als u daarin

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Bestuursdienst

Gemeente Amsterdam Bestuursdienst Bezoekad res Stadhuis, Amstel 1 101 1 PN AMSTERDAM Postbus 202 %.- - 1000 AE AMSTERDAM Telefoon 020 552 9111 Fax 020-552 2402 Teksttelefoon 020 552 9876 x Gemeente Amsterdam Bestuursdienst Directie Juridische

Nadere informatie

Geachte mevrouw, geachte heer,

Geachte mevrouw, geachte heer, To: Rechtbank Amsterdam Sector Bestuursrecht Afdeling voorlopige voorzieningen Postbus 75850 1070 AW Amsterdam From: Ferdi Ploeger, Yvonne Brouwers Subject: verzoek om voorlopige voorziening Date: 22 november

Nadere informatie

ADVIES. De Advies Commissie Toelating en Begeleiding. hebben zij een compleet (aanmel&@]hsi~ -d. Op 20 juni 2005 heeft de ACTB

ADVIES. De Advies Commissie Toelating en Begeleiding. hebben zij een compleet (aanmel&@]hsi~ -d. Op 20 juni 2005 heeft de ACTB De Advies Commissie Toelating en Begeleiding ADVIES Zaaknummer: 200514 Datum: 8 julj 2005. Inzake het verzoek om advies d.d 25 juni 205 (hierna: het verzoek om advies), namens het bestuur van de Scholen

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2013-28 28 oktober 2013 Afwijzing toelating niet conform artikel 15 Inrichtingsbesluit WVO. De commissie acht de klacht gegrond

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt 107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende

Nadere informatie

PLEITNOTA. inzake: noemen de OSB. gevestigd te Amsterdam. verweerster, gemachtigde: mr. L.M.E. Janssen

PLEITNOTA. inzake: noemen de OSB. gevestigd te Amsterdam. verweerster, gemachtigde: mr. L.M.E. Janssen PLEITNOTA Kort geding Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Woensdag 2 november 2005 te 14.40 uur inzake: DE BESTUURSCOMR 4ISSIE OPEN SCHOOLGEMEENSC ;HAP BIJLMER, hier noemen de OSB gevestigd te Amsterdam.

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B, wonend te C, klagers. tegen. Onderwijsstichting D, gevestigd te E, verweerder

ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B, wonend te C, klagers. tegen. Onderwijsstichting D, gevestigd te E, verweerder 107779 - Een schoolbestuur heeft in redelijkheid kunnen besluiten een leerling niet toe te laten tot de school van haar eerste voorkeur. inzake de klacht van: ADVIES de heer en mevrouw A, ouders van B,

Nadere informatie

Ik zend de pleitnotitie vandaag tevens aan de andere partijen.

Ik zend de pleitnotitie vandaag tevens aan de andere partijen. To: From: Subject: Griffier van de Rechtbank Amsterdam afdeling Bestuursrecht onderdeel voorlopige voorzieningen T2 Ferdi Ploeger, Yvonne Brouwers Pleitnotitie tbv 06/179 en 06/180 (SGR), 06/122 en 06/124

Nadere informatie

B E R O E P S S C H R I F T

B E R O E P S S C H R I F T B E R O E P S S C H R I F T VAN: Ferdinand Ploeger en Yvonne Clementine Josée Brouwers, ouders en wettelijk vertegenwoordigers van Sterre Virginie Ploeger, geboren 11 juni 1991, allen wonende vt Hofflaan

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

Geschil over weigering toelating. Alleen het samenwerkingsverband kan beslissen of een leerling toelaatbaar is voor het praktijkonderwijs.

Geschil over weigering toelating. Alleen het samenwerkingsverband kan beslissen of een leerling toelaatbaar is voor het praktijkonderwijs. 108805 - Geschil over weigering toelating. Alleen het samenwerkingsverband kan beslissen of een leerling toelaatbaar is voor het praktijkonderwijs. ADVIES in het geding tussen: [verzoekers}, wonende te

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4:

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4: Zorgplicht Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 is tevens het begrip zorgplicht geïntroduceerd. Opvallend daarbij is overigens dat in de tekst van de wet het woord zorgplicht niet

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2061 Betreft zaak: Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder 107235 in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, en de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 29 april 2016 heeft

Nadere informatie

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder 108078 - Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is gegrond, omdat het deskundigenadvies onvoldoende duidelijk maakt of de leerling is aangewezen op dit type onderwijs. ADVIES in het geding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel College Onderwerp: V200900705 Beslissing op bezwaar van mw. mr. L. Boer (namens mevr. A.R.C. van Loon) met betrekking tot de geweigerde bouwvergunning voor het veranderen van de linkerzijde van de voorgevel

Nadere informatie

Inleiding: Op 29 juli 2009 is door de heer Hop uit Ermelo een informatieverzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) binnengekomen.

Inleiding: Op 29 juli 2009 is door de heer Hop uit Ermelo een informatieverzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) binnengekomen. College Onderwerp: V200901129 Beslissing op bezwaar dhr. J. Hop te Ermelo, tegen de afwijzing van een Wob verzoek. Collegevoorstel Inleiding: Op 29 juli 2009 is door de heer Hop uit Ermelo een informatieverzoek

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 200505022/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel College V200900174 Onderwerp: Beslissing op bezwaarschrift van T.J.G. Berkers met betrekking tot de d.d. 5 september 2008 verleende bouwvergunning voor het vergroten van het woonhuis en het plaatsen van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324

ECLI:NL:RBNHO:2014:5324 ECLI:NL:RBNHO:2014:5324 Instantie Datum uitspraak 06-06-2014 Datum publicatie 12-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_2185 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES 108241 Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES in het geding tussen: [verzoekster], wonende te [woonplaats], verzoekster, gemachtigde:

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K.

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K. 107017 ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. M.R. de Kok, en het College van Bestuur van C, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2016-007 23 maart 2016 Met betrekking tot de vraag of de school de leerling ten onrechte niet heeft laten opstromen, stelt de commissie

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 Bij brief van 30 maart 2015 die is ingekomen bij de NZa op dezelfde dag, is door de heer [vertrouwelijk ] (hierna: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen het besluit

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OLOGyd02. beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OLOGyd02. beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt Zaaknummer: OLOGyd02 Onderwerp beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt Collegevoorstel Inleiding Op 3 januari 2010 heeft dhr. C.H. Verbunt bezwaar gemaakt tegen de weigering van een kapvergunning, gedateerd

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

Hare Excellentie J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ DEN HAAG

Hare Excellentie J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ DEN HAAG Hare Excellentie J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Onderwerp Internetconsultatie passend onderwijs CGB-advies 2011/02 Datum

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

De commissie bezwaarschriften heeft partijen gehoord en aan u advies uitgebracht.

De commissie bezwaarschriften heeft partijen gehoord en aan u advies uitgebracht. College Onderwerp: V200900473 Beslissing op bezwaar van R.M.A.M. van Sluisveld tegen besluit d.d. 19 september 2008 tot weigering van bouwvergunning (eerste fase) voor het vergroten van een kantoorruimte

Nadere informatie

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag), LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS Schooladvies en deelname aan Citotoets. De Commissie stelt vast dat er geen aanknopingspunten zijn om de oordeelsvorming van verweerder in twijfel te trekken.

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2013-10 26 juli 2013 Toelatingsprocedure leerling niet conform artikel 15 Inrichtingsbesluit WVO. Klacht als bezwaar aanmerken

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2962-12 Betreft zaak: Van der Post-overheidssteun politieke partijen Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa-001597-ibo

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa-001597-ibo AANTEKENEN NOS - RTV t.a.v. het bestuur Sumatralaan 45 1217 GP HILVERSUM Datum Onderwerp 3 maart 2005 beslissing op bezwaar NOS-EK Schaatsen Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa-001597-ibo

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-12-2009 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer 09/947 WI Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

Ik verwijs u verder naar het advies van de commissie en de rest van het dossier.

Ik verwijs u verder naar het advies van de commissie en de rest van het dossier. College Onderwerp: V200900882 Beslissing op bezwaarschrift (5 reclamanten) tegen de verleende vrijstelling en bouwvergunning voor de bouw van 16 appartementen aan de Prins Hendrikstraat/Van Arckelstraat

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder 107697 - De reguliere VO-school kan het onderzoek naar de toelating van een leerling uit praktijkonderwijs beperken tot de adviezen van het samenwerkingsverband en de Praktijkschool, maar moet hierover

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: mevrouw A en de heer B te C, ouders van D, klagers. tegen. de heer E, rector van het F, te G, verweerder

ADVIES. inzake de klacht van: mevrouw A en de heer B te C, ouders van D, klagers. tegen. de heer E, rector van het F, te G, verweerder 107284 - Ook bij lokale afspraken over een matchings- en plaatsingsprocedure moet het schoolbestuur informatie geven over de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het besluit om een leerling niet toe

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Overzicht Produkties. Ploeger cs Calandlyceum

Overzicht Produkties. Ploeger cs Calandlyceum Overzicht Produkties Ploeger cs Calandlyceum 1. aanmelding Sterre bij het Calandlyceum 2. primaire afwijzing 3. Bezwaar 4. ACTB wil niet adviseren 5. ACTB wil toch adviseren 6. Correspondentie ACTB Calandlyceum

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op J A A R V E R S L A G 2 0 1 5 Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl Inleiding Het samenwerkingsverband passend onderwijs (swv)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per  laten weten af te willen zien van de hoorzitting. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 Rapport Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hem in de beschikking van 25 februari 2004 op zijn bezwaarschrift

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND. Zittingsplaats Groningen. Bestuursrecht. zaaknummer: LEE 17/1763

Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND. Zittingsplaats Groningen. Bestuursrecht. zaaknummer: LEE 17/1763 ECLI:NL:RBNNE:2017:2889 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 28-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Zaaknummer LEE 17/1763 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:RBNNE:2017:214 ECLI:NL:RBNNE:2017:214 Instantie Datum uitspraak 23-01-2017 Datum publicatie 25-01-2017 Zaaknummer LEE 15/2902 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26 Zaaknummer: OLOGJvB26 Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift m.b.t. weigering verzoek om wijziging van het bestemmingsplan "Buitengebied Vlijmen" ten behoeve van de bouw van een woonhuis, schuur en kassen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

De toelatingscommissie van het Fioretticollege Hillegom beslist over het al of niet toelaten van een leerling.

De toelatingscommissie van het Fioretticollege Hillegom beslist over het al of niet toelaten van een leerling. Toelatingsprocedure Fioretticollege Hillegom Op het Fioretticollege Hillegom wordt er gewerkt met een toelatingsprocedure. Deze procedure is gebaseerd op artikel 2 tot en met 10 van het Inrichtingsbesluit

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 050120.01-PG/BD FTZ-002333-sw drs. S. Windt (035) 7737 743

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 050120.01-PG/BD FTZ-002333-sw drs. S. Windt (035) 7737 743 Stichting Omrop Fryslân t.a.v. het bestuur Postbus 7600 8903 JP LEEUWARDEN Datum Onderwerp 31 maart 2005 bezwaarschrift Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 050120.01-PG/BD FTZ-002333-sw

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

de heer A en mevrouw B wonende te C, ouders van D, een leerling van het E, klagers

de heer A en mevrouw B wonende te C, ouders van D, een leerling van het E, klagers 107377 - De school moet haar besluit over bevordering baseren op bevorderingsvoorwaarden zoals deze zijn afgesproken in het opp en helder en duidelijk communiceren over deze besluitvorming. ADVIES inzake

Nadere informatie

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden. 108180 - Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden. ADVIES in het geding tussen: [bezwaarde], wonende te [woonplaats], bezwaarde

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 0419 ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 0419 ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035) AANTEKENEN Programmaraad Friesland t.a.v. het bestuur Jan de Wittstraat 23 9062 EW OENTSJERK Datum Onderwerp 23 juni 2004 bezwaarschrift Programmaraad Friesland Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 4 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen:

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen: 108314 praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES in het geding tussen: [bezwaarden], wonende te [woonplaats], bezwaarden en [samenwerkingsverband], verweerder 1. VERLOOP

Nadere informatie

Ik adviseer u in dit verband uw besluit van 8 januari 2009 te herroepen.

Ik adviseer u in dit verband uw besluit van 8 januari 2009 te herroepen. College Onderwerp: V200900611 Beslissing op bezwaar van I. Metwally tegen weigering bouwvergunning voor het plaatsen van een afzuigkapafvoer aan het Burgemeester van Houtplein 3 te Vlijmen. Collegevoorstel

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder 107915 - Geschil toelating. De onderzoeksplicht naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling betekent niet dat die informatie door eigen onderzoek van de school moet zijn verkregen; wel moet invulling

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING 1. Ten behoeve van een goede invoering van leerlinggebonden financiering stelt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de periode

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

ADVIES. [schoolbestuur] (hierna: [schoolbestuur]) te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. [schoolbestuur] (hierna: [schoolbestuur]) te [vestigingsplaats], verweerder 108302 - Klacht over niet toelaten leerling; de school heeft op grond van het plaatsingssysteem kunnen besluiten de leerling niet toe te laten. De communicatie en de informatie over het plaatsingssysteem

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES 107287 - School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te K, verzoekster en Stichting B,

Nadere informatie

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104778 klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO

SAMENVATTING. 104778 klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO SAMENVATTING Landelijke Klachtencommissie Onderwijs 104778 klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO Ouders hebben verlof gevraagd voor een gezinsvakantie buiten de schoolvakantie

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/204 en 204.1

Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 28 december 2014 Partijen : Appellant en Radboud Universiteit Nijmegen Trefwoorden : Aanmaning ter voldoening Betalingsverplichting

Nadere informatie

Afweging Er zijn geen redenen om af te wijken van het advies van de commissie. Het voorstel is om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.

Afweging Er zijn geen redenen om af te wijken van het advies van de commissie. Het voorstel is om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren. Zaaknummer 00460484 Onderwerp Beslissing op bezwaar Stichting Scala Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Op 1 januari 2015 trad de wetswijziging overheveling buitenonderhoud en aanpassingen Primair

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035) AANGETEKEND Stichting Rotterdamse T.V. Producties / RNN p/a Haulussy The Law Company Advocaten T.av. de heer mr. M.A.C. Backx Postbus 21130 3001 AC ROTTERDAM Datum Onderwerp 8 september 2005 Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Gemeente jn Eergen op Zoom

Gemeente jn Eergen op Zoom li^k" Gemeente jn Eergen op Zoom d.d. RAADSVERGADERING Besfosing:. Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp 24 februari 2005 SROB/05/024 Beslissing op bezwaar tegen het voorbereidingsbesluit genomen voor

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie