Gebruiksaanwijzing. Drukmeetapparaat type 7 volgens ATEX-richtlijn. II 2 GD c TX

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing Drukmeetapparaat type 7 volgens ATEX-richtlijn II 2 GD c TX Types volgens ATEX Types volgens ATEX

2 Gebruiksaanwijzing type 7 volgens ATEX Pagina

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Veiligheidsinstructies 4 2. Beschrijving 4 3. Technische gegevens en beoogd gebruik 5 4. Inbedrijfstelling 8 5. Onderhoud en reiniging 8 6. Reparaties 8 7. Verwijdering 8 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX 3

4 1. Veiligheidsinstructies / 2. Beschrijving 1. Veiligheidsinstructies Pas op! Neem beslist de van toepassing zijnde nationale veiligheidsvoorschriften (bijv. EN Aanbevelingen voor keuze en inbouw van drukmeters ) in acht bij de montage, inbedrijfstelling en het gebruik van deze apparaten. Als de desbetreffende voorschriften niet in acht worden genomen, kan zwaar lichamelijk letsel en/of materiële schade ontstaan Alleen voldoende gekwalificeerd personeel mag werken met deze apparaten De actuele maximum oppervlaktetemperatuur wordt niet veroorzaakt door de meetapparaten maar vooral door de desbetreffende meetstoftemperatuur. Maximaal toegestane grenswaarden, zie tabel Beschrijving Nominale afmeting 100 en 160 mm De apparaten registreren de te meten druk met elastische plaatveer-meetelementen De meettechnische eigenschappen zijn in overeenstemming met norm EN De omhullende en onder druk staande componenten van het type 73x.31 voldoen bovendien aan de eisen van deze norm met betrekking tot veiligheidsdrukmeetapparaten met onbreekbare scheidingswand (afkorting S3). 4 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX

5 3. Technische gegevens en beoogd gebruik 3. Technische gegevens en beoogd gebruik Drukbelastbaarheid Type 73x.51/31: rustbelasting: eindwaarde van de schaal wisselbelasting: 0,9 x eindwaarde van de schaal Tabel 1: Max. bedrijfsdruk / overbelastbaarheid Drukbereiken Max. bedrijfsdruk (statische druk) Standaard optie Overbelastbaarheid, eenzijdig, tweezijdig of bidirectioneel Standaard optie tot mbar 2,5 6 2, tot mbar , mbar ,6 bar bar ,6 bar ,5 tot bar Type 73x.14: rustbelasting: eindwaarde van de schaal wisselbelasting: 0,9 x eindwaarde van de schaal Overbelastbaarheid: 40, 100, 250 of 400 bar Procesverbinding In overeenstemming met de algemene technische regels voor drukmeetapparaten (bijv. EN Aanbevelingen voor keuze en inbouw van drukmeters ). Wanneer de drukmeetapparaten ingeschroefd worden, mag de hiervoor noodzakelijke kracht niet uitgeoefend worden via de behuizing maar (met geschikt gereedschap) alleen via de hiervoor gedachte sleutelvlakken. Temperatuurinvloed Bij afwijking van de referentietemperatuur op het meetsysteem (+20 C): max. ± 0,5 %/10 K van de desbetreffende eindwaarde van de schaal IP beschermingsgraad IP 54 volgens EN / IEC (met vloeistofvulling IP 65) Bedrijfstemperatuur WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX 5

6 3. Technische gegevens en beoogd gebruik omgeving: C bij optie siliconenolievulling: C Meetstof: De toegestane meetstoftemperatuur hangt behalve van de constructie van het apparaat ook af van de ontstekingstemperatuur van de omringende ontsteekbare atmosfeer. Met beide aspecten moet rekening worden gehouden. Maximaal toegestane grenswaarden, zie tabel 2. Attentie! Bij gasvormige stoffen kan de temperatuur zich verhogen door compressiewarmte. In zulke gevallen moet evt. de drukveranderingssnelheid resp. de toegestane meetstoftemperatuur worden gereduceerd. Tabel 2: Toegestane meetstoftemperatuur Temperatuur van de omringende ontsteekbare atmosfeer (ontstekingstemperatuur) T 6 (85 C < T 100 C) +70 C T 5 (100 C < T 135 C) +85 C T 4 (135 C < T 200 C) +100 of +120 C 1) T 3 (200 C < T 300 C) +100 of +185 C 1) T 2 (300 C < T 450 C) +100 of +200 C 1) T 1 (T > 450 C) +100 of +200 C 1) Maximaal toegestane meetstoftemperatuur (in het meetsysteem) 1) De hogere waarden gelden alleen voor speciale uitvoeringen met hogere toegestane meetstoftemperaturen. Materialen Componenten die met de meetstof in contact komen: drukaansluitingen en drukkamers: roestvast staal (type 73x.51/31) meetelement 0,25 bar: roestvast staal > 0,25 bar: NiCr-legering (Inconel) Ontluchtingsnippels: roestvast staal (optie: bereiken 0,4 bar) Componenten die met de meetstof in contact komen: drukaansluitingen en drukkamer: roestvast staal (type 73x.14) meetelement: roestvast staal/nicr-legering (Inconel) Dichtringen: FPM/FKM Ontluchting van de drukkamers: Roestvast staal (optie: bereiken 0,4 bar) 6 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX

7 3. Technische gegevens en beoogd gebruik Wijzermechanisme: roestvast staal Wijzerblad en wijzer: aluminium Behuizing, houder: Venster: roestvast staal (type 73x.31: met uitblaasbare achterwand) Gelaagd veiligheidsglas Installatie Nominale positie volgens EN / afbeelding 7: 90 ( ) Procesaansluiting: onderaan Om ervoor te zorgen dat bij het type 73x.31 de druk veilig en betrouwbaar afgebouwd kan worden door de achterkant van de behuizing moet achter de behuizing een afstand van minstens 25 mm worden aangehouden! Om extra opwarming te vermijden mogen in werking zijnde apparaten niet worden blootgesteld aan directe zonnestraling! Bij gevulde uitvoeringen moet voor inbedrijfstelling het ontluchtingsventiel aan de bovenzijde van de behuizing worden geopend! Toegestane trillingsbelasting op de plaats van montage De apparaten moeten altijd worden ingebouwd op locaties zonder trillingsbelasting. Eventueel kan bijv. door een flexibele verbindingskabel van het meetpunt naar het drukmeetapparaat en de bevestiging via een bevestigingsbeugel een ontkoppeling van de inbouwlocatie worden bereikt. Indien dit niet mogelijk is, mogen de volgende grenswaarden niet overschreden worden: Ongevulde apparaten: frequentiebereik < 150 Hz (Type 732) acceleratie < 0,7 g (7 m/s2) Vloeistofgevulde apparaten: frequentiebereik < 150 Hz (Type 733) acceleratie < 4 g (40 m/s2) De vloeistofvulling moet regelmatig worden gecontroleerd. Het vloeistofpeil mag niet onder 75 % van de diameter van het apparaat vallen. WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX 7

8 4. Inbedrijfstelling Verwijdering 4. Inbedrijfstelling Bij inbedrijfstelling moeten drukstoten beslist worden vermeden. Afsluitventielen langzaam openen. 5. Onderhoud en reiniging De instrumenten zijn onderhoudsvrij. Een controle van de meter dient één tot twee keer per jaar plaats te vinden. Hiervoor moet het apparaat worden losgekoppeld van het proces en gecontroleerd met een druktestvoorziening. Reinigen van de apparaten met (in zeeploog) vochtig gemaakte doek. Meetstofresten in het drukelement kunnen gevaarlijk of giftig zijn. Dit moet in acht worden genomen als gehanteerd wordt met gedemonteerde drukmeetapparaten en ze opgeborgen worden. 6. Reparaties Reparaties dienen alleen te worden uitgevoerd door de fabrikant of adequaat geschoold personeel. Voor andere specificaties raadpleegt u de WIKA-gegevensfiche voor de desbetreffende basismanometer: Type 73x.51 en 73x.31: gegevensblad PM Type 73x.14: gegevensblad PM Verwijdering Verwijder componenten van het apparaat en verpakkingsmateriaal in overeenstemming met de geldende regionale of nationale voorschriften voor de behandeling en verwijdering van afval in het leveringsgebied. 8 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX

9 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX 9

10 10 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX

11 WIKA gebruiksaanwijzing drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX 11

12 Andere WIKA-vestigingen wereldwijd vindt u op Technische wijzigingen voorbehouden. WIKA Benelux Newtonweg WX Echt Tel Fax info@wika.nl 12