Blue energy: de zee als bron van energie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Blue energy: de zee als bron van energie"

Transcriptie

1 Testversie NLT-Module Landelijk Ontwikkelpunt NLT Module nlt3-v120 Titel Afdeling Blue energy: de zee als bron van energie vwo Datum Disclaimer: Dit materiaal is een testversie van een landelijke NLT-module. Het is dus géén landelijk gecertificeerde module, maar materiaal dat nog in ontwikkeling is. Het materiaal wordt in de maanden september t/m december 2007 getest op twee bij het Landelijk Ontwikkelpunt NLT geregistreerde testscholen. Op basis van de evaluatiegegevens van deze scholen en eventuele gegevens van anderen die de module hebben bekeken en/of uitgeprobeerd, wordt de module bijgesteld. Indien de eindversie voldoet aan de NLT-criteria zal de module gecertificeerd worden en vanaf juni 2008 beschikbaar zijn. De testversies worden ter beschikking gesteld aan iedere belangstellende, onder de volgende voorwaarden: het materiaal mag slechts met niet-commerciële doeleinden worden gebruikt de gebruiker is zich ervan bewust dat de testversie nog niet getoets is door de Stuurgroep NLT en/of het Landelijk Ontwikkelpunt NLT, en dat deze geen enkele verantwoording dragen voor de inhoud van de testversie. bij gebruik van de testversie hoort een gedegen bronvermelding bij gebruik van de testversie wordt aangegeven dat het een testversie betreft (en dus niet een landelijk gecertificeerde module) er worden geen gewijzigde versies van deze testversie gebruikt dan wel in omloop gebracht, de ontwikkelaars van de testversie zijn de enige die de module bijstellen het Landelijk Ontwikkelpunt NLT stelt alleen de testversies ter beschikking. Het is niet mogelijk om andere ondersteuning (bijvoorbeeld extra bestanden, docentenmateriaal e.d.) te verstrekken. Het Landelijk Ontwikkelpunt is uiteraard geïnteresseerd in (gedegen en opbouwend) commentaar op deze testversie. Uw bijdrage kunt u tot 15 mei 2008 mailen naar info@betavak-nlt.nl. De binnengekomen bijdragen zullen door ons gebundeld worden en doorgegeven aan de ontwikkelaars. 1

2 Blue Energy: de rivieren en de zee als bronnen van energie Colofon Deze module is ontwikkeld door: - Piter Jelles Gymnasium, Dhr. H. Zijlstra, te Leeuwarden - RSG Trompmeester, Mw. E.H.M. Eijkholt, te Steenwijk - Wetsus, Dhr. J.W. Post, Dhr. J. Veerman, Mw. C. van Oers, Dhr. J.G. van Dalfsen, te Leeuwarden 2

3 Inhoudsopgave Colofon...2 Inhoudsopgave...3 Voorwoord Inleiding Wat je aan het eind weet Hoe werk je deze module door? Hoe wordt je beoordeeld? Startopdracht: wat is jouw voetafdruk? De zee als zonnepaneel? Klimaatproblematiek en duurzame energie De hydrologische kringloop en Blue Energy De locatie van een centrale van Blue Energy Reflectievragen en opdrachten Wat is Blue Energy eigenlijk? Enthalpie Entropie Toepassing van de twee hoofdregels Reflectievragen en opdrachten Hoe zetten we Blue Energy om in elektriciteit? Meerdere productietechnieken mogelijk Directe elektriciteitsproductie met RED Redoxreacties Reflectievragen en opdrachten Hoeveel vermogen kunnen we maken? Elektrisch circuit Elektrische geleidbaarheid van materialen Interne weerstand van RED Reflectievragen en opdrachten Onderzoek, ontwikkeling en ontwerp is teamwerk Specialisatie 1: de planoloog Specialisatie 2: de onderzoeker Specialisatie 3: de ingenieur Eindopdracht Bronvermelding URL Lijst...75 BIJLAGE: Intro experiment

4 Voorwoord We staan er niet bij stil, maar misschien is de oplossing voor het milieuvriendelijk opwekken van energie nog dichter bij dan we denken. We kennen allemaal de traditionele manieren van duurzame energie opwekken, zoals; getijde-, zon-, en windenergie. Het is niet zo bekend, maar bij het mengen van zoet rivierwater en zout zeewater komt enorm veel energie vrij. De technologie die hiervoor gebruikt wordt is nog in ontwikkeling, maar in de toekomst krijgen de huishoudens van de Noord-Nederland wellicht hun elektriciteit van een energiecentrale op de Afsluitdijk. Bij de spuisluizen in de Afsluitdijk waar IJsselwater in de Waddenzee stroomt, wordt zonder dat we er bij stil staan een hoop energie verspilt. Blue Energy zoals we deze vorm van energie noemen - op een dergelijke locatie kan een vermogen hebben van 200 MW. En wat dacht je van alle andere riviermondingen in Nederland en wereldwijd? Blue Energy heeft een geweldige potentie. Als Blue Energy op grote schaal wordt ingezet, kan er wereldwijd een hoeveelheid energie opgewekt worden, die overeen komt met 20% van het huidige verbruik. Elektriciteit opwekken uit het mengen van zoet en zout water kan met omgekeerde elektrodialyse. Het zoute en zoete water worden in contact gebracht door ion-selectieve membranen. Het concentratieverschil duwt de ionen uit het zoute water door het membraan naar het zoete water. Het ontstane ladingstransport kan met elektroden worden omgezet naar elektriciteit. Duurzame elektriciteit nog wel, want de zon is wordt gebruikt als bron van energie. En hierbij komen geen broeikasgassen vrij (zoals CO 2, NO x en SO x ) bovendien zijn de grondstoffen gratis en vrijwel ongelimiteerd In deze module ga je naar de onderliggende principes van Blue Energy kijken. Belangrijke factoren die de energiewinning beïnvloeden, het ontwerp van de installatie, het effect van opschalen en de keuze van de optimale geografische locatie. 4

5 1 Inleiding 1.1 Wat je aan het eind weet. Voorkennis Wat je tot en met de vierde klas geleerd hebt bij natuurkunde, scheikunde en aardrijkskunde moet voldoende zijn om deze module te begrijpen. Natuurlijk gaan we dieper op de stof in dan in de vierde klas en zal je nieuwe onderwerpen/begrippen krijgen die je nog niet eerder hebt gekregen, maar je hebt geen kennis nodig die je in de vijfde klas eerst nog bij een ander vak moet leren. Leerdoelen Na afloop van deze module kun je: een fysische en scheikundige verklaring geven voor het verschijnsel dat er energie vrijkomt bij het mengen van zoet en zout water. beschrijven hoe en waar deze energie kan worden omgezet naar nuttige energie (elektriciteit). beschrijven welke partijen bij het ontwikkelen van Blue Energy met elkaar moeten samenwerken en wat hun onderlinge relatie is. beargumenteren waarom samenwerken, goede communicatie en een juiste houding belangrijk zijn om tot een goed resultaat te komen. je verder verdiepen in het onderwerp vanuit een gekozen vakgebied en hierover een presentatie geven. Elk vakgebied heeft zijn eigen leerdoelen In deze module komen verschillende deels overlappende - vakgebieden aan bod. Je zou ze globaal kunnen aanduiden met aardrijkskunde, scheikunde en natuurkunde. Op een van deze vakgebieden kun je, je in de tweede helft van de module specialiseren. Iedere specialisatie heeft eigen leerdoelen. Als je, je specialiseert als planoloog (vooral aardrijkskundig) leer je te beschrijven welke fysisch geografische factoren een rol spelen bij de locatie 5

6 bepaling van een Blue Energy centrale. En op basis hiervan kun je elke gegeven locatie beoordelen op de geschiktheid voor een Blue Energy centrale. Verder leer je hoe je deze bevindingen kunt presenteren aan je klasgenoten, waarin je uitlegt waarom een specifieke locatie geschikt is en hoe Blue Energy kan worden ingepast in de omgeving. Als je, je specialiseert als onderzoeker (vooral scheikundig) leer je hoe je een onderzoek kunt opzetten en uitvoeren, waarbij je verschillende condities onderzoekt van de watersamenstelling (zoutconcentraties bijvoorbeeld). Verder leer je hoe je resultaten kunt presenteren aan je klasgenoten en uitleggen hoe de resultaten geïnterpreteerd kunnen worden en welke consequenties dit heeft voor de toepassingsmogelijkheden van Blue Energy. Als je, je specialiseert als technisch ingenieur (vooral natuurkundig) leer je hoe je een rekenmodel moet opzetten waarmee het vermogen van het systeem kan worden berekend. op grond hiervan zoek je naar belangrijke parameters voor het verbeteren van dit vermogen (optimalisatie). Verder leer je hoe je de resultaten kunt presenteren waarbij je klasgenoten het model kan uitleggen en hoe de resultaten uit dit model gebruikt kunnen worden voor verder onderzoek en het technische ontwerp. 1.2 Hoe werk je deze module door? Deze module bestaat uit twee delen: Een Algemeen Deel (Hoofdstuk 2 t/m 5) en een Verdiepingsdeel (hoofdstuk 6). Je werkt eerst met de hele klas het Algemene Deel door. Als het Algemene Deel afgerond is wordt de klas in groepjes verdeeld. Deze verdeling mag je zelf in overleg met je docent - bepalen. Voor het Verdiepingsdeel worden drie verschillende specialisaties aangeboden waaruit jij kunt gaan kiezen. Omdat er vast meerdere klasgenoten dezelfde interesses hebben, zal elke specialisatie bestaan uit een groepje. Ieder groepje werkt zijn specialisatie af. Dit houdt in: je voert samen de proeven uit of je maakt samen de opdrachten en je maakt samen een verslag van je specialisatie. Met behulp van PowerPoint presentaties of posters houden jullie elkaar op de hoogte van je resultaten. Let op: soms kan het voorkomen dat je bepaalde gegevens mist, vraag dan je klasgenoten die daar mee bezig zijn om nadere uitleg. 6

7 Na afloop van de specialisatie geef je een presentatie aan je klasgenoten over je resultaten en conclusies. Ook ga je, je klasgenoten beoordelen met behulp van een beoordelingsformulier. Om de module af te ronden maak je een eindtoets, die gebaseerd is op het Algemene Deel en op je specialisatie in het Verdiepingsdeel. 1.3 Hoe wordt je beoordeeld? Je zult in deze module op twee manieren worden beoordeeld. De resultaten van je specialisatie zal je moeten presenteren aan je klasgenoten. De manier waarop je presenteert, de inhoud van je presentatie en manier van argumentatie zullen beoordeeld worden door de docent. Dit cijfer zal uiteindelijk 40% van je eindcijfer bepalen. Aan het einde van de module zal er een algemene toets worden afgenomen. Hierin wordt je kennis van de gehele module getoetst. Dit cijfer zal ook 60% van je eindcijfer bepalen. 7

8 2 Startopdracht: wat is jouw voetafdruk? Ieder mens heeft recht op een plekje op deze wereld. Velen vragen zich af of de wereld niet overbevolkt is. Dit geldt vooral voor Nederland met bijna inwoners. De discussie of Nederland overbevolkt is, speelt regelmatig een rol in de Nederlandse politiek. De vraag hoeveel ruimte Nederlanders op de wereld innemen door middel van producten en diensten, die we overal betrekken, gaan we liever niet aan. De productie van grondstoffen, energie, recreatieruimte en voedsel nodig voor ons dagelijks leven vindt voor een groot deel plaats buiten ons land. Gelukkig produceren we in ruil daarvoor ook voedsel dat we niet alleen zelf opeten, maar ook exporteren. Om uit te zoeken hoeveel ruimte we nu per persoon innemen is het begrip voetafdruk of footprint geïntroduceerd. 1. Zoek uit wat een footprint is en bereken die van jezelf? URL 1: 2. Hoeveel ruimte is er gemiddeld voor een bewoner op de aarde? 3. Leef je op grote voet in vergelijking met de meeste mensen op aarde? 4. Hoe groot is je voetafdruk in vergelijking met de gemiddelde Nederlander? 5. In deze opdracht word je gevraagd naar het gebruik van groene stroom. Gebruiken jullie groene stroom? 6. De achtergrond van deze vraag is dat groene stroom en ook gas duurzame vormen van energie zijn. Daarmee beperk je het verbruik van fossiele energie. Wat zijn duurzame vormen van energie? 8

9 3 De zee als zonnepaneel? In dit hoofdstuk bestudeer je de klimaatproblematiek, de vormen duurzame energie en de betekenis van Blue Energy. Vervolgens onderzoek je aan welke eisen een locatie moet voldoen om Blue Energy op te wekken. 3.1 Klimaatproblematiek en duurzame energie Het broeikaseffect Het mag een wonder heten dat de temperatuur op aarde schommelt tussen de -70 en de 50 C afhankelijk van de plaats op aarde. Gelukkig komen de uitersten maar op enkele plekken voor. Veruit het grootste deel heeft temperaturen waar de mens redelijk tot prettig in kan leven. De zon bepaalt de temperatuur in grote lijnen. Behalve van de zon komt een heel klein deel van de warmte van de aarde zelf als gevolg van processen in de aarde. De zon heeft wel periodes met meer en minder straling die daarmee de temperatuur op aarde beïnvloeden. Toch is de temperatuur op aarde redelijk stabiel. Wel zijn er in de geologische geschiedenis warmere en koudere periodes. Deze vallen tussen de bovengenoemde uitersten, maar bepalen wel of er een groter of kleiner gebied leefbaar is. Dat de aarde leefbaar is hebben we aan de dampkring te danken. Zonder zuurstof zijn we snel uitgepraat. Zonder broeikaseffect zou het leven ook heel vervelend zo niet onmogelijk worden. Waterdamp, CO2, methaan en andere gassen zorgen ervoor dat er een evenwicht tussen instraling van de zon, de weerkaatsing en de uitstraling van warmte bestaat. Voor meer informatie over het broeikaseffect, zie bijvoorbeeld Wikipedia URL 2: 9

10 Figuur 1: Opwarming van de aarde Het broeikaseffect is uiterst ingewikkeld met vele terugkoppelingseffecten. Zo neemt de verdamping toe als de temperatuur toeneemt. Daardoor ontstaan er meer wolken en neemt de instraling af. Dit noemen we een negatief terugkoppelingseffect. Er zijn ook positieve terugkoppelingseffecten: het smelten van de poolkappen vermindert de weerkaatsing waardoor de temperatuur nog verder toeneemt. Inmiddels is het duidelijk dat velen (onder wie Al Gore en Leonardo di Caprio) zich zorgen maken over het versterkte broeikaseffect. De toename van broeikasgassen, zoals CO 2 en methaan, zorgt ervoor dat de uitstraling van warmte afneemt en daarmee de temperatuur van de dampkring stijgt. De toename van CO 2 is het gevolg van het verbranden van oude voorraden zonne-energie uit de geologische geschiedenis opgeslagen in de vorm van steenkool, olie en gas. Tegenstanders van de theorie van het versterkte broeikaseffect wijzen op de variatie in de instraling van de zon. Deze hoeveelheid varieert zelfs in historische tijden. De voorstanders wijzen op de samenloop van de stijging van de temperatuur met de opkomst van het gebruik van fossiele brandstoffen. 10

11 Tegelijkertijd laten we enorme hoeveelheden zonne-energie ontsnappen. Per seconde ontvangt de aarde 100 biljoen kwh. Anders gezegd: de aarde ontvangt per uur zoveel zonlicht dat we daarmee ongeveer het huidige energieverbruik van de wereld van een jaar kunnen dekken. Zonne-energie is een duurzame vorm van energie: we gebruiken hiervoor geen fossiele voorraden, maar maken direct gebruik van de instraling van de zon en produceren daarbij geen broeikasgassen. Het probleem is: hoe vangen we zonneenergie? Dat kan niet alleen met zonnecellen. Nu al gebruiken we zonne-energie in de vorm van windenergie en hydro-elektriciteit. Deze module behandelt een derde mogelijkheid waarmee de zonne-energie kunnen gebruiken: Blue Energy. Maak nu opgave 1 aan het einde van dit hoofdstuk Duurzame energie in Nederland Voordat we hier verder op ingaan in paragraaf 3.2, bekijken we de situatie in Nederland. Op dit moment zijn overheden, onderzoekers en bedrijven bezig met een zoektocht naar duurzame alternatieve energiebronnen. Een van de redenen is het versterkte broeikaseffect als gevolg van verbranding, maar er zijn ook andere redenen. Zoals bekend zijn de fossiele bronnen niet echt onuitputtelijk te noemen en zullen we binnen enkele decennia over moeten stappen op andere vormen van energie. Dat betekent dat het nu heel belangrijk wordt (en eigenlijk al is) dat er veel aandacht besteed wordt aan het verder ontwikkelen van deze energievormen. Dit houdt dan dus ook (in)direct in dat er veel geld in deze sector omgaat en er dus een dubbel belang is: toekomst en huidige/toekomstige economie. Minstens zo belangrijk is het feit dat duurzame energie veel minder milieubelasting geeft omdat het zo veel mogelijk CO2-neutraal opgewekt wordt. Dit geldt ook voor biobrandstoffen zoals bio-ethanol en biodiesel. Momenteel is de energievoorziening in Nederland nog vrijwel geheel afhankelijk van fossiele bronnen en wordt slechts een klein gedeelte van de energie op een duurzame manier opgewekt. In 2006 was 2,6 procent van het totale verbruik uit duurzame binnenlandse bronnen afkomstig, tegen 2,4 procent in Het is nog niet mogelijk om voor een groot deel over te schakelen op duurzame energie maar door de ontwikkelingen die op dit gebied ontplooid zijn kan er wel steeds een groter percentage duurzame energie 1 URL3: 11

12 ingezet worden. Mogelijke vormen van duurzame energie zijn schematisch weergegeven in Figuur 2. Het betreft: Aardwarmte. Diep in de aardbol lopen temperaturen op tot duizenden graden. Dat is een flinke voorraad energie, maar nog te duur om grootschalig gebruik van te maken. Warmte uit de bodem door zonlicht, gebruiken we al wel. Een warmtewisselaar in de bodem haalt de warmte op en maakt die beschikbaar voor verwarming 2. Waterkracht. Ondanks het feit dat Nederland een (zeer) vlak land is, levert waterkracht al lange tijd een bijdrage aan de energie voorziening. Dit varieert van de eeuwen oude watermolens in Limburg en Twente tot de moderne waterkrachtcentrales in de rivieren Rijn en Maas. Het geïnstalleerde opwekkingsvermogen is zelfs een factor 3,5 keer zo groot als het geïnstalleerde vermogen aan zonne-energie 3. Toch is het niet de verwachting dat waterkracht in de toekomst een grote rol zal spelen in Nederland. Dat water toch een belangrijke bijdrage kan leveren aan onze toekomstige energievoorziening, wordt wel duidelijk als je paragraaf 3.2 leest. Zonne-energie. Het gebruik van zonne-energie is op langere termijn ook voor Nederland heel aantrekkelijk. Met de huidige techniek is nog veel ruimte nodig om zonne-energie te oogsten. Tegenwoordig is het vermogen van 1 m 2 PV-zonnecel 100 W 4. Wanneer in Nederland alle gebouwen van zonnecollectoren worden voorzien, dan zouden we daarmee 10 % van de huidige Nederlandse energiebehoefte mee kunnen voorzien 5. 2 URL4: 3 URL5: 4 URL6: 5 URL7: 12

13 Figuur 2: Duurzame energiebronnen voor Nederland Windenergie. Naast bio-energie, is voor Nederland het gebruik van met name windenergie erg kansrijk. In 2006 stonden in Nederland ruim 1700 windturbines die per jaar genoeg elektriciteit opwekken om circa huishoudens van stroom te voorzien. Het aandeel duurzame elektriciteit en vooral elektriciteit uit windenergie moet de komende jaren verder omhoog, vindt de overheid. Alleen zo kan Nederland voldoen aan de doelstelling die het van de Europese Unie kreeg opgelegd. Die doelstelling houdt in dat Nederland in procent van zijn elektriciteitsbehoefte uit duurzame bronnen opwekt. Voor 2020 streeft het kabinet naar een verhoging van het aandeel duurzame energie tot 20 procent 6. Biomassa/biobrandstof. Er zijn brandstofcellen ontwikkeld die gevoed worden met afvalwater als brandstof waaruit energie gewonnen wordt zodat er nu twee voordelen ontstaan: energieopwekking zonder extra CO 2 uitstoot en afbraak van afval waardoor 6 URL3: 13

14 de milieuvervuiling bestreden wordt. De maatschappijen in Nederland moeten binnen 2 jaar 5,75% biobrandstof zoals bioethanol of biodiesel in hun brandstof mengen en zijn nu begonnen met het bijmengen om dit doel te halen binnen de gestelde tijd. Door deze percentages verder te verhogen kan, met een gelijk blijvende kwaliteit van de brandstof, al een veel hoger aandeel gehaald worden in met duurzame energie in Nederland. Stortgas. Ook op stortplaatsen ontstaat biogas, het zogenaamde stortgas. In Nederland wordt dit op tal van plaatsen opgevangen en gebruikt. Maak nu opgaven 2 t/m 4 aan het einde van dit hoofdstuk 14

15 3.2 De hydrologische kringloop en Blue Energy We stelden de vraag: hoe kunnen we zonne-energie vangen, behalve dan met zonnecellen? Een van de manieren is door gebruik te maken van de hydrologische kringloop (zie Figuur 3). De hydrologische kringloop draait immers op basis van zonneenergie. De zon verdampt het water. De wind verplaatst de waterdamp naar de continenten waar de waterdamp weer condenseert en als neerslag (regen of sneeuw) terecht komt. De regen of sneeuw komt op kortere of langere termijn weer terug naar de oceanen. Hoe lang dit duurt, is afhankelijk van het feit of de sneeuw in de gletsjers terecht komt of rechtstreeks weer afvloeit via de rivieren. Figuur 3: De hydrologische kringloop 15

16 Hier liggen tenminste twee mogelijkheden om zonne-energie te gebruiken: Hydro-elektriciteit maakt gebruik van het feit dat de neerslag hoger op het continent terecht komt. De zwaartekracht is behulpzaam bij het terugwinnen van deze energie. Grote turbines worden aangedreven door vallend water. Het principe wijkt niet af van de fietsdynamo, maar de hoeveelheid energie is natuurlijk veel groter. Deze hoeveelheid energie is afhankelijk van de hoeveelheid water en het hoogteverschil. In verband hiermee spreken we van hoge- en lagedrukcentrales. Het bijzondere van hogedrukcentrales is dat men het water dan kan laten stromen wanneer de behoefte aan elektriciteit het hoogst is. Daarmee ontlast je de piekcentrales die alleen extra elektriciteit produceren als de vraag het hoogst is (meestal overdag wanneer alle bedrijven werken). Deze pieklastcentrales zijn bovendien het duurst per kwh. Nadat we met hydro-elektrische centrales van zonne-energie gebruik hebben gemaakt, is er een tweede mogelijkheid om zonne-energie terug te winnen. Dit kan door de menging van zoet en zout water: Blue Energy. Hoe we deze energie opwekken en waar dat zou kunnen is het onderwerp van deze module. Daarnaast behandelen we een aantal technische problemen en mogelijke oplossingen van deze problemen. 3.3 De locatie van een centrale van Blue Energy Voor het opwekken van Blue Energy zijn we afhankelijk van een plek waar zoet en zout water bij elkaar komen. Die plekken zijn er genoeg op deze wereld, en zeker ook in Nederland (Figuur 4). Bij iedere riviermonding vinden we er een. Toch is de oplossing nu ook weer niet zo simpel, want op al deze plekken ontstaat onmiddellijk brak water waardoor de hoeveelheid energie maar beperkt is. We zullen moeten proberen de inlaat van zout en zoet water van elkaar te scheiden en ook de afvoer van brak water gescheiden van de instroom te houden. Meestal gaat zoet water namelijk langzaam in de monding van een rivier via brak water in zout water over. Er zijn in Nederland in ieder geval verschillende plaatsen waar we zoet en zout water scherp van elkaar kunnen scheiden en we hoeven daar alleen maar een afvoer van brak water te maken zonder dat het brakke water zich met het zoete of zoute water vermengt. De eerste plek die kan worden onderzocht zijn de spuisluizen in de Afsluitdijk. Regelmatig lozen we hier bij eb zoet water in de Waddenzee. Naast de spuisluizen ligt er bovendien 16

17 een pier om de scheepvaart tegen ongewenste stroming te beschermen. Toch zullen we dit brakke water in de zee kwijt moeten. Hoe verder we dit van de inlaat van zoutwater doen hoe kleiner het negatieve effect. Gelukkig zorgt de vloed twee keer per dag voor verversing van het water. Figuur 4: Mogelijke locaties voor Blue Energy in Nederland Maak nu opgaven 5 t/m 8 aan het einde van dit hoofdstuk 17

18 3.4 Reflectievragen en opdrachten 1. Het gebruik van fossiele brandstoffen staat onder druk. Naast het broeikaseffect zijn er nog een paar argumenten om te zoeken naar alternatieve energiebronnen. Geef er twee. 2. Nederland wil, dat de vormen van duurzame energie op den duur fossiele energie gaan vervangen. In het regeerakkoord van 2007 heeft de Nederlandse regering de ambities voor ons eigen land aangescherpt. Zo wil Nederland in procent minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990, moet in procent van het energieverbruik duurzaam zijn opgewekt en in 2020 moet dat 20 procent zijn (Europa: 10 procent). Om je een beeld te geven hoe de verdeling op dit moment is en hoe wij aan onze elektriciteit komen, is weergegeven in Tabel 1 en Tabel 2.. a. Leg uit wat het verschil is tussen elektriciteitsverbruik en energieverbruik. b. De doelstelling van het kabinet heeft volgens het regeerakkoord betrekking op het totale energieverbruik 7. Bereken wat de ambitie is voor 2020 in TJ en in GWh (aangenomen dat het energieverbruik gelijk blijft). c. Van de duurzame energiebronnen zon, wind en water zijn vooral geschikt voor directe opwekking van duurzame elektriciteit. Stel je voor dat alle elektriciteit duurzaam geproduceerd zou worden (aangenomen dat het energieverbruik gelijk blijft). In hoeverre wordt dan aan de 20%-doelstelling voldaan? d. Het gemiddelde vermogen van elektriciteitscentrales kan uitgerekend worden door het elektriciteitsverbruik (GWh) te delen door (uur/jaar). Toch staat er circa 1,5 x meer vermogen opgesteld bij de elektriciteitscentrales, omdat wij overdag meer gebruiken dan in de nacht. Hoeveel vermogen kunnen de centrales bij elkaar leveren? 7 Toch vindt hier enorm veel verwarring plaats (kijk maar eens op internet): betreft de doelstelling nu het energieverbruik of het elektriciteitsverbruik. Dat maakt nogal uit! 18

19 Tabel 1: Energieverbruik 2006 en Tabel 2: Elektriciteitsproductie Tabel 1 Energieverbruik 2006 TJ. GWh. % Totale verbruik Fossiele brandstoffen Steenkool Olie Gas Kernenergie Biomassa Duurzame energie Totaal Wind Zon Waterkracht Aardwarmte Tabel 2 Elektriciteitsproductie GWh. TJ. Steenkool Olie Gas Kernenergie Duurzame energie Er zijn een hoop vragen te stellen bij de doelstelling van het kabinet. Bijvoorbeeld: Hoe gaat Nederland eruit zien wanneer we op grote schaal overschakelen op duurzame energie? Moet op de Noordzee een nieuwe infrastructuur worden aangelegd voor grootschalige windmolenparken? En wat zijn de landschappelijke gevolgen wanneer we overschakelen op biomassa? 19

20 De vormen van duurzame energie die we op dit moment gebruiken, nemen veel ruimte in beslag. De ene vorm gebruik je meer m² dan voor de ander. Zoek uit en bereken per vorm van energie, hoeveel Watt je kunt opwekken met 1 m². Vul de kolommen A1, A2 en A3 in van Tabel 3 aan de hand van de volgende deelvragen: a. Zonnepanelen: Gemiddeld krijgt iedere m 2 in Nederland kwh zon per jaar. Met 600 zonne-uren is het piekvermogen per m 2 ongeveer kwh/m 2.jaar / 600 uur/jaar = Wp/m 2. Hiervan kan met de huidige stand van de techniek ongeveer 6% gebruikt worden 8. Bereken nu hoeveel W/m 2 kan worden opgewekt (A1). b. Windmolens: Het directe ruimtegebruik van windmolens is weliswaar klein met een voetplaat van 10x10 m. Toch moeten zij behoorlijk ver uit elkaar worden geplaatst, zo n m, om te voorkomen dat de ene molen de wind afvangt voor de volgende molen. Een vuistregel is dat een molen met een piekvermogen van 1 MWp ongeveer 25 ha nodig heeft. Bovendien moet ermee gerekend worden dat het gemiddelde vermogen ongeveer 25% is (het waait niet altijd even hard, soms helemaal niet of soms te hard). Bereken nu hoeveel W/m 2 kan worden opgewekt (A2). c. Biobrandstof: De biomassa die nu in Nederland gebruikt wordt is een restproduct. Er is alleen ruimte nodig voor opslag. Zou echter speciaal voor de energievoorziening hout worden verbouwd, dan kost dat heel erg veel ruimte. Het is ook mogelijk om koolzaad te verbouwen. Per hectare kan ongeveer kg koolzaad worden geoogst per jaar, goed voor liter olie. De verbrandingswaarde (kwh/l olie) kun je opzoeken in Binas. Hoeveel kwh kun je dus per hectare en per m 2 opbrengen. Deel dit door uur per jaar (100% benutting 9 ). Bereken nu hoeveel W/m 2 kan worden opgewekt (A3) Wh per Wp op jaarbasis, ofwel 500 Wh/Wp.jaar / uur/jaar = 6% 9 Immers: je kunt de olie opslaan, i.t.t. windenergie en zonne-energie. 20

21 Tabel 3: Oppervlaktegebruik van duurzame energiebronnen W/m² Ha. Landgebruik voor 20% Zon A1 B1 Wind A2 B2 Biobrandstof A3 B3 Blue Energy 4. en bereken per vorm van duurzame energie, hoeveel hectare land je nodig hebt om de doelstelling van 20% duurzame energie te behalen. We nemen aan dat dit overeenkomt met ca. 10 GW vermogen. Geef ook aan hoeveel dit is van het totale Nederlandse oppervlak. Vul je antwoord en berekeningen in de kolommen B1, B2 en B3 van Tabel 3. Wat is je conclusie? De getallen voor Blue Energy worden pas ingevuld bij de eindopdracht 5. Zoek met behulp van een atlas en de bijgeleverde bronnen geschikte plekken in Nederland. Bronnen: verdeling water over de rivieren en afvoer zoet water. 6. Leg uit welk negatief effect de Westerschelde en de half open Oosterscheldedam op een Blue Energy centrale in Zeeland kan hebben? 21

22 7. De Nieuwe Waterweg is wat minder gemakkelijk geschikt te maken voor Blue Energy: het zoute water dringt als een wig onder het zoete rivierwater naar binnen. Waarom is er geen loodrechte afscheiding tussen zoet en zout water? 8. Waarom is het Haringvliet in natte periodes heel geschikt voor Blue Energy? Spreken deze opdrachten jou aan? Dan is de specialisatie als planoloog wat voor jou 22

23 4 Wat is Blue Energy eigenlijk? Misschien geloof je het zo wel, dat je energie kunt winnen uit het mengen van zoet en zout water. Maar om eraan te rekenen is het nodig om de begrippen enthalpie en entropie te begrijpen. In dit hoofdstuk leer je wat de hoofdregels van de thermodynamica zijn. En je ontdekt zelf hoe deze gerelateerd zijn aan Blue Energy en wat de potentie van Blue Energy is. 4.1 Enthalpie Bij reacties maken we onderscheid tussen exotherme reacties (reacties waarbij energie vrijkomt) en endotherme reacties (reacties waarbij energie nodig is om de reactie te laten verlopen). Deze energie kunnen we meten met behulp van een Joulemeter en de soortelijke warmte. Een reactie kan plaatsvinden bij constante druk of bij constant volume. Voor de meeste reacties maakt dit geen verschil, maar in sommige gevallen toch wel. Bijvoorbeeld bij reacties waarbij één of meer gassen ontstaan. De reactieproduct(en) hebben een groter volume dan de uitgangsstoffen. Om dit grotere volume te kunnen innemen hebben de reactieproduct(en) arbeid moeten verrichten (lucht moeten wegdrukken). Deze arbeid (gemeten bij constante druk) zorgt ervoor dat er minder warmte vrijkomt (bij een exotherme reactie) of meer warmte nodig is (bij een endotherme reactie). Daarom wordt de reactiewarmte gedefinieerd als de verandering in enthalpie, H. H is de reactiewarmte gemeten bij constante druk. In formulevorm: H = E + p V Waarbij de p V term in de vergelijking klein is ten opzichte van de E term. Maak de opgaven 9 en 10 aan het einde van dit hoofdstuk 23

24 4.2 Entropie Maar waarom verloopt een reactie nu eigenlijk? Waarom verloopt de ene reactie wel en de andere reactie niet? Heeft dit te maken met het energie-effect? Exotherme reacties verlopen spontaan, mits de temperatuur voldoende is om de reactie te starten. De enige hindernis bij een exotherme reactie is de activeringsenergie (de energie die toegevoerd moet worden om de reactie op gang te brengen (het aansteken)). Een eerste hoofdregel voor het verlopen van een reactie is dan ook: Elk systeem streeft naar lagere energie Hoe zit dit bij endotherme reacties? Kunnen deze reacties spontaan optreden? Dit kan inderdaad, bijvoorbeeld het oplossen van ammoniumnitraat in water is een endotherm proces dat spontaan verloopt. Bij het oplossen wordt warmte uit de omgeving opgenomen. De energie neemt toe! In de derde klas heb je bij de molecuultheorie al geleerd dat moleculen bewegen. Een gevolg van deze bewegingen is dat moleculen het liefst overal willen zijn. Men noemt dit een streven naar zoveel mogelijk bewegingsmogelijkheden en plaatsmogelijkheden. Meestal komt dat neer op het innemen van een zo groot mogelijk volume. Twee voorbeelden: Als water verdampt is, bewegen de watermoleculen zich in een veel groter volume: het aantal mogelijkheden van plaats en beweging is groter geworden. Zo verspreidt een gas zich over het hele beschikbare volume: het aantal mogelijkheden van plaats en beweging is dan groter. Een stof lost op in een vloeistof: weer is het aantal mogelijkheden voor de deeltjes van de stof groter geworden: ze kunnen zich in een groter volume bewegen. Men gebruikt de term entropie om het aantal mogelijkheden aan te geven. Een systeem heeft een grote entropie, heeft veel entropie, als de deeltjes in dat systeem veel mogelijkheden hebben. Als water verdampt neemt dus de entropie toe, ofwel: waterdamp heeft een hogere entropie dan vloeibaar water. Het symbool voor entropie is S. 24

25 Wanneer bezit een systeem veel entropie? Anders gezegd: wanneer zijn er voor de deeltjes in een systeem veel mogelijkheden? Het duidelijkste en belangrijkste geval is een gas. Immers: de moleculen kunnen zich zeer goed in een groot volume bewegen. Zie hiervoor Figuur 5, waarin de entropie van zuurstof en die van koper staan weergegeven als functie van de temperatuur. Figuur 5: De entropie van één mol zuurstof en van één mol koper als functie van de temperatuur (p = p 0 ) 25

26 Als twee systemen met elkaar vergeleken worden om te weten welke de hoogste entropie heeft moeten er gelet worden op de volgende factoren: Het volume: - een mol gas heeft een veel grotere entropie dan een mol vaste stof of vloeistof; - twee mol gas heeft bij dezelfde temperatuur en druk een twee maal zo groot volume als 1 mol gas en dus een twee maal zo grote entropie; - lossen we een vaste stof op in een oplosmiddel, dan neemt de entropie van die stof toe. De bewegingsmogelijkheid van de deeltjes: - Gassen hebben een veel grotere entropie dan vloeistoffen of vaste stoffen, de entropie van vloeistoffen is iets groter dan van vaste stoffen. Dit zijn de belangrijkste factoren. Het aantal deeltjes blijkt ook belangrijk te zijn, immers hoe meer deeltjes, des te groter is het aantal mogelijkheden. Entropie wordt daarom per mol aangegeven. Bij het vergelijken van twee systemen is echter meestal alleen het aantal mol gas van belang, aangezien de entropie van vaste stoffen en vloeistoffen relatief klein is 10. Een tweede hoofdregel voor het verlopen van reacties is dan ook: Elk systeem streeft naar een hogere entropie Uit het oogpunt van het streven naar maximale entropie is het uit zichzelf mengen of oplossen van stoffen logisch, men noemt dit diffusie. Op den duur worden de concentraties overal gelijk: er is dan een homogene oplossing ontstaan. Maak nu de opgaven 11, 12 en 13 aan het einde van dit hoofdstuk 4.3 Toepassing van de twee hoofdregels Er zijn nu twee algemene regels voor het verlopen van een reactie opgesteld: 10 Absolute entropieën worden in het Binas weergegeven in tabel

27 I II Elk systeem streeft naar lagere energie Elk systeem streeft naar hogere entropie Als deze regels worden gecombineerd, dan zijn er drie mogelijkheden (zie ook Figuur 6). Beide regels gelden bij een proces; Géén van beide regels worden bij een proces gevolgd; Slechts één van beide regels gelden bij een proces. Dit kan ook gekwantificeerd worden. Voor het streven naar lagere energie is de reactieenthalpie H een maat. Voor het streven naar hogere entropie kan T S als maat genomen worden, dus: de entropieverandering maal de absolute temperatuur. De entropie van een systeem is op zich temperatuurafhankelijk en de gekozen maat blijkt praktisch gezien goed te werken. De formule wordt dus, voor een spontaan verlopend systeem bij constante temperatuur en druk: H T S < 0 27

28 Figuur 6: Het principiële verschil tussen energie en entropie. In drie achtereenvolgende processen is de totale energie constant, terwijl de totale entropie toeneemt. Andere processen kunnen niet optreden. 28

29 Mogelijkheid 1 Bij deze mogelijkheid geldt dat bij een proces of reactie zowel de energie afneemt als de entropie toeneemt. Niets staat het vanzelf verlopen van dit soort processen in de weg; alleen de activeringsenergie is een hindernis die, eenmaal overwonnen, geen hindernis meer is. Voorbeelden van processen waarvoor dit geldt zijn: verschillende verbrandingen, explosies. Kwantitatief: H T S is altijd negatief, aangezien H negatief is en S positief. Deze processen of reacties verlopen spontaan. Alleen de activeringsenergie kan een hindernis zijn. Mogelijkheid 2 Deze mogelijkheid is dat bij een proces de energie toeneemt en de entropie afneemt. Er is geen enkele reden voor het proces om vanzelf te verlopen. Voorbeelden van dergelijke reacties zijn: omgekeerde verbrandingen. Koolstofdioxide en water reageren niet spontaan tot benzine; en evenmin reageren koolstofdioxide, water en stikstof vanzelf tot een springstof. Echter: er worden wel explosieven geproduceerd en ook benzine wordt gevormd. Het is namelijk mogelijk aan een systeem zoveel energie toe te voeren dat het streven naar grotere entropie van het systeem wordt overwonnen en dat dus de entropie van het systeem, gedwongen, afneemt. In de natuur gebeurt dat in het groot onder invloed van de zonne-energie. Het belangrijkste voorbeeld is de bekende fotosynthese. Kwantitatief: H T S is altijd positief. Een dergelijk proces kan nooit vanzelf optreden. Wèl kan zo n proces gedwongen worden te verlopen door voldoende energie, via een ander proces verkregen, toe te voeren. Mogelijkheid 3 Slechts één van beide regels gelden bij een proces. Dus: óf de energie neemt af, maar de entropie neemt ook af, óf de entropie neemt toe, maar de energie neemt ook toe. Een voorbeeld: Ammoniakgas wordt gemaakt uit de elementen. Het is een exotherme reactie. (de activeringsenergie is hoog en daarom is een katalysator erg nuttig) N 2 (g) + 3 H 2 (g) 2 NH 3 (g) H is negatief, S is negatief 29

30 Aan de reactievergelijking is te zien dat de entropie afneemt (het aantal mol gas neemt af), dus S is negatief. Voor de ontleding van ammoniak in de elementen geldt precies het omgekeerde: 2 NH 3 (g) N 2 (g) + 3 H 2 (g) H is positief, S is positief Beide reacties kunnen gelijktijdig plaatsvinden: N 2 (g) + 3 H 2 (g) 2 NH 3 (g) De drijfveer achter de reactie naar rechts is de energieverlaging. De drijfveer achter de reactie naar links is de entropievergroting. Het is niet verwonderlijk dat hier een evenwichtstoestand kan ontstaan: de evenwichtstoestand is een compromis tussen deze twee drijfveren. Als het evenwicht zich heeft ingesteld gaan beide reacties even snel zodat de concentraties constant blijven (een dynamisch evenwicht). Als een evenwicht bereikt is geldt kwantitatief: H T S = 0, ofwel H = T S. De evenwichtstoestand verschaft ons de mogelijkheid om entropieveranderingen te meten. Maak nu de opgaven 14 t/m 17 aan het einde van dit hoofdstuk Ontdek zelf hoe het zit met Blue Energy in de opdrachten 18 t/m 21 30

31 4.4 Reflectievragen en opdrachten 9. Bereken: a De volumeverandering bij de verbranding van 1 mol stearinezuur. Stel het molaire volume van gassen op 25 L (= 0,025 m 3 ). b De hiermee gepaard gaande arbeid p V. Stel p = 10 5 N m -2. c Het procentuele verschil tussen U en H voor de verbranding van kaarsvet? ( H = kj mol -1 ). 10. Eén van de functies van voedsel is het leveren van energie. Voor koolhydraten, vetten en eiwitten zijn de calorische waarden 4,1 resp. 9,2 en 5,3 kcal per gram. a Reken deze waarden om in kj per gram. b De verbrandingswarmte van ethanol (alcohol) is 1367 kj per mol. Reken deze waarde om in kj per gram. Kun je alcohol energierijk noemen? 11. Hoe groot is de entropietoename ( S) als we 12 g zuurstof verwarmen van 80 K tot 180 K (p = p 0 )? 12. We verwarmen 1 mol O 2 en 1 mol H 2 O van 220 K tot 400 K (p = p 0 ). De entropietoename van H 2 O blijkt veel groter te zijn dan die van O 2. Geef hiervoor een verklaring. 13. De verandering in entropie wordt aangegeven met S. Als bij een proces de entropie toeneemt is S positief en neemt de entropie af dan is S negatief. Beredeneer of de entropie verandert en hoe deze verandert bij de volgende reacties en processen: a CaCO 3 (s) CaO(s) + CO 2 (g) b Ba 2+ (aq) + SO 2-4 (aq) BaSO 4 (s) c H 2 O(l) H 2 O(g) d N 2 (g) + 3 H 2 (g) 2 NH 3 (g) 14. Indien we een oplossing van zilvernitraat mengen met een oplossing van ijzer(ii)sulfaat, zal zich het volgende evenwicht instellen: Ag + (aq) + Fe 2+ (aq) Ag(s) + Fe 3+ (aq) 31

32 Beredeneer op grond van entropie overwegingen, of hierbij het enthalpie-effect voor de reactie naar rechts positief of negatief zal zijn. 15. Als de temperatuur maar hoog genoeg wordt, vallen alle moleculen uiteen in atomen. Dit proces heet dissociatie. Voor de dissociatie van Cl 2 -moleculen in de gasfase bedraagt de enthalpieverandering 243 kj mol -1. De entropieverandering voor dit proces bedraagt 109 J K -1 mol -1. a Is dissociatie van chloor bij 25 C een spontaan proces? Licht toe met een berekening. b Bereken de minimale temperatuur die vereist is om de dissociatie van chloor te laten verlopen. 16. Groene planten kunnen met behulp van zonlicht glucose maken uit koolstofdioxide en water. Dit proces heet fotosynthese. 6 CO 2 (g) + 6 H 2 O(l) C 6 H 12 O 6 (s) + 6 O 2 (g) a Bereken de reactie-enthalpie van dit proces. b Bereken de entropieverandering tijdens het fotosyntheseproces, als gegeven is dat de absolute entropie van glucose 212 J K -1 mol -1 bedraagt. Overige gegevens in tabel 63 van het Binas. c Bereken de waarde van H T S voor de vorming van één mol glucose bij 25 C en 1 bar. d De bij c berekende waarde is negatief. Verklaar waardoor het fotosyntheseproces toch kan optreden. 17. In de onderstaande reactievergelijking wordt ethyn omgezet in benzeen: 3 C 2 H 2 (g) C 6 H 6 (g) Ga door berekening na of dit proces bij 25 C en 1 bar kan verlopen. Ontdek zelf hoe het zit met Blue Energy in de opdrachten 18 t/m Zout en zoet water mengen spontaan tot brak water. Menging van een liter zoet water met een liter zout water laat geen verandering van temperatuur van enige betekenis zien. 32

33 a Wat betekent dit voor de mengenthalpie H? b Volgens welke regel(s) mengen zoet en zout water dus? 19. Bij een riviermonding zien we dus nauwelijks temperatuurseffecten. We bekijken wat er dan wel gebeurt bij een riviermonding. We volgen 1 liter rivierwater bij het uitstromen in de zee. We nemen aan dat het rivierwater nauwelijks zout bevat en dat in zee vooral keukenzout is opgelost. We nemen aan dat de zoutconcentratie van de zee niet verandert door de uitstroming van de rivier (lokale effecten verwaarlozen we). Verder verwaarlozen we temperatuurverschillen en dichtheidsverschillen van rivierwater en zeewater. a Hoeveel mol water bevat de liter rivierwater? b Wat is de beginconcentratie NaCl en wat is de eindconcentratie NaCl van de liter rivierwater (mol/l)? Neem hiervoor een goede aanname van de zoutconcentratie van het zeewater. c Lees uit de grafiek (Figuur 7) af hoe groot de entropieverandering is (J/mol.K). Bepaal hoe groot de verandering van de T S van de liter rivierwater is (t = 15 o C). Hoeveel energie is er verloren gegaan bij het uitstromen van de liter rivierwater (kj)? d In Nederland stroomt gemiddeld 3.3 miljoen liter zoet water per seconde uit in zee. Hoeveel vermogen gaat er verloren (MJ/s = MW)? Mengentropie (J/mol.K) NaCl concentratie (mol/l) 33

34 Figuur 7: Entropieverandering NaCl oplossing (bij menging met oneindige hoeveelheid geconcentreerde NaCl-oplossing) 20. Het feit dat er energie verloren gaat bij het spontaan mengen van rivierwater en zeewater, betekent dus dat uit het mengproces nuttige arbeid kan worden verricht. Denk maar eens aan een waterval, waar ook veel energie verloren gaat die nuttig gebruikt had kunnen worden in een waterkrachtcentrale. Het verval tussen Lobith en Hoek van Holland is amper tien meter over een lengte van minder dan tweehonderd kilometer. Die tien meter verval komen overeen met een waterdruk van 1 bar. De situatie bij ons is niet te vergelijken met de verschillen die in alpenlanden gebruikt worden voor waterkracht. a Hoeveel energie gaat er verloren als een liter 250 meter naar beneden valt, zoals in een grote waterval (kj)? b Vergelijk dit eens met het antwoord dat je hebt gegeven bij vraag 19c. Net als bij waterkrachtcentrales, waar gebruik wordt gemaakt van het drukhoogteverschil van het water bovenstrooms en het water benedenstrooms, wordt bij het mengen van zoet en zout water gesproken over een drukverschil: het osmotische drukverschil. Hoe groot is het osmotische drukverschil van rivierwater en zeewater? c Vul Tabel 4 verder in. Tabel 4: Vergelijking waterkracht en Blue Energy Energie uit hydrologische kringloop a. Waterkracht b. Blue Energy MJ/m 3 Potentie voor Nederland (MW) 21. Voordat we gaan kijken hoe we dan elektriciteit kunnen maken uit het mengen van zoet en zout water, voeren we de berekening van opdracht 19 nog wat preciezer uit. In opdracht 19 hebben we namelijk verondersteld dat 1 liter rivierwater mengt met oneindig veel liters zeewater. Dat is natuurlijk niet haalbaar in een echte Blue Energy centrale. In de centrale mengen we bijvoorbeeld 1 liter zeewater en 1 liter rivierwater. Afgeleid kan worden dat de arbeid W (in Joule) die het proces kan leveren bedraagt: 34

35 W = 2 RT C z C V z.2,3 log C z m + C r C V r.2,3 log C r m Hierbij is R de gasconstante (8,31 J/mol/K), T de temperatuur (K), V z en V r de volumes van het zeewater en het rivierwater (liter), C z en C r de concentraties van het zeewater en het rivierwater (mol/l) en C m de concentratie van het gemengde water. De factor 2 komt van het feit dat NaCl in twee ionen gedissocieerd is. a Stel we mengen in de centrale 1 liter zeewater en 1 liter rivierwater. Wat wordt de concentratie van het gemengde water, C m? b Hoeveel arbeid kan geleverd worden? Vergelijk je antwoord met opdracht 19c. c Vul de Tabel 5 in (bereken steeds eerst C m ) en bepaal welke verhouding het beste is voor een Blue Energy centrale: 35

36 Tabel 5: Mengenergie bij verschillende mengverhoudingen V r (m 3 ) V z (m 3 ) W (MJ/m 3 W (MJ/m 3 Opmerking rivierwater) mengwater) 1 zie ook 19c zie ook 21b Neem voor een groot getal = oneindig Spreken deze opdrachten jou aan? Dan is de specialisatie als onderzoeker wat voor jou 36

37 5 Hoe zetten we Blue Energy om in elektriciteit? Dit hoofdstuk laat je zien met welke technieken je zoutgradiënten kunt gebruiken om energie te winnen. Daarnaast leer je welke techniek er achter Blue Energy schuil gaat en wat je ervoor nodig hebt om energie op te kunnen wekken uit het mengen van zoet en zout water. Je leert hier ook over redoxreacties, redoxpotentialen en membraanpotentialen. 5.1 Meerdere productietechnieken mogelijk Er zijn in principe een aantal manieren om de zoutgradiënt te gebruiken voor energiewinning. We bespreken er vier: Katchalsky-machine. Een techniek die ooit is bedacht door de Israëlische biofysicus Katchalsky ( ). Hij constateerde dat sommige vezels krimpen als ze in zout water gelegd worden en weer rekken in zoet water. In principe is dat voldoende om een machine te bedrijven en er zijn werkende modellen gemaakt. Een riem van collageen draait over twee pulley s. De schijven zijn ook met een ketting verbonden via tandwielen met verschillende diameter. Het collageen wordt bevochtigd door zout water dat het materiaal doet krimpen en door zoet water dat het weer doet rekken. 37

38 Vapor Pressure Difference Utilization (VPDU) Maakt gebruik van verschillen in dampdruk. In principe maakt het gebruik van een vat met twee compartimenten, gescheiden door een koperen plaat. Als gevolg van dampdrukverschillen boven het zoete water en het zoute water zal een dampstroom ontstaan in de richting van het zoute water. In deze dampstroom zet een turbine de kinetische energie van de watermoleculen om in elektrische energie. Het verdampende water koelt af en via de warmtewisselaar weer op temperaratuur gebracht door de condensatie warmte aan de zeewaterkant. De koperen plaat kan door de membraantechnoloog gezien worden als een warmtemembraan. Pressure Retarded Osmosis (PRO) Maakt gebruik van het osmose-effect. De membranen zijn afgeleid van de gewone reverse osmosis (RO)-membranen. Het water, dat door osmose getransporteerd wordt, drijft een turbine aan. Die waterstraal moet een zekere kracht hebben en ook voldoende breed zijn. Het vermogen is het product van debiet en druk en is maximaal bij een druk, gelijk aan de helft van de berekende osmotische druk. Vandaar het woord retarded in de naamgeving. Met name in Noorwegen is een kleine groep van het energiebedrijf Statkraft bezig deze techniek te onderzoeken. 38

39 Reverse Electrodialysis (RED) Alle bovengenoemde technieken gebruiken mechanische methoden om elektrische energie op te wekken. Het kan ook zonder door gebruik te maken van Reverse Electrodialysis (RED). Het voordeel is dat de installatie geen bewegende onderdelen heeft voor de directe productie. Wel zijn er pompen nodig voor de aanvoer van zoet en zout water en voor de elektrodespoeling. Op deze techniek zullen we daarom verder ingaan. 39

40 5.2 Directe elektriciteitsproductie met RED Doe nu klassikaal het intro-experiment, zie Bijlage Een RED installatie heeft twee type membranen, die beide geen water doorlaten: een anionwisselend membraan (anion exchange membrane, AEM) en een kationwisselend wisselend membraan (cation exchange membrane, CEM). De installatie bevat afwisselend CEM s en AEM s, zie Figuur 8. De ruimtes daartussen, de compartimenten, worden afwisselend doorspoeld met zeewater en met rivierwater. Natriumionen in het zeewater kunnen alleen diffunderen door het CEM en bewegen in de tekening naar links en veroorzaken een positieve stroom naar links. De chlorideionen passerende de AEMmembranen en vormen zo een negatieve ionenstroom naar rechts, die opgevat kan worden als een positieve stroom naar links. Om praktisch nut te hebben, moet de ionenstroom nog omgezet worden in een elektronenstroom. Dit gebeurt aan de elektroden, door middel van redoxreacties. Figuur 8: Reverse Electro Dialysis (RED) ofwel omgekeerde electrodialyse Je hebt nu waarschijnlijk een aantal begrippen gelezen die je waarschijnlijk niets zeggen. We leggen daarom membranen en redoxreacties verder uit. 40

h+i Bij de grenzen met Duitsland en België zijn nog mogelijkheden voor blue energie bij de mondingen van resp. de Eems en de Schelde.

h+i Bij de grenzen met Duitsland en België zijn nog mogelijkheden voor blue energie bij de mondingen van resp. de Eems en de Schelde. Antwoorden door T. 1507 woorden 13 juni 2016 6,8 7 keer beoordeeld Vak NaSk De zee als zonnepaneel? Behalve het versterkte broeikaseffect is ook de luchtvervuiling voor de inwoners van dichtbevolkte gebieden

Nadere informatie

BLUE ENERGY ZONNE-ENERGIE UIT WATER

BLUE ENERGY ZONNE-ENERGIE UIT WATER BLUE ENERGY ZONNE-ENERGIE UIT WATER Colofon De module Blue Energy: zonne-energie uit water is bestemd voor de lessen Natuur, Leven en Technologie (NLT). De module is op 3 februari 2010 gecertificeerd door

Nadere informatie

Blue Energy. Zonne-energie uit water. brak water. zoet water. zout water. Gecertificeerde NLT module voor vwo

Blue Energy. Zonne-energie uit water. brak water. zoet water. zout water. Gecertificeerde NLT module voor vwo Blue Energy Zonne-energie uit water brak water zoet water Gecertificeerde NLT module voor vwo zout water Colofon De module Blue energy: zonne-energie uit water is bestemd voor de lessen Natuur, Leven en

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

Alternatieve energiebronnen

Alternatieve energiebronnen Alternatieve energiebronnen energie01 (1 min, 5 sec) energiebronnen01 (2 min, 12 sec) Windenergie Windmolens werden vroeger gebruikt om water te pompen of koren te malen. In het jaar 650 gebruikte de mensen

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen Afsluitende les Leerlingenhandleiding Alternatieve brandstoffen Inleiding Deze chemie-verdiepingsmodule over alternatieve brandstoffen sluit aan op het Reizende DNA-lab Racen met wc-papier. Doel Het Reizende

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Hoofdstuk 3. en energieomzetting Energie Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting Grootheid Energie; eenheid Joule afkorting volledig wetenschappelijke notatie 1 J 1 Joule 1 Joule 1 J 1 KJ 1 KiloJoule 10 3 Joule 1000 J 1 MJ 1 MegaJoule

Nadere informatie

Dat kan beter vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dat kan beter vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Bron 1: Elektrische auto s zijn duur en helpen vooralsnog niets. Zet liever in op zuinige auto s, zegt Guus Kroes. 1. De elektrische auto is in

Nadere informatie

Begrippen. Broeikasgas Gas in de atmosfeer dat de warmte van de aarde vasthoudt en zo bijdraagt aan het broeikaseffect.

Begrippen. Broeikasgas Gas in de atmosfeer dat de warmte van de aarde vasthoudt en zo bijdraagt aan het broeikaseffect. LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Informatieblad Begrippen Biobrandstof Brandstof die gemaakt wordt van biomassa. Als planten groeien, nemen ze CO 2 uit de lucht op. Bij verbranding van de biobrandstof komt

Nadere informatie

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9 SCHEIKUNDE Hoofdstuk 9 Par. 1 Elke chemische reactie heeft een energie-effect. De chemische energie voor én na de reactie is niet gelijk. Als de reactie warmer wordt is de chemische energie omgezet in

Nadere informatie

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting 5,2 Samenvatting door Syb 763 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Natuurkunde Methode Pulsar Natuurkunde H6 Samenvatting PARAGRAAF 1 Er zijn veel verschillende soorten energie: Bewegingsenergie

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module Alternatieve Brandstoffen - Chemie verdieping - Ontwikkeld door dr. T. Klop en ir. J.F. Jacobs Op alle lesmaterialen is de Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

Blue Energy: de rivieren en de zee als bronnen van energie Colofon

Blue Energy: de rivieren en de zee als bronnen van energie Colofon Blue Energy: de rivieren en de zee als bronnen van energie Colofon Deze module is ontw ikkeld door: - Piter Jelles Gymnasium, Dhr. H. Zijlstra, te Leeuw arden - RSG Trompmeester, Mw. E.H.M. Eijkholt, te

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting door R. 956 woorden 12 oktober 2015 7,4 4 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Paragraaf 1 De belangrijkste energiebronnen in huis zijn elektriciteit en aardgas. De meeste

Nadere informatie

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur.

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur. In tegenstelling tot een verandering van druk of concentratie zal een verandering in temperatuur wel degelijk de evenwichtsconstante wijzigen, want C k / k L De twee snelheidsconstanten hangen op niet

Nadere informatie

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 8 t/m 12 / 38A / 56 / 57. Rekenen met vormingswarmte

Nadere informatie

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018 Duurzaamheid Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018 Duurzaamheid Duurzaamheid Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige

Nadere informatie

ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland.

ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland. TITEL ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Type les Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland. Lesduur 45 minuten. Omschrijving van de

Nadere informatie

2 Concentratie in oplossingen

2 Concentratie in oplossingen 2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2016

Correctievoorschrift VWO 2016 Correctievoorschrift VWO 2016 Neder Natuur, leven en technologie Tijdvak 1 Woensdag 11 mei 13.30 15.30 uur College-examen schriftelijk VF-1035-s-16-1-c 1 1 Voor het antwoord op een open vraag worden alleen

Nadere informatie

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8 Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW Groep 6, 7, 8 Eindhoven, 8 september 2011 In het kort In deze lesbrief vind je een aantal uitgewerkte lessen waarvan je er één of meerdere kunt uitvoeren.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 20122012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

6,3. Werkstuk door een scholier 1843 woorden 2 december keer beoordeeld. Inleiding

6,3. Werkstuk door een scholier 1843 woorden 2 december keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 1843 woorden 2 december 2003 6,3 32 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Energie is iets dat altijd in de buurt is. Bijvoorbeeld een boterham eten, tanken en wassen. Het meeste

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

1. Ecologische voetafdruk

1. Ecologische voetafdruk 2 VW0 THEMA 7 MENS EN MILIEU EXTRA OPDRACHTEN 1. Ecologische voetafdruk In de basisstoffen heb je geleerd dat we voedsel, zuurstof, water, energie en grondstoffen uit ons milieu halen. Ook gebruiken we

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Basisles Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Les Koolstofkringloop en broeikaseffect Werkblad Zonlicht dat de aarde bereikt, zorgt ervoor dat het aardoppervlak warm

Nadere informatie

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn? Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van BINAS en een (grafische) rekenmachine. Let op eenheden en significante cijfers. 1.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk door een scholier 1310 woorden 20 juni 2006 6,2 45 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het Broeikaseffect Inhoudsopgave Inleiding 1.0 Wat is het broeikaseffect?

Nadere informatie

Alternatieve energieopwekking

Alternatieve energieopwekking Alternatieve energieopwekking Energie wordt al tientallen jaren opgewekt met een paar energiebronnen: Kolen Gas Olie Kernenergie De eerste drie vallen onder de fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Les De productie van elektriciteit

Les De productie van elektriciteit LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les De productie van elektriciteit Werkblad Doe de stekker in het stopcontact en je hebt licht, geluid, beeld, beweging... Allemaal dankzij elektriciteit. Maar waar komt dat

Nadere informatie

Overleven met energie

Overleven met energie Overleven met energie Jo Hermans Universiteit Leiden Nationaal Congres Energie & Ruimte, TU Delft, 22 september 2011 Overleven met energie Een blijma in 5 bedrijven 1. Meest onderschatte wet 2. Meest onderschatte

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm. PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als

Nadere informatie

Energie uit Water. - Hype of Kans - Marcel Bruggers Deltares 29 april 2010

Energie uit Water. - Hype of Kans - Marcel Bruggers Deltares 29 april 2010 Energie uit Water - Hype of Kans - Marcel Bruggers Deltares 29 april 2010 Duurzame Energie uit Water Laagverval waterkracht Aquatische biomassa Golfenergie Thermische energie uit de zee Getij-energie bassin/

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 7 duurzaamheid

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 7 duurzaamheid Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 7 duurzaamheid Samenvatting door een scholier 1632 woorden 10 juni 2017 5,9 6 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde samenvatting hoofdstuk 7 7.2 Fossiele brandstoffen

Nadere informatie

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1 TERMOCEMIE p. 1 1 Algemene begrippen De chemische thermodynamica bestudeert de energieveranderingen en energieuitwisselingen bij chemische processen. Ook het voorspellen van het al of niet spontaan verloop

Nadere informatie

2016-04-15 H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling

2016-04-15 H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling Op de internationale milieuconferentie in december 2015 in Parijs is door de deelnemende landen afgesproken, dat de uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie

Toelichting infopaneel energie

Toelichting infopaneel energie Inleiding Waarom zouden we voor hernieuwbaar energie gaan? De 3 begrippen die bij transitie aan bod zijn gekomen sluiten volledig aan bij het gebruik van hernieuwbare energie. 1 Om ons milieu te sparen

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij

Nadere informatie

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 1 Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 2 Colofon Dit is een uitgave van Quintel Intelligence in samenwerking met GasTerra en Uitleg & Tekst Meer informatie Kijk voor meer informatie

Nadere informatie

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Werkblad 1, mbo Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Inleiding De wereldbevolking groeit al jaren vrij stevig. En de wereldwijde behoefte aan energie groeit mee: we kúnnen simpelweg niet meer zonder

Nadere informatie

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4. Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie

Wat is energie? Als een lichaam arbeid kan leveren bezit het energie Wet van het behoud van energie:

Wat is energie? Als een lichaam arbeid kan leveren bezit het energie Wet van het behoud van energie: ENERGIE Wat is energie? Als een lichaam arbeid kan leveren bezit het energie Wet van het behoud van energie: energie kan noch ontstaan, noch verdwijnen (kan enkel omgevormd worden!) Energie en arbeid:

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY, MST1211TA1, LB1541) 10 maart 2015 14.00-15.30 uur Docenten: L. de Smet, B. Dam Naam:. Studentnummer Leiden:... En/of Studentnummer Delft:... Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

ZX- ronde 7 oktober 2012

ZX- ronde 7 oktober 2012 ZX- ronde 7 oktober 2012 Energietransitie De huidige fossiele energiebronnen raken en keer op in het huidige tempo waarop de mens er gebruik van maakt. Doordat er wordt uitgegaan van een onbeperkte groei

Nadere informatie

Duurzame stroom in het EcoNexis huis

Duurzame stroom in het EcoNexis huis Groepsopdracht 1 Duurzame stroom in het EcoNexis huis Inleiding De wereldbevolking groeit, en de welvaart stijgt ook steeds meer. Daarom neemt de vraag naar energie (elektriciteit, gas, warmte) wereldwijd

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L

Nadere informatie

Afhankelijk van de natuur vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62385

Afhankelijk van de natuur vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62385 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 06 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62385 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Module 4 Energie. Vraag 3 Een bron van "herwinbare" energie is: A] biomassa B] de zon C] steenkool D] aardolie E] bewegend water

Module 4 Energie. Vraag 3 Een bron van herwinbare energie is: A] biomassa B] de zon C] steenkool D] aardolie E] bewegend water Module 4 Energie Vraag 1 Wat hoort bij het indirect energieverbruik van een apparaat? Kies het BESTE antwoord A] De energie wat het apparaat nuttig verbruikt. B] De energie die het apparaat niet nuttig

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten 4HAVO periode 3 2012 Weekplanning per3, week 5 Woensdag H5.1 H5.2 theorie Vragen over H4 / tijd om hoofdstuk 4 door te nemen Donderdag PTA H432 Vrijdag Werkuur:

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen 1 ENERGIE... 2 1.1. Inleiding... 2 1.2. Het omzetten van energie... 2 1.3. Fossiele brandstoffen... 5 1.4. Duurzame energiebronnen... 7 1.5. Kernenergie... 9 1.6. Energie besparen... 10 1.7. Energieverbruik

Nadere informatie

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Leo de Ruijsscher Algemeen directeur De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs Docent TU Delft faculteit Bouwkunde Inleiding Nu de brandstofcel langzaam

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) dinsdag 21 januari 2003 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is een formulier

Nadere informatie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Bedreigingen. Broeikaseffect Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

Afhankelijk van de natuur. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.

Afhankelijk van de natuur. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs. banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Green Science CITAVERDE 12 juli 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/81673 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..

3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt.. Steenkool Steenkool komt in heel veel verschillende vormen voor. Dat geldt voor het uiterlijk van de steenkool. De kleur van steenkool kan bijvoorbeeld variëren van bruin tot zwart, steenkool kan hard

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Hoofdstuk 3. en energieomzetting Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting branders luchttoevoer brandstoftoevoer koelwater condensator stoomturbine generator transformator regelkamer stoom water ketel branders 1 Energiesoort Omschrijving

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Flipping the classroom

Flipping the classroom In dit projectje krijg je geen les, maar GEEF je zelf les. De leerkracht zal jullie natuurlijk ondersteunen. Dit zelf les noemen we: Flipping the classroom 2 Hoe gaan we te werk? 1. Je krijgt of kiest

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M? Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing

Nadere informatie

Blue energy, Blauwe energie?

Blue energy, Blauwe energie? Blue energy, Blauwe energie? Waarom Blue Energy? Zon en zee zijn niet alleen de ideale combinatie voor een geweldige strandvakantie. Misschien heb je er nooit bij stil gestaan, maar in feite is de zee

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Leerkrachtinformatie Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Lesduur: 30 minuten (zelfstandig) DOEL De leerlingen weten wat de gevolgen zijn van energie verbruik. De leerlingen weten wat duurzaamheid is. De leerlingen

Nadere informatie

Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag 2012. Gas. Gas. Volume (mrd. m 3 ) 83. Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65

Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag 2012. Gas. Gas. Volume (mrd. m 3 ) 83. Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65 Technische onderbouwing themapagina s GasTerra Jaarverslag 2012 Gas Gas Volume (mrd. m 3 ) 83 Calorische waarde (Hi) (MJ/m 3 ) 31,65 Calorische waarde (Hs) (MJ/m 3 ) 35,17 Energie-inhoud op onderwaarde

Nadere informatie

IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00

IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00 IPT hertentamen - 03-07-2015, 9:00-12:00 Cursus: 4051IPTECY Inleiding ProcesTechnologie Docenten: F. Kapteijn & V. van Steijn Lees elke vraag volledig door voordat je aan (a) begint. Schrijf op elk blad

Nadere informatie

OVERAL, variatie vanuit de kern. LES- BRIEF 3v/4hv. De zonne-energiecentrale van Fuentes de Andalucía

OVERAL, variatie vanuit de kern. LES- BRIEF 3v/4hv. De zonne-energiecentrale van Fuentes de Andalucía OVERAL, variatie vanuit de kern LES- BRIEF 3v/4hv De zonne-energiecentrale van 1 Zonne-energie is in overvloed beschikbaar maar het is nog niet zo eenvoudig om die om te zetten naar elektrische energie.

Nadere informatie

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen.

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen. INTRODUCTIE Waarom minder energie verbruiken? We hebben elke dag energie nodig om van alles en nog wat te kunnen doen; koken, onszelf warm houden, machines laten werken Die energie maken kan op heel veel

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT Colofon Auteur: Amy Beerens Contact: Maarten Reichwein, WKUU, wetenschapsknooppunt@uu.nl of 030-25 33 717 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1 Doel van de les 2 2 Opzet lesplan

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module De Beste Energiebron van Nederland Ontwikkeld door dr. T. Klop( naar idee van NPC en NBIC) Op alle lesmaterialen is de Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk

Nadere informatie

Lessenserie Energietransitie

Lessenserie Energietransitie LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Thema s en onderwerpen Overzicht Lessenserie Energietransitie Thema s en onderwerpen per les De zoektocht naar voldoende energie voor de komende generaties is één van de belangrijkste

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2003 - I

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2003 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. OMGAAN MET NATUURLIJKE HULPBRONNEN figuur 1 De kringloop van het water A B LAND ZEE 2p 1 In figuur 1 staat de kringloop van het

Nadere informatie