Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen"

Transcriptie

1 MASTER OF SCIENCE IN DE ERGOTHERAPEUTISCHE WETENSCHAP Interassociatieve master ingericht door: Universiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Hasselt, Universiteit Antwerpen, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostend, Katholieke Hogeschool Kempen, Hogeschool West, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool, Artesis Hogeschool Antwerpen, Hogescholen Universiteit Brussel, Provinciale Hogeschool Limburg. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen De invloed van inhoud en vorm van een ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma op de effectiviteit van het programma bij vermoeide personen met multiple sclerose: een kwalitatieve studie Evelien Nerinckx Masterproef ingediend tot het verkrijgen van de graad van Master of science in de ergotherapeutische wetenschap Promotor: Dr. Kos Daphne Academiejaar

2

3 MASTER OF SCIENCE IN DE ERGOTHERAPEUTISCHE WETENSCHAP Interassociatieve master ingericht door: Universiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Hasselt, Universiteit Antwerpen, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostend, Katholieke Hogeschool Kempen, Hogeschool West, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool, Artesis Hogeschool Antwerpen, Hogescholen Universiteit Brussel, Provinciale Hogeschool Limburg. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen De invloed van inhoud en vorm van een ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma op de effectiviteit van het programma bij vermoeide personen met multiple sclerose: een kwalitatieve studie Evelien Nerinckx Masterproef ingediend tot het verkrijgen van de graad van Master of science in de ergotherapeutische wetenschap Promotor: Dr. Kos Daphne Academiejaar

4 2

5 Abstract Doelstelling: Nagaan welke aspecten van zowel inhoud als vorm van een ergotherapeutisch zelfmanagement programma het gebruik van energiemanagement technieken in het dagelijkse leven van vermoeide personen met multiple sclerose bevorderen. Methode: Aan de hand van semigestructureerde interviews werden zeven vermoeide personen met MS bevraagd die in een groter onderzoek het ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma voor vermoeidheid hebben gevolgd. Tijdens de interviews werden er algemene vragen gesteld over de ervaring van de deelnemers met het programma alsook specifieke vragen over bepaalde aspecten van het programma. De interviews werden verwerkt via het Microsoft Office programma Word en door de interviewer, die niet betrokken was bij het geven van de zelfmanagement programma s, geanalyseerd. Resultaten: Aspecten die de gedragsverandering bevorderen waren een goed luisterende therapeut, het in kaart brengen en bespreken van het activiteitenpatroon en de vermoeidheid aan de hand van een dagboek en accelerometer en het leren van strategieën in functie van eigen gekozen activiteiten. Over de tijdsduur en aantal sessies, de plaats van de sessies en het al dan niet individualiseren van de sessies waren er verdeelde meningen. Conclusie: Op basis van de resultaten uit deze studie kunnen er enkele aanbevelingen worden gegeven voor aanpassingen aan het programma opdat gedragsverandering wordt geoptimaliseerd. Aantal woorden masterproef:

6 Abstract Objective: To detect the aspects, of both content and form, of an occupational therapy self-management program which advance the use of energy management techniques in the daily life of people experiencing fatigue with multiple sclerosis. Method: Semi-structured interviews were conducted with seven persons with multiple sclerosis experiencing fatigue who followed, in a bigger research, the occupational therapy self-management program. During the interview, general questions were asked about the experiences of the participants with the program as well as specific questions about certain aspects of the program. The interviews were processed through the use of the Microsoft Office program Word and analysed by the interviewer who was not involved in teaching the self-management program to the participants. Results: A good listening therapist, mapping and discussing the activity pattern and fatigue measured with a diary and accelerometer and learning strategies according to their own chosen activities where aspects which advanced the behavioural change. On the duration and number of sessions, the place of the sessions and the fact that the sessions were individualized were divided opinions. Conclusion: Based on the results from this study some recommendations for modifications to the program can be given to optimise the behavioural change. 4

7 Inhoudstabel Abstract... 3 Woord vooraf Inleiding Multiple sclerose Vermoeidheid bij multiple sclerose Ergotherapie en energiemanagement strategieën Behandelingen voor vermoeidheid Energiemanagement strategieën Onderzoek naar het effect van energiemanagement strategieën Bevorderen van gedragsverandering Figuur 1: Fasen van gedragsverandering volgens het transtheoretisch model van gedragsverandering Onderzoeksvraag Methode Design Tabel 1: Pre-posttest design met controle groep en lange termijn opvolging van de interventiestudie Deelnemers Ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma Semigestructureerd interview Data-analyse Resultaten Tabel 2: Demografische gegevens van de deelnemers De therapeut Het in kaart brengen van het activiteitenpatroon en de vermoeidheid De opzet van het programma De aangeleerde strategieën Discussie Vergelijking van resultaten met de literatuur Kritische blik op de studie Aanbevelingen voor verder onderzoek Conclusie Aanbevelingen voor de praktijk Literatuurlijst

8 Bijlagen Bijlage 1: Leidraad voor het interview... 1 Bijlage 2: Zoekstrategieën literatuur

9 Woord vooraf Het maken van deze masterproef was voor mij een interessante en leerrijke ervaring, als eerste stap in het wetenschappelijk onderzoek. Ik heb er veel uit geleerd en het is zeker een opdracht om nooit te vergeten. Het maken van een masterproef gaat echter niet altijd van een leien dakje. Ik wil dan ook zeker enkele mensen bedanken die me gesteund en geholpen hebben doorheen dit werk. Mijn promotor, Dr. Kos Daphne, in het bijzonder voor het aanbieden van het onderwerp en het steeds tijd vrij maken voor de nodige begeleiding en opmerkingen bij het opzetten en uitvoeren van de studie en neerschrijven van deze masterproef. Ook wil ik de deelnemers aan de studie bedanken om tijd vrij te maken en om met mij de informatie te delen die ik nodig had om dit werk te kunnen maken. Hun inzet wordt oprecht gewaardeerd. Als laatste wil ik ook mijn ouders, familie en vrienden bedanken. Ik ben mijn ouders dankbaar dat ik deze opleiding mocht volgen en omdat ze mijn stressuitbarstingen steeds tolereerden. Ik dank mijn zus en mijn vrienden om me de nodige steun, ontspanning en vriendschap te bieden wanneer ik dat nodig had. Dank je wel, Evelien 7

10 1. Inleiding Vermoeidheid is een signaal van ons lichaam om aan te geven dat het wat rust nodig heeft. Het is een klacht waar iedereen af en toe wel eens mee te maken krijgt na een langdurige of intense inspanning. Het verdwijnt dan ook vaak gemakkelijk na de nodige nachtrust. Vermoeidheid wordt echter minder onschuldig wanneer je er regelmatiger last van hebt, het niet voldoende verdwijnt na rust en het de uitvoering van je dagelijkse activiteiten verstoort. Veel fysieke en psychologische aandoeningen gaan gepaard met deze vorm van vermoeidheid zoals het chronisch vermoeidheidssyndroom, cerebro vasculair accident, kanker en multiple sclerose (MS) (Chaudhuri & Behan, 2004) Multiple sclerose Multiple sclerose is een degeneratieve aandoening waarbij demyelinisatie en littekenvorming optreedt in het centraal zenuwstelsel wat de geleiding van zenuwimpulsen verstoort. Het kent een onvoorspelbaar verloop waarbij stoornissen kunnen optreden in de motoriek (bijvoorbeeld evenwichtsstoornissen, coördinatiestoornissen, daling van kracht, spraakstoornissen, spasticiteit en incontinentie) en sensibiliteit en dit op verschillende plaatsen in het lichaam. Ook cognitieve problemen (bijvoorbeeld geheugenproblemen, concentratieproblemen en een daling in de snelheid van denken) en visuele problemen kunnen voorkomen (Vrijenhoek, 2005). De oorzaak van de ziekte is grotendeels nog onbekend maar vermoedelijk gaat het om een autoimmuunziekte. De eerste verschijnselen doen zich meestal voor tussen het 30 e en het 40 e levensjaar. Nieuwe klachten kunnen ontstaan ten gevolge van nieuwe letsels die optreden in het zenuwstelsel. Een opstoot van klachten wordt een exacerbatie genoemd. Een periode zonder nieuwe klachten is een remissie. In functie van deze exacerbaties en remissies bestaan er 4 vormen van MS: relapsing remitting MS, primair progressieve MS, secundair progressieve MS en progressieve relapsing MS Vermoeidheid bij multiple sclerose Ongeveer 75% - 95% van de personen met MS heeft last van vermoeidheid waarvan 50% - 60% dit als een ernstig symptoom ervaart (Multiple Sclerosis Council for Clinical Practice Guidelines, 1998). Vermoeidheid kan het sociaal, mentaal en fysiek functioneren verstoren waardoor bepaalde rollen niet naar behoren kunnen worden uitgevoerd en 8

11 waarvan een daling in de levenskwaliteit een mogelijk gevolg is (Hemmett, Holmes, Barnes & Russell, 2004). Er is het laatste decennia dan ook toenemende aandacht voor vermoeidheid als symptoom bij MS. Vermoeidheid wordt door de Multiple Sclerosis Council for Clinical Practice Guidelines (1998, p.2) omschreven als a subjective lack of physical and/or mental energy that is perceived by the individual or caregiver to interfere with usual and desired activities. Bovendien is de negatieve invloed van warmte op vermoeidheid specifiek bij personen met MS (Multiple Sclerosis Council for Clinical Practice Guidelines, 1998). Vermoeidheid wordt opgedeeld in primaire en secundaire vermoeidheid. Primaire vermoeidheid is afkomstig door directe schade in het centraal zenuwstelsel door de aandoening zelf. De exacte pathofysiologische oorzaak is echter complex en nog niet volledig gekend (Kos, Kerckhofs, Nagels, D Hooge & Ilsbroukx, 2008). Mogelijks is de oorzaak multifactorieel en verschillend van persoon tot persoon (Béthoux, 2006; Bol, Duits, Hupperts, Vlaeyen & Verhey, 2009; Kos et al., 2008). Secundaire vermoeidheid is vermoeidheid die indirect het gevolg is van een aandoening. Het kan gaan om vermoeidheid die veroorzaakt wordt door slaapstoornissen, infecties, pijn, inspanning, comorbiditeit, het nemen van bepaalde medicatie, onevenwichtige voeding, of de lokale omgeving zoals een te warme temperatuur. Er is ook een relatie tussen vermoeidheid en psychologische factoren zoals depressie en angst. Het is echter onduidelijk of vermoeidheid leidt tot depressie of omgekeerd (Bol et al., 2009). Bij secundaire vermoeidheid moet de oorzaak aangepakt worden om de vermoeidheid te verminderen (Multiple Sclerosis Council for Clinical Practice Guidelines, 1998). Er kan ook sprake zijn van een combinatie van primaire en secundaire vermoeidheid die elkaar beïnvloeden (Kos et al., 2008). Er wordt aangeraden om uitgebreid te screenen naar secundaire oorzaken om vermoeidheid op een snelle en efficiënte manier te verminderen (Kos et al., 2008). Vermoeidheid kan eveneens opgedeeld worden in acute en chronische vermoeidheid. Acute vermoeidheid doet zich plots voor of met een sterke verhoging van moeheid in de voorgaande zes weken. Chronische vermoeidheid is aanhoudend en gedurende minstens zes weken tijdens 50% van de dag aanwezig (Multiple Sclerosis Council for Clinical 9

12 Practice Guidelines, 1998). Pittion-Vouyovitch et al. (2006) toonden aan dat vermoeidheid bij MS het meest voorkomt bij personen met primaire of secundair progressieve MS. In andere artikels wordt er echter weergegeven dat er weinig of geen zeker verband is tussen vermoeidheid en demografische of ziekte gerelateerde eigenschappen (Béthoux, 2006; Kos et al., 2008). Vermoeidheid kan optreden na een fysieke inspanning maar is niet altijd gecorreleerd met het activiteitenniveau (Béthoux, 2006). Vermoeidheid kan soms leiden tot of een voorbode zijn van een exacerbatie (Multiple Sclerosis Council for Clinical Practice Guidelines, 1998) Ergotherapie en energiemanagement strategieën Behandelingen voor vermoeidheid Een ideale behandeling voor vermoeidheid is nog niet voor handen omdat de oorzaak van vermoeidheid bij MS niet helemaal duidelijk is en omdat het zich bij iedereen anders uit. Omwille van de multidimensionale oorzaak van vermoeidheid bij MS wordt een multidisciplinaire aanpak aangeraden (Kos et al. 2008). Onder andere fysiotherapie (Stroud & Minahan, 2009), medicatie zoals Amantadine en Modafinil en een aangepast dieet zouden een heilzame werking hebben om de primaire vermoeidheid te bestrijden (Béthoux, 2006; Chaudhuri & Behan, 2004). Ook cognitieve gedragstherapie kan een positieve werking hebben op de zelfeffectiviteit en vermindert de focus op vermoeidheid waardoor deze als minder ernstig wordt ervaren (Kos et al., 2008; Thomas et al., 2010). Secundaire vermoeidheid kan behandeld worden door de oorzaak ervan te bestrijden door bijvoorbeeld het gebruik van koelvesten, psychotherapie en in de mate van het mogelijke verminderen van sedatieve medicatie (Bethoux, 2006) Energiemanagement strategieën Ergotherapie richt zich voornamelijk op het bevorderen van de participatie van personen in zelfzorg-, werk- en ontspanningsactiviteiten die belangrijk zijn voor het individu. Aangezien vermoeidheid de uitvoering van dagelijkse activiteiten verstoort, kan de ergotherapeut helpen door energiemanagement strategieën aan te leren om de uitvoering van gewenste en betekenisvolle activiteiten te bevorderen. Multiple Sclerosis Council for Clinical Practice Guidelines (1998, p.17) beschrijft energiemanagement strategieën als: the identification and development of activity modifications to reduce fatigue through a 10

13 systematic analysis of daily work, home and leisure activities in all relevant environments. Energiemanagement strategieën doen de vermoeidheid niet verdwijnen maar ze bevorderen een positieve attitude om optimaal gebruik te maken van de beschikbare energie om aan de individuele noden te voldoen (Mathiowetz, Matuska & Murphy, 2001). Voorbeelden van aangeleerde energiemanagement strategieën zijn het stellen van prioriteiten, analyseren en aanpassen van activiteiten, zoeken van evenwicht tussen rust en werk, delegeren van activiteiten, efficiënt organiseren van de omgeving, gebruik van hulpmiddelen en veranderen van de lichaamshouding Onderzoek naar het effect van energiemanagement strategieën Er zijn verschillende onderzoeken gebeurd naar het effect van energiemanagement strategieën op vermoeidheid. Uit een studie van Mathiowetz, Finlayson, Matuska, Chen & Luo (2005) blijkt dat het aanleren van energiemanagement strategieën in een groepscursus van zes weken opgesteld door Packer et al. (in Mathiowetz et al., 2005) effectief is in het verminderen van de ervaren impact van vermoeidheid (FIS), het verbeteren van de zelfeffectiviteit (self-efficacy gauge) en het verbeteren van bepaalde aspecten van de levenskwaliteit (SF-36) waaronder vitaliteit, mentale gezondheid en fysiek functioneren (en in de studie van 2007 ook het sociaal functioneren) bij personen met zowel acute als progressieve MS. De effecten van deze groepscursussen bleven minstens één jaar behouden (Mathiowetz, Finlayson, Matuska, Chen & Luo, 2007). Ook een aangepaste groepscursus voor het aanleren van energiemanagement strategieën werd volgens Vanage, Gilbertson & Mathiowetz (2003) effectief bevonden in het verminderen van de ervaren impact van vermoeidheid (FIS) bij personen met progressieve MS. De aanpassingen voor deze cursus bestonden uit meer sessies die minder lang duurden, minder personen per groep en het niet meegeven van schriftelijk huiswerk. Ondanks het succes en de kosteneffectiviteit van deze groepscursussen zijn ze binnen een klinische setting niet altijd haalbaar omwille van organisatorische redenen. Ook de cliëntgerichtheid van deze manier van werken kan in vraag worden gesteld omdat de strategieën niet aangepast zijn aan de individuele persoon. Bovendien zou de effectiviteit gedeeltelijk te wijten zijn aan het sociaal aspect van de groepscursus zoals steun, motivatie en leren van elkaar (Mathiowetz et al., 2005). 11

14 Ook het aanleren van strategieën door middel van teleconferentie in groep werd effectief bevonden in het verminderen van vermoeidheid (FIS en FSS), verbeteren van de levenskwaliteit (SF-36) en de zelfeffectiviteit (Self-efficacy for Energy Conservation Questionnaire). De effecten van deze teleconferentie werd ook minstens zes maanden behouden (Finlayson, Preissner, Cho & Plow, 2011). Gezien er met wachtlijstcontroles werd gewerkt, is een placebo-effect in deze studie niet uit te sluiten. Het is echter hier ook organisatorisch moeilijk om iedereen op hetzelfde moment samen te krijgen om deel te nemen aan de conferentie. Het effect van een multidisciplinair vermoeidheidsmanagement programma werd onderzocht door Kos, Duportail, D Hooge, Nagels & Kerckhofs (2007). In deze studie verbeterde zowel de vermoeidheid (MFIS) van de experimentele als de controlegroep maar was er geen significant verschil tussen beide groepen. Verder onderzoek wordt aanbevolen naar het effect van een individueel face to face programma, zelftraining en de combinatie van het aanleren van energiemanagement strategieën met andere behandelingen, op de vermoeidheid Bevorderen van gedragsverandering De energiemanagement strategieën kunnen pas effectief zijn wanneer de cliënt ze dagelijks gebruikt en op die manier controle wint over zijn leven. Dit vraagt een veranderingsproces van ingeslepen gewoontes wat vaak moeilijk is omdat deze beïnvloed worden door sociaal, psychologische en omgeving gebonden aspecten en vaak immuun zijn voor verandering (Matuska, Mathiowetz & Finlayson, 2007; Noordman, van der Weijden & van Dulmen, 2012). Er worden verschillende modellen gebruikt om gedragsverandering te beschrijven. Zo wordt er onder meer gebruik gemaakt van het Health Belief Model, het sociaal cognitief model van Bandura en het transtheoretisch model van gedragsverandering (Redding, Rossi, Rossi, Velicer & Prochaska, 2000). In het Health Belief Model, dat tevens het oudste model is, wordt beweerd dat de kans dat iemand een actie onderneemt om een ernstigere toestand te vermijden afhankelijk is van diens perceptie dat 1) men persoonlijk meer kwetsbaar is voor een bepaalde toestand, 2) de consequenties van de toestand ernstig zijn, 3) het te volgen gedrag die toestand vermijdt en 4) de voordelen van het vermijden van de toestand opwegen tegen de kosten en barrières van het te volgen gedrag. Volgens deze theorie heeft een individu ook nood aan bepaalde kleine of grote triggers om tot gedragsverandering over te gaan (Redding et al., 2000). Het sociaal cognitief model houdt meer rekening met sociale en 12

15 omgevingsfactoren die het gedrag inhiberen of faciliteren. In deze theorie wordt gesteld dat het individu, de omgeving en het gedrag een continue en dynamische interactie ondergaan met elkaar (Redding et al., 2000). Het transtheoretisch model beschrijft gedragsverandering meer als een proces en dus niet als een gebeurtenis. Dit model combineert verschillende leer- en gedragsveranderingstheorieën. Er zijn vijf fasen in het proces: voorbeschouwing (precontemplation), overpeinzing (contemplation), beslissing (preparation), actieve verandering (action) en consolidatie (maintenance) (zie figuur 1). Er kan een terugval optreden naar een eerdere fase als het nieuwe gedrag niet wordt volgehouden. Individuen kunnen ook in een bepaalde fase blijven en geen progressie meer maken naar een volgende fase (Prochaska & Velicer, 1997). Figuur 1: Fasen van gedragsverandering volgens het transtheoretisch model van gedragsverandering (bron: American Society on Aging and American Society of Consultant Pharmacists Foundation, 2012) In de voorbeschouwingsfase zijn de individuen nog niet klaar voor verandering en zullen ze in de komende zes maanden ook geen acties ondernemen om te veranderen. In de overpeinzingsfase denken de individuen aan het veranderen van hun gedrag binnen de zes maanden. In deze fase is men meer open voor feedback en informatie en worden vooren nadelen van nieuw gedrag tegen elkaar afgewogen. In de beslissingsfase zijn de individuen gemotiveerd om binnen de 30 dagen stappen te ondernemen om hun gedrag te veranderen en maken ze hier ook actief plannen voor. Vervolgens is er de fase van actieve verandering waarbij de individuen hun gedrag in de voorbij zes maanden veranderd hebben maar waarbij nog een groot risico is voor een terugval naar een eerdere 13

16 fase. In de laatste fase, de consolidatiefase, is de gedragsverandering meer verankerd en is er minder risico voor relapse. In het model worden er ook tien strategieën beschreven om gedrag te veranderen 1) het verhogen van het bewustzijn van het probleem door het geven van informatie en tips, 2) dramatische verlichting door het laten ervaren van negatieve emoties die gepaard gaan met ongewenst gedrag, 3) laten realiseren dat een bepaald gedrag belangrijk is voor de identiteit van die persoon, 4) laten realiseren wat de negatieve impact is van negatief gedrag of de positieve impact van positief gedrag op de sociale en fysieke omgeving, 5) het zorgen voor een sterke mate van toewijding aan verandering, 6) het zoeken en gebruiken van sociale steun voor gedragsverandering, 7) het ongezond of negatief gedrag vervangen door gezond alternatief gedrag en/of positieve gedachten, 8) verhogen van de beloning voor een positieve gedragsverandering, 9) het weghalen van triggers die leiden tot ongewenste gedrag en toevoegen van triggers die leiden tot het gewenste gedrag en 10) zich realiseren dat de sociale normen een gezonde gedragsverandering ondersteunen (Prochaska & Velicer, 1997). Er is één concept dat bijna alle modellen van gedragsverandering gemeen hebben en dat is het concept zelfeffectiviteit (self-efficacy). Zelfeffectiviteit wordt gedefinieerd als de mate waarin iemand zichzelf effectief acht in het aankunnen van een bepaalde situatie of het stellen van bepaald gedrag (Bol et al., 2009). Een hoge zelfeffectiviteit draagt mogelijk bij tot een verminderd niveau van ervaren vermoeidheid (Bol et al., 2009; Kos et al., 2008). Bandura (1997, in Mathiowetz et al., 2005) beschrijft verschillende manieren om de zelfeffectiviteit te verbeteren zoals onder meer het ervaren van succes in het overwinnen van obstakels, anderen observeren die succesvol zijn, door anderen overtuigd worden de mogelijkheden te hebben om een bepaalde taak uit te voeren en leren omgaan met stress en angst om een nieuwe taak uit te voeren. Uit een onderzoek van Finlayson, Preissner & Cho (2012) blijkt dat jongere personen met MS minder zelfeffectiviteit ervaren ten gevolge van de vermoeidheid in vergelijking met oudere personen maar dat deze zelf-effectiviteit door het aanleren van energiemanagement strategieën wel het meest toeneemt. 14

17 2. Onderzoeksvraag Over het effect van energiemanagement programma s bij MS zijn al heel wat kwantitatieve gegevens verzameld maar er is weinig informatie over het kwalitatieve aspect van zowel de vorm als inhoud van deze programma s en de invloed ervan op de cliënt. Hoe beleven vermoeide personen zulke programma s? Wat vinden zij waardevol? Wat zouden zij graag anders zien? In kader van een onderzoek van de Artesis Hogeschool Antwerpen naar het effect van een ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma op de uitvoering van dagelijkse activiteiten, vermoeidheid en levenskwaliteit wordt er in deze masterproef nagegaan welke aspecten van dat programma de overgang naar een energievriendelijke manier van leven juist gemakkelijker maken en welke aspecten deze overgang bemoeilijken. Om hier meer informatie over te krijgen is het noodzakelijk de deelnemers zelf aan het woord te laten zodat ze over hun beleving kunnen vertellen. Een kwalitatieve methodiek sluit dan ook het beste aan bij deze studie. Aan de hand van getuigenissen van de deelnemers kunnen ergotherapeuten hun behandeling op vlak van energiemanagement bij vermoeide personen met MS optimaal organiseren opdat het beste effect wordt bereikt. De onderzoeksvraag van deze masterproef luidt als volgt: Welke aspecten van de inhoud en vorm van het ergotherapeutisch zelfmanagement programma bevorderen (een gedragsverandering naar) het gebruik van energiemanagement technieken in het dagelijkse leven van vermoeide personen met multiple sclerose? 3. Methode 3.1. Design Deze studie was een onderdeel van een groter enkel blind gerandomiseerd gecontroleerde studie (Projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO), Artesis Hogeschool Antwerpen) naar de effectiviteit van een ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma op de uitvoering van dagelijks activiteiten, vermoeidheid en levenskwaliteit bij vermoeide personen met MS (zie tabel 1). De deelnemers aan het onderzoek werden na basismeting at random toegewezen aan de experimentele of de controlegroep. De experimentele groep volgde het ergotherapeutisch zelfmanagement programma dat uit 15

18 drie sessies bestond van telkens minuten per week. De controlegroep volgde een relaxatieprogramma dat ook drie sessies bevatte van telkens minuten per week. Alle deelnemers werden zowel vóór als na de drie sessies getest, alsook op drie maanden na de interventie. De uitvoering van dagelijkse activiteiten en de tevredenheid hierover werden geregistreerd aan de hand van het Canadian Occupational Performance Measure (COPM). De vermoeidheid werd gemeten aan de hand van de Modified Fatigue Impact Scale (MFIS) en de Checklist Individual Strenght (CIS). De levenskwaliteit werd gemeten aan de hand van de Short Form 36 Health Status Survey (SF-36). Ook de mate van gedragsverandering werd gemeten en dit aan de hand van de Energy Conservation Strategy Survey (ECSS) die voor deze studie werd vertaald naar het Nederlands. De metingen werden uitgevoerd door een geblindeerde beoordelaar. De resultaten uit dit onderzoek zullen worden besproken in de masterproef van Anne Dejager. Tabel 1: Pre-posttest design met controle groep en lange termijn opvolging van de interventiestudie Experimentele groep Week 1 Week 2-4 Week 5 01 X1X1X maand follow-up Controlegroep 01 X2X2X Voetnoot. 0 = Canadian Occupational Performance Measure, Modified Fatigue Impact Scale, Checklist Individual Strength, Short Form 36 quality of Life Questionnaire en Energy Conservation Strategy Survey; X 1 = ergotherapeutisch zelfmanagement programma; X 2 = relaxatieprogramma. De aspecten van het zelfmanagementprogramma die de gedragsverandering al dan niet hebben bevorderd, werden onderzocht door middel van een semigestructureerd interview dat afgenomen werd bij enkele personen uit de experimentele groep. Deze kwalitatieve studieopzet bood deelnemers 1 de mogelijkheid om hun ervaringen en meningen zo veel mogelijk in eigen woorden te formuleren. Hierbij werden de positieve en negatieve aspecten van zowel de inhoud als vorm van het zelfmanagementprogramma verzameld. Er werd een tijdsduur voorspeld van ongeveer een half uur tot drie kwartier maar dit kon variëren van persoon tot persoon. Een maximale tijd werd niet voorzien. De tijd sinds het 1 Met de term deelnemers worden de personen bedoeld waarbij de interviews werden afgenomen. Ook verder in de tekst wordt er met dit woord verwezen naar deze personen. 16

19 programma werd gevolgd alsook de plaats waar het werd gevolgd, werd gebruikt als variabele in het onderzoek. De interviews werden afgenomen door een ergotherapeut die niet betrokken was bij het kwantitatieve deel van het onderzoek om neutraliteit ten opzichte van het te testen programma te bewaren. De zelfmanagementprogramma s werden gegeven tussen december 2011 en maart 2013 in het Nationaal Multiple Sclerose Center (NMSC) in Melsbroek en het Universitair ziekenhuis in Antwerpen. Goedkeuring van het ethisch comité uit deze centra werd verkregen. De interviews vonden plaats tussen maart 2013 en april 2013 op een plaats en tijdstip naar voorkeur van de deelnemers Deelnemers Via het verspreiden van folders op de dienst neurologie van het NMSC en het Universitair ziekenhuis Antwerpen werden mogelijke kandidaten geïnformeerd. Zij konden zich vrijwillig opgeven voor deelname aan de studie. De deelnemers moesten aan de volgende inclusiecriteria voldoen: diagnose met MS, leeftijd tussen de 18 en 65 jaar oud, Nederlandstalig, Expanded Disability Status Scale (EDSS) score van minder dan 5,5 en een score van meer dan 60 op de Visual Analog Scale (VAS) voor de impact van vermoeidheid. Personen in revalidatie, zwangerschap, een opstoot in de voorgaande drie maanden aan het onderzoek en ernstige cognitieve stoornissen, gerapporteerd door de neuroloog, behoorden tot de exclusiecriteria. Voor het kwalitatief luik van het onderzoek werden alleen deelnemers bevraagd die in de experimentele groep waren opgenomen. Zij werden hiervoor telefonisch gecontacteerd Ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma In het ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma werden door twee ergotherapeuten en een kinesitherapeut die vooraf geïnstrueerd waren over de opzet, aanpak en inhoud van het programma, op individuele basis, strategieën aangeleerd om de uitvoering van activiteiten in het dagelijkse leven te bevorderen. Bij aanvang van de sessies werd er een algemene en op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde uitleg gegeven over vermoeidheid bij personen met MS. Door middel van een semigestructureerd interview volgens het COPM werden maximaal vijf persoonlijk belangrijke activiteiten gekozen waarmee de deelnemer omwille van vermoeidheid problemen in de uitvoering ervan ervoer. Gedurende drie sessies van telkens minuten werden er in functie van deze activiteiten concrete doelen opgesteld, activiteitenpatronen gemeten en besproken, 17

20 ergonomische en energiemanagement principes uitgelegd en toegepast, huiswerk meegegeven om de principes toe te passen in de thuissituatie en werd hierover samen met de ergotherapeut gereflecteerd en aanpassingen gemaakt. Het activiteitenpatroon van de deelnemers werd in kaart gebracht aan de hand van een accelerometer, merk Actical, die gedurende een volledige week aan de niet-dominante pols moest worden gedragen. De deelnemers werd ook gevraagd een dagboek in te vullen waarin ze moesten bijhouden welke activiteiten ze uitvoerden, hoe belangrijk ze die activiteiten vonden, hoe moe ze zich op dat moment voelden en hoe tevreden ze waren met de uitvoering van deze activiteiten. De aangeleerde strategieën varieerden afhankelijk van de gekozen activiteit waaraan gewerkt werd. Het kon gaan over het aanpassen van de omgeving, veranderen van houdingen, delegeren of weglaten van activiteiten (of delen ervan), het gebruik van hulpmiddelen, het nemen van rust, het stellen van prioriteiten, enzovoort Semigestructureerd interview De ervaringen met-, aanbevelingen ten opzichte van het ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma en een mogelijke gedragsverandering die hiermee gepaard ging, werden in kaart gebracht aan de hand van een semigestructureerd interview. Hierbij trachtte de interviewer aan de hand van zowel open als gesloten vragen de deelnemers te laten reflecteren over positieve en negatieve ervaringen met de vorm en inhoud van het programma. Een semigestructureerd interview als onderzoeksmethode heeft heel wat voordelen. Het geeft de interviewer flexibiliteit in het stellen van vragen aangezien niet alle vragen op voorhand vast liggen. Het biedt bovendien de kans verder in te gaan op de antwoorden van de deelnemer en extra vragen te stellen zodat de interviewer een vollediger beeld krijgt op betekenissen, ervaringen en mening van de deelnemer (Kielhofner, 2006). Er werden eerst algemene vragen gesteld over de ervaring met het programma. Nadien volgden er vragen over bepaalde thema s zoals de strategieën, het huiswerk, de opzet van de sessies, de ondersteuning van de ergotherapeut en het gebruikt materiaal tijdens het programma. Afhankelijk van de antwoorden werd er afgeweken naar bijvragen. Voor de volledige leidraad voor het interview wordt er verwezen naar bijlage 1. Er werd een proefinterview afgenomen om als interviewer vertrouwd te geraken met de vragen en de manier van interviewen. Het interview werd geregistreerd via een 18

21 audiorecorder, onder mondeling akkoord van de deelnemers, om de gegevens later te kunnen analyseren. De interviewer gedroeg zich op een zo neutraal en professioneel mogelijke manier. De interviewer stelde zich voor, legde het doel van het interview uit en benadrukte dat anonimiteit van de gegevens bewaard zou blijven, ook ten opzichte van de onderzoekers die het zelfmanagementprogramma hebben begeleid. Het was namelijk belangrijk dat de deelnemer het gevoel kreeg dat die vrijuit zijn mening mocht geven over het programma. De interviewer stelde vragen op een manier dat de deelnemer ze begreep, probeerde geen sturing te geven door suggestieve vragen te stellen, velde geen oordeel over gedane uitspraken en onderbrak de deelnemer niet. Op het einde van het interview parafraseerde de interviewer de conclusie die dan bevestigt of aangepast moest worden door de deelnemer om betrouwbaarheid van de gegevens te optimaliseren. Nieuwe inzichten tijdens interviews konden worden geïntegreerd in een volgend interview onder de vorm van nieuwe vragen Data-analyse Het volledige interview, opgenomen via audiorecorder, en de notities van de interviewer werden zo snel mogelijk na het interview gedigitaliseerd in het Microsoft Office programma Word. Er werd een kopie bijgehouden van het document met het originele interview. De verschillende segmenten die in het interview aan bod kwamen, werden afzonderlijk gecodeerd in thema s en vervolgens in een aparte map volgens dat thema geplaatst. Daarna werden de ervaringen van de andere deelnemers onderverdeeld in de verschillende thema s (mapjes) die al aan bod kwamen of in nieuwe thema s als die nog niet aan bod waren geweest. De verschillende ervaringen die opgeslagen waren binnen een bepaald thema werden vergeleken op consistentie en belangrijkheid waar dan conclusies werden uit getrokken. Deze conclusies konden vergeleken worden met de persoonlijke nota s van de interviewer om na te gaan of de initiële ideeën al dan niet waren veranderd. De persoon die de interviews heeft geanalyseerd in deze studie is ook de persoon die de interviews heeft afgenomen. 4. Resultaten Van de 13 personen die in het grotere onderzoek het ergotherapeutisch zelfmanagement programma hadden gevolgd, waren er zeven die wilden deelnemen aan de interviews. Van de zes personen die niet participeerden waren er twee niet bereikbaar en vier andere 19

22 wensten niet mee te doen. Redenen hiervoor waren geen tijd omwille van huishoudelijke of sociale problemen en een negatieve stemming. Eén persoon kon zich niet herinneren of die wel had meegedaan aan de studie. In tabel 2 zijn de demografische gegevens van de deelnemers opgenomen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 39 jaar. Vier personen volgden het programma in het Nationaal Multiple Sclerose Centrum in Melsbroek en drie personen in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. De gemiddelde tijd sinds de laatste sessie van het programma was acht maanden. Alle deelnemers volgden de drie sessies. De interviews vonden allemaal plaats bij de deelnemers thuis. De duur van de interviews varieerde van 15 tot 38 minuten (gemiddeld 25 minuten). In totaal werd er 176 min en 30 seconden aan interviewmateriaal opgenomen. Eén van de deelnemers herinnerde zich weinig van de sessies, mogelijks omwille van cognitieve achteruitgang ten gevolge van de MS of omwille van concentratieproblemen ten gevolge van lawaai door werken in de woning. Tabel 2. Demografische gegevens van de deelnemers Nummer Leeftijd Geslacht n maanden sinds programma Plaats 1 46 Vrouw 1 NMSC 2 34 Vrouw 17 NMSC 3 47 Vrouw 4 NMSC 4 40 Vrouw 11 UZA 5 52 Man 11 UZA 6 29 Vrouw 4 NMSC 7 25 Vrouw 11 UZA Uit de analyse van de interviews is gebleken dat verschillende aspecten van het programma de gedragsverandering beïnvloeden. Hieronder wordt er achtereenvolgens de invloed van de therapeut, het in kaart brengen van het activiteitenpatroon en vermoeidheid, de opzet van het programma en de aangeleerde strategieën besproken De therapeut Uit de interviews is gebleken dat de therapeut een centrale rol heeft in het al dan niet slagen van het programma. Aangezien het onderzoek door verschillende therapeuten werd gegeven afhankelijk van de plaats van het programma, was het mogelijk de ervaringen van de deelnemers te vergelijken. De therapeut dient volgens de deelnemers 20

23 goed te luisteren naar het verhaal van de cliënt en de adviezen moeten hier goed op aansluiten. Op die manier worden er geen onuitvoerbare strategieën aangeleerd. Ik heb daar eerst gans mijn leven bijna verteld dus zij wist wel heel goed wat er kon en wat er niet kon. Wanneer de strategieën niet goed aansloten, verminderde de motivatie om het programma verder te zetten. Alle personen uit de groep van de ergotherapeut gaven aan dat ze een goede band hadden met hun therapeut en dat ze alles tegen haar konden vertellen. Eén deelnemer gaf aan dat wanneer het voor haar niet zou klikken met de therapeut, ze niet zoveel vooruitgang zou hebben gemaakt. Als de therapeutische relatie goed zat, werd het programma ervaren als verrijkend, interessant, confronterend en in die zin ook emotioneel. De deelnemers vertelden dat het programma hen ook geholpen heeft om vermoeidheid en MS beter te kunnen aanvaarden. En deze therapie heeft er eigenlijk toe geleid dat ik veel beter MS heb kunnen plaatsen door nu net elke dag te moeten gaan noteren hoe ik mij voelde, wat dat ik ervaarde. Iemand anders vertelde dat ze door het programma beter de signalen van vermoeidheid herkent en daardoor in staat is haar grenzen te bewaken. ( ) ik veel beter grip heb op mijn vermoeidheid, veel beter begin door te hebben wanneer ik vermoeid geraak en dat ik moet opletten, dus ik zie de signalen ook veel beter ( ). Alle personen die een goede therapeutische relatie hebben ervaren, zouden het programma aanraden aan andere personen met hetzelfde probleem. Zij vonden ook allen dat het programma zeker een meerwaarde is ten opzichte van enkel het meekrijgen van een brochure Het in kaart brengen van het activiteitenpatroon en de vermoeidheid Alle deelnemers vonden het in kaart brengen van het activiteitenpatroon en de vermoeidheid aan de hand van een dagboek en de accelerometer een positief aspect van het programma. Het bijhouden van de activiteiten en vermoeidheid was nuttig omdat het een soort van structuur en motivatie bood en inzicht gaf in de activiteiten die ze dagelijks uitvoeren. De resultaten uit deze media werden ervaren als een openbaring, confronterend 21

24 of juist als een bevestiging voor de vermoeidheid die ze ervaren. Het bood hen ook structuur om de strategieën te plannen. Dus die confrontatie was echt niet fijn maar ja, het doet u wel leren en dat is het voornaamste. Ik denk dat, dat aanzette om ook werkelijk uw handelingen in te perken en om meer te zien van wat ik doe s morgens, wat ik doe s namiddag s, ik neem een pauze en als je dat niet moet invullen dan zeg je van ja kzal wel gewoon doen. De deelnemers vonden het belangrijk dat de resultaten van de dagboeken en de accelerometers werden overlopen. De resultaten van de accelerometer waren voor de meesten onvoldoende duidelijk zonder bijkomende uitleg. Eén iemand gaf aan dat een periode van drie weken te kort was om al veel verandering in de resultaten te zien. Een langere periode was volgens haar nodig om echt te kunnen veranderen. Het neerschrijven zelf van welke activiteit men wanneer gedaan heeft, hoe moe men was en hoe belangrijk die activiteit was, vonden de deelnemers niet eenvoudig. Ze vulden het dagboek s avonds de dag voor de sessies snel in omdat ze overdag er niet aan dachten of omdat ze het lastig vonden om bijvoorbeeld op het werk die documenten in te vullen. Eén persoon had hier een oplossing voor gevonden door op een fiche alles kort te noteren en later in te vullen op de daarvoor voorziene documenten. Verschillende deelnemers gaven ook aan dat ze het moeilijk vonden om de streepjes te plaatsen op de Visual Analog Scale (VAS) (voor vermoeidheid, belang en tevredenheid van de activiteit). Hun vermoeidheid en tevredenheid verschilde van dag tot dag aangezien het volgens hen mede afhankelijk was van hoe je je die dag voelt. Een persoon gaf ook aan dat ze verschillende soorten vermoeidheid ervaart: Gelijk ik ben vanmorgen gaan sporten, ja ik ben wel moe daarna maar eigenlijk zit ik vol energie dus ik vond het soms heel moeilijk om te gaan zeggen van--. Over het dragen van de accelerometer waren er uiteenlopende meningen: sommigen gaven aan dat ze het lastig vonden om te dragen, enkelen gaven aan dat het ouderwets en lomp was, terwijl anderen er totaal geen probleem mee hadden. 22

25 4.3. De opzet van het programma Plaats Volgens de deelnemers mocht de afstand van de woonplaats tot de plaats waar de sessies werden gegeven niet te ver zijn. Met de plaats zelf waren er minder moeilijkheden. Slechts een van de vier deelnemers die de sessies in het NMSC volgde, vond de plaats te confronterend. De anderen zagen het eerder als iets positief. Dat is raar om te zeggen maar daar zijt ge zo gewoon gelijk de rest. Ik had onmiddellijk zoiets van aah eindelijk mensen die mij snappen, mensen die ook al zitten er heel veel patiënten in een rolstoel en zijn er heel veel mensen die bijna niets meer kunnen, toch voel ik mij daar goed Dat is dan best wel confronterend maar anderzijds geeft dat mij wel iets van oke voor mij wil ik het zover niet laten komen dus doet er ook iets mee. Met het UZA werden er behalve de afstand geen problemen ervaren. Drie personen zouden het een voordeel vinden moesten de sessies aan huis gegeven worden omdat dit minder confronterend is, de therapeut zo beter de leefsituatie kan inschatten en omdat men zich niet moet verplaatsen. Redenen om het niet thuis te doen is het feit dat dit geen neutrale zone is en dat je meer bezig bent met je huishouden dan je te concentreren op de sessies zelf. Aantal en duur van de sessies Gedurende de interviews waren er over het algemeen weinig opmerkingen over het aantal sessies. Bijna iedereen vond drie sessies goed. Een iemand vond het te weinig omdat vermoeidheid voor haar een groot probleem is. Zij gaf zelf als oplossing aan om eerst drie sessies te geven en om dan na een langere periode terug enkele sessies te doen. Ook de duur van iedere sessie werd voor iedereen goed bevonden. Eén iemand gaf aan dat de duur voor haar te kort was. We hebben altijd de tijd overschreden want ze zei van een uur maar het was altijd denk ik wel anderhalf uur omdat we ook zo diep geraakte maar dat is afhankelijk ook van therapeut tot therapeut. 23

26 Individueel versus groep Over de opzet van het programma waren de meningen verdeeld. Eén persoon verkoos een groepsbehandeling. Ja, misschien dat, dat wel ( ) interessanter was omdat ge dan contact met de anderen en dat ge dan dingen kon inspelen op wat andere mensen zeiden. ( ) omdat ge dan toch met lotgenoten zit die dat ook bepaalde handelingen waarschijnlijk ook zo doen, dat ge zegt van ohja, misschien moet ik dat eens proberen. Ik vind dat, dat niet slecht zou geweest zijn. De meerderheid verkoos om beide mogelijkheden te combineren en hun voorkeur gaat dan uit naar eerst individuele sessies, omdat er ingegaan wordt op persoonlijke noden en voorkeuren, en dan als afsluiter nog een groepssessie om ook de ideeën van anderen te horen. Want iedereen zal wel voor zichzelf iets gedaan hebben dat nuttig kan zijn voor een ander. Maar ik denk dan wel best achteraf want als je dat op voorhand al -- dan ga je al te fel naar elkaar kijken van wat vindt die, wat heeft die voor, heb ik dat ook?. Nu is het echt met uzelf bezig zijn en onder ogen zien van wat je zelf nodig hebt. Twee deelnemers gaven aan dat individuele sessies beter pasten bij het programma. Enerzijds omdat vermoeidheid door iedereen verschillend ervaren wordt en anderzijds omdat ze bang zijn niet aan bod te komen of geconfronteerd te worden met de beperkingen van een ander. Ik denk niet dat ik zoveel zou geleerd hebben in groep, nee. ( ) In de zin van vermoeidheid is iets zo persoonlijk en gewoon hoe dat ge ermee en hoe ge die vermoeidheid ervaart en hoe dat ge daarmee omgaat. Hoe dat ge met de ziekte omgaat is ten eerste al persoonlijk. ( ) Ik denk dat er genoeg andere zaken in groep zijn dan deze therapie in groep te maken. Huiswerk Over het maken van het huiswerk waren geen opmerkingen. Velen verwezen naar het invullen van de dagboeken als huiswerk wat wel een lastig werk was, maar niet omdat ze hier geen tijd voor hadden. Voor mij is tijd iets dat je maakt en uiteindelijk was het mijn bedoeling om er iets uit te leren dus zelfs al zou het mij tijd kosten en zou ik andere dingen moeten laten varen ervoor dan zou ik er geen moeite mee gehad hebben. 24

27 Betrekken van de partner bij het programma Vier van de vijf deelnemers met partner stonden negatief ten opzichte van het idee de partners te betrekken bij het programma. Redenen hiervoor waren: tijdsgebrek bij de partner, het niet willen confronteren van de partner en individueel de problemen willen aanpakken. Eén persoon stond positief ten opzichte van het idee de partner mee te nemen omdat die partner dan een beter begrip zou hebben van de vermoeidheid en de invloed ervan op het dagelijkse leven. Zoals Melsbroek is dat een probleem? Nee ik ben daar graag maar niet als er iemand bij is. Dan denkt ge van oei, nu denken die van die gaat ook zo zijn. Omdat ik wil dat mijn gezin daar meer in betrokken wordt want ja, ik kan hier nu wel veel vertellen maar dat is niet hetzelfde als een dokter of een verpleegkundige hun op de hoogte brengt van dingen die ik voel of De aangeleerde strategieën Het aanleren van strategieën rond een eigen gekozen activiteit Het werd positief bevonden dat de strategieën aangeleerd werden in functie van een eigen gekozen activiteit, in plaats van algemene principes. Het gaat opnieuw over een persoonlijk iets, een persoonlijke ervaring en ik denk dat dat zo individueel zit. Ik denk wel dat het beter is een eigen gekozen activiteit want iedereen heeft andere prioriteiten. Het gebruik van de strategieën Opvallend is dat veel deelnemers, voornamelijk degene die al langer MS hadden, aangaven dat ze eigenlijk niets nieuws geleerd hebben maar dat het programma vooral inzicht en structuur bood. Wat de strategieën betreft werd er bij deze deelnemers voornamelijk gekeken naar het stellen van prioriteiten, het beter spreiden van activiteiten en het veranderen van de uitvoering van activiteiten. Ongeveer de helft gaf aan nu meer activiteiten te doen die ze zelf belangrijk vinden dan voor het programma. Eén iemand vertelde dat de cursus haar motiveerde om activiteiten op te nemen waar ze normaal gezien nooit toe komt. De strategieën met ergonomische principes (zoals een correcte zithouding) kwamen volgens de deelnemers minder aan bod omdat de meesten van hen 25

28 bijna of geen fysieke beperkingen ervaren. Als de aangeleerde strategieën aansloten bij de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt en diens omgeving dan werden er geen onuitvoerbare strategieën aangeleerd. Alleen was het volgens de deelnemers niet altijd even eenvoudig ze uit te voeren. Ze zijn allemaal bruikbaar maar ze zijn niet allemaal eenvoudig. ( ). Dat vraagt ervaring, dat vraagt tijd, dat vraagt vallen en opstaan. Enkele personen gaven aan dat het moeilijk was om tussen activiteiten door rust in te plannen, behalve in uiterste noodzaak. Andere strategieën zoals het minder gaan werken, het delegeren van activiteiten aan de echtgenoot of huishoudhulp en het niet mee naar huis nemen van werk werden ook opgegeven als moeilijk uitvoerbaar omwille van de financiële situatie, tijdsgebrek of het niet extra willen belasten van de echtgenoot. Als de kinderen thuis komen van school, ja dan is dat een druk moment natuurlijk. ( ). Ze moeten gegeten hebben, ge moet ze gewassen hebben en ze moeten op tijd in bed liggen dan is dat niet realistisch van te zeggen, gaat nu efkes vijf minuten zitten. ( ). Mijn partner die werkt ook voltijds en die doet al veel mee in het huishouden en die heeft dan nog een bijberoep, wat ik ook stimuleer dus dan denk ik van ja, ik moet die niet nog meer gaan belasten. De meesten geven aan de strategieën nog steeds te gebruiken en iemand vertelde nog steeds zelf actief op zoek te zijn naar nieuwe strategieën, wat volgens haar gemakkelijker ging omwille van de creativiteit die ze overhield aan haar vroeger beroep als kleuterleidster. De persoon die het programma het langst geleden volgde (17 maanden) vertelde de strategieën niet meer te gebruiken omdat ze vervallen was in oude gewoonten maar zou na het interview wel opnieuw de brochure lezen. Deze persoon vond het ook handig moest er een herhalingssessie komen. De brochure De brochure, als ondersteuning voor het aanleren van de strategieën, kon de meerderheid van de deelnemers zich nog moeilijk herinneren. Opmerkingen hieromtrent waren dat het nog mocht worden aangevuld met nieuwe en recentere informatie en dat het in plaats van een bundel papieren beter in boekjesvorm kon worden meegegeven zodat het meer aanzet tot lezen. De meeste deelnemers vonden het wel goed dat er een brochure werd 26

29 meegegeven zodat ze de informatie uit de sessies thuis op hun eigen tempo konden verwerken. 5. Discussie 5.1. Vergelijking van resultaten met de literatuur Deze studie trachtte te identificeren welke aspecten van zowel de inhoud als vorm van het ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma gedragsverandering beïnvloeden om aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van het programma. Er werden zeven interviews gevoerd met personen die het ergotherapeutisch zelfmanagementprogramma hebben gevolgd. Uit analyse van de interviews zijn er vier thema s weerhouden die de gedragsverandering bij deze personen hebben beïnvloed: de therapeut, het in kaart brengen van het activiteitenpatroon en de vermoeidheid, de opzet van de cursus en de aangeleerde strategieën. De therapeut De therapeut is een belangrijk aspect in het programma. Uit de interviews is gebleken dat een therapeut die goed luistert naar het verhaal van de cliënt en die hier adequaat op inspeelt in het aanbieden van strategieën als een positief aspect wordt ervaren om het effect van het programma te vergroten. Om als therapeut goed te kunnen luisteren moet er ook een goed vertrouwen zijn in de therapeut om als cliënt uw verhaal te kunnen doen. Een goede therapeutische relatie is daarom belangrijk. Een sociale steun die openheid, zorg en vertrouwen biedt, bevordert volgens het transtheoretisch model (zie 1.3.4) de gedragsverandering (Prochaska & Velicer, 1997). Volgens Bandura (1997, in Mathiowetz et al., 2005) verbetert de zelfeffectiviteit van een persoon doordat die door anderen overtuigd wordt de mogelijkheden te hebben om een bepaalde taak uit te voeren en als hen wordt geleerd om te gaan met stress en angst. De therapeut, als rolmodel, moet volgens Finlayson et al. (2012) dezelfde eigenschappen hebben als de cliënt om meer beïnvloedingskracht te hebben. Dit kan een reden zijn waarom uit sommige interviews bleek dat de aangeleerde strategieën niet goed aansloten bij de leefwereld van de deelnemers. De therapeut was in dit geval wel van hetzelfde geslacht maar jonger dan de deelnemer. Anderzijds kan ook het tekort aan ervaring met energiemanagement hier een rol in hebben gespeeld. Volgens de Multiple Sclerosis 27

Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid

Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Resultaten van een systematisch review en een toepassing voor de praktijk Lyan Blikman, MSc. Bewegingswetenschapper PhD

Nadere informatie

VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling VERMOEIDHEID DEFINITIE VERMOEIDHEID

VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling VERMOEIDHEID DEFINITIE VERMOEIDHEID VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling Mw.dr. Jetty van Meeteren, Revalidatiearts, Rijndam, RVE Erasmus MC VERMOEIDHEID Komt bij 60 tot 80% van de patienten voor Het

Nadere informatie

Slaapproblemen en vermoeidheid bij een neurologische aandoening

Slaapproblemen en vermoeidheid bij een neurologische aandoening Slaapproblemen en vermoeidheid bij een neurologische aandoening Annelies Dalman, neuroloog Jaarvergadering CVA, MS en Parkinson 4 april 2016 Slaap en vermoeidheid Inleiding Slaap Vermoeidheid MS en slaap

Nadere informatie

MS en vermoeidheid; Energiemanagement als interventie

MS en vermoeidheid; Energiemanagement als interventie MS en vermoeidheid; Energiemanagement als interventie Gera Hakkesteegt Ergotherapeut Afdeling Revalidatie MS en vermoeidheid Ongeveer 80% van de mensen met MS ervaren vermoeidheid 2/3 ervaart het als grootste

Nadere informatie

Gevolgen van vermoeidheid. Ergotherapie

Gevolgen van vermoeidheid. Ergotherapie Een kijk op de theorie en de praktijk Brussel, 29 mei ` Ergotherapie en vermoeidheid ` Interventies ` Energiemanagement Wat passen ouderen nu al toe? Effect energiemanagement? ` Besluit Leen Bouckaert

Nadere informatie

MS: Revalidatie in de vroege fase. H.G.A. Hacking, revalidatiearts.

MS: Revalidatie in de vroege fase. H.G.A. Hacking, revalidatiearts. MS: Revalidatie in de vroege fase H.G.A. Hacking, revalidatiearts. Wat valt er te revalideren in de vroege fase? Aan bod komen: 1. Wat is revalidatie? 2. Hoe ga ik om met deze chronische aandoening (coping)?

Nadere informatie

Altijd moe... Jochem Verdonk

Altijd moe... Jochem Verdonk Altijd moe... Jochem Verdonk Onderwerpen Wat is ME/CVS? Soorten vermoeidheid Gevolgen vermoeidheid Omgaan met vermoeidheid Leven met vermoeidheid Tips Wat is ME/CVS? ME: Myalgische Encefalomyelitis myalgisch:

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Inhoud presentatie Aspecifieke KANS Project GRIP op KANS Ontwikkeling GRIP op KANS Inhoud programma Voorlopige resultaten A-specifieke KANS Aan werk of activiteiten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

VERMOEIDHEID na een CVA

VERMOEIDHEID na een CVA Vermoeidheidsrichtlijn in CVA-richtlijn 2 voorbeelden na een CVA De richtlijn Vermoeidheid in de praktijk Ernst Evenhuis & Isaline Eijssen Werk, p 100 Effectieve behandelmethoden voor het omgaan met de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie voor MSgerelateerde

Cognitieve gedragstherapie voor MSgerelateerde Cognitieve gedragstherapie voor MSgerelateerde vermoeidheid Marieke Houniet- de Gier, Gz-psycholoog/ cognitief gedragstherapeut/ promovenda Afdeling Medische Psychologie + afdeling Revalidatiegeneeskunde

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP WAAROM CALM? Ongeveer 25% van de oncologische patiënten in de palliatieve fase ontwikkelt een depressie of aanpassingsstoornis.

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Omgaan met chronische verm index:omgaan met chronische verm index :39 Pagina. Voorwoord 13

Omgaan met chronische verm index:omgaan met chronische verm index :39 Pagina. Voorwoord 13 Inhoud Voorwoord 13 1 Wat is er aan de hand? 17 Twee typerende voorbeelden 17 Vermoeidheid 19 Vermoeidheid als een nuttig signaal 19 Vermoeidheid en stress 20 Vermoeidheid bij een ziekte 20 Vermoeidheid

Nadere informatie

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting 119 Hoofdstuk 1 - Algemene inleiding Hoofdstuk 1 bevat algemene informatie over type 2 diabetes, waarin onderwerpen aan bod komen zoals: risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 diabetes, de gevolgen

Nadere informatie

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement 3 FASEN MODEL Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement INTRODUCTIE Het aanmoedigen van chronisch zieke patiënten door zorgverleners in het nemen van dagelijkse beslissingen,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20846 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20846 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20846 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Knittle, Keegan Title: Motivation, self-regulation and physical activity among

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Vermoeidheid bij multiple sclerose: meten en management

Samenvatting (Summary in Dutch) Vermoeidheid bij multiple sclerose: meten en management * Samenvatting (Summary in Dutch) Vermoeidheid bij multiple sclerose: meten en management 180 Multipele sclerose (MS) is een chronische inflammatoire aandoening van het centraal zenuwstelsel. MS kenmerkt

Nadere informatie

Even voorstellen. Anje Korsten Dorine van Nispen. Ergotherapeuten werkzaam in Rivierenland Ziekenhuis Tiel

Even voorstellen. Anje Korsten Dorine van Nispen. Ergotherapeuten werkzaam in Rivierenland Ziekenhuis Tiel Ergotherapie & Even voorstellen Anje Korsten Dorine van Nispen Ergotherapeuten werkzaam in Rivierenland Ziekenhuis Tiel Opbouw presentatie Vermoeidheid en ergotherapie, een intro Health Counseling Praktijk

Nadere informatie

Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie

Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie 00 Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie 1 Inleiding U heeft MS. Deze woorden veranderen in één keer je leven. Gevoelens van ongeloof, verdriet en angst. Maar misschien ook opluchting, omdat de vage klachten

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Cognitieve stoornissen na een beroerte

Cognitieve stoornissen na een beroerte NEUROLOGIE Cognitieve stoornissen na een beroerte ADVIES Cognitieve stoornissen na een beroerte Als aanvulling op de folders Verder na een beroerte en Na een beroerte, adviezen voor naasten krijgt u in

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

ONDERZOEK & WETENSCHAP

ONDERZOEK & WETENSCHAP ONDERZOEK & WETENSCHAP Het gebruik van richtlijnen door ergotherapeuten in Nederland Jaarcongres Ergotherapie 22 maart 2019 GEBRUIK VAN RICHTIJNEN DOOR ERGOTHERAPEUTEN IN NEDERLAND Dr Joan Verhoef, Hoofddocent

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM HET BELANG VAN ONZE HANDEN Het is wellicht iets waar niemand iedere dag bij stilstaat, maar onze handen zijn erg belangrijk. Zonder handen zouden we dagelijkse klusjes onmogelijk kunnen uitvoeren en zou

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Grip op je Depressie. Cursus voor mensen met depressieve klachten

Grip op je Depressie. Cursus voor mensen met depressieve klachten Grip op je Depressie Cursus voor mensen met depressieve klachten In deze folder vindt u informatie over de cursus Grip op je Depressie, die verzorgd wordt door de afdeling Medische Psychologie van het

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

GENERAL INTRODUCTION 185 SAMENVATTING SUMMARY IN DUTCH

GENERAL INTRODUCTION 185 SAMENVATTING SUMMARY IN DUTCH 184 CHAPTER 1 GENERAL INTRODUCTION 185 1 SAMENVATTING SUMMARY IN DUTCH 186 SAMENVATTING Het eerste hoofdstuk omvat de algemene introductie van dit proefschrift. In dit hoofdstuk wordt een beschrijving

Nadere informatie

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de MS-verpleegkundige in het MSbehandelcentrum. De ziekte MS is een chronische ziekte waarbij

Nadere informatie

Energieverdeling & coaching

Energieverdeling & coaching Energieverdeling & coaching Jantina Kroese, MSc/ Ergotherapeut Ruth Kuiper, maatschappelijk werk nov 2017 Indeling Verwachtingen Brainstorm Theorie Interventies maatschappelijk werk en ergotherapie Meetinstrumenten

Nadere informatie

Wat beweegt de patiënt met MS? Vincent de Groot, revalidatiearts. Inhoud

Wat beweegt de patiënt met MS? Vincent de Groot, revalidatiearts. Inhoud Wat beweegt de patiënt met MS? Vincent de Groot, revalidatiearts Inhoud Multipele sclerose Overzicht behandelmogelijkheden Multidisciplinair revalidatieplan Casus Conclusie 1 Wat is MS? Typen MS Relapsing-Remitting

Nadere informatie

Meer informatie MRS 0610-2

Meer informatie MRS 0610-2 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Gewoon moe of toch niet zo gewoon?

Gewoon moe of toch niet zo gewoon? LATER voor LATER Gewoon moe of toch niet zo gewoon? Jacqueline Loonen Guido Haex 31-10-2015 Gewoon moe? Wat is vermoeidheid? Vermoeidheid is een subjectief gevoel. Bij gezonde personen is vermoeidheid

Nadere informatie

Is het proces van verandering tijdens cognitieve gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom hetzelfde voor vermoeidheid en pijn?

Is het proces van verandering tijdens cognitieve gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom hetzelfde voor vermoeidheid en pijn? Is het proces van verandering tijdens cognitieve gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom hetzelfde voor vermoeidheid en pijn? Lotte Bloot, MSc Marianne Heins, Phd Rogier Donders, Phd Gijs

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK. Mathieu Verbrugghe Prof. dr.

BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK. Mathieu Verbrugghe Prof. dr. BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK Mathieu Verbrugghe Prof. dr. Ann Van Hecke INLEIDING THERAPIEONTROUW Een patiënt wordt therapieontrouw

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

Grip op je Depressie. Cursus voor mensen met depressieve klachten

Grip op je Depressie. Cursus voor mensen met depressieve klachten Grip op je Depressie Cursus voor mensen met depressieve klachten In deze folder vindt u informatie over de cursus Grip op je Depressie, die verzorgd wordt door de afdeling medische psychologie van het

Nadere informatie

Elke dag opnieuw een gevecht

Elke dag opnieuw een gevecht Ergotherapie bij personen met de Ziekte van Parkinson Studiedag 16 oktober 2014 Hilde Vandevyvere en Nadine Praet Elke dag opnieuw een gevecht https://www.youtube.com/watch?v=g8z04kqzmp4 Commercial Parkinson

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

ALS, PSMA en PLS Afdeling revalidatie.

ALS, PSMA en PLS Afdeling revalidatie. ALS, PSMA en PLS Afdeling revalidatie www.nwz.nl Inhoud Wat is ALS, PSMA en PLS? 3 Het ALS-behandelteam 4 Uw vragen 8 Notities 9 2 U bent voor behandeling van ALS, PSMA of PLS verwezen naar de afdeling

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid

Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid VeReFi Congres I Denken in mogelijkheden I 11 april 2017 Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid Marja van Vliet, PhD Instituut voor Positieve Gezondheid 1 1. De geheimen van de Blue

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Omgaan met kanker. Moeheid

Omgaan met kanker. Moeheid Omgaan met kanker Moeheid Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking van kanker of de behandeling ervan. Ruim 60% van alle mensen zegt last van vermoeidheid te hebben, zelfs dagelijks. De vermoeidheid

Nadere informatie

Multiple sclerose (MS)

Multiple sclerose (MS) Multiple sclerose (MS) T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Onderzoek naar de ergotherapeutische behandeling van patiënten met de Ziekte van Huntington

Onderzoek naar de ergotherapeutische behandeling van patiënten met de Ziekte van Huntington 1 Onderzoek naar de ergotherapeutische behandeling van patiënten met de Ziekte van Huntington De Ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening die geleidelijk de hersenen beschadigt en de zieke zowel

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg. Carin Schröder 30 september ALS congres

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg. Carin Schröder 30 september ALS congres Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg Carin Schröder 30 september ALS congres Wat doet u? Wie gebruikt er screening voor cognitief functioneren? Wie gebruikt

Nadere informatie

GEDRAGSVERANDERING. Wilma Otten, Hilde van Keulen, Pepijn van Empelen TNO. SHINE North Sea Region Program

GEDRAGSVERANDERING. Wilma Otten, Hilde van Keulen, Pepijn van Empelen TNO. SHINE North Sea Region Program GEDRAGSVERANDERING Wilma Otten, Hilde van Keulen, Pepijn van Empelen TNO SHINE North Sea Region Program 2014 2020 OM MEE TE NEMEN Systematische analyse: gedrag probleem Verandering gedrag: oud nieuw Blijvende

Nadere informatie

leven met vermoeidheid omgaan met de gevolgen van een beroerte

leven met vermoeidheid omgaan met de gevolgen van een beroerte leven met vermoeidheid omgaan met de gevolgen van een beroerte CVA Cerebro Vasculair Accident is de medische term voor een ongeluk in de vaten van de hersenen. In het dagelijks taalgebruik heet een CVA

Nadere informatie

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn

Nadere informatie

Vermoeidheid bij CNA. hoe gaan we ermee om?

Vermoeidheid bij CNA. hoe gaan we ermee om? Vermoeidheid bij CNA hoe gaan we ermee om? Inhoud Wat is vermoeidheid? Wat is géén vermoeidheid? Hoe ervaart de cliënt vermoeidheid? Behandeling lichamelijke vermoeidheid Behandeling chronische vermoeidheid

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

Wat werkt voor de oudere werknemers?

Wat werkt voor de oudere werknemers? Wat werkt voor de oudere werknemers? Hoe houdenwe mensenlangergezondaanhet werk Drs Wendy Koolhaas Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Disciplinegroep Gezondheidswetenschappen, Sociale Geneeskunde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek. Samenvatting 204 De ethische grondslag om patiënten te betrekken bij beslissingen over de medische behandelingen aan hun levenseinde wordt in Europa in toenemende mate erkend, net als de voordelen van

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010

Herstel en Balans. Kanker zet je leven op zijn kop. De rol van de psycholoog. Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010 Herstel en Balans De rol van de psycholoog Maria Poppe GZ-psycholoog De Vruchtenburg maart 2010 Kanker zet je leven op zijn kop 1 Kanker, gevolgen voor de patiënt Heftige emoties. Verlies van controle

Nadere informatie

Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten

Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten Verpleegkundige interventies bij suïcidale patiënten Tine Maes Hoofdverantwoordelijke De Fase 4 PZ Duffel Tine.Maes@emmaus.be Prof. Dr. B. Sabbe Prof. Dr. D. Schrijvers Prof. Dr. G. Vanaerschot Introductie

Nadere informatie

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders

Nadere informatie

Behandelprogramma chronische pijn. Almere

Behandelprogramma chronische pijn. Almere Behandelprogramma chronische pijn Almere Voor wie is het behandelprogramma zinvol? Als eerdere behandelingen zoals fysiotherapie of een operatie niet geholpen hebben komen mensen met chronische pijn vaak

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans

Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Onderzoeksgroep: Prof. Rob Smeets Prof. André Knottnerus Dr. Ivan Huijnen Drs. Nieke Rijnders Dr. Albère Köke

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12 Westerman_v3.indd Westerman an_v3.indd v3.indd 111 111 18-07-2007 8-07-2007 13:01 13:01:1 :12 2 112 In de klinische praktijk en met name in de palliatieve geneeskunde wordt kwaliteit van leven als een

Nadere informatie

-- DYSTONIE -- Patiëntendag bewegingsstoornissen 18 mei Wieke Eggink, neuroloog in opleiding Agnes Elema, revalidatiearts

-- DYSTONIE -- Patiëntendag bewegingsstoornissen 18 mei Wieke Eggink, neuroloog in opleiding Agnes Elema, revalidatiearts -- DYSTONIE -- Patiëntendag bewegingsstoornissen 18 mei 2019 Wieke Eggink, neuroloog in opleiding Agnes Elema, revalidatiearts Universitair Medisch Centrum Groningen OVERZICHT SESSIE 2 11:15 11:35uur Presentatie

Nadere informatie

Symposium E-coaching: Start van een nieuw tijdperk? Drs. Anne Ribbers. Onderzoeker

Symposium E-coaching: Start van een nieuw tijdperk? Drs. Anne Ribbers. Onderzoeker Symposium E-coaching: Start van een nieuw tijdperk? Drs. Anne Ribbers Onderzoeker Universiteit van Tilburg, Faculteit Sociale Wetenschappen Departement Personeelswetenschappen E-coaching belicht vanuit

Nadere informatie

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid Samenvatting Samenvatting Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid In de komende jaren zullen meer echtgenoten samen oud worden en zelfstandig

Nadere informatie

Behandeling bij psychose

Behandeling bij psychose Behandeling bij psychose Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 33 55 11 Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie