Basisvaardigheden autotechniek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basisvaardigheden autotechniek"

Transcriptie

1 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel H1 Inleiding H2 Veilig werken 2.1 Wat ga je leren? 2.2 Waarom veilig werken? 2.3 Hoe werk je veilig? Wat betekent de afkorting PBM s Persoonlijke Beschermings Middelen. Noem vier PBM s die worden gebruikt in de autobranche. Veiligheidsschoenen; Werkkleding; Handschoenen; Veiligheidsbril; Gehoorbescherming; Lashandschoenen; Lashelm; Lasschort; Adembescherming. Wat moet je doen voordat je gereedschap gaat gebruiken? Voordat je het gereedschap gebruikt controleer je of het schoon en veilig is. Welke gevaren zijn er bij het werken met machines? Beknelling; Verwonding; Geraakt worden door bewegende onderdelen; Vergiftiging door inademen dampen. Wat geeft een brandpreventiepictogram aan? Dit geeft brandbestrijdingsmiddelen aan. 1

2 Noem drie belangrijke informatiepunten die op een etiket staan. Productnaam; Functie product; Fabrikant en contactadres; Hoeveelheid; Gebruiksaanwijzing; Gevaren symbolen. Waarvoor waarschuwt een R-zin op een etiket? De R-zinnen geven het risico(gevaar) van het product aan. 2.4 Een goede werkvoorbereiding Waarom moet een werkorder juist zijn ingevuld? De werkorder is een communicatiemiddel, het zorgt ervoor dat je de juiste werkzaamheden gaat uitvoeren aan de juiste auto. 2.5 Veiligheid, gezondheid en welzijn In welk jaar werd de eerste wet ingevoerd die echt rekening hield met veiligheid op de werkvloer? In het jaar 1934 werd de eerste wet ingevoerd die echt rekening hield met veiligheid op de werkvloer. Waar zorgt de Arbowet voor? Om werknemers te beschermen op het werk, zodat ze veilig en gezond kunnen werken. Wat wordt er beschermd door PBM s? Beschermingsmiddelen beschermen: Hoofd; Ogen; Oren; Handen; Voeten; Lichaam. Wat verstaan we onder arbeidsmiddelen? Arbeidsmiddelen zijn alle hulpmiddelen die bij het werk gebruikt worden. Gereedschappen; Machines; Installaties. 2

3 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Noem 5 punten waaraan een werkplaatsinrichting moet voldoen. Voldoende daglicht; Juiste temperatuur; Voldoende ventilatie; Goed meubilair; Goede geluidsisolatie; Juiste gereedschappen; Goede machines. Wat staat er op AI-bladen? Op de AI-bladen staat hoe je veilig en gezond werkt. 2.6 Milieu Hoeveel afval maak 1 persoon per week? Een gemiddeld persoon veroorzaakt bijna 5 kilo afval per week. Wat kunnen we in een autobedrijf doen op het milieu te sparen? Alle het gebruikte materiaal scheiden en op een milieu vriendelijke manier afvoeren zodat het gerecycled kan worden. Welke materialen kunnen we nog meer recyclen? Olie; Oliefilters; Remvloeistof; Koelvloeistof; Accu s; Brandstoffilters; Luchtfilters; Poestdoeken; Oliedoeken; Banden. Waar moeten we ons zelf en het milieu tegen beschermen? Gevaarlijke stoffen. Wat moeten we doen voordat we een vloeistof gebruiken? Lees bij gebruik van vloeistoffen altijd het etiket op de verpakking. 2.7 Praktijkopdracht persoonlijke beschermingsmiddelen Eigen antwoorden d.m.v. knipblad 1 (blz. 31) 2.8 Praktijkopdracht blusmiddelen Eigen antwoorden d.m.v. knipblad 2 (blz. 33) 3

4 2.9 Veiligheid in en om het voertuig 2.10 Wat heb je geleerd? Waarom moet er altijd veilig gewerkt worden? We moeten veilig werken om onnodig ongeval en letsel te voorkomen. Wat is de gouden regel in de werkplaats? Als je iets niet weet of begrijp moet je het altijd vragen! Wat heb je nodig om veilig te kunnen werken? Om veilig te kunnen werken heb je beschermingsmiddelen nodig. Deze middelen noem we PBM s. Wat doe je met defect gereedschap? Niet meer gebruiken en melden bij je docent of begeleider. Waarom worden er pictogrammen gebruikt in de werkplaats? Om je te waarschuwen voor mogelijke gevaren, voor het aangeven van vluchtroutes en voor brand en EHBO middelen worden er pictogrammen gebruikt in de werkplaats. Wat heb je nodig voor het juist uitvoeren van een opdracht? Een compleet ingevulde werkorder, benodigde onderdelen en gereedschappen. Noem drie onderdelen die we kunnen recyclen in de autobranche? Olie; Oliefilters; Remvloeistof; Koelvloeistof; Accu s; Brandstoffilters; Luchtfilters; Poetsdoeken; Oliedoeken; Banden. Noem vier veiligheidsmiddelen in een auto. Gordels; Ventilatiesysteem; Verlichting; Signalering; Spiegels. 4

5 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Noem zes veiligheidsmiddelen die ook belangrijk zijn om in de auto te hebben Gevarendriehoek; Veiligheidshesje; Lampenset; EHBO-trommel; Zaklamp; Brandblusser; Life-hammer; Deken; Voldoende eten en drinken. 3. De Auto 3.1 Wat ga je leren? 3.2 Waarom veilig werken? 3.3 Soorten auto s Noem twee verschillende soorten voertuigen. Personenauto; Bestelauto; Vrachtauto; Bus; Camper. Noem vier verschillende carrosserievormen. Sedan; Hatchback; Stationwagen; MPV (Multi Purpose Vehicle); Terreinauto; SUV (Sport Utility Vehicle); Coupé; Cabriolet. 5

6 3.4 Onderdelen van auto s Praktijkopdracht 1 Eigen antwoorden d.m.v. knipblad 1. Praktijkopdracht 2 Eigen antwoorden d.m.v. knipblad Verschillende soorten aandrijving. 3.6 Verschillende type motoren Noem drie verschillende brandstoffen voor een voertuig. Benzine; Diesel; Autogas (LPG); Aardgas. Noem twee manieren om een auto aan te drijven. Verbrandingsmotor; Elektromotor. Er zijn verschillende motortypes. Noem er twee. Lijnmotor; V-motor; Boxermotor. Noem drie verschillende mogelijkheden van de cilinderopstelling. Lijn; V; Boxer. 3.7 Werkorder 6

7 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel 3.8 Wat heb je geleerd? Wat is het verschil tussen een personenauto en een vrachtauto? Een personenauto vervoerd mensen een vrachtauto vervoerd vracht. Met welke type voertuigen kan je een vracht vervoeren? Personenauto; Bestelauto; Vrachtauto; Bus; Camper. Wat is er mogelijk bij een cabriolet wat niet mogelijk is bij ander voertuigen? Je kunt bij een cabriolet het dak openen, zodat de auto aan de bovenkant open is. Van waaruit wordt de linker- en rechterzijde van een voertuig bepaald? Dit wordt bepaald vanuit de bestuurdersplaats. Wat is een ander benaming voor een achterklep? Een andere benaming is een kofferdeksel. Hoe wordt een motor ook wel genoemd? Een krachtbron. Wat is een ander naam voor LPG? Liquefied Petroleum Gas (ook wel liquid propane gas). Wat is een hybride voertuig? Een verbrandingsmotor kan gecombineerd worden met een elektromotor. Hoe wordt een elektrische auto aangedreven? De elektromotor krijgt zijn energie uit een speciale accu s. Waar kan je brandstof kopen voor je voertuig? De brandstoffen zijn te koop bij een tankstation. Waarom wordt er gebruik gemaakt van een werkorder? Om een opdracht goed uit te voeren maak je gebruik van een werkorder. Noem drie gegevens die je moet invoeren op een werkorder. De naam van de monteur; De begintijd van de werkzaamheden; De kilometerstand van de auto; De gebruikte materialen en vloeistoffen; Het afvinken van de uit te voeren werkzaamheden; Eventuele opmerkingen; De eindtijd van de werkzaamheden. 7

8 4 Gereedschappen 4.1 Wat ga je leren? 4.2 Gebruik van gereedschap Waarom moet je gereedschap controleren voordat je het gebruikt? Gereedschap kan kapot zijn. Hierdoor kun je jezelf of de mensen om je heen verwonden. Waarom kost het onnodig veel werktijd als je niet het juiste gereedschap hebt gepakt? Omdat je dan steeds heen en weer moet lopen om het juiste gereedschap te pakken. Waarom moet je altijd goed passend gereedschap gebruiken? Je kunt met verkeerd gekozen gereedschap het materiaal en gereedschap beschadigen. 4.3 Veilig werken 4.4 Handgereedschap Bankhamer Waar houd je de hamer vast? Aan de achterzijde van de steel. Heeft een bankhamer een spitse of een ronde punt? Een spitse punt. Kunststofhamer Waar houd je de kunststofhamer vast? Aan de achterzijde van de steel. Waar wordt een kunststofhamer voor gebruikt? Als een onderdeel niet beschadigd mag worden. Bolhamer Waar houd je de bolhamer vast? Aan de achterzijde van de steel. Heeft een bolhamer een spitse of een ronde punt? Een ronde punt. Vuist of moker Waar houd je de vuist of moker vast? Aan de achterzijde van de steel. 8

9 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Wat is het gewicht van een vuist? gram. Metaalbeitel Waar houd je de metaalbeitel vast? Aan de zijkant. Wanneer gebruik je een metaalbeitel? Bij het los of af slaan van bouten. Doorslag Wanneer gebruik je een doorslag? Om borgpennen te monteren en te demonteren. Vijlen Waar houd je een vijl vast? Aan het handvat. Wanneer gebruik je een vijl? Om afgezaagd materiaal glad (braam vrij) te maken. Noem 3 vormen van vijlen. Platte vijl, vierkante vijl, ronde vijl (rattenstaart), halfronde vijl, driehoekige vijl. Sleutels Waar houd je de sleutel vast? Aan de achterzijde. Wanneer gebruik je een sleutel? Om bouten en moeren los en vast te draaien. Wat is belangrijk bij de keuze van een sleutel? De sleutel moet precies passen. Inbussleutels Waar houd je de inbussleutel vast? Aan de achterzijde. Wanneer gebruik je een inbussleutel? Om inbusbouten vast of los te draaien. Wat is belangrijk bij de keuze van een inbussleutel? De inbussleutel moet precies passen. Torxsleutel Waar houd je de torxsleutel vast? Aan de achterzijde. Wanneer gebruik je een torxsleutel? Om torxbouten los en vast te draaien. 9

10 Wat is belangrijk bij de keuze van een torxsleutel? De torxsleutel moet precies passen. Schroevendraaiers Waar houd je de schroevendraaier vast? Aan het handvat. Wanneer gebruik je een schroevendraaier? Om schroeven los en vast te draaien. Wat is belangrijk bij de keuze van een schroevendraaier? De schroevendraaier moet precies passen. Dopsleutel Waar houd je de dopsleutel vast? Aan het handvat. Wanneer gebruik je een dopsleutel? Om bouten en moeren los en vast te draaien. Wat is belangrijk bij de keuze van een dopsleutel? De dopsleutel moet goed passen. Tangen Waar houd je de tang vast? Aan de handvatten. Wanneer gebruik je een tang? Om te knippen, buigen, knijpen of een onderdeel vast te houden. Wat is belangrijk bij de keuze van een tang? Dat je de juiste tang gebruikt. Metaalzaag Waar houd je de metaalzaag vast? Aan de zaagbeugel en het handvat. Wanneer gebruik je een metaalzaag? Om materialen te zagen. Bankschroef Waarmee draai je de bankschroef open en dicht? De steel. Wanneer gebruik je een bankschroef? Een bankschroef gebruik je om materiaal in vast kunt klemmen om het te bewerken, zoals zagen, vijlen, schuren, slijpen, tappen en schroeven. Het is wel belangrijk om spanplaten te gebruiken om het materiaal te beschermen. 10

11 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Staalborstel Waar houd je de staalborstel vast? Aan het handvat. Wanneer gebruik je een staalborstel? Een staalborstel gebruik je om roest en aanslag te verwijderen van materiaal. Schuurpapier Wanneer gebruik je schuurpapier? Om materiaal glad (braam vrij) te maken. Pneumatische sleutel Wanneer gebruik je een pneumatische sleutel? Om bouten en moeren los en vast te draaien. Waar moet je op letten bij het gebruik van een pneumatische sleutel? Laat een pneumatische sleutel nooit losdraaien. De dop kan met hoge snelheid wegvliegen en iemand verwonden. 4.5 Wat heb je geleerd? Welke PBM s gebruik je tijdens het werken met gereedschappen en machines? Werkkleding; Veiligheidsschoenen; Handschoenen; Veiligheidsbril; Gehoorbescherming; Adembescherming; Lashelm; Lasschort; Lashandschoenen. Waar houd je een hamer vast? Aan de steel. Wanneer gebruik je een metaalbeitel? Bij het los of af slaan van bouten. Noem drie vormen vijlen. Platte vijl, vierkante vijl, ronde vijl (rattenstaart), halfronde vijl, driehoekige vijl. Wat is belangrijk als je ring- of steeksleutels gebruikt? Dat je de juiste maat ring- of steeksleutel gebruikt. Welke vorm heeft een inbussleutel? Zeskant. Noem drie soorten schroevendraaiers. Platkop, kruiskop PH en kruiskop PD. 11

12 Noem vijf verschillende tangen. Zijkniptang; Kopkniptang; Combinatietang; Waterpomptangpunttang; Gebogen punttang; Striptang; Griptang; Seegeringtang; Popnageltang. Waarvoor gebruik je een staalborstel? Een staalborstel gebruik je om roest en aanslag te verwijderen van materiaal. Wat mag je nooit doen met een pneumatische sleutel? Laat een pneumatische sleutel nooit losdraaien. De dop kan met hoge snelheid wegvliegen en iemand verwonden. 5 Auto wassen 5.1 Wat ga je leren? 5.2 Veilig werken 5.3 Schoonmaakmiddelen Waarom is het verstandig om een auto regelmatig schoon te maken? Het schoonmaken van een auto verlengt de levensduur. De auto wassen, schoonmaken en regelmatig poetsen zorgt ervoor dat de auto er goed en mooi uit blijft zien. Noem vijf schoonmaakmiddelen. Autoshampoo; Allesreiniger; Motorreiniger; Velgreiniger(zuurvrij); Glasreiniger; Autopoets; Interieurreiniger; Bekledingsreiniger; Vinylreiniger. 12

13 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Waarom is veiligheid belangrijk bij het werken met schoonmaakmiddelen? Omdat het mengen van schoonmaakmiddelen heel gevaarlijk voor je gezondheid kan zijn. Mengen is verboden! De verschillende middelen kunnen onderling een chemische reactie met elkaar aangaan. Gebruik altijd PBM s. 5.4 Gereedschappen Waar kun je een auto mee wassen? Autospons / washandschoen. Met welk gereedschap reinig je de velgen? Velgkwast / velgborstel. Waarom moet je PBM s gebruiken bij het reinigen van de velgen? Omdat het een sterk geconcentreerde reiniger is. 5.5 Wassen Voor je begint met wassen spoel je de auto af. Waarom moet je dit doen? Je verwijdert het grove vuil en het kleinere vuil kan losweken. Waarom begin je met wassen bij het dak van de auto? Omdat de auto weer vies wordt als je het dak schoonmaakt en de onderkant al hebt gewassen. Het grove vuil zit aan de onderkant van de auto. Waarom moet je de washandschoen/autospons regelmatig uitspoelen? Zo was je het vuil uit de autospons/washandschoen. Je kunt een auto niet schoonmaken met een vieze autospons/washandschoen. Op welke plaatsen van de auto gebruik je de zachte handborstel? Het deel van de auto onder de stootstrip aan de rechter- en linkerkant van de auto. 5.6 Velgen reinigen Welke PBM s gebruik je bij het reinigen van de velgen? Werkkleding, werkschoenen, handschoenen en een veiligheidsbril. Waarom gebruik je een velgkwast/velgborstel om de velgen te reinigen? Met een velgkwast/velgborstel kun je in de kleine gaatjes en hoekjes van een velg komen. 5.7 Zemen en sponningen reinigen Waarom moet je de zeem regelmatig uitwringen? Anders wordt de zeem te nat en neemt de zeem geen water meer op. Je gaat een auto afzemen. Waar begin je? Bij het dak, van boven naar beneden. Wat moet je doen voordat je een auto gaat afzemen? De auto droog trekken met een handtrekker. 13

14 5.8 Aan de slag Eigen antwoorden 5.9 Wat heb je geleerd? Waarom is het belangrijk dat je een auto regelmatig schoonmaakt? Het schoonmaken van een auto verlengt de levensduur. De auto wassen, schoonmaken en regelmatig poetsen zorgt ervoor dat de auto er goed en mooi uit blijft zien. Waar moet je op letten bij het gebruikt van reinigingsmiddelen? Dat je het etiket goed leest, waar is het reinigingsmiddel voor bedoelt. Welke PBM s je moet gebruiken. Waarom mag je schoonmaakmiddelen niet mengen? Omdat het mengen van schoonmaakmiddelen heel gevaarlijk voor je gezondheid kan zijn. Mengen is verboden! De verschillende middelen kunnen onderling een chemische reactie met elkaar aangaan. Welk schoonmaakmiddel gebruik je om een auto te wassen? Autoshampoo Je gebruikt twee emmers tijdens het autowassen. Waarom is dat? Emmer 1 handwarm water met autoshampoo, om de auto mee te wassen. Emmer 2 schoon water om de autospons of washandschoen in uit te spoelen. In welke volgorde was je een auto? Het dak; De ramen; De spiegels; De motorkap; De achterruit; Linkerzijde, voorscherm, deuren en achterscherm; Rechterzijde, voorscherm, deuren en achterscherm; Voorzijde/bumper; Achterzijde/kofferdeksel/bumper; Linkerzijde, voorscherm, deuren en achterscherm (onder de stootstrip); Rechterzijde, voorscherm, deuren en achterscherm (onder de stootstrip); Velgen. Waarom gebruik je de zachte borstel om onder de stootstrip schoon te maken? Omdat onder de stootstrip grove vuil zit, door dit vuil kan de autospons of washandschoen ernstig vervuilen/beschadigen. Welke PBM s gebruik je bij het reinigen van velgen? Werkkleding, werkschoenen, handschoenen en een veiligheidsbril. Waarom spoel je tijdens het zemen de zeem uit in schoon water? Om eventueel los vuil of autoshampoo uit de zeem te spoelen. 14

15 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Schrijf vijf schoonmaakgereedschappen op. Emmer; Waterslang; Autospons; Washandschoen; Zachte handborstel; Velgborstel; Velgkwast; Zeem; Microvezeldoek; Handtrekker. 6 Auto - interieur schoonmaken 6.1 Wat ga je leren? 6.2 Veilig werken 6.3 Schoonmaakmiddelen Waarom is het verstandig om een auto regelmatig schoon te maken? Het schoonmaken van de binnenzijde van een auto verlengt de levensduur. Het interieur regelmatig schoonmaken en stofzuigen zorgt ervoor dat de binnenzijde van de auto er goed en mooi uit blijft zien. Noem twee schoonmaakmiddelen. Glasreiniger; Interieurreiniger; Bekledingsreiniger. Waarom is veiligheid belangrijk bij het werken met schoonmaakmiddelen? Omdat het mengen van schoonmaakmiddelen heel gevaarlijk voor je gezondheid kan zijn. Mengen is verboden! De verschillende middelen kunnen onderling een chemische reactie met elkaar aangaan. Gebruik altijd PBM s. 6.4 Gereedschappen Waarom heb je een emmer nodig? Om je microvezeldoek regelmatig uit te spoelen in schoon handwarm water. 15

16 Met welk schoonmaakgereedschap reinig je de voertuigmatten? Met een mattenklopper of een uitkloprooster. Waarom moet je de ruiten na wrijven met een papieren poetsdoek? Om te voorkomen dat je strepen achter laat op de autoruiten. 6.5 Stofzuigen Waarom gebruik je verschillende mondstukken op de stofzuiger? Om op verschillende moeilijk bereikbare plaatsen ook te kunnen stofzuigen. Waar moet je op letten als je begint met het stofzuigen van een voertuig? Of de omgeving veilig is, en of de portieren volledig open kunnen. Welke twee handelingen verricht je voordat je kunt gaan stofzuigen? Je haalt losliggend afval, vuil en de automatten uit de auto. Waarom is een werkvolgorde belangrijk? Door een vaste werkvolgorde aan te houden vergeet je niets en kan je sneller werken. 6.6 Automatten reinigen Wat is de functie van automatten? De matten in de auto verzamelen het eerste vuil van je schoenen. Welke schoonmaakgereedschap gebruik je om een automat te reinigen? Een mattenklopper of een uitkloprooster. 6.7 Interieur reinigen Wat wordt door de ventilatie in het interieur geblazen? Stof wordt door de ventilatie in het interieur geblazen. Noem twee gereedschappen om het interieur te reinigen. Emmer; Microvezeldoek. Welk gereedschap gebruik je voor moeilijk bereikbare delen? Voor moeilijk bereikbare delen gebruik je een kwast. 6.8 Autoruiten reinigen 6.9 Aan de slag Eigen antwoorden 16

17 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel 6.10 Wat heb je geleerd? Waarom is het belangrijk dat je het interieur regelmatig schoon maakt? Het schoonmaken van de binnenzijde van een auto verlengt de levensduur. Het interieur regelmatig schoonmaken en stofzuigen zorgt ervoor dat de binnenzijde van de auto er goed en mooi uit blijft zien. Noem drie reinigingsmiddelen voor het interieur. Glasreiniger; Interieurreiniger; Bekledingsreiniger. Welke drie veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het werken met schoonmaakmiddelen? Voorgeschreven PBM s gebruiken; Etiket lezen; Niet mengen van schoonmaakmiddelen. Welke schoonmaakgereedschappen gebruik je bij het reinigen van het interieur. Noem er vier. Emmer; Microvezeldoek; Papieren poetsdoek; Schone poetsdoek; Mattenklopper; Uitkloprooster; Kwast; Stofzuiger. Waarom moet je altijd de omgeving controleren voordat je het interieur gaat stofzuigen? Om te controleren of de portieren volledig open kunnen en nergens tegen aan komen. Voorkom schade aan de auto! Waarom gebruik je bij het stofzuigen van het dashboard een borstel? Anders beschadig je het dashboard. Wat verwijder je uit de auto voordat je gaat stofzuigen? Je verwijdert losliggend afval, vuil en de automatten uit de auto. Eventueel ook andere spullen zoals: Paraplu, tassen e.d. Wat is de functie van de automatten? De matten in de auto verzamelen het eerste vuil van je schoenen. Met welk schoonmaakgereedschap reinig je de matten? Een mattenklopper of een uitkloprooster. Hoe komt het stof in de auto? Stof wordt door de ventilatie in het interieur geblazen. Waarom moet je een autoruit nawrijven met een papieren poetsdoek? Om te voorkomen dat je strepen achter laat op de autoruiten. 17

18 7 Auto poetsen 7.1 Wat ga je leren? 7.2 Veilig werken 7.3 Poetsmiddelen Waarom is het verstandig om de lak van een auto regelmatig te poetsen? Het poetsen van de buitenzijde van een auto verlengd de levensduur van de lak. De lak regelmatig poetsen zorgt ervoor dat het auto er goed en mooi uit blijft zien. Noem twee soorten poetsmiddelen. Cleaner/lakreiniger; Polish; Wax; Vinylreiniger; Polijstmiddel. Waarom is veiligheid belangrijk bij het werken met poetsmiddelen? Bij het gebruik van poetsmiddelen is het belangrijk om de voorgeschreven PBM s te gebruiken. Lees en bekijk daarom altijd het etiket op de verpakking. Het mengen van poetsmiddelen is verboden. 7.4 Gereedschappen Waarom heb je poetsdoeken nodig? Om het poetsmiddel in en uit de lak te wrijven. Hoe heet de machine waarmee je een auto kunt poetsen? Een poetsmachine. Waarom gebruik je twee verschillende poetsdoeken? Met een schone katoenen inpoetsdoek poets je het poetsmiddel in de lak van de auto. Met een schone zachte(pluizige)uitpoetsdoek wrijf je het poetsmiddel uit de lak van de auto. Waarom moet je regelmatig je poestdoek omdraaien? Dit doe je om te voorkomen dat je doek vol komt te zitten met poets en vuilresten. Dit kan strepen veroorzaken. Ook kan het ervoor zorgen dat je geen goede glans krijgt tijdens het uitpoetsen. Waarom moet je de lak uitwrijven met een schone poetsdoek? Omdat na het uitpoetsen van het poetsmiddel met een schone uitpoetsdoek de lak gaat glanzen. 18

19 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Noem twee gevaren bij het verkeerd gebruiken van een poetsmachine. Verbranden van de lak; Polijstbanen in de lak. Wat zijn polijstbanen? Dit zijn banen die zijn ontstaan door verkeerd gebruik van een poetsmachine. 7.5 Auto poetsen 7.6 Aan de slag Eigen antwoorden 7.7 Wat heb je geleerd? Welke taak heeft poetsmiddel? Het reinigen en beschermen van de lak. Noem drie verschillende soorten poetsmiddel. Cleaner/lakreiniger; Polish; Wax; Vinylreiniger; Polijstmiddel. Welke PBM s gebruik je bij het poetsen van een auto? Werkkleding; Veiligheidsschoenen; Handschoenen. Wat betekent het afgebeelde pictogram? Milieu gevaarlijk. Welke twee verschillende poestdoeken gebruik je bij het poetsen van een auto? Schone katoenen inpoetsdoek, schone zachte(pluizige)uitpoetsdoek. Waarop controleer je een poetsdoek voordat je hem gaat gebruiken? Controleer een poetsdoek voor het gebruik op scherpe voorwerpen (knopen e.d.) Met welke beweging wrijf je het poetsmiddel in de lak van de auto? Met een draaiende beweging. Noem twee gevaren bij het onjuist gebruiken van een poetsmachine. Verbranden van de lak; Polijstbanen in de lak. Welk hulpmiddel kun je gebruiken bij het poetsen van het dak? Een verhoging of een opstapje. 19

20 Waarom moet je voorkomen dat er poetsmiddel op kunststof delen terecht komt? Omdat dit een witte uitslag op de kunststof delen geeft die moeilijk te verwijderen is. H8 Wielen en banden. 8.1 Wat ga je leren? Waarom moet een autowiel in perfecte conditie zijn? Omdat wielen het enigste contact zijn tussen auto en wegdek. 8.2 Veilig werken 8.3 Gereedschappen en machines 8.4 Velgen Welke twee onderdelen vormen het wiel? De velg en de band vormen samen het wiel. Welke soort velg zie je vaak bij een winterband? Een stalen velg. Waarom moet je een aluminium velg goed onderhouden? Bij slecht onderhoud kan een aluminium velg gaan oxideren. Dit ontstaat als de laklaagbeschadigd wordt. Hierdoor heeft vocht de mogelijkheid om het aluminium aan te tasten. Praktijkopdracht 1 Maatvoering velg Gebruik bij deze opdracht het werkblad Prakrijkopdracht 1 Maatvoering velg. Vraag aan de docent welke drie velgen je mag gebruiken voor het aflezen van de velgmaten. Noteer de velgmaten op het werkblad bij de nummers 1 t/m Banden Noem de drie verschillende type banden. Zomerband, winterband en all-season band. Wat is tube-less? Een band zonder binnenband. 20

21 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Noem drie oorzaken van qauaplaning? Veel water op het wegdek; Versleten banden; Hoge rijsnelheid; Een licht voertuig met te brede banden; Spoorvorming in het wegdek. Wat is de profieldiepte van een nieuweband. 8 mm. Wat is de profieldiepte als de slijtage-indicator zichtbaar is? 1,6 mm. Hoeveel is 1 inch in centimeters? 2,54 cm. Bekijken de tabel van het draagvermogen. Wat is het draagvermogen van een band met de aanduiding 81? 462 kilogram. Bekijk de tabel van de maximumsnelheid. Een auto heeft een topsnelheid van 175 km/h. Welke maximumsnelheid aanduiding staat er op deze band? S. Welke drie kenmerken van een band staan er op het energielabel? Invloed op brandstofverbruik; Grip op nat wegdek; Afrolgeluid van de band. Praktijkopdracht 2 Maatvoering band Gebruik bij deze opdracht het werkblad Prakrijkopdracht 2 Maatvoering band Vraag aan de docent welke band je mag gebruiken voor het aflezen van de bandmaten. Noteer de gegevens op het werkblad bij de nummers 1 t/m 7 Welke drie kenmerken van een band staan er op het energielabel? Brandstofverbruik, grip op nat wegdek en afrolgeluid. Wat is de functie van een ventiel? Het ventieldopje voorkomt dat er vuil en water in het ventiel kan komen. Van welk materiaal is een hoge snelheidsventiel gemaakt? Metaal. Waarom is een juiste bandenspanning belangrijk? Een juiste bandenspanning is belangrijk om veilig en comfortabel te kunnen rijden. 21

22 8.6 De- en montage wielen Waarmee worden wielen vastgezet aan de auto? Met wielbouten of wielmoeren. Welke twee verschillende wielmoeren zijn er? Open wielmoer of dopmoer. Welke twee vormen wielbouten/wielmoeren zijn er? Conisch of bolvormig. 8.7 Wielen wisselen Welke PBM s gebruik je bij het wisselen van wielen? Werkkleding, veiligheidsschoenen en handschoenen. Noem drie belangrijke punten waar je op moet letten als je een wiel verwisselt. Staat de auto veilig; Gebruik PBM s; Draairichting; Profieldiepte; Beschadigingen; Bandenspanning; Aanhaalmoment wielmoeren/bouten. 8.9 Wat heb je geleerd? Uit welke twee hoofdonderdelen bestaat een wiel? Uit een velg en een band. Noem twee gereedschappen die je moet gebruiken bij het verwisselen van een wiel. Een krik en een wielmoersleutel. Noem twee soorten materiaal waarvan een velg gemaakt kan zijn. Staal en aluminium. Welk type band wordt veel in de winter gebruikt? Winterband. Met welk meetgereedschap kun je de profieldiepte van een band opmeten? Profieldieptemeter. Wat wordt er voorkomen door een ventieldopje? Dat er vuil en water in het ventiel kan komen. Waar vind je de juiste bandenspanning van een auto? Op een bandenspanningsplaatje/sticker. Waarmee worden wielen vastgezet aan de naaf van de auto? Met wielmoeren/bouten. 22

23 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Waarmee kunnen we diefstal van velgen voorkomen? Door het plaatsen van slotbouten/moeren. Met welk gereedschap zet je de wielbouten/moeren vast volgens de voorschriften? Met een momentsleutel. 9 Controleren van vloeistoffen 9.1 Wat ga je leren? Wat wordt er vaak vergeten bij een auto? Het controleren van vloeistoffen. 9.2 Veilig werken 9.3 Meetgereedschappen 9.4 Symbolen Noem twee gereedschappen om bij een auto werkzaamheden te verrichten aan vloeistoffen. Zuurweger, koelvloeistof/antivriesmeter, refractometer en een remvloeistoftester. Waarom is het mengen van vloeistoffen verboden? Bij het mengen van vloeistoffen kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Giftige dampen kunnen ontstaan. Wat kan het betekenen als er een geel lampje gaat branden op het dashboard? Als er tijdens het rijden een geel lampje gaat branden betekent dit attentie. Dit verdient aandacht. Het kan duiden op een defect (motorstoringslampje) of dient om je te herinneren dat je ergens aan moet denken (mistachterlicht, brandstofpeil, voorgloeien diesel). Praktijkopdracht 1 Symbolen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Prakrijkopdracht 1 Symbolen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. 9.5 Accu Noem de twee hoofdfuncties van de accu. Het verzorgen de stroomtoevoer in de auto als de motor uit staat. Het verzorgen voor stroom om de startmotor te laten draaien tijdens het starten. 23

24 Waarom hebben de accupolen een verschillende diameter? Om verkeerd aansluiten te voorkomen hebben de polen een verschillende diameter. Noem twee manieren om onderscheid te maken tussen de plus en de min pool. Bij een nieuwe accu is het onderscheid in de polen zichtbaar gemaakt door een kleurcode. De plus -pool heeft een rood kapje. De min -pool heeft een blauw of zwart kapje. Op de accu zelf staat ook een + teken en een teken. Hoe kan oxidatie op de accupolen voorkomen worden? Oxidatie kan voorkomen worden door de polen in te vetten met zuurvrije vaseline of accupolenvet. Waarmee mag de accu bijgevuld worden? Bijvullen van de accu kan met gedestilleerd water. Praktijkopdracht 2 Accu Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 2 Accu. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. 9.6 Verschillende vloeistoffen Noem de taak van remvloeistoftester. De voorruit reinigen en schoon te maken. Waarom is een schone voorruit belangrijk? Voor de veiligheid van jezelf en van anderen. Welke ruitensproeier vloeistof heeft een gele of roze kleur? Een normale ruitensproeiervloeistof die geschikt is voor de zomermaanden. Praktijkopdracht 3 Ruitensproeiervloeistof bijvullen en testen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 3. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Noem de taak van koelvloeistof. Motor koelen, beveiliging van de motor tegen vorst. Waar wordt koelvloeistof gekoeld? In de radiateur en door een fan. Uit welke twee stoffen bestaat koelvloeistof? Glycol en water. Praktijkopdracht 4 Koelvloeistof testen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 4 Koelvloeistof testen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Noem de hoofdtaak van motorolie. Motorblok smeren. 24

25 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Noem twee andere taken van motorolie. Opwarmen, koelen, vuil afvoer en afdichten. Waarom moet er voldoende olie in de motor zitten? Anders ontstaat er schade aan de motor. Waarvoor dient een olieaftapplug. Om de olie uit de motor te kunnen laten lopen. Wat betekent de W in de SAE15W40? W staat voor winter. Praktijkopdracht 5 Motoroliepeil controleren Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 5 Motoroliepeil controleren. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Wat is de functie van remvloeistof? De remvloeistof geeft de kracht van het rempedaal door naar de remmen. Waarom is water in de remvloeistof gevaarlijk? Water kan koken en hierdoor ontstaan luchtbellen. Met welk gereedschap test je remvloeistof? Remvloeistoftester. Wat geeft een laag remvloeistofpeil aan? Slijtage van de remblokken. Waarom mag je niet op de autolak morsen met remvloeistof? Remvloeistof tast de lak van de auto aan. Praktijkopdracht 6 Remvloeistof testen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 6 Remvloeistof testen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Waarom heeft een auto stuurbekrachtiging? Dit systeem maakt het sturen makkelijker. Het kost minder kracht om het stuur te draaien. Welke twee manieren van stuurbekrachtiging zijn er? Hydraulisch en elektrisch. Praktijkopdracht 7 Olie stuurbekrachtiging controleren Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 7 Olie stuurbekrachtiging controleren. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Waarom wordt er gebruik gemaakt van een Multi-riem? In de huidige auto s worden meerdere pompen aangedreven. Dit kost meer kracht. Hiervoor is een Multi-riem nodig. 25

26 Waarop moet een Multi-riem gecontroleerd worden? Op droogtescheuren. Praktijkopdracht 8 Multi-riem controleren Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 8 Multi-riem controleren Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. 9.7 Aan de slag Eindopdracht Voer de praktijkopdrachten 1 t/m 8 uit aan een door de docent/begeleider aangewezen auto. Doe dit volgens de stappenplannen uit praktijkopdrachten. 9.8 Wat heb je geleerd? Noem drie meetgereedschappen voor vloeistoffen. Zuurweger, koelvloeistof/antivriesmeter, refractometer en een remvloeistoftester. Wat moet je doen als er een rood lampje op het dashboard gaat branden? Zo snel mogelijk stoppen en de motor uitzetten. Welke PBM s gebruik je bij het controleren van vloeistoffen? Werkkleding, veiligheidsschoenen, schort, veiligheidsbril, handschoenen. Wat betekent het afgebeelde pictogram? [afbeelding]h9.12 Bijtende stof. Welke kleur ruitensproeiervloeistof is geschikt voor de winter? Blauw. Wat is de hoofdtaak van koelvloeistof? De motor te koelen. Waar kun je het olieniveau in de motor mee controleren? Oliepijlstok. Waarom mag je geen remvloeistof morsen? Dit tast de autolak aan. Welke twee soorten stuurbekrachtiging zijn er? Hydraulisch en elektrisch. Waar controleer je een Multi-riem op? Droogtescheuren. 26

27 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel H10 Algehele controle 10.1 Wat ga je leren? Noem drie controles die vergeten kunnen worden. ruitenwisserbladen; ruitensproeiers; steenslag; raam- en deurrubbers; lakschade; velgen/wieldoppen; kentekenplaten; verlichting Veilig werken 10.3 Gereedschappen Welke gereedschap gebruik je om een ruitensproeier af te stellen? Ruitensproeier-afstelpen Controle exterieur Waarom heeft een auto ruitenwissers? Om bij regen en sneeuw een veilig zicht door de voorruit te hebben is het belangrijk dat de ruitenwissers in goede conditie zijn. Hoe kun je controleren of een ruitenwisserblad versleten is? Door het bekijken van het slijtagepatroon van de ruitenwissers op de voorruit. Door het rubber van de ruitenwisser te beoordelen op slijtage. Welk ruitenwisserblad wordt vaak vergeten? De ruitenwisser op de achterruit. Praktijkopdracht 1 Ruitenwisserbladen vervangen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 1 Ruitenwisserbladen vervangen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Waarom is een juiste afstelling van de ruitensproeier belangrijk? De ruitensproeiervloeistof moet in het midden van de voorruit gespoten worden. Hierdoor zal de voorruit goed schoongemaakt kunnen worden door de ruitenwissers. 27

28 Praktijkopdracht 2 Ruitensproeiers afstellen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 2 Ruitensproeiers afstellen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Waarom moet een sterretje in de voorruit zo snel mogelijk gerepareerd worden? Een putje of sterretje kan uitgroeien tot een scheur. Wat is de functie van portierrubbers? De rubbers zorgen voor een lucht- en waterdichte afsluiting rondom de ruiten van de auto. Noem twee middelen om uitdroging van portierrubbers te voorkomen. Vaseline en siliconenspray. Praktijkopdracht 3 Contoleren van steenslag en rubbers Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 3 Controleren van steenslag en rubbers. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Waarmee kunnen kleine lakschades gerepareerd worden? Met een lakstift. Praktijkopdracht 4 Contoleren van steenslag en parkeerdeukjes Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 4 Controleren van steenslag en parkeerdeukjes. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Welke twee onderdelen van het wiel moeten gecontroleerd worden als iemand tegen een stoeprand is gereden? De velg en de band. Praktijkopdracht 5 Contoleren wielen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 4 Controleren wielen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Welke informatie staat op een kentekenplaat? Noem er drie. EU-symbool en landcode; Unieke code; Datum fabricage; Producent kentekenplaat; Duplicaatcode bij verlies of diefstal. 28

29 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Welke voertuigen hebben een blauwe kentekenplaat? Taxi s. Noem drie beschadigingen die een kentekenplaat niet mag hebben. Mag niet beschadigd zijn; Mag niet gebogen zijn; Mag niet gedeukt zijn; Kunststof letters mogen niet gebroken zijn; Kunststof letters mogen niet (deels) afgebroken zijn; Letters moeten leesbaar zijn. Praktijkopdracht 6 Kentekenplaten controleren Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 6 Kentekenplaten controleren. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd. Noem twee functies van verlichting op een auto. Zichtbaarheid; Signalering. Welke lampen branden er bij ingeschakeld dimlicht? Stadslicht en dimlicht (dagrijverlichting). Teken het symbool van het mistlicht voor. Noem drie type lampen die in de koplampen gebruikt worden. H1, H4 en H7. Hoeveel gloeidraden heeft een 12V 21/5W lamp? Twee gloeidraden. Praktijkopdracht 7 Gloeilampen vervangen Gebruik bij deze opdracht het werkblad Praktijkopdracht 7 Gloeilampen vervangen. Voer de opdracht uit zoals op het werkblad wordt gevraagd Aan de slag Praktijkopdracht 8 Voer de praktijkopdrachten 1 t/m 7 uit aan een door de docent/begeleider aangewezen auto. Doe dit volgens het stappenplannen uit praktijkopdrachten. 29

30 10.6 Wat heb je geleerd? Wat is een groot gevaar bij het inschakelen van het contact? Dat de auto gestart kan worden en gaat rijden. Welk gereedschap gebruik je om ruitensproeiers af te stellen? Ruitensproeier-afstelpen. Wat betekent het afgebeelde symbool? Dagrijverlichting. Waarom is het belangrijk dat ruitenwissers in goede conditie zijn? Om bij regen en sneeuw een veilig zicht door de voorruit te hebben. Noem drie verschillende plaatsen waar ruitensproeier gemonteerd kunnen zijn. Op de motorkap; Op de ruitenwisser; In het voorruitrooster. Wat kan steenslag veroorzaken in de voorruit? Dit kan een scheur veroorzaken. Wat kan je doen aan groene aanslag op ruitrubbers? Goed schoonmaken. Waarom moet lakschade snel gerepareerd worden? Dit geeft corrosie aan het plaatwerk. Waarvoor dient een wieldop? Om de wielmoeren te verbergen en als versiering. Waarvoor wordt een groene kentekenplaat gebruikt? Dit is een handelaarstekenplaat en mag alleen gebruikt worden voor een proefrit. Waar wordt een gloeilamp met oranje coating voor gebruikt? Voor de richtingaanwijzer. 30

31 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel H11 BVA Banden vervangen en wielen balanceren 11.1 Wat ga je leren? Waarom moet een band in perfecte conditie zijn? Banden zijn het enigste contact tussen auto en wegdek Velgen Welke twee onderdelen vormen het wiel? Samen vormen de velg en de band het wiel. Noem twee materiaalsoorten waarvan een autovelg gemaakt kan zijn? Staal en aluminium. Bekijk de maataanduiding; 4½Jx14H2 ET39. Wat is de betekenis van het getal 14? Velgdiameter in inch Banden Noem de drie verschillende type banden. Zomerband, winterband, all-seasonband, terreinband. Noem drie oorzaken voor een verkeerde bandenslijtage. Onjuiste bandenslijtage kan verschillende oorzaken hebben: verkeerde wieluitlijning; niet of verkeerd gebalanceerd; te lage of te hoge bandenspanning; mechanisch defect aan de wielophanging. Wat is de profieldiepte van een nieuwe band. 8 mm. Wat is de profieldiepte als de slijtage-indicator zichtbaar is? 1,6 mm. Hoe herken je de draairichting op een band? Een pijl, outside voor buiten en inside voor binnen Demontage banden Met welk gereedschap demonteer je het binnenwerk van een ventiel? Een ventielsleutel. Waarmee breng je een band op de juiste spanning? Met een pomp met drukmeter. 31

32 Wat is het gevolg van te lage bandenspanning? Bij een te lage bandenspanning zal de rolweerstand toenemen. Hierdoor zal er een hoger verbruik zijn. Ook zal de band extreem veel slijten en erg warm worden Montage baden Welke PBM s gebruik je bij het wisselen van wielen? Handschoenen, veiligheidsschoenen, overal en veiligheidsbril. Noem drie belangrijke punten waar je op moet letten als je een wiel verwisseld. Zorg ervoor dat het wiel vrij is. Plaats een bok of maak gebruik van een brug. Draag PBM s. Draai de wielmoeren los voordat het wiel vrij is Wat heb je geleerd? Wat moet je doen als je iets niet weet of begrijpt? Vragen aan docent en/of begeleider. Wat is de basis van een wiel? De velg. Noem twee type banden. Zomer- en winterband. Noem drie functies van het profiel. Het profiel heeft een aantal functies: afvoeren van water en vuil; grip op het wegdek; zorgen voor een lage rolweerstand; zorgen voor een laag geluidniveau. Noem twee oorzaken van onjuiste bandeslijtage. Onjuiste bandenslijtage kan verschillende oorzaken hebben: verkeerde wieluitlijning; niet of verkeerd gebalanceerd; te lage of te hoge bandenspanning; mechanisch defect aan de wielophanging. Wat is aquaplanning? Aquaplaning ontstaat bij veel water op het wegdek. Een versleten band kan niet voldoende water afvoeren. Hierdoor zal er een dun laagje water ontstaan tussen band en wegdek. De auto zal op deze waterlaag gaan drijven. De auto is dan onbestuurbaar. Wat is de functie van een ventieldopje? Het voorkomen van vuil in het ventiel. Noem twee plaatsen waar de bandenspanningssticker zich kan bevinden. Binnenzijde stijl bestuurder of benzineklepje. 32

33 Basisvaardigheden autotechniek Antwoordmodel Wat zal er gebeuren als de wielen niet in balans zijn? De auto zal gaan trillen en is minder goed bestuurbaar. Waarom is een aanhaalvolgorde van wielbouten/moeren belangrijk? De velg ligt niet goed tegen de naaf. Hierdoor zal het wiel gaan slingeren. 33

34 34