Een wetenschappelijke blik op literatuur op het terrein van de sturing en de organisatie van ICT voorzieningen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een wetenschappelijke blik op literatuur op het terrein van de sturing en de organisatie van ICT voorzieningen."

Transcriptie

1 Een wetenschappelijke blik op literatuur op het terrein van de sturing en de organisatie van ICT voorzieningen. Inhoudsopgave. 1. De opzet. 2. De theorie: wat houdt die invalshoek van de wetenschappelijk onderzoeker in? 2.1. De aandachtspunten bij een wetenschappelijk onderzoek Helder formuleren van het onderzoek(sdoel) Starten met een onderzoek van de literatuur Begrijpen van de achtergrond van de diverse methoden van onderzoek De strategie achter het onderzoek Toegang tot bronnen en de ethiek bij het doen van onderzoek Het doen van een steekproef uit een populatie Gebruik van secundaire bronnen Verzamelen van gegevens door observatie Verzamelen van gegevens door het doen van interviews Verzamelen van gegevens door het houden van enquêtes Analyseren van kwantitatieve gegevens Analyseren van kwalitatieve gegevens Schrijven en/of presenteren van het artikel of het rapport. 3. Toepassing van de theorie op een artikel uit de ICT management literatuur De vragen bij de toepassing Het artikel van Weil en Ross: A matrix approach to designing IT governance 3.3. De beantwoording van de vragen voor dit artikel. 4. Conclusies. Literatuur: Saunders, M. c.s.: Research methods for Business Students, Prentice Hall, New York, Thiadens, Th.J.G.: Sturing en organisatie van ICT voorzieningen, van Haren publishing, 2e druk, Zaltbommel, Weil, P. en Ross, J: A matrix approach to designing IT governance, MIT Sloan management, review winter

2 1. De opzet. In het volgende wordt een artikel uit de ICT management literatuur geanalyseerd. De analyse van het artikel is gebaseerd op de eisen, die de literatuur stelt aan het doen van wetenschappelijk onderzoek en de weergave van dit onderzoek en haar resultaten in een presentatie, een artikel of een rapport.. Om de vragen voor de analyse van een wetenschappelijk onderzoek scherp te krijgen is gebruik gemaakt van het boek van Saunders c.s. Research methods for business students. Dit heeft twee redenen. Enerzijds wordt het boek van Saunders c.s. gebruikt om studenten voor te bereiden op hun thesis voor de master studie bij vele universiteiten. Anderzijds is het boek een heldere inleiding op de eisen, die men bij wetenschappelijk onderzoek mag stellen. Als artikel dat wordt geanalyseerd is gekozen voor een artikel van Weil c.s.. Dit artikel gaat over de besluitvorming over ICT voorzieningen. Sturing en organisatie van ICT voorzieningen kent namelijk als kern twee onderwerpen. Dit zijn het sturen en het organiseren van ICT voorzieningen. Het artikel van Weil c.s. geeft de resultaten weer van een empirisch onderzoek naar de sturing van ICT en het boek, waaruit dit artikel is voortgekomen, staat centraal bij het onderdeel ICT governance in het bij de opleiding gebruikte boek. In het volgende wordt in hoofdstuk aangegeven, welke vragen men vanuit wetenschappelijk perspectief op de verschillende genoemde gebieden aan onderzoek en aan de presentatie van onderzoek kan stellen. Deze vragen zijn de basis voor de analyse van een wetenschappelijk artikel,. Deze analyse vindt plaats in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 volgt de conclusie van deze analyse. 2. De theorie: wat houdt die invalshoek van de wetenschappelijk onderzoeker in? 2.1. De aandachtspunten bij een wetenschappelijk onderzoek. In figuur 1 is systematisch aangegeven, hoe een onderzoek verloopt en welke onderwerpen bij een onderzoek aan de orde komen. Het resultaat ervan wordt vastgelegd in een boek of een artikel. De in figuur 1. aangegeven onderwerpen worden in de daarop volgende paragrafen van dit hoofdstuk behandeld. Bij het doen van onderzoek kan er sprake zijn van het doen van een fundamenteel onderzoek en het doen van een meer toegepast onderzoek. Bij een fundamenteel onderzoek is het doel de kennis van een bepaald onderwerp te verbreden. De resultaten ervan worden in algemene termen geformuleerd, zodat de bijdrage van het onderzoek van belang is voor de maatschappij in het algemeen. Dergelijk onderzoek vindt vooral plaats bij universiteiten. Het kent een nogal flexibel tijdspad. De keuze van het onderwerp van onderzoek en het doel van het onderzoek staat de onderzoeker vaak vrij. Bij meer toegepast onderzoek ligt dit anders. Nu zoekt men vaak naar een oplossing voor een bepaald probleem en is de kennis, die wordt vergaard, vaak beperkt tot de oplossing voor het probleem. Dergelijk type onderzoek treft men zowel aan in profit, als non profit organisaties. Bij dit type onderzoek heeft een beperkte tijd om tot een oplossing voor het probleem te komen. De doelen van het onderzoek worden bepaald door de opdrachtgever van het onderzoek. Dit leidt tot de volgende vragen voor de analyse in hoofdstuk 3.: a. ziet men de structuur van het onderzoek terug in het artikel? b. wat voor type onderzoek beschrijft het artikel? 2

3 Figuur 1.: Structuur van een onderzoek 2.2. Helder formuleren van het onderzoeks(doel). De eerste taak, die een onderzoeker moet verrichten, is het helder en scherp formuleren van de probleemstelling van het onderzoek, het daaruit afleiden van de onderzoeksvragen en het vervolgens maken van het ontwerp van het onderzoek. Dit wordt vastgelegd in een plan van aanpak. Het doel van het plan van aanpak is drieledig. In de eerste plaats zet een dergelijk plan de ideeën over het onderzoek op een rij. In de tweede plaats moet het plan de opdrachtgever de overtuiging geven, dat het geplande onderzoek mogelijk is binnen de gegeven tijd en de middelen. En tenslotte dient het plan om de goedkeuring van de opdrachtgever voor het onderzoek te krijgen. Het plan bestaat uit een titel, een indicatie van het belang om aan dit onderwerp te werken, een probleemstelling en onderzoeksvragen, de aanpak van het onderzoek, de te gebruiken middelen, de tijdsplanning, de risico s bij het doen van het onderzoek op deze voorgestelde wijze, de namen van de betrokkenen bij het onderzoek en een eerste opgave van de te gebruiken literatuur. Onderzoeksplannen worden geëvalueerd op hun samenhang, het kunnen uitvoeren van het onderzoek met de aangegeven middelen in de aangegeven tijd en het afwezig zijn van vooropgezette doelen. Dit leidt tot volgende vragen voor de analyse in hoofdstuk 3.: - is de probleemstelling van het onderzoek,welke in het artikel is vermeld, helder geformuleerd en vloeien de onderzoeksvragen hier logisch uit voort? 2.3. Starten met een onderzoek van de literatuur. Literatuur onderzoek ligt aan de basis van het onderzoek. Het doel hiervan hangt af van de manier, waarop men de literatuur wil gebruiken. De literatuur kan de basis geven voor een model, dat in het onderzoek vervolgens wordt getoetst. Dit is een deductieve aanpak. Het kan ook zo zijn dat op basis van de empirie theorieën worden geformuleerd. Deze theorieën worden vervolgens in verband gebracht met de huidige literatuur. Dit is een meer inductieve aanpak van het onderzoek. 3

4 Figuur 2.: Bronnen bij het literatuuronderzoek. Kritisch gebruiken van de literatuur houdt in: - het zoeken van literatuur, welke een relatie heeft met de probleemstelling; - het ervoor zorgen, dat men op de hoogte is van de meest relevante modellen en theorieën: - het werken met up to date bronnen; - het duidelijk refereren aan de bestaande literatuur. In figuur 2 zijn de bronnen van literatuur aangegeven. Dit leidt tot de volgende vragen voor de analyse in hoofdstuk 3.: - is er sprake van een inductieve of een deductieve aanpak bij de inzet van bronnen bij het onderzoek? - welk type bronnen gebruikt men in het onderzoek? 2.4. Begrijpen van de achtergrond van de diverse methoden van onderzoek. Methoden van onderzoek gaan uit van een bepaalde filosofie. De filosofie bij een onderzoek kan komen van: - de epistemologie. De epistemologie houdt zich bezig met de vraag, wat aanvaardbaar is als kennis in het vakgebied; - de beginselen van het positivisme. In dit geval werkt men met de zichtbare werkelijkheid; - de beginselen van het realisme In dit geval gaat men uit van de werkelijkheid; - het interpretisme. Hierbij houdt men er rekening mee, dat mensen verschillen als actoren in de maatschappij; - de ontologie. Nu gaat men in op de aard van de werkelijkheid: welke veronderstellingen en uitgangspunten zijn gehanteerd bij het onderzoek. etc. Deze filosofieën kunnen worden gehanteerd in een deductieve en een inductieve wijze van onderzoek. Bij de deductieve wijze gaat men uit van wetenschappelijke wetten; gaat men vanuit de theorie naar de empirie; moet men causale verbanden verklaren; werkt men met kwantitatieve gegevens; bouwt men controles in; werkt men zeer gestructureerd; staat de onderzoeker buiten het onderzochte en moet men voldoende empirie hebben om generaliseerbare conclusies te kunnen trekken. Bij de inductieve wijze van onderzoek krijgen men begrip door te luisteren naar de meningen van mensen; moet men de context van het onderzoek bepalen; werkt men met kwalitatieve data; is het onderzoek flexibel van opzet en wil men minder komen tot generalisatie. 4

5 Vragen voor de analyse in hoofdstuk 3.: - welke van bovenstaande filosofieën gelden voor het artikel van Weil c.s.? 2.5. De strategie achter het onderzoek. Bij het doen van research kan men gebruik maken van een aantal strategieën. We noemen hier de volgende: a. het doen van proeven: bij onderzoek op basis van proeven wordt een hypothese geformuleerd. Vervolgens worden steekproeven genomen uit een bekende populatie. Deze steekproeven hebben een random verdeling. Hierna wordt een interventie toegepast. Daarna wordt gemeten wat het effect is ten opzichte van de delen van de populatie, waarop geen interventie is toegepast. b. het inventariseren van de situatie: enquêtes zijn populair als men wil weten wat, waarom, hoeveel en hoe vaak iets voorkomt. Men stuurt enquêtes naar instanties. Deze vullen hem in. De binnengekomen resultaten worden geanalyseerd. c. het onderzoeken van een case: gebruik van cases wordt vaak gedaan, als het een empirisch onderzoek naar een bijzonder fenomeen betreft. Hierbij wordt vanuit diverse invalshoeken naar dat fenomeen gekeken. Yin (2003) geeft aan hoe men met case kan omgaan. d. het doen van action research: bij action research is research in actie in plaats van research over actie het onderwerp. Praktijkmensen worden betrokken worden in het onderzoek,waardoor er een samenwerking gaat ontstaan tussen deze praktijk mensen en de onderzoekers. Doen van action research heeft iets iteratiefs in zich. Er is een spiraal van diagnose, plannen, actie nemen en evalueren. Tenslotte hoopt men dat het onderzoek gevolgen heeft ook in andere constellaties.. e. het werken op basis van grounded theory: werken op basis van grounded theorie is inductief onderzoek doen. Eigenlijk bouwt men theorie door een combinatie van eerst inductief en dan deductief redeneren en zo doorgaand. f. het doen van een ethografisch onderzoek: doel is nu specifieke gevallen in de maatschappij te beschrijven. e. het onderzoeken op basis van archiefmateriaal: nu worden archieven gebruikt als primaire bron van gegevens. Vaak zal men bij een onderzoek gebruik maken van meerdere methoden van onderzoek. Soms kan men dit onderzoek dan over een langere termijn spreiden. Hierdoor kan men een ontwikkeling signaleren. Dit wordt longitudinaal onderzoek genoemd. Uitdagingen bij het ontwerpen van onderzoek zijn de zorg voor betrouwbaarheid van de gegevens; de zorg voor de validiteit van de gegevens en het kunnen generaliseren van de conclusies. Dit leidt tot de volgende vragen bij de analyse in hoofdstuk 3.: - welk onderzoeksontwerp is gekozen bij het onderzoek voor dit artikel? - met welke uitdagingen wordt men geconfronteerd wat betreft de betrouwbaarheid, de validiteit en de generaliseerbaarheid van de gegevens van het onderzoek? 2.6. Toegang tot bronnen en ethiek bij het doen van onderzoek. 5

6 Bij het doen van onderzoek moet men toegang hebben tot bronnen. Dit kan eenvoudig zijn. Toegang krijgen tot de juiste bronnen kan ook problemen met zich meebrengen. Vaak helpt het als: - men voldoende tijd neemt om de bronnen te vinden en te benaderen; - men gebruik maakt van bestaande contacten en tegelijk nieuwe contacten ontwikkelt; - men duidelijk maakt wat het doel is van het gebruik van de bron en welk gebruik men ervan wil maken; - men in staat is de bezwaren van organisaties, die als bron functioneren, te ontmantelen en tegelijk het voordeel kan aangeven voor de organisatie om deel te nemen aan het onderzoek; - men gebruik maakt van de juiste taal en men het deelnemen aan het onderzoek gemakkelijk maakt; - en men stap voor stap meer gebruik maakt van de bron en men ervoor zorgt daarbij het vertrouwen te winnen. Bij het doen van onderzoek en het gebruik van bronnen moet men rekening houden met: - Mogelijke inbreuken op de privacy van deelnemers; - Het vrijwillig karakter van deelname aan het onderzoek en de mogelijkheid zich deels of volledig uit het onderzoek terug te trekken; - De nodige toestemming van de deelnemers en de mogelijke teleurstelling van de deelnemers over de resultaten; - Het zorgen voor confidentialiteit van de data en het onmogelijk maken van herleiden van gegevens tot specifieke bronnen; - De reactie van participanten op de resultaten van het onderzoek en - Het gedrag en de objectiviteit van de onderzoeker. Dit leidt tot de volgende vragen voor de analyse in hoofdstuk 3. - hoe heeft men toegang gekregen tot de bronnen en wat betekent dit? - hoe houdt men bij het presenteren rekening maken met de rechten van de bronnen? Figuur 3.: Kiezen van een steekproef uit een populatie Het doen van een steekproef uit een populatie. Bij een onderzoek wordt vaak een deel van een populatie onderzocht. Dat deel moet representatief genoeg zijn om uitspraken te doen over de populatie als geheel. Waarom doen we dit? Twee redenen zijn hiervoor. De eerste is dat het onderzoeken van de hele populatie te veel werk is en te duur zou zijn. De tweede is dat dit ook te lang zou duren. Bij het onderzoek moet men dus genoegen nemen met 6

7 het onderzoek van een deel van de populatie, maar hoe kiezen we dit deel? Hiervoor zijn grofweg twee methoden. Deze zijn weergegeven in figuur 3. Deze methoden zijn het nemen van een populatie, waarover met een zekere mate van statistische betrouwbaarheid een uitspraak kan worden gedaan. Of het kiezen van een bepaalde populatie. Nu is het niet mogelijk met een zekere statistische betrouwbaarheid uitspraken te doen. Wanneer men met een zekere mate van statistische betrouwbaarheid uitspraken wil doen, dan moet men beslissingen nemen over de steekproef, de techniek om met de steekproefgegevens te werken en de omvang van de steekproef. Hierbij moet men rekening houden met de eisen aan de representativiteit van de steekproef. Bij de keuze van de steekproef heeft men een aantal opties. Men kan een random selectie maken uit een populatie, een systematische, een random steekproef uit diverse delen van de populatie, enz. Steeds moet men nagaan, in hoeverre de genomen steekproef representatief is. Wanneer men uitspraken doet op basis van een steekproef, waarmee men zonder een zekere mate van statistische betrouwbaarheid uitspraken kan doen, dan kan men gebruik maken van quota sampling, purpose sampling, sneeuwbal sampling enz. Bij quota sampling neemt men een bepaald aantal deelnemers per deel van de populatie. Bij purpose sampling kiest men bewust bepaalde gevallen. Bij snowball sampling start men met bepaalde gevallen en vraagt die naar andere enz. Dit leidt tot de vragen voor de analyse in hoofdtsuk 3.: - wat voor soort steekproef heeft men uit de populatie genomen? - en wat kan men zeggen over haar representativiteit? 2.8. Gebruik van secundaire bronnen. Bij het onderzoek kan gebruik maken van al geanalyseerd materiaal. In figuur 4 is een overzicht van mogelijke soorten van dit materiaal weergegeven. Om er achter te komen of dit soort materiaal beschikbaar is, kan men bijvoorbeeld gebruik maken van indexen en on line catalogi. Figuur 4. : Soorten secundaire bronnen. 7

8 Het voordeel van het gebruik van secundair materiaal is, dat men minder middelen nodig heeft om het onderzoek te doen; dat men soms over betere gegevens kan beschikken, dan in het geval dat men deze gegevens zelf zou moeten verzamelen; dat men gegevens over een langere periode ter beschikking heeft en zo longitudinaal onderzoek kan doen; dat men gegevens kan vergelijken enz. Nadelen bij het gebruik van dit materaal zijn, dat deze gegevens net niet precies de gegevens zijn, die men eigenlijk nodig heeft; dat toegang moeilijk is of kostbaar; dat hun aggregatie door de definitie van de basisgegevens voor het eigen onderzoek net niet de goed is en dat men geen sturing heeft over de kwaliteit van de gegevens. Dit leidt tot de volgende vragen voor de analyse in hoofdstuk 3.: - wordt bij het onderzoek van Weil c.s van secundaire bronnen gebruik gemaakt? En wat zijn hier de na- en voordelen van? 2.9. Verzamelen van gegevens door observatie. Observatie is het systematisch kijken naar, vastleggen van, beschrijven, analyseren en interpreteren van gedrag van mensen. Er zijn twee soorten observatie. De ene soort is participeren als deelnemer. De onderzoeker probeert dan zo goed als mogelijk deel te nemen in het leven en de activiteiten van de onderzochte personen en wordt deel van hun organisatie of van hun gemeenschap. Deze vorm van participatie is kwalitatief. De andere soort observatie is de gestructureerde participatie. Deze is kwantitatief. De onderzoeker legt hierbij vast, hoe vaak bepaalde handelingen worden gedaan. Bij observatie door participatie heeft de onderzoeker vier mogelijkheden. Enerzijds kunnen de onderzochte persoon of personen weten, dat men onderzoeker is, anderzijds kunnen deze niet weten dat de onderzoeker als onderzoeker participeert. Daarnaast kan men kiezen om volledig deel te nemen aan de organisatie of de gemeenschap; of om zich meer als onderzoeker op te stellen. Factoren die de keuze over de wijze van participatie beïnvloeden zijn het doel van het onderzoek; de tijd die ervoor beschikbaar is; de mate waarin men in staat is de rol van deelnemer te spelen; de toegang tot de organisatie of gemeenschap en ethische afwegingen. Gestructureerde participatie maakt bijvoorbeeld gebruik van tijdstudies in organisaties. Bij dit type participatie kan men te maken krijgen met een verkeerde keuze van de deelnemers aan het onderzoek; het kiezen van de verkeerde tijd voor het onderzoek en de bias vanuit de onderzoeker zelf. Dit leidt tot de volgende vragen voor de analyse in hoofdstuk 3.: - welk soort observatie onderzoek is gedaan? - welke problemen kunnen hierbij optreden en treden zij op? Verzamelen van gegevens door het doen van interviews. Een interview is een gerichte discussie tussen twee of meer mensen. In figuur 5. is aangegeven, welke soorten interviews men kan onderscheiden. Uit de figuur komt naar voren, dat men in het algemeen een onderscheid kan maken tussen gestandaardiseerde interviews en niet gestandaardiseerde interviews. Niet gestandaardiseerde interviews zijn bijvoorbeeld diepte interviews. Deze wordt veel toegepast in verkennende studies. In meer beschrijvende studies zal de nadruk verschuiven naar het gebruik van meer gestructureerde interviews. Het gebruik van meer ongestructureerde methoden van het houden van diepte interviews heeft als voordelen, dat men meer contact kan maken met de persoon, dat men gemakkelijker dieper op een vraag kan ingaan en dat men een beter beeld van de persoon of personen krijgt. Bij gebruik van 8

9 Figuur 5.: Soorten interviews. interviews moet men immer zich verantwoorden over de betrouwbaarheid van de gegevens, de vooringenomenheid bij het interviewen en het gebruik van de data bij het generaliseren van de conclusies van het onderzoek. Vragen naar aanleiding van dit hoofdstuk zijn voor de analyse in hoofdstuk 3.:: - zijn er bij het onderzoek interviews afgenomen? Welke problemen kunnen dan optreden? Zijn ze opgetreden? En hoe werden deze problemen dan opgelost? Verzamelen van gegevens door het houden van enquêtes. Het begrip enquêtes houden staat voor alle technieken voor het verzamelen van gegevens, waarin iemand wordt gevraagd om te antwoorden op een vooraf samengestelde verzameling vragen. Hierbij kan gebruik maken van zowel gestructureerde interviews, telefonische als internet enquêtes. In figuur 6 zijn de diverse vormen van enquêtes weergegeven. Werken met enquêtes wordt over het algemeen gedaan bij beschrijvend en verkennend onderzoek. Vragen welke hier uit volgen voor de analyse in hoofdstuk 3. zijn: -is er bij het onderzoek de methode van enquête gebruikt? -welke? En was dit een juiste keuze? Waarom? Figuur 6.: Vormen van enquêtes Analyseren van kwantitatieve gegevens. De conclusies, die men kan trekken uit kwantitatieve gegevens, eist in het algemeen bewerking van de ruwe gegevens. Het verdient daarom aanbeveling tevoren helder te hebben op welke wijze men de gegevens gaat bewerken en op welke wijze men de resultaten van het kwantitatieve onderzoek wil presenteren. 9

10 Bij kwantitatief onderzoek is het in het algemeen handig om per onderzocht geval een identificatie mee te geven. De verzamelde gegevens zouden bij voorkeur in getallen de antwoorden moeten aangeven. Hierbij moet men voor zover mogelijk gebruik maken van bestaande wijzen van coderen. In de bestaande wijze van coderen is vaak rekening gehouden met het geval, dat een gegeven ontbreekt. Bij het bewerken van de gegevens kan men gebruik maken van tabellen en grafieken. De keuze hieruit wordt beïnvloed door het doel van het onderzoek en de onderzoeksvragen. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat: - tabellen ons in staat stellen om waarde weer te geven; - bar charts en histogrammen ons in staat stellen om laagste en hoogste waarde te presenteren; - lijn diagrammen het mogelijk maken trends weer te geven; - pies en bar charts in percentages het mogelijk maken om te duiden, welk deel het van een populatie betreft; - plots het mogelijk maken om de verdeling van de gegevens te zien en dat - scatter diagrammen mogelijke relaties weergeven tussen variabelen. Analyse vervolgens van deze gegevens kan ertoe leiden dat statistisch betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. Statistische bewerking van gegevens kan betreffen: - het via gemiddelden en de mediaan beschrijven van de tendens; - het via het berekenen van de spreiding aangeven van de distributie van gegevens; - het via bijvoorbeeld chi-kwadraat bekijken of gegevens onderling gerelateerd zijn; - het via een Kolmogorov Smirnov test bepalen of gegevens significant afwijken van de rest van de gegevens in een populatie; - het via t-tests nagaan of groepen van gegevens significant afwijken; - het doen van regressie en correlatie analyses om de sterkte van de relatie tussen gegevens te bepalen; - en het doen van regressie analyse om waarden van gegevens te bepalen. Bij het doen van analyse van gegevens bij longitudinale onderzoeken kan men voorts gebruik maken van statistische technieken als de inzet van indexgetallen om een trend vast te stellen of om trends te vergelijken tussen twee of meer gegevens, welke zijn gemeten in verschillende eenheden. Ook kan men nu de bewegende gemiddeldes analyseren om de trend te bepalen en eventueel voorspellingen te doen. De vragen voor hoofdstuk 3., die de theorie over de analyse van kwantitatieve gegevens oplevert, zijn: - op welke wijze worden de gegevens van het onderzoek in het boek of het artikel gepresenteerd? - hoe wordt hierbij gebruik gemaakt van statistische technieken? En zoniet, waarom niet en wat zou gebruik van statistische technieken hebben kunnen opleveren? - is de analyse van de kwantitatieve gegevens juist, of zou deze beter kunnen? En hoe zou men deze verbetering dan kunnen vormgeven? Analyseren van kwalitatieve gegevens. Kwalitatieve gegevens betreffen alle niet numerieke gegevens van een onderzoek en alle gegevens van ons onderzoek, die niet zijn gekwantificeerd. Kwalitatieve gegevens kunnen bij elk type onderzoek voorkomen. Zij geven vaak meningen weer; zij geven vaak reacties weer bij het invullen van kwantitatieve gegevens. De analyse van kwalitatieve gegevens leidt vaak tot het formuleren van conceptuele hypotheses of conclusies. 10

11 Er bestaat geen standaard benadering voor het analyseren van kwalitatieve gegevens. Vaak maakt men bij de analyse van deze gegevens gebruik van: - het indelen van gegevens in categorieën; - het geven van een relevante markering aan de gegevens zodat we ze kunnen indelen; - de herkenning van relaties en het ontwikkelen van groepen welke zich hierdoor kenmerken; - het ontwikkelen en testen van hypotheses om tot conclusies te komen. Het proces om om te gaan met kwalitatieve gegevens is een proces van trial en error. Hierbij kan men gebruik maken van de mogelijkheid partijen nader te interviewen; (extra) observaties te doen; tussenconclusies op te stellen enz. Kwantificering van sommige groepen van gegevens kan hierbij helpen. Sorteren van kwalitatieve gegevens hoeft men niet meer met manuaal te doen. Men kan hierbij gebruik maken van computer assisted qualitative data analysis (caqdas) gereedschappen. Deze helpen bij het project management van het onderzoek; zij slaan de gegevens op; zij zijn in staat gegevens nader te coderen; erop te zoeken en te helpen bij het testen van hypothesen, De vragen, die de theorie over de analyse van kwalitatieve gegevens oplevert voor de analyse in hoofdstuk 3., zijn: - hoe wordt er in het onderzoek omgegaan met kwalitatieve gegevens? - hoe vindt de verwerking hiervan plaats? Schrijven en/of presenteren van het artikel of het rapport. Weergeven van de resultaten van het onderzoek in een rapport of een artikel eist, dat er structuur in het artikel of het rapport zit. Het artikel of het rapport moet een duidelijke lijn hebben. De lezer moet eenvoudig de informatie, die hij nodig heeft, kunnen vinden. Dat betekent dat vaak het eerste concept van het artikel of het rapport gewoon herschreven wordt. Het resultaat moet namelijk zijn een helder en gemakkelijk leesbaar artikel, dat men met plezier leest. Het weergeven van gegevens in grafische vorm kan de leesbaarheid van een artikel of rapport vergroten. Elk rapport moet voorts beschikken over een samenvatting van het rapport, over conclusies en over een reflectie over de loop van het onderzoek en de bij het onderzoek bereikte resultaten. Voorts zullen de uitgangspunten van het onderzoek evenals haar beperkingen en de keuzen die bij het doen van het onderzoek zijn gemaakt, duidelijk moeten zijn. Het voorgaande leidt de volgende vragen bij de analyse in hoofdstuk 3.: - is dit artikel of dit rapport helder leesbaar? Waarom wel? Waarom niet? - wordt in dit artikel of dit rapport op de juiste wijze van grafieken en tabellen gebruik gemaakt? - is het duidelijk wat de uitgangspunten en beperkingen van het onderzoek waren? - worden de conclusies van het onderzoek weergegeven? - is er nader gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek, haar beperkingen en de gemaakte keuzen bij het onderzoek? 3. Toepassing van de theorie op een artikel uit de ICT management literatuur De vragen bij de toepassing.. Uit de theorie komt naar voren, dat men bij het lezen van een wetenschappelijk artikel als dat van Weil c.s. zich de volgende vragen zou moeten stellen: 11

12 a. ten aanzien van de structuur van het onderzoek en het type onderzoek: - zien we de structuur van het onderzoek terug in het artikel? - wat voor type onderzoek beschrijft het artikel b. ten aanzien van de probleemstelling en de onderzoeksvragen: - is de probleemstelling van het onderzoek,welke in het artikel is vermeld, helder geformuleerd en vloeien de onderzoeksvragen hier logisch uit voort? c. ten aanzien van het onderzoek van de literatuur: - is er sprake van een inductieve of een deductieve aanpak bij de inzet van bronnen bij het onderzoek? - welk type bronnen gebruikt men t.a.v. de literatuur? d. ten aanzien van de filosofie achter het onderzoek: - welke van filosofieën van onderzoek gelden voor het artikel van Weil c.s.? e. ten aanzien van de strategie bij het ontwerp van het onderzoek: - welk onderzoeksontwerp is gekozen bij het onderzoek voor dit artikel? - welke uitdagingen brengt dit met zich mee wat betreft de betrouwbaarheid, de validiteit en de generaliseerbaarheid van de data? f. ten aanzien van de toegang tot de bronnen van gegevens en de ethiek bij het gebruik van de gegevens: - hoe heeft men toegang gekregen tot de bronnen en wat betekent dit? - hoe houdt men bij het presenteren rekening met de rechten van de bronnen? g. ten aanzien van een mogelijke steekproef uit de populatie: - wat voor soort steekproef heeft men uit de populatie genomen? - en wat kan men zeggen over haar representativiteit? h. ten aanzien van het gebruik van secundaire bronen: - wordt bij het onderzoek van Weil c.s van secundaire bronnen gebruik gemaakt? En wat zijn van dit gebruik de na- en voordelen van? i. bij het gebruik van observaties bij het onderzoek: - is er gebruik gemaakt van observaties bij het onderzoek? - welk soort observatie onderzoek is gedaan? - welke problemen kunnen hierbij optreden en treden zij op? j. bij het gebruik van interviews bij het onderzoek: - zijn er bij het onderzoek interviews afgenomen? - En wat kunnen daarbij de problemen zijn? - Hoe worden deze problemen opgelost? i. ten aanzien van het hanteren van de methode van enquêtes: -is er bij het onderzoek de methode van enquête gebruikt? - welke? En was dit een juiste keuze? Waarom? k. ten aanzien van de analyse van kwantitatieve gegevens: - op welke wijze worden de gegevens van het onderzoek in het boek of het artikel gepresenteerd? - hoe wordt hierbij gebruik gemaakt van statistische technieken? En zoniet, waarom niet en wat zou gebruik van statistische technieken hebben kunnen opleveren? - is de analyse van de kwantitatieve gegevens juist, of zou deze beter kunnen? En hoe zou men deze verbetering dan kunnen vormgeven? 12

13 l. ten aanzien van het omgaan met kwalitatieve gegevens: - hoe wordt er in het onderzoek omgegaan met kwalitatieve gegevens? - hoe vindt de verwerking hiervan plaats? m. ten aanzien van de wijze van rapporteren van het onderzoek: - is dit artikel of dit rapport helder leesbaar? Waarom wel? Waarom niet? - wordt in dit artikel of dit rapport op de juiste wijze van grafieken en tabellen gebruik gemaakt? - is het duidelijk wat de uitgangspunten en beperkingen van het onderzoek waren? - worden de conclusies van het onderzoek weergegeven? - is er nader gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek, haar beperkingen en de gemaakte keuzen bij het onderzoek? Deze vragen zullen in het volgende voor het artikel van Weil c.s. worden beantwoord Het artikel van Weil en Ross: A matrix approach to designing IT governance In het artikel geven Weil c.s. de resultaten van een onderzoek naar de sturing of governance van de ICT. Bij het onderzoek werden enquetes en interviews gebruikt met CIO s in 23 landen. Weil c.s. gingen na, wie beslist over ICT; waarover deze dan beslist en met welke mechanismen dit plaatsvindt. Op het terrein van de besluitvorming en toewijzing van verantwoordelijkheden maakt het onderzoek van Weil c.s. duidelijk, dat men zes situaties wat betreft de besluitvorming over ICT kan onderscheiden. Deze zes situaties zijn: a. de organisatie kent een monarchie. Dit betekent dat bij het algemeen management de verantwoordelijkheid ligt voor en de besluitvorming over ICT; b. er is sprake van ICT monarchie. Nu ligt bij de ICT organisatie de verantwoordelijkheid en de besluitvorming over ICT; c. er is sprake van een federale organisatievorm. In deze organisatievorm beslissen algemeen, gebruikersmanagement en ICT management, ieder naar de hun toegewezen verantwoordelijkheid, over de inzet van ICT; d. er is sprake van een duopolie. Nu beslissen gebruikersmanagement en ICT in onderling overleg over de inzet van ICT; e. er is sprake van een feudaal systeem. Nu nemen de diverse managers van de directies in de gebruikersorganisatie hun eigen beslissingen over ICT. f. er is volledige anarchie. Algemeen, gebruikers en ICT management hebben elk hun eigen agenda, wat ICT betreft. Steeds betreft het beslissen over ICT het beslissen over een aantal onderwerpen. Deze onderwerpen zijn: 1. De beginselen bij de inzet van ICT. Hierbij komen onderwerpen aan de orde zoals marktconformiteit, het werken onder architectuur, de flexibiliteit van deze architectuur, het snel ontwikkelen van nieuwe producten en diensten, het werken met business cases en de evaluatie daarvan, en de omgang met externe en interne dienstverlening. 2. De informatievoorzieningsarchitectuur en de ICT architectuur. Op dit terrein besluit men over de logische organisatie van de informatievoor-ziening, haar ICT infrastructuur en de nodige applicaties. Men stelt de relaties tussen de applicaties vast en neemt beslissingen over de techniek, zodat de gewenste integratie van gegevens en de gewenste standaardisatie van de techniek wordt bereikt 3. Het beleid ten aan van de ICT infrastructuur. De besluitvorming gaat hier over het leveren van centraal afgestemde van producten en diensten. Deze zouden de basis moeten vormen van de ICT 13

14 van de organisatie. Dit kan zijn het gebruik van opslag-, verwerkings-, transport- en invoer/uitvoervoorzie-ningen. Het kan gaan om het gebruik van ontwikkel- en beheergereedschappen. Het kan gaan om de organisatie van ontwikkel-, beheer en exploitatievoorzieningen etc. 4. De applicatiebehoeften. Dit is de specificatie van de behoeften van de organisatie om toepassingen te ontwikkelen en te beheren of/en ze aan te kopen. 5. De prioriteiten ten aanzien van de inzet van ICT. Het onderwerp is hier de grootte waarin, en de plaats, waar in ICT wordt geïnvesteerd. Hierbij is inbegrepen de goedkeuring van projecten en justificatiemethoden. Bij volwassen organisaties zal dit op basis van portfolio s gaan. Als men weet, wie beslist over de ICT en waarover deze beslist, kan men de mechanismen, waarmee deze besluitvorming plaatsvindt eens op een rij zetten. Weil c.s. maken een onderscheid tussen: 1. De structuren van de besluitvorming. Hieronder worden ondermeer gerangschikt stuurgroepen, die over de inzet van ICT adviseren; accountmanagers, die zorgen dat de relatie tussen de organisatie en ICT optimaal verloopt; het gebruik van architecturen; het werken met portfolio s en de wijze van goedkeuring van projecten uit deze portfolio s. 2. De afstemmingsprocessen. Hieronder wordt ondermeer verstaan het bijhouden van ICT projecten qua planning en gebruik van middelen; het werken met service overeenkomsten, business cases en de evaluatie van business cases en het doorbelasten van de kosten voor ICT. 3. Communicatie over besluiten en ontwikkelingen op het terrein van ICT. Hieronder vallen acties ten aanzien van leidinggevenden, die de afgesproken regels op het terrein van ICT inzet niet volgen. Ook vallen er onder de aankondigingen van senior management over voornemens op het terrein van ICT. Verder gaat het over het hebben van een organisatie eenheid met als leidinggevende de CIO of het hebben van een secretariaat van de stuur-groep ICT. Tenslotte betreft het de wijze van communicatie, zoals gebruik van webportals en intranetten. Het onderzoek van Weil c.s. vindt plaats op het niveau van een organisatie als geheel. Het onderzoek geeft in de eerste plaats aan, wie beslist over welk onderwerp in een organisatie. Dit leidt tot diagrammen als die van figuur 7. Daarnaast hebben Weil c.s. nader onderzocht, wat de impact hiervan is op de mate van resultaat, die organisaties boeken.in figuur 7. kan zo tevens worden aangegeven, hoe de besluitvorming ten aanzien van ICT bij de drie beste organisaties van het onderzoek is geregeld. Figuur 7.: Wijze van beslissen over de belangrijkste ICT onderwerpen. Uit figuur 7. kan worden geconcludeerd, dat de ICT architectuur en het ICT infrastructuurbeleid bij de succesvolle organisaties een zaak is van ofwel algemeen management ofwel ICT management. Op het terrein van het aangeven van de applicatiebehoeften ligt de besluitvorming bij het gebruikersmanagement van de organisatie. Weil c,s, laten voorts zien dat voor een optimale sturing van ICT de strategie op het terrein van ICT moet aansluiten bij de strategie van een organisatie. Deze aansluiting werkt door in de wijze waarop 14

15 men zijn ICT organiseert en de wijze waarop men meet,wat de waarde van de inzet van ICT is. De governance van ICT is voorts in harmonie met de governance van de organisatie op andere gebieden zoals die op het terrein van financiën, van personeel, van intellectuele eigendom, van faciliteiten en van relaties met derden. Uit de resultaten van een onderzoek van Weil c.s op het terrein van ICT governance wordt duidelijk, dat door een betere sturing van haar ICT de organisatie betere resultaten krijgt. Weil c.s. doen een aantal aanbevelingen om tot een goede governance te komen. Tot zover een korte samenvatting van de inhoud van het artikel De beantwoording van de vragen. Eerst wordt de vraag herhaald. Vervolgens wordt het antwoord geformuleerd. De vragen en antwoorden zijn: a. ten aanzien van de structuur van het onderzoek en het type onderzoek: - zien we de structuur van het onderzoek terug in het artikel? - wat voor type onderzoek beschrijft het artikel Weil analyseert de governance structuren in profit en non profit organisaties. Vanuit de empirische resultaten van het onderzoek formuleert hij hoe in de praktijk door organisaties met IT governance wordt omgegaan. Hij onderkent soorten besluitvormers, de onderwerpen waarover zij besluiten en de mechanismen waarlangs. In zijn soort is het fundamenteel onderzoek. Als men kijkt, in hoeverre het artikel ingaat op de structuur van het onderzoek,waarop het is gebaseerd, lijkt het dat aan de fasen literatuuronderzoek en methoden van onderzoek beperkt aandacht is besteed. De probleemstelling is geformuleerd en een aanpak is gekozen, die intuïtief de juiste leek. b. ten aanzien van de probleemstelling en de onderzoeksvragen: - is de probleemstelling van het onderzoek,welke in het artikel is vermeld, helder geformuleerd en vloeien de onderzoeksvragen hier logisch uit voort? De titel en de eerste zin van het artikel geven de probleemstelling aan: het ontwerpen van IT governance. Vervolgens komen de vragen van het onderzoek naar voren, maar dan in een stellende vorm: - hoe is IT governance gedefineerd? - weet men in een organisatie, wat IT governance is? - wat draagt een goede IT governance bij? - wat moet men doen om te zorgen voor IT governance? En in het artikel worden deze vragen beantwoord. Men begint met de onderwerpen bij IT governance, dan met de besluitvormingswijzen en tenslotte met de mechanismen. Vervolgens geeft men voorbeelden van IT governance in diverse soorten organisaties. Men eindigt met het geven van aanbevelingen om een effectieve IT governance te ontwerpen. Eigenlijk zijn de probleemstellingen en de onderzoeksvragen in het kader van dit artikel meer als stellingen opgenomen. Logisch volgt uit deze stellingen in het begin de behandeling van de diverse onderwerpen van onderzoek. c. ten aanzien van het onderzoek van de literatuur: - is er sprake van een inductieve of een deductieve aanpak bij de inzet van bronnen bij het onderzoek? - welk type bronnen gebruikt men t.a.v. de literatuur? 15

16 In het artikel wordt vanuit de praktijk gewerkt. Inductief komt men tot generaliseerbare resultaten. Weil c.s. gebruiken enquêtes bij 256 organisaties en diepte interviews bij veertig organisaties om de gegevens verzamelen. Ook wordt gebruik gemaakt van materiaal uit diepte interviews van Gartner. De resultaten worden gebaseerd uit een studie van het materiaal. Er staan in het artikel geen literatuurverwijzingen. Wel is achter het artikel een verwijzing naar literatuur opgenomen. Waar dit in het artikel wordt gebruikt is niet na te gaan. Bij het onderzoek zijn primaire bronnen gebruikt. Deze zijn enquêtes en interviews. Daarnaast is gebruik gemaakt van bestaand materiaal, namelijk de interviews van Gartner. Zo kwamen ook deze secundaire bronnen van pas. d. ten aanzien van de filosofie achter het onderzoek: - welke van filosofieën van onderzoek gelden voor het artikel van Weil c.s.? Er is sprake van een onderzoek van de werkelijkheid zoals deze zich voordoet. Het onderzoek houdt zich niet bezig met de vraag, wat aanvaardbaar is als kennis in het vakgebied. Noch worden in het artikel helder de veronderstellingen en uitgangspunten bij het onderzoek aangegeven, evenmin vindt enige reflectie op de resultaten plaats. Men werkt met de zichtbare werkelijkheid en interpreteert de resultaten bij het analyseren van de enquêtes en de interviews. Zo kijkend heeft het onderzoek enige beginselen van het realisme, van het positivisme en van het interpretisme Men bouwt begrip voor IT governance op tijdens het onderzoek door te luisteren naar de meningen van mensen; door te werken binnen een zekere context van het onderzoek, nl. de IT governance binnen organisaties en niet die binnen ketens van organisaties of binnen communities; men werkt met zowel kwantitatieve als kwalitatieve data; het onderzoek lijkt flexibel van opzet maar men wil wel komen tot generalisatie van de vindingen. e. ten aanzien van de strategie bij het ontwerp van het onderzoek: - welke onderzoekstrategie is gekozen bij het onderzoek voor dit artikel? - welke uitdagingen brengt dit met zich mee wat betreft de betrouwbaarheid, de validiteit en de generaliseerbaarheid van de data? Als onderzoeksstrategie is gekozen voor gekozen voor het schriftelijk en het via internet enquêteren van organisaties en het doen van diepte interviews. Hierbij heeft men gewerkt met grounded theory. Bij het onderzoek zijn dus diverse strategieën gebruikt. De populatie voor de enquête en de interviews komen uit de EXP groep van Gartner, dat de klanten weergeeft die de congressen van Gartner bezoeken, en de deelnemers aan de top management programma s van het centrum voor Information systemen research van het MIT, waaraan de onderzoekers verbonden zijn. van. Het betrof organisaties in Amerika, Europa en de Azië/Pacific regio. De gegevens zijn zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd. Er is door het grote aantal gegevens een zeker mate van kans, dat men voor de onderzochte groep tot betrouwbare uitspraken kan komen voor organisaties werkend in die regio. Dus niet voor bijvoorbeeld Rusland en China. Wat betreft de validiteit van de gegevens kan men stellen dat de 40 diepte interviews lacunes in de schriftelijke enquêtering kunnen opvangen. f. ten aanzien van de toegang tot de bronnen van gegevens en de ethiek bij het gebruik van de gegevens: - hoe heeft men toegang gekregen tot de bronnen en wat betekent dit? - hoe houdt men bij het presenteren rekening met de rechten van de bronnen? Men heeft de gegevensbestanden van congressen gebruikt om toegang te krijgen tot de bronnen. Voorts heeft men interviews van zichzelf en van anderen als bron genomen. Dat betekent dat: 16

17 - conclusies worden getrokken gebaseerd op gegevens, die komen van organisaties, die of CISR of Gartner congressen bezoeken. Dat zijn vaak de rijkere organisaties. - men te maken kan hebben bij de interviews met een bias van de interviewers; - de secundaire bronnen van een andere kwaliteit kunnen zijn dan de primaire. In het artikel wordt niet aangegeven, hoe men is omgegaan met de rechten van de bronnen en of men hen voor toestemming van het gebruik van hun naam (bv. ING direct) in de publicatie heeft gevraagd. g. ten aanzien van een mogelijke steekproef uit de populatie: - wat voor soort steekproef heeft men uit de populatie genomen? - en wat kan men zeggen over haar representativiteit? Het artikel geeft niet aan, hoe men uit de populatie van de congressen tot de keuze van de onderzochte organisaties is gekozen. Bij het CISR zijn enquêtes en interviews in heel 2002 gedaan. Het lijkt erop dat sommige organisaties zijn gevraagd, die de CISR congressen volgden. Voorts is een steekproef getrokken uit de Gartner EXP database. Hier lijkt het erop, dat men alleen organisaties meeneemt, die antwoorden op de enquête. De representativiteit gaat niet verder dan de representativiteit van een onderzoek van organisaties, die Gartner en CISR congressen volgen. Dat zijn de grotere organisaties. Zij hebben vaak meer dan 500 medewerkers. h. ten aanzien van het gebruik van secundaire bronen: - wordt bij het onderzoek van Weil c.s van secundaire bronnen gebruik gemaakt? En wat zijn van dit gebruik de na- en voordelen van? Het artikel stelt dat gebruik is gemaakt van interviews van Gartner. Het is niet duidelijk of deze interviews schriftelijk zijn vastgelegd, op video staan of alleen op een casette. Uit het artikel wordt niet duidelijk of en hoe de gegevens van Gartner passen bij de interview gegevens, die CISR zelf verzamelde. Noch wordt duidelijk in hoeverre de door CISR gehanteerde definitie van IT governance aansluit bij de definitie van de onderzoekers van het CISR. Voordeel van het gebruik van de interviews van Gartner is dat zij de kennis van het CISR aan kunnen vullen bij het onderzoek. Men kan bijvoorbeeld interviews hebben van organisaties, die door het CISR met een enquête zijn ondervraagd. Een interview geeft dan rijkere informatie en meer achtergrond. Niet duidelijk is hoe het secundaire materiaal is ingezet. i. bij het gebruik van observaties bij het onderzoek: - is er gebruik gemaakt van observaties bij het onderzoek? - welk soort observatie onderzoek is gedaan? - welke problemen kunnen hierbij optreden en treden zij op? Er is geen gebruik gemaakt van observaties bij het onderzoek. j. bij het gebruik van interviews bij het onderzoek: - zijn er bij het onderzoek interviews afgenomen? - En wat kunnen daarbij de problemen zijn? - Hoe worden deze problemen opgelost? Er zijn bij het onderzoek zijn interviews afgenomen. Deze interviews richten zich op grote organisaties en bestudeerden IT governance in de context van verandering in de organisatie mede door de inzet van ICT. Deze interviews zijn de basis voor door CISR ontwikkelde case studies. De interviews dienden in de eerste plaats voor het krijgen van cases over ERP implementaties, e- business projecten, ontwikkeling van ICT architecturen etc. In de tweede plaats konden zij 17

18 gebruikt worden voor het onderzoek naar IT governance. Voorts wordt uit het artikel niet duidelijk, in hoeverre deze interviews gestructureerd waren en gestructureerd verliepen. De problemen, die kunnen optreden, zijn dat de interviews niet exact over IT governance gaan en dus ook niet exact de situatie op het terrein van IT governance aangeven. Men kan deze er mogelijk uit afleiden. i. ten aanzien van het hanteren van de methode van enquêtes: -is er bij het onderzoek de methode van enquête gebruikt? - welke? En was dit een juiste keuze? Waarom? Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van enquêtes onder 300 grotere organisaties. Hierbij hebben de geïnterviewden zelf de enquêtes ingevuld. Dit kan een juiste keuze zijn bij de organisaties, die deelnamen aan de CISR congressen. Daar leert men op een bepaalde wijze naar IT governance te kijken. Mogelijk is dit begrip vanwat het onderzoek begrijpt onder IT governance, bij de organisaties, die vanuit de Gartner EXP database komen, minder. Door de grote aantallen en de nadere interpretatie mogelijk gemaakt door het afnemen van interviews, kunnen verschillen wegvallen. De keuze lijkt dus niet onredelijk. k. ten aanzien van de analyse van kwantitatieve gegevens: - op welke wijze worden de gegevens van het onderzoek in het boek of het artikel gepresenteerd? - hoe wordt hierbij gebruik gemaakt van statistische technieken? En zoniet, waarom niet en wat zou gebruik van statistische technieken hebben kunnen opleveren? - is de analyse van de kwantitatieve gegevens juist, of zou deze beter kunnen? En hoe zou men deze verbetering dan kunnen vormgeven? In het artikel wordt niet ingegaan op de wijze van analyse van de kwantitatieve gegevens, noch worden de resultaten van het onderzoek in kwantitatieve zin gepresenteerd. Het onderzoek doet een inventarisatie, maakt door inductie conclusies en presenteert deze. Statistische technieken zouden ertoe kunnen leiden, dat men kan zeggen dat van de organisaties met bepaalde kenmerken met x% van betrouwbaarheid gezegd kan worden, dat de besluitvorming over ICT op een bepaalde wijze is gestructureerd en dat men de volgende mechanismen hiervoor heeft ingericht. Dit was niet het doel van het onderzoek. Over de juistheid en de mogelijke verbetering van het hanteren van de analyse van gegevens is niets te zeggen doordat daarvoor geen gegevens beschikbaar zijn. l. ten aanzien van het omgaan met kwalitatieve gegevens: - hoe wordt er in het onderzoek omgegaan met kwalitatieve gegevens? - hoe vindt de verwerking hiervan plaats? In het artikel wordt niet ingegaan op de wijze van analyse van de kwalitatieve gegeven. De resultaten van het onderzoek worden wel in kwantitatieve zin gepresenteerd. Dat gebeurt over het geheel, dat gebeurt door het noemen van situaties op het terrein van IT governance bij bepaalde organisaties. m. ten aanzien van de wijze van rapporteren van het onderzoek: - is dit artikel of dit rapport helder leesbaar? Waarom wel? Waarom niet? - wordt in dit artikel of dit rapport op de juiste wijze van grafieken en tabellen gebruik gemaakt? - is het duidelijk wat de uitgangspunten en beperkingen van het onderzoek waren? - worden de conclusies van het onderzoek weergegeven? 18

19 - is er nader gereflecteerd op de resultaten van het onderzoek, haar beperkingen en de gemaakte keuzen bij het onderzoek? Leesbaarheid van een artikel is vaak geen objectief gegeven. Persoonlijk vind ik dat het artikel qua leesbaarheid te verbeteren valt. Dit kan door het IT governance model in een kubus als die in onderstaande figuur (figuur 8.) weer te geven. Dit kan door het vertellen over cases meer te systematiseren etc. Figuur 8.: Model van Weil c.s. over IT governance. Er worden in het artikel tabellen gebruikt om kwantitatieve gegevens weer te geven. Er worden in het artikel geen grafieken gebruikt. Het materiaal in de tabellen komt van de cases, die in het artikel zijn opgenomen. Zij geven de geschreven informatie op een andere wijze weer. Met de conclusies van het onderzoek begint het artikel. Er wordt niet gereflecteerd over de wijze van onderzoek, noch over haar resultaten. De uitgangspunten zijn kennelijk gegeven door het bestuderen van IT governance bij grote organisaties. In de visie van Weil c.s. zijn dat organisaties, die de CISR congressen en seminars en de Gartner congressen bezoeken. 4. Conclusies. Bij analyse van een artikel op grond van een model uit de literatuur blijken voor een artikel, dat is gepubliceerd na een blinde reviews door diverse leden van de wetenschappelijke wereld, dat men op een aantal punten opmerkingen kan maken over de opzet, de wijze van onderzoek, de inbedding van de resultaten in de literatuur en de presentatie van de resultaten. Bij het artikel van Weil c.s. kunnen er opmerkingen gemaakt worden over onder andere: - de uitgangspunten van, de onderzoeksvragen bij en de reflectie over het onderzoek; - de gebruikte gegevens en hun herkomst; - de wijze van analyse van de gegevens; - de presentatie van de resultaten. 19

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23 5 INHOUDS- OPGAVE Voorwoord 19 Voorwoord bij de nieuwe druk 20 Inleiding 23 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 23 Praktijkgericht Onderzoek 25 De focus van ons boek 27 De structuur van dit boek

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Overzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19

Overzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19 Inhoudsopgave Overzicht van tabellen 13 Overzicht van figuren 15 Voorwoord 17 Inleiding 19 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 19 Praktijkgericht Onderzoek 21 De focus van dit boek 23 De structuur

Nadere informatie

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Methodologie. NWO promotiebeurs leraren. dr Frits van Engeldorp Gastelaars docent Hora est! Promoveren kun je leren (Erasmus Academie)

Methodologie. NWO promotiebeurs leraren. dr Frits van Engeldorp Gastelaars docent Hora est! Promoveren kun je leren (Erasmus Academie) Methodologie NWO promotiebeurs leraren dr Frits van Engeldorp Gastelaars docent Hora est! Promoveren kun je leren (Erasmus Academie) Introductie Wetenschap: Een systematisch geheel van kennis verworven

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Marktonderzoek

Hoofdstuk 7 Marktonderzoek Hoofdstuk 7 Marktonderzoek Leerdoelen Uitleggen hoe belangrijk informatie is voor het bedrijf, om inzicht te krijgen in de markt. Het marketinginformatiesysteem definiëren en de onderdelen daarvan bespreken.

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden

Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden Tineke Cappellen 17 november 2006 Onderzoeksproces Probleemstelling Onderzoeksvra(a)g(en) Onderzoeksmethode Bepaling van de steekproef Uitvoering van het onderzoek

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Domein A: Vaardigheden

Domein A: Vaardigheden Examenprogramma Wiskunde A havo Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Algebra en tellen

Nadere informatie

Generaliseerbaarheid van kwalitatieve onderzoeksresultaten (korte versie)

Generaliseerbaarheid van kwalitatieve onderzoeksresultaten (korte versie) Generaliseerbaarheid van kwalitatieve onderzoeksresultaten (korte versie) Adri Smaling Emeritus hoogleraar Methodologie Universiteit voor Humanistiek Utrecht Indeling naar logica of redeneerwijze Inductie

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - 2014-2015 Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen

Nadere informatie

Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren

Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren Management, finance en recht Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren KWALON Conferentie Kwalitatief onderzoek in het hoger onderwijs: lessen leren van elkaar 13 december 2012

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven

Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven Hoofdstuk 7: Selectie van steekproeven Inhoudsopgave 7.1. Inleiding... 2 7.1.1. Onderzoekseenheden, populatie en steekproef... 2 Onderzoekseenheden op verschillende niveaus... 2 7.1.2. Steekproeven: twee

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 5

Uitwerkingen hoofdstuk 5 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter

Nadere informatie

Algemene gegevens. Mijn naam Adres, Postcode Woonplaats Studentnummer E-mailadres

Algemene gegevens. Mijn naam Adres, Postcode Woonplaats Studentnummer E-mailadres Algemene gegevens Mijn naam Adres, Postcode Woonplaats Studentnummer E-mailadres Organisatie waarin ik werkzaam ben Mijn positie binnen deze organisatie Het volgende invullen wanneer u werkzaam bent in

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

ICT alignment en ICT governance: theorie en praktijk

ICT alignment en ICT governance: theorie en praktijk ICT alignment en ICT governance: theorie en praktijk lezing voor de MBO raad, dd. 21/1/2010. Dr.mr.ir. Th.J.G Thiadens, Lector ICT governance Fontys Hogeschool, Docent aan de UvA, Erasmus, UvT, RuG, OU

Nadere informatie

Stap 1: Bepalen van het doel

Stap 1: Bepalen van het doel Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014

Nadere informatie

ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN

ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN Quick and dirty Waar ben je naar op zoek? Iets over data Kwantitatief Databanken die toelaten regionaal te zoeken Kwalitatief Zelf verzamelen? Toekomst 3 Wat

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief 20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief Wat is exact het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek in termen van onderzoek (wat doe je) in termen van resultaat (wat kan je er mee) in

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Inleiding tot het wetenschappelijk werk

Inleiding tot het wetenschappelijk werk 3de bach FBE Inleiding tot het wetenschappelijk werk WEW / notities Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 178 3,20 1 2 Samenvatting Wetenschappelijk economisch werk (WEW) Research

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Architecture Governance

Architecture Governance Architecture Governance Plan van aanpak Auteur: Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 14 november 2003 Versie: 1.0 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. PROBLEEMSTELLING EN DOELSTELLING...

Nadere informatie

Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten

Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten Geraldine Clarebout 09-09-2010 Contact: geraldine.clarebout@kuleuven-kortrijk.be Inhoud Kiezen van methoden: verschillende types Steekproeftrekking

Nadere informatie

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je

Nadere informatie

1 Sociaalwetenschappelijk onderzoek

1 Sociaalwetenschappelijk onderzoek Noordhoff Uitgevers bv 3 Sociaalwetenschappelijk onderzoek. Causale conclusie en generalisatie.2 Interne validiteit.3 Externe validiteit Samenvatting Opgaven Het doel van veel onderzoek is om op basis

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Belevingsonderzoek hoorcollege. BOZ HOND Week 1.1

Belevingsonderzoek hoorcollege. BOZ HOND Week 1.1 Belevingsonderzoek hoorcollege BOZ HOND Week 1.1 Programma Praktische informatie Toelichting modules BOZ PRO en BOZ OND Briefing en debriefing Praktische informatie Docent: Renée van Os Bereikbaar: Renee.vanOs@han.nl

Nadere informatie

Advies. Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie

Advies. Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie DIENST Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie Advies over en ondersteuning bij het initieel inrichten/optimaliseren

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32003 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yuanyuan Zhao Title: Modelling the dynamics of the innovation process : a data-driven

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

EVALUATIE PLAN. {Voeg naam GB programma in} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum}

EVALUATIE PLAN. {Voeg naam GB programma in} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum} EVALUATIE PLAN {Voeg naam GB programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum} 1 Introductie Introduceer hier de onderdelen

Nadere informatie

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))

Nadere informatie

Kwaliteit van praktijkgericht onderzoek; de spanning tussen praktische relevantie en methodische grondigheid

Kwaliteit van praktijkgericht onderzoek; de spanning tussen praktische relevantie en methodische grondigheid Kwaliteit van praktijkgericht onderzoek; de spanning tussen praktische relevantie en methodische grondigheid Pre-conferentie HRM lectorencongres 2016 Zwolle 17 november 2016 Dr. Daan Andriessen Lector

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek Een Artikel Schrijven Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek Met dank aan 1. Writing Scientific Manuscripts (Journal of Young Investigators) 2. S. Downes: How to publish a scientific paper 3.

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Tevredenheid en productiviteit op de radiologie afdeling

Tevredenheid en productiviteit op de radiologie afdeling Tevredenheid en productiviteit op de radiologie afdeling De invloed van fysieke omgevingsfactoren Adding value by Corporate Real Estate Anne-Marie Lommerse Technische Universiteit Januari 2015 Technische

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

(Hoe) kan onze communicatie beter?

(Hoe) kan onze communicatie beter? Deel 3 Onderzoek (Hoe) kan onze communicatie beter? Marijke Manshanden* Uw organisatie heeft een communicatieprobleem. U wilt dit probleem oplossen, maar mist de informatie om tot een goede oplossing te

Nadere informatie

Methodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?

Methodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek? Methodologie voor de sociale wetenschappen Voorwoord XI Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1 H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek? 3 1.1. Inleiding 4 1.2. Enkele voorbeelden 6 1.2.1. De opwarming van

Nadere informatie

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 29 januari 2014

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 29 januari 2014 Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek Jac Christis, 29 januari 2014 Onderzoeksopzet 1. Formuleer je onderzoeksvraag 2. Bepaal welke gegevens je nodig hebt 3. Bepaal hoe je die

Nadere informatie

Kwaliteitskosten onderzoek. Aanpak. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Kwaliteitskosten onderzoek. Aanpak. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Kwaliteitskosten onderzoek Aanpak Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 8 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 KWALITEITSKOSTEN...

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7228 14 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 februari 2014, nr. VO/599178,

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent Bachelor Opleiding Sociale Geografie & Planologie Beoordelingsprotocollen Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren, Groepsonderzoekproject & Bachelorproject De Beoordelingsprotocollen van Wetenschappelijk

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? In periode 2 heb je een onderzoeksplan geschreven voor een praktijkonderzoek tijdens je stage. Je hebt inmiddels

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017 Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2) versie januari 2017 Voorwaarden voor het nakijken van het projectplan: De omvang van het plan is maximaal 4000 woorden. (excl. tabellen, figuren, bijlagen, literatuurlijst).

Nadere informatie

Didactiek van Informatieverwerking en Statistiek voor leerlingen van 12-16?

Didactiek van Informatieverwerking en Statistiek voor leerlingen van 12-16? Didactiek van Informatieverwerking en Statistiek voor leerlingen van 12-16? Ontwikkeling van een module en boek voor de 2 e graads lerarenopleiding wiskunde. Informatieverwerking en Statistiek Gerard van

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

EVALUATIE PLAN. {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie}

EVALUATIE PLAN. {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} Bijlage 3 89 EVALUATIE PLAN {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum} 90 Introductie Introduceer hier

Nadere informatie

1 Voor de medewerker is duidelijk waarom het voor de organisatie belangrijk is om de motieven voor vertrek te horen

1 Voor de medewerker is duidelijk waarom het voor de organisatie belangrijk is om de motieven voor vertrek te horen EXITINTERVIEW drs. D. Dresens 1 SITUATIE Het exitinterview is een gesprek dat uw organisatie met een vertrekkende medewerker kan voeren. Het doel van dit gesprek is duidelijk te krijgen wat de reden van

Nadere informatie

Onderzoeksontwerp. (wo 16 sept 2015) Jac Christis

Onderzoeksontwerp. (wo 16 sept 2015) Jac Christis Onderzoeksontwerp (wo 16 sept 2015) Jac Christis Interventie projecten Praktijkstroom: interventies bij bedrijven 1 2 3 4 E D V O Standaard werkwijze Empirisch onderzoek Kwantitatief Kwalitatief (Survey)

Nadere informatie

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep H&S Adviesgroep kan u ondersteunen bij het uitvoeren van een Medewerkeronderzoek. Organisaties zetten deze onderzoeken in om bijvoorbeeld de werkbeleving,

Nadere informatie