Woorden Doelgroepen Woorden Omschrijving Woorden 1-2-3
|
|
- Quinten Willems
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Woorden Het programma Woorden is gemaakt voor beginnende taalleerders in het basisonderwijs en de basiseducatie. In de drie bestanden worden in totaal ruim 2000 woorden aangeleerd. Omdat de programma's gevuld zijn met mooie plaatjes, foto's en geluiden, hoeven de leerlingen voor veel oefeningen nog niet te kunnen lezen. Doelgroepen Woorden Woorden is gemaakt voor beginnende taalleerders in het basisonderwijs (Woorden 1 voor groep 3 en 4, Woorden 2 voor groep 4 en 5, Woorden 3 voor groep 5 en 6), het praktijkonderwijs, de basiseducatie en voor leerlingen met een grote achterstand in het voortgezet onderwijs. Het programma is ook zeer geschikt voor het speciaal onderwijs. Voor een deel van de lessen is het niet nodig dat leerlingen kunnen lezen. Omschrijving Woorden Woordenschatverwerving is zonder meer het belangrijkste onderdeel van het leren van een taal. Een taalverwerver moet zich op vier verschillende niveaus bekwamen: de klanken en de letters; de woordkennis; het zinsniveau (grammatica); het tekstniveau. Woordkennis vormt de spil van deze reeks: klanken en letters worden gecombineerd tot woorden; woorden worden op hun beurt gecombineerd tot zinnen, en zinnen tot teksten. Bij het overdragen en begrijpen van teksten zijn woorden essentieel. De meeste methodes voor het onderwijzen van Nederlands als tweede taal zijn gestructureerd rond een grammaticale basis, toch speelt grammatica bij het leren van een tweede taal slechts een ondergeschikte rol.
2 Nederlandse kinderen die instromen in het basisonderwijs, kennen meestal al zo n 2000 à 3000 woorden (Verhallen & Verhallen, 1994). Dat geldt niet voor allochtone kinderen. Anderstalige leerlingen moeten op school een taal leren, terwijl ze tegelijkertijd via die taal toegang moeten krijgen tot de kennis die wordt onderwezen. Te weinig aandacht voor woordverwerving betekent daardoor ook een oplopende achterstand bij de andere vakken en vakonderdelen. Woorden 1-3 kan een bijdrage leveren aan het inlopen van de achterstand die anderstalige leerlingen op het gebied van de woordkennis hebben. In de drie bestanden worden totaal zo'n 2000 verschillende Nederlandse woorden behandeld, er komen 1200 frisse plaatjes en foto's in voor en bijna 3000 geluidsbestanden. In totaal zitten er 229 oefeningen, 3 totaaltoetsen, 6 deeltoetsen en 2478 vragen in de drie programma s. Elk van de drie delen bestaat uit 70 à 80 oefeningen en drie diagnostische en evaluerende toetsen, waar vele uren zelfstandig mee gewerkt kan worden. Bij de vaststelling van het corpus voor het programma is in eerste instantie uitgegaan van de lijst van de 1200 meest gebruikte Nederlandse woorden (Uit den Boogaart, 1975). Een flink deel van deze woorden hoeft niet te worden aangeleerd omdat ze zelfs bij beginnende taalleerders al bekend zijn (de, niet, goed, mooi). Het zijn bovendien vaak functiewoorden die niet bij een bepaald thema zijn onder te brengen. In Woorden zijn anderzijds ook veel woorden opgenomen die niet in de lijst staan. De selectie is ontstaan vanuit de gekozen thema s. Moeilijkheid van woorden is niet voor iedereen gelijk. Toch moest een indeling gemaakt worden in drie niveaus. Eén van de factoren die daarbij heeft meegewogen is het al dan niet vaak voorkomen van een woord (de frequentielijst van Uit den Boogaart). Verder is ervan uitgegaan dat woorden moeilijker worden naarmate ze: abstracter zijn; formeler zijn; langer zijn; vervoegd of verbogen zijn; samengesteld zijn; figuurlijk gebruikt zijn; onderdeel van een (idiomatische) uitdrukking zijn; horen in een bepaald (sociaal) register en als ze gaan over dingen die verder weg liggen. Bij de indeling van woorden in drie niveaus is met deze aspecten rekening gehouden. Waar deel 1 vooral uit concrete, korte, alledaagse, hoogfrequente woorden bestaat, komen in deel 3 veel langere, meer abstracte, lager frequente
3 en specifieke woorden voor. Bij de drie bestanden van Woorden 1-3 is dus sprake van een oplopende moeilijkheidsgraad. Binnen elk bestand is bovendien sprake van een cumulatieve opbouw. Woorden die in eerdere lessen behandeld zijn, worden verderop bekend verondersteld. Een didactische basisregel is dat het leren van een woord nooit in één keer gebeurt. Niet alleen moet de betekenis van woorden worden uitgelegd, daarna moet voldoende worden geoefend om ervoor te zorgen dat men die betekenis ook onthoudt. Ten slotte moet ook gecontroleerd worden of men de betekenissen kent. We maken bij Woorden gebruik van deze drieslag van semantiseren (uitleggen van betekenissen), consolideren (oefenen op verschillende manieren) en controleren. Rubrieken en oefeningen van Woorden 1 NB: oefeningen met * zijn voorzien van geluid en daardoor ook geschikt voor leerlingen die nog niet (goed) kunnen lezen. Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A mensen 1 Het meisje Jessica (*) Plaatje verklaren De jongen Bas (*) Plaatje verklaren De vrouw Sandra (*) Plaatje verklaren De man Ahmed (*) Plaatje verklaren Van mensen (*) Meerkeuze Wie of wat is dat? (*) Meerkeuze Lien Plaats woord Lees over Sas en Wim Meerkeuze Mensen (*) Meerkeuze 1 18 B dieren 1 Welk dier is dit? (*) Meerkeuze Dieren aanwijzen (*) Plaatje klikken Namen van dieren (*) Plaatje verklaren Dieren herkennen (*) Meerkeuze Het paard en de eend (*) Plaatje verklaren Welk dier hoor je? (*) Meerkeuze Boer Jansen Plaats woord Lees over de dieren van Jur Meerkeuze 1 14
4 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 9 Dieren (*) Meerkeuze 1 18 C huis 1 In huis (*) Meerkeuze De huiskamer (*) Plaatje verklaren De slaapkamer (*) Plaatje verklaren In en om het huis (*) Meerkeuze Wat is in het huis? Stenen Het huis van Vic en Jos Plaats woord Lees over het witte huis Meerkeuze Woorden van het huis (*) Meerkeuze 1 24 D keuken 1 In de keuken (*) Meerkeuze Op het aanrecht (*) Plaatje verklaren De keuken (*) Plaatje verklaren Wat zie je? (*) Meerkeuze Wat hoort bij elkaar? Koppelpuzzel De afwas Plaats woord Lees over het nieuwe huis Meerkeuze Dingen in de keuken (*) Meerkeuze 1 20 E buiten 1 Zie je dat? (*) Meerkeuze De stad (*) Plaatje verklaren Buiten (*) Plaatje verklaren Negen bouwsels (*) Plaatje klikken Namen van bouwsels (*) Plaatje verklaren Wat zie je buiten? (*) Meerkeuze Het huis van Aram Plaats woord Lees over het huis van Kim Meerkeuze Buitenwoorden (*) Meerkeuze 1 24 F kleding 1 Kleren en zo (*) Meerkeuze Tien kleren aanwijzen (*) Plaatje klikken Tien namen van kleren (*) Plaatje verklaren Hoe heet dit? (*) Meerkeuze Wat is kleding? Stenen Wat hoort bij elkaar? Koppelpuzzel Lev kleedt zich aan Plaats woord Lees over de jurk van Femke Meerkeuze Wat draag je? (*) Meerkeuze 1 25 G voeding 1 Wat eten we? (*) Meerkeuze Hoe heet dit voedsel? (*) Meerkeuze Groente en fruit (*) Plaatje klikken Namen van voedsel (*) Plaatje verklaren Wat kun je eten of drinken? Stenen Eten koppelen Koppelpuzzel Holle Bolle Gijs Plaats woord Lees over dunne Hatice Meerkeuze Eten benoemen (*) Meerkeuze 1 28 H school 1 Schoolwoorden (*) Meerkeuze Schoolwoorden herkennen (*) Meerkeuze Schoolspullen (*) Plaatje verklaren In de klas (*) Plaatje verklaren Koppels van school Koppelpuzzel Het boek is stuk Plaats woord Lees over boze Jaap Meerkeuze Schoolwoorden (*) Meerkeuze 1 25 I acties 1 Wat doen zij? (*) Meerkeuze Wat voor actie is dit? (*) Meerkeuze Acties aanwijzen (*) Plaatje klikken Welke actie zie je? (*) Plaatje verklaren Waar doe je het mee? Koppelpuzzel Wel of geen actie Rijen Wat ik allemaal doe Plaats woord Lees over het ongeluk Meerkeuze Wat gebeurt hier? (*) Meerkeuze 1 30
5 De woorden van Woorden 1 De ruim 400 inhoudswoorden die in het bestand Woorden 1 aan de orde komen zijn hieronder opgesomd. Daarnaast wordt in de oefeningen het gebruik van functiewoorden zoals 'dat', en', 'omdat' spelenderwijs aangeleerd en leert de leerling ook de betekenis van nieuwe woorden uit de context afleiden. aanrecht - aap - aardbei - afwas - als - appel - arm - armband - auto - baby - bad - badjas - badkamer - badpak - bakker - banaan - bananen - bank - bed - been - beer - beker - bellen - berg - bestelwagen - besturen - billen - blad - bloemen - bloes - boek - boekenkast - boom - boon - boot - bord - borst - borstel - bos - boven - brief - bril - broek - brommer - brood - brug - bruin - buik - buiten - bus - cijfer - citroen - cola - computer - daar - dak - dan - dekbed - deken - deksel - denken - deur - dieren - dik - doek - doen - dragen - drankje - drie - duiken - duim - duimen - duiven - dun - eend - eenden - eet - ei - eieren - elleboog - emmer - enkel - eten - etui - fabriek - fiets - fietsen - fietser - flat - fles - fornuis - foto - gaan - gebakje - gebouw - geel - geit - gek - geven - gezicht - gezond - glas - glazen - glijden - goed - gooien - gordijn - gras - groeien - groen - groente - grond - gum - gummen - haan - haar - haard - hals - hand - handdoek - hangen - heel - hek - helpen - hem - hemd - hert - herten - heuvel - hoed - hoef - hond - honden - hoofd - horen - huis - huiskamer - hut - ijs - ijsje - in - jaar - jack - jasje - jongen - juf - jurk - kaars - kaas - kamer - kapstok - kast - kasteel - kastje - keer - kerk - kersen - ketel - ketting - keuken - kijken - kikker - kin - kind - kip - kippen - klas - kleren - klimmen - klinken - klok - knie - knielen - koe - koek - koekje - koelkast - koffie - koken - kom - konijn - kont - kookplaat - kop - kopen - kopje - kraan - krijt - kussen - laars - laarzen - laat - lachen - lade - lamp - langs - leerling - leeuw - lekker - lepel - leren - letter - lezen - liggen - liniaal - lip - lopen - lucht - luier - luisteren - maaltijd - maan - machine - maken - man - map - meer - meester - meisje - melk - meloen - mes - messen - met - meteen - middag - moeder - moeten - molen - mond - mooi - muis - muren - muts - muur - naar - naast - nat - nee - neus - nieuwe - noten - nu - ogen - om - oma - oog - oor - op - opa - open - opzij - ouders - oven - paaltje - paard - pan - peer - penseel - penselen - peren - pers - pet - pink - pizza - plaat - plafond - plakband - plank - plant - plas - poes - pols - poot - pop - potlood - praten - prei - raam - radijs - rekenen - rennen - riem - rijden - rijst - rijweg - ring - rivier - rok - rood - rug - rugzak - ruiken - schaal - schaap - schaar - schapen - schoen - school - schoolbord - schoon - schoorsteen - schoppen - schotel - schouder - schrift - schrijven - schuur - sjaal - sla - slaapkamer - slang - slapen - snavel - snelweg - snoepje - snor - soep - sok - sokken - som - soms - spiegel - spin - spons - spreken - springen - spullen - staart - staat - stad - step - stoel - stoep - stoppen - straat - strik - stropdas - struik - stuk - suiker - t-shirt - taart - tafel - tanden - tas - te - teen - teevee - tekenen - tekening - tekenen - tekst - tent - thee - tillen - toetje - tomaat - toren - trap - trein - trui - tuin - tuinbroek - tv - twee - ui - uien - uit - vaas - vader - vallen - vangen - varken - vegen - veld - verven - vest - vier - vinger - vis - vissen - vlees - vleugel - vliegen - vloerkleed - voet - voetballen - voeten - vogel - volgen - voor - voorhoofd - vork - vraag - vragen - vrouw - vulpen - wand - wang - warm - wassen - water - weg - wei - wekker - wenkbrauw - wijzen - wolk - wonen - wortel - wuiven - zebrapad - zee - zeker - zitten - zoeken - zon - zwaaien - zwaan - zwembad. Inhoud Woorden 2 Woorden 2 is bedoeld voor leerlingen die het Nederlands al enigszins beheersen. In Woorden 2 zijn ruim 600 vaak wat langere - inhoudswoorden en uitdrukkingen gebruikt, bijvoorbeeld: je hoofd er niet bij hebben, achternicht, krokodil, bumper, automonteur, verliefd. Een overzicht ziet u aan het eind van dit hoofdstuk. Woorden 2 bevat 73 oefeningen, 1 totaaltoets en 2 deeltoetsen. Deze totaaltoets heeft 48 variabele vragen en de deeltoetsen elk 24 steeds wissellende meerkeuzevragen. Er zijn in het bestand 919 geluidsfragmenten en 529 afbeeldingen verwerkt. De oefeningen van Woorden 2 zijn verdeeld over een aantal rubrieken (zie de tabel hieronder). De vorm van elke oefening staat erbij. Voor een omschrijving van deze oefenvormen, zie de sectie DIDACTIEK.
6 Deze oefening is van het type Plaats woord. Hij is bedoeld om aangeleerde woorden te consolideren en het leren afleiden van betekenissen uit de context. De leerling wijst in de woordenlijst het woord aan dat past op de gemarkeerde plaats. Er is een spiekscherm beschikbaar onder het informatieteken. Rubrieken en oefeningen van Woorden 2 NB: oefeningen met * zijn voorzien van geluid en daardoor ook geschikt voor leerlingen die nog niet (goed) kunnen lezen. Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A lichaamsdelen 1 Lichaamsdelen herkennen (*) Meerkeuze Lidwina (*) Plaatje verklaren Het gezicht van Sonja (*) Plaatje verklaren Uitdrukkingen met hoofd en hand Koppels Uitdrukkingen over lichaamsdelen Koppels Het uiterlijk Plaats woord Tekst - De inbreker Meerkeuze Lichaamsdelen (*) Meerkeuze 1 25 B betrekkingen 1 Wie is wie? Plaatje verklaren De familie Weslo Meerkeuze Wie horen bij elkaar? Koppelpuzzel Familierelaties Koppels Dezelfde betekenis Koppelpuzzel Uitdrukkingen over relaties Koppels Vriendinnen Plaats woord Tekst - Verliefd Meerkeuze Woorden voor relaties (*) Meerkeuze 1 20 C dieren 1 Dieren herkennen (*) Meerkeuze Welk dier is dit? (*) Meerkeuze Wilde dieren (*) Plaatje verklaren Andere dieren (*) Plaatje verklaren Wat hoort bij elkaar? Koppelpuzzel Soorten dieren Koppels De jacht Plaats woord Tekst - de jonge tijger Meerkeuze Vragen over dieren (*) Meerkeuze 1 24 D voorwerpen 1 Dingen herkennen (*) Meerkeuze Wat zie je hier? (*) Meerkeuze Dingen aanwijzen (*) Plaatje klikken Soorten dingen Koppelpuzzel Wat doe je ermee? Koppels Onhandig Plaats woord Tekst - Arm en rijk Meerkeuze 1 10
7 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 8 Vragen over dingen (*) Meerkeuze 1 24 E transport 1 Vervoer herkennen (*) Meerkeuze Welk vervoermiddel is dit? (*) Meerkeuze De auto (*) Plaatje verklaren De motor (*) Plaatje verklaren Wat kun je ermee? Koppelpuzzel Land of water Rijen De vakantie Plaats woord Tekst - wielen Meerkeuze Vragen over vervoer (*) Meerkeuze 1 20 F beroepen 1 Beroepen herkennen (*) Meerkeuze Welk beroep is dit? (*) Meerkeuze Beroepen verklaren (*) Plaatje verklaren Beroepen aanwijzen (*) Plaatje klikken Beroep en omschrijving Koppelpuzzel Wat wil je worden? Plaats woord Tekst - beroepen tekenen Meerkeuze Vragen over beroepen (*) Meerkeuze 1 20 G begrippen 1 Begrippen herkennen (*) Meerkeuze Welk begrip is dit? (*) Meerkeuze Begrippen aanwijzen (*) Plaatje verklaren Tegengestelde begrippen Koppelpuzzel Woord en omschrijving Koppels De boomhut Plaats woord Tekst - het clubhuis Meerkeuze Vragen over begrippen (*) Meerkeuze 1 24 H gevoelens 1 Eigenschap en gevoel herkennen (*) Meerkeuze Wat is hij of zij? (*) Meerkeuze Gevoelswoord aanwijzen (*) Plaatje verklaren Wat voelen zij? (*) Plaatje klikken Tegenstellingen Koppelpuzzel Een ander woord Koppels Verliefd zijn Plaats woord Tekst - beste Anna Meerkeuze Eigenschappen en gevoelens (*) Meerkeuze 1 22 De woorden van Woorden 2 De ruim 600 inhoudswoorden die in het bestand Woorden 2 aan de orde komen zijn hieronder opgesomd. Daarnaast worden in de oefeningen verschillende functiewoorden aangeleerd en leert men ook de betekenis van nieuwe woorden uit de context afleiden. aanhangwagen - aansteken - aansteker - aap - aardig - achter - achterlicht - achternicht - achterruit - afgelopen - afmaken - afsluiten - alles - angstig - arm - auto - automonteur - baas - bakken - bakker - balen - band - bang - baren - bedriegen - bedroefd - beetje - begroeten - behanger - beheersen - beker - belangrijk - beminnen - beneden - beroep - bescheiden - bestek - bestelwagen - beter - bezig - bezoek - blij - blond - blussen - boer - bok - boodschappen - boos - boot - bord - borst - boven - bovenlip - box - brand - brandweer - brandweerman - brandweerwagen - breed - breken - broek - broer - brommer - brood - bruiloft - bruin - brul - buik - bumper - bureau - buren - buurjongen - buurmeisje - buurt - caissière - camper - caravan - chauffeur - chimpansee - chirurg - collega - dag - dak - danseres - dapper - deftig - dicht - dichtbij - dief - diep - dijbeen - dik - ding - dochter - doden - dokter - dolfijn - donker - donker - dood - doodstil - drankje - driewieler - drogen - druk - duidelijk - duif - duiken - duim - duizendpoot - dun - dwepen - echt - echtgenoot - echtgenote - eekhoorn - eend - eenzaam - elektricien - elkaar - elleboog - eng - enkel - enthousiast - ernstig - Europa - even - familie - fiets - fietsen - fles - flesopener - flitsend - fotograaf - fout - gaaf - gaan - gebak - gebeuren - geboren - gebruiken - gedood - geit - gek - geluid - gemak - gemakkelijk - gemeen - gepakt - gepest - gereedschap - gesprek - getrouwd - gevaar - gevaarlijk - geven - gevoel - gewoon - gezicht - gezin - gezond - gieter - giraf - gisteren - gloeilamp - gorilla - graag - griezelig - grond - groot - grootmoeder - grootouders - grootvader - haak - haan - haardroger - haas - hamer - hand - handig - handpalm - hapje - heel - helikopter - hert - heup - hijskraan - hoek - hond - honing - hoofd - hoog - houden - hout - huid - huifkar - huis - huisdier - huiskamer - hulp - huwen - iedereen - iemand - iets - ijsbeer - ijsje - ijverig - ingewikkeld - inroepen - interessant - jaar - jachthond - jagen - jager - jaloers - jeep - jong - jongen - jongeren - jukbeen - kaak - kajuitboot - kalf - kameel - kampvuur - kano - kant - kantoor - kapot - kapper - kapsel - kat - kelner - kennis - kennismaken - keuken - keukenhulpjes - keurig - kijken - kikker - kin - kind - kip - kleding - kledingstukken - klein - kleinkinderen - klerenhanger - kleur - knap - knie - knijper - koe - koekenpan - koelkast - koffer - komen - kopje - koplamp - kort - kraan - krap - krokodil - krom - kroost - kruis -
8 kuiken - kuit - kunnen - kurk - kurkentrekker - kwaad - laag - laatste - lam - land - lang - langs - langzaam - lawaai - leeftijd - leggen - lelijk - leraar - lerares - leren - les - leuk - libelle - licht - lief - links - lippenstift - loodgieter - lopen - luchtballon - lui - luid - luisteren - mager - make-up - maken - man - mascara - medelijden - meedoen - meeuw - meisje - melk - melkvee - mening - mes - metro - metselaar - meubels - middelvinger - minder - modder - moe - moeder - moedig - moer - mondhoek - monteur - mooi - motor - motorblok - motorkap - muis - muur - muziek - naast - nadenken - nagel - navel - Nederland - neef - netjes - neusgat - neushoorn - neusvleugel - nicht - niemand - nieuwsgierig - nijlpaard - niks - nummerbord - oksel - olifant - oma - onbereikbaar - onder - onderarm - onderwerp - onderzeeër - ondiep - ongehuwd - ongetrouwd - onthouden - ontmoeten - ontploffen - onzeker - oog - ooglid - oom - oorlel - oorschelp - opa - opbellen - opbergen - ophalen - ophangen - opmaken - opmerken - oud - ouders - overgrootmoeder - overgrootvader - paar - paard - paardenstaart - paars - papegaai - partner - pauw - pers - persen - personen - pesten - pijn - piloot - plank - planten - pleegmoeder - pleister - ploegen - poes - politieman - pols - pont - pony - portier - post - postbode - poten - prachtig - praten - precies - pul - pup - pupil - raar - raket - ram - rasp - raspen - recht - rechts - redden - regelmatig - reiger - reis - reizen - rekening - relatie - renpaard - repareren - rijden - rijk - ringvinger - risico - rommel - rommelig - rond - roos - roze - rubberboot - rug - ruimte - ruitenwisser - rups - rustig - schaap - schedel - schilder - schip - schoon - schoonmaakspullen - schoonmaken - schouder - schrik - schroef - schroevendraaier - schuur - scooter - serieus - servies - shovel - sip - skateboard - skelter - slaap slaan - slager - slak - slang - slank - slingeraap - slordig - slot - smal - smerig - snel - soldaat - spaarvarken - spannend - spatbord - speelgoed - speld - spiegel - spin - spitsen - sportwagen - spullen - steken - stel - stem - step - steppen - sterk - stiefmoeder - stiekem - stier - stil - stof - stofdoek - stoffen - stoffer - straat - straathond - streng - strepen - strooien - stroom - stuk - stuur - surfplank - tandarts - tandenborstel - tang - tank - tankwagen - tante - tegen - tekort - tekst - telefoon - test - tevreden - thuis - tijd - tijdelijk - tijger - timmeren - timmerman - touw - traag - tractor - tram - trechter - trein - trekken - trekvogel - trommel - trots - trouwen - trouwpartij - trui - twaalf - tweeling - tweewielers - twijfelend - uil - uiterlijk - uitgerust - uitlaat - uitladen - uitzien - vader - vak - vals - vangen - varen - vastmaken - vee - vegen - veilig - verdiende - verdriet - verdrietig - verf - vergiet - verhuiswagen - verhuizen - verkeer - verkering - verkoper - verlegen - verlichten - verliefd - verloofde - vermoeid - verplaatsen - verpleegster - verrast - verschillende - verveeld - vervelend - vervoeren - verwaand - verwant - veulen - vierkant - vies - vijf - vinden - vis - visdiefje - vissen - visser - vissersboot - vleermuis - vlieg - vliegreis - vliegtuig - vlinder - vlot - voertuigen - vogel - vol - voorhoofd - voorruit - voorzichtig - vork - vos - vrachtwagen - vragen - vreemd - vriend - vriendelijk - vriendin - vrijgezel - vrolijk - vrouw - vuilnisbak - vuur - wang - want - wasmand - water - watervogel - wc-papier - weduwe - weduwnaar - weg - weinig - wekker - wenkbrauw - werk - weten - wieg - wieldop - wijn - wijsvinger - wild - willen - wimper - winkel - winter - woede - woedend - wolf - worm - wreef - zachtjes - zaklamp - zand - zebra - zeehond - zeilboot - ziek - ziekenwagen - zielig - zin - zitten - zoet - zoetwatervis - zonder - zoon - zorgen - zuiden - zus - zwaar - zwak - zwart zwemmen. Inhoud Woorden 3 Muiswerk Woorden 3 is bedoeld voor leerlingen die geen moeite meer hebben met de woorden van Woorden 1 en 2. In Woorden 3 zijn bijna 1000 minder frequente woorden en uitdrukkingen, gebruikt, bijvoorbeeld: madeliefje, skeelers, injectie, concentreren, barbecue, regisseur, scoren, crimineel. Een overzicht ziet u aan het eind van dit hoofdstuk. Woorden 3 bevat 73 oefeningen, 1 totaaltoets en 2 deeltoetsen. De totaaltoets heeft 48 variabele vragen en de deeltoetsen elk 24 steeds wissellende meerkeuzevragen. Er zijn in dit bestand 1206 geluidsfragmenten en 595 afbeeldingen verwerkt. De oefeningen van Woorden 3 zijn verdeeld over een aantal rubrieken (zie de tabel hieronder). De vorm van elke oefening staat erbij. Voor een omschrijving van deze oefenvormen, zie de sectie DIDACTIEK.
9 Bij elke rubriek van Woorden bestaat de een-na-laatste oefening uit een tekst met vragen. Ook dit is een consolidatieoefening. Déze oefening komt uit de rubriek Dieren van Woorden 3. In de tekst komen sommige behandelde woorden terug. De vragen zijn bovendien gericht op het leren afleiden van betekenissen uit de context. Rubrieken en oefeningen van Woorden 3 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A natuur 1 Dieren en planten herkennen (*) Meerkeuze Namen van dieren en planten (*) Meerkeuze Dieren aanwijzen (*) Plaatje klikken Planten aanwijzen (*) Plaatje klikken Dieren en planten sorteren Rijen Soortnamen kiezen Koppels Op safari Plaats woord Tekst - Naar de dierentuin Meerkeuze Woorden voor dieren en planten (*) Meerkeuze 1 25 B uiterlijk 1 Opmaak en kleding herkennen (*) Meerkeuze Opmaak en kleding aanwijzen (*) Meerkeuze Aan je voeten (*) Plaatje klikken Bij welk lichaamsdeel? Koppelpuzzel Je mooi maken Stenen Uiterlijk en omschrijving Koppels Het fotomodel Plaats woord Tekst - De modeshow Meerkeuze Woorden bij het uiterlijk (*) Meerkeuze 1 28 C gezondheid 1 Gezondheidswoorden herkennen (*) Meerkeuze Het skelet (*) Plaatje verklaren Gezondheidswoorden aanwijzen (*) Meerkeuze Klacht en lichaamsdeel Koppelpuzzel Omschrijving van gezondheidswoorden Koppels Doktersvragen Meerkeuze Naar de specialist Plaats woord Tekst - Artsen zonder Grenzen Meerkeuze Gezondheidswoorden (*) Meerkeuze 1 25 D school 1 Schoolwoorden herkennen (*) Meerkeuze Vakken van school (*) Plaatje klikken Schoolwoorden aanwijzen (*) Meerkeuze Rekenwoorden in beeld Meerkeuze Omschrijving van schoolwoorden Koppels Concentratieprobleem Plaats woord Tekst - Dagboek van een juf Meerkeuze Schoolwoorden (*) Meerkeuze 1 24 E eten en drinken 1 Eten en drinken herkennen (*) Meerkeuze Groentes aanwijzen (*) Plaatje klikken 1 12
10 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 3 Groentes benoemen (*) Plaatje verklaren Fruit aanwijzen (*) Plaatje klikken Fruit benoemen (*) Plaatje verklaren Namen van eten en drinken (*) Meerkeuze Soorten eten en drinken Koppelpuzzel Tekst - Voedingsmiddelen Meerkeuze Eten en drinken (*) Meerkeuze 1 22 F maatschappij 1 Maatschappijwoorden herkennen (*) Meerkeuze Maatschappijwoorden aanwijzen (*) Meerkeuze Activiteit en omschrijving Koppels Wat gebruik je ervoor? Koppelpuzzel Omschrijving van beroepen Koppels Saai leven Plaats woord Tekst - Interview Meerkeuze Maatschappijwoorden (*) Meerkeuze 1 25 G sport 1 Sporten herkennen (*) Meerkeuze Sporten benoemen (*) Plaatje verklaren Sporten aanwijzen (*) Plaatje klikken Sporten en voorwerpen Koppels Het sportjournaal Plaats woord Sportwoord en omschrijving Koppels Tekst - De held Boukhari Meerkeuze Sportwoorden (*) Meerkeuze 1 22 H goed en kwaad 1 Woorden herkennen (*) Meerkeuze Woorden voor goed en kwaad (*) Meerkeuze Oorlogstuig (*) Plaatje verklaren Werkwoord en omschrijving Koppels Naamwoord en omschrijving Koppels Gevaarlijke honden Plaats woord Teksten - misdaadberichten Meerkeuze Goed en kwaad (*) Meerkeuze 1 24
MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieMoshi gaat met het vliegtuig naar Malawi
Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi
Nadere informatieBasiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling
Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling Inhoudsopgave Inleiding 2 Toetsing 3 Aanbieden 4 Gebaren Algemeen 5 Familie 16 Eten en drinken 20 Binnen en buiten spelen 33 Verzorging en kleding 44 Het weer
Nadere informatieZoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b
Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b ballon, boek, baby, brood, bloem, bus, berg, bril, boom, bal, hobbelpaard, druppel, tafel, krant, korst Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: d
Nadere informatieVeertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij
Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Boek van de week: 1; Kinderboerderij; Betty Sluyzer 2; Kinderboerderij/kijkdoosserie 3; Het grote voorleesboek van de Kinderboerderij 4; Boeken over
Nadere informatieThema dieren. Deze werkbundel is van:
Deze werkbunl is van: DIEREN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk dier. Noteer het aantal achter juiste benaming. hond: kat: het paard: hamster: slak: DIEREN TELLEN Oplossing Tel hoeveel je er ziet van
Nadere informatieDe leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek
De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3 Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Het wiel doet raar! 1 Naar wie gaat Daan? a Naar school b Naar Loes c Naar Rik 2
Nadere informatieAntwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1
itotrainer Nederland Geplaatst op www.oefenblaadjes.nl met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) ntwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Wat is een
Nadere informatieISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
1. Ik ga naar school agenda begrijpen (ik begrijp het niet) boek bord computer dicht (doe dicht) dit docent doe (doen) duidelijk en even fout ga (gaan) geven goed (dat is goed) groep gum klaar klas kom
Nadere informatieWoordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 een hark Een lange steel met een soort kam van ijzer eraan. de fontein Een bak waaruit water spuit. Het is voor de sier. Een wasbak in de badkamer wordt ook
Nadere informatie= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.
Woordenschat blok 1 gr4 Les 1 De heg De lantaarn De plant Het tuinhek Het terras De garage Het dorp De stad De zwerver De stoep De woonwijk = een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een
Nadere informatieVragenkaartjes voor onderweg!
Vragenkaartjes voor onderweg! 1 Print de kaartjes uit 2 Knip de kaartjes uit langs het kniprandje 3 Bind een elastieke om het pakketje kaartjes 4 Klaar om op vakantie te gaan met leuke vragenkaartjes!
Nadere informatieISK Leerlijn. Alfabetisering. Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK woorden
Bijlage: Startwoordenschat alfabetisering NT2 ISK - 100 woorden 1. Ik ga naar school begrijp (ik begrijp het niet) boek computer dit docent doe ga kom laptop naar open pak papier pen potlood tablet wat
Nadere informatieGrammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6
Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend
Nadere informatieWoordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten.
Woordkennis 1-5 NT2 Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten. Doelgroepen Woordkennis 1-5 NT2 Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld voor anderstalige leerlingen
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: opa en oma
Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma Boek van de week: 1; Superoma en de redding van blauwbil 2; Bij opa en oma 3; Met opa in het donker 4; De knotsgekke avonturen van opa Smoezel Verhaalbegrip:
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieDe leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3. Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek
De leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3 Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Zoek maar, Guus! 1 Waarom pakt mama de schoen niet? a Zij is moe b Haar buik is te dik c Ze
Nadere informatieNAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.
Werkbundel Instructies in de klas 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin. 3. Kleur de boeken op de onderste plank rood. 4. Zet een kring rond het meisje. 5. Doorstreep het
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatiebruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou
Pen! nr. 11 - de bruine trui 1 11.1 Lees en schrijf de ui de uil de muis het huis de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid de tuin de fluit het fruit de huid de kuil bruin bruin
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieAuditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken
Auditieve oefeningen - dierentuin Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen) die-ren die-ren-tuin leeuw-en gi-raf ze-bra ijs-beer kro-ko-dil was-beer-tje o-li-fant
Nadere informatieIk schrijf op wat ik hoor.
Categorie 1a Woorden met a Groep 3 Ik schrijf op wat ik hoor. kam Categorie 1a Woorden met a Groep 3 tak kar hal gas Categorie 1b Woorden met aa Groep 3 Ik schrijf op wat ik hoor. raam Categorie 1b Woorden
Nadere informatieLezer Game. Gemaakt door Drika Pepping-Poot
Lezer Game Gemaakt door Drika Pepping-Poot Lezer Game Lezer Game is een spel waarbij de spelers allerlei leesopdrachtjes uitvoeren. Met behulp van dit spel wordt er en geoefend en gespeeld. Materiaal:
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis
Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis Boek van de week: 1; Een huis bouwen 2;De bouwvakker 3; Op de bouwplaats 4; Een hol voor mol Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat
Nadere informatieOns eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen
Ons eerste boek plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert W.F. Oostveen bron. A.W. Sijthoff, Leiden 1880-1890 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oost080onse01_01/colofon.php
Nadere informatieafgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Nadere informatieMelkweg. Wat eet u? Lezen Alfa A. Gezond eten
Melkweg Lezen Alfa A Wat eet u? Gezond eten Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Wat eet u?, 2015 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +.
Nadere informatieWoorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten.
Woorden 2F Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten. Doelgroepen Woorden 2F Woorden 2F is vooral bedoeld voor
Nadere informatieLees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De machine maait.
Lees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De man maait het gras. De man duwt de gras-maai-machine. De man beslist waar hij maait. De machine maait. Zonder de man doet de machine niets.
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieMondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1
Mondeling Nederlands Cursus 2 Module 4 Dag 1 het gras het pad het park de boom de poep de vlieg rondkijken wegjagen wrijven dichtbij ver weg moe moe veel weinig iets - niets vallen wij/zij vallen hij/zij
Nadere informatieij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z
Pen! nr. 9 - De geit is grijs versie 1 november 2017 1 9 De geit is grijs de geit het schaap Kijk en schrijf de... ij / ei/ sch Pen! nr. 9 - De geit is grijs versie 1 november 2017 2 9.1 Lees, luister
Nadere informatieDe leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek
De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3 Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Waar is Rik? 1 Met wie gaat Rik op de foto? a Met groep 3 b Met Leen c Met groep
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema de dierentuin
Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Boek van de week: 1; Nijntje in de dierentuin 2; De dierentuin 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant
Nadere informatieWat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
Nadere informatieIk hoop dat U veel plezier beleeft in het samen praten met uw kind.
Beste Ouders In dit boekje staan allerlei foto's over dagelijkse dingen: opstaan, zich wassen,... Ik geef u hierbij enkele tips rond hoe u met uw kind kan praten tijdens bijvoorbeeld "het wakker worden".
Nadere informatieMarloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar
2.1 Met Ron naar school naam: Kijk en vul in: Wie - wat waar Op de schouder van Ron zit zijn rat. De rat heet Marloes. In zijn hand draagt Ron haar jong. Het jong heet Snuf. Op de grond staat de kooi van
Nadere informatieProgramma Nederlands Praten
Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij
Nadere informatieEen tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde.
Voorbeeldtekst: Afval uit de ruimte Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde. In (de / van / zeg) ruimte zweven
Nadere informatieKRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN
KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL
Nadere informatieTHEMA LENTE Auditieve oefeningen
THEMA LENTE Auditieve oefeningen Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord Tulp Gras Wei Letters samenvoegen tot een woord Kalfje Krokus Lente Narcis Zaaien Veulen Groeien Paashaas je Poesje
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatiePapa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.
Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.
Nadere informatieStart: Welk dier hoort bij...?
Start: Welk dier hoort bij...? Druk op de deksel van het muziekdoosje. Luister naar het geluid. Welk dier is dit? (Cavia) Zoek ze in de stal. Kijk eens goed, hebben alle cavia s dezelfde jas (vacht) aan?
Nadere informatie= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes.
Woordenschat blok 7 Les 1 i = een witte steel die je kunt eten. Het smaakt een beetje als ui. De banaan = een lange, beetje kromme gele vrucht. Om een banaan zit een schil. De bloemkool De paprika De prei
Nadere informatieEURO 0 5CENT 1EURO EURO
1 2 3 4 1 EURO 5 6 7 8 9 10 11 12 EURO 2 0 5CENT 5CENT 0 5CENT 1EURO 0 5CENT EURO 2 0 1EURO1CENT 13 14 15 16 17 18 20 19 21 22 23 24 25 26 27 28 30 29 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
Nadere informatieAls je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.
Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens
Nadere informatieTaalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord
Auditieve oefeningen bij het thema: Vriendschap Boek van de week: 1: Vriendjes; Mies van Hout 2: Vriendjes; Eric Carle 3; Twee vechtende eekhoorntjes; Rachel Bright 4; Grote Beer en Kleine Bever; Rian
Nadere informatieElena gaat naar de dierentuin
1.1 Flitskaarten de pinguïn, de slang, de aap, de olifant, de giraf, de krokodil, de leeuw, de tijger (de vogel) Tekst met prentenboek/video Opwarmen Begin het thema met een gesprek over de dierentuin
Nadere informatieANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 1 THUISKOMEN
ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 1 THUISKOMEN Opdracht 4 1. Suze 2. Omdat Victor en Isabel trouwen. 3. uit Zuid-Amerika 4. Hij is getuige. 5. Dat weet niemand. Opdracht 13 Nieuw bericht Aan: Onderwerp: s.schoenmaker@hotmail.com
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieAVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE
LESBRIEVEN LEERKRACHTENBESTAND LESBRIEF 1: MASKERS VOOR DE BEESTENBENDE AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE Copyright De Uitvinders Uitgave 2016 Versie 1.0 LESBRIEVEN LEERKRACHTENBESTAND LESBRIEF
Nadere informatieTussendoortjes boerderijklas
Tussendoortjes boerderijklas Beginsituatie 65 leerlingen: mogelijkheid tot verdelen in 2 e (34 lln) en 3 e leerjaar (31 lln) Grasveld/pleintje ter beschikking 1) Muziek: zoek het dierengeluid (10min) Elke
Nadere informatieThema beroepen. Deze werkbundel is van:
Deze werkbundel is van: Tel hoeveel je er ziet van elk beroep. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de dokter: de piloot: de brandweerman: de zakenman: de politieagente: de poetsvrouw: OPLOSSING
Nadere informatieBronnenboekje. Thema 6
Bronnenboekje Thema 6 Mijn lichaam Naam cursist:. Bronnenboekje 6 maandag 14 mei 2012 Inhoud Pagina Taallied Mijn lichaam is mijn instrument. 3 Vragen, verbinden en verwerken. 4-6 Hoofd, schouders, knie
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieLeesboekje eten en drinken
Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is
Nadere informatieZie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2
Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2 Je vindt in deze kopieermap het materiaal voor de dictees, de registratie, het remediëren, oefenen en verrijken. Het materiaal is verzameld per blok. De vierde
Nadere informatie- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -
- je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5
Nadere informatieDe zolder van opa Groepen 3-4-5
De zolder van opa Groepen 3-4-53 Inhoud 1 Kinderboekenweek 3 2 Op de zolder 4 3 De stoof 5 4 Het leesplankje 6 5 De Keulse pot 7 6 De tol 8 7 De foto 9 8 De koffiemolen 10 9 De schaatsen 11 10 Nog een
Nadere informatieOPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Nadere informatieWoordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00
Woordenkennis In Huis Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 K2-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat 37 NL-2411 CS Bodegraven
Nadere informatieSpel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.
Genesis 2:18-20 0 Leeftijd: 4-8 jaar Wat heb je nodig? 0 Lied: Adam geeft de dieren namen 0 Estafette: touw en attributen, bijvoorbeeld: pionnen, emmers, tafel 0 Speel het spel in 2 groepen Spel 0 Adam
Nadere informatie1 Kussen over mijn hoofd
1 Kussen over mijn hoofd De woonkamerdeur valt met een klap achter mij dicht. Ik ren de trap op, sla hier en daar een tree over. Niet vallen, denk ik nog, of misschien wel vallen. Mijn been breken en dan
Nadere informatieNoach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl
Noach moest een ark gaan bouwen 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl 1 2 De ark van Noach Vouw een ( bruin) vel karton dubbel. Vouw de beide zijkanten 3 cm om. Plak deze plakstroken (A) tegen de
Nadere informatieLESSTOF. Woorden 1-2-3
LESSTOF Woorden 1-2-3 INHOUD INLEIDING... 3 DOELGROEP... 4 STRUCTUUR... 4 INHOUD WOORDEN 1... 8 INHOUD WOORDEN 2... 10 INHOUD WOORDEN 3... 13 Lesstof Woorden 1-2-3 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn
Nadere informatieGeregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN
Geregeld spreken Ditte Oost & Monique Schoorl LES 1 11 Maak de zinnen af 1 Het meisje is blij. 2 De dokter is in het ziekenhuis. 3 De kinderen zijn op school. 4 De man is bij de gemeente. 5 De docent is
Nadere informatieNAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.
Vos en Waar is Haas het ijs? NAAM Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Wat een raar beest! lacht Uil.
Nadere informatiebegrijpend lezen werkboek
begrijpend lezen werkboek naam: groep: rik viert feest. hij is nu zes jaar. de bel gaat. rik rent naar de deur. wie is daar? roept rik. ik ben het, zegt een stem. rik hoort het al. het is opa. dag opa,
Nadere informatieBrieven van Ama welpen
Introductie Shanti heeft heel veel vriendinnetjes in de jungle. Ze heeft ook een vriendinnetje in een land heel ver weg. Het meisje heet Ama. Ama woont in een land dat Ghana heet. Weten jullie waar dat
Nadere informatieInleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!
Inleiding Of je nu een goede kok bent, of nog geen ei kunt bakken, de is een belangrijke plek in je huis. Dit boek vertelt de belangrijkste dingen over thuis koken. Zodat je veilig en gezond eten kunt
Nadere informatieGoedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.
Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 7 In huis
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 7 In huis 1 Woorden 1 de beker 2 de bloempot 3 de deken 4 de emmer 5 het fornuis 6 het gordijn 7 het huisnummer 8 het kussen 9 het laken 1 10 de lamp 11 de man 12 de
Nadere informatie- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -
- je kan me wat - module 2 docere delectare movere je O kan ROC p e me n van S wat Amsterdam c h o o l - A nt2taalmenu.nl educatie m s t e r - d ROC a m van module Z Amsterdam u i d - O 2 o s t tekeningen
Nadere informatieHet verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).
Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 8 van taal. Dit is het laatste thema van dit schooljaar. Volgend schooljaar krijgt u geen uitleg meer over de spellingscategorieën omdat de categorieën in groep
Nadere informatieTaalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord
Auditieve oefeningen bij het thema: Pannenkoekenhuis Boek van de week: 1: Een dikke vette pannenkoek 2: Een pannenkoek voor de koningin 3: Nachtpannenkoeken 4; Naar opa en oma pannenkoek; voorleesboek
Nadere informatieWoordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1 branden Iets dat door vuur kapot en op gaat. de brandweer Een plek waar mensen werken die branden blussen. Ze dragen dikke pakken en rijden in rode brandweerauto
Nadere informatiejuni 2015 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Naar de camping
juni 2015 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Naar de camping Naar de camping 1 We slapen in een tent. Dat zijn we zo gewend. tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Refrein: Dan gaan
Nadere informatieTaalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord
Auditieve oefeningen bij het thema: Poezen Boek van de week: 1: Een huis voor Harry van Leo Timmers 2: Dag Poes van Mies van Hout 3; De kat Willewete reeks van Clavis 4; Tangramkat van Marancke Rink en
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa
Auditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa Boek van de week: 1. Barbapapa boeken allerlei 2. Met Barbapapa de wereld rond Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant
Nadere informatieLes 3 Ik leer Nederlands
00:00 12:32 12/11/14 1 Ik leer Nederlands heeft 16 bladzijden. de bladzijde = de pagina Dag Mohammed. Goedemorgen, Anita. Anita is een voornaam van een vrouw. 00:43 13:13 Wat is goed of goede en wat is
Nadere informatie1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.
Dingen van vroeger Inhoud 1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8. De koffiemolen 10 9. De schaatsen 11 10. Nog
Nadere informatieWoordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1 de maaltijd Het is eten. Het kan warm of koud zijn. de vis Het is een dier dat zwemt in het water. Er zijn veel soorten vissen. sommige soorten kun je eten.
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is
Nadere informatieKeetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen
De verhuiswagen Mama! Keetje staat voor het raam. Ze wijst naar buiten. Er staat een grote auto voor het huis! Mama komt naast Keetje staan. Dat is een verhuiswagen. We krijgen vandaag nieuwe onderburen.
Nadere informatieAdam geeft de dieren namen
1 Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen, alle dieren groot en klein. Help je mee, heb jij een idee wat al die namen zijn? Spelidee: Zing de raadsels. De kinderen noemen de namen van de
Nadere informatie= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.
Woordenlijst: Thema 3 Les 1 De angst Bedroefd De bangerik Opgewekt Oneerlijk Jaloers Eigenwijs Geduldig Nerveus Nors Ontevreden Dwars = als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig.
Nadere informatieOnderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten
Onderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten paard sporen stap draf Paarden hebben hoefijzers. Pak eens een hoefijzer uit de emmer en bekijk hem goed. 1 Waar zijn de gaatjes voor? Waar zijn hoefijzers
Nadere informatieWoorden 1-2-3. Doelgroepen Woorden 1-2-3. Omschrijving Woorden 1-2-3
Woorden 1-2-3 Het programma Woorden 1-2-3 is gemaakt voor beginnende taalleerders in het basisonderwijs en de basiseducatie. In de drie bestanden worden in totaal ruim 2000 woorden aangeleerd. Omdat de
Nadere informatieDe Speelark. Huisregels buitenschoolse opvang De Speelark Heel. Regels bij het brengen en halen:
De Speelark Huisregels buitenschoolse opvang De Speelark Heel. Regels bij het brengen en halen: Kinderen worden door ouders tot in de groepsruimte gebracht. Kinderen en/of ouders pakken de tas uit. Jassen
Nadere informatieDinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn www.verhaalland.nl
E1. De werkwoorden 1. horen: ik hoor 2. zien: ik zie jij hoort jij ziet u hoort u ziet hij hoort hij ziet zij hoort zij ziet het hoort het ziet wij horen jullie horen zij (meer) horen wij zien jullie zien
Nadere informatieLeesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1
Leesboekje het huis Leesboekje Het Huis Pagina 1 Dit is het huis. Dit is de tuin. Dit is de woonkamer. Dit is de keuken. Dit is de slaapkamer. Dit is de zolder. Dit is het dak. Dit is de trap. Dit is de
Nadere informatie