MODULO CONTROL M220-M270 HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
|
|
- Gustaaf Geerts
- 2 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 MODULO CONTROL M220-M270 HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD VOOR MODULERENDE VERWARMINGSKETELS MET GASBRANDER VOOR AARDGAS Type: B23 Land BE CH ES FR GB IE IT LU NL PT Categorie I2E(R) I2H I2H I2Esi I2H I2H I2H I2E (G20) I2L I2H Toestel conform de richtlijnen van de Europese Gemeenschap: - Laagspanning (2006/95/CEE) - Elektromagnetische compatibiliteit ( 2004/108/CEE) - Productie (92/42/CEE) - Toestel werkend met gas (2009/142/CE) De klantenservice van uw verwarmingsketel wordt verzorgd door: FABRIKANT Avenue Château Jaco Waterloo tél : fax : , Route de Fleurville BP PONT DE VAUX 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 1/53
2 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 2/53
3 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 3 1. Ametingen Technische specificaties 6 3. Installatie Wettelijke installatievoorwaarden in België Toegankelijkheid Elektromagnetische compatibiliteit Elektrische aansluiting Voeding gas Hydraulisch circuit De rookgasafvoer Ventilatie De condenswaterafvoer Bedienen en uitlezen van de ketel met het toetsenbord en display Presentatie van het toetsenbord en display LCD display Bedrijfstatussen Instellen van de wenstemperaturen Informatie over de status van de verwarmingsketel Parameterinstelling Werking van de branderautomaat Inbedrijfstelling Uit te voeren controles vóór het starten van de verwarmingsketel Starten Controles uit te voeren na de startprocedure Afvoer van het condens Voeding gas Jaarlijkse onderhoud Demontage van de bovenste deksel Reinigen van de brander Controle van de ontstekingselektrode Onderhoud van de ventilator Reinigen van de wisselaar Het aftappen van de ketel Montage van de drukoverbrenging van de gasklep Veranderen van het type gas Werkwijze voor het veranderen van het type gas Werkwijze voor het vervangen van het gasventiel Lijst van de reserveonderdelen. 38 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 3/53
4 1. Ametingen. Bovenaanzicht 1 Gasaansluiting 7 Aanvoer 8 Retour 9 Mof overdrukklep 3 Condensafvoer 4 Ketel/install. aftappunt 3 Achteraanzicht 4 Handelsbenaming M220 M270 Diameter verwarmingsketel A Tussenas aftakkingen B Hoogte aftappunt C Hoogte sifon (condens) D Hoogte rookgasafvoer E Hoogte ketelretour F Hoogte ketelaanvoer H Gasaansluiting Q condensafvoer R Gasaansluiting S Gasaansluiting U MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 4/53
5 voeten van 38 tot mm 50 Vooraanzicht Zijaanzicht Omschrijving M220 M270 Positie rookgasafvoer I Positie condensafvoer J Positie aftappunt K Totale hoogte N Positie aanvoer / retour P Positie voorkant T verwarmingsketel Gasaansluiting 1 1/4 1 1/4 Intern rookgasafvoer Condensafvoer PVC 32 PVC 32 Aftappunt 1 1 Aftakking aanvoer DN65 DN65 Aftakking retour DN65 DN65 Mof averdrukklep 1 1 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 5/53
6 2. Technische specificaties Deze verwarmingsketel Modulo Control werd in de fabriek afgesteld voor aardgas van de groep H (type G20), voedingsdruk 20 mbar. Voor het wijzigen van het type gas, raadpleeg hoofdstuk 9, «veranderen van het type gas» en laat dit uitvoeren door een deskundig en bevoegd persoon. Controleer de aanwezigheid van een regulateur en een gasfilter stroomopwaarts als het gebruikt gasnetwerk ingesteld is op 100 mbar. Elke aanpassing op een verzegeld onderdeel maakt de garantie ongedaan Nominale, minimale en maximale voedingsdruk gas. Gas H van Lacq (G20) Gas L uit Groningen (G25) Nominale druk (mbar) Minimale druk (mbar) Maximale druk (mbar) Specificaties van verbranding aan 15 C en 1013 mbar. Omschrijving M220 M270 Nominaal vermogen P (kw) Maximale Warmtedebiet Q (kw) Minimale Warmtedebiet Q (kw) Gasdebiet: G20 (m 3 /h) G25 (m 3 /h) Rookdebiet (g/s) Rookgastemperatuur ( C) Debiet nieuwe lucht (m 3 /h) Verlies hydraulische last (mbar) 97 bij 9.5 m 3 /h 140 bij 11.6 m 3 /h 100 dapa = mce Specificaties voor de elektrische aansluiting. Omschrijving M220 M270 Elektrisch opgenomen vermogen (ketel zonder accessoires) (W) Elektrische stroomverbruik in de standby-modus (W) 8 Elektrische voeding (V) 230V AC +10% -15% Maximale intensiteit (A) Sensor tapwater Maximale lengte van de sensorkabels 10 m Kamerthermostaat 40 m Externe sensor 40 m Kamersensor 50 m Uitgangen klem vermogen (V) 230V AC +10% -15% 5 ma tot 2A Overige specificaties. Maximale bedrijfsdruk:... PMS = 6 bar ( zie kenplaat). Maximale werk temperatuur: C, (afstelling fabriek 80 C). 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 6/53
7 3. Installatie Wettelijke installatievoorwaarden in België. De installatie en het onderhoud van de ketel dienen door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd, conform de voorschriften en de van kracht zijnde regelgeving Toegankelijkheid. Er moet voldoende ruimte worden voorzien om onderhoud aan de ketel mogelijk te maken. Lateraal dient een minimale ruimte van 460 mm, vrij van elk obstakel (scheidingswanden, buizenstelsels, andere ketels,...), te worden gerespecteerd om de rechter en linker opening van de deuren van de wisselaar te garanderen. De hoogte onder het plafond bedraagt N+633mm (zie blz. 6), deze zone moet vrij van elk obstakel zijn voor controles en reiniging van de brander (zie hoofdstuk 8.2). De Modulo Control verwarmingsketels mogen niet op een ontvlambaar oppervlak worden geïnstalleerd (houten vloer, plastic vloerbedekking, enz...). Een controlemeetlat voor de hoogte onder het plafond wordt meegeleverd met de ketel. Aanbrengen controlemeetlat op de flens van de uitgaande leidingen: 3.3. Elektromagnetische compatibiliteit. De Modulo Control verwarmingsketels zijn conform de Europese Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit in bewoonbare, handels-, en lichte industrieomgeving. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 7/53
8 3.4. Elektrische aansluiting. Ontgrendel de voorste band (merkteken ), door de schroef in het midden met minimum 2 toeren te draaien. Open de voorste band. Toegang tot het bedieningspaneel door opening of verwijdering van de linkerdeur (één enkel hengsel op het achterste gedeelte) (linkerdeur niet voorgesteld). Draai de schroeven los (merkteken ), en verwijder het deksel (merkteken ) van het bedieningspaneel. OPGELET: de ruimte boven de ketel moet vrij zijn van elk obstakel om de brander te controleren (zie hoofdstuk 8.2 Reinigen van de brander) Kabeldoorgang laagspanning Kabeldoorgang netspanning Gebruik de pakkingbussen (merkteken ) links van het bedieningspaneel, voor het plaatsen van de voedingskabels, alarmoverdracht of de bediening van de circulatiepomp. (Netspanning) Gebruik de pakkingbussen (merkteken ) rechts van het bedieningspaneel, voor het plaatsen van de voedingskabels, de sensors en andere signalen. (Laagspanning) De kabelhouders kunnen op de plaatsen van de kabeldoorvoeren worden bevestigd. Zorg ervoor de demontage van het bovenste gedeelte van de ketel niet te hinderen. Sluit de ketel exact aan conform het bekabelings schema, en let op de polariteiten van fase, nul en aarde (zie figuur op de volgende bladzijde). Het is verplicht deze ketel correct te aarden volgens de geldende locale normen en eisen. Voor specificaties van de elektrische aansluitingen, zie de tabel technische eigenschappen. Hij wordt hevig geadviseerd om de elektrische installatie voor de différentiële bescherming van 30 ma uit te rusten. Een bipolaire snijwond voorzien voorafgaand aan de verwarmingsketel. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 8/53
9 Detail van de aansluitklemmenstrook Klemmen vermogen (links op het bedieningspaneel) Netvoeding Bediening circulator verwarmingscircuit direct / isolatieklep (Y2 sluitingscontact klep ) Alarmoverdracht/ programmeerbare Shunt C2-L Bediening circulator sanitair warm water *Zoals hierboven weergegeven is het signaal voor alarmoverdracht een vermogenssignaal (230 VAC). Het is echter mogelijk om dit signaal om te vormen tot een droog contact. Zonder daartoe de voeding van de verwarmingsketel boven de installatie af en verwijder shunt C2-L. Daarna verkrijgt u een droog contact met als onderbrekingsvermogen 2A dat voor aansluiting zorgt tussen klem K2 en C2. Signaalklemmen (rechts op het bedieningspaneel) Water tekort (droog contact 26V) / begrenzer rooktemperatuur. Overloop neutralisator condens (Situé directement sur LMU) Buitensensor (QAC 34) (accessoire commerciële referentie: ). Sensor sanitair warm water(qaz 36). (accessoire commerciële referentie: ). Kamerthermostaat verwarmingscircuit 1 (droog contact 26V)* De shut moet verwijderd worden indien een bediening 0-10V actief is Programmeerbare kamersensor (QAA 73). (accessoire, commerciële referentie: ). * Contact RT-RT+ kan op dezelfde manier gebruikt worden als contact J-K van de verwarmingsketels van serie E. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 9/53
10 Bekabelingsschema met ontsteker warm punt M220-M270 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 10/53
11 3.5. Voeding gas. Controleer vóór de inbedrijfstelling of de voeding aan aardgas overeenstemt met de nominale druk van de verwarmingsketel (20 of 25 mbar), zoals aangegeven op de kenplaat. Zorg ervoor dat vooraleer de ketel op gasdruk wordt gebracht de verschillende aansluitingen correct zijn uitgevoerd en dat er geen lekken zijn. Controleer in het bijzonder of een snelkoppeling geplaatst is tussen de afsluitkraan en de aansluiting van het gas naar de ketel. Om de druk stroomopwaarts te meten, gebruik het meetpunt, beschikbaar op de aansluitflens tijdens de werking van de ketel (meetpunt Pamont). OPGELET: de aansluiting van de gasstraat mag geen mechanische weerstand ondervinden (risico op verlies van de waterdichtheid op de gasklep). Het multiblok is in de fabriek afgesteld voor gas van het type G20. Controleer de aanwezigheid van een gasdrukregelaar en een gasfilter stroomopwaarts als het gebruikt gasnetwerk ingesteld is op 100 mbar. Gasaansluiting Meetpunt (Pventiel) Meetpunt (Pamont) NOTA: de installatie moet een gasfilter bevatten. (niet bijgeleverd) 3.6.Hydraulisch circuit. Een «technisch instructieboekje» is bij de verwarmingsketel bijgeleverd. Hierin staan alle aanvaardbare hydraulische schema s voorgesteld voor een goede werking van de verwarmingsketel. De hydraulische installatie moet conform één van deze schema s zijn. Het is verplicht de verwarmingsketel en haar installatie uit te rusten met de volgende elementen : Een veiligheidsklep voor 6 bar (zie kenplaat) op de mof voor de overdrukklep op de ketelaanvoer; Isolatiekleppen op de aftakkingen vertrek en terugloop; een expansievat, Een expansievat Een terugslagklep (meegeleverd), Een aftapping Het bevloeiingsdebiet van de verwarmingsketel moet minstens gelijk zijn aan P/20 met P : afgegeven vermogen uitgedrukt in Th/h. De afmetingen van de circulator moeten rekening houden met het maximaal afgegeven vermogen. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 11/53
12 Eerste vulling De volgende regels zijn van toepassing zodra de verwarmingsketel in gebruik wordt genomen en ze blijven geldig tot het einde van de levensduur van het product. Voorbereiding van het watercircuit voordat de verwarmingsketel in werking wordt gesteld: Voor elke installatie (renovatie of nieuwe installatie) moeten de leidingen van het watercircuit grondig worden schoongemaakt. Dat is nodig om ziektekiemen en resten die aanleiding geven tot de vorming van bezinksel, te verwijderen. Vooral in het geval van een nieuwe installatie moeten vet, roest en kleine koperafzettingen worden verwijderd. Voor te renoveren installaties moet u het bezinksel en het roest dat zich geleidelijk aan heeft gevormd, verwijderen. U kunt de leidingen op twee manieren schoonmaken: een snelle oplossing die slechts enkele uren in beslag neemt en een geleidelijke aanpak, die enkele weken tijd vergt. In het 1 e geval moet u de leidingen in elk geval schoonmaken voordat u de nieuwe verwarmingsketel aansluit. In het tweede geval plaatst u een filter op de retourleiding van de verwarmingsketel om het losgekomen bezinksel op te vangen. Door de installatie schoon te maken voordat u die gebruikt, verbetert u het rendement, beperkt u bovendien het energieverbruik en gaat u de vorming van roest en kalkafzetting tegen. Daarvoor is echter de interventie van een professional nodig (waterbehandeling). De installatie beschermen tegen kalkafzetting Water bevat van nature opgeloste calcium- en carbonaationen, die verantwoordelijk zijn voor de vorming van kalkaanslag (calciumcarbonaat). Om buitensporige afzetting te voorkomen, dient u de nodige voorzorgsmaatregelen te treffenmet betrekking tot het vulwater: TH < 10 f Tijdens de levensduur van de verwarmingsketel, moet er af en toe water worden bijgevuld. Daardoor kan er kalkaanslag ontstaan in het circuit. De som van de hoeveelheid vulwater en suppletiewater mag tijdens de levensduur van de installatie niet meer bedragen dan driemaal de watercapaciteit van de verwarmingsinstallatie. Bovendien moet de hardheid van het suppletiewater onder controle worden gehouden. Suppletiewater: TH < 1 f Een aanzienlijke aanvoer van niet-behandeld water veroorzaakt systematisch kalkaanslag. Om deze parameter te controleren en anomalieën te detecteren, moet er verplicht een teller worden geïnstalleerd die de watertoevoer meet. Indien deze richtlijnen niet worden gerespecteerd (som van het vulwater en het suppletiewater hoger dan driemaal de watercapaciteit van de verwarmingsinstallatie), is een complete reiniging (verwijderen van bezinksel en kalkaanslag) nodig. Wat de werking betreft, zijn er extra voorzorgsmaatregelen nodig: Als u een onthardingsmiddel in de installatie gebruikt, moet de uitrusting regelmatig worden gecontroleerd om te vermijden dat er chloor vrijkomt in het circuit: de chloorconcentratie moet altijd minder dan 50 mg/liter bedragen. Om kalkafzetting te vermijden (vooral op de warmtewisselingsoppervlakken), moet de installatie geleidelijk aan in werking worden gesteld: eerst op het minimale vermogen, in combinatie met een hoog waterdebiet in het primaire circuit. Als het water in het circuit niet de gewenste eigenschappen heeft (bv.: hoge waterhardheid), moet het behandeld worden. Deze behandeling moet worden toegepast op het vulwater en wanneer het water wordt vervangen of indien er suppletiewater wordt bijgevuld. Bij installaties die uit meer dan 1 verwarmingsketel bestaan, moeten de verwarmingsketels gelijktijdig op het minimale vermogen in werking worden gesteld. Op die manier verhindert u dat er zich kalk uit het water afzet op de warmtewisselingsoppervlakken van de eerste verwarmingsketel. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 12/53
13 Om werken op de installatie uit te voeren, is het aan te bevelen om de secties van het circuit waarop de werken worden uitgevoerd, volledig af te laten. De bovenstaande richtlijnen werden opgesteld om in de mate van het mogelijke kalkaanslag op de warmtewisselingsoppervlakken te vermijden. Op die manier verhoogt u de levensduur van de verwarmingsketels. Om de werking van de uitrusting te optimaliseren, kunt u eventueel de kalkafzetting laten verwijderen. Dit moet door een gespecialiseerd bedrijf gebeuren. Bovendien moet u, telkens wanneer u de installatie in werking wilt stellen, controleren of het circuit niet beschadigd is (bv.: door een lek). Indien overmatige kalkafzetting wordt vastgesteld, is het belangrijk dat u de instellingen van de installatie en vooral de instellingen voor de waterbehandeling bijregelt. Bescherming van verwarmingsketels in staal en roestvrij staal tegen corrosie Als de ijzeren componenten in de verwarmingsketel of -installatie te kampen hebben met roestvorming, is dat rechtstreeks te wijten aan de aanwezigheid van zuurstof in het verwarmingswater. De opgeloste zuurstof die in de installatie binnendringt wanneer het circuit voor het eerst wordt gevuld met water, reageert met de materialen van de installatie en verdwijnt dus behoorlijk snel. Als u geen nieuwe zuurstof aanvoert door grote hoeveelheden water in het circuit te brengen, loopt de installatie geen enkele schade op. Het is echter belangrijk om de richtlijnen met betrekking tot de dimensionering en de werking van de installatie te respecteren om te verhinderen dat er zuurstof in het vulwater terechtkomt. Te respecteren richtlijnen: Gebruik bij voorkeur een expansievat met een membraan in plaats van een open expansievat. Zorg dat de druk in de installatie minimaal 1 bar bedraagt bij koud water. Verwijder componenten die niet gasdicht zijn. Gebruik gasdichte componenten in de plaats. Door deze richtlijnen te respecteren, zorgt u ervoor dat het water in het circuit de vereiste kenmerken heeft om de levensduur van de installatie te garanderen: 8,2 < ph < 9,5 en gehalte aan opgelost zuurstof < 0,1 mg/liter. Indien het risico bestaat dat er zuurstof in het circuit binnendringt, dient u extra beschermingsmaatregelen te treffen. Het wordt sterk aanbevolen om een zuurstofbinder zoals natriumsulfiet toe te voegen. We raden u aan om een beroep te doen op bedrijven die gespecialiseerd zijn in de behandeling van water; zij zullen in staat zijn om: - de gepaste behandeling voor te stellen volgens de kenmerken van de instalatie, - u een contract voor te stellen voor de opvolging en een resultaatsgarantie te bieden. Als het water in contact komt met verschillende soorten materialen, bijvoorbeeld koper en aluminium, is een specifieke behandeling aangewezen om de levensduur van de installatie te waarborgen. Voor deze behandeling worden er meestal corrosie-inhibitoren onder de vorm van chemische oplossingen toegevoegd aan het water. U wordt aangeraden om een beroep te doen op een specialist inzake waterbehandeling. Het gebruik van glycoloplossingen is verboden. Opvolging van de installatie Indien u de hierboven vermelde voorschriften voor ingebruikname respecteert (nieuwe of gerenoveerde installatie), beperkt de opvolging van de installatie zich tot: - controle van de hoeveelheid suppletiewater (volume vulwater + volume suppletiewater < 3 maal het volume van de installatie) - controle van de ph-waarde (stabiel of licht verhoogd) - controle van de TH-waarde (stabiel of licht verlaagd) 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 13/53
14 We raden u aan om deze parameters 2 tot 3 maal per jaar te controleren. Merk op dat de opvolging van de parameter 'hoeveelheid suppletiewater' een grote invloed heeft op de levensduur van de installatie. Indien een van deze drie parameters afwijkt, dient u contact op te nemen met een waterbehandelingsspecialist, die de gepaste actie zal ondernemen om de parameters te normaliseren. Installatie van een platenwisselaar Indien de hierboven vermelde voorschriften niet kunnen worden gerespecteerd, kunt u overwegen om een platenwisselaar te installeren tussen het primaire en het secundaire circuit om op die manier de verwarmingsketel tegen ongewenste effecten te beschermen. Installatie van een filtersysteem Het is raadzaam om op de retourleiding van de verwarmingsketel een filtersysteem te installeren dat de deeltjes in de installatie verwijdert. Opgelet: De montagepositie van de klep in verhouding tot de stroomrichting is belangrijk. De haak op de klep moet verticaal naar boven gericht zijn. Platte pakking Aftakking aanvoer Na het vullen van de installatie: Controleer de waterdruk met een manometer (niet bijgeleverd). Deze mag maximaal 6 bar warm bedragen en minimaal 1 bar koud. Controleer of de ketel en haar installatie correct werden ontlucht. Contra-flens terugslagklep Aftakking retour Platte pakkingen 3.7. De rookgasafvoer. De afmetingen van de afvoerschouw moeten berekend worden rekening houdend met een tegendruk aan de uitgang van de ketel van 0 Pa. De leidingen van de rookgasafvoer moeten uit materiaal zijn vervaardigd dat bestand is tegen condens. Deze condens kan tijdens de werking van de verwarmingsketel ontstaan. De materialen moeten tevens rooktemperaturen tot 160 C kunnen verdragen. De horizontale trajecten van de leidingen zullen vermeden worden om stagnatie van condens te vermijden. Controleer of de rookgasafvoer gemaakt is van waterdichte materiaal, uitgerust met een eveneens waterdichte aansluiting voor condens (zie onderstaand schema). 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 14/53
15 monsterafname Aansluitingsbeugel + pakkingen (bijgeleverd) Naar afvoer 3.8. Ventilatie. Controleer of de hoge en lage ventilatie aanwezig zijn, en of ze conform de van kracht zijnde regelgeving geïnstalleerd zijn en of ze niet afgesloten zijn De condenswaterafvoer. Het is noodzakelijk de condenswater afvoer aan te sluiten door gebruik te maken van een pvc-pijp (minimale diameter 32 mm) aangezien het condenswater zuur is en bijgevolg agressief (ph tussen 3 en 5). De afvoer dient onder een minimale hoek van 3% af te lopen om het goed weglopen van het condenswater te garanderen. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 15/53
16 4. Bedienen en uitlezen van de ketel met het toetsenbord en display. 4.1 Presentatie van het toetsenbord en display De bediening van de ketel bestaat uit een algemene schakelaar, een zekeringenkast met lade, een elektronische kaart met een LCD-scherm met achtergrondverlichting (2 lijnen van 4 cijfers + pictogrammen) en 10 toetsen, en een plaats voor 2 regelaars 96x96 of 1 regelaar 144x96. Alle specifieke installatie instellingen en de eventuele parameterinstellingen worden via dit toetsenbord uitgevoerd. Dankzij het toetsenbord/display kan men de informatie over de werking van de ketel uitlezen. Keuzetoetsen regime Regelknoppen opdrachten Hoofd-schakelaar ketel Uitsnijding voor regelaars Zekeringhouder Verordening Zekeringhouder Scheidingstransformator erwarmingsketel thermische onderbreker Resetknop Programmatoetsen Informatietoets 4.2 LCD display Het display geeft standaard de status van de ketel weer (Status, uur, schakelklokprogrammering, temperatuur ketel, aanwezigheid vlam, eventuele storing). Regime sanitair warm water Regime verwarming Pictogrammen: Voorbereiding sanitair water actief of weergave temperatuur sanitair water Verwarming actief of weergave ruimtewenstemperatuur of keteltemp. Dagregime Nachtregime Weergave buitentemperatuur Vlam aanwezig Alarm Uur Keteltemperatuur Uitleg van het tijdschakelprogramma : Elk segment stelt een verwarmingsperiode voor in de status dagprogramma (per periode van 1 uur). Het segment dat knippert duidt het huidig uur aan. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 16/53
17 Als een niet-blokkerende storing optreedt, dan wisselt het display van het uur af met het display van de code van de storing. Waardoor geen veiligstelling optreedt. Als een storing de ketel in beveiliging brengt, dan knippert de code van de storing op de plaats van de keteltemperatuur. Een klein belletje verschijnt onderaan links van op het display. Raadpleeg het hoofdstuk foutcode voor de interpretatie van de storingcodes. In deze twee voorgaande situaties kan d.m.v. een druk op de informatietoets storing weergegeven worden en de uitgebreide storingcode verschijnen (Druk op of om terug te keren naar het standaarddisplay). de code van de, gevolgd door 4.3 Bedrijfstatussen Toets verwarmingsstatus Hiermee kan het verwarmingsregime worden geselecteerd, u heeft de keuze tussen de modes Stop, Auto, Comfort, Eco Stop 1. Geen enkele vraag naar interne warmte komt in aanmerking. De functie vorstvrij blijft actief. 2. De vragen naar externe warmte (0-10v of bus LPB) blijven actief behalve voor systeem een cascade. Comfort Regime comfort permanent. Het vermogen van de brander wordt aangepast om te voldoen aan de warmtevraag (knop opdracht verwarming). Eco Nachtregime permanent. Het vermogen van de brander wordt aangepast om te voldoen aan de opdracht nachttemperatuur (Parameter n 5, zie hoofdstuk 4.6) 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 17/53
18 Auto Regeling volgens de schakelklok programmering. De regelaar schakelt automatisch tussen de regimes Comfort en Eco. Er zijn twee extra «service» modes beschikbaar. Hiermee kan men metingen op de verwarmingsketel uitvoeren: Vegen Dankzij deze mode kan de brander op vol vermogen werken. Druk gelijktijdig op en gedurende ongeveer 3 seconden. De brander start (als hij niet al in werking is) en verhoogt het regime om het maximaal vermogen te verkrijgen. De brander stopt door een onderbreking van de thermostaatbegrenzer (88 C). Deze waarde is een onafhankelijke veiligheid van de temperatuurgrenswaarde die niet meer dan 85 C kan bedragen. Als deze functie actief is, wordt een forceringsignaal 1 gegeneerd om de warmte te evacueren. Stop Met deze mode kan men het vermogen van de van de brander handmatig instellen. regelaar Druk gelijktijdig op en gedurende ongeveer 6 seconden vanuit één van de standaardmodes, of 3 seconden vanuit de mode vegen. Het commando relatief vermogen 2 van de brander wordt op het scherm weergegeven. Met de toetsen of kan men de waarde van de opdracht aanpassen met stappen van 1 %. Met de toetsen en kan rechtstreeks worden overgaan naar minimaal of maximaal vermogen (0% of 100%. Om één van deze twee modes te verlaten en terug te keren naar de standaard werkingsmode, druk gelijktijdig op en gedurende 1 seconde. 1 Forceringsignaal: veroorzaakt de inschakeling van de pompen en/of de openingen van de 3-kanaalventielen van de aangesloten verwarmingscircuits, dit om de warmte te evacueren. Deze worden ingeschakeld door de functies: - Elektronische temperatuurbegrenzer. - Veiligheidsthermostaat. - Mode vegen. - Mode stop van de regelaar. - Vorstvrij van de verwarmingsketel. - 2 Relatief vermogen: dit is het effectief vermogen van de brander, teruggebracht naar haar moduleringsbereik. 0% stemt overeen met het minimaal vermogen, 100% met het maximaal vermogen van de brander. Om het % van het warmtedebiet te berekenen, gebruiken we de volgende formule: Vermogen (100 % Q 100 relative min i % Qcal % ) Q min i 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 18/53
19 Toets mode SANITAIR Activeert of deactiveert de sanitair warmwater productie. Sanitair warmwater productie actief Sanitair warmwater productie gedeactiveerd 4.4 Instellen van de wenstemperaturen Instellen van de opdracht verwarming Afhankelijk van de gekozen regelingsmode krijgt de temperatuur in het display een verschillende betekenis: In de mode constante temperatuur, is de waarde de gewenste ketel aanvoertemperatuur. In de mode weersafhankelijk regelen, in ruimtetemperatuur, of beide, is de opdracht een gewenste ruimtetemperatuur. Druk op de toets opdracht verwarming. De huidige waterwenstemperatuur verschijnt op het display. Druk op de toetsen of om de waarde van de waterwenstemperatuur aan te passen. Druk op de toets mode verwarming, mode sanitair, of opdracht verwarming om het scherm voor het instellen van de waterwenstemperatuur te verlaten. Als, gedurende ongeveer 8 minuten, geen enkele toets ingedrukt werd, dan keert het display terug naar het standaarddisplay. Instellen van de opdracht sanitair warmwater productie De functie is enkel toegankelijk als er een sanitair water productie op de verwarmingsketel aangesloten is. Druk op de toets opdracht sanitair warmwater. De huidige waarde van de wenstemperatuur verschijnt op het display. Druk op de toetsen of om de waarde van de temperatuur van het sanitair warmwater aan te passen. Druk op de toets mode verwarming, mode sanitair, of opdracht sanitair om het scherm voor het instellen van de temperatuur te verlaten. Als, gedurende ongeveer 8 minuten, geen enkele toets ingedrukt werd, dan keert de interface terug naar het standaarddisplay.! De instructie SWW moet in functie van de in het land geldend wetgeving bepaald worden, om alle risico's ten aanzien van legionella te vermijden. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 19/53
20 4.5 Informatie over de status van de verwarmingsketel Toets Info Op elk moment is het mogelijk de basisinformatie over de verwarmingsketel bekijken door te drukken op de toets Info. Elke druk op doet de volgende variabel verschijnen. 1 Temperatuur sanitair warmwater 2 Niet gebruikt 3 Status van de brander (zie paragraaf statuscode van de brander) 4 Buitentemperatuur 5 Foutcode Albatros 3 (zie paragraaf foutcodes ) 6 Temperatuur van de ketel Om terug te keren naar het standaarddisplay, druk op één van de toetsen of 3 Albatros : naam toegekend door SIEMENS voor de bepaling van de storingcodes. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 20/53
21 Uitgebreide informatietabel Het is mogelijk, vanuit de info mode (1 druk op de toets info ( )), bijkomende gegevens over de werking van de verwarmingsketel te verkrijgen. Druk hiervoor gelijktijdig op en gedurende ongeveer 3 seconden. De weergave van het uur wordt vervangen door een adres, gevormd uit een letter (b, c, d) en een cijfer (van 0 tot 7). Gebruik de toetsen en om de letter te wijzigen. Gebruik de toetsen of om het cijfer te wijzigen. Druk op de toets om terug te keren naar de info mode of of om terug te keren naar het standaarddisplay. Adres b0 b1 b2 - b3 - b4 b5 b6 b7 C1 C2 C3 C4 C5 - C6 d1 d2 d3 d4 d5 d6 Code uitgebreide storing Temperatuur retourvoeler Informatie Buitentemperatuurvoeler Samengestelde buitentemperatuur Verlaagde buitentemperatuur Temperatuur vertrekvoeler kit 3-weg kraan Ionisatiestroom (μa) Gemeten ventilatortoerental Gemeten signaal PWM ventilator Relatief vermogen PWM Werkelijk v erschil tussen ingestelde en gemeten waarde Instelling voor keteltemperatuur (met inbegrip van SWW en andere verwarmingskringen) Gevraagde temperatuur verwarming Gevraagde ruimtetemperatuur Gevraagde SWW temperatuur Maxi PWM ventilator in regime verwarming Maxi ventilatorsnelheid in regime verwarming 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 21/53
22 Foutmeldingen In geval van storingen die leiden tot het vergrendelen van de branderautomaat (LMU), verschijnt het alarmsignaal ononderbroken en de foutcode knippert. Om de LMU te resetten, wis de oorsprong van de fout en druk vervolgens gedurende 2 seconden op de knop reset. N Albatros Betekenis 0 Geen fouten gesignaleerd in de code Albatros, geen storing 10 Storing buitenvoeler 20 Storing ketelvoeler 32 Storing Clip-in voeler 40 Storing retour voeler 50 Storing sanitair warmwatervoeler 61 Ruimtetoestel : storing 62 Ruimtetoestel : fout of radioklok fout 81 Korstsluiting op de LPB bus, of slechte voeding van de bus 82 Adressen conflict op de bus LPB (meerdere identieke adressen) 91 Gegevensverlies in de EEPROM 92 Storing van het materiaal in het elektronica gedeelte 100 Twee hoofdklokken in het systeem 105 Alarm voor onderhoud 110 Uitschakeling van de veiligheidsthermostaat (elektronisch of mechanisch) 111 Uitschakeling van de begrenzingthermostaat 128 Vlamstoring tijdens de werking 129 Slechte luchttoevoer* 132 Uitschakeling van de gaspressostaat 133 Geen vlamvorming na afloop van de veiligheidstijd 140 Segmentnummer of nummer toestel LPB ontoelaatbaar 148 Interface communicatie LPB en LMU niet compatibel 151 Interne storing LMU 152 Fout parameterinstelling van de LMU 153 Het toestel bevind zich in vergrendelde positie Het defect peilt 154 of Hydraulisch probleem debiet irrigatie onvoldoende of omzetting van het debiet 160 De snelheidsdrempel van de ventilator werd niet bereikt 161 Overschrijding van de maximale ventilatorsnelheid 164 Uitschakeling van de debietschakelaar / contact watergebrek 180 De functie "schoorsteen vegen" is actief 181 De functie Stop van de regelaar is actief 183 Het toestel bevindt zich in de modus parameterinstelling *Voor het model M450, kan het verschijnen van deze foutcode, een vaststelling van een snelheidsverschil tussen de 2 ventilatoren zijn, via de elektronische kaart Twin Fan in het bedieningspaneel (zie gedemonteerd aanzicht van het bedieningspaneel). Bij normale werking, flikkert het rode controlelampje op deze kaart. Bij het in veiligheid gaan van de ketel volgens de hierboven gegeven beschrijving, blijft deze controlelamp permanent branden. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 22/53
23 Statuscodes van de brander Om de statuscodes van de brander te raadplegen, druk 3 maal op de toets Info aangegeven op bladzijde 17). (Zoals Code display Betekenis 0 Stand-by (geen warmtevraag) 1 Blokkering van het opstarten 2 Toerentalstijging van de ventilator 3 Voorventilatie 4 Wachttijd 5 Tijd voorontsteking 6 Veiligheidstijd 10 Regime verwarming 11 Regime sanitair warmwater regeling 12 Gelijktijdige werking verwarming en sanitair 20 Na ventilatie 22 Terug naar aanvangsspositie 99 Positie storing (weergave van de huidige storingscode) 4.6 Parameterinstelling Om de configuratie van de verwarmingsketel zo goed mogelijk aan te passen aan de installatie, kan een bepaald aantal parameters door de eindgebruiker en door de installateur worden gewijzigd. Om de configuratie van de verwarmingsketel te beveiligen, zijn niet alle parameters voor de eindgebruiker toegankelijk. De parameters zijn gegroepeerd volgens een toegangsniveau. Vanuit het standaarddisplay, krijgt men toegang tot de mode parameterinstelling niveau eindgebruiker door te drukken op één van de toetsen of. Het display toont een P, gevolgd door een parameternummer van 3 cijfers. Met de toetsen en kan de lijst van de parameternummers doorlopen worden. Eenmaal de te wijzigen parameter bereikt, kan men de waarde ervan instellen aan de hand van de toetsen en. De nieuwe waarde wordt bevestigd vanaf het moment dat men overgaat naar de volgende of de vorige parameter, of wanneer men de mode verlaat door te drukken op. Let op, als men de mode programmering verlaat met één van de toetsen of, dan zal de wijziging van de parameter niet worden bevestigd. Kijk voor een overzicht van de functies in de tabel achterin deze handleiding Parameters die toegankelijk zijn voor de installateur Men krijgt toegang tot de mode parameterinstelling, niveau installateur, door gelijktijdig gedurende 3 seconden te drukken op de toetsen en. De letter P wordt dan vervangen door de letter H. Kijk voor een overzicht van de functies in de tabel achterin deze handleiding 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 23/53
24 5. Werking van de branderautomaat. Code Fase PG, CD, TL , 11, Standby Stijgen Voor-. Wachttijd Voor- Tijd Bewerking Post- Retour Blokkering van Veilig regime ventilatie verwarming veiligheid ventilatie nul start stellen Nmax N_VL N_ZL N_TL Nnul 0 11 s. 3 s. 1,8 s. t Legende: PG CD TL = Pressostaat gas. = Controle debiet. = Thermostaat begrenzer. = Alarm = Detectie vlam. = Startelektrode = Gasklep = Ventilator Nmax = Max toegestane toerental. N_VL = Max toegestane toerental tijdens het moduleren. N_ZL = Toerental bij de ontsteking. N_TL = Min toegestane toerental tijdens het moduleren Nnul = Toerental lager dan 200 tr/min dus als nul beschouwd Snelheid van de ventilator NOTA: Het branderautomaat brengt automatisch een nieuwe start van de brander weer op gang in geval van mislukking van de eerste start. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 24/53
25 6. Inbedrijfstelling Uit te voeren controles vóór het starten van de verwarmingsketel. Controleer de hydraulische balans van de ketels. Controleer of de waterdruk koud minimum 1 bar bedraagt en of de ketel uitgerust is met een veiligheidsklep. Als het gaat om een renovatie, zorg ervoor dat de plaatsing en aansluiting van de condensafvoer correct werd uitgevoerd Starten. Alle verwarmingsketels ondergaan in de fabriek testen met aardgas H van Lacq (type G20) voordat ze worden verpakt, en alle afstellingen worden tijdens deze testen uitgevoerd. Het vermogen is beperkt op 65 % van het nominaal vermogen en de maximumtemperatuur is tot de inbedrijfstelling beperkt tot 70 C. Deze inbedrijfstelling moet verplicht uitgevoerd worden door onze service Technische Hulpverlening Klantenservice (Belgie), op het nummer 02/ Voer de volgende handelingen uit voor een tijdelijke inbedrijfstelling : 1. Schakel de hoofdschakelaar in. 2. Veroorzaak een warmtevraag via de status comfort met behulp van het toetsenbord/display (zie bladzijde «Presentatie van het toetsenbord en display»). 3. Na het starten van de brander, controleer met behulp van een schuimend product de gasdichtheid van de aansluitingen van de gasstraat. Controleer de kwaliteit 4. van de verbranding. 5. Stel de klok in op het juiste uur. (Raadpleeg hiervoor de overzichtstabel van de parameters klant aan het einde van deze handleiding). Waarschuwing : Elke ingreep op een verzegeld onderdeel maakt de garantie ongedaan. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 25/53
26 7. Controles uit te voeren na de startprocedure Afvoer van het condens. Tijdens controlebezoeken, controleer of de condensafvoer niet vertopt is, noch aan de kant van de ketel, noch aan de kant van het riool Voeding gas. Controleer of de diameter van de gasleidingen correcte afmetingen heeft: Om te controleren of het algemene drukreduceerstation niet onverwachts uitschakelt is het nodig alle verwarmingsketels gelijktijdig te doen stoppen met de algemene hoofdchakelaar van de stookplaats. Indien deze uitschakelt, dan is zijn de gasleidingen te klein of de gasdruk te laag. Schakel de hoofdchakelaar na deze bewerking opnieuw in. De ketels moeten automatisch opnieuw starten, zoniet, raadpleeg de leverancier van het drukreduceerstation. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 26/53
27 8. Jaarlijkse onderhoud. De jaarlijkse onderhoudsbeurten moeten verplicht één maal per jaar door een bevoegd persoon worden uitgevoerd. Voordat de hierna beschreven bewerkingen worden uitgevoerd: Sluit de hoofdschakelaar UIT. Sluit de manuele gaskraan dicht. Isoleer de verwarmingsketel hydraulisch. Controles voor en na elk gebruik 0 Hijsarm (geleverd als accessoire) Controleer de staat van de hijsarm (zie hoofdstuk 'Vóór het gebruik' van de gebruikshandleiding van het accessoire). Controles die elke 3000 branduren dienen te worden uitgevoerd of minimaal 1 x per jaar 1 Condenswatersifon : Controleren op correcte leegloop Het sifon reinigen Met water vullen na controle 2 Onstekingselectrode en Ionisatie-elektrode : Alle elektrodes demonteren Norton elektrode controleren (ingeval van witte sporen, de elektrode preventief vervangen) Ionisatie-elektrode : de oxydatie neerslag verwijderen 3 Shuntpomp : Op werking controleren 4 Luchtfilter : Luchtfilter vernieuwen of reinigen De turbine niet demonteren. 5 Deuren ketellichaam : Dichtheid van de deurpakkingen controleren; Indien noodzakelijk defecte pakkingen vervangen. 6 Reiniging van de warmtewisselaar : Pijpenbundel buiten : visuele inspectie op vervuiling Indien nodig de gehele bundel demonteren en de pijpen chemisch reinigen en daarna met water afspoelen (geen hogedrukreiniger gebruiken). Pijpenbundel binnen : De ventilator/mengkamer eenheid demonteren De watervoerende delen van de brander na (gedeeltelijk) aftappen demonteren (aftappen van de vuilafscheider). Controleren dat de aansluitleidingen niet vervuild zijn. De aluminium branderbedden controleren Het aantrek moment van de bouten niet veranderen. Bij problemen de servicedienst raadplegen. De binnenpijpenbundel chemisch reinigen en met water schoonspoelen. Alle bereikbare binnenruimtes reinigen (stofzuiger o.i.d.) Als het hydraulisch circuit vervuild is moeten alle watervoerende delen van de brander in verticale stand met water gespoeld worden. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 27/53
28 8.1. Demontage van de bovenste deksel. Verwijder de schroeven (merkteken ) waarmee het deksel (merkteken ) aan de ketel is bevestigd en verwijder deze. 2 Ontgrendel de voorste band (merkteken ), door de schroef, in het midden ervan, minimum 2 toeren te draaien 1 Open de voorste band. Open de deuren van de bedekking (merkteken ). 3 NOTA : Om de demontage van de brander te vergemakkelijken, is het raadzaam de deuren volledig te verwijderen (om de deuren te verwijderen, moeten ze opgelicht worden om uit de hengsels te halen). Opgelet: Tijdens het opnieuw monteren van de deuren, zorg ervoor dat de aarding van de deuren correct opnieuw aangesloten wordt MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 28/53
29 8.2. Reinigen van de brander. Na de demontage van het deksel van de ketel (zie vorig hoofdstuk). Sluit de gasaansluiting af van de voeding van het netwerk (merkteken ) ; Demonteer van de luchtfilter behuizing (merkteken ) FIG1 Opgelet: Bescherm, na de demontage, de buizen tegen vuil e.d. 1 2 Schroef de drie bevestigingsmoeren (merkteken ) van het ventilatiegeheel los met een sleutel maat 13 (zie fig. 1) ; Let op : Demonteer nooit de schilden van de ventilator. 3 Til het ventilatiegedeelte op (venturimeter+ ventilator+ gasklep) en verwijder het (zie fig. 2); Maak een lucht aanvoeropening op de bovenste gedeelte van de aanvoer en retour van de ketel (door opening van de veiligheidsklep) en open de aftapkraan voor het gedeeltelijke aftappen van de ketel. Tap de ketel zover af tot de beide voornoemde leidingen leeg zijn. FIG.2 Ontkoppel de 2 slangen (merkteken ) die het lichaam van de ketel met de brander verbinden (uitsluitend kant buizen ketel); Schroef met een sleutel maat 13, de drie bevestigingsmoeren (merkteken ) van de brander (zie fig. 2) los; 6 LET OP: De brander wordt niet leeggemaakt (zie 8.6) MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 29/53
30 WAARSCHUWING : Om ze te beschermen tegen eventuele schokken, en alvorens tot het uiteennemen van de brander over te gaan, het is raadzaam volgende toestellen te demonteren : De debietscontroller. De ontstekingselektrode. Til de brander langzaam op en plaats deze. Een hulpmiddel voor het demonteren van de brander en een takel zijn verkrijgbaar bij de ketelfabrikant (zie onderdelenlijst). Het is raadzaam om redenen van gemak en veiligheid om dit gereedschap te gebruiken (zie de handleiding voor het gebruik). OPGELET: zorg ervoor de aluminiumvlakken van de brander niet te raken. Brander Aluminiumvlakken Hulpwerktuig voor de demontage van de brander 7 OPGELET DE BEVESTIGINGSSCHROEVEN VAN DE ALUMINIUMVLAKKEN NOOIT LOSDRAAIEN OF DEMONTEREN ALUMINIUMVLAKKEN Reinig de brander met perslucht. Vóór het opnieuw monteren: vervang de pakking van de basissteun (merkteken ) en van de 2 slangen. Controleer de waterdichte pakking tussen de brander en het lichaam van de wisselaar (merkteken ), vervang hem indien nodig. Om de brander opnieuw te monteren, ga te werk in de omgekeerde volgorde en zorg er altijd voor de aluminiumvlakken en de behuizing van de ontstekingselektroden niet te beschadigen. Breng de ontstekingselektroden weer op hun plaats. Breng de debietscontroller weer op zijn plaats rekening houdend met de correcte richting van de stroming en met de juiste positie van het torische dichtheidsverbindingsstuk Controleer, bij het opnieuw starten, de waterdichtheid van alle aansluitingen die onderdeel uitmaakten van een demontage of die losgemaakt werden. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 30/53
31 8.3. Controle van de ontstekingselektrode. De ontstekingselektrode van de Modulo Control ketels werd in de fabriek afgesteld om een optimale start van de ketel te garanderen. De plaatsing van de samengestelde onderdelen is als volgt: Onderaanzicht (schaal 1) Ionisatie-elektrode Ionisatie-elektrode Ontstekingselektrode Ontstekingselektrode 8.4. Onderhoud van de ventilator. Ter herinnering: De demontage van de schilden van de ventilator is VERBODEN. Alleen de filter kan worden gedemonteerd, en droog gereinigd met behulp van perslucht of een stofzuiger. Venturimeter Ventilator Filterbehuizing 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 31/53
32 8.5 Reinigen van de wisselaar Open de vier bevestigingssystemen (merkteken ) die de deuren gesloten houden; Open de deuren van de wisselaar uit RVS (merkteken ) door op hun eigen hengsels te doen draaien; (na opening geen druk uitoefenen; dit kan de RVS deuren beschadigen) Open de bevestigingssystemen (merkteken ) die de bandijzers van de rookdeflectoren sluiten (merkteken ). Verwijder deze bandijzers en verwijder vervolgens de rookdeflectoren (merkteken en ). 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 32/53
33 Borstel de rookdeflectoren met een RVS of plastic borstel. Reinig indien nodig de buizen van de wisselaar. Tijdens het opnieuw monteren, hang het geheel van de deflectoren op tussen elk gedeelte van de buizen van de wisselaar via hun ophangprofiel (zie detail). Zorg ervoor de deflectoren-bandijzers (merkteken ) correct terug te plaatsen zoals aangegeven op het onderstaand schema. Buizen uitwisselaar ophangprofiel rookuitgang Pijpenbundel wisselaar (bovenaanzicht) Plaats de bandijzers in de pennen van de deflectoren in de bandijzerdragers. Draai de bevestigingsystemen vast en zorg ervoor dat elk van de deflectoren correct op de buizen van de wisselaar worden teruggeplaatst. Controleer, voor het sluiten van de deuren, de status van de pakkingen van de deur, vervang ze indien nodig. Sluit de deuren. 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 33/53
34 8.6 Het aftappen van de ketel Het aftappen van de ketel dient uitgevoerd te worden in 2 stappen 1 Aftappen van de warmtewisselaar Schakel de hoofdschakelaar uit. Draai de afsluiters van de ketelaanvoer en de ketelretour geheel dicht. Open het expansieventiel om een luchttoegang te creëren. Open het aftapventiel van de ketel 2. Aftappen van de brander Als er geen water meer uit de ketel loopt Ontkoppel en verwijder de blok met de ontsteekelektrode, merkteken 3, om waterspatten erop te vermijden. Een flexibele slang op de retour van de branderkop (onder de ventilator) aansluiten De bronzen afsluiter op de branderkop (onder de ventilator) openen zonder dat er water op de ketel loopt. Een kunststof slang in deze opening tot aan de bodem schuiven en door afzuigen de rest van het water verwijderen. Hierna de slang eruit nemen, de bronzen afsluiter weer bevestigen en de flexibele slang monteren. Monteer de blok met de ontsteekelektrode opnieuw en sluit hem opnieuw aan nadat de O-ring voor waterdichtheid gecontroleerd werd (vervang indien nodig) MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 34/53
35 8.7. Montage van de drukoverbrenging van de gasklep Hieronder vindt u de beschrijving van de verschillende montagemogelijkheden van de drukoverbrenging van de gasklep volgens het type ketel. Het is belangrijk om bij elke interventie te controleren of de montage correct gebeurd is omdat de optimale werking van de gasklep hiervan afhangt. Model M220 tot M270 : Drukoverbrenging op de voorkant van de lucht-/gasmenger 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 35/53
36 9. Veranderen van het type gas Werkwijze voor het veranderen van het type gas. De afstelling van het ventiel moet worden uitgevoerd met de ketel in werking, op Maximaal vermogen en op minimaal vermogen (gebruik de mode stop regelaar zie bladzijde 16). OPGELET : de drukmetingen voor de afstelling van het ventiel moeten geschieden op de aangeduide nippels Pvanne en Pamont en niet op de meetnippels van de gasfilter. Voeding gas Afstelling van het maximaal vermogen Verwijder het deksel (merkteken ). Ventiel gas Meet de druk van de gasvoeding (Pamont). Stel de druk ventiel af en houd rekening met Pventiel Pamont Pventiel zoals opgegeven in de onderstaande tabel (stel de druk af met de instelschroef die zich op de bovenkant van het ventiel, onder het 3 zwarte deksel (merkteken ) bevindt, met inbussleutel maat 6 vlakken van 3mm). Pventiel type ketel type ventiel type gas M220 control VR 420 Pventiel (mbar) (indicatieve waarde) G20 7,0 G25 9,0 Pamont M270 control VR 425 Pventiel Pamont Pventiel G20 5,0 G25 8,0 Het CO 2 -gehalte in de rookgassen meten met behulp van een analysetoestel voor rookgassen. Indien nodig, pas de druk van het ventiel aan om een CO 2 gehalte tussen 9,3% en 9,7% te bekomen. Voorbeeld: type ketel: M 270 CONTROL Type gas: G25 Druk voeding = Pamont = 22,5 mbar Pventiel = 22,5-8 = 14,5 mbar Afstelling van het minimaal vermogen Mode «stop regelaar», min vermogen = weergave: 0% pas de offset regelaar (merkteken ) aan om een CO 2 gehalte te verkrijgen bij min vermogen tussen 8,7% en 9,1%. Om de goede regeling van de klep te bevestigen (Pmin tussen 8,7% en 9,1% en Pmax tussen 9,3% en 9.7%) schakelen tussen Pmin en Pmax (HMI = 0% en 100%). Na het veranderen van het type gas, kleef het bijgeleverd etiket. 4 3 Ventiel gas bovenaanzicht Ventiel gas P ventiel 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 36/53
37 9.2. Werkwijze voor het vervangen van het gasventiel. De afstelling van het ventiel moet worden uitgevoerd met de ketel in werking, op Maximaal vermogen en op minimaal vermogen (gebruik de mode stop regelaar zie bladzijde 16). OPGELET : de drukmetingen voor de afstelling van het ventiel moeten geschieden op de aangeduide nippels Pvanne en Pamont en niet op de meetnippels van de gasfilter. Voeding gas Afstelling van het maximaal vermogen Mode «stop regelaar», Max vermogen = weergave: 100% Verwijder het deksel (merkteken ). Meet de druk van de gasvoeding (Pamont). Stel de druk ventiel af en houd rekening met Pventiel Pamont Pventiel gegeven in de onderstaande tabel (stel de druk af met de afstelschroef die zich op de bovenkant van het ventiel, onder het zwarte deksel (merkteken ) bevindt, inbussleutel 6 vlakken van 3mm). 3 Pventiel Ventiel gas Type ketel type ventiel type gas M220 control VR 420 Pventiel (mbar) (indicatieve waarde) G20 7,0 G25 9,0 Pamont M270 control VR 425 Pventiel Pamont Pventiel G20 5,0 G25 8,0 Het CO 2 -gehalte in de rookgassen meten met behulp van een analysetoestel voor rookgassen. Indien nodig, pas de druk van het ventiel aan om een CO 2 gehalte tussen 9,3% en 9,7% te bekomen. voorbeeld: type ketel: M 270 CONTROL Type gas: G20 Druk voeding = Pamont = 21,0 mbar Pventiel = 21,0-5,8 = 15,2 mbar Afstelling van het minimaal vermogen Mode «stop regelaar», min vermogen = weergave: 0% pas de offset regelaar (merkteken ) aan om een CO 2 gehalte te verkrijgen bij min vermogen tussen 8,7% en 9,1%. Om de goede regeling van de klep te bevestigen (Pmin tussen 8,7% en 9,1% en Pmax tussen 9,3% en 9.7%) schakelen tussen Pmin en Pmax (HMI = 0% en 100%). 4 3 Ventiel gas bovenaanzicht Ventiel gas P ventiel 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 37/53
38 10. Lijst van de reserveonderdelen. 1 Zekering T8A H 5x20 (boite de 10) Brander automaat LMU64.060A168 Modulo Control M Modulo Control M Thermische onderbreker 7A Interface/ Afficheur HMI Sensor watertemperatuur aanvoer of retour QAZ Relais pompen of overdracht alarm Scheidingstransformator Veiligheidsthermostaat M220 en M Set ontstekingselektroden + volledige elektrode M220 en M Ontstekingselektrode M220 en M Ionisatie-elektrode M220 en M Gasklep VR420 Honeywell M Gasklep VR425 Honeywell M Ventilator Ebm G1G 170-AB Pressostaat gas min 0-40mbar C60VR40040 Honeywell Zakje met pakkingen voor de brander M220 en M Set Pakkingen voor de deur van de wisselaar M Set Pakkingen voor de deur van de wisselaar M Slang 1 ¼ brander + pakkingen M220 en M Ketel circulatiepomp Slang voor ketel circulatiepomp M220 en M Terugslagklep M220 en M Stel pakkingen recirculatie M220 en M Controller debiet M Controller debiet M Terugslagklep verwarming met kleppen M220 en M Sifon condensafvoer M220 en M Vuurvast glas met pakking voor waakvlamcontrole diameter 23 M220 en M Filterende laag Zekering T2A 5x20 (boite de 10) Transfo isolatie Zekering F1A 5x20 (boite de 10) Kast LMU Deur bekleding links M Deur bekleding links M Deur bekleding rechts M Deur bekleding rechts M Voorste band M Voorste band M Gasfilter Hijsgereedschappen (hijsarm) Voor M Voor M Gereedschap voor branderdemontage (takel) Brander Voor M MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 38/53
39 Voor M Voedingskabel ventilator / klep / ontsteker (niet getoond) Kabelsignalen PWM/PG (niet getoond) Aardedraad (niet getoond) Voedingskabel Interne pomp (niet getoond)) Zekering 5x Hoofd-schakelaar ketel MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 39/53
40 Gedemonteerd aanzicht van het bedieningspaneel MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 40/53
41 Gedemonteerd aanzicht van de voorkant van de ketel De sonde aanvoer is niet afgebeeld, alleen de dompelbuis De deur uitwisselaar is niet afgebeeld (voor een beter begrip van de afbeelding). 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 41/53
42 Gedemonteerd aanzicht van de achterkant van de ketel 5 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 42/53
43 Gedemonteerd aanzicht van de brander 29 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 43/53
44 Invullijst parameter instellingen van deze ketel Model verwarmingsketel: serie: plaats: Gelieve alle parameterwijzigingen in dit document te noteren! Functie Standaard Functie omschrijving Eenheid Bereik Instelling Resolutie nummer waarde Uurprogrammatie P 1 Huidige uur hh :mm 00 :00 23 :59 0 :01 00 :00 P 2 Huidige dag dag 1: maandag 7: zondag P 5 Opdracht verminderde start / Opdracht verminderde kamer T C départ min T départ max / (naargelang de reguleringsmode) T amb min T amb max 0,5 40/ 15 Uurprogramma van verwarmingskring N 1 Voorselectie van de te programmeren dagen: 1-7 => Voorselectie van de te programmeren dagen P => Dag van de week 1-5 => Programmatie van maandag tot vrijdag 6-7 => Programmatie van zaterdag en zondag P 11 Uur start verwarmingscircuit 1 ste periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 06 :00 P 12 Uur stop verwarmingscircuit 1 ste periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 22 :00 P 13 Uur start verwarmingscircuit 2 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 14 Uur stop verwarmingscircuit 2 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 15 Uur start verwarmingscircuit 3 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 16 Uur stop verwarmingscircuit 3 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 Uurprogramma van verwarmingskring N 2 Voorselectie van de te programmeren dagen: 1-7 => Voorselectie van de te programmeren dagen P => Dag van de week 1-5 => Programmatie van maandag tot vrijdag 6-7 => Programmatie van zaterdag en zondag P 21 Uur start verwarmingscircuit 1 ste periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 06 :00 P 22 Uur stop verwarmingscircuit 1 ste periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 22 :00 P 23 Uur start verwarmingscircuit 2 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 24 Uur stop verwarmingscircuit 2 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 25 Uur start verwarmingscircuit 3 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 26 Uur stop verwarmingscircuit 3 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 Programma orario tapwater Voorselectie van de te programmeren dagen: 1-7 => Voorselectie van de te programmeren dagen P => Dag van de week 1-5 => Programmatie van maandag tot vrijdag 6-7 => Programmatie van zaterdag en zondag P 31 Uur start tapwater 1 ste periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 06 :00 P 32 Uur stop tapwater 1 ste periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 22 :00 P 33 Uur start tapwater 2 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 34 Uur stop tapwater 2 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 35 Uur start tapwater 3 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 36 Uur stop tapwater 3 de periode hh :mm 00 :00 24 :00 0 :10 24 :00 P 45 Terugkeer naar de standaard uurprogrammatie voor de verwarming en het SWW (druk gelijktijdig gedurende 3 seconden op de toetsen en +) 0 H 90 Opdracht verminderde WTP temperatuur C ,5 60 Vrije progammering van de tapwater besturing H 91 0 Klokprogramma tapwaterbesturing h/24 H 501 Opdracht minimale kamertemperatuur (10 C H501 H502) C ,5 10 H 502 Opdracht maximale kamertemperatuur (H501 H C) C ,5 26 H 503 Minimale opdrachttemperatuur ketel (20 C H503 H504) C ,5 20 H 504 Maximale opdrachttemperatuur ketel (H503 H C) C ,5 80 H 505 Maximale verwarmingstemperatuur C ,5 80 H 506 Minimale opdrachttemperatuur zone 2 (20 C H506 H507) C ,5 20 H 507 Maximale opdrachttemperatuur zone 2 (H506 H C) C ,5 80 H 510 Verhoging van de opdracht vertrektemperatuur voor warm sanitair water K ,5 15 H 511 Temperatuur inschakelen vorstvrij ketel (5 C H511 < H512) C H 512 Temperatuur inschakelen vorstvrij ketel (H511 < H C) C Instelling klant 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 44/53
45 Functie nummer Functie omschrijving Eenheid Bereik Instelling Resolutie Standaard waarde H 514 Verhoging van de opdracht vertrektemperatuur voor zone 2 alleen bij een mengende groep. C 2 P 516 Temperatuur bij verwarmingsstop (30 C continu) C ,5 19 H 517 Maximale afwijking waarvan de overschrijding de minimale pauzetijd onderbreekt K H 523 Differentiële inschakeling van de brander in de mode verwarming K 0,5 32 0,5 3 H 524 Differentieel van minimaal inschakeling van de brander in de mode verwarming K 0,5 32 0,5 3 H 525 Differentieel van maximaal inschakeling van de brander in de mode verwarming K 0,5 32 0,5 6 H 526 Differentieel inschakeling van de brander in de mode tapwater (sensor 1) K 0,5 32 0,5 3 H 527 Minimaal differentieel inschakeling van de brander in de mode tapwater (sensor 1) K ,5 3 H 528 Maximaal differentieel inschakeling van de brander in de mode tapwater (sensor 1) K ,5 6 H 529 Differentieel inschakeling van de brander in de mode tapwater (sensor 2) K 0,5 32 0,5 3 H 530 Minimaal differentieel inschakeling van de brander in de mode tapwater (sensor 2) K ,5 3 H 531 Maximaal differentieel inschakeling van de brander in de mode tapwater (sensor 2) K ,5 6 P 532 Helling van de stooklijn van het verwarmingscircuit P 533 Stooklijnsteilheid van zone P 534 Correctie ruimtewenstemperatuur verwarmingscircuit 1 K ,5 0 P535 Ruimtetemperatuur compensatie zone 2 K ,5 0 H 536 Maximale ventilatorsnelheid in status verwarmen Tr/min M 116 = 6200 M 145 = 6000 M 180 = 6000 M 220 = 5750 M 270 = 5550 M330=5750 M390= 6100 M450= 5950 H 542 Minimaal vermogen verwarmingsketel kw M 116 = 30 M 145 = 36 M 180 = 45 M 220 = 85 M 270 = 105 M330=83 M390= 98 M450= 112 H 543 Maximaal vermogen verwarmingsketel kw M 116 = 116 M 145 = 145 M 180 = 180 M 220 = 220 M 270 = 270 M330=330 M390= 390 M450= 450 H 544 Uitschakeltijd van de pompen, max. 218 min. (reg. 255: permanente bewerking van Q1) min H 545 Minimale pauzetijd van de brander sec H 546 Minimale werkingstijd van de brander sec H 547 Minimale werkingstijd macht na ontsteking sec H 551 Constante voor versnelde daling zonder invloed op de kamertemperatuur Afstellen van het hydraulisch systeem: 2 Ketel alleen, 1 zone met pomp met of zonder warm tapwater productie 34 Ketel alleen + tapwaterproductie + met kamersensor (2 circuits pompen) 48 Ketel alleen, 1 zone met mengventiel zonder tapwaterproductie H Ketel alleen + tapwaterproductie + met kamersensor (1 circuit pomp) Ketel alleen, X zones (X mengkleppen) zonder tapwaterproductie 66 Ketel alleen + warmtapwaterproductie + secondaire besturing van de regelaars (standaard) 80 Ketel bestuurd door een cascade 85 Ketel bestuurd door een cascade opgedragen aan de warmtapwaterproductie H 553 Configuratie van de verwarmingscircuits 0 Instelling klant H 555.b0 0 Activeert / Deactiveert de sanitaire voorrang: H 555.b1 0 Absolute voorrang 0 1 Geen voorrang H 555.b2 0 H 555.b3 0 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 45/53
46 Functie nummer Functie omschrijving Eenheid Bereik Instelling Resolutie Standaard waarde Beveiliging vorstvrij van de installatie: H 555.b4 0 Buiten dienst 1 1 I dienst H 555.b5 0 H 555.b6 0 H 555.b7 0 H 558.b0 0 Type constructie: H 558.b1 0 Licht 0 1 Zwaar Type opnemer voor warm tapwater H 558.b2 0 sonde 0 1 voeler H 558.b3 0 H 558.b4 0 H 558.b5 0 H 584 Tijd voor de functie ontgommen van de pompen uitgangen sec H 596 Open tijd van mengklep zone 2 sec Synchronisatie van de schakelklok H 604.b0 H 604.b1 b1 b0 0 0 Autonome horloge 0 1 Uur van het systeem zonder afstelling 1 0 Horloge Meester van het systeem Afstelling van de toevoer van de bus : H 604.b2 0 Gecentraliseerde toevoer 1 1 Automatische toevoer door de regulators Instelling van de voeding voor de bus : H 604.b3 0 OFF 0 1 ON H 604.b4 1 Afstelling van het sanitair aan de verbruikers : H 604.b5 H 604.b6 b6 b5 0 0 Alleen plaatselijke verbruikers, 0 1 Verbruikers van hetzelfde segment, 1 0 Alle verbruikers van het systeem Voorrang van de LPB-bus na vraag naar extern vermogen via de ingang 0 10 V : H 604.b7 0 Vraag naar extern vermogen voorrang 0 1 LPB-bus voorrang H 605 Adres van het toestel Adres van het segment : H Segment generator Segmenten verbruikers Functie van de programmeerbare ingang : 0 Geen functie H Modem 0 2 Modem omschakelaar 3 Warme luchtgordijn Functie van de programmeerbare uitgang: 0 Inactief (of Pomp Q8 als 558.b0 = 1) 2 Overdracht alarm 3 Werking brander H Pomp 2 de verwarmingscircuit 2 6 Pomp afsluiten ECS 7 Signaal functie heteluchtgordijn actief 8 Circulator stroomopwaarts van een fles hydraulische afkoppeling 12 Signaal analoge invoer in werking Functie van de programmeerbare ingang van de kit : 0 Geen functie 1 Modem H Modem omschakelaar 3 3 Warme luchtgordijn 4 Voorgeschreven instructie 5 Voorgeschreven vermogen Functie van de 1 ste programmeerbare uitgang van de kit : 0 Inactief 2 Overdracht alarm 3 Werking brander 5 Pomp 2 de verwarmingscircuit H Pomp afsluiten ECS 7 Signaal functie heteluchtgordijn actief 8 Circulator stroomafwaarts van een fles hydraulische ontkoppeling 12 Signaal analoge invoer in werking Functie van de 2 de programmeerbare uitgang van de kit : H Inactief 3 2 Overdracht alarm Instelling klant 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 46/53
47 Functie nummer H 622 H 623 Functie omschrijving Eenheid Bereik Instelling Resolutie 3 Werking brander 5 Pomp 2 de verwarmingscircuit 6 Pomp afsluiten ECS 7 Signaal functie heteluchtgordijn actief 8 Circulator stroomafwaarts van een fles hydraulische ontkoppeling 12 Signaal analoge invoer in werking Instructie maximumtemperatuur voor een maximumwaarde van het signaal analoge ingang, in mode voorgeschreven instructie. Minimumwaarde van het signaal analoge ingang in % van het bereik voor het starten van de brander in mode voorgeschreven vermogen. Standaard waarde C % Inschakelen / uitschakelen van het alarm onderhoud : H 630 b0 0 Alarm uitgeschakeld 1 Alarm ingeschakeld H 630 b6 Algemene reset van het alarm onderhoud : 1 Reset alarm onderhoud Pomp Q8 actief voor een vraag naar warmte van zone LPB : H 632.b0 0 Nee 1 Ja Pomp Q8 actief voor een vraag naar warmte van het verwarmingscircuit n 2 : H 632.b1 0 Nee 1 Ja Pomp Q8 actief voor een vraag naar warmte van het verwarmingscircuit n 1 : H 632.b2 0 Nee 1 Ja Pomp Q8 actief voor een vraag naar warmte sanitair : H 632.b3 0 Nee 1 Ja Fasecode tijdens de storing 1 ste precedent Overeenkomst van de fasecodes : 3 Stand-by 4 Blokkering van de startprocedure 5, 6 Stijgen van het regime van de ventilator 7 Voorventilatie H700 8, 9, 10 Wachttijd 11 ijd voor-ontsteking (verwarming ontsteekelektrode) 12, 13, 14, 15 Tijd veiligheid 16 Tijd post-ontsteking (modulatie geblokkeerd bij ontsteekallure) 17 odulatie van de brander 18, 19, 20, 21 Post-ventilatie 0, 1, 2 Terug naar de stand-by positie 22 Veilig stellen H701 Fasecode tijdens de storing 1 ste precedent H702 Waarde code interne storing 1 ste precedent H703 Frequentieteller storing 2 de precedent H704 Fasecode tijdens de storing 2 de precedent H705 Waarde code interne storing 2 de precedent H706 Frequentieteller storing 3 de precedent H707 Fasecode tijdens de storing 3 de precedent H708 Waarde code interne storing 3 de precedent H709 Frequentieteller storing 4 de precedent H710 Fasecode tijdens de storing 4 de precedent H711 Waarde code interne storing 4 de precedent H712 Frequentieteller storing 5 de precedent H713 Fasecode tijdens de storing 5 de precedent H714 Waarde code interne storing 5 de precedent H715 Frequentieteller huidige storing H716 Fasecode tijdens de huidige storing H717 Waarde code interne storing courant H 718 Werkingstijd (h) van de brander H H 719 Werkingstijd (h) in de mode verwarming H H 720 Werkingstijd (h) in de mode sanitair warm water H H 721 Werkingstijd (h) in de mode regulering zone H H 722 Teller van de start cyclussen Status van de mode zomer / winter: H 724.b0 0 Zomer 1 Winter H 725 Software versie van de koffer M116= 25 M145= 25 M180= 25 M220= 37 M270= 37 M330= 25 M390= 25 M450= Instelling klant 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 47/53
48 Functie nummer H 728 H 729 H 730 H 731 H 732 H 733 Functie omschrijving Eenheid Bereik Instelling Resolutie Waarde code storing Albatros 1 ste precedent Waarde code storing Albatros 2 de precedent Waarde code storing Albatros 3 de precedent Waarde code storing Albatros 4 de precedent Waarde code storing Albatros 5 de precedent Waarde code storing huidige Albatros Standaard waarde Instelling klant Cursief gedrukt: parameters in aflezing 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 48/53
49 Klantenservice Technische Assistentie RAPPORT IN DIENSTSTELLING VAN DE KETEL MODULO CONTROL Werf (naam, adres, telefoon): Installateur (naam, adres, telefoon): Kenplaat ketel: FABRICATIENR: Model:. GAS G20 G25 Nominale druk GAS 20mbar 25mbar Inlichtingen installatie: Lokaal Kelder Terras Nieuw verbouwing gereinigd Ja Nee GAS G20 G25 Nominale druk GAS 20mbar 25mbar 300mbar Ontspanner:... Evenwichtsfles Ja Neen Gasfilter Ja Neen kanalisatie gas.mm Lg..m Aant bocht.. Capaciteit tampon.mm lg m Aanwezigheid hoge ventilatie Ja Neen Aanwezigheid lage ventilatie Ja Nee Gasfilter Ja Nee schoorsteen:..mm Lg stookkanaal:..m Hoogte schoorsteen:..m Aant bocht:... ECS instant Ja Nee Pomp individueel collectief Merk: Type :.... Automatische watertoevoer Ja Neen Teller aanwezig Ja Neen Opname waterteller :. Werkingsdruk (hydraulisch) :..Bar Brander: mogelijkheid uitgang Ja Nee zoniet waarom (buis, hoogte,..) :.... Regeling ketel: Externe sensor Kit communicatie Cascade Schema type nr... Sanitair sensor Kit analoge invoer 0.10V Andere:. Controles : Druk gas stroomopw bij stop:..mbar Spanningalgemene klem: P-N :.....V Onderdruk bij de buis ketel:..mbar! Respecteer de polariteit! P-T :.V Max opdracht start:.. C N-T :.V Status van het vermogen van de ketel: MINI MAXI Druk gas stroomopw ventiel (mbar) Druk gas ventiel (mbar) Druk lucht caisson (mbar) CO2 (%) / O2 (%) / / CO (ppm) Temperatuur rookgassen ( C ) Ruimtetemperatuur ( C ) Temperatuur bij start ( C ) Ionisatiestroom (µa) Rendement (%) Controles veiligheidstesten: Na de eigenlijke inwerkingstelling is het nodig de veiligstelling van de volgende elementen te veroorzaken om de goede werking ervan te controleren: Insch. /uitschakelen controller debiet Insch. /uitschakelen Pressostaat gas Standaard veilig stellen ionisatie Controle waterdichtheid aansluitbeugel schoorsteen Controle aanwezigheid terugslagklep Controle aanwezigheid sifon Hydraulisch schema te tekenen op de achterzijde van deze bladzijde Opmerkingen :... Opgelet: deze prestatie vormt in geen enkel geval een proces-verbaal van conformiteit van de ketel. Naam en ondertekening van de aanwezige personen: Naam en ondertekening van de CTA Datum in werkingstelling: technicus:... IN DE HANDLEIDING TE BEWAREN EXEMPLAAR 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 49/53
50 Klantenservice Technische Assistentie RAPPORT IN DIENSTSTELLING VAN DE KETEL MODULO CONTROL Werf (naam, adres, telefoon): Installateur (naam, adres, telefoon): Kenplaat ketel: FABRICATIENR: Model:. GAS G20 G25 Nominale druk GAS 20mbar 25mbar Inlichtingen installatie: Lokaal Kelder Terras Nieuw verbouwing gereinigd Ja Nee GAS G20 G25 Nominale druk GAS 20mbar 25mbar 300mbar Ontspanner:... Evenwichtsfles Ja Neen Gasfilter Ja Neen kanalisatie gas.mm Lg..m Aant bocht.. Capaciteit tampon.mm lg m Aanwezigheid hoge ventilatie Ja Neen Aanwezigheid lage ventilatie Ja Nee Gasfilter Ja Nee schoorsteen:..mm Lg stookkanaal:..m Hoogte schoorsteen:..m Aant bocht:... ECS instant Ja Nee Pomp individueel collectief Merk: Type :.... Automatische watertoevoer Ja Neen Teller aanwezig Ja Neen Opname waterteller :. Werkingsdruk (hydraulisch) :..Bar Brander: mogelijkheid uitgang Ja Nee zoniet waarom (buis, hoogte,..) :.... Regeling ketel: Externe sensor Kit communicatie Cascade Schema type nr... Sanitair sensor Kit analoge invoer 0.10V Andere:. Controles : Druk gas stroomopw bij stop:..mbar Spanningalgemene klem: P-N :.....V Onderdruk bij de buis ketel:..mbar! Respecteer de polariteit! P-T :.V Max opdracht start:.. C N-T :.V Status van het vermogen van de ketel: MINI MAXI Druk gas stroomopw ventiel (mbar) Druk gas ventiel (mbar) Druk lucht caisson (mbar) CO2 (%) / O2 (%) / / CO (ppm) Temperatuur rookgassen ( C ) Ruimtetemperatuur ( C ) Temperatuur bij start ( C ) Ionisatiestroom (µa) Rendement (%) Controles veiligheidstesten: Na de eigenlijke inwerkingstelling is het nodig de veiligstelling van de volgende elementen te veroorzaken om de goede werking ervan te controleren: Insch. /uitschakelen controller debiet Insch. /uitschakelen Pressostaat gas Standaard veilig stellen ionisatie Controle waterdichtheid aansluitbeugel schoorsteen Controle aanwezigheid terugslagklep Controle aanwezigheid sifon Hydraulisch schema te tekenen op de achterzijde van deze bladzijde Opmerkingen :... Opgelet: deze prestatie vormt in geen enkel geval een proces-verbaal van conformiteit van de ketel. Naam en ondertekening van de aanwezige personen: Naam en ondertekening van de CTA Datum in werkingstelling: technicus:... EXEMPLAAR BESTEMD VOOR DE INSTALLATEUR 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 50/53
51 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 51/53
52 Klantenservice Technische Assistentie RAPPORT IN DIENSTSTELLING VAN DE KETEL MODULO CONTROL Werf (naam, adres, telefoon): Installateur (naam, adres, telefoon): Kenplaat ketel: FABRICATIENR: Model:. GAS G20 G25 Nominale druk GAS 20mbar 25mbar Inlichtingen installatie: Lokaal Kelder Terras Nieuw verbouwing gereinigd Ja Nee GAS G20 G25 Nominale druk GAS 20mbar 25mbar 300mbar Ontspanner:... Evenwichtsfles Ja Neen Gasfilter Ja Neen kanalisatie gas.mm Lg..m Aant bocht.. Capaciteit tampon.mm lg m Aanwezigheid hoge ventilatie Ja Neen Aanwezigheid lage ventilatie Ja Nee Gasfilter Ja Nee schoorsteen:..mm Lg stookkanaal:..m Hoogte schoorsteen:..m Aant bocht:... ECS instant Ja Nee Pomp individueel collectief Merk: Type :.... Automatische watertoevoer Ja Neen Teller aanwezig Ja Neen Opname waterteller :. Werkingsdruk (hydraulisch) :..Bar Brander: mogelijkheid uitgang Ja Nee zoniet waarom (buis, hoogte,..) :.... Regeling ketel: Externe sensor Kit communicatie Cascade Schema type nr... Sanitair sensor Kit analoge invoer 0.10V Andere:. Controles : Druk gas stroomopw bij stop:..mbar Spanningalgemene klem: P-N :.....V Onderdruk bij de buis ketel:..mbar! Respecteer de polariteit! P-T :.V Max opdracht start:.. C N-T :.V Status van het vermogen van de ketel: MINI MAXI Druk gas stroomopw ventiel (mbar) Druk gas ventiel (mbar) Druk lucht caisson (mbar) CO2 (%) / O2 (%) / / CO (ppm) Temperatuur rookgassen ( C ) Ruimtetemperatuur ( C ) Temperatuur bij start ( C ) Ionisatiestroom (µa) Rendement (%) Controles veiligheidstesten: Na de eigenlijke inwerkingstelling is het nodig de veiligstelling van de volgende elementen te veroorzaken om de goede werking ervan te controleren: Insch. /uitschakelen controller debiet Insch. /uitschakelen Pressostaat gas Standaard veilig stellen ionisatie Controle waterdichtheid aansluitbeugel schoorsteen Controle aanwezigheid terugslagklep Controle aanwezigheid sifon Hydraulisch schema te tekenen op de achterzijde van deze bladzijde Opmerkingen :... Opgelet: deze prestatie vormt in geen enkel geval een proces-verbaal van conformiteit van de ketel. Naam en ondertekening van de aanwezige personen: Naam en ondertekening van de CTA Datum in werkingstelling: technicus:... EXEMPLAAR DAT AAN YGNIS MOET TERUGGESTUURD WORDEN 0MEM0218-P_BE-FL Handleiding voor installatie MODULO CONTROL M220-M270 BLZ. 52/53