Jeugd in cijfers 3. Regio-editie

Transcriptie

1 Jeugd in cijfers 3 Regio-editie

2

3 Jeugd in cijfers Regio West-Brabant Oost Publicatiedatum: november 2013

4 Deze uitgave is mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant. In samenwerking met: 2013 het PON, kennis in uitvoering Het auteursrecht van deze uitgave berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. De in dit document gepubliceerde cijfers van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant (BJZ-NB) mogen gebruikt worden ten behoeve van de transitie van de jeugdzorg, voor intern gebruik en ten behoeve van overleg tussen BJZ-NB, gemeenten en andere (jeugdzorg)instellingen. Externe publicatie (bijvoorbeeld publicaties in vakliteratuur, voor het ministerie et cetera) kan alleen met toestemming van zowel het PON als BJZ-NB.

5 In deze uitgave vindt u: VOORWOORD VERANTWOORDING BELEIDSINFORMATIE HUIDIGE JEUGDZORGSTELSEL Bureau Jeugdzorg , inclusief gegevens LWI Jeugd- & Opvoedhulp Jeugdzorg Plus LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN BIJLAGEN Bijlage A: Bijlage B: Bijlage C: Bijlage D: Bijlage E: Bijlage F: Bijlage G: Bijlage H: Lijst van afkortingen Definities BJZ Gegevens BJZ op gemeenteniveau Gegevens LWI op gemeenteniveau Definities J&O Gegevens J&O op gemeenteniveau Definities Jeugdzorg Plus Gemeente van herkomst Een noot vooraf: overal waar we in deze uitgave spreken van jeugdigen gaat het over kinderen en jongeren tot 18 jaar. Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 3

6

7 Voorwoord Dit is de derde uitgebreide editie van Jeugd in cijfers. Het doel van de reeks uitgaven is om u te ondersteunen bij een gedegen voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel (zie figuur 1) in de provincie Noord-Brabant en binnen uw regio of gemeente. Daarnaast houden we u op de hoogte van de landelijke activiteiten en de specifieke ontwikkelingen binnen Noord-Brabant op dit terrein. In deze derde editie gaan we uitgebreider en dieper in op de cijfers van Bureau Jeugdzorg Noord- Brabant (BJZ) en de Jeugd- & Opvoedhulp (J&O) die we in juni 2013 gepubliceerd hebben in de gemeentespecifieke factsheets Jeugd in cijfers. Deze factsheets hebben we met name uitgebracht met het doel gemeenten en regio s te ondersteunen bij de inrichting van de Regionale Transitie Arrangementen. Deze uitgebreide uitgave heeft tot doel de cijfers te duiden en verschillen tussen gemeenten inzichtelijk te maken. Dit ter voorbereiding van de (sub)regionale en lokale beleidskaders. Behalve de cijfers van BJZ en J&O presenteren we in deze uitgebreide editie ook gegevens vanuit de William Schrikker Groep en de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming (SGJ), twee van de vier Landelijk Werkende Instellingen (LWI) waarvoor BJZ de indicaties afgeeft voor jeugdzorg en die ook justitiële taken vervult (jeugdbescherming en jeugdreclassering) voor Brabantse jeugdigen. Tenslotte presenteren we u gegevens van de gesloten jeugdzorg, Jeugdzorg Plus. Figuur 1: het huidige jeugdzorgstelsel in Nederland Eigen kracht Lokale veld WMO Functies: informatie en advies (vroeg) signaleren van problemen verwijzing naar lokaal en regionaal aanbod licht pedagogische hulp coördinatie van zorg Eerstelijns jeugd-lvb (MEE) Eerstelijns jeugd-ggz Bureau Jeugdzorg Gedwongen kader: jeugdbescherming jeugdreclassering AMK Vrijwillig kader Kinderrechter Zorgaanspraken LWI Specialistische Jeugdzorg Jeugd-LVB (AWBZ) Jeugd-GGZ (AWBZ/Zvw) Jeugd & Opvoedhulp (Wjz) Jeugdzorgplus (gesloten jeugdzorg) Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Huisarts WMO = Wet Maatschappelijke Ondersteuning, AMK = Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, LWI = Landelijk Werkende Instelling, LVB = Licht Verstandelijk Beperkten, GGZ = Geestelijke Gezondheidzorg, Wjz = Wet op de jeugdzorg, AWBZ = Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, Zvw= Zorgverzekeringswet Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 5

8 Verantwoording De cijfers in deze editie bieden een betrouwbaar, maar nog geen volledig beeld van het gebruik van de specialistische jeugdzorg. Gegevens betreffende de jeugd-lvb en jeugd-ggz zijn niet in deze uitgave opgenomen, aangezien wij (nog) niet beschikken over gegevens op het niveau van unieke jeugdigen. Voor wat betreft de gegevens van BJZ en J&O geldt dat we een klein deel van de jeugdigen (ca. 4%) nog niet eenduidig aan één gemeente kunnen toebedelen. Deze jeugdigen staan vooralsnog in de categorie onbekend. Het overgrote deel van de onbekenden komt door het niet kunnen koppelen van de jeugdigen bij de J&O instellingen met de jeugdigen die in de dataset van BJZ voorkomen (zie bijlage H). Het gaat hierbij vooral om jeugdigen die versneld ambulante zorg hebben ontvangen waarvoor geen indicatie vanuit BJZ benodigd is (volgens de afspraken tussen provincie, gemeenten, jeugdzorgaanbieders (JZA) en BJZ in het kader van de versnelling van de transitie). Mogelijk zitten er kleine afwijkingen tussen de cijfers in deze publicatie en de cijfers in de eerder gepubliceerde factsheet Jeugd in cijfers (juni 2013). Dit wordt onder andere veroorzaakt door de verbeterde koppeling tussen de cijfers van BJZ (IJ) en J&O (Key2Jeugdzorg), waardoor voor een groter percentage jeugdigen een betrouwbaarder beeld is verkregen van de gemeente van herkomst. Een uitgebreide toelichting op deze koppeling, alsook op het begrip gemeente van herkomst vindt u in bijlage H. 6 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

9 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 7

10 8 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

11 Bureau Jeugdzorg In dit hoofdstuk presenteren we de cijfers van Bureau Jeugdzorg (BJZ) Noord-Brabant over de jaren 2011 en We presenteren verschillende typen cijfers van BJZ, waaronder standgegevens (een doorsnede van het aantal jeugdigen op peildatum) en stroomgegevens (totalen in een jaar). Daarnaast is er informatie op het niveau van unieke jeugdigen en informatie op het niveau van cliënttrajecten (een jeugdige kan meerdere cliënttrajecten hebben) 1. Voor een toelichting op de verschillende definities verwijzen we naar bijlage B. De cijfers worden gepresenteerd voor de regio West-Brabant Oost in zijn geheel. In bijlage C zijn alle cijfers voor alle gemeenten apart weergegeven. Voor alle indicatoren geldt dat we om privacyredenen < 5 presenteren indien aantallen kleiner zijn dan vijf. BRABANTSE JEUGDIGEN BIJ BJZ In 2011 zijn er in totaal unieke jeugdigen met een nieuw cliënttraject bij één van de vestigingen van BJZ in Noord-Brabant gestart. Voor van hen geldt dat de gemeente van herkomst in de provincie Noord-Brabant ligt (98,6%); voor 130 jeugdigen ligt de gemeente van herkomst buiten deze provincie (1,4%). In 2012 zijn er in totaal unieke jeugdigen met een nieuw cliënttraject gestart. Hiervan hebben jeugdigen een gemeente van herkomst in Noord-Brabant (98,4%) en 116 jeugdigen een gemeente van herkomst daarbuiten (1,6%). De verhouding tussen het aantal jeugdigen met een nieuw cliënttraject bij BJZ Noord-Brabant afkomstig uit Noord-Brabant en het aantal jeugdigen van buiten Brabant is ongeveer gelijk gebleven. Tussen 2011 en 2012 is het aantal jeugdigen uit Noord-Brabant dat met een nieuw cliënttraject is gestart gedaald met ruim Deels hangt deze daling samen met het feit dat men in Noordoosten Zuidoost-Brabant vooruitlopend op de transitie ambulante zorg aanbiedt zonder dat BJZ hiervoor een indicatie afgeeft. Daarnaast is vanaf april 2011 de geldigheidsduur van de indicatiestelling verlengd naar twee jaar. Jeugdigen die voorheen een nieuw traject kregen, kunnen nu op de bestaande indicatie zorg krijgen. INSTROOM (Zorg)meldingen kindermishandeling Figuur 2 toont de instroom bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de instroom van zorgmeldingen in 2011 en 2012 in West-Brabant Oost en bijbehorende gemeenten. De volledige gegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage C, tabel 1 en 2a. Omdat bij adviezen en consulten de gemeente van herkomst van de jeugdige (bewust) niet geregistreerd wordt 2, kunnen wij alleen van AMK-onderzoeken informatie op regionaal niveau inzichtelijk maken. Gegevens over adviezen en consulten worden gepresenteerd op het niveau van vestigingen. Als een zorgmelding bij BJZ binnenkomt, wordt de melding beoordeeld en wordt besloten wat voor vervolg er aan de melding gegeven moet worden. 1 2 Voor een specifieke toelichting op de verschillende cliëntroutes, stromen, definities en procedures die binnen BJZ gehanteerd worden, verwijzen we naar de tweede editie van Jeugd in cijfers (maart/april 2013) die in zijn geheel gewijd is aan beleidsinformatie vanuit BJZ (zie Vanuit de bescherming van de rechten van ouders en kinderen is het wettelijk zo geregeld dat als het AMK geen onderzoek doet, het AMK de naam van de jeugdige niet mag registreren. Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 9

12 Figuur 2: Instroom AMK en zorgmeldingen voor West-Brabant Oost Instroom AMK Aantal nieuwe meldingen voor onderzoek Aantal gestarte onderzoeken Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Een melding bij het AMK kan meerdere jeugdigen betreffen. Aantal adviezen AMK per vestiging Aantal consulten AMK per vestiging Breda Breda Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Instroom zorgmeldingen Aantal binnengekomen zorgmeldingen Let op: dit zijn geen aantallen unieke jeugdigen! In 2012 zijn er door de AMK vestiging in Breda minder adviezen afgegeven dan in Het aantal consulten is in deze periode licht gestegen. Tussen 2011 en 2012 is het aantal meldingen voor onderzoek alsook het aantal gestarte onderzoeken bij het AMK wat gedaald. Uit de cijfers op provinciaal niveau blijkt dat de meeste zorgmeldingen van de politie afkomstig zijn, dat is in ongeveer 50% van de gevallen. Naast politie zijn er ook nog andere melders, denk bijvoorbeeld aan de partners uit het Veiligheidshuis en zorgaanbieders (waaronder GGZ). Tussen 2011 en 2012 is het aantal binnengekomen zorgmeldingen uit West-Brabant Oost gedaald. Cliënttrajecten Jeugdigen stromen in bij BJZ op het moment dat ze geaccepteerd worden als cliënt van BJZ en er een cliënttraject wordt gestart vanuit het vrijwillig of gedwongen kader. Van een nieuw cliënttraject is sprake als BJZ op de aanvangsdatum van dat traject niet betrokken is bij hulpverlening aan de jeugdige (nb. een cliënttraject kan meerdere zorgtrajecten bevatten). In 2012 zijn in West-Brabant Oost in totaal 768 unieke jeugdigen gestart met een nieuw cliënttraject bij BJZ. Dat is 1,1% van het totaal aantal jeugdigen van 0 t/m 17 jaar uit deze regio (71.904), wat lager dan de 1,3% in De geldigheidsduur van indicaties (twee in plaats van een jaar), waardoor er minder snel sprake is van een nieuw traject, speelt hierbij een rol. 10 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

13 Figuur 3a laat de instroom van cliënttrajecten bij BJZ zien, zowel wat betreft unieke jeugdigen als wat betreft het totaal aantal gestarte nieuwe trajecten. Daarbij geven we tevens de kenmerken van de jeugdigen die met een nieuw cliënttraject zijn gestart. Figuur 3b laat het totaal aantal gestarte trajecten in het gedwongen kader zien voor West-Brabant Oost (zie ook bijlage B). De gegevens uit figuur 3a en 3b op gemeenteniveau vindt u in bijlage C, tabel 3 t/m 9. Figuur 3a: Instroom cliënttrajecten voor West-Brabant Oost Instroom cliënttrajecten Aantal unieke jeugdigen met een nieuw cliëntprofiel Aantal gestarte nieuwe cliëntentrajecten Nieuwe cliënttraject gestart in: - Vrijwillig kader - Gedwongen kader jeugdbescherming jeugdreclassering Let op: deze cijfers geven het kader aan waarin een nieuw cliënttraject gestart is, niet het totaal aantal gestarte trajecten binnen een kader. Deze laatste zijn weergegeven in figuur 3b Geslacht Jongen Meisje Leeftijd 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 14 jaar 15 t/m 17 jaar 18 jaar en ouder Herkomst Autochtoon Niet-Westers allochtoon Westers allochtoon Niet geregistreerd Kenmerken van jeugdigen met een nieuw cliënttraject Figuur 3b: Totaal aantal gestarte trajecten in het gedwongen kader in West-Brabant Oost Aantal gestarte trajecten in gedwongen kader Totaal aantal gestarte OTS trajecten Totaal aantal gestarte voogdijtrajecten Totaal aantal gestarte JR trajecten Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Dit zijn gestarte trajecten welke binnen een nieuw of bestaand cliënttraject vallen. Het totaal aantal unieke jeugdigen uit West-Brabant Oost met een nieuw cliënttraject is tussen 2011 en 2012 gedaald. Er zijn meer jongens dan meisjes met een nieuw cliënttraject. De daling tussen 2011 en 2012 van het aantal trajecten gestart in het vrijwillige kader is onder andere het gevolg van: 1. Wijzigingen in de AWBZ; 2. De geldigheidsduur van twee in plaats van een jaar voor vanaf april 2011 afgegeven indicaties; 3. Meer verwijzing van gemotiveerde cliënten met lichte problematiek naar gemeentelijk domein. Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 11

14 Het aantal trajecten gestart met een jeugdbeschermings- (JB) maatregel is wat afgenomen tussen 2011 en 2012, evenals het totaal aantal gestarte JB trajecten, met het name het aantal OTS trajecten. Daarentegen is het aantal trajecten gestart met een jeugdreclasserings- (JR) maatregel in deze periode in West-Brabant Oost gelijk gebleven, terwijl het totaal aantal gestarte JR trajecten iets is gedaald. Provinciaal is deze trend van een daling van het aantal JR trajecten ook te zien. Deze daling wordt niet veroorzaakt door een daling van het aantal gevallen van jeugdcriminaliteit, maar doordat politie en justitie minder prioriteit geven aan de opsporing van verdachten en het opleggen van JR maatregelen. IN ZORG Om een beeld te geven van het aantal jeugdigen uit West-Brabant Oost waar BJZ op een bepaald moment bij betrokken is, presenteren we in figuur 4 een doorsnede van het aantal jeugdigen per taak van BJZ op peildatum 31 december. Op 31 december 2012 waren in West-Brabant Oost in totaal unieke jeugdigen in zorg bij BJZ. Dat is 1,9% van het totaal aantal jeugdigen van 0 t/m 17 jaar uit deze regio (71.904), wat lager dan de 2,0% in De volledige gegevens van figuur 4 op gemeenteniveau vindt u in bijlage C, tabel 10 en 11. Figuur 4: Aantal unieke jeugdigen bij BJZ op 31 december 2011/2012 voor West-Brabant Oost Jeugdigen met een cliënttraject Aantal unieke jeugdigen met een cliënttraject waarbij BJZ betrokken is op peildatum 31 december Aantal jeugdigen per taak van BJZ op 31 december Begeleiding naar hulp (incl. indicatiestelling, melding RvdK) Uitvoering jeugdbescherming (voorlopige) ondertoezichtstelling (OTS) (voorlopige) voogdij Uitvoering jeugdreclassering Lopende zorgtrajecten (reguliere en gesloten jeugdzorg)* 734 * Het gaat dan over de periode dat een jeugdige daadwerkelijk geïndiceerde jeugdzorg (bij een zorgaanbieder) ontvangt. N.b. Per BJZ taak staat het aantal jeugdigen waarbij BJZ betrokken is. De cijfers zijn niet zo bij elkaar op te tellen, aangezien jeugdigen op hetzelfde moment bij meerdere taken betrokken kunnen zijn. Op 31 december 2012 zijn er op provinciaal niveau binnen BJZ in totaal 116 jeugdigen met een dubbele maatregel, dat wil zeggen dat ze tegelijkertijd hulp ontvangen in het kader van jeugdbescherming en in het kader van jeugdreclassering. 12 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

15 Landelijk werkende instellingen BJZ geeft indicaties af voor de Landelijk Werkende Instellingen (LWI) 3. Dit zijn instellingen die zorg verlenen aan specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld mensen met een licht verstandelijke beperking. In de Wet op de jeugdzorg is bepaald dat BJZ de taken voogdij, gezinsvoogdij en jeugdreclassering uitvoert. De LWI s hebben in de huidige Wet op de Jeugdzorg geen bevoegdheid gekregen zoals deze geldt voor BJZ. In deze wet is een overgangsbepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat BJZ de voogdij, ondertoezichtstelling of jeugdreclassering laat uitvoeren door de LWI s. Door middel van deze mandateringsregeling geeft BJZ de LWI de bevoegdheid om ten behoeve van cliënten die binnen de doelgroep van de betreffende LWI vallen de maatregelen ondertoezichtstelling, voogdij en jeugdreclassering uit te voeren. BJZ geeft alleen de indicatie en het mandaat af. Gegevens betreffende het aantal jeugdigen met een JB en/of JR maatregel bij de LWI s hebben we alleen beschikbaar voor de William Schrikker Groep (WSG) en de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming (SGJ). Figuur 5 presenteert het aantal maatregelen dat door de WSG en SGJ wordt uitgevoerd op 1 januari 2012 en 1 januari 2013 voor jeugdigen uit West-Brabant Oost. De volledige gegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage D. Figuur 5: Aantal maatregelen uitgevoerd door WSG en SGJ op 1 januari voor West-Brabant Oost Aantal maatregelen op 1 januari WSG SGJ WSG SGJ Jeugdbescherming Aantal OTS maatregelen < 1 jaar Aantal OTS maatregelen 1 jaar Aantal voogdijmaatregelen Jeugdreclassering: totaal aantal reguliere maatregelen Totaal jeugdbescherming en jeugdreclassering Aantal maatregelen Aantal unieke jeugdigen Aantal jeugdigen met een dubbele maatregel Figuur 5 laat zien dat er in West-Brabant Oost geen grote verschillen zijn tussen de aantallen jeugdigen met een JB dan wel JR maatregel op 1 januari 2012 en 1 januari Daarbij gaat het hier natuurlijk om standgegevens en geven deze cijfers geen volledig zicht op het totaal aantal jeugdigen waarvoor in deze periode de maatregelen werden uitgevoerd. 3 De LWI s betreffen: William Schrikker Groep (WSG) Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming (SGJ) Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW) Stichting Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 13

16 Gevestigde aanspraken per zorgvorm Een van de taken van BJZ is het begeleiden van jeugdigen naar hulp, waaronder ook het indiceren voor specialistische jeugdzorg valt. Wanneer een jeugdige voor het eerst een aanspraak krijgt op geïndiceerde zorg dan geven we dit weer als een traject aanspraak op zorg. Als de jeugdige aansluitend aan de eerste indicatie opnieuw een indicatie voor geïndiceerde zorg uit dezelfde financieringsbron ontvangt (herindicatie), valt dit onder hetzelfde traject aanspraak op zorg en is deze niet apart geteld als aanspraak. Figuur 6 presenteert het aantal gevestigde aanspraken op zorg voor West-Brabant Oost voor zowel het vrijwillige als het gedwongen kader. Daarbij wordt opgemerkt dat gevestigde aanspraken in een periode geen goede indicator zijn voor de daadwerkelijke consumptie van zorg. Met de gegevens willen we inzichtelijk maken hoe vaak BJZ vaststelt dat er voor een jeugdige een zorgtraject moet worden opgestart. Dit betekent nog niet dat deze aanspraken ook daadwerkelijk zijn uitgemond in het gebruik van zorg. De daadwerkelijke zorgconsumptie kan alleen worden vastgesteld met gegevens van de zorgaanbieders, zie volgend hoofdstuk. De volledige gegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage C, tabel 12a t/m 12c. Figuur 6: Gevestigde aanspraken op zorg voor West-Brabant Oost Het aantal aangevangen trajecten aanspraak op geïndiceerde zorg Totaal Jeugd & Opvoedhulp (Wjz) Jeugd-GGZ (AWBZ) Jeugd-GGZ (Zvw) Vrijwillig kader Jeugd & Opvoedhulp (Wjz) Jeugd-GGZ (AWBZ) Jeugd-GGZ (Zvw) Gedwongen kader Jeugd & Opvoedhulp (Wjz) Jeugd-GGZ (AWBZ) Jeugd-GGZ (Zvw) Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Figuur 6 toont dat het totaal aantal gevestigde aanspraken op de Wjz in West-Brabant Oost tussen 2011 en 2012 met ca. 15% is gedaald. Ook het aantal aanspraken op jeugd-ggz (AWBZ en Zvw) is aanzienlijk gedaald. De daling in aantal gevestigde aanspraken Wjz hangt voor een groot deel samen met de verlenging van de geldigheidsduur van twee i.p.v. een jaar voor vanaf april 2011 afgegeven indicaties. Bij de jeugd-ggz wordt de daling ook veroorzaakt door aanscherping van de toegangscriteria, die in 2013 nog verder zijn aangescherpt. 14 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

17 UITSTROOM Uitstroom AMK en zorgmeldingen Figuur 7 toont het aantal afgeronde onderzoeken bij het AMK en het aantal afgeronde zorgmeldingen in 2011 en Ook wordt weergegeven op welke manier deze zorgmeldingen zijn afgesloten. De uitstroomgegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage C, tabel 1, 2a en b. Figuur 7: Uitstroom AMK en zorgmeldingen voor West-Brabant Oost Uitstroom AMK Uitstroom zorgmeldingen Aantal afgeronde onderzoeken Aantal afgeronde zorgmeldingen Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Let op: dit zijn geen aantallen unieke jeugdigen! Resultaat afgesloten zorgmeldingen Afgerond met vervolg indicatietraject BJZ ten behoeve van geïndiceerde zorg Afgerond met melding aan de Raad voor de Kinderbescherming * Voortgezet met onderzoek AMK Afgerond met verwijzing naar (niet geïndiceerde) hulp c.q. informatie/advies * Het gaat hier alleen om de raadsmeldingen als resultaat van afgesloten zorgmeldingen, dus niet om het totaal aantal raadsmeldingen vanuit BJZ. Het aantal afgeronde onderzoeken bij het AMK tussen 2011 en 2012 is ongeveer gelijk gebleven, terwijl het aantal binnengekomen meldingen voor onderzoek is gedaald in die periode. Het aantal afgeronde zorgmeldingen is, evenals het aantal binnengekomen zorgmeldingen, in diezelfde periode ook gedaald. Procentueel gezien is het aantal zorgmeldingen dat afgerond wordt met een vervolg indicatietraject BJZ ten behoeve van geïndiceerde zorg tussen 2011 en 2012 toegenomen van 15,7% naar 19,2%, terwijl het aantal zorgmeldingen afgerond met verwijzing naar niet geïndiceerde hulp is afgenomen. Uitstroom gedwongen kader Beëindiging van een cliënttraject door einde van een zorgtraject kunnen we niet goed in beeld brengen 4. We presenteren daarom gegevens over de uitstroom in het gedwongen kader, zie figuur 8. Het gaat hierbij niet om het aantal unieke jeugdigen dat is uitgestroomd, maar om het totaal aantal beëindigde trajecten. Een jeugdige kan meerdere trajecten gehad hebben in één jaar. De aantallen gestarte en beëindigde trajecten in 2012 geven inzicht in de dynamiek van de trajecten, maar gaan niet noodzakelijkerwijs over dezelfde jeugdigen of trajecten: trajecten die 2012 beëindigd zijn kunnen in of voor de aanvang van het peiljaar gestart zijn. De volledige gegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage C, tabel 13 en Dit komt doordat de gegevensuitwisseling tussen BJZ en de jeugdzorgaanbieders nog niet in alle gevallen optimaal functioneert en de wijze van bepaling van cliënttrajecten niet eenduidig is. Gegevens van de jeugdzorgaanbieders geven beter zicht op het aantal beëindigde cliënttrajecten (zie hoofdstuk J&O). Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 15

18 Figuur 8: Uitstroom gedwongen kader voor West-Brabant Oost Aantal beëindigde trajecten in het gedwongen kader Jeugdbescherming (voorlopige) OTS (voorlopige) voogdij Jeugdreclassering Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Gemiddelde trajectduur in dagen Jeugdbescherming (voorlopige) OTS (voorlopige) voogdij Jeugdreclassering Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! Het aantal beëindigde (voorlopige) OTS trajecten is in West-Brabant Oost tussen 2011 en 2012 licht gestegen, terwijl het aantal beëindigde (voorlopige) voogdijtrajecten gelijk gebleven is. Het aantal beëindigde JR trajecten is licht gedaald. De gemiddelde trajectduur van OTS trajecten is gelijk gebleven, maar van JR trajecten juist toegenomen. Hoewel het aantal beëindigde (voorlopige) voogdijtrajecten gelijk gebleven is, blijkt de gemiddelde duur van deze trajecten aanzienlijk te zijn toegenomen. Gegeven de geringe aantallen (voorlopige) voogdijtrajecten is de zeggingskracht van deze toename beperkt, aangezien fluctuaties bij kleine populaties eerder een vertekend beeld kunnen opleveren. 16 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

19 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 17

20

21 Jeugd- & Opvoedhulp De elf Noord-Brabantse jeugdzorgaanbieders (JZA) voor Jeugd- en Opvoedhulp (J&O) ondersteunen en bieden hulp aan jeugdigen en hun opvoeders bij opgroei- en opvoedproblemen. Het gaat dan om zowel vrijwillige hulpverlening als gedwongen interventies om hulp in het belang van een jeugdige mogelijk te maken (JeugdzorgPlus, zie volgend hoofdstuk). In dit hoofdstuk presenteren we J&O gegevens betreffende de in- en uitstroom binnen en het beroep op de vrijwillige hulpverlening voor jeugdigen uit West-Brabant Oost over de jaren 2011 en Het betreft zowel standgegevens (een doorsnede van het aantal jeugdigen op peildatum 1 januari) als stroomgegevens (het totaal aantal jeugdigen in een jaar). Daarnaast is er informatie op het niveau van unieke jeugdigen en informatie op het niveau van gebruikers (een jeugdige kan van meerdere zorgvormen tegelijk gebruik maken). Voor een toelichting op de verschillende definities verwijzen we naar bijlage E. In bijlage F zijn alle cijfers voor alle gemeenten apart weergegeven. Voor alle indicatoren geldt dat we om privacyredenen < 5 presenteren indien aantallen kleiner zijn dan vijf. INSTROOM J&O In figuur 9 presenteren we het aantal unieke jeugdigen uit West-Brabant Oost dat bij een JZA is ingestroomd. Het gaat hierbij in beginsel om jeugdigen van 0 t/m 17 jaar omdat de provinciale jeugdzorg in beginsel bedoeld is voor jeugdigen tot hun 18e levensjaar. Indien nodig kan BJZ een verlengde indicatie (tot 23) afgeven. De volledige gegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage F, tabel 1 en 2. In 2012 zijn in West-Brabant Oost in totaal 597 unieke jeugdigen ingestroomd. Dat is 0,8% van het totaal aantal jeugdigen van 0 t/m 17 jaar uit deze regio ( ), wat lager dan de 0,9% in Figuur 9: Instroom J&O voor West-Brabant Oost Aantal unieke jeugdigen dat is gestart met zorg bij een jeugdzorgaanbieder Totaal aantal unieke jeugdigen dat is ingestroomd waarvan Nieuwe instroom Terugkeer (herhaalde instroom) Hoveel jeugdigen keren weer terug in zorg? Terugkeer >=31 en <= 61 dagen Terugkeer > 61 en <= 365 dagen Totaal Het grootste deel van de ingestroomde jeugdigen bestaat uit jeugdigen die nieuw instromen (ca. 85%). Voor wat betreft de teruggekeerde jeugdigen gaat het in de meeste gevallen om een terugkeer tussen 61 en 365 dagen. Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 19

22 BEROEP OP J&O In 2012 deden in West-Brabant Oost in totaal unieke jeugdigen een beroep op J&O (figuur 10). Dat is 1,8% van het totaal aantal jeugdigen van 0 t/m 17 jaar uit deze regio (71.904), vergelijkbaar met de 1,8% in De gegevens van figuur 10 op gemeenteniveau vindt u in bijlage F, tabel 3 t/m 6. Figuur 10: Beroep op J&O in voor West-Brabant Oost Totaal aantal unieke jeugdigen in zorg Totaal aantal unieke jeugdigen dat zorg kreeg van een jeugdzorgaanbieder Aantal jeugdigen in zorg op 1 januari # Per zorgvorm* Per zwaarste zorgvorm** Observatiediagnostiek Ambulant Pleegzorg Daghulp Residentieel < Totaal unieke jeugdigen # In principe is het aantal unieke jeugdigen per zorgvorm gelijk aan het aantal unieke jeugdigen per zwaarste zorgvorm. Kleine verschillen hiertussen zijn mogelijk doordat de precieze momenten waarop deze aantallen berekend worden iets van elkaar kunnen verschillen. * Een jeugdige telt per zorgvorm op 1 januari mee. ** Een jeugdige telt op 1 januari maar 1 keer mee, in de zwaarste zorgvorm. Aantal gebruikers in zorg per zorgvorm* Observatiediagnostiek Ambulant Pleegzorg Daghulp Residentieel Totaal gebruikers* Totaal unieke jeugdigen * Jeugdigen die meerdere vormen van zorg ontvangen, worden per zorgvorm meegeteld. Figuur 10 laat het aantal jeugdigen per zorgvorm zien, waarbij onderscheid wordt gemaakt in standen stroomgegevens. De meeste jeugdigen genieten ambulante zorg. Voor het grootste deel van de jeugdigen is dit ook de zwaarste zorgvorm. Verder blijkt dat zowel het aantal unieke jeugdigen dat gebruik maakt van J&O alsook het aantal gebruikers van J&O gelijk is gebleven.. 20 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

23 Figuur 11 biedt zicht op de mate waarin de verschillende JZA s in 2012 zorg hebben geleverd aan jeugdigen uit West-Brabant Oost. Per JZA is te zien hoeveel jeugdigen er van welke zorgvorm gebruik maken (gebruikers). Daarnaast is te zien hoeveel unieke jeugdigen bij deze JZA zorg hebben ontvangen. Figuur 11 laat zien dat het grootste deel van de J&O in West-Brabant Oost geleverd wordt door Juzt. In bijlage F, tabel 7 vindt u de gegevens voor elke gemeente in West-Brabant Oost apart weergegeven. Figuur 11: Beroep op J&O in West-Brabant Oost in 2012 per zorgaanbieder Zorgvorm Amarant Groep Bijzonder Jeugdwerk Brabant Combinatie Jeugdzorg Juzt Kompaan Oosterpoort Stichting Maashorst Stichting Valkenhorst Topaze Totaal aantal gebruikers* Ambulant Daghulp Observatiediagnostiek Pleegzorg Residentieel Totaal aantal unieke jeugdigen per instelling * Bij het totaal aantal gebruikers wordt een jeugdige meerdere keren meegeteld per zorgvorm indien deze bij verschillende JZA s zorg heeft afgenomen. Figuur 12a en 12 b presenteren de kenmerken van de jeugdigen die op 1 januari 2012 bij een JZA in zorg waren. De gegevens uit deze figuren op gemeenteniveau vindt u in bijlage F, tabel 8 en 9. Uit deze gegevens blijkt dat elke zorgvorm door meer jongens dan meisjes wordt gebruikt, met name waar het gaat om daghulp. Figuur 12a: Leeftijd van jeugdigen per zwaarste zorgvorm voor West-Brabant Oost op 1 januari 2012 Jeugdigen bij J&O per leeftijdscategorie op 1 januari 2012 Leeftijdcategorie 0 t/m 3 4 t/m t/m Observatiediagnostiek Ambulant Pleegzorg Daghulp Residentieel < Totaal unieke jeugdigen Een jeugdige telt op 1 januari 2012 maar één keer mee, in de zwaarste zorgvorm. Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 21

24 Figuur 12b: Geslacht van jeugdigen per zwaarste zorgvorm voor West-Brabant Oost op 1 januari 2012 Jeugdigen bij J&O naar geslacht op 1 januari 2012 jongen meisje Observatiediagnostiek Ambulant Pleegzorg Daghulp Residentieel Totaal unieke jeugdigen Een jeugdige telt op 1 januari 2012 maar één keer mee, in de zwaarste zorgvorm. UITSTROOM J&O Een jeugdige stroomt uit als alle vormen van provinciale jeugdzorg zijn afgerond in het jaar en deze jeugdige niet binnen 31 dagen opnieuw met een vorm van provinciale jeugdzorg is gestart, dan wel wacht op een vorm van zorg. Figuur 13 laat de uitstroom van jeugdigen uit West-Brabant Oost zien. De volledige gegevens op gemeenteniveau vindt u in bijlage F, tabel 10. Figuur 13: Aantal unieke jeugdigen uit West-Brabant Oost dat zorg bij een JZA heeft afgerond in Totaal aantal unieke jeugdigen dat zorg van een jeugdzorgaanbieder heeft afgerond Figuur 13 laat zien dat het aantal uitgestroomde jeugdigen uit West-Brabant Oost tussen 2011 en 2012 gedaald is. Dit geldt in ieder geval voor meer dan de helft van de gemeenten in West-Brabant Oost. TOELICHTING OP DE J&O GEGEVENS Voor wat betreft de gegevens die we in deze Jeugd in cijfers uitgave publiceren, is zoals eerder gezegd - ten opzichte van de gegevens die we in de factsheet Jeugd in cijfers (juni 2013) gepubliceerd hebben - de herkomstbepaling van jeugdigen aanzienlijk verbeterd. Hierdoor zijn de aantallen onbekende herkomst gemeenten flink gedaald en zijn de aantallen jeugdigen van sommige gemeenten toegenomen. Het totaal aantal jeugdigen waarover we in deze uitgave publiceren is echter iets lager dan in de vorige versie. Dit heeft te maken met het gebruik van een volledigere dataset, waarbij producten die eigenlijk niet in onze analyses terecht horen te komen beter geïdentificeerd kunnen worden. De gegevens laten een grote toename zien van het aantal jeugdigen in een aantal gemeenten ten opzichte van de vorige uitgave. Opvallende toenames hebben met name betrekking op een aantal gemeenten in Zuidoost-Brabant. Deze toename heeft vooral te maken met enkelvoudige ambulante hulp die in de regio van deze gemeenten aangeboden wordt. Deze hulp verloopt niet via BJZ, waardoor de jeugdigen niet in hun registratiesysteem voorkomen. 22 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

25 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 23

26 24 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

27 Jeugdzorg Plus 2012 Jeugdzorg Plus (gesloten jeugdzorg) is een vorm van zorg en behandeling voor jeugdigen tot 18 jaar 5 met ernstige gedrags- en zeer vaak psychiatrische problemen en ook meerdere achterliggende problemen. Zij hebben bescherming nodig tegen zichzelf of tegen anderen, denk bijvoorbeeld aan agressieve jongeren of meisjes die problemen hebben met loverboys. Het is in het belang van de jongeren zelf dat zij een behandeling krijgen in geslotenheid. Dit voorkomt dat zij zich onttrekken aan de zorg die ze nodig hebben of door anderen worden onttrokken aan de zorg. Jeugdzorg Plus is dus niet bedoeld als straf. Bij Jeugdzorg Plus wordt een jongere met ernstige gedragsproblemen gedwongen opgenomen. Dit gebeurt niet zomaar. Bureau Jeugdzorg geeft eerst een indicatie af, waarin staat welke vorm van zorg de jongere nodig heeft. Als dat Jeugdzorg Plus is, moet een gedragswetenschapper een instemmingsverklaring afgeven, waarna de kinderrechter moet beslissen of de jongere een machtiging gesloten jeugdzorg krijgt voor gedwongen opname in een instelling voor Jeugdzorg Plus. 6 In Nederland zijn er 14 Jeugdzorg Plus instellingen (23 accommodaties) met een totale capaciteit van plaatsen 7. Elk van de instellingen is toebedeeld aan één van de vijf landelijke zorggebieden waarin de Jeugdzorg Plus is ingedeeld. In deze vijf zorggebieden zijn plaatsingscoördinatiepunten gevestigd, meestal ondergebracht bij een Bureau Jeugdzorg. De plaatsingscoördinatie is de fase tussen indicatiebesluit & machtiging gesloten jeugdzorg en opname bij een Jeugdzorg Plus instelling. In deze fase moet zo snel mogelijk een passende plek gezocht en gevonden worden voor een jeugdige met een machtiging gesloten jeugdzorg. Uitgangspunt is dat jeugdigen binnen hun eigen zorggebied worden geplaatst. Als gevolg van specifieke problematiek van jeugdige is dit niet altijd wenselijk. Tevens is het mogelijk dat niet altijd per direct de benodigde plaats dichtbij huis beschikbaar is. Noord-Brabant valt, samen met Zeeland en Limburg, onder het zorggebied Zuid. In dit zorggebied zijn 5 instellingen actief: Almata Ossendrecht (relatief hoger aandeel jeugdigen met LVB-problematiek) BJ Brabant OG Heldring Icarus (relatief hoger aandeel jeugdigen met LVB-problematiek) Juzt Daarnaast zijn er diverse jeugdigen buiten het zorggebied Zuid geplaatst. Dit betreft circa 2% van de plaatsingen. In het zorggebied Zuid houdt de Jeugdzorg Plus plaatsingscoördinatie een registratie bij van alle aanmeldingen en plaatsingen in deze regio. Dit levert productiegetallen op, de registratie is echter niet ingericht op unieke jeugdigen. Waar er over het aantal aanmeldingen gesproken wordt, gaat het dan ook over aanmeldingen en niet over het aantal unieke jeugdigen. Rapportages op basis van unieke jeugdigen en per gemeente kunnen in de nabije toekomst geleverd worden. Registratie hierop vindt plaats en er wordt gewerkt aan een inhaalslag vanaf 1 januari Wettelijk gezien mag een maatregel gesloten jeugdzorg tot 18 jaar opgelegd worden. In de praktijk komt het voor dat voor het bereiken van deze leeftijd er een machtiging wordt afgegeven voor na het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Echter, dit zijn uitzonderingen en gelden voor een beperkt aantal maanden De genoemde capaciteit heeft betrekking op Per 2013 hebben er verschuivingen plaatsgevonden in capaciteit. BJ Brabant heeft Grave gesloten, Almata heeft extra capaciteit gekregen. Hierbij zijn de realisatiecijfers in figuur 15 geen doorkijk naar de toekomst. In totaal is er slechts een kleine vermindering van capaciteit voor de regio Zuid, die gelijke tred houdt met de landelijke ontwikkeling. Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 25

28 De gegevens in deze Jeugd in cijfers editie gaan over het gebruik van Jeugdzorg Plus voor de gehele regio Zuid, dus naast Noord-Brabant ook Limburg en Zeeland. Een uitsplitsing naar de regio s/gemeenten is op basis van de beschikbare gegevens niet mogelijk. Voor een toelichting op de verschillende definities verwijzen we naar bijlage G. In figuur 14 vindt u de gegevens met betrekking tot het aantal en de soort aanmeldingen voor Jeugdzorg Plus in regio Zuid (niet te verwarren met de regio Zuidoost-Brabant), alsook de herkomst van de aanmeldingen voor regio Zuid, zowel wat betreft landelijk zorggebied als wat betreft instellingen binnen de regio Zuid. Figuur 15 geeft informatie met betrekking tot het aantal plaatsingen in deze regio. Figuur 14: Aantal aanmeldingen en intrekkingen Jeugdzorg Plus in 2012 regio Zuid Soort aanmeldingen Nieuwe aanmelding Hernieuwde aanmelding Overplaatsing Totaal % 27% 19% 100% 2012 Geslacht aangemelde jeugdigen Jongen % Meisje % Urgentie van aanmeldingen Urgent % Totaal % Niet urgent % Totaal % Aanmeldingen en intrekkingen Aanmeldingen % Waarvan weer ingetrokken 73 14% Aanmeldingen per landelijk zorggebied Regio Zuid % Regio Noord 0 0% Regio Noord-West 1 0% Regio Oost 1 0% Regio Zuid-West 3 1% Totaal % Aanmeldingen uit regio Zuid per instantie BJZ Noord-Brabant % BJZ Limburg % BJZ Zeeland 36 8% NIDOS 4 1% WSG 54 11% Leger des Heils/SGJ 3 1% Totaal % Let op: dit zijn geen aantallen jeugdigen! 26 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

29 Figuur 15: Aantal plaatsingen Jeugdzorg Plus in 2012 regio Zuid Urgentie van plaatsingen Urgent Regulierg Totaal % 77% 100% Plaatsingen per instelling Almata - Ossendrecht BJ Brabant Deurne BJ Brabant Grave Icarus OGH Juzt Oosterhout Juzt Kortgene Landelijke specialisatie ZIKOS Landelijke specialisatie Horizon Landelijke specialisatie Moeder Kind Buiten regio Zuid geplaatst overig Totaal % 14% 7% 27% 11% 15% 11% 1% 0% 0% 1% 100% Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 27

30 Landelijke ontwikkelingen Eenmalige gegevensoverdracht De Jeugdwet, die op 1 januari 2015 in werking treedt, biedt de mogelijkheid van een eenmalige gegevensoverdracht ter voorbereiding op de inwerkingtreding van deze wet. Op deze manier kunnen gemeenten tijdig de gegevens ontvangen die nodig zijn om de continuïteit van zorg aan bestaande cliënten te waarborgen. Daarnaast bestaat bij gemeenten de behoefte om de eenmalige gegevensoverdracht ook te mogen benutten voor de start van hun dossieropbouw, voor het kunnen vaststellen voor welke cliënten ze verantwoordelijk zijn (op grond van het woonplaatsbeginsel) en als onderbouwing van de beleidsinformatie (aantallen) die ze gekregen hebben. Momenteel wordt gewerkt aan het plan van aanpak voor deze eenmalige gegevens (Vernhout & Van der Zijden, 2013). De structurele gegevensuitwisseling tussen gemeenten, zorgaanbieders, cliënten en andere belanghebbenden, valt buiten de scope van dit plan van aanpak. Beleidsinformatie nieuwe stelsel De verantwoordelijkheid voor jeugdhulp ligt in de nieuwe jeugdwet bij de gemeenten, terwijl het Rijk stelselverantwoordelijk blijft. Om hun verantwoordelijkheden te kunnen monitoren hebben gemeenten en het Rijk (onder andere) beleidsinformatie nodig. Welke beleidsinformatie dit is en hoe deze wordt gegenereerd wordt in de nieuwe jeugdwet anders geregeld dan in de Wet op de Jeugdzorg. Vanuit de BIJ wordt een verkenning uitgevoerd naar de landelijke ontwikkelingen ten aanzien van de beleidsinformatie binnen de nieuwe jeugdwet en wordt deelgenomen aan diverse (klankbord)overleggen tussen landelijke partijen. Via regiobijeenkomsten (eind 2013, begin 2014) houden we gemeenten op de hoogte van deze ontwikkelingen. Wetswijziging woonplaatsbeginsel Met de invoering van de Jeugdwet per 1 januari 2015 treedt er een wijziging op ten aanzien van de regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. De hoofdregel die momenteel voor wat betreft de bepaling van de woonplaats c.q. gemeente van herkomst van jeugdigen wordt gehanteerd, ook voor deze Jeugd in cijfers uitgave, luidt dat de gemeente waar de persoon die gezag heeft over de jeugdige is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA), de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid heeft voor de jeugdige. Voor voogdijkinderen zijn we echter uitgegaan van de woonplaats van de jeugdige op het moment dat de voogdij wordt uitgesproken. In de nieuwe Jeugdwet komt de omschrijving van het begrip woonplaats als volgt te luiden: 1. woonplaats als bedoeld in artikel 12 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; 2. ingeval de voogdij over de jeugdige berust bij een instelling als bedoeld in artikel 302 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: de plaats van het werkelijke verblijf van de jeugdige; 3. ingeval de woonplaats, bedoeld onder 1 en 2, onbekend is dan wel buiten Nederland is: de plaats van het werkelijke verblijf van de jeugdige op het moment van de hulpvraag. Mogelijk leidt deze wijziging tot een discrepantie tussen het aantal voogdijkinderen waarvoor gemeenten nu financieel verantwoordelijk lijken te worden (de aantallen zoals vermeld in deze uitgave) en het aantal voogdijkinderen waar zij na invoering van de wetswijziging verantwoordelijk voor zullen zijn. Zeker in het geval van gemeenten met residentiële pleegzorg zouden deze aantallen behoorlijk af kunnen wijken. 28 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

31 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost 29

32 30 Jeugd in cijfers 2013 regio West-Brabant Oost

33 Bijlagen Lijst van afkortingen Definities Bureau Jeugdzorg Gegevens BJZ op gemeenteniveau Gegevens LWI op gemeenteniveau Definities Jeugd- & Opvoedhulp Gegevens J&O op gemeenteniveau Definities Jeugdzorg Plus Gemeente van herkomst 1

34 Bijlage A Lijst van afkortingen AMK AWBZ BJZ GBA GGZ JB JMW J&O JR JZA LVB LWI OTS RvdK SGJ Wjz WSG IJ IJZA Zvw Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Gemeentelijke Basisadministratie Geestelijke Gezondheidszorg Jeugdbescherming Stichting Joods Maatschappelijk Werk Jeugd- en Opvoedhulp Jeugdreclassering Jeugdzorgaanbieder Licht Verstandelijk Beperkten Landelijk Werkende Instelling Onder Toezicht Stelling Raad voor de Kinderbescherming Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming Wet op de jeugdzorg William Schrikker Groep Informatiesysteem Jeugdzorg (registratiesysteem BJZ) Informatiesysteem Jeugdzorg voor Jeugdzorg Aanbieders, tegenwoordig: Key2Jeugdzorg Zorgverzekeringswet 2

35 Bijlage B Definities Bureau Jeugdzorg Peildatum versus peiljaar Cijfers op peildatum zijn zogenaamde standgegevens. Zij geven aan bij hoeveel jeugdigen BJZ betrokken is op die datum. Cijfers op peiljaar zijn zogenaamde stroomgegevens. Zij geven weer hoeveel jeugdigen trajecten gestart dan wel afgesloten hebben. Het is niet mogelijk om de gegevens uit een peiljaar en een peildatum met elkaar te vergelijken. Unieke jeugdigen versus jeugdigen In de tabellen met cijfers wordt een onderscheid gemaakt tussen unieke jeugdigen en jeugdigen. Op deze manier krijgt u een beeld van: hoeveel jeugdigen uit uw gemeente een beroep doen op BJZ (unieke jeugdigen); hoe de jeugdigen verdeeld zijn over de verschillende trajecten ofwel de gebruiksvolumen van de diensten van BJZ (jeugdigen). Voorbeeld unieke jeugdige Als een jeugdige zowel een jeugdbeschermings- als een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd gekregen heeft, is er sprake van maar één unieke jeugdige. Het is immers een en dezelfde persoon. Voorbeeld jeugdige Bij jeugdigen per BJZ taak telt deze jeugdige twee keer mee: een keer bij de jeugdbescherming én een keer bij de jeugdreclassering. Cliënttraject Vanaf het moment dat een jeugdige als cliënt bij BJZ geaccepteerd wordt (in vrijwillig kader, JB of JR) start het zogenaamde cliënttraject. Binnen dit traject kunnen verschillende zaken gelijktijdig of na elkaar lopen: gaat BJZ desgewenst aan de slag met de indicatiestelling voor specialistische zorg, resulterend in één of meerdere aanspraken voor specialistische zorg; voert BJZ casemanagement uit: na indicatiestelling volgt en evalueert de contactpersoon van BJZ het hulpverleningstraject en indien nodig wordt er een nieuwe indicatie gesteld; voert BJZ de opgelegde JB en JR maatregelen uit. Gestart cliënttraject versus gestart traject De instroomgegevens betreffen twee soorten gegevens: het kader (vrijwillig of gedwongen) waarin een nieuw cliënttraject is gestart en het aantal gestarte trajecten in een bepaald kader. Het is bv. mogelijk dat in de loop van een nieuw (cliënt)traject dat gestart is in het vrijwillige kader een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel volgt. Andersom kan bij een cliënttraject dat gestart is in het gedwongen kader na afloop van een maatregel een traject in het vrijwillige kader worden opgestart. Het kader waarin een cliënttraject start geeft dus aan waar een jeugdige instroomt. Het aantal trajecten geeft aan hoe vaak er in een jaar binnen een nieuw of bestaand cliënttraject een OTS, voogdij of JR traject wordt gestart. 3

36 Bijlage C Gegevens BJZ op gemeenteniveau Tabel 1 In- en uitstroom onderzoeken AMK Aantal nieuwe meldingen voor onderzoek Aantal gestarte onderzoeken Aantal afgeronde onderzoeken Aalburg Alphen-Chaam 6 < 5 6 < 5 6 < 5 Baarle-Nassau < 5 < 5 < 5 5 < 5 5 Breda Drimmelen Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Totaal West-Brabant Oost Tabel 2a In- en uitstroom zorgmeldingen Aantal binnengekomen zorgmeldingen Aantal afgeronde zorgmeldingen Aalburg 10 < 5 10 < 5 Alphen-Chaam 0 0 < 5 0 Baarle-Nassau < 5 9 < 5 9 Breda Drimmelen Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Totaal West-Brabant Oost Tabel 2b Resultaat afgesloten zorgmeldingen Vervolg indicatietraject BJZ t.b.v. geïndiceerde zorg Melding RvdK Onderzoek AMK Verwijzing (niet geïndiceerde) hulp c.q. informatie/advies Aalburg 0 0 < 5 < 5 < Alphen-Chaam < 5 0 Baarle-Nassau 0 < 5 0 < < 5 < 5 Breda Drimmelen < 5 < < 5 4

37 Vervolg indicatietraject BJZ t.b.v. geïndiceerde zorg Melding RvdK Onderzoek AMK Verwijzing (niet geïndiceerde) hulp c.q. informatie/advies Geertruidenberg < Oosterhout 12 6 < Werkendam < < Woudrichem < 5 5 Totaal West-Brabant Oost Tabel 3 Instroom unieke jeugdigen bij BJZ Aantal unieke jeugdigen met een nieuw cliënttraject Totaal aantal jeugdigen 0 t/m 17 jaar % unieke jeugdigen met een nieuw cliënttraject Aalburg ,9 1,0 Alphen-Chaam ,7 0,9 Baarle-Nassau ,6 1,2 Breda ,5 1,2 Drimmelen ,1 0,8 Geertruidenberg ,2 1,0 Oosterhout ,4 1,1 Werkendam ,1 0,9 Woudrichem ,2 0,9 Totaal West-Brabant Oost ,3 1,1 Tabel 4 Geslacht van jeugdigen met een nieuw cliënttraject 2012 Jongen Meisje Aalburg 25 9 Alphen-Chaam 12 7 Baarle-Nassau 11 8 Breda Drimmelen Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem 21 7 Totaal West-Brabant Oost

38 Tabel 5 Leeftijd van jeugdigen met een nieuw cliënttraject t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 14 jaar 15 t/m 17 jaar 18 jaar en ouder Aalburg < Alphen-Chaam < < 5 0 Baarle-Nassau < < 5 Breda < 5 Drimmelen < 5 Geertruidenberg Oosterhout < 5 Werkendam < 5 Woudrichem < 5 0 Totaal West-Brabant Oost Tabel 6 Herkomst van jeugdigen met een nieuw cliënttraject 2012 Autochtoon Niet-Westers allochtoon Westers allochtoon Niet geregistreerd Aalburg 24 < Alphen-Chaam 10 0 < 5 7 Baarle-Nassau 16 0 < 5 < 5 Breda Drimmelen 24 8 < 5 13 Geertruidenberg 30 < Oosterhout < 5 24 Werkendam 48 < Woudrichem Totaal West-Brabant Oost Tabel 7 Instroom cliënttrajecten vrijwillig en gedwongen kader Aantal gestarte nieuwe cliënttrajecten Aantal gestarte trajecten vrijwillig kader* Aantal gestarte trajecten gedwongen kader* Aalburg <5 <5 Alphen-Chaam Baarle-Nassau Breda Drimmelen Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Totaal West-Brabant Oost * Let op: deze cijfers geven het kader aan waarin een nieuw cliënttraject gestart is, niet het totaal aantal gestarte trajecten binnen een kader. 6