Belastingheffing over e-commerce Is er een mogelijkheid om effectief over e-commerce activiteiten te heffen in de bronstaat?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belastingheffing over e-commerce Is er een mogelijkheid om effectief over e-commerce activiteiten te heffen in de bronstaat?"

Transcriptie

1 Belastingheffing over e-commerce Is er een mogelijkheid om effectief over e-commerce activiteiten te heffen in de bronstaat? Naam: R.T van Middendorp Studentnummer: Studierichting: fiscaal recht, Internationaal en Europees belastingrecht Datum: 2 augustus 2015 Scriptiebegeleider: dhr. Prof. mr. S. van Weeghel 1

2 Inhoudsopgave Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen 1. Inleiding 1.1. Inleiding 1.2. Probleemstelling 2. E-commerce 2.1. De opkomst van e-commerce 2.2. De problematiek van heffing over e-commerce activiteiten 2.3. Het belang van de vaste inrichting 3. De ontwikkeling van belastingheffing over e-commerce 3.1. Inleiding 3.2. Turku-conferentie 3.3. Ottawa-Taxation Framework 3.4. Technical Advisory Groups 3.5. Aanpassing van commentaar bij artikel 5 OESO-modelverdrag 3.6. OESO-project: Base Erosion and Profit Shifting Actiepunt 1 4. Kwalificatie website / server 4.1. Inleiding 4.2. Website 4.3. Server 5. Mogelijke oplossingen om over e-commerce te heffen 6. Conclusie 7. Literatuurlijst 5.1. OESO oplossingen: Aanpassing van lid Virtual Permanent Establishment 5.2. Overige oplossingen Base Erosion approach Bandwidth tax Privacy tax 2

3 Geachte lezer, Vanaf dag één in mijn bachelor fiscaal recht, ben ik aanraking gekomen met veel diverse fiscale vakgebieden. Een onderdeel wat nauwelijks aan bod kwam tijdens mijn studie was de belastingheffing over handel via het internet. Desalniettemin zag ik hier veel discussies over langskomen in het nieuws en in de kranten, die ik graag aandachtig volgde. Mijn nieuwsgierigheid naar dit onderwerp was geboren en mijn masterscriptie is natuurlijk de ideale gelegenheid om dieper in dit onderwerp te duiken. Het internet heeft zich in de afgelopen decennia enorm ontwikkeld en de handelsmogelijkheden via het internet groeien mee met deze ontwikkeling. Voor de fiscaliteit is het een enorme taak om deze explosieve ontwikkeling bij te houden en voor een effectieve belastingheffing te ontwikkelen. Euronext bood mij de mogelijkheid om daar mijn masterscriptie te komen schrijven. Euronext is een beursmaatschappij waar van oorsprong traditionele handel werd gedreven. In 1995 is deze handel digitaal gegaan en sindsdien genereert Euronext wereldwijde inkomsten via de elektronische weg. Bij Euronext bestaan net als bij veel andere bedrijven vraagstukken omtrent de heffing over e-commerce. Er zijn namelijk geen duidelijke richtlijnen en de heffing is vaak onduidelijk. In mijn scriptie ga ik dan ook kijken of er een effectieve mogelijkheid bestaat om over e-commerce te heffen. Graag wil ik in het bijzonder Bernard Holsboer bedanken, hij gaf mij de unieke mogelijkheid om bij Euronext mijn scriptie te komen schrijven en daarnaast kon ik met al mijn vragen bij hem terecht. Daarnaast wil ik mijn scriptiebegeleider Stef van Weeghel van harte bedanken voor de adviezen en aanbevelingen voor mijn scriptie. Ik wens u veel plezier met het lezen van mijn scriptie! Ruben van Middendorp 3

4 Lijst van gebruikte afkortingen BCG BEPS BP btw CFA e-commerce EU ISP OESO Boston Consulting Group Base Erosion and Profit Shifting Business Profit belasting over de toegevoegde waarde Committee on Fiscal Affairs electronic commerce Europese Unie Internet Service Provider Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling p. pagina TAGs TFDE vi VS Technical Advisory Groups Task Force on the Digital Economy vaste inrichting Verenigde Staten Wet VPB VPB wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad voor fiscaal recht 4

5 1.1. Inleiding In 1993 werd het gebruik van internet voor het eerst openbaar gemaakt voor bedrijven en particulieren door de Amerikaanse overheid. Als gevolg van de snelle opkomst van het internet, kreeg de globaliserende economie een enorme impuls. De online handel nam wereldwijd fors toe en steeds meer multinationale bedrijven gingen inkomsten genereren via de elektronische weg. Deze online handel wordt ook wel electronic commerce of e-commerce genoemd. Onder e-commerce verstaat men in het algemeen de zakelijke handelingen die worden uitgevoerd met behulp van elektronische hulpmiddelen. 1 Al snel wordt duidelijk dat effectieve belastingheffing over deze e-commerce activiteiten een hele uitdaging zal worden. Dit komt vooral door het wereldwijde karakter van e-commerce transacties en het ontbreken van fysieke aanknopingspunten. Landsgrenzen vervagen door de digitalisering en dit bemoeilijkt heffing op nationale schaal. 2 Hierbij is het onderscheid tussen het woonstaatbeginsel en het bronstaatbeginsel van belang. Zo kan er slechts in de bronstaat belasting worden geheven over buitenlandse ondernemingen wanneer het inkomen daar haar oorsprong vindt en er een voldoende band is. Om deze band met een bronstaat aan te tonen is het begrip vaste inrichting geïntroduceerd. Mocht bijvoorbeeld een kantoor in de bronstaat zich kwalificeren als vaste inrichting(vi), dan kan deze vi in de belastingheffing worden betrokken. Op deze manier kan de bronstaat dan belasting heffen over de inkomsten die aan deze vi toerekenbaar zijn. Doordat een kantoor fysiek gevestigd is in een land, is het makkelijk om deze vestiging als aanknopingspunt te gebruiken voor het constateren van een vi. Het probleem bij e-commerce ondernemingen is dat er vaak fysieke aanknopingspunten ontbreken. Aangezien de huidige verouderde wetgeving vooral op fysieke aanknopingspunten is gebaseerd, ontbreken er vaak aanknopingspunten waarop je e- commerce activiteiten al vi kan aanmerken. Bij e-commerce vindt de transactie bijvoorbeeld plaats met behulp van een server uit het buitenland en ontbreekt er een fysieke aanwezigheid in de bronstaat. Aangezien je bij e-commerce niet meer in een land gevestigd dient te zijn om daar je producten te verkopen is het mogelijk om je bedrijf in een laag belast land te vestigen en vanuit daar je verkopen via het internet te 1 Dale Pinto, E- commerce and Source- based Income Taxation, C.N.J. De Vey, I.J.J. Burgers, International Tax Governance uitgedaagd door de interneteconomie: 2 C.N.J. De Vey, I.J.J. Burgers, International Tax Governance uitgedaagd door de interneteconomie: een paradigmaverandering?, Maandblad Belasting Beschouwingen 2014/09 5

6 doen. Alle winsten stromen dan naar dit laag belaste land toe en worden niet ergens anders in de vennootschapsbelasting belast. E-commerce maakt het dus mogelijk om grensoverschrijdende transacties te doen zonder dat er een fysieke aanwezigheid van de ondernemer is in het land van verkoop. 3 Hierdoor is er geen heffing mogelijk in de bronstaat en vloeien de winsten meestal naar een laag belast land toe. Dit zorgt in de landen waar de verkopen plaatsvinden voor concurrentievervalsing, aangezien binnenlandse bedrijven daar wel belastingplichtig zijn. Kleine bedrijven, georiënteerd op de nationale markt, zijn de dupe terwijl de grote internationale bedrijven constructies bedenken om nationale heffingen te omzeilen. De belastingautoriteiten van landen lopen hierdoor veel belasting mis maar zijn voorzichtig met het ondernemen van stappen tegen deze praktijken. Deze landen zijn bang voor een leegloop voor grote partijen en willen een aantrekkelijk vestigingsland blijven voor ondernemingen. Daarnaast concurreren ze volop met VPB-tarieven om ondernemingen te lokken zich daar te vestigen. 4 De uitdaging zit hem vooral in het belasten van grote e-commerce bedrijven als Amazon en Google. Deze bedrijven hebben wereldwijd gigantisch veel inkomsten en betalen opvallend weinig belasting. 5 Neem als voorbeeld de Amerikaanse webshop Amazon. Het hoofdhuis van Amazon is gevestigd in Seatlle, maar de onderneming beschikt over servers over de hele wereld waaronder in Europa. De onderneming handelt van oorsprong vooral in de onlineverkoop van fysieke goederen (offline e-commerce). Tegenwoordig handelt de onderneming vooral in de verkoop van goederen via het internet, bijvoorbeeld e- books (online e-commerce). 6 Stel er wordt een e-book in Europa verkocht, dan kan hierover in Europa alleen btw worden geheven en geen vennootschapsbelasting. Dit komt omdat de servers in Europa niet worden aangemerkt als vaste inrichting en de winst dus volledig naar de Verenigde Staten (VS) gaat. Er ontbreek hier dus een heffingsgrond over e-commerce binnen Europa, maar de vraag is hier wel sprake is van profit shifting. Amazon mag namelijk fiscaal de meest gunstige weg kiezen, zolang dit maar is ingegeven door zakelijke motieven. Aan deze eis voor zakelijke motieven wordt in praktijk snel voldaan en Amazon doet dan ook niks onrechtmatigs. 3 H. Vording, Internethandel en belastingheffing, verschenen in Recht en Computer, Kluwer Serie Recht en Praktijk B.J. Kiekebeld, Harmful tax competition in the European Union: Code of Conduct, countermeasures and EU law, J. Arora & L.E. Shepherd, Adjusting Jurisdictional Concepts for E- commerce, Tax Analyst 8 October Amazon.com, Annual report

7 Een gevolg hiervan is wel dat e-commerce ondernemingen zich willen vestigen in landen met een laag vennootschapstarief. Tegen dat tarief zullen deze ondernemingen namelijk belast worden voor de wereldwijde winst. In Europa zag je bijvoorbeeld bij de btw-heffing dat e-commerce ondernemingen als Amazon, Paypal en Skype zich massaal in Luxemburg gingen vestigen omdat hier een laag btw tarief gold. 7 Een bedrijf als Google kan gebruikersdata uit het ene land verkopen aan adverteerders in een ander land. Met behulp van deze data kunnen de adverteerders vervolgens zeer precies op de Nederlandse markt adverteren. De inkomsten hiervoor bij Google worden doorgesluisd via dochterondernemingen die zijn gevestigd in landen met lage belastingtarieven. Hierdoor wordt de vi-status ontweken en is er geen heffingsgrondslag in het land van verkoop. 8 De wetgeving moet proberen mee te groeien met de digitalisering maar dit lijkt vooralsnog niet te lukken. Ondanks dat er geen fysieke aanknopingspunten zijn in de bronstaat om de heffen, moet er toch een manier worden bedacht om een heffing te realiseren. Gebeurt dit niet, dan zullen meer e-commerce ondernemingen zich vestigen in de landen met de laagste VPB-tarieven en hierdoor lopen de overige landen belastinginkomsten mis Probleemstelling In mijn scriptie staat de belastingheffing omtrent e-commerce centraal. Er zijn door de ontwikkelingen van e-commerce veel nieuwe fiscale uitdagingen ontstaan. Landsgrenzen worden vager door de digitalisering en dit bemoeilijkt de belastingheffing. Vandaar dat ik verschillende oplossingen omtrent dit probleem wil onderzoeken. Mijn probleemstelling hierbij is: Is er een mogelijkheid om effectief over e-commerce activiteiten te heffen in de bronstaat? Om mijn onderwerp in het gareel te houden en met het oog op Euronext zal ik alleen de vennootschapsbelasting behandelen. De indirecte belastingen en overige 7 R. Vos, De totstandkoming van het nieuwe btw- stelsel voor e- commerce vanaf 2015, btw- Bulletin 2013/109 8 S.S. Jonstone, News Analysis: Chasing Google The Global Struggle to Tax Ecommerce 10 February

8 directe belastingen laat ik zoveel mogelijk buiten beschouwing. De wetgeving voor bijvoorbeeld de btw heffing over e-commerce is ook al veel verder gevorderd aangezien dit in een EU-richtlijn 9 is geregeld. Door deze richtlijn zijn de concurrentienadelen in de btw van EU-ondernemingen ten opzichte van niet EUondernemingen voor een groot deel teniet gegaan. 10 Om het belang van het probleem te benadrukken zal ik beginnen met de huidige ontwikkelingen en wereldwijde groei van e-commerce. Ik zal het begrip e- commerce specifieker definiëren en de verschillende interpretaties van het begrip vergelijken. Vervolgens zal ik het heffingsprobleem uitleggen en hiervoor de verschillen bekijken tussen e-commerce handel en traditionele handel. Verder zal ik in hoofdstuk de vaste inrichting uitgebreid behandelen. In hoofdstuk 3 ga ik terug in de geschiedenis en bekijk ik de ontwikkeling van de heffing over e-commerce. In dit hoofdstuk worden onder andere zeven beginselen uitgelegd, die naast voor traditionele internationale handel, ook voor e-commerce de grondslag voor belastingheffing moeten vormen. In hoofdstuk 4 ga ik dieper in op de problematiek omtrent heffing over e-commerce. Wat zijn de aanknopingspunten van e-commerce en waarom kan dit vaak niet kwalificeren als vaste inrichting? Er zijn al veel oplossingen geopperd door de OESO en andere partijen. In hoofdstuk 5 ga ik dan ook verschillende opties onderzoeken en kijken of ik hiermee tot een beantwoording van mijn probleemstelling kan komen. Ik eindig met mijn conclusie en de beantwoording van mijn probleemstelling. 9 Richtlijn 2002/38/EG 10 T.F.G in t Veld, E- commerce en het gebrek aan fiscale aanknopingspunten, WFR 2007/509 8

9 2. E-commerce 2.1. Inleiding in e-commerce Door de komst van het internet werd het mogelijk om met behulp van websites data uit te wisselen tussen computers. Dankzij deze ontwikkeling ontstonden transacties van goederen en services via het internet. In 1994 werden al de eerste online bankbetalingen via het web mogelijk gemaakt door First Virtual en een jaar later werden sites als Amazon.com en ebay opgericht. In 2007 lanceerde Apple met de iphone het gebruik van internet op mobiele telefoons en vervolgens kwam Paypal met de mogelijkheid om via het internet te betalen. Al deze ontwikkelingen droegen bij aan de ontwikkeling van e-commerce en nog steeds zien we de betalingsmogelijkheden verder toenemen. 11 Dat e-commerce steeds populairder wordt blijkt wel uit de wereldwijde groei van maar liefst 23,6% in In 2012 probeerde de Boston Consulting Group (BCG) de interneteconomie beter in kaart te brengen. Op grond van een analyse schat de BCG in dat de interneteconomie tegen 2016 maar liefst $4.200 miljard zal bedragen binnen de G20-landen. Dit is ongeveer evenveel als de gehele Japanse of Duitse economie. Wereldwijd zullen naar schatting in 2016 ca. 3 miljard mensen gebruik maken van het internet, dit is maar liefst 45% van de wereldpopulatie. 13 Deze cijfers geven een inzicht in hoe gigantisch de omvang en groei van de interneteconomie is. Deze groei is vooral te danken aan het grotere scala van online producten en het makkelijker worden van betalingen via bijvoorbeeld de mobiele telefoon. Een andere belangrijke factor is dat wereldwijd steeds meer mensen toegang krijgen tot het internet. 14 E-commerce wordt in de literatuur en op het internet op veel verschillende manieren gedefinieerd. Oorspronkelijk is het begrip geïntroduceerd om de nieuwe vorm van digitaal ondernemen te beschrijven. Toch zie je dat er door bijvoorbeeld Nederland, de VS en de OESO andere definities worden gehanteerd. In vakstudie Nederlands Internationaal Belastingrecht wordt e-commerce als volgt beschreven: 11 Niels Posthumus, 25 jaar internet in Nederland een kwestie van goed netwerken, NRC, 17 november Global B2C E- commerce Report The Boston Consulting Group rapport, The Digital Manifesto: How Companies and Countries Can Win in the Digital Economy, januari OECD (2013), The Internet Economy on the Rise: Progress since the Seoul Declaration, OECD Publishing, p

10 Alle zakelijke handelingen die op elektronische wijze worden uitgevoerd ter verbetering van efficiëntie en effectiviteit van markt- en bedrijfsprocessen. 15 In de VS definieert het cross-industry working team, e-commerce als volgt: Electronic commerce is the ability to perform transactions involving the exchange of goods or services between two or more parties using electronic tools and techniques. 16 Nederland geeft aan dat het gaat om elektronische handelingen met als vereiste een verbetering van efficiëntie en effectiviteit. In de VS definiëren ze e-commerce als transacties tussen partijen met behulp van elektronische hulpmiddelen. Beide landen komen met een erg ruime beschrijving in tegenstelling tot de OESO. De OESO kwam namelijk in 2009 met haar eigen definitie voor e-commerce: An e-commerce transaction is the sale or purchase of goods or services, conducted over computer networks by methods specifically designed for the purpose of receiving or placing of orders. The goods or services are ordered by those methods, but the payment and the ultimate delivery of the goods or services do not have to be conducted online. An e- commerce transaction can be between enterprises, households, individuals, governments, and other public or private organisations. To be included are orders made over the web, extranet or electronic data interchange. The type is defined by the method of placing the order. To be excluded are orders made by telephone calls, facsimile or manually typed De OESO geeft een beschrijving van de verkoop of aankoop van goederen en diensten via computernetwerken. Deze transacties zijn tot stand gekomen met behulp van ontwikkelde methodes voor het plaatsen en ontvangen van orders. De uiteindelijke betalingswijze en levering dienen niet online te worden uitgevoerd. De transacties via de telefoon, fax en handmatig getypte mail worden uitgezonderd van de definitie e-commerce volgens de OESO. Deze omschrijving door de OESO is veel specifieker dan de definitie die Nederland en de VS hanteren. In mijn scriptie zal ik de door OESO gegeven definitie van e- commerce hanteren. Deze definitie is het meest handig om te gebruiken, aangezien de OESO deze in haar stukken hanteert, en internationaal dit de meest gebruikte gebruikelijke definitie is. Daarbij zijn Nederland en de VS zelf ook OESO-landen. 15 Fiscale Encyclopedie De Vakstudie Nederlands Internationaal Belastingrecht, Aantekening 5.9, Het arm s- lenghtbeginsel en e- commerce bij: OESO- modelverdrag 1992, Artikel 9 16 US Cross- Industy working team, Electronic commerce on the NII, 7 december OECD Science, Technology and Industry Scoreboard, 2011, p

11 2.2. De problematiek van heffing over e-commerce activiteiten In de 19 e Eeuw nam de grensoverschrijdende handel fors toe door de ontwikkeling van transportmogelijkheden. Na de Eerste Wereldoorlog begonnen landen met het heffen van belasting over activiteiten van niet-ingezetenen, de bronbelasting. Hierdoor konden er bij grensoverschrijdende handel dubbele belastingheffingen ontstaan. Landen willen namelijk heffen op grond van het woonstaat- of bronstaatbeginsel. Op grond van het woonstaatbeginsel willen landen belasting heffen over bedrijven die in dat land zijn gevestigd. In ruil voor deze belastingen regelt de overheid bijvoorbeeld een goede infrastructuur en zorgt zij dat het land veilig is. Aan de andere kant willen landen bedrijven in de belastingheffing betrekken op grond van het bronstaatbeginsel, er wordt een belasting geheven omdat er inkomen in dat land opkomt. Bij grensoverschrijdende handel kunnen deze beginselen vaak botsen waardoor er situaties ontstaan waarin dubbele belasting wordt geheven. 18 Een onderneming kan bijvoorbeeld in een ander land gevestigd zijn dan waar de verkopen plaatsvinden. Het land waar de onderneming is gevestigd wil over de (wereld)winsten heffen als woonstaat. De bronstaat, waar dus de verkopen plaatsvinden wil ook het bedrijf in de belastingheffing betrekken. Zo ontstaat er dus een dubbele belastingheffing. De primaire taak van het internationale belastingrecht is het voorkomen van dubbele belastingen. Om dubbele belastingen te voorkomen introduceerde de Volkenbond (de voorloper van de huidige OESO) tussen 1927 en 1928 een bilateraal modelverdrag, tegenwoordig kennen wij dit als het OESO-Modelverdrag. In dit modelverdrag wordt het heffingsrecht tussen landen verdeeld om dubbele belasting te voorkomen. Het OESO-Modelverdrag is momenteel het belangrijkste modelverdrag aangezien hier de meeste bilaterale verdragen op zijn gebaseerd. Via een verdrag wordt het heffingsrecht voor verschillende situaties toegewezen aan de woon- of bronstaat. Dubbele belastingen verstoren de concurrentieverhoudingen tussen landen en om dit te voorkomen introduceerde de OESO artikel 7. In artikel 7 van het OESO modelverdrag staat dat inkomsten in beginsel alleen mogen worden belast in de staat waar de onderneming is gevestigd, dus het woonplaatsbeginsel. 19 Tijdens de bijeenkomsten van de Volkenbond werd er gelobbyd voor de invoering van een vaste 18 Internationaal Belastingrecht in Hoofdlijnen, Andy Cools, OESO- Modelverdrag, artikel 7, eerste lid. 11

12 inrichting. Slechts wanneer er voldoende band is met een land, moet er een bronheffing geheven kunnen worden. Een onderneming kan dus slechts in de bronstaat worden belast wanneer daar sprake is van een vaste inrichting en deze ontstaat pas als er voldoende band is met dat land. Een vaste inrichting wordt in de belastingheffing van de bronstaat beschouwd als een zelfstandig opererende onderneming (zelfstandigheidsfictie). De winst die dankzij de vaste inrichting in de bronstaat wordt behaald, wordt aan de vaste inrichting toegerekend en daar belast. Dit systeem werkt goed voor de traditionele grensoverschrijdende handel. Dit veranderde echter door de ontwikkeling van e-commerce. Nederland gaf in 1997 al aan dat er in de toekomst heffingsproblematiek zou ontstaan door de globalisering en digitalisering. 20 Maar waarom verschilt e-commerce voor de belastingheffing van de traditionele handel en wat voor problemen brengt dit met zich mee? Door de interneteconomie is handel nog grensoverschrijdender geworden, en daarnaast moeilijker te traceren. Ten eerste is het dan ook veel makkelijker voor ondernemers om de buitenlandse afzetmarkt te betreden zonder dat ze daar een lokale vestiging dienen op te richten. Mochten de verkoopproducten digitaal zijn, dan beschikt de staat waar de verkopen plaatsvinden niet over fysieke aanknopingspunten (zoals een fysieke vestiging of levering) op basis waarvan er belasting kan worden geheven. Het is logisch dat de staat waar het product verkocht wordt een bronheffing wil heffen. De vraag is wel of hier nog een rechtvaardigingsgrond voor bestaat, aangezien er in tegenstelling tot traditionele handel nu minder aanknopingspunten met dit land zijn. Het is ook nog eens makkelijk voor e-commerce ondernemingen om bronheffingen te ontlopen. E-commerce ondernemingen zijn vaak flexibel en kunnen zich makkelijk op een andere locatie vestigen. Het gevolg hiervan is dat ondernemingen zich snel zullen vestigen in een land met een laag belastingtarief, daar worden zij namelijk voor de wereldwinst belast in deze gevallen. De bronstaat heeft geen belastinginkomsten, en er ontstaat oneerlijke concurrentie in de bronstaat aangezien ingezetenen een hogere belastingdruk hebben ten opzichte van niet-ingezetenen. Veel problemen omtrent de heffing over e-commerce zijn van politieke aard. Zo liggen de VS bijvoorbeeld vaak dwars. De VS willen het heffingsrecht in eigen land houden en het recht niet naar andere landen verschuiven. Zo betaalde Apple in 2012 slechts 1,9% 20 Kamerstukken II 1997/98, , nr. 2. Nota: Belastingen in de 21e eeuw, een verkenning 12

13 vennootschapsbelasting buiten de VS. 21 Het is logisch dat de VS het heffingsrecht in eigen land willen houden aangezien hier veel grote internetbedrijven zijn gevestigd en het land anders veel belastinginkomsten misloopt. Een gevaar voor de VS is wel dat deze bedrijven zich in andere landen gaan vestigen. Het probleem van de heffing over e-commerce activiteiten is dat er een heffingsgrond ontbreekt in de bronstaat. Hierdoor worden belastingopbrengsten misgelopen, en ontstaat er oneerlijke concurrentie in deze afzetgebieden tussen ingezetenen en niet-ingezetenen Het belang van de vaste inrichting Als er internationaal dubbele belastingen zijn, belemmert dit de grensoverschrijdende handel sterk. Om dit voor ondernemingen te voorkomen werd in het OESO-Modelverdrag de vaste inrichting geïntroduceerd, door de aanwezigheid van een vaste inrichting werd duidelijk wanneer de bronstaat kon heffen en wanneer de vestigingsplaats het heffingsrecht behield. Landen heffen meestal belasting op grond van het woonstaatbeginsel. Als er echter voldoende band met een ander betrokken land aanwezig is dan wordt het land van verkoop heffingsbevoegd verklaard om op grond van het bronstaatbeginsel te heffen. Het vaste inrichtingsbegrip kan je zien als hulpmiddel in de vennootschapsbelasting om heffingsrecht toe te wijzen tussen lidstaten ter voorkoming van internationaal dubbele belasting. Ondanks veel wijzigingen in de wereldeconomie de afgelopen 80 jaar is het opvallend dat het OESO-Modelverdrag weinig is veranderd in al die jaren. 22 Dat het OESO-modelverdrag van groot belang is voor fiscaliteit blijkt uit het grote aantal gesloten bilaterale belastingverdragen die op dit modelverdrag gebaseerd zijn. Ook het vaste inrichtingsbegrip uit artikel 5 wordt vaak grotendeels overgenomen uit het OESO-modelverdrag en toegepast op een belastingverdrag. Dit begrip is van belang omdat alleen wanneer een onderneming een vaste inrichting in een ander land heeft, hier verdragsrechtelijk winst aan kan worden toegerekend. Alleen als e-commerce activiteiten in een ander land onder het begrip vaste inrichting vallen kan er dus bronbelasting worden geheven. Echter, wanneer spreek je precies 21 apple- betaalde- maar- 19- procent- vennootschapsbelasting- buiten- vs, 5 november Graetz, Michael J. and O'Hear, Michael M., "The Original Intent of U.S. International Taxation" (1997) 13

14 van een vaste inrichting, en wanneer vallen e-commerce activiteiten hieronder? Dit zijn belangrijke vragen om meer over de belastingheffing te weten te komen. Volgens artikel 5 van het OESO-Modelverdrag 23 en het OESO-commentaar op artikel 5 zijn er drie algemene voorwaarden voor een vaste inrichting van toepassing. Er is sprake van een vaste inrichting wanneer er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. Een vaste (fysieke) constructie 2. Welke duurzaam is 3. En door middel waarvan de werkzaamheden van de onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend Op grond van lid 2 vallen daar in ieder geval onder: een plaats van waaruit leiding wordt gegeven, een filiaal, een kantoor, een fabriek, een werkplaats en een plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen. 24 Door de digitalisering kunnen ondernemers makkelijker dan ooit een vestiging in het buitenland plaatsen en ervoor zorgen dat deze niet aan de voorwaarden voor vaste inrichting voldoet. Hiermee omzeilen ze belastingheffing in de bronstaat en kunnen ze de winst laten vallen in een land met een lage effectieve belasting heffing door daar het hoofdhuis te vestigen. Als gevolg hiervan ontstaat er een oneerlijke concurrentieverhouding in de bronstaat. Dit ontstaan van concurrentieverstoringen probeert de OESO juist tegen te gaan aangezien dit ingaat tegen het principe van een rechtvaardige belastinggrondslagverdeling. Buitenlandse ondernemers blijven buiten de heffing van de vennootschapsbelasting in tegenstelling tot de binnenlandse ondernemers in dezelfde staat. De vraag of een e-commerce onderneming zich kan kwalificeren als vaste inrichting is dus cruciaal voor de uiteindelijke belastingheffing. Alleen wanneer een onderneming zich in de bronstaat kwalificeert als vaste inrichting kan daar momenteel verdragsrechtelijk winst aan worden toegerekend. De vaste inrichting is eigenlijk een drempelwaarde voor belastingheffing door de bronstaat waarmee wordt getoetst of er voldoende activiteit in de onderneming aanwezig is om belasting te heffen. Vandaar dat ik later de verschillende e-commerce activiteiten toets aan de vaste inrichtingscriteria. Kan bijvoorbeeld de locatie van een server zich kwalificeren als een vaste inrichting? Een bedrijfsinrichting moet volgens het commentaar in het OESO-Modelverdrag namelijk fysiek aanwezig zijn. 23 OESO- Modelverdrag, artikel 5, eerste lid. 24 OESO- Modelverdrag, artikel 5, tweede lid. 14

15 3. De ontwikkeling van belastingheffing over e-commerce 3.1. Inleiding Sinds de opkomst van e-commerce zijn er de nodige bijeenkomsten georganiseerd omtrent de heffingsproblematiek. Al in 1961 is de OESO opgericht met als doel het besturen en coördineren van een economisch en sociaal beleid. Tegenwoordig bestaat dit samenwerkingsverband uit 34 landen en gezamenlijk proberen deze landen problemen op te lossen en internationaal beleid af te stemmen. Op fiscaal gebied is onder andere het OESO-modelverdrag opgesteld wat landen kunnen gebruiken als leidraad bij het opstellen van een belastingverdrag. Sinds 1997 staat e-commerce bij de OESO op de agenda en vele congressen verder is dit nog steeds een vaak terugkerend agendastuk. Dat het al lang op de agenda staat komt mede omdat de OESO moeite heeft met de belastingheffing omtrent e-commerce Turku-conferentie In 1997 organiseerde de OESO samen met de regering van Finland een conferentie getiteld: Dismantling the Barriers to Global Electronic in de Finse plaats Turku. Voor het eerst stond de heffingsproblematiek rondom e-commerce op de agenda van de OESO. Maar liefst 400 vertegenwoordigers waren aanwezig van onder andere 26 OESO-landen, 14 internationale organisaties en veel grote bedrijven. De conferentie had drie doelen voor ogen, ten eerste moesten er generale principes neer worden gezet voor wereldwijde e-commerce. Ten tweede moesten er verschillende oplossingen besproken worden en moest duidelijk worden wanneer een overheid in actie moet komen en wanneer niet. Het laatste doel was het identificeren van een organisatie die oplossingen kan vinden en kan implementeren. De deelnemers toonden hier hun goede wil maar toch bleven de gewenste resultaten uit. Er kwam geen gedetailleerd actieplan en de rol van verschillende partijen omtrent e-commerce bleef onduidelijk. In een gezamenlijke verklaring werd wel aangekondigd dat e- commerce ruim baan zou krijgen in de toekomst en werden er actiepunten voor de OESO afgesproken met betrekking tot de volgende bijeenkomst in Ottawa. De conferentie werd ook gebruikt om barrières rond e-commerce te doorbreken. Dit deden ze bijvoorbeeld door aan het publiek te laten zien hoe het internet gebruikt kan 15

16 worden om informatie wereldwijd digitaal te verspreiden. Zo werd de gehele conferentie, dankzij de nieuwste technologieën uit die tijd, wereldwijd live aangeboden op het internet Ottawa-Taxation Framework Een jaar later in 1998, kwam er een vervolg op de Turku-conferentie in het Canadese Ottawa. Als voorbereiding op de Ottawa Ministerial Conference on Electronic Commerce kwam het Committee on Fiscal Affairs (CFA) met het rapport Electronic Commerce: Taxation Framework Conditions. In dit rapport geeft de CFA aan dat de algemene fiscale beginselen ook de e-commerce moeten gaan begeleiden en dat de bestaande fiscale regels deze beginselen kunnen implementeren. Door het toepassen van deze beginselen moet er bij e-commerce handel een eerlijke heffingsgrondslag tot stand komen tussen landen en moeten dubbele belastingen worden voorkomen. 26 De ministeriele conferentie over e-commerce in Ottawa draagt de titel: A Borderless World: Realising the Potential of Electronic Commerce. De OESO geeft hierin aan dat de organisatie het moeilijk heeft met het onderwerp e- commerce en roept het bedrijfsleven en ook niet OESO-landen op om actief deel te nemen aan de discussie. Het bedrijfsleven bezit namelijk meer kennis van de ontwikkelingen in de techniek en de commerciële werking van de e-commerce dan de overheden. De niet OESO-landen worden erbij betrokken omdat e-commerce een wereldwijd karakter heeft. Vanuit het bedrijfsleven is er de hoop dat dit congres meer concrete resultaten zal opleveren dan in Turku. In Ottawa worden uiteindelijk twee belangrijke akkoorden gesloten. Zo komt er ten eerste een overeenkomst voor de omzetbelasting waarmee helderheid wordt gecreëerd. Er wordt namelijk overeengekomen dat digitale producten moeten worden belast in het land waar de consument woont. 27 Het tweede akkoord is relevant voor de vennootschapsbelasting en komt terug op de beginselen die in rapport Taxation Framework Conditions zijn opgesteld. De ministers zijn het ermee eens dat de zeven grondslagbeginselen voor traditionele internationale belastingheffing, ook moeten worden geïmplementeerd in 25 OECD Digital Economy Papers, Dismantling the Barriers to Global Electronic Commerce, Turku (Finland), November 1997 Conference Report 26 Electronic Commerce: Taxation Framework Conditions, OESO OECD Ministerial Conference: A Borderless World: Realising the Potential of Global Electronic Commerce, Ottawa, 7-9 October 1998 Conference Conclusions 16

17 de context van e-commerce. De volgende zeven beginselen moeten de basis gaan vormen voor de belastingheffing over e-commerce: 1 Neutrality De digitale economie moet op dezelfde manier als de gewone economie worden belast. Zakelijke beslissingen moeten zijn ingegeven door economische overwegingen en niet door fiscale overwegingen. 2 Efficiency De administratieve lasten voor de belastingplichtige en voor de belastingautoriteiten moeten zo laag mogelijk blijven. 3-4 Certainty and simplicity De fiscale regels moeten eenvoudig te begrijpen en toe te passen zijn door de belastingplichtige. De belastingplichtige moet de belastinggevolgen kunnen inzien van zijn acties. 5-6 Effectiveness and fairness Op het juiste moment moet het juiste belastingbedrag worden geheven, met minimale ruimte voor ontwijking of ontduiking. 7 Flexibility De fiscale regels moeten flexibel en dynamisch genoeg zijn om zich aan te kunnen passen aan de technologische en commerciële ontwikkelingen. 28 Daarnaast wordt er afgesproken dat er in overleg tussen de OESO en het bedrijfsleven gewerkt zal worden aan bepaalde punten met het oog op de hierboven vastgestelde grondslagprincipes. De belangrijkste punten zijn de volgende: 1. Taxpayer Service: De ontwikkeling van een manier om de kosten van belastingheffing te minimaliseren. 2. Tax administration, identification and information needs: Belastingautoriteiten moeten beschikken over betrouwbare informatie om belastingplichtigen te identificeren en daarvoor aanvaardbare richtlijnen vast stellen. 28 OECD 1998, Electronic Commerce: Taxation Framework Conditions, box 2 17

18 3. Tax collection and control: Er moeten passende systemen komen voor de inning en handhaving van belastingen. 4. Consumption Taxes: Er moet een overeenkomst worden bereikt over de regels waar consumptie plaatsvindt bij grensoverschrijdende handel, voor de heffing van consumptiebelasting. 5. International tax arrangements and co-operation: Met betrekking tot het OESO-modelverdrag werd er afgesproken om de toepassing van de vaste inrichting en toerekening van inkomsten te verduidelijken. Daarnaast moet er worden gekeken naar de mogelijkheid om de ontwikkelde transfer pricing guidelines en normen voor belastingverdragen ook voor e-commerce kunnen worden gebruikt. 29 De CFA geeft aan dat deze punten verder uitgewerkt moeten worden en dat de fiscaliteit zich moet blijven ontwikkelen wanneer er technologische en commerciële veranderingen zijn Technical Advisory Groups De Technical Advisory Groups (TAGs) werden in 1999 opgericht door de CFA. Deze TAGs bestaan uit experts uit het bedrijfsleven en van de overheden. De opdracht van de Business Profit (BP) TAG was om te onderzoeken hoe de toenmalige regels voor belastingheffing in het bedrijfsleven konden worden toegepast in de context van e-commerce. De BP TAG publiceerde bijvoorbeeld het rapport Technical treaty characterization Issues Arising from e-commerce in 2002 en Place of Effective Management Concept: Suggestions for Changes to the OECD Model Tax Convention in Het eindrapport door de CFA hierover draagt de titel: Are the Current Treaty Rules for Taxing Business Profits Appropriate for e-commerce?. Hierin beschrijft de TAG alternatieven om fundamentele veranderingen door te voeren. De TAG concludeert echter uiteindelijk dat het niet het juiste moment is om aan veranderingen te beginnen en dat het niet rechtvaardig is om voor e-commerce af te wijken van de huidige regels. Er lijkt geen bewijs dat communicatie efficiëntie van het internet leidt tot een significante daling van de belastinginkomsten van kapitaal 29 OECD 1998, Electronic Commerce: Taxation Framework Conditions, box 4 18

19 importerende landen. Dit rapport leidt uiteindelijk dan ook niet tot wijziging van het OESO-modelverdrag of het commentaar. Er waren dus geen fundamentele veranderingen nodig volgens de OESO. Bovendien waren de meeste e-commerce bedrijven gevestigd in OESO-lidstaten en wanneer hier een belastinguitbreiding op zou komen zou dit alleen maar voor ongewenste belastingconcurrentie binnen de OESO-lidstaten zorgen Aanpassing van commentaar bij artikel 5 OESO-modelverdrag Toch leverde het werk van de TAG en het congres in Ottawa resultaat op. De CFA richt zich namelijk op oplossingen voor de problemen die de TAG aankaart. In 2003 werd hierdoor het commentaar bij artikel 5 van het OESO-modelverdrag aangepast. Deze wijziging heeft betrekking op de toepassing van de huidige definitie van de vaste inrichting in het kader van e-commerce. Dit resulteert uiteindelijk in de toevoeging van de paragrafen van de commentaren op artikel De belangrijkste wijziging is de bepaling dat servers en computerapparatuur onder bepaalde omstandigheden wel degelijk als een vaste inrichting kunnen worden beschouwd. Een voorwaarde om een server om als vaste inrichting te kwalificeren is duurzaamheid, hiermee wordt bedoeld dat de server een bepaalde periode aanwezig moet zijn op een vaste plaats. 32 Ook wordt er vastgesteld dat aanwezigheid van personeel op een locatie geen vereiste is voor de kwalificatie vaste inrichting. 33 Tenslotte wordt er nog vastgesteld dat de huur van een ISP 34 niet leidt tot de vorming van een vaste inrichting en dat websites op zichzelf niet als vaste inrichting kunnen worden beschouwd. 30 OECD (2003), Are the current treaty rules for taxing business profits appropriate for e- commerce? 31 Changes to the commentary on the model tax convention on article 5, 22 december 2000, OECD CFA 32 Changes to the commentary on the model tax convention on article 5, 22 december 2000, OECD CFA, par Changes to the commentary on the model tax convention on article 5, 22 december 2000, OECD CFA, par Changes to the commentary on the model tax convention on article 5, 22 december 2000, OECD CFA, par

20 3.6. OESO-project: Base Erosion and Profit Shifting Toen de OESO het modelverdrag ontwikkelde waren en nog weinig grensoverschrijdende activiteiten waardoor het model nog eenvoudig werkte. Toen de techniek vorderde en daarmee de grensoverschrijdende activiteiten toenamen kwamen er steeds meer verdragsbepalingen in het modelverdrag bij. In 2003 stelde de OESO dat er voor e-commerce geen heffingsrecht was voor een land wanneer er een vaste inrichting ontbrak. Het is dus mogelijk dat er enorme verkopen in een land plaats vinden zonder dat deze belast worden. Door de enorme groei van de omvang van e- commerce is het niet kunnen heffen van bronbelasting geleidelijk aan steeds een groter probleem geworden. Er is een groot heffingslek ontstaan waar op internationaal gebied relatief weinig aandacht aan wordt besteed. Op nationaal niveau is het lastig actie te ondernemen en de internationale e-commerce ondernemingen klagen niet aangezien zij makkelijk belasting kunnen ontlopen. Pas in het jaar 2012 werd er actie ondernomen toen de OESO werd gevraagd om de gaten in de belastingheffing te identificeren. In 2013 kwam de OESO met haar eerste Base Erosion and Profit Shifting-rapport (BEPS)waarin erkend werd dat de belastingheffing achter was gebleven bij de ontwikkeling van de economie. De OESO heeft geen wetgevende macht maar kan wel het OESO-modelverdrag, en de transfer pricing guidelines wijzigen. Daarnaast kan de OESO lidstaten aanbevelen om nationale wetgeving te veranderen. Deze wijzigingen hebben wel pas werking wanneer dit daadwerkelijk is verwerkt in bilaterale verdragen. Het in 2013 gepresenteerde BEPS actieplan door de OESO bevat 15 actiepunten. 35 Actiepunt 1 gaat over de problematiek rond belastingheffing over de digitale economie. Hieruit wordt wel duidelijk dat de OESO zich er van bewust is dat de eerdere aanpassingen en ontwikkelingen niet effectief zijn geweest en dat er noodzaak is het systeem te wijzigen Actiepunt 1 Actiepunt 1 gaat over de fiscale uitdagingen van de digitale economie: address the tax challenges of the digital economy. 36 De oude regels zijn opgesteld op basis van een totaal verkeerde inschatting van de omvang die e-commerce zou krijgen. De belangrijkste problemen voor de bestaande internationale fiscale regels 35 OECD (2013), Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting, OECD Publishing 36 OECD (2013), Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting, OECD Publishing 20

21 moeten worden geïdentificeerd. Vervolgens moeten er gedetailleerde opties komen om deze problemen aan te pakken, rekening houdend met zowel directe als indirecte belastingen. Een belangrijk probleem wat de OESO hier onder andere wil onderzoeken is wat de mogelijkheden zijn voor digitale ondernemingen, om digitaal aanwezig te zijn in de economie van een ander land, zonder daar belastingplichtig te zijn. Aangezien e-commerce een wereldwijd karakter heeft en snel over grenzen heen gaat, is het lastig als landen allemaal een eigen fiscaal beleid hanteren. Elk land heeft het recht om een eigen belastingstelstel te ontwerpen, maar door deze verschillende stelsels worden wel belastinglekken gecreëerd. Een doel van dit actiepunt is dan ook de oprichting van een internationale samenwerking voor de vennootschapsbelasting. Veranderingen zullen moeilijk worden omdat de VS waarschijnlijk tegen zal werken. De VS willen namelijk niet dat het heffingsrecht naar andere landen verschuift aangezien er in de VS veel internetbedrijven gevestigd zijn. De OESO zelf verwacht dan ook geen concrete verandering van de regels, maar alleen een rapport. 37 De CFA richtte in 2013 een commissie op om verder te werken aan actiepunt 1, The Task Force on the Digital Economy (TFDE). Het doel van TFDE was om de problemen van de digitale economie verder in kaart te brengen en mogelijke oplossingen uit te werken. De Task Force stelt vast dat de principes uit het Ottawa-taxation framework nog steeds relevant zijn en als basis kunnen fungeren om de fiscale uitdagingen van de digitale economie aan te pakken. Er zijn onder andere presentaties geweest waar afgevaardigden mogelijke oplossingen opperden voor de aanpak van de problemen van de digitale economie. Deze ideeën werden allemaal bediscussieerd en toegevoegd aan het uiteindelijke verslag. 38 Actiepunt 7 van het BEPS actieplan sluit redelijk aan op actiepunt 1. In actiepunt 7 worden strategieën geïdentificeerd waarmee momenteel de vi-status wordt voorkomen. Actiepunt 7 wil voorkomen dat deze vi-status op kunstmatige wijze kan worden ontweken door bijvoorbeeld commissionairsstructuren. 39 Het is dan ook mogelijk dat er oplossing komt die voor beide actiepunten kan worden ingezet. 37 OECD, Public discussion draft, BEPS action: 1: address the challenges of the digital economy, 24 March April OECD 2014, addressing the Tax challenges of the Digital Economy, OECD/G20 Base Erosion and Profit Shifting Project, OECD Publishing 39 OECD discussion draft, BEPS action 7: Preventing the Artificial avoidance of PE Status, 31 October January

22 4. Kwalificatie website / server 4.1. Inleiding Alle e-commerce is geregeld via websites die meestal tot stand komen met behulp van servers. Vandaar dat ik ga kijken of websites of servers zich kunnen kwalificeren als vaste inrichting, waardoor er een heffingsgrondslag ontstaat. Wil je kwalificeren als vaste inrichting dan moet je voldoen aan de in par 2.3 behandelde voorwaarden. Het moet gaan om een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werkzaamheden van de onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend. Daarbij moet de bedrijfsinrichting duurzaam ter beschikking staan aan de onderneming, dus voor een zekere tijd Website Een internetwebsite is een combinatie van software en elektronische data. Een website voldoet dan ook niet aan de eis van een vaste/fysieke constructie en kwalificeert zich daarom nooit als vaste inrichting. Dit is door de OESO vastgesteld in het OESO-commentaar in punt 42.4 op artikel 5 van het OESO-Modelverdrag. Een site kan geen vestigingsplaats vormen omdat er een aanknopingspunt ontbreekt. Een website wordt operatief vanuit een server, en deze server bevindt zich op een locatie en niet de website. Doordat een website geen fysieke eigenschappen heeft is er geen direct verband met een land vast te stellen en is er geen vaste inrichting. 40 Alleen India is het niet eens met dit OESO-commentaar, zij geven aan dat een website onder bepaalde omstandigheden wel als vaste inrichting kan worden gekwalificeerd Server Bij een server is er in tegenstelling tot een website wel een fysieke constructie aanwezig mits deze voor een voldoende lange periode op een bepaalde plaats is gevestigd. 42 Een server kan dan ook mogelijk worden aangemerkt als vaste inrichting. Voor het aanbieden van een website en dus voor het bedrijven van e-commerce is de hardware van een server noodzakelijk. Indien een onderneming over een lokale server beschikt, en daarop zijn website ter beschikking stelt kan er dus sprake zijn van een 40 Punt 42.2 OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 41 Standpunt 33 op het OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 42 Punt 42.4 OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 22

23 vaste inrichting. Artikel 5 lid 4 zorgt echter voor de nodige problemen om servers te kunnen aanmerken als vaste inrichting. Er is namelijk op grond van lid 4 geen sprake van een vaste inrichting wanneer deze alleen wordt aangehouden voor: -Sub a: the use of the facilities solely for the purpose of storage, display or delivery of goods or merchandise belonging to the enterprise Bijvoorbeeld het laten weergeven van informatie op websites. -Sub d: the maintenance of a fixed place of business solely for the purpose of purchasing goods merchandise or of collecting information, for the enterprise Bijvoorbeeld het ontvangen van bestellingen en registreren van gegevens -Sub e: the maintenance of a fixed place of business solely for the purpose of carrying on, for the enterprise, any other activity of a preparatory or auxiliary character Van belang is de functie van een server, heeft deze het karakter van hulp- of voorbereidende werkzaamheden of is het een kernactiviteit. Als een server slechts voorbereidende- of hulpverlenende werkzaamheden uitvoert, kan een server geen vaste inrichting vormen. Dit verschilt per situatie waarbij moet worden gekeken naar alle activiteiten binnen het bedrijf. Als de server namelijk als kernactiviteit wordt aangemerkt, dan kan er wel sprake zijn van een vaste inrichting. Hierbij onderscheidt de OESO twee verschillende toepassingen van de server. Wordt de server, één aangehouden voor het verstrekken van informatie, of twee gaat het om een gewone onderneming die goederen via het internet verkoopt? In de tweede situatie verricht de server hoogstwaarschijnlijk slechts voorbereidings- of hulpwerkzaamheden. De server kwalificeert zich dus in die gevallen niet als vaste inrichting. Is er echter sprake van een zogenoemde smart server die contracten sluit en de betaling en levering regelt, dan is er wel sprake van een kernactiviteit en is er meestal wel een vaste inrichting aanwezig. In de meeste gevallen zullen servers geen kernactiviteit verrichten en gaat het dus niet om een vaste inrichting. In elke situatie waarbij een server aanwezig is, zal er dus gekeken moeten worden naar activiteiten binnen het bedrijf om te weten of er sprake is van een vaste inrichting. 43 Het maakt daarbij niet uit of er personeel 43 Punt OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 23

24 aanwezig is voor de aanwezigheid van een vaste inrichting, dit betekent dat geautomatiseerde processen zonder personeel zich ook kunnen kwalificeren als vaste inrichting. 44 Daarnaast is het onderscheid tussen een server en website van belang aangezien het bedrijf dat de server runt kan verschillen van het bedrijf waarvan de website is. Zo is het gebruikelijk dat een bedrijf gebruik maakt van ISP s (internet service providers) voor het hosten van een website. In deze gevallen bezitten de ondernemingen zelf niet de servers en ontbreekt dus fysieke aanwezigheid. Een bedrijf moet dus zelf in het bezit zijn van de server waarop de website gehost wordt om in aanmerking te komen voor een vaste inrichting. 45 Dan kan je nog stellen dat een ISP die voor een onderneming een website host, kan worden aangemerkt als een vaste inrichting op grond van artikel 5 lid 5 OESO-Modelverdrag. Dit zal echter, op unieke situaties na, niet werken aangezien ISP s niet gemachtigd zijn om overeenkomsten in naam van die onderneming te sluiten. 46 Een website kan dus nimmer een vaste inrichting vormen en een server die een website host slechts in bepaalde gevallen. Wil je een server kwalificeren als vaste inrichting dan moet deze duurzaam op een bepaalde plek ter beschikking staan aan de onderneming. Daarnaast moet de server zelfstandige en volledige ondernemersdiensten verrichten (kernactiviteiten) en niet enkel voorbereidende- of hulpwerkzaamheden. Daarnaast is van belang dat de onderneming eigenaar is van de server, en deze niet afneemt van een ISP. Mocht er dan sprake zijn van een vaste inrichting, dan kan hieraan slechts een bepaald gedeelte van de winst worden toegerekend. Daarbij moeten worden gekeken naar de verwevenheid van de vaste inrichting binnen de gehele onderneming. Daarbij zullen bronstaten vaak zoeken naar manieren om zoveel mogelijk winst toe te rekenen aan servers die een vaste inrichting vormen. Bedrijven zullen proberen geen vaste inrichting te vormen als dat belastingvoordeel oplevert, of juist de server in een land vestigen met gunstige belastingtarieven. Een gigantisch probleem is daarbij dat servers makkelijk verplaatsbaar zijn. Hierdoor kunnen ondernemingen servers makkelijk in staten met lage tarieven vestigen en dus een lagere heffing realiseren. Zoals uit dit hoofdstuk blijkt is het belasten van e-commerce een onmogelijke missie op basis van de huidige vaste inrichting definitie. Als gevolg 44 Punt OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 45 Punt 42.3 OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 46 Punt OESO- commentaar bij art. 5 OESO- Modelverdrag 24

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 C(2018) 1650 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 21.3.2018 betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid NL NL AANBEVELING VAN

Nadere informatie

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 16 november 2010)

Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 16 november 2010) AH 492 2010Z15249 Antwoord van minister De Jager (Financiën) (ontvangen 16 november 2010) 1 Kent u de techniek 1) waarbij inkomsten van bedrijven zoals Google naar Ierland en vervolgens via Nederland naar

Nadere informatie

Bronbelasting terug van weggeweest

Bronbelasting terug van weggeweest Bronbelasting terug van weggeweest Een verschuiving van woonland naar bronland heffing: Europese en bilaterale ontwikkelingen en de invloed op huidige structuren Heico Reinoud, Jurjen Bevers en Mounia

Nadere informatie

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing Op 21 maart jl. heeft de Europese Commissie nieuwe regels voorgesteld, die moeten verzekeren dat digitale bedrijven hun fair share betalen

Nadere informatie

GLOBE: BRONSTAATHEFFINGEN

GLOBE: BRONSTAATHEFFINGEN GLOBE: BRONSTAATHEFFINGEN JAN VLEGGEERT (UNIVERSITEIT LEIDEN) 3 juli 2019 Vereniging voor Belastingwetenschap 2019 GLOBE (1) GLOBE: GLObal anti-base Erosion proposal OECD/G20 Base Erosion and Profit Shifting

Nadere informatie

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013).

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013). > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

E-commerce & fiscaliteit: tijd om het vaste inrichting begrip uit te breiden?

E-commerce & fiscaliteit: tijd om het vaste inrichting begrip uit te breiden? E-commerce & fiscaliteit: tijd om het vaste inrichting begrip uit te breiden? Door: M.L.E. Kamp MSc. Post-Master Europees en Internationaal Belastingrecht Augustus 2014 Samenvatting Door de komst van e-commerce

Nadere informatie

BASE EROSION AND PROFIT SHIFTING

BASE EROSION AND PROFIT SHIFTING De invloed van transfer pricing op tax incentives voor innovatie Marlies de Ruiter Head of Tax Treaty, Transfer Pricing, Financial transactions Div OECD Ewald Cratsborn Director Corporate Fiscal Affairs

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

E-commerce en vaste inrichting

E-commerce en vaste inrichting E-commerce en vaste inrichting Aanpassing of uitbreiding van het begrip vaste inrichting biedt geen passende oplossing voor de onevenredige verdeling van de heffingsbevoegdheid over de winst die wordt

Nadere informatie

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Art. 1. Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende Staten. 2 larcier

Nadere informatie

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA s Gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA s Gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA s Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

OPENBAAR RAADPLEGINGSDOCUMENT

OPENBAAR RAADPLEGINGSDOCUMENT OPENBAAR RAADPLEGINGSDOCUMENT Verdragen ter voorkoming van dubbele belasting en de interne markt: praktijkvoorbeelden van gevallen van dubbele belastingheffing Identificatie van de belanghebbende voor

Nadere informatie

Van Commissionaire naar LRD?

Van Commissionaire naar LRD? Van Commissionaire naar LRD? Internationale jurisprudentie en bewegingen in het OESO commentaar over het begrip vaste inrichting (Quo Vadis?) Mirko Marinc, Michiel Bijloo, Jan Willem Gerritsen Agenda Introductie

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

DE VASTE INRICHTING IN DE DIGITALE ECONOMIE

DE VASTE INRICHTING IN DE DIGITALE ECONOMIE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie DE VASTE INRICHTING IN DE DIGITALE ECONOMIE Een onderzoek naar effectieve belastingheffing van e-commerce. Auteur: F.A.B. Evenboer

Nadere informatie

Digital municipal services for entrepreneurs

Digital municipal services for entrepreneurs Digital municipal services for entrepreneurs Smart Cities Meeting Amsterdam October 20th 2009 Business Contact Centres Project frame Mystery Shopper Research 2006: Assessment services and information for

Nadere informatie

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten..... 7 Wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 066 Belastingdienst Nr. 326 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Booking.com ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU.

Booking.com ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU. ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU. Authors: Paul Tang S&D Groep Europees Parlement, rapporteur van voorstellen voor een gemeenschappelijke winstbelasting Henri Bussink Projectmedewerker Nederlandse

Nadere informatie

Rente-aftrekbeperkingen in internationale context. Fred de Hosson

Rente-aftrekbeperkingen in internationale context. Fred de Hosson Rente-aftrekbeperkingen in internationale context Fred de Hosson >>Ahead of Tax 2010 Rente-aftrekbeperkingen Nu: - thin cap regeling: art. 10d Vpb; - anti-uitholling: art. 10a Vpb; - fraus legisrechtspraak

Nadere informatie

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 5 december 2017 (OR. en) 15445/17 FISC 346 ECOFIN 1092 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 15175/17 Betreft:

Nadere informatie

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011

Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Inhoud Voorwoord 9 Lijst van afkortingen 11 1 Het verdragsbeleid op hoofdlijnen 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Kerninzet 14 1.2.1 Hoofddoelen

Nadere informatie

Analyse belastingverdrag Nederland-Zambia

Analyse belastingverdrag Nederland-Zambia Analyse belastingverdrag Nederland-Zambia Analyse belastingverdrag Nederland-Zambia Samenvatting Op 15 juli 2015 sloten het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia een verdrag met elkaar tot

Nadere informatie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2016 (OR. en) 8792/1/16 REV 1 FISC 73 ECOFIN 383 NOTA I/A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e

Nadere informatie

Taxatie van de gedigitaliseerde economie OESO perspectieven

Taxatie van de gedigitaliseerde economie OESO perspectieven Taxatie van de gedigitaliseerde economie OESO perspectieven Luc Batselier Inhoud 1. Werking OESO 2. Rapport BEPS Actie 1 (2015) 3. Interim rapport (maart 2018) 4. Stand van zaken (december 2018) 4(a) UK

Nadere informatie

E-commerce; een virtuele heffing?

E-commerce; een virtuele heffing? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterthesis E-commerce; een virtuele heffing? De effectiviteit van de belastingheffing over e-commerce activiteiten. Naam: D.

Nadere informatie

Winstbelasting in de digitale economie

Winstbelasting in de digitale economie Erasmus University Rotterdam Winstbelasting in de digitale economie Een zoektocht naar een doelmatiger systeem voor een veranderende wereld P.N. Adriaanse Studentnummer: 354458 Rotterdam, december 2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Welkom bij het webinar Responsible Tax deel 1

Welkom bij het webinar Responsible Tax deel 1 Welkom bij het webinar Responsible Tax deel 1 Presentatoren: Stephen Brunner Hans Pijl Start webinar 08:30 uur Vragen Voor het stellen van vragen tijdens het webinar zijn er twee mogelijkheden. Inbellen

Nadere informatie

Belastingvoordeel halen door misbruik

Belastingvoordeel halen door misbruik Transfer Pricing Levert u goederen en/of diensten binnen uw groep van bedrijven? Dan moet u zakelijk handelen en heeft u te maken met Transfer Pricing. Een onderwerp dat steeds meer in de belangstelling

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

TRANSFER PRICING SERVICES

TRANSFER PRICING SERVICES TRANSFER PRICING SERVICES WAAROM IS TRANSFER PRICING ZO BELANGRIJK Door de toenemende hoeveelheid en variatie van intercompany transacties en regelgeving op het gebied van transfer pricing, samen met een

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats

Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats Vraag en Antwoord Common Reporting Standard en uw fiscale woon- of vestigingsplaats Wat is de Common Reporting Standard (CRS)? De Nederlandse overheid werkt met veel landen samen om belastingontduiking

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

DUBBELBELASTINGVERDRAGEN EN DE KUNSTENAAR PROGRAMMA BOEK. webinar maandag 18 september Dr. Dick Molenaar

DUBBELBELASTINGVERDRAGEN EN DE KUNSTENAAR PROGRAMMA BOEK. webinar maandag 18 september Dr. Dick Molenaar DUBBELBELASTINGVERDRAGEN EN DE KUNSTENAAR webinar maandag 18 september 2017 Dr. Dick Molenaar PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Woonplaats 3. Recht om belasting te heffen / OESO Modelverdrag 4. Belgische dubbelbelastingverdragen

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 7 september 2015

No.W /III 's-gravenhage, 7 september 2015 ... No.W06.15.0279/III 's-gravenhage, 7 september 2015 Bij Kabinetsmissive van 31 augustus 2015, no.2015001437, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

e-commerce Barometer 2017 België

e-commerce Barometer 2017 België e-commerce Barometer 2017 België Agenda 1. Waarom deze e-commerce Barometer? 2. Payment Service Providers 3. Diepte analyse van de online handel in België 4. Appendix Deel 1 Waarom deze e-commerce Barometer?

Nadere informatie

Framework omzetbelasting

Framework omzetbelasting E-commerce & BTW Framework omzetbelasting Ondernemerschap Prestatie onder bezwarende titel Plaats van de prestatie Belastingplichtige Vrijstellingen Maatstaf van heffing Tarief Aftrek van voorbelasting

Nadere informatie

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende

Boekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (Uittreksel)........................ 5 Wet van 24 december 2002 tot wijziging van

Nadere informatie

Maak uw fiscale doelen waar!

Maak uw fiscale doelen waar! Tax Corner juli 2015 Maak uw fiscale doelen waar! De digitale eengemaakte markt van de Europese Unie: btw-initiatieven voor grensoverschrijdende e-commerce Buitenlandse bankrekeningen moeten gemeld worden

Nadere informatie

BTW: een update in 45 minuten. Erik Scheer & Casper Evers

BTW: een update in 45 minuten. Erik Scheer & Casper Evers BTW: een update in 45 minuten Erik Scheer & Casper Evers Onderwerpen 1. Inleiding 2. De BTW-verordening (1 juli 2011) 3. Ontwikkelingen Hof van Justitie 2 Inleiding 3 Inleiding Talloze ontwikkelingen die

Nadere informatie

Hieronder ga ik in op de vragen die zijn voorgelegd. Bij de beantwoording daarvan volg ik de volgorde van het verslag.

Hieronder ga ik in op de vragen die zijn voorgelegd. Bij de beantwoording daarvan volg ik de volgorde van het verslag. Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 12.1.2017 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Nederlandse Eerste Kamer inzake

Nadere informatie

De 30-dagenregeling: Revisited

De 30-dagenregeling: Revisited De 30-dagenregeling: Revisited Anna Gunn Inhoud 1. Achtergrond 2. De 30-dagenregeling (oud) 3. De 30-dagenregeling (nieuw) 4. Bevindingen 1. ACHTERGROND 1 De Nederlandse maritieme zones Maritieme zones:

Nadere informatie

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,26juni2003(02.07) PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) LIMITE FISC108 ENER207 NOTA van: aan: d.d.: Betreft: hetitaliaansevoorziterschap degroepbelastingvraagstukken

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Elektronisch handtekenen in een handomdraai! Het proces in enkele stappen 2017, Deloitte Accountancy

Elektronisch handtekenen in een handomdraai! Het proces in enkele stappen 2017, Deloitte Accountancy Elektronisch handtekenen in een handomdraai! Het proces in enkele stappen 2017, Deloitte Accountancy Onderteken op elk moment! Waarom elektronisch ondertekenen zo gemakkelijk is Zoals u weet gaat het ondertekenen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 604 EU-voorstellen: Pakket vennootschapsbelasting COM (2016) 683, 685, 686 en 687 1 A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

Belastingheffing sporters en artiesten: woonstaatbeginsel of bronstaatbeginsel in internationale belastingverdragen?

Belastingheffing sporters en artiesten: woonstaatbeginsel of bronstaatbeginsel in internationale belastingverdragen? Belastingheffing sporters en artiesten: woonstaatbeginsel of bronstaatbeginsel in internationale belastingverdragen? Datum: 5 juni 2013 Naam: Lot Abrahamse Administratienummer: 759167 Studierichting: Fiscale

Nadere informatie

25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid. 31066 Belastingdienst. Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën

25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid. 31066 Belastingdienst. Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën 25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid 31066 Belastingdienst Nr. 113 Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE PUBLIC FISC 87 ENER 164 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep

Nadere informatie

E-commerce. 13 oktober Han Baauw

E-commerce. 13 oktober Han Baauw E-commerce 13 oktober 2016 Han Baauw Agenda E-commerce - B2B of B2C Diverse e-commerce modellen: - postaal - expres - andere opties Vrijstellingen Venue E-commerce en BTW Amazon Aandachtspunten E-commerce

Nadere informatie

Impact of BEPS disruptions on TCF / TRM / Tax Strategy

Impact of BEPS disruptions on TCF / TRM / Tax Strategy Impact of BEPS disruptions on TCF / TRM / Tax Strategy Be prepared for the future Herman Huidink & Hans de Jong TCF / TRM Basics (I) Werkstromen Tax Tax risk management & control Tax reporting & compliance

Nadere informatie

D e n H a a g 13 december 2017

D e n H a a g 13 december 2017 Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG B r i e f n u m m e r 17/11.227/K/Ha O n d e r w e r p Algemeen

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA 's Gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA 's Gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Verschenen in: H. Franken e.a. (red.), Recht en Computer, Kluwer Serie Recht en Praktijk, 5e druk, Deventer 2004, hoofdstuk 13, pp. 561-585.

Verschenen in: H. Franken e.a. (red.), Recht en Computer, Kluwer Serie Recht en Praktijk, 5e druk, Deventer 2004, hoofdstuk 13, pp. 561-585. Verschenen in: H. Franken e.a. (red.), Recht en Computer, Kluwer Serie Recht en Praktijk, 5e druk, Deventer 2004, hoofdstuk 13, pp. 561-585. Internethandel en belastingheffing Dr H. Vording 1. Inleiding

Nadere informatie

De invloed van het BEPS 2 voorstel op belastingoptimalisatie door middel van hybride entiteiten

De invloed van het BEPS 2 voorstel op belastingoptimalisatie door middel van hybride entiteiten De invloed van het BEPS 2 voorstel op belastingoptimalisatie door middel van hybride entiteiten Student: J.A.A. Peeters Studentnummer: 10175172 Studie: Naam Begeleider: Naam 2 e lezer: Master Internationaal

Nadere informatie

2013D25064 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2013D25064 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2013D25064 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de minister van Buitenlandse Zaken t.g.v. bovenvermeld

Nadere informatie

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish) ZA8 Flash Eurobarometer (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish) FL - Companies engaged in online activities BEN A Doet uw bedrijf aan online verkoop en/of maakt

Nadere informatie

Vaste inrichting vs. Deelneming

Vaste inrichting vs. Deelneming ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie Vaste inrichting vs. Deelneming Een Europeesrechtlijke toets in outbound-situaties Naam student: P.D.M.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 241 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband

Nadere informatie

Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. zie afzonderlijk Boekdeel I

Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. zie afzonderlijk Boekdeel I Boekdeel I zie afzonderlijk Boekdeel I Algemene inhoudstafel Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten................. 5 Wet

Nadere informatie

Digitale tijdperk: een vloek of een zegen?

Digitale tijdperk: een vloek of een zegen? Digitale tijdperk: een vloek of een zegen? Is de ontstane problematiek door de opkomst van e-commerce oplosbaar? Naam: Hicham El-Mahtouchi Studentnummer: 346575 Begeleiders: Mr. R.B.N. van Ovost & Prof.

Nadere informatie

Afschaffing Dividendbelasting

Afschaffing Dividendbelasting Afschaffing Dividendbelasting VKC Financiën 14 December 2017 Prof. dr Hans van den Hurk Allereerst 1,4 miljard Dit bedrag is ingepland als reguliere opbrengst door de rekenmeesters van Financiën Echter

Nadere informatie

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES Europees Economisch en Sociaal Comité ECO/360 Belastingheffing - Richtlijn moedermaatschappij / dochteronderneming Brussel, 25 maart 2014 ADVIES van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel

Nadere informatie

Fiscale staatssteun en de Transfer Pricing praktijk

Fiscale staatssteun en de Transfer Pricing praktijk Fiscale staatssteun en de Transfer Pricing praktijk Verslaglegger: mr. M. (Martijn) Mulder en mr. J. (Jim) Schoenmaeckers Spreker: mr. D. (Danny) Oosterhoff, Partner Transfer Pricing & Operating Model

Nadere informatie

Directie Financieringen Ons kenmerk Uw brief (kenmerk)

Directie Financieringen Ons kenmerk Uw brief (kenmerk) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid Nr. 77 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Klant. Klant - Branche: Industrie - > 20000 employees - Vestigingen in > 25 landen. Specifiek - Profitabele, kosten gedreven strategy

Klant. Klant - Branche: Industrie - > 20000 employees - Vestigingen in > 25 landen. Specifiek - Profitabele, kosten gedreven strategy Klant Klant - Branche: Industrie - > 20000 employees - Vestigingen in > 25 landen Specifiek - Profitabele, kosten gedreven strategy IT characteristics - Constante verandering: organsiatie, techniek, processen.

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate Tax Base

Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate Tax Base Fiche 4: Richtlijn gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) 1) Algemene gegevens Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate

Nadere informatie

CRS Informatiesessie 12 oktober Implementatie CRS

CRS Informatiesessie 12 oktober Implementatie CRS Implementatie CRS Welkom & Introductie Presentatie - de wettelijke basis Presentatie - de CRS-processen Presentatie - de EOI-tooling Planning Vragen Sluiting MCAA CRS Multilateral Competent Authority Agreement

Nadere informatie

Fiscaal beleidsstatement van de Rabobank

Fiscaal beleidsstatement van de Rabobank Fiscaal beleidsstatement van de Rabobank Inleiding De Rabobank geeft hierna een toelichting op het fiscale beleid en het country-by-country-overzicht in de jaarrekening 2014 (Toelichting 5: Bedrijfssegmenten).

Nadere informatie

BELASTINGHEFFING ARTIESTEN EN SPORTERS: VALT HET DOEK VOOR ARTIKEL 17 OESO-

BELASTINGHEFFING ARTIESTEN EN SPORTERS: VALT HET DOEK VOOR ARTIKEL 17 OESO- BELASTINGHEFFING ARTIESTEN EN SPORTERS: VALT HET DOEK VOOR ARTIKEL 17 OESO- MODELVERDRAG? Student: T. Verhoeven ANR: 265156 Datum: 22-05-2014 Afstudeerjaar: 2014 Faculteit: Fiscaal Instituut Tilburg Departement:

Nadere informatie

VAN REYBROUCK, Geert. De Belgische fiscaliteit en parafiscaliteit in een Europees kader

VAN REYBROUCK, Geert. De Belgische fiscaliteit en parafiscaliteit in een Europees kader VAN REYBROUCK, Geert. De Belgische fiscaliteit en parafiscaliteit in een Europees kader Documentatieblad, Brussel, FOD Financiën, LXe jaargang, nr. 5, juli-augustus 2000, pp.39-238 Samenvatting In deel

Nadere informatie

Het uitblijven van de rentebox

Het uitblijven van de rentebox de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Het uitblijven van de rentebox Vinod Kalloe Europese Commissie 1 Gedragscode inzake belastingregelingen voor ondernemingen Politiek akkoord (EU Resolutie 1 december

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1

INHOUDSOPGAVE. Woord vooraf / V. Lijst van gebruikte afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf / V Lijst van gebruikte afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1 1.1 Migraties en buitenlandse belastingplicht in het aanmerkelijkbelangregime /1 1.2 Probleemstelling /

Nadere informatie

Wet DBA en grensoverschrijdende arbeid

Wet DBA en grensoverschrijdende arbeid Wet DBA en grensoverschrijdende arbeid Sprekers Peter Hoogstraten - Van VAR naar Wet DBA Landelijk vaktechnisch coördinator loonheffingen Anela Kovacevic - Internationale afspraken/ Voorlichter Team GWO

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Werkdocument: Verwerking van persoonsgegevens op Internet

Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Werkdocument: Verwerking van persoonsgegevens op Internet 5013/99/NL/def. WP 16 Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens Werkdocument: Verwerking van persoonsgegevens op Internet Goedgekeurd door de Groep op 23

Nadere informatie

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B

9452/16 dau/roe/sv 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 25 mei 2016 (OR. en) 9452/16 FISC 85 ECOFIN 502 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 25 mei 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.:

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD

BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD BIG DATA & ANALYTICS BIG DATA: OPSLAG IN DE CLOUD FLEXIBEL EN SCHAALBAAR BEHEER VAN ENORME HOEVEELHEDEN INFORMATIE IN GROTE ORGANISATIES EFFICIËNT EN SCHAALBAAR OMGAAN MET INFORMATIE-EXPLOSIE De hoeveelheid

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2010 2011 32 714 (R1949) Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot wijziging van het Verdrag

Nadere informatie

Het belastingrecht BES. Perspectief bedrijfsleven

Het belastingrecht BES. Perspectief bedrijfsleven Page 1 Het belastingrecht BES Perspectief bedrijfsleven Handelsmissie Aruba Bonaire 2012 mr. Zuleika S. Lasten 6 juli 2012 Doel fiscaal stelsel BES Vereenvoudiging Lage tarieven en verbreding grondslag

Nadere informatie

De gevolgen van de wijziging van het OESO-modelverdrag voor de kapitalisering van de vaste inrichting

De gevolgen van de wijziging van het OESO-modelverdrag voor de kapitalisering van de vaste inrichting ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Masterscriptie De gevolgen van de wijziging van het OESO-modelverdrag voor de kapitalisering van de vaste inrichting Naam: Jurre Moormann Studierichting:

Nadere informatie

Bachelorthesis Fiscale Economie

Bachelorthesis Fiscale Economie Bachelorthesis Fiscale Economie Het arrest X Holding BV Naam : Malou van Dijnsen Adres : Kromwaarde 3A 4714 GW Sprundel Telefoonnummer : 0165-386605 Studierichting : Fiscale Economie Datum : 09 mei 2011

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Voorwoord bij het Mededingingsverslag 2015 door Margrethe Vestager, Commissaris voor mededingingsbeleid

Voorwoord bij het Mededingingsverslag 2015 door Margrethe Vestager, Commissaris voor mededingingsbeleid Voorwoord bij het Mededingingsverslag 0 door Margrethe Vestager, Commissaris voor mededingingsbeleid Afgelopen jaar was mijn eerste volledige jaar als Commissaris voor mededingingsbeleid sinds de Commissie-Juncker

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie