INHOUD Voorwoord... 2 Inleiding... 3 Algemene bepalingen... 4 Deel 1: Studiegids... 5 Hoofdstuk 1: Visie op het onderwijs... 5 Hoofdstuk 2: Visie op
|
|
- Rudolf Smets
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Opleidingsstatuut voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse Ad-programma s behorende bij de bacheloropleiding Civiele techniek studiejaar
2 INHOUD Voorwoord... 2 Inleiding... 3 Algemene bepalingen... 4 Deel 1: Studiegids... 5 Hoofdstuk 1: Visie op het onderwijs... 5 Hoofdstuk 2: Visie op duurzaamheid... 7 Hoofdstuk 3: Lesdagen en vakanties... 9 Hoofdstuk 4: Doelen van de opleiding Hoofdstuk 5: De opbouw van de opleidingen Hoofdstuk 6: Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Hoofdstuk 7: Interne organisatie Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Reglement examencommissie 2016/2017 (BA & AD deeltijd) Reglement opleidingscommissie Regeling Tentamenbureau Instituut Built Environment (HAN) Regeling externe toezichthouders bij examens Deel 3: Beschrijving van het onderwijs Hoofdstuk 1: Curriculumoverzicht deeltijds Associate degreeprogramma s Civiele Techniek Directievoering Civieltechnische Projecten en Civiele Techniek Projectvoorbereiding en -realisatie Hoofdstuk 2: Gegevens Eenheden van leeruitkomsten en integrale toets Propedeutische fase Hoofdstuk 3: Gegevens Eenheden van leeruitkomsten en integrale toets Postpropedeutische fase Hoofdstuk 4: Verkorte programma s Deel 4: Onderwijsarsenaal Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut
3 Voorwoord Vanaf 1 september 2016 participeert de HAN in een door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gestarte pilot, genaamd de pilot Flexibilisering. Binnen de pilot Flexibilisering bieden de opleidingen van de HAN geen standaard programma s meer aan die iedere student moet volgen. In plaats daarvan hanteren we een benadering die uitgaat van te behalen leeruitkomsten (wat moeten studenten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding; ongeacht waar, hoe en in hoeveel tijd iemand dat leert). Op deze manier ontstaat ruimte om opleidingstrajecten flexibeler en meer op maat in te richten. De HAN sluit hierbij nadrukkelijk aan bij wat studenten al kennen en kunnen en wat dus in hun opleidingstraject niet meer geleerd hoeft te worden, terwijl de kwaliteit en de maatschappelijke waardering van de diploma s even hoog blijft. Om studenten goed te begeleiden tijdens de studie werkt de HAN met studieloopbaan-begeleiders. De studieloopbaanbegeleiders stellen gedurende de hele opleiding samen met de student vast welke persoonlijke leerroute een student binnen de opleiding kiest en ondersteunen bij het kiezen van de meest geschikte modules voor de leerdoelen. Tijdens de individuele gesprekken die u hebt met de studieloopbaanbegeleider wordt gesproken over de studievoortgang en de wijze waarop u tijdens uw studie door de docenten en praktijkbegeleiders wordt begeleid. Ook wordt bekeken op welke wijze u aan de verwerving van leeruitkomsten wilt werken, of naar de wijze waarop u wellicht aan kunt tonen dat u bepaalde leeruitkomsten al beheerst. Meer informatie over bovenstaande kunt u nalezen in Deel 1: Studiegids in paragraaf 1: Uitganspunten van het onderwijs. Uiteraard kan ook de studieloopbaanbegeleider van uw opleiding u meer informatie geven over de werkwijze van de opleiding binnen de pilot Flexibilisering. De HAN heeft altijd oog voor continuïteit in het opleidingsaanbod voor studenten. Het feit dat u aan een opleiding studeert die aan een pilot deelneemt, doet hier niets aan af. De pilot Flexibilisering zegt iets over een nieuwe, moderne en flexibele aanpak. Een dergelijke ontwikkeling komt vaker voor en is doorgaans zelfs een doorlopend proces, maar de opleiding zelf blijft de stabiele factor. Mocht in uw studieperiode de ontwikkeling terug richting traditioneler onderwijs of nog verder richting flexibilisering gaan, dan voorziet zowel de regelgeving als de studiebegeleiding aan de HAN er in dat u als student in deze ontwikkeling mee kunt gaan zonder verlies aan tijd of kwaliteit. De HAN is enthousiast over deze pilot omdat het extra mogelijkheden geeft om aan te sluiten bij volwassen en werkende lerenden. We horen graag van u of u dit ook zo ervaart! 2
4 Inleiding In dit statuut informeren wij u over de gang van zaken tijdens uw studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. U treft informatie aan over de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot uw rechtsbescherming. Volgens de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hbo-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (HAN) en het opleidingsspecifieke deel (de opleiding), zie figuur 1. Het instellingsspecifieke deel - verder het studentenstatuut genoemd - bevat een beschrijving van uw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die uw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en; een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van uw rechten. Dit instellingsspecifieke deel kun u terugvinden op HAN Insite. Het opleidingsspecifieke deel we noemen dat verder het opleidingsstatuut (OS) bestaat uit vier delen: 1. Studiegids. In de studiegids vindt u informatie over de opbouw van de opleiding en over de beroepstaken en competenties die in uw opleiding centraal staan. Verder krijgt u informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studieloopbaanbegeleiding en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor u zijn. Ook krijg u de algemene informatie die voor alle HAN-studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakanties en de tentamen- en herkansingsperiodes. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens. Hier vindt u met name de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Beschrijving van het onderwijs. In deel 3 vindt u onder andere informatie over het curriculum van uw opleiding, de eenheden van leeruitkomsten, de tentaminering, de integrale toetsen uw opleiding. De informatie in dit deel hoort bij de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van het opleidingsstatuut is gepresenteerd 4. Onderwijsarsenaal. Omdat in de OER alleen maar wordt beschreven hoe de leeruitkomsten en de toetsing en beoordeling binnen de eenheden van leeruitkomsten er uit zien is een apart document nodig om ons onderwijsaanbod te beschrijven. Deze beschrijving vindt u in het onderwijsarsenaal. 3
5 Figuur 1 Studentenstatuut en Opleidingsstatuut Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de Associate degree opleidingen Civiele Techniek Directievoering Civieltechnische Projecten en Civiele Techniek Projectvoorbereiding en - realisatie, hierna te noemen de opleidingen, in het studiejaar In dit opleidingsstatuut zijn uw rechten en plichten enerzijds en die van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die u door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde onderwijs- examenregeling, de procedures voor uw rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling en het onderwijsarsenaal dat wij u bieden. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van 15 juli. De faculteitsraad heeft op 15 juli ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op insite HAN en op de website van de HAN. 4
6 Deel 1: Studiegids Hoofdstuk 1: Visie op het onderwijs De HAN beschrijft haar visie op het onderwijs als volgt: Het beleid van de HAN is expliciet gericht op een leven lang gepersonaliseerd leren, onderzoeken en werken in een door technologie ondersteunde sociale en open leerwerkomgeving. Samenwerking met het werkveld is hierbij essentieel. We geven ons onderwijs en onderzoek vorm in nauwe samenwerking met het werkveld en onze omgeving. Het werkveld geeft als mede-eigenaar daadwerkelijk gestalte aan onderwijs en onderzoek. Het instituut Built Environment volgt daarnaast in zijn visie op leren in grote lijnen het sociaal constructivisme als basis voor het competentiegericht leren. De constructivistische theorie gaat er van uit dat het verwerven van kennis en vaardigheden niet zozeer het gevolg is van een directe overdracht van kennis door de docent, maar eerder het resultaat van denkactiviteiten van de studenten zelf: we leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat we al weten. Het constructivisme benadrukt daarmee de actieve rol van de student bij het verwerken van informatie en het verwerven van kennis en vaardigheden. Sociale processen spelen hierbij een belangrijke rol. Kennis wordt niet alleen individueel geconstrueerd, maar wordt ook steeds weer gespiegeld aan de opvattingen van anderen. Het constructivisme is ontstaan uit maatschappelijke ontwikkelingen. Een groot aantal van de soms stormachtige ontwikkelingen in onze maatschappij is terug te voeren op de steeds kortere looptijd van kennis. Eens geleerde kennis is niet meer voldoende om huidige ontwikkelingen bij te benen, laat staan om actief deel te nemen aan nieuwe ontwikkelingen. Reproductie van kennis is niet meer voldoende om als beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren. Beroepsbeoefenaren moeten niet alleen over vakkennis en vakvaardigheden beschikken, maar hiervan ook effectief en efficiënt gebruik maken in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. Er is in de maatschappij behoefte aan competente beroepsbeoefenaren die nieuwe oplossingen kunnen bedenken voor nieuwe problemen, en niet aan mensen die uitsluitend oplossingen voor bestaande problemen hebben geleerd. Als onderwijskundige uitgangspunten gebruikt het domein daarom de volgende punten: Beroepspraktijk als uitgangpunt De beroepspraktijk heeft een centrale rol in het onderwijs. Daarom wordt zoveel mogelijk geleert aan de hand van realistische praktijksituaties uit de beroepscontext. Dit doen we op vier manieren: - door competenties te zien in het kader van beroepstaken Een beroepstaak is een betekenisvolle, hele taak zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar wordt uitgevoerd. Studenten ontwikkelen hun competenties door te werken aan deze beroepstaken die representatief zijn voor het beroep. - door het leren in de praktijk Leren in de praktijk vormt een trigger om tot betrokken leren te komen, helemaal in de deeltijdopleidingen. Daarnaast biedt leren in de praktijk de mogelijkheid om (brede) voorkennis en ervaring op te doen. - door gebruik te maken van leerwegonafhankelijke leeruitkomsten als uitgangspunt voor het behalen van studiepunten Leren leren en levenslang leren De snelle veranderingen in het werk van een professional maken het noodzakelijk dat de professional voortdurend zijn expertise aanpast, uitbreidt en/of verlegt. We gaan er daarom van uit dat studenten een houding ontwikkelen waarin life long learning (levenslang leren) een vanzelfsprekendheid is. Zelfsturing Wij leiden op tot beroepsbeoefenaren die in staat zijn om hun beroepstaken zelfstandig uit te voeren, hun beroepshandelen continu te verbeteren en zelfstandig hun loopbaan te ontwikkelen. Bij onze studenten gaan we uit van een toenemende mate van zelfstandigheid en zelfsturing bij het vormgeven van hun leertraject. Flexibilisering 5
7 In het deeltijdse en duale onderwijs gaan we uit van standaardisatie op maat 1, waarbij al het onderwijs wordt georganiseerd op basis van standaardcomponenten, ook wel modules genoemd. Modules hebben de volgende kenmerken: Modules zijn opgebouwd rond herkenbare taakgebieden uit de beroepspraktijk. Modules zijn als zelfstandige eenheden te volgen en worden afgesloten met een certificaat. Modules hebben een substantiële omvang. Binnen een opleiding is een deel van de modules verplicht en een deel ter keuze, om aan te sluiten op verschillen in loopbaanambities. Binnen modules kunnen studenten beperkt zelf vorm geven aan hun onderwijs. Blended learning (inclusief werkplekleren) biedt mogelijkheden tot personalisering binnen een module. De leeropbrengsten van een module bevatten voor de beroepspraktijk relevante resultaten die bijdragen aan de ontwikkeling van de werkplek. Het deeltijdse en duale onderwijs wordt daarnaast ook nog verder geflexibiliseerd door: Meerdere instroommomenten: iedere opleiding heeft minimaal 2 instroommomenten per jaar Intake op moduleniveau: per module wordt gekeken welk leerarrangement het beste past bij de student Mogelijk maken van tempoverschillen Variatie in werkvormen: deeltijdstudenten moeten (deels) tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen studeren Toetsing en beoordeling De vorm van een opleiding kan verschillen (voltijd, in deeltijd of duaal), echter de voor de opleiding geformuleerde beroepstaken en competenties zijn hetzelfde. Bij toetsing en beoordeling wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen meet wat het zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijken we naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. De toetsing in de deeltijd is in alle gevallen leerweegonafhankelijk. De student hoeft het onderwijsaanbod van de opleiding (zoals geformuleerd in deel 4 van dit statuut) niet per sé gevolgd te hebben om de toets met goed gevolg af te sluiten. Een goede mogelijkheid hiervoor is portfolio beoordeling. Binnen het portfolio kan dan gedacht worden aan het aanleveren van een informatiedossier, een verslag, een film, een scriptie, maar ook door een door de opleiding gemaakte toets voor die eenheid van leeruitkomsten. Eenheden van Leeruitkomsten en Modules Uw opleiding is gedefinieerd als een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten. Die eenheden van leeruitkomsten zijn gegroepeerd in modules met een omvang van 30 studiepunten. Modules zijn dus vaststaande sets van eenheden van leeruitkomsten. Eenheden van leeruitkomsten hebben een minimale studielast van 2,5 studiepunten. Alle modules worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. Iedere eenheid van leeruitkomsten (EVL) wordt afgesloten met een tentamen, dat kan bestaan uit meerdere deeltentamens. Studieloopbaanbegeleiding De HAN hecht er aan zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van uw studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van ons onderwijs. De studieloopbaanbegeleider helpt u bij het ontwikkelen van de zelfsturing die u nodig heeft om uw studie te volbrengen. Tevens is hij voor u het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als u gepland had of bij langdurige ziekte of handicap. Hij kan u dan helpen wegen te zoeken om uw resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het samen met u vaststellen van de leerroute die u kiest en het ondersteunen bij het kiezen van de meest geschikte modules in de hoofdfase van uw opleiding. Meer informatie over de studieloopbaanbegeleiding is verderop in deel 1 van dit opleidingsstatuut te lezen. Onderwijsovereenkomst 1 Beschreven in Opmaat naar flexibel deeltijdonderwijs, Adviesrapport van de raamleerplancommissie deeltijd van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Gepubliceerd in april
8 Het experiment leeruitkomsten geeft u als student meer ruimte om uw eigen leerroute te bepalen. U kunt er voor kiezen om niet alle onderwijs dat wij u aanbieden ook daadwerkelijk te volgen. We maken dan voorafgaand aan de module afspraken over de wijze waarop u zich gaat voorbereiden op het tentamen of de tentamens van de module en het moment waarop u dit tentamen of tentamens- of de deeltentamens waaruit een tentamen bestaat- aflegt. Deze afspraken worden vastgelegd in de onderwijsovereenkomst die wordt ondertekend door u en door de HAN. Praktijk-leer overeenkomst In ons deeltijdonderwijs neemt werkplekleren een belangrijke plaats in. Als een deel van uw leerroute zich afspeelt op uw werkplek leggen we dat in een overeenkomst tussen u, de werkgever en de HAN vast. Onderwijsarsenaal Bij iedere eenheid van leeruitkomsten die u gaat volgen, beschrijft de opleiding hoe u kunt aantonen dat u beschikt over het inzicht en de kennis en vaardigheden die nodig zijn om het tentamen behorende bij die eenheid van leeruitkomsten te behalen. In het onderwijsarsenaal beschrijven wij welk onderwijsaanbod wij u doen. We beschrijven daarin per module welk onderwijs er wordt gegeven en wanneer en hoe dat wordt gegeven. De informatie in het onderwijsarsenaal heeft u nodig om: - besluiten te nemen over de leerroute die u kiest (zie ook Onderwijsovereenkomst) - samen met uw studieloopbaanbegeleider een keuze te maken uit de modules waaruit de opleiding bestaat en de volgorde waarin u deze gaat doorlopen. Hoofdstuk 2: Visie op duurzaamheid In de maatschappij is sprake van een toenemende vraag naar duurzame oplossingen in de gebouwde omgeving, dit geldt zowel voor nieuw- als bestaande bouw. Duurzaamheid is daarom een belangrijk thema bij het instituut Built Environment. De visie van het instituut op het gebied van duurzaamheid is opgebouwd uit een viertal elementen, te beginnen met het schetsen van het maatschappelijk beeld zoals dit binnen het domein waarin het instituut actief is wordt waargenomen. Vervolgens wordt daar van afgeleid, hoe wij als kennisinstelling wensen bij te dragen aan de maatschappelijke opgaven waar het domein van de gebouwde omgeving voor staat. Uiteindelijk wordt ook verwoord hoe dit beleid binnen het instituut is verankerd en tenslotte hoe dit dan intern en extern wordt georganiseerd. De maatschappelijke opgave op het gebied van duurzaamheid. Om te kunnen voldoen aan de duurzaamheidsvraag is een discipline overstijgende visie noodzakelijk waarbij oude denkpatronen deels moeten worden losgelaten, zodat ruimte wordt gecreëerd voor meer duurzame bouwprocessen, -materialen en -producten. Om dit te bereiken trachten opdrachtgevers binnen de overheid onder meer met functioneel specificeren en het hanteren van algemeen geaccepteerde meetbare duurzaamheidscriteria de uitvoerende marktpartijen uit te dagen om hier invulling aan te geven. De bouwsector is echter van oudsher een conservatieve bedrijfstak die bovendien gekenmerkt wordt door sterk gefragmenteerde werkprocessen. Hierdoor komen innovaties moeilijk van de grond, ontstaan er hoge faalkosten en zijn de marges laag. Mede hierdoor is deze sector ook zeer gevoelig voor recessies. Om de kloof tussen duurzaamsheidsvraag en -aanbod te kunnen overbruggen is een duurzaamheidstransitie van de bouwsector noodzakelijk. Voor de betreffende beroepsgroepen betekent dit dat zij niet alleen over een andere mind-set moeten beschikken maar ook over de gewenste deskundigheid. Om dit te bereiken ligt er niet alleen een verantwoordelijkheid bij de overheid en het bedrijfsleven maar ook bij kennisinstellingen, de derde partij uit de gouden driehoek. Er treedt een nieuw tijdperk aan, waarin het vak van bouwkundig en civieltechnisch ingenieur deels opnieuw zal moeten worden uitgevonden. Hoe vertaalt zich dit in een missie voor het instituut? Als gevolg hiervan ligt er voor het instituut Built Environment een opgave om hoogopgeleide studenten af te leveren die niet alleen vertrouwd zijn met de nieuwe duurzame bouwwereld maar die ook over de benodigde competenties beschikken om actief aan de benodigde duurzaamheidstransitie bij te dragen. 7
9 Om de gewenste attitudeverandering te bereiken wordt het thema duurzaamheid op een dusdanige inspirerende wijze aangeboden, dat het studenten prikkelt om vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid proactief invulling te geven aan het begrip duurzaamheid en daarbij in staat stelt om over de bestaande (traditionele) grenzen van de techniek heen te kijken. Het instituut Built Environment biedt studenten binnen het domein Bouw & Ruimte daarom een opleiding aan waarbij duurzame ontwikkeling een integraal onderdeel is van het beroepsgerichte profiel dat zij daarbij hanteert. Belangrijke aandachtspunten zijn daarbij het leveren van oplossingen (in plaats van diensten), de voorkant van processen (o.a. life cycle analysis) en de bereidheid tot partnering (gemeenschappelijk nieuwe toegevoegde waarde creëren). Het instituut Built Environment wil binnen het hoger onderwijs toonaangevend zijn op het gebied van duurzame ontwikkeling. Hoe is dit verankerd in het beleid? De beleidsverantwoordelijkheid voor het borgen van het thema duurzame ontwikkeling in het onderwijs en onderzoek is op directieniveau verankerd. Omwille van het verkrijgen van voldoende intern draagvlak worden zowel studenten als medewerkers van het instituut Built Environment actief betrokken en continu gestimuleerd om bij te dragen aan de invulling van de missie. Om daadwerkelijk te kunnen bijdragen aan een structurele cultuurverandering in de bouwsector is ook extern draagvlak van groot belang. Het instituut Built Environment betrekt daarom actief ketenpartners en maatschappelijke partners in haar onderwijs- en onderzoeksprocessen. De basis voor het duurzame gedachtegoed wordt daarbij in belangrijke mate ontleend aan het Brundtland rapport (1987). Gestreefd wordt naar een hoge mate van professionaliteit, onder meer door eenduidig doelen rondom duurzame ontwikkeling te formuleren en bereikte resultaten te monitoren. Het instituut wil dan ook door haar stakeholders gezien worden als toonaangevend op het gebied van duurzame ontwikkeling. Langs welke weg gaat het instituut dit organiseren? Het instituut heeft in de afgelopen jaren grote stappen gezet met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Zo behaalde het in 2009 voor beide opleidingen twee sterren in de AISHE-audit en werden in 2012 beide opleidingen gecertificeerd met drie sterren. Het instituut heeft in 2014 de certificering met 4 sterren behaald. Daarbij vormen niet de sterren zelf het doel. Het uitgangspunt is dat het proces om hier te komen leidt tot een hogere kwaliteit van het onderwijs, tot bredere samenwerking in het instituut zelf en tussen het instituut en alle ketenpartners, en tot een hooggekwalificeerd en up-to-date functionerend instituut waarvan de afgestudeerden daadwerkelijk en meervoudig waarde kunnen toevoegen in de bouwketen. Het implementeren en verankeren van het gedachtegoed op het gebied van duurzame ontwikkeling in de activiteiten van het instituut Built Environment geschiedt volgens de hiërarchische lijn. Er is bewust niet gekozen voor een (separate) stuurgroep duurzaamheid met een functionele verantwoordelijkheid. Het managementteam, onder leiding van de instituutsdirecteur, dat in principe wekelijks overlegt, is eindverantwoordelijk voor het ontwikkelen van het beleid en de implementatie daarvan. Binnen de faculteit Techniek en daarbuiten worden door de directeur regelmatig en consequent contacten onderhouden met diverse stafdiensten van de HAN op het gebied van duurzaamheid ten behoeve van een optimale afstemming en borging op faculteits- en instellingsniveau. Het instituut wil binnen de HAN een voorbeeldfunctie laten zien, te bevestigen middels het verkrijgen van een 4 sterrencertificaat voor het hoger onderwijs (HOBEON). 8
10 Hoofdstuk 3: Lesdagen en vakanties Jaarplanning studiejaar Vastgesteld in CvB wk Datum Onderwijsweek Bijzonderheden aug-16 1 Herkansing/opstart aug-16 2 Introductie 36 5-sep-16 3 Start studiejaar 2016/2017 Maandag 5 september sep sep sep okt okt okt okt-16 Herfstvakantie 22 t/m 30 oktober Herfstvakantie okt november: HAN-brede scholingsdag 45 7-nov nov Start periode nov nov dec dec dec dec-16 Kerstvakantie 24 december 2016 t/m 8 januari jan-17 Kerstvakantie Nieuwjaarsdag, 1 januari jan jan jan jan feb Start 2e semester, start periode feb feb feb-17 Voorjaarsvakantie Carnaval 26 t/m 28 februari mrt mrt mrt mrt apr apr Goede vrijdag, 14 april apr Tweede Paasdag, 17 april april-17 Meivakantie 22 april t/m 30 april 2017; koningsdag 27 april mei Bevrijdingsdag, vrijdag 5 mei mei mei mei Hemelvaartsdag, 25 mei mei jun Tweede Pinksterdag, 5 juni jun jun jun Jaarafsluiting 27 3-jul Jaarafsluiting jul Jaarafsluiting jul-17 Zomervakantie 17 juli t/m 18 augustus jul-17 Zomervakantie 17 juli t/m 18 augustus jul-17 Zomervakantie 17 juli t/m 18 augustus aug-17 Zomervakantie 17 juli t/m 18 augustus aug-17 Zomervakantie 17 juli t/m 18 augustus aug-17 Herkansing/opstart aug-17 Introductie 36 4-sep-17 Start studiejaar 2017/2018 Maandag 4 september
11 Hoofdstuk 4: Doelen van de opleiding Domeinen De opleidingen Directievoering Civieltechnische Projecten en Projectvoorbereiding en -realisatie vallen onder het domein Built Environment. De competenties die studenten binnen de opleidingen van een instituut of een domein ontwikkelen zijn vergelijkbaar, soms zelfs deels gelijk. De opleidingen binnen het domein Binnen het domein heeft de HAN de volgende opleidingen gegroepeerd in het Instituut Built Environment: Bacheloropleiding Bouwkunde (B) Bacheloropleiding Civiele Techniek (CT) Associate Degree Bouwkunde - Bouwtechnisch medewerker (BM) Associate Degree Civiele Techniek - Projectvoorbereiding en -realisatie (PVR) Associate Degree Civiele Techniek - Directievoering Civieltechnische Projecten (DCP) Domeinbeschrijving/-afbakening en domeincompetenties De opleidingen binnen het Instituut kenmerken zich door deskundigheid op het gebied van de bebouwde omgeving. Het domein Built Environment richt zich op de ontwikkeling, inrichting en gebruik van ruimte en de gebouwde omgeving, met bijzondere aandacht voor vraagstukken rond duurzaamheid en innovatie, in verleden, heden en toekomst. De focus ligt op de leefomgeving, de infrastructuur of de bouwwerken, afhankelijk van de discipline in het domein. Het domein Built Environment kent negen competenties welke zijn onderverdeeld in 6 technische en 3 generieke hbo-competenties. In onderstaande tabel wordt een beschrijving gegeven van de competenties geldend voor het domein. De 6 technische competenties kennen daarnaast een opleidingsspecifieke beschrijving die hiervan is afgeleid. Competentie 1 Initiëren en sturen Beschrijving Technische competenties Je signaleert en inventariseert, vanuit een helicopterview en een brede marktoriëntatie, voor de maatschappij relevante (project)opgaven. Je bent in staat de randvoorwaarden, de eisen en de doelstellingen te formuleren. Je kunt het proces beschrijven, bewaken en bijsturen. 2 Ontwerpen Het ontwerp kan een plan, model, advies, ruimtelijk- of technisch ontwerp zijn. Je maakt het ontwerp op basis van een opgesteld programma van eisen, je onderzoekt verschillende oplossingen en varianten en maakt een afgewogen keuze. 3 Specificeren Je maakt een specificatie in verband met het formuleren van ambities, randvoorwaarden en haalbaarheden zodanig dat dit richting geeft aan het product; Je werkt een ontwerp nader uit passend bij de gestelde eisen. Deze eisen zijn specifiek voor de beroepsgroep en behelzen de kwaliteitseisen van het op te leveren product. 4 Realiseren Je brengt een ontwerp tot uitvoering door voorbereiden, handhaven, bewaken en bijsturen van de realisatie. 5 Beheren Je maakt een beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de gerealiseerde kwaliteit. 6 Monitoren, toetsen en evalueren Je bent in staat de opgeleverde resultaten objectief te bewaken en beoordelen. Aansluitend hierop kun je aanpassingen en verbetervoorstellen maken en deze inbrengen. Generieke HBO-competenties 7 Onderzoeken Je bent in staat een vraagstuk te analyseren en de vraag te identificeren. Je kunt praktijkgericht onderzoek opzetten en uitvoeren. 8 Communiceren en samenwerken 9 Managen en innoveren Je brengt beroepsgerichte informatie over naar het beroepenveld, collega s en de vast te stellen doelgroepen (klanten, opdrachtgevers, betrokkenen). Je bent in staat zowel intern als extern te communiceren op een, voor de doelgroep, passende wijze. Communiceren bevat het gehele spectrum waarop informatie ontvangen, gegeven en gedeeld wordt. Je bent gericht op samenwerken en constructief afstemmen met betrokkenen en de doelgroepen. Je geeft richting en sturing aan processen, om de doelen te realiseren. Je bent zelfsturend en reflectief op het eigen functioneren. Je bent proactief, neemt initiatief en kan buiten kaders denken en werken. 10
12 De beroepen waarvoor wordt opgeleid De bacheloropleiding Bouwkunde leidt op tot bouwkundig ingenieur. Bouwkundig ingenieurs werken als adviseur, projectleider, ontwerper, calculator, uitvoerder, organisator of onderzoeker. In het landelijk beroepsprofiel (HOG Bouw en Ruimte, 2015) wordt de bouwkundig ingenieur als volgt omschreven: De bouwkundige ingenieur werkt in een multidisciplinaire context gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw, vanaf het ontwerp en de bouw tot de exploitatie, beheer, onderhoud en sloop of herbestemming. Een bouwkundig ingenieur kent de trends en ontwikkelingen in de bouw druk op kostprijs, klantfocus, intensievere wet- en regelgeving, nieuwe samenwerkingsvormen, verdere automatisering en mechanisering en verduurzaming bouwproces en kan daarop inspelen. De bacheloropleiding Civiele techniek leidt op tot civieltechnisch ingenieur. Civieltechnisch ingenieurs werken als deskundige, adviseur, projectleider, ontwerper, calculator, opzichter of uitvoerder. In het landelijk beroepsprofiel wordt het beroepsprofiel van de civieltechnisch ingenieur als volgt omschreven: De opleiding Civiele Techniek richt zich op de ontwikkeling, het ontwerp, de uitvoering en het beheer van infrastructuur voor de inrichting van het land. Het gaat om verbeteringen over de hele infrastructuur, zowel boven als onder de grond. Het is een combinatie van techniek met proces- en projectmanagement. Projecten zijn veelal grootschalig en éénmalig, vaak met een internationaal karakter. Civiele Techniek is een opleiding waarin men oplossingen zoekt voor integrale technische vraagstukken waarbij diverse disciplines nodig zijn. Het gaat om projecten die grote impact kunnen hebben op de maatschappij. Afgestudeerde civiel ingenieurs werken bij advies- en organisatiebureaus, aannemers en de overheid. Het beroepsprofiel van de bouwtechnisch medewerker waartoe het Ad-programma bouwtechnisch medewerker opleidt (start vanaf ) is als volgt te omschrijven Als bouwtechnisch medewerker ben je bij uitstek de persoon die de brug weet te slaan tussen de theorie en de praktijk, tussen het management en de werkvloer en tussen (technische) specialisten, specifieke afdelingen en algemeen management. Het werk bestaat uit uitvoeren, evalueren en ontwerpen van beleid of het vernieuwen van systemen, processen/producten. Het beroepsprofiel van de civieltechnisch medewerker waartoe de Ad-programma s Projectvoorbereiding en realisatie en Directievoering Civieltechnische Projecten opleiden is als volgt te omschrijven: Als civieltechnisch medewerker ben je bij uitstek de persoon die de brug weet te slaan tussen de theorie en de praktijk, tussen het management en de werkvloer en tussen (technische) specialisten, specifieke afdelingen en algemeen management. Je bent verantwoordelijk bij de projectrealisatie aan de opdrachtgevers- of juist aan de opdrachtnemerskant. Het draait om klantgericht communiceren en het optimaliseren van organisatie en processen. Beroepstaken, eindkwalificaties/competenties Binnen het domein worden 6 beroepstaken gehanteerd: 1. Architectonisch Ontwerpen (B) 2. Bouwtechnisch Ontwerpen (B) 3. Constructief Ontwerpen (B+CT) 4. Organiseren (B+CT) 5. Infrastructureel Ontwerpen (CT) 6. Waterbouwkundig Ontwerpen (CT) Om de beroepstaken te kunnen uitvoeren, is een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en attitude nodig. Dit geheel van kennis, vaardigheden en attitude wordt een competentie genoemd. De competenties voor de opleidingen bouwkunde en civiele techniek zijn afgeleid van de domeincompetenties. De eindkwalificaties van beide bacheloropleidingen zijn geformuleerd in termen van deze competenties. Competenties 1 Initiëren en sturen Beschrijving Civiele Techniek Je kunt maatschappelijk belangrijke infrastructurele (project)opgaven signaleren en inventariseren. Je kunt in een projectdefinitie doelstellingen, randvoorwaarden, eisen en wensen formuleren. Je kunt technische opgaven in een bredere maatschappelijke context en marktoriëntatie plaatsen. Je kunt het proces beschrijven, bewaken en bijsturen. 11
13 2 Ontwerpen Vanuit een projectdefinitie kun je een infrastructurele opgave gefaseerd conceptualiseren, afwegen, dimensioneren, visualiseren, detailleren en verifiëren. Je kunt een doelmatige organisatie met aspecten kosten planning, kwaliteit, informatie, en ontwikkelen. 3 Specificeren Voor gedefinieerde infrastructurele opgaven kun je de doelstelling vertalen en uitwerken in vergunnings-, aanbestedings- en contractstukken. Je doet dit vanuit het perspectief van de belanghebbenden. Dit veronderstelt inzicht in de problematiek, kennis van een procesmatige benadering en financiële aspecten van mogelijke oplossingen en een visie op oplossingsrichtingen en haalbaarheid. 4 Realiseren Je kunt op basis van ontwerp en specificatie van een infrastructurele opgave de uitvoering voorbereiden, handhaven, bewaken en bijsturen. Je bent in staat belangen van betrokken partijen goed af te stemmen en te leiden. 5 Beheren Je maakt een infrastructureel beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de gerealiseerde kwaliteit. 6 Monitoren, toetsen en evalueren Monitoren, toetsen en bewaken van projectresultaten aan b.v. beoogde functionele doelen, duurzaamheid, veiligheid en ethisch handelen. Je bent in staat de gekozen oplossingen en bereikte resultaten zo objectief mogelijk te evalueren, waar mogelijk onderbouwd met kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Je kunt de effectiviteit en efficiëntie van de gekozen oplossingen aangeven. Aansluitend hierop kun je aanpassingen en verbetervoorstellen maken en deze inbrengen. 7 Onderzoeken Je bent in staat een vraagstuk te analyseren en de vraag te identificeren. Je kunt praktijkgericht onderzoek opzetten en uitvoeren. 8 Communiceren en samenwerken 9 Managen en innoveren Je brengt beroepsgerichte informatie over naar het beroepenveld, collega s en de vast te stellen doelgroepen (klanten, opdrachtgevers, betrokkenen). Je bent in staat zowel intern als extern te communiceren op een, voor de doelgroep, passende wijze. Communiceren bevat het gehele spectrum waarop informatie ontvangen, gegeven en gedeeld wordt. Je bent gericht op samenwerken en constructief afstemmen met betrokkenen en de doelgroepen. Je geeft richting en sturing aan processen, om de doelen te realiseren. Je bent zelfsturend en reflectief op het eigen functioneren. Je bent proactief, neemt initiatief en kan buiten kaders denken en werken. Beroepstaken/competentiematrix In onderstaand schema is voor elke competentie door middel van niveaunummering aangegeven welk niveau minimaal bereikt moet worden. welke competenties op welk niveau worden behaald. Doordat bachelorstudenten 5 van de 9 competenties op niveau 3 moeten afsluiten staat bij alle competenties 2(3) bij eindniveau bachelor. De nummering in de tabel zijn de onderscheiden niveaus, te weten: Niveau 1: Basis; Niveau 2: Gevorderd; Niveau 3: Bachelor. Competenties Eindniveau Ad Eindniveau Bachelor 1. Initiëren en sturen 2 2(3) 2. Ontwerpen 2 2(3) 3. Specificeren 2 2(3) 4. Realiseren 2 2(3) 5. Beheren 2 2(3) 6. Monitoren, toetsen en evalueren 2 2(3) 7. Onderzoeken 2 2(3) 8. Communiceren en samenwerken 2 2(3) 9. Managen en innoveren 2 2(3) Relatie (domein)competenties en Dublin Descriptoren In onderstaande tabel wordt toegelicht hoe en waar de Dublindescriptoren zijn terug te vinden in de competenties en activiteiten van de opleiding. Daarbij zijn steeds de competenties weergegeven waarin de betreffende descriptor het meest tot uiting komt. Te bedenken is dat dit geenszins betekent dat hetgeen de betreffende descriptor uitdrukt enkel in die competenties naar voren komt. Integendeel, in alle gevallen is het zo dat de eisen in heel veel competenties terug komen. Voor de overzichtelijkheid zijn echter alleen die competenties genoemd waarin de eisen het sterkst naar voren komen. 12
14 Dublin (Europese) descriptoren Bachelor Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van het vakgebied waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het Voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen. Functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Toepassing kennis en inzicht Is in staat om zijn kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied Oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Aanhakend bij generieke kernkwalificaties hbobachelor in Franssen - brede professionalisering - multidisciplinaire integratie. - probleemgericht werken - (wetenschappelijke) toepassing - creativiteit en complexiteit in handelen. -methodisch en reflectief denken en handelen - besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid - sociaalcommunicatief bekwaamheid - basiskwalificering voor managementfuncties - transfer en brede inzetbaarheid -brede professionalisering Door opleidingen B en CT nagestreefde competenties die bij deze eisen aansluiten. De kennis en inzichten die studenten in de opleidingen B en CT zich eigen maken, worden niet in afzonderlijke kennis en inzicht leerdoelen en eindkwalificaties omschreven. Aangezien de opleiding kiest voor een competentiegerichte benadering, vormen kennis en inzicht een geïntegreerd onderdeel van elke technische competentie (competentie 1 t/m 6) en de competentie onderzoeken (7) van de generieke hbo-competenties. In alle technische competenties (competentie 1 t/m 6) en de competentie onderzoeken (7) van de generieke hbo-competenties zal de student moeten laten zien dat hij kennis en inzichten kan toepassen in verschillende beroepsspecifieke situaties. In alle technische competenties (competentie 1 t/m 6) en de competentie onderzoeken (7) van de generieke hbo-competenties wordt van student gevraagd te laten zien hoe hij aan zijn informatie is gekomen en hoe hij tot een verantwoorde keuze is gekomen. Dit komt expliciet terug in de competentie: Communiceren en samenwerken (8) Dit komt expliciet terug in de competentie: Managen en innoveren (9) Hoofdstuk 5: De opbouw van de opleidingen Uw opleiding is een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten. Een eenheid van leeruitkomsten heeft een minimale omvang van 2,5 studiepunten en een maximale omvang van 30 studiepunten. De totale bacheloropleiding telt 240 studiepunten. Een Associate degree programma (Ad) heeft een totale omvang van 120 studiepunten. Met studiepunten drukken wij het gewicht van de eenheden van leeruitkomsten ten opzichte van de hele opleiding uit. Het onderwijs organiseren we in modules met een vaste omvang van 30 studiepunten. Verdere uitwerking van deze modules en de bijbehorende eenheden van leeruitkomsten (EVL) is te vinden in deel 3 van dit opleidingsstatuut. Propedeuse en hoofdfase Het eerste jaar van het Associate degree programma is de propedeutische fase, met een studielast van 60 studiepunten. De propedeuse heeft een drietal functies, die door de wet zijn voorgeschreven: een oriënterende, een verwijzende en een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. 1. Oriënterende functie. De propedeuse moet u een goed beeld geven van de hele studie. 2. Verwijzende functie. De propedeuse stelt u in staat na te gaan of de opleiding aansluit bij uw capaciteiten en interesses. 3. Selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant beoordeelt u zelf of u geschikt bent voor de studie of niet. Aan de andere kant wordt u ook beoordeeld op basis van uw studieresultaten, die steeds worden bezien in het licht van motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden. Het laatste jaar van het Associate degree programma wordt de hoofdfase genoemd. 13
15 Studieadvies Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van de propedeutische fase krijgt u een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. Dit is een niet-bindend advies en hoeft u niet op te volgen, maar u bent wel zelf verantwoordelijk voor de keuze die u maakt. Basisindeling Ad opleiding De Ad opleiding is gericht op een specifiek functieprofiel en omvat 120 studiepunten. Omdat de Ad opleiding is gericht op een specifiek functieprofiel wordt er geen minor aangeboden. Hoofdstuk 6: Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Uitgangspunten Missie: Studenten begeleiden bij hun persoonlijke ontwikkeling gericht op het functioneren in een veranderende beroepspraktijk. Organisatie: - De opleiding is verantwoordelijk voor de waarborging van de continuïteit van de begeleiding; - De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces; - Er zijn groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken, de voorkeur is persoonlijk; - De studieloopbaanbegeleiding is zowel onderdeel van de propedeuse als van de hoofdfase - De studieloopbaanbegeleiding neemt over het algemeen in intensiteit af gedurende de opleiding Visie: SLB ondersteunt de persoonlijke ontwikkeling van de student zodat hij kan: - reflecteren op zijn eigen handelen; - multidisciplinair samenwerken; - zelfstandig werken / projectmatig- planmatig werken; - communiceren; - de eigen professionele ontwikkeling sturen; - bijdragen aan de synergie binnen een team. Studieloopbaanbegeleider Aan het begin van je opleiding krijgt iedere student een studieloopbaanbegeleider (SLB-er) toegewezen. Deze SLB-er begeleidt de student tijdens één of meer studiejaren. De SLB-er fungeert als schakel tussen de onderwijsvraag en het aanbod van de opleiding (onderwijsarsenaal, eenheden van leeruitkomsten, etc.). Hij begeleidt het leerproces, signaleert invloeden op de studievoortgang waarvoor extra begeleiding of verwijzing noodzakelijk is, helpt bij het ontwikkelen van studievaardigheden en bij keuzemomenten stelt hij samen met de student het studiecontract op en accordeert dit vervolgens namens de opleiding. Inhoud studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding betekent voor de student: - Ondersteuning bieden bij de studievoortgang; - Begeleiding in het leerproces en hulp met studievaardigheden; - Hulp bij keuzeprocessen en begeleiding bij keuzes leerroute; - Advies over de studie en bespreking van de studievoortgang; - Monitoring en stimulans van competentieverwerving. Instrumenten Portfolio Het portfolio is een bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee de individuele ontwikkeling (leerproces) zichtbaar wordt gemaakt en het behaalde niveau wordt aantoont. Het portfolio vervult verschillende functies: - persoonlijke leerarchivering; - interactie tussen de student en de opleiding over de planning, ontwikkeling en prestaties; - beoordeling. 14
16 Uit het portfolio selecteert de student het bewijsmateriaal dat hij wil gebruiken voor (deel)tentamens en examens. De bewijslast kan zowel naar competentie als naar beroepstaak geordend worden. Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) In het Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) is beschreven hoe de student zijn eigen opleidingsprogramma wil vormgeven. Het POP is regelmatig onderwerp van gesprek met de SLB-er. Tenminste voorafgaand aan ieder studiecontract wordt een POP ge(/her)schreven, worden de resultaten ervan besproken met de studieloopbaanbegeleider en wordt het POP toegevoegd aan het portfolio. Het commentaar van de studieloopbaanbegeleider op de kwaliteit van het POP wordt hieraan toegevoegd. Reflectieverslagen Een belangrijk element in je begeleiding is het leren reflecteren. In alle eenheden van leeruitkomsten wordt samen met medestudenten en docent(en) op de stand van zaken in de eenheid van leeruitkomsten gereflecteerd. In de studieloopbaanbegeleiding gaat het om de reflectie op de ontwikkeling van het leerproces. De studieloopbaanbegeleiding is de rode draad in het leerproces. Hoofdstuk 7: Interne organisatie Faculteiten, domeinen en instituten De HAN kent de volgende 4 faculteiten (werkmaatschappijen): Economie en Management (FEM); Educatie (FE); Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM); Techniek (FT). Het interfacultair instituut HAN Masterprogramma s biedt onderdak aan de masteropleidingen van de HAN. De ondersteunende diensten van de HAN zijn ondergebracht in het service bedrijf. Binnen de faculteiten zijn aan elkaar verwante bacheloropleidingen en Ad-programma s geclusterd in domeinen. Een instituut is een organisatorische eenheid die uit een of meer domeinen bestaat. Het instituut Built Environment kent alleen opleidingen in het domein van de bebouwde omgeving en heeft dat uitgewerkt in een tweetal opleidingen en een drietal Ad-programma s: - Bachelor Bouwkunde - Bachelor Civiele Techniek - Associate Degree Bouwkunde - Bouwtechnisch medewerker (BM) - Associate Degree Civiele Techniek - Directievoering Civieltechnische Projecten (DCP) - Associate Degree Civiele Techniek - Projectvoorbereiding en Realisatie (PVR) Management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau Het managementteam van het Instituut Built Environment bestaat uit de volgende personen: - Ir. F. (Frank) Spuij instituutsdirecteur - Ing. D. (Dave) Mateman opleidingscoördinator Bouwkunde - Ing. D.J. (Dickjan) Schaap PMSE opleidingscoördinator Civiele Techniek Examencommissie(leden) De examencommissie stelt vast of een student voldoet aan de voorwaarden die in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden gesteld ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van de bachelorgraad en de Associate degree graad. De examencommissie wijst voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan examinatoren aan De leden van de examencommissie worden benoemd door de faculteitsdirecteur. Zie ook het model reglement examencommissie (in deel 2 van dit opleidingsstatuut). Leden van de examencommissie: - Ir. J. (Jaap) Kerstma (voorzitter) - Ing. C.J.M. (Cees) van der Zijden (vicevoorzitter) - Ing. E. (Eric) Schilp MSc (secretaris Bouwkunde) - Ir. H. (Herman) Rakers secretaris (Civiele Techniek) - dhr. A.F.M. van der Kemp (extern) Medezeggenschap en inspraak van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau 15
17 Bij de HAN is inspraak en medezeggenschap geregeld op verschillende niveaus binnen de organisatie. Er zijn opleidingscommissies, faculteitsraden en de (centrale) medezeggenschapsraad. Opleidingscommissie (OC) Op opleidingsniveau is er een opleidingscommissie. Deze heeft geen instemmingsrecht, maar adviseert de instituutsdirecteur wel over allerlei opleidingszaken. Bijvoorbeeld over de Onderwijs- en Examenregeling en de uitvoering ervan. Het aantal leden van de opleidingscommissie varieert per opleiding. De helft van de opleidingscommissie bestaat uit docenten, de helft uit studenten. Als student of docent kun je via de opleidingscommissie meedenken over het onderwijs en de organisatie van jouw opleiding. Vraag bij je opleidingscoördinator meer informatie over de opleidingscommissies. Zie ook het model reglement opleidingscommissie (in deel 2 van dit opleidingsstatuut). Faculteitsraad (FR) Op faculteitsniveau is er een faculteitsraad. Deze raad heeft het recht om alle faculteitszaken te bespreken en vragen te stellen aan de directie. Die is verplicht hierop gemotiveerd te reageren. De faculteitsraad heeft instemmingsrecht als het gaat om beleid, begroting, onderwijs- en examenregelingen enzovoorts. Een faculteitsraad bestaat uit 12 leden: 6 personeelsleden en 6 studenten. Als student of docent kun je in de faculteitsraad meepraten over het beleid van de faculteit als geheel, maar ook over het beleid van alle instituten die onder de faculteit vallen. Zie Insite > Over ons voor de samenstelling van de faculteitsraad en de ambtelijke ondersteuning. Medezeggenschapsraad (MR) Via de medezeggenschapsraad hebben personeel en studenten op HAN-niveau inspraak. Het CvB is verplicht op vragen en opmerkingen gemotiveerd te reageren. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht als het gaat om beleid, begroting, onderwijs- en examenregelingen enzovoorts. De medezeggenschapsraad bestaat uit 16 leden: 8 personeelsleden en 8 studenten. Als student of medewerker kun je in de medezeggenschapsraad meepraten over het algemene en vaak abstracte beleid van de hogeschool. Zie HAN Insite > Medezeggenschap voor de samenstelling van de medezeggenschapsraad en het secretariaat. Kwaliteitszorg Systeem van kwaliteitszorg van het domein/instituut Het instituut peilt regelmatig de mening van studenten over allerlei zaken die betrekking hebben op het onderwijs in de ruime zin van het woord. In de eerste plaats het feitelijke onderwijs dat je in een bepaalde periode gevolgd hebt, maar bijvoorbeeld ook het studiemateriaal, planning van de uren en studietaken. We werken voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarvoor hanteren we een integraal kwaliteitszorgsysteem. Door systematische evaluatie verzamelen we gegevens over de kwaliteit van alle onderwijsaspecten: doelstelling en profiel van de opleiding; programma met onderwijsaanbod, toetsprogramma en studieloopbaanbegeleiding; inzet van personeel; voorzieningen; interne kwaliteitszorg; resultaten. Wij betrekken alle belangengroepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, het werkveld en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken hechten we veel waarde aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in vergaderingen. Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op nationaal en internationaal niveau van het getuigschrift van de opleiding. 16
Opleidingsstatuut voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse opleiding Bachelor Bouwkunde. studiejaar
Opleidingsstatuut voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse opleiding Bachelor Bouwkunde studiejaar 2016-2017 INHOUD Voorwoord... 2 Inleiding... 3 Algemene bepalingen...
Nadere informatieINHOUD Voorwoord... 2 Inleiding... 3 Algemene bepalingen... 4 Deel 1: Studiegids... 5 Hoofdstuk 1: Visie op het onderwijs... 5 Hoofdstuk 2: Visie op
Opleidingsstatuut Voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse Associate degree-programma s Civiele Techniek Directievoering Civieltechnische Projecten en Civiele Techniek
Nadere informatieOpleidingsstatuut. Studiejaar
Opleidingsstatuut Voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Bouwkunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Studiejaar 2017-2018 INHOUD Voorwoord...
Nadere informatie1b Studiegids voor de opleiding of groep van opleidingen
Opleidingsstatuut Associate degree programma s Civiele Techniek - Projectvoorbereiding- en realisatie (PVR) - Directievoering Civieltechnische Projecten (DCP) Studiejaar 2015 2016 Deel 1 Studiegids 1b
Nadere informatieOnderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Opleidingsstatuut Associate degree programma Directievoering Civieltechnische Projecten (DCP) Associate degree programma Projectvoorbereiding en Realisatie (PVR) Studiejaar 2014 2015 Deel 1 Onderwijs aan
Nadere informatieOpleidingsstatuut Bachelor Civiele techniek Voltijd. studiejaar
Opleidingsstatuut Bachelor Civiele techniek Voltijd studiejaar 2017-2018 INHOUD Inleiding... 1 Algemene bepalingen... 2 Deel 1: Studiegids... 3 Hoofdstuk 1: Visie op het onderwijs... 3 Hoofdstuk 2: Visie
Nadere informatieOpleidingsstatuut Bachelor Bouwkunde Voltijd. studiejaar
Opleidingsstatuut Bachelor Bouwkunde Voltijd studiejaar 2016-2017 INHOUD Inleiding... 1 Algemene bepalingen... 2 Deel 1: Studiegids... 3 Hoofdstuk 1: Visie op het onderwijs... 3 Hoofdstuk 2: Visie op duurzaamheid...
Nadere informatie1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Opleidingsstatuut Instituut Engineering Bacheloropleidingen (en Ad-programma s): - Elektrotechniek - Industrieel Product Ontwerpen - Technische Bedrijfskunde - Werktuigbouwkunde Studiejaar 2015 2016 Deel
Nadere informatieOpleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem
Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Studiejaar 2016-2017 1 2016-2017 Inhoud
Nadere informatieOntwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016
Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie
Nadere informatieOpleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens
Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder
Nadere informatieOpleidingsstatuut Bacheloropleiding Civiele Techniek Studiejaar 2015 2016. 1b Studiegids voor de opleiding of groep van opleidingen
Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Civiele Techniek Studiejaar 2015 2016 Deel 1 Studiegids 1b Studiegids voor de opleiding of groep van opleidingen Inhoudsopgave. Visie op het onderwijs... 3 Visie op
Nadere informatieBeoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).
nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van
Nadere informatieAccreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst
Nadere informatieDEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR
DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2
Nadere informatieOntwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november
Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie
Nadere informatieStudentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar
Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Studiejaar 2018-2019 Citeertitel Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Datum
Nadere informatieDeze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.
III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1
Nadere informatieBegrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1
Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 In het HAN Studentenstatuut en de bijgevoegde reglementen wordt verstaan onder: A B C Ambtelijk secretaris: een medewerker
Nadere informatieREGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar
REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe
Nadere informatieBedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)
Bedrijfskunde (AVD) 80074 Bedrijfskunde MER (AVD) 34139 Financiële Dienstverlening (AVD) 80038 Onderwijs- en Examenregeling AVD 17-18 deel B (opleidingsspecifiek) Academie voor Deeltijd Vastgesteld per
Nadere informatieVersie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten
Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen
Nadere informatieONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing
Nadere informatieInformatie werkplekleren
Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase
Nadere informatieSport, Gezondheid en Management
Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Sport, Gezondheid en Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Sport en Bewegen studiejaar 2014-2015 Inhoud Deel 1: Onderwijs aan de HAN 5 Algemene bepalingen
Nadere informatieBijlage A Competenties van de opleiding
Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels
Nadere informatieFinanciële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)
Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD) Onderwijs- en Examenregeling AVD 17-18 deel B (opleidingsspecifiek) Academie voor Deeltijd Vastgesteld per 9 juni 2017 Instemming
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.
1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...
Nadere informatieProgramma van toetsing
Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen
Nadere informatieA. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015
10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 27 januari 2014 Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op..2014 A. Nadere facultaire invulling
Nadere informatieA. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016
10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieOpleidingsstatuut. Voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende
Opleidingsstatuut Voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Leraar VO 2 e graad Gezondheidszorg en Welzijn Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Studiejaar
Nadere informatieStudentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016
Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief
Nadere informatieDeeltijd voor professionals
Deeltijd voor professionals Presentatie informatiedossier 13-04-2016 Aanvraag Vooraf Gemeenschappelijk onderwijsmodel Informatiedossier Bijlagen Onze vraag voor NVAO Voldoet opzet en uitwerking 2 Inleiding
Nadere informatieProgramma van toetsing
Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van
Nadere informatieWerken met leeruitkomsten. 7 november 2016
Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau
Nadere informatieDEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015
DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit
Nadere informatieDe onderwijs- en examenregeling
De onderwijs- en examenregeling Algemeen In de onderwijs- en examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs van een opleiding of een groep van opleidingen. Heeft de OER betrekking op
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieProtocol beoordeling experimenten flexibilisering. Uitwerking voor de experimenten leeruitkomsten en nieuwe onvolledige opleidingen.
Protocol beoordeling experimenten flexibilisering Uitwerking voor de experimenten leeruitkomsten en nieuwe onvolledige opleidingen 14 december 2015 Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014,
Nadere informatieOpleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding. Fiscaal Recht en Economie voltijd. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar 2014 2015
Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Fiscaal Recht en Economie voltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2014 2015 Versie 11-11-2014 (inclusief errata) Inhoud Deel 1: Onderwijs aan de
Nadere informatieTeamscan op accreditatiewaardigheid
Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat
Nadere informatieOpleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Onderwerp: domein Educatie, OS Opleidingskunde van het ILS Kenmerk: 15/N124/fv Datum: 10 juli 2015 Opleidingsstatuut voor de Bacheloropleiding Opleidingskunde van het Instituut voor Leraar en School van
Nadere informatieBachelor Built Environment
Bachelor Built Environment Soll en Ist Soll: Commissie van Pernis (2011)!! Herijken beroepsprofiel!! Verandering als constante!! Integrale benadering, andere competenties Ist: Instituut Gebouwde omgeving
Nadere informatie1. Interpersoonlijk competent
1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft
Nadere informatieKwaliteit van curricula traditioneel vs flexibel. Berber Visser NNK 13 april 2017
Kwaliteit van curricula traditioneel vs flexibel Berber Visser NNK 13 april 2017 De breedte van flexibilisering Temporiseren Kennis en ervaren waarderen Met bewijslast uit de eigen praktijk of uit de opleiding
Nadere informatieErkennen van Verworven Competenties Built Environment
OPLEIDING OP MAAT Erkennen van Verworven Competenties Built Environment HAN geeft je de ruimte De HAN is een ondernemend kennisinstituut met zo n 2300 medewerkers en ruim 25.000 studenten. Binnen het brede
Nadere informatieDEEL 4: ONDERWIJSARSENAAL
DEEL 4: ONDERWIJSARSENAAL In het onderwijsarsenaal beschrijft de opleiding welk onderwijs we u bieden voor de modules van uw opleiding die bestaan uit eenheden van leeruitkomsten (EVLen). In afstemming
Nadere informatieOpleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive (Deeltijd)
Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive (Deeltijd) Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Automotive van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Nadere informatieOpleidingsstatuut. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Opleidingsstatuut Voor het volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse Associate Degree programma Onderwijsondersteuner Gezondheidszorg en Welzijn MET propedeutische fase Hogeschool
Nadere informatieDE FLEXIBELE DEELTIJD: MODULAIR MET EXTRA S. NNK 30 mei 2013 Lucie te Lintelo
DE FLEXIBELE DEELTIJD: MODULAIR MET EXTRA S NNK 30 mei 2013 Lucie te Lintelo 1 INHOUD Een flexibele opleiding: studenten kunnen -binnen bepaalde kaders- eigen keuzes maken in inhoud, tempo en vorm, zodat
Nadere informatieHandreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs
Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden
Nadere informatieAddendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten. 14 december Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1.
Addendum beoordeling bestaande experimenten leeruitkomsten 14 december 2015 Beoordelingskaders accreditatiestelsel 19 december 2014, versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Addendum experiment leeruitkomsten 4 1.1
Nadere informatieBijlage 1 BEGRIPPENLIJST OPLEIDINGSSTATUUT EN STUDENTENSTATUUT
Bijlage 1 BEGRIPPENLIJST OPLEIDINGSSTATUUT EN STUDENTENSTATUUT (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 In het studentenstatuut en in het opleidingsstatuut en de daarin opgenomen reglementen
Nadere informatieBijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1
Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 In het studentenstatuut en in het opleidingsstatuut en de daarin opgenomen reglementen
Nadere informatieDEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015
DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en
Nadere informatieStand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL
160624 Stand van zaken afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL Inleiding: Vanaf november 2015 is een projectgroep van NHL- en werkveldcollega s bezig geweest met de kaders voor de afstudeerrichtingen
Nadere informatieOpleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Reglement opleidingscommissie
Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Reglement opleidingscommissie Inhoudsopgave Artikel 1 Status en begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Gezamenlijke (vergadering) opleidingscommissie(s)...
Nadere informatiePR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten
PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene
Nadere informatieMaster Healthy Ageing Professional (MHAP)
1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1
Nadere informatieOpleidingsstatuut. voor de voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding.
DEELTIJD FLEX Onderwerp: domein Educatie, OS exp. leeruitkomsten deeltijdse opleiding Opleidingskunde van het ILS Kenmerk: 16/N126/fv Datum: 1 september 2016 Opleidingsstatuut voor de voor de gedeeltelijk
Nadere informatieCompetenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.
Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.
Nadere informatieBegrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie
Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan
Nadere informatieDEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015
DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel
Nadere informatiePiter Jelles Strategisch Perspectief
Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03
Nadere informatieOpleidingscommissies Hogeschool Utrecht
Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Feiten en cijfers 40 (gemeenschappelijke) opleidingscommissies 280 studenten / 30 docenten Vergoeding: 40 euro per vergadering, max. 10 vergaderingen (studenten)
Nadere informatieKwaliteit van toetsing
Kwaliteit van toetsing Scholingsdag HAN, 3 oktober 2012 Desirée Joosten-ten Brinke Open Universiteit Fontys Lerarenopleiding Tilburg Programma Kennismaking 9:45 Het borgen van toetskwaliteit Gerealiseerd
Nadere informatieBeoordelen in het HBO
Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief
Nadere informatieDeel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud:
FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting
Nadere informatieDe 6 Friesland College-competenties.
De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke
Nadere informatieOpleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding. Leraar Basisonderwijs. van het. Instituut Pabo. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Kenmerk: 17/N133/fv Datum: 13 juli 2017 Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs van het Instituut Pabo van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2017-2018 voor de ten
Nadere informatieNeerlandistiek CROHO 60849
Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding
Nadere informatie: 120. : 30 november 2017
m ao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe associate degree-opleiding Ondernemend in de Zorg van de Christelijke Hogeschool
Nadere informatieOpleidingsstatuut. Studiejaar Deel 4 Onderwijsarsenaal
Opleidingsstatuut Voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse Associate degree programma Systeemspecialist Automotive van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: Automotive
Nadere informatieReglement Examencommissies. Datum 23 september 2013. Versie 2013-2014. Hogeschool Utrecht
Datum 23 september 2013 Versie 2013-2014 Reglement Examencommissies FE Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Voorwoord Dit reglement is een invulling
Nadere informatieManagement in de Zorg (AVD) Management in de Zorg (AVD)
Management in de Zorg (AVD) Management in de Zorg (AVD) Onderwijs- en Examenregeling AVD 17-18 deel B (opleidingsspecifiek) Academie voor Deeltijd Vastgesteld per 9 juni 2017 Instemming academieraad per
Nadere informatieOpleidingsstatuut. voor de voltijd bacheloropleiding. Bio-Informatica. van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar
Opleidingsstatuut voor de voltijd bacheloropleiding Bio-Informatica van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2017-2018 1 Opleidingsstatuut Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie
Nadere informatieLeraar voortgezet onderwijs
Sport en Bewegen HAN Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Opleidingsstatuut voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding
Nadere informatieWerken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School
Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Dick Sweitser, Vera de Ruiter en Paul Schunselaar Kom verder. Saxion. 23 maart 2016 Werken met leeruitkomsten.. Waarmee.. Aansluiten bij de ontwikkel-/
Nadere informatieVan een deel)jdopleiding naar een flexibele opleiding voor professionals.
Management in de Zorg Flex Van een deel)jdopleiding naar een flexibele opleiding voor professionals. Landelijke bijeenkomst Pilots flexibilisering 7 september 2016 Cilia Born Inhoud - Waarom en wat - Doelgroep
Nadere informatieOpleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Onderwerp: domein Educatie, OS Opleidingskunde van het ILS Kenmerk: 16/N125/fv Datum: 1 september 2016 Opleidingsstatuut voor de Bacheloropleiding Opleidingskunde van het Instituut voor Leraar en School
Nadere informatieONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt
Nadere informatieOntwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016
Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel
Nadere informatiecontactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje
Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk datum 4 mei 2017 onderwerp Opleidingscommissies: belangrijkste veranderingen op een rij van Projectgroep opleidingscommissies
Nadere informatiePraktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering
Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering Opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Duaal Studiejaar 2017-2018 Ondergetekenden: 1. (naam
Nadere informatieToetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015
Toetsplan Bacheloropleiding 2014-2015 BA 1 IK Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- 2 blok 1 weken blok 2 weken blok 3 toetsweken blok 4 opdrachten schr. tent. schr. tent.
Nadere informatieErrata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd
Errata Studiegids Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd 2015-2016 Inhoudsopgave 1 Algemeen 3 2 Errata 4 2.1 Afstuderen (paragraaf 2.5.6)... 4 2.2 HU Onderwijsrooster (paragraaf 6.1)... 4 2.3
Nadere informatieBesluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN
College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility
Nadere informatieUitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)
Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord
Nadere informatieExperimenten flexibilisering toelichting door NVAO 20 hogescholen. 3 februari 2016
Experimenten flexibilisering toelichting door NVAO 20 hogescholen 3 februari 2016 Inhoud toelichting Het experiment leeruitkomsten en het experiment onvolledige opleidingen De aanvraagprocedure De rol
Nadere informatieCompetentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.
Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair
Nadere informatieErrata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Voltijd
Errata Studiegids Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Voltijd 2015-2016 Inhoudsopgave 1 Algemeen 3 2 Errata 4 2.1 Afstuderen (paragraaf 2.5.6)... 4 2.2 HU Onderwijsrooster (paragraaf 6.1)... 4 2.3
Nadere informatieFUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist
FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist Doel van de functiefamilie Vanuit de eigen technische specialisatie voorbereiden en opmaken van plannen, ontwerpen of studies en de uitvoering ervan opvolgen specialistische
Nadere informatieBachelor of Business Administration (MER opleiding)
Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden
Nadere informatieOER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)
Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-
Nadere informatieJAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en
BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05
Nadere informatieLeraar voortgezet onderwijs
Sport en Bewegen HAN Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Studiejaar 2015-2016 1 Sport en Bewegen HAN Inleiding 4 Deel 1:
Nadere informatieDeze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.
III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en
Nadere informatieToetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017
Toetsing realisatie voorwaarden AD-programma Land- en Watermanagement Hogeschool Van Hall Larenstein 8 augustus 2017 NVAO Toets voorwaarden nieuwe opleiding Adviesrapport Inhoud 1 Beschrijving van de opleiding
Nadere informatie