Gezellig samen doen. Doel: Positieve interacties stimuleren in een/uw gezin. Of: Een vakantieproject

Transcriptie

1 Gezellig samen doen Doel: Positieve interacties stimuleren in een/uw gezin Of: Een vakantieproject

2 Inleiding Zoals u op de voorpagina al kunt lezen is dit project gewoon gezellig als vakantieproject in te zetten, maar tegelijk ook te gebruiken om een meer positieve sfeer in uw gezin te bevorderen. Voor een meer positieve sfeer: Een negatieve, onderlinge sfeer kan langzaam maar zeker een gezin in sluipen. Dit kan er bijvoorbeeld mee te maken hebben dat er heftige gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in of rondom het gezin, waardoor jullie als ouders wat minder aandacht voor de kinderen hadden. Of misschien is er één speciaal kind in uw huis, die meer aandacht nodig heeft, waardoor de anderen vechten voor hun plaats in het gezin. Of misschien is er de strijd om de beste te zijn, omdat het niveau zo verschilt van broers en zussen. Eén ding staat voor u als een paal boven water: praten helpt niet, want het lijkt wel alsof ze niet anders meer kunnen, dan op elkaar vitten, niet delen en dergelijke. Misschien zijn ze het inderdaad wel een beetje verleerd Daarom is het tijd om te stoppen met praten en aan de slag te gaan en succesmomentjes te gaan creëren. In de bijlage vindt u een serie activiteiten waar kinderen meestal erg van genieten en die van makkelijk en naast elkaar spelend, naar moeilijker en écht samen spelend gaan. Maak er speciale momentjes van met uw kinderen en probeer te genieten en uw rol als politie-agent even stil te leggen. Focus op wat u aan het doen bent met de kinderen, negeer het negatieve gedrag zoveel mogelijk en benoem alles wat positief is. Waarschijnlijk zullen uw kinderen hierin mee gaan. Het doel van de activiteiten is om de kinderen en uzelf te laten merken dat samen spelen wel kan. Niet te vaak, maar zo soms op zijn tijd Daarnaast zijn de activiteiten ook gericht op het accepteren van de ander, hoe anders die het volgens jou ook doet! Daarom is het ook leuk om dat meerdere keren te benoemen tijdens het knutselen. Hij is kleiner dan jij en daarom doet hij het anders. Maar anders is niet minder mooi! Of: Kijk, wat leuk! Je ziet gelijk dat jullie heel verschillend zijn. Jij kleurt graag grof en je broertje heel netjes. Dat past bij jullie. Of: Blijkbaar wil jij graag zelf je tekening maken en vind je zus het leuk om samen te werken. Dat is allebei goed! Misschien kunnen jullie het afwisselen of kan je zus vragen wie er ook wil samenwerken? Veel (knutsel)plezier en gezelligheid gewenst. En laat me gerust weten of het gelukt is of het gezellig was en of het wat opleverde! Of juist niet! Voor de vakantie Dit project bestaat uit zes onderdelen, waardoor het mooi in te zetten is voor een zomervakantie. Natuurlijk kan het ook in kortere tijd ingezet worden, dan is het elke dag een activiteit. Maar dat is behoorlijk pittig, vermoed ik. Het is voor veel leeftijden te doen, alleen is uw hulp er wel bij nodig.

3 Activiteit 1: Een klein plekje op een groot vel Rol een lange behangrol uit op de tafel. Zet stiften klaar. Teken ongeveer gelijke vakken, zodat elk kind een eigen plek heeft. Vraag de kinderen waar ze het beste kunnen zitten op zo n manier dat ze elkaar niet in de haren zullen vliegen. Zet de kinderen vervolgens in die volgorde en check nog even of het echt een goede volgorde is zo. Jullie hebben allemaal een eigen plekje. Je mag je naam bovenaan zetten. Dat vak is van jou, daar ga jij je tekening maken. De opdracht vandaag is dat je een tekening maakt over iets leuks, wat je samen met jouw linkerbuurman/vrouw aan tafel hebt gedaan. Aan het eind mag je erboven schrijven wat je hebt getekend. Het maakt niet uit hoe je het tekent, het is altijd goed, want het is jouw tekening. Let wel op dat je niet gelijk je hele vak vol tekent, want er komen nog meer opdrachten. Jullie tweede opdracht is nu om nog een keer zoiets te tekenen, maar dan mag je zelf iemand kiezen, met wie je iets leuks hebt gedaan. Nu jullie allemaal klaar zijn, is het leuk om bij elkaar te gaan kijken. Zie je jezelf ergens? Vond je dat ook leuk? Maak zelf als ouder/verzorger/begeleider ook een rondje en geef complimenten en benoem het positieve van wat ze samen hebben gedaan. Als jer een leuke plek in huis is, kun je de behangrol daar ophangen. Anders is hij opgerold ook makkelijk te bewaren! - De kinderen hebben hun eigen plekje en zijn daar zelf de baas over. - De kinderen betrekken wel een ander op hun plekje papier, maar hebben daar zelf de regie over. - De kinderen zoeken naar positieve momenten met elkaar. - De kinderen herkennen zichzelf bij de ander op papier.

4 Activiteit 2: Positief is leuk Rol weer de lange behangrol uit op de tafel en zet stiften klaar. De kinderen mogen weer op hun eigen plekje gaan zitten. Jullie zitten weer op je eigen plekje. Vandaag gaan we deze opdracht afmaken. Het is de bedoeling dat we vandaag op zoek gaan naar leuke dingen van iemand anders, maar nu gaan we op het papier van de ander schrijven. We gaan elkaar complimenten geven! Straks mogen jullie allemaal een plekje opschuiven naar rechts. Op het stuk papier dat voor je ligt ga je zo netjes mogelijk een compliment schrijven of tekenen voor de persoon, van wie dat stuk papier is. Als iedereen klaar is, schuiven we een stukje op en zo gaan we door, tot iedereen van iedereen een compliment heeft gekregen. Voordat je de complimenten gaat geven, mag je in jouw eigen vak een aparte plek maken, waar de anderen hun complimenten op mogen schrijven. In dat vak schrijven de anderen! Laat de kinderen de complimenten voorlezen of ga langs bij alle kinderen en lees met hen mee en wees enthousiast met hen. - De kinderen laten een ander toe op hun papier met iets positiefs over hen. - De kinderen gaan respectvol en netjes om met het stuk papier van de ander. - De kinderen denken na over positieve eigenschappen of kwaliteiten van de ander. - De kinderen zien wat de anderen in hun waarderen.

5 Activiteit 3: Verschil is leuk Neem net zoveel gekleurde blaadjes mee, als dat er kinderen zijn. Vouw ze twee keer dubbel, zodat er 4 horizontale vakken ontstaan. Zet de stiften weer klaar. Zorg dat u één voorbeeld hebt, waar de kinderen naar kunnen kijken. De foto hiernaast is in één kleur, het is leuk om de kinderen hun eigen kleur te laten kiezen. Vandaag gaan we ontdekken dat verschil in mensen eigenlijk best heel leuk kan zijn. Dat het niet erg is als je anders bent dan een ander en dat je daar juist heel veel plezier mee kunt hebben. We gaan vandaag poppetjes tekenen. Eerst het hoofd, dan de buik en armen, dan de benen, dan de voeten. Je begint met één papier en die krijg je aan het eind weer terug. Zet je naam maar bovenaan het papier. Vouw het papier in vieren. Nu mag je een hoofd tekenen in het bovenste vak. Zorg dat de nek net over het randje steekt, zodat de volgende hem kan zien. Als jullie klaar zijn, vouwen jullie het hoofd om (naar achteren) en geef je de blaadjes door. Nu mag je in het vakje eronder een buik tekenen. Zorg dat je een klein stukje nek over het randje heen tekent, zodat de ander weet waar het lichaam zit. Doe datzelfde met de onderkant van de buik. Vouw de buik weg. Geef de blaadjes weer door en teken in het 3 e vakje de benen. Teken weer een klein stukje over het randje heen, zodat de ander weet waar de voeten zitten. Vouw de benen weg. Geef de blaadjes weer door en teken de voeten. Nu zijn we klaar. Zorg dat je je eigen blaadje weer voor je neus hebt en bekijk jouw grappige poppetje. Is het een mannetje met een snor en een rokje? Of een vrouw met een staart? Leg alles naast elkaar en doe net alsof jullie in een museum zijn met mooie schilderijen. Laat iedereen van jullie gezin meegenieten. Als laatste maak je een boekje. Voorop kunnen jullie bijvoorbeeld schrijven: Tentoonstelling van gekke mensen. Getekend door de familie Zo blijven de kunstwerken van iedereen. - De kinderen ervaren dat verschil niet erg is, dat je er op een goede manier om kunt lachen. - De kinderen ervaren dat goed en minder goed zijn in iets juist leuk kan zijn. - De kinderen geven hun poppetjes uit handen. - De kinderen maken met elkaar een boekje en zijn met elkaar trots op het resultaat. NB: Sommige kinderen hebben de neiging om te denken dat zij het poppetje zelf zijn en worden verdrietig als erom gelachen wordt. Om dit te voorkomen kunt u de kinderen gelijk aan het begin de poppetjes een andere naam laten geven,zodat zij weten dat ze het niet zelf zijn.

6 Activiteit 4: Levensgroot portret Rol een behangrol uit op de grond, groot genoeg voor de lengte van twee kinderen. Leg stiften (of dikke krijtjes, dat kleurt makkelijker) klaar. Leg de kinderen vooraf het volgende heel duidelijk uit: We gaan een activiteit doen, waar we heel voorzichtig bij moeten doen. Ik weet zeker dat jullie dat kunnen, maar dan moet er wel goed geluisterd worden. Als het niet lukt, dan stoppen we direct. Afgesproken? We gaan vandaag een levensgroot portret maken. Iemand mag op de behangrol gaan liggen en iemand anders gaat die persoon tekenen. Als we de omtrek hebben, gaan we de personen met elkaar inkleuren. Jullie mogen met elkaar overleggen hoe jullie in gaan kleuren. Als een fantasiefiguur, bijvoorbeeld een piraat, of precies zoals je zelf bent. Wie getekend is, is wel een beetje de baas over de plaat. De persoon die op de grond gaat liggen, mag kiezen wie hem of haar tekent. Bij deze activiteit is het belangrijk om de regie echt aan kinderen te geven, aan het kind dat getekend wordt vooral. Wie vertrouwen zij genoeg om zich door diegene te laten aanraken? Volg hen hierin! Deze hele activiteit vraagt volgen en ingrijpen op wat er gebeurd. Blijkt dat kinderen een pop inkleuren en liever naar de andere gaan, laat het hen vragen aan de andere groep. Zijn kinderen het na een tijdje zat, laat ze gaan. Knip de twee personen los van elkaar en houd ze omhoog. Bewonder ze met z n allen. Geef vervolgens de plaat aan de persoon, die het getekend heeft. Het is zijn eigendom, maar de anderen mogen natuurlijk wel altijd komen bewonderen. Uiteraard kunt u deze activiteit herhalen, als de andere kinderen het ook graag een keer willen doen! - De kinderen raken elkaar voorzichtig aan. - De kinderen zijn zelf de baas over wie hen aanraakt en hoe zij ingekleurd worden. - De kinderen overleggen en werken samen. - De kinderen zijn trots op het resultaat. NB: Let heel goed op of kinderen zich niet ongemakkelijk voelen bij het tekenen en bij de aanrakingen van de ander. Vraag zo nodig of een kind nog verder wil, als het in enthousiasme wel wilde, maar tijdens het tekenen het ongemak blijkt. Zeker wanneer kinderen seksueel of lichamelijk geweld hebben meegemaakt, kan deze activiteit te heftig voor hen zijn. NB: Let ook goed op of kinderen tijdens het tekenen geen rare seksuele grappen maken of tekenen. Wees hier eventueel vooraf al duidelijk in, als u vermoedt dat dit zal gaan spelen.

7 Activiteit 5: Let op je toon Zorg dat er kaartjes zijn, die op iemands rug geplakt kunnen worden. Schrijf hier alvast verschillende dieren op. Maak ook een setje kaarten met beroepen. Vandaag gaan we een spannend spel doen. We gaan raden bij elkaar. We beginnen met dieren. Jullie gaan in tweetallen dit spel doen. Eén krijgt een dier op zijn rug. De ander leest dit. Degene met het dier, mag nu vragen gaan stellen om te raden wat hij is. Zodra je het weet, wordt het omgedraaid en krijgt de ander een dier. Een spelregel bij dit spel is dat je op je toon let. Stel je voor dat je heel hard gaat lachen, als iemand het verkeerd raadt. Of je zegt Nee, natuurlijk niet op een onaardige toon (doe voor). Dan kan de ander rood worden of durft hij niet meer mee te doen. Dat willen we niet. Laten we ons best doen, zodat iedereen zich prettig voelt. Het tweede spel gaat iets anders, want dat doen we met z n allen. Iedereen krijgt om beurten een kaartje op de rug geplakt. Daar staat een beroep op. Je mag vragen gaan stellen om te ontdekken welk beroep het is. De groep geeft antwoord. Als het gelukt is, mag de volgende. Geef complimenten voor hoe goed het ging en noem voorbeelden van wat ze heel aardig zeiden. Geef daarna aan dat er nog één activiteit komt, die het allermoeilijkste en ook het allerleukste is! Dit is een activiteit, die twee middagen duurt! Het is een afsluiting en een beetje een feestje. Maar om bij volgende week te komen, hebt u deze komende weken wel een opdracht voor hen. Hang een briefje op met de toon maakt de muziek (of iets anders leuks). Samen met de kinderen gaat u de komende weken letten op de manier waarop u iets zegt. Let erop dat u ook zelf vriendelijk spreekt, want kinderen pakken dat er haarfijn uit! Spreek een wachtwoord af, wat gebruikt wordt als een kind onaardig/onvriendelijk praat. Als het gebeurd, zeggen u of de kinderen alleen dat woord. Verder volgt er geen straf of iets op! - De kinderen behandelen elkaar respectvol en vriendelijk. - De kinderen leren dat de toon van je woorden verschil maakt. - De kinderen hebben plezier met elkaar. - De kinderen merken dat een kwetsbare positie (alleen voor de groep staan) goed kan gaan. - De kinderen oefenen met positie innemen voor de anderen. NB: Let in deel 1 van het spel goed op of dit lukt. Stel dat de kinderen het nog lastig vinden om respectvol met elkaar om te gaan, stap dan niet over naar de hele groep.

8 Activiteit 6: Organiseer een feest Eigenlijk is hier geen voorbereiding voor nodig, alleen dat u zelf alvast nagedacht hebt over onderstaande, voor als de kinderen er niet uit komen. Leg alleen een aantal vellen wit papier en stiften klaar. Onze afsluitende activiteit is dat jullie een feest gaan organiseren! Vandaag gaan we alles organiseren, volgende week (of wanneer het beter uitkomt) zullen we het vieren met z n allen. Allereerst hebben we een thema nodig! Laat de kinderen bedenken wat voor soort feest het is. Schrijf ze allemaal op en doe ze in een doos. Het idee wat eruit komt, dat gaat het worden. Op een feest doe je leuke spelletjes, eet je lekkere dingen en nog veel meer Laten we daarom eerst eens allerlei ideeën bedenken. Die mogen jullie allemaal op dit papier schrijven! Hierna gaat u met de kinderen taken verdelen. Laat een aantal spelletjes verzinnen. Anderen bedenken welke lekkernijen er bij het thema horen (hierin kun je hen uiteraard beperken). Weer anderen zorgen voor de versiering. De komende week hebben de kinderen de tijd om bijv. naar de winkel te gaan voor het lekkers, het spelletje voor te bereiden en de versiering af te maken. Help de kinderen op gang voor zover nodig! De afsluiting is uiteraard het feest! - De kinderen leren dat voorbereiding erbij hoort en zetten dit in de week zelfstandig voort. - De kinderen werken samen in de voorbereiding. - De kinderen hebben heel veel plezier tijdens het feest en sluiten dit project leuk af.