Transmissiesysteem op zee Borssele

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Transmissiesysteem op zee Borssele"

Transcriptie

1 Vastgestelde notitie reikwijdte en detailniveau Milieueffectrapport Transmissiesysteem op zee Borssele Ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu Juli 2015

2 Onderdelen 1. Vaststelling definitieve notitie reikwijdte en detailniveau milieueffectrapport 3 Transmissiesysteem op zee Borssele 2. Advies Commissie voor de milieueffectrapportage kavelbesluiten wind op zee Borssele 4 3. Concept notitie reikwijdte en detailniveau Nota beantwoording van de zienswijzen 64 Notitie reikwijdte en detailniveau transmissiesysteem op zee Borssele 5. Inspraak- en reactiebundel 94 Milieueffectrapport Transmissiesysteem op zee Borssele 2

3 1. Vaststelling definitieve notitie reikwijdte en detailniveau milieueffectrapport transmissiesysteem op zee Borssele De onderhavige notitie is de notitie reikwijdte en detailniveau ten behoeve van het milieueffectrapport voor het beoogde transmissiesysteem op zee Borssele. Op 12 maart 2015 is kennis gegeven van het voornemen om een milieueffectrapport op te stellen voor een transmissiesysteem op zee Borssele ten behoeve van de windparken op zee Borssele. Hiertoe hebben van vrijdag 13 maart 2015 tot en met donderdag 23 april 2015 stukken ter inzage gelegen, waaronder de concept notitie reikwijdte en detailniveau. Een ieder is gedurende die periode in de gelegenheid gesteld zienswijzen daarop in te dienen. De Belgische overheid is betrokken in het kader van het ESPOO verdrag via de Federale Overheidsdienst Leefmilieu. Tevens zijn de betrokken bestuursorganen en wettelijk adviseurs geraadpleegd over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Ook is de Commissie voor de m.e.r. om advies gevraagd. Binnen de inspraaktermijn zijn in totaal 28 unieke zienswijzen en 9 reacties ontvangen. Het advies van de Commissie van de m.e.r. wordt integraal overgenomen en maakt daarmee deel uit van de notitie reikwijdte en detailniveau. Het advies van de Commissie voor de m.e.r. treft u aan in onderdeel 2 van deze notitie. De concept notitie reikwijdte en detailniveau, die onderdeel uitmaakt van de onderhavige notitie reikwijdte en detailniveau, is opgenomen in onderdeel 3. Onderdeel 4 bevat een overzicht en een samenvatting van de ontvangen zienswijzen, reactie en adviezen, alsmede de beantwoording daarvan. Per element van de zienswijze, reactie of advies wordt in de beantwoording beargumenteerd aangegeven of deze al dan niet zullen worden meegenomen in het MER. De adviezen van de wettelijk adviseurs en alle zienswijzen die van toepassing zijn op deze notitie reikwijdte en detailniveau en de reacties daarop zijn opgenomen in onderdeel 5. De onderhavige notitie reikwijdte en detailniveau wordt hierbij vastgesteld. Den Haag, De Minister van Economische Zaken, H.J.G.Kamp Datum De Minister van Infrastructuur en Milieu, Mw. drs. M.H. Schultz van Haegen Datum Milieueffectrapport Transmissiesysteem op zee Borssele 3

4 Transmissiesysteem op Zee (ToZ) Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 28 april 2015 / rapportnummer

5

6 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) TenneT wil toekomstige windparken bij Borssele aansluiten op het elektriciteitsnet. TenneT krijgt hiervoor in het wetsvoorstel Windenergie op Zee een wettelijke taak. Om deze parken aan te sluiten moeten een zogenaamd transmissiestation op zee (ToZ) en een kabel naar het vaste land gebouwd worden. Ook het hoogspanningstation Borssele wordt aangepast. De ministers van Economische zaken en van Infrastructuur en Milieu besluiten binnenkort over het hiervoor benodigde inpassingsplan en diverse vergunningen. Voorafgaand worden de milieugevolgen hiervan onderzocht in een MER. De ministers hebben de Commissie 1 gevraagd te adviseren over de inhoud van dit rapport. De Commissie vindt dat de concept notitie reikwijdte en detailniveau (verder NRD) al een goed overzicht geeft van het project. De te onderzoeken tracéalternatieven voor de kabel naar het vaste land lijken realistisch. 2 De Commissie verwacht dat met de voorgestelde aanpak in de NRD - door zowel landtracés als watertracés te onderzoeken - de bandbreedte aan milieueffecten goed in beeld gebracht wordt. De NRD bevat verder een goede aanzet voor een beoordelingskader. Het MER wordt de komende periode opgesteld en vervolgens door de Commissie getoetst. De Commissie beschouwt op dat moment de volgende punten als essentiële informatie in het milieueffectrapport (MER). Dat wil zeggen dat, voor het meewegen van het milieubelang in de besluitvorming, het MER straks in ieder geval onderstaande informatie moet bevatten: Een duidelijke en volwaardige vergelijking van de milieueffecten van de vier tracéalternatieven (ondersteund door kaartmateriaal) en het voorkeursalternatief (VKA); Inzicht in de risico s op het bloot komen liggen van kabels, mogelijke maatregelen om deze risico s te beheersen en de milieueffecten van deze maatregelen; Een beschrijving van de gevolgen van de tracés voor (beschermde) natuur. Ga in de Passende beoordeling in op de gevolgen voor habitats en soorten van de mogelijk beïnvloede Natura 2000-gebieden in Nederland en België. Besluitvormers en insprekers lezen in de eerste plaats de samenvatting van het MER. Daarom verdient dit onderdeel bijzondere aandacht. De samenvatting moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. In de volgende hoofdstukken beschrijft de Commissie in meer detail welke informatie het MER moet bevatten. De Commissie bouwt in haar advies voort op de NRD. Dat wil zeggen dat ze in dit advies niet ingaat op de punten die naar haar mening in de NRD voldoende aan de orde komen. 1 De samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens staan in bijlage 1 van dit advies. Projectgegevens en bijbehorende stukken, voor zover digitaal beschikbaar, zijn ook te vinden via door in het zoekvak het projectnummer 3025 in te geven. 2 Diverse zienswijzen vragen aandacht voor één of meerdere van deze alternatieven. -1-

7 2. Achtergrond en besluitvorming 2.1 Achtergrond Geef in het MER een kort overzicht van de achtergronden van het wetsvoorstel Windenergie op Zee en de nieuwe rol van TenneT. Leg kort uit waarom gekozen is voor aantakken op het hoogspanningsnetwerk bij Borssele. Ga kort in op de keuze voor wisselstroom en voor welke voltages, en de effecten die deze keuze heeft op de omvang van de magneetveldzone. Geef in het MER een globale doorkijk naar mogelijkheden van een toekomstig netwerk van stopcontacten op de Noordzee voor offshore windenergie. Leg uit waarom het ontwerp van ToZ-Borssele hier wel of niet rekening mee houdt. 2.2 Besluitvorming Neem in het MER een overzicht op van de te nemen besluit(en) en een globale tijdsplanning daarvoor. Laat schematisch zien hoe de uitrol van offshore windparken conform de systematiek van het wetsvoorstel Windenergie op zee in zijn werk gaat. Beschrijf in het MER het traject van vervolgbesluitvorming over de tracés. Welke besluiten zijn daarbij nog aan de orde? 3. Voorgenomen activiteit en alternatieven 3.1 Voornemen en alternatieven De NRD geeft op figuur 2.7 een overzicht van de te onderzoeken tracé-alternatieven van de kabel van het ToZ naar het vaste land bij Borssele. Dit biedt een goede basis voor het op te stellen MER. De Commissie vindt de milieuvergelijking van alle vier de tracéalternatieven belangrijk. Hierdoor geeft het rapport straks een goed beeld van de (milieu)voor- en nadelen van de tracés voor de te maken afweging. Het was de Commissie niet duidelijk of en waar (gedeeltes van) het landtracé bovengronds of ondergronds worden aangelegd. De Commissie heeft dit nagevraagd bij TenneT; hieruit blijkt dat alle tracés volledig ondergronds lopen. De Commissie adviseert dit in het MER duidelijk te vermelden. Laat in het MER de vergelijking van de tracés overzichtelijk op kaart en in tabellen zien en vermeld de argumenten voor de selectie van het voorkeursalternatief (VKA). -2-

8 Platform Uit de NRD wordt nog niet duidelijk hoe platform(s) voor een ToZ er kunnen gaan uitzien. De Commissie adviseert in het MER een indruk te geven van de platforms en daarbij in te gaan op kleur, vorm en verlichting. Geef hierbij aan: in hoeverre platforms overdag en s nachts zichtbaar kunnen zijn vanaf de kust (ook in combinatie met straks aanwezige windturbines, waarvoor dit ToZ aangelegd wordt en bij verschillende weersomstandigheden); de aard en omvang van het bezoek aan het platform en van onderhoudswerkzaamheden. Aanpassing hoogspanningstation Borssele De Commissie heeft voor de aanpassing hoogspanningstation Borssele geen aanvullingen op de voorgestelde aanpak in de NRD. 3.2 Aandachtspunten bij alternatieven De NRD geeft aan dat in het MER aanlegvarianten voor de kabel en voor de fundering van het ToZ-platform worden onderzocht. De Commissie adviseert in aanvulling hierop in het MER speciale aandacht voor: de diepteligging van de kabels in het Westerschelde tracé omdat bij dit tracé-alternatief de meest actieve sedimentatie en erosie wordt verwacht, waardoor geulen dieper kunnen worden en/of zich kunnen verleggen gedurende de levensduur van de kabel; de aanlegperiode in verband het doorkruisen van beschermde natuurgebieden. In sommige periodes zijn de aanwezige natuurwaarden namelijk minder kwetsbaar; de kleuren licht die op het platform kunnen worden gebruikt (groen, blauw met mogelijke voordelen voor vogels) 3 ; eventuele mogelijkheden om huidige bovengrondse trajecten te combineren met de voorziene ondergrondse trajecten waardoor masten geamoveerd kunnen worden. Dit kan leiden tot milieuvoordelen voor het landschap. 3.3 Referentie Beschrijf de bestaande toestand van het milieu in het studiegebied en de te verwachten milieutoestand als gevolg van de autonome ontwikkeling, als referentie voor de te verwachten milieueffecten. Daarbij wordt onder de 'autonome ontwikkeling' verstaan: de toekomstige ontwikkeling van het milieu, zonder dat de voorgenomen activiteit of één van de alternatieven wordt gerealiseerd. Ga bij deze beschrijving uit van ontwikkelingen van de huidige activiteiten in het studiegebied en ook van nieuwe activiteiten waarover reeds is besloten of waarvan redelijkerwijs mag worden verondersteld dat deze doorgaan. 4 3 Vogels kunnen door rood en wit licht gedesoriënteerd raken terwijl dit bij blauw en groen licht minder het geval is. Zie bijvoorbeeld Poot, H., Ens, B. J., de Vries, H., Donners, M. A., Wernand, M. R., & Marquenie, J. M. (2008). Green light for nocturnally migrating birds. Ecology and Society, 13(2), Het lijkt hierbij logisch uit te gaan van de situatie waarin het wetsvoorstel Windenergie op Zee al van kracht is en dat de niet gebruikte huidige vergunningen voor windparken en kabeltracés (die waarschijnlijk met deze wet vervallen) geen rol meer spelen in de referentiesituatie. -3-

9 4. Bestaande milieusituatie en milieugevolgen Maak bij de beschrijving van de milieueffecten per tracé onderscheid tussen de effecten: tijdens de aanlegfase; tijdens de gebruiksfase, inclusief onderhoud- en reparatiewerkzaamheden (daarbij uitgaand van de economische levensduur van de kabel) en verstoring door elektrische en magnetische velden. Betrek hierbij het risico op beschadiging en blootlegging van de kabel(s); na buitengebruikstelling van de kabel(s), verwijderen of laten liggen. Voor de milieuaspecten die niet in dit hoofdstuk worden genoemd, vindt de Commissie de uitwerking zoals de NRD voorstelt adequaat. 4.1 Bodem en water Morfologie (zeegedeelte) Maak in het MER ter onderbouwing van de diepte waarop de kabels zullen worden gelegd - een voorspelling van de morfologische veranderingen welke tijdens de levensduur van de kabels zijn te verwachten. Geef daarbij met behulp van duidelijk kaartmateriaal voor het zeetraject per alternatief inzicht in: de aanwezigheid, de diepte en de activiteit van geulen; de gevolgen van lokale erosie en sedimentatie processen. Dit type processen kan zorgen voor een diepere begraving van de kabels (positief effect) of juist voor erosie, waardoor het risico op blootspoelen toeneemt (zoals aan de randen van de buitendelta, in en langs geulen én in geval van zich verleggende geulen). Ga in op migratie van bestaande geulen en het ontstaan van nieuwe geulen, waardoor kabels in de komende decennia bloot kunnen komen te liggen. Archeologie De NRD geeft aan dat kwalitatief ingegaan zal worden op archeologie. Het zeegebied voor de kust van Walcheren is vrij ondiep en was mogelijk vroeger bewoond, waardoor er een kans is dat waardevolle elementen worden aangetroffen. Geef in het MER inzicht in de kansen dat tijdens de aanleg van de kabels archeologische en andere cultuurhistorisch waardevolle elementen worden verstoord. Vertroebeling De kust van Walcheren heeft een complexe Holocene geschiedenis en in de ondergrond komen fijnkorrelige lagen voor die bij aansnijding tijdens het baggeren voor extra vertroebeling kunnen zorgen. Locaties en dieptes van fijnkorrelige eenheden zijn voor een groot deel af te leiden uit kaartmateriaal van TNO (en de vroegere Rijks Geologische Dienst). 5 5 Zie bijvoorbeeld: en -4-

10 Geef in aanvulling op de aanpak uit de NRD in het MER aan of bij het ingraven van kabels fijnkorrelige lagen van de zeebodem worden aangesneden die gemakkelijker erodeerbaar zijn en of dit kan leiden tot extra erosie en vertroebeling. Geef in dat geval een inschatting van deze verhoogde slibgehaltes (en ook extra erosie) en de mate en duur van de vertroebeling. Grondwateronttrekkingen Geef in het MER een overzicht van de eventuele beïnvloeding van het grondwaterpeil gedurende het aanleggen van het landtracé. Laat op kaart zien waar (eventueel) grondwaterniveaus beïnvloed worden en/of zoute kwelstromen versterken. Geef - indien relevant - aan of deze beïnvloeding door maatregelen voorkomen of teniet gedaan kan worden. Afhankelijk van deze analyse en het in dit advies genoemde natuuronderzoek kan het nodig zijn om aanvullend op de voorgestelde aanpak in de NRD het grondwateronderzoek kwantitatief uit te voeren. 4.2 Natuur Beschrijving ingreep-effectrelaties Geef de beschermde natuurgebieden waaronder Natura 2000-gebieden en gebieden behorende tot het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS) in het studiegebied aan op kaart en ga per tracé in op de potentiële ingreep-effectrelaties in de aanleg- en exploitatiefase. Doe dit afzonderlijk voor gebieden op land (inclusief zoete/brakke wateren waaronder Veerse Meer) en op zee (inclusief Westerschelde). Beschrijf hierbij de doorlooptijd van de aanlegwerkzaamheden. Houd ook rekening met indirecte effecten via de voedselketen. Een voorbeeld zijn mogelijke gevolgen van veranderingen in de schelpenbanken voor de beschikbaarheid van voedsel voor vogels. 6 Mariene en estuariene natuur: Ga in het MER voor alle tracés in ieder geval in op de ingreep-effectrelaties bij: verstoring door onderwatergeluid (aanleg funderingen, transmissiesysteem en kabels); verstoring van vogels en zeehonden door licht, beweging en bovenwatergeluid; vertroebeling, waarbij mogelijk bodemleven zoals benthos bedekt kan worden 7. Ga hierbij na in welk seizoen extra vertroebeling tijdens het uitgraven van het tracé het minst schade toebrengt aan de natuur; veranderingen in het bodemreliëf (door vergraving) en de eventueel daaraan verbonden gevolgen voor de structuur en functie van habitattypen en bodemleven; de eventuele aantrekkende werking in de exploitatiefase (het gebruik van platform door vogels). 6 In het kader van toekomstige kavelbesluiten en het kader ecologie en cumulatie is hiervoor begin 2015 al veel basisinformatie beschikbaar gekomen die mogelijk hergebruikt kan worden. 7 Dit kan met name in ondiepe gedeeltes voor de Zeeuwse kust spelen, in de diepere gedeeltes zal door de verbinding met open zee en de sterke eb en vloed vertroebeling snel verdwijnen. -5-

11 Natuur op land inclusief zoete/brakke wateren: Ga in het MER voor alle tracés in ieder geval in op de ingreep-effectrelaties bij: verstoring door aanlegwerkzaamheden waaronder geluid (in ieder geval voor het Veerse Meer ook onderwatergeluid), bijvoorbeeld verstoring van foerageer- of rustlocaties; vertroebeling van het Veerse Meer, waarbij mogelijk bodemleven dat als voedsel voor vogels dient - zoals schelpenbanken of onderwaterbegroeiing - bedekt kan worden; verstoring door licht, beweging en bovenwatergeluid van vogels; (tijdelijke) veranderingen in grondwaterpeil en (tijdelijk) ruimtebeslag. De Commissie verwacht dat de effecten op natuur in ieder geval in het Veerse Meer afhankelijk zullen zijn van het seizoen waarin de werkzaamheden plaats vinden Gevolgen voor soorten Beschrijf voor de verschillende ingreep-effectrelaties welke beschermde soorten (en eventuele overige relevante soorten waaronder schelpdieren/visfauna) beïnvloed kunnen worden. Ga na in hoeverre hierdoor de gunstige staat van instandhouding van soorten in het geding kan zijn, ook rekening houdend met cumulatie met windparken en andere relevante activiteiten). Breng indien relevant mitigerende maatrelen in beeld. Houd bij Bruinvis ook rekening met de bepalingen vanuit ASCOBANS Gebiedenbescherming Gevolgen voor Natura 2000-gebieden (Passende Beoordeling ) Ga via een (vormvrije) voortoets na bij welke Natura 2000-gebieden significante gevolgen op voorhand niet zijn uit ter sluiten, ook rekening houdend met externe werking. De Commissie verwacht dat in ieder geval de Voordelta, Vlakte van de Raan, Westerschelde, Veerse meer en De Manteling van Walcheren aan bod moeten komen. Aandachtspunt voor de Passende Beoordeling is de complexiteit van estuariene natuur, bijvoorbeeld beïnvloeding van hoogwatervluchtplaatsen en indirecte effecten via de voedselketen 9. Houd bij het Veerse Meer ook rekening met rui-locaties en slaapplaatsen van de vogelsoorten voor zover genoemd in het aanwijzingsbesluit. Mitigerende maatregelen kunnen hierbij worden betrokken mits duidelijk is hoe bij de beoordeling wordt omgegaan met onzekerheden in milieueffecten en effectiviteit van mitigerende maatregelen. Indien (ook met mitigerende maatregelen) aantasting van natuurlijke kenmerken niet is uit te sluiten, geef dan aan hoe daarmee wordt omgegaan. Overige beschermde gebieden Beschrijf de gevolgen voor het onderwaterleven en vogels in Gebieden met Bijzondere Ecologische waarden (Zeeuwse Banken) en de gebieden behorende tot de NNN (EHS). Beschrijf voor de relevante gebieden of de wezenlijke kenmerken en waarden beïnvloed worden en geef aan of ruimtebeslag aan de orde is en of de spelregels EHS dienen te worden doorlopen. 8 Overeenkomst inzake de instandhouding van kleine walvisachtigen in de Oostzee, NO-Atlantische Oceaan, Ierse Zee en Noordzee (Agreement on the conservation of small cetaceans of the Baltic, North East Atlantic, Irish and North Seas). Zie bijvoorbeeld passages hierover in het in ontwikkeling zijnde Kader Ecologie en Cumulatie (KEC). 9 Bijvoorbeeld veranderingen in voedselbeschikbaarheid en bereikbaarheid (vermindering doorzicht voor watervogels). -6-

12 5. Overige aspecten 5.1 Vorm en presentatie Bijzondere aandacht verdient de presentatie van de vergelijkende beoordeling van de alternatieven. Presenteer de vergelijking bij voorkeur met behulp van tabellen, figuren, kaarten en ander beeldmateriaal (van de platforms op zee en aanlegtechnieken). Zorg ervoor dat: het MER zo beknopt mogelijk is, onder andere door achtergrondgegevens niet in de hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te nemen; een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst zijn opgenomen; recent, goed leesbaar kaartmateriaal is gebruikt, met duidelijke legenda. 5.2 Samenvatting van het MER De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers en het verdient daarom bijzondere aandacht. Het moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de belangrijkste zaken zijn weergegeven, zoals: de belangrijkste effecten voor het milieu bij het uitvoeren van het voorkeursalternatief (VKA) en de onzekerheden en leemten in kennis die daarbij aan de orde zijn; de vergelijking van de tracés en de argumenten voor de selectie van het VKA. 5.3 Leemten in milieu-informatie Voor het onderdeel leemten in milieu-informatie heeft de Commissie verder geen aanbevelingen naast de wettelijke voorschriften. -7-

13

14 BIJLAGE 1: Projectgegevens reikwijdte en detailniveau MER Initiatiefnemer: TenneT Bevoegd gezag: de minister van Economische Zaken, de minister van Infrastructuur en Milieu Besluit: inpassingsplan en diverse vergunningen Categorie Besluit m.e.r.: plan-m.e.r. vanwege kaderstelling voor categorie C24/D24.2 plan-m.e.r. vanwege passende beoordeling Activiteit: Bouw van transmissiestation op zee (ToZ) en een kabel naar het vaste land en aanpassing hoogspanningstation Borssele Procedurele gegevens: aankondiging start procedure in de Staatscourant van 12 maart 2015 ter inzage legging van de informatie over het voornemen: 13 maart t/m 23 april 2015 adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.: 26 februari 2015 advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht: 28 april 2015 Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. Bij dit project bestaat de werkgroep uit: prof. dr. P.L. de Boer dr. Th. Fens drs. S.J. Harkema (secretaris) dr. C.A. Linse (voorzitter) ing. R.L. Vogel Werkwijze Commissie bij advies reikwijdte en detailniveau: In dit advies geeft de Commissie aan welke onderwerpen naar haar mening behandeld dienen te worden in het MER en met welke diepgang. De Commissie heeft de hierna genoemde informatie van het bevoegde gezag ontvangen. Deze informatie vormt het uitgangspunt van haar advies. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie op de pagina Commissie m.e.r.

15 Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advies: Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau in het kader van de m.e.r.procedure Transmissiesysteem op zee Borssele (niet gedateerd). De Commissie heeft kennis genomen van 8 zienswijzen en adviezen, die zij tot en met 20 april 2015 van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Zij heeft deze, voor zover relevant voor m.e.r., in haar advies verwerkt. De zienswijzeperiode liep door tot 23 april 2015, eventuele zienswijzen die na 20 april ingediend zijn heeft de Commissie daardoor niet kunnen meenemen in haar advies.

16

17

18

19 Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Transmissiesysteem op Zee (ToZ) ISBN:

20 Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele

21 Type hier de hoofdstuk titel 2 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

22 Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Concept notitie reikwijdte en detailniveau 3

23 4 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

24 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en achtergrond Nut en noodzaak M.e.r.-procedure M.e.r.-plicht M.e.r.-procedure Inspraak en advies Vervolgbesluiten en rijkscoördinatie Leeswijzer 11 2 Voorgenomen activiteit tracéalternatieven en varianten Voorgenomen activiteit Twee offshore platforms Vier kabelsystemen op zee Vier onshore kabelsystemen Uitbreiding van 380 kv hoogspanningsstation Borssele Studie- en plangebied Ontwikkeling alternatieven en varianten Te onderzoeken alternatieven en varianten Tracéalternatieven en varianten Aanlegvarianten Voorkeursalternatief en Passende Beoordeling 22 3 Werkwijze milieubeoordeling Milieueffecten Beoordelingskader Kennisleemten, monitoring en evaluatie 27 4 Beleid, regelgeving en procedures Meest relevante regelgeving en beleid Procedures 31 Bijlage 1 32 Bronnen 33 Bijlage 2 34 Begrippen 35 Bijlage 3 38 Procedure m.e.r. 39 Concept notitie reikwijdte en detailniveau 5

25 1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een algemene toelichting op het project en de procedures voor de netaansluiting van de offshore windturbineparken Borssele op het hoogspanningsstation Borssele van TenneT T.S.O. op land. Dit wordt verder transmissiesysteem op zee (TOZ) Borssele genoemd. Allereerst is ingegaan op de aanleiding en achtergrond van het project en hoe dit project past in de rijkscoördinatieregeling en het inpassingsplan (paragraaf 1.1). Vervolgens is ingegaan op de nut en noodzaak en de doelstellingen van het TOZ (paragraaf 1.2). Hierna volgt een toelichting op de m.e.r.-procedure (paragraaf 1.3), is kort beschreven op welke manier inspraak en advies wordt gecoördineerd (paragraaf 1.4), welke vervolgbesluiten genomen dienen te worden op basis van deze concept notitie reikwijdte en -detailniveau (NRD) (paragraaf 1.5) en tot slot volgt een leeswijzer voor de volgende hoofdstukken van deze notitie (paragraaf 1.6). 6 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

26 1.1 Aanleiding en achtergrond Windenergie op zee Nederland heeft doelstellingen geformuleerd en in Europees verband afspraken gemaakt voor het realiseren van de opwekking van duurzame hernieuwbare energie. Windenergie speelt daarin een prominente rol. Naast windenergie op land zijn ook doelstellingen geformuleerd voor windenergie op zee. Recent zijn deze doelstellingen herzien en concreet gemaakt in het Energieakkoord voor duurzame groei (SER, 2013). Er is afgesproken dat MW aan windvermogen op zee operationeel is in Op dit moment is er MW gerealiseerd of in aanbouw. Dit betekent dat er vanaf 2015 dus nog MW gerealiseerd moet worden. Een belangrijke pijler in het Energieakkoord is kostenreductie van windenergie op zee. De overheid heeft besloten om de uitrol van MW te realiseren met een nieuw uitgiftesysteem voor windparken op zee met als uitgangspunt een gemiddelde kostprijsreductie van wind op zee van 40% over de periode Hiervoor is het wetsvoorstel windenergie op zee 1 in voorbereiding; deze wet biedt het rijk de mogelijkheid kavels uit te geven voor de ontwikkeling van windparken op zee. Kavels en windparken Windparken mogen alleen gebouwd worden op locaties (kavels) die door het rijk zijn aangewezen in een kavelbesluit. Kavels worden uitsluitend aangewezen binnen een gebied dat is aangeduid in het nationaal waterplan. In het kavelbesluit wordt bepaald waar en onder welke voorwaarden een windpark gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Na een kavelbesluit volgt vergunningverlening. Alleen de vergunninghouder heeft het recht om op de locatie van de kavel een windpark te bouwen en te exploiteren. Voor de kavelbesluiten in het algemeen en voor de kavelbesluiten voor windenergiegebied Borssele in het bijzonder wordt een aparte m.e.r.-procedure doorlopen. Op 26 september 2014 heeft het kabinet besloten om de doelstelling van MW te realiseren in drie gebieden, te weten Borssele, Hollandse Kust Zuid Holland en Hollandse Kust Noord Holland (de routekaart voor windenergie op zee (Staten Generaal, vergaderjaar 2014/2015, , nr. 11)). Daarbij is besloten dat het windenergiegebied Borssele als eerste ontwikkeld gaat worden met daarbij een netaansluiting naar het 380 kv hoogspanningsstation Borssele. Het windenergiegebied Borssele biedt ruimte aan MW windvermogen. De routekaart geeft aan dat de uitrol hiervan in 2015 en 2016 aanvangt. Transmissiesysteem op zee In het wetsvoorstel windenergie op zee heeft TenneT T.S.O. (hierna TenneT) de wettelijke taak gekregen om voorbereidende handelingen te treffen voor de aanleg van het transmissiesysteem op zee; dit zijn de verbindingen voor het transport van elektriciteit die wordt opgewekt in de toekomstige windenergiegebieden. Het gaat daarbij onder meer om het voorbereiden van planologische besluiten en vergunningaanvragen. TenneT zal voor de extra MW in totaal vijf gestandaardiseerde platforms plaatsen, elk met een capaciteit van 700 MW en met twee 220 kv-kabels aangesloten op het landelijke hoogspanningsnet. De windturbines in de aangewezen gebieden worden direct aangesloten op het TenneT platform zodat een verzamelplatform bij de windparken zelf overbodig is, hetgeen tot kostenreductie leidt. Transmissiesysteem op zee Borssele TenneT is initiatiefnemer van het voornemen het transmissiesysteem op zee Borssele (verder TOZ Borssele). In Figuur 1.1 zijn de onderdelen TOZ Borssele schematisch weergegeven. 1 Het wetsvoorstel Windenergie op zee is op 17 oktober 2014 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2014/15, , nrs. 1-2 en verder) en treedt naar verwachting in juli 2015 in werking. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 7

27 Figuur 1.1 Onderdelen project TOZ Borssele (in de figuur gedefinieerd als TenneT net op zee ) TOZ Borssele bestaat uit de volgende vier hoofdonderdelen, die in hoofdstuk 3 nader toegelicht worden: Twee offshore platforms voor de aansluiting van de windturbines inclusief een redundantiekabel 2 tussen de beide platforms in geval van storing op één van de platforms; Vier kabelsystemen op zee (offshore) voor de aanlanding op het landnetwerk; Vier kabelsystemen op land (onshore) voor de aansluiting op hoogspanningsstation Borssele; Uitbreiding van het hoogspanningsstation Borssele op land met transformatoren, blindlastcompensatiespoelen, etc. Wanneer we in deze notitie spreken over de voorgenomen activiteit TOZ Borssele, dan omvat dat de bovenstaande vier onderdelen. De windturbines zelf, de parkbekabeling van de windturbines naar de platforms van TenneT en het landelijk hoogspanningsnet maken geen onderdeel uit van TOZ Borssele. Figuur 1.2 geeft een beeld van het windenergiegebied Borssele met de platforms van TenneT en de locatie van hoogspanningsstation Borssele. Figuur 1.2 Kaart met windenergiegebied Borssele 2 Een redundantiekabel is een extra kabel met als doel de beschikbaarheid van het transmissiesysteem te verhogen. Als er bijvoorbeeld één kabel wordt beschadigd kan de voorziening via de tweede kabel blijven doorgaan. 8 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

28 Milieueffectrapport, rijkscoördinatieregeling en inpassingsplan TOZ Borssele TenneT is initiatiefnemer van het voornemen TOZ Borssele en daarmee verantwoordelijk voor het opstellen van het milieueffectrapport (MER). Het MER dient als hulpmiddel bij de besluitvorming. De m.e.r.-procedure is toegelicht in paragraaf 1.3. Als onderdeel van de m.e.r.-procedure is deze concept notitie reikwijdte en detailniveau TOZ Borssele (NRD) opgesteld. Deze concept NRD geeft een toelichting op het initiatief om het trans-missiesysteem van het windenergiegebied Borssele te verzorgen, beschrijft wat in het kader van de milieueffectrapportage (m.e.r.) onderzocht gaat worden en biedt de gelegenheid zienswijzen in te dienen. De overige windenergiegebieden (Hollandse Kust Zuid-Holland en Hollandse Kust Noord-Holland) worden later aangesloten door TenneT en daarvoor worden aparte procedures gevolgd. Daarmee vallen de windenergiegebieden Hollandse Kust Zuid-Holland en Hollandse Kust Noord-Holland buiten deze notitie. Voor het ontwikkelen van de kavels voor windenergie in het windenergiegebied Borssele wordt momenteel een aparte m.e.r.-procedure doorlopen. De NRD Milieueffectrapport kavelbesluiten Borssele is al gepubliceerd (24 oktober 2014). De Minister van Economische Zaken (EZ) heeft besloten dat de rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee Borssele van toepassing is en stelt samen met de Minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) een Inpassingsplan (IP) op. 3 Er is voor dit instrument op rijksniveau gekozen, omdat de verantwoordelijkheid voor het energiebeleid bij het Rijk ligt - in het bijzonder bij de Minister van Economische Zaken - en de realisatie van dit transmissiesysteem een nationaal belang betreft. Het IP is een ruimtelijk besluit waarvoor de m.e.r.-procedure wordt doorlopen. Het IP wordt direct onderdeel van het bestemmingsplan van de betreffende gemeenten, tenzij het IP een andere regeling treft (zie art. 3.28, lid 3, Wro). Het IP wordt opgesteld voor de gebieden op land; de grens hiervan ligt op 1 km vanaf de kustlijn. Het IP bevat het voorkeurstracé van het TOZ Borssele en, voor zover dat bepalend kan zijn voor de effecten op de omgeving, ook de randvoorwaarden voor het ontwerp, aanleg en exploitatie van het TOZ Borssele. De keuze voor het voorkeurstracé wordt gemaakt op basis van informatie uit het MER en op basis van economische (kosten), technische (beschikbare techniek, uitvoeringstijd) en andere maatschappelijke (draagvlak) overwegingen. In paragraaf 4.2. wordt meer uitleg gegeven over het IP. 1.2 Nut en noodzaak Met het TOZ Borssele levert TenneT een bijdrage aan de transitie naar meer duurzame energiebronnen door het ontwikkelingspotentieel voor offshore windparken en de leveringszekerheid te verbeteren. Het kabinet heeft op 18 juni 2014 de wetgevingsagenda STROOM vastgesteld (Kamerstukken II, 2013/14, , nr. 49), waarin met betrekking tot wind op zee het richtinggevend besluit is genomen dat er een net op zee komt en dat de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, TenneT, ook als beheerder van het net op zee wordt aangewezen. De overheid heeft gekozen voor efficiëntere gecombineerde transportverbindingen. Concreet betekent dit dat de windparken geen eigen verzameltransformator-platform krijgen en dat de windturbines direct kunnen aansluiten op het TenneT platform. Deze aanpak biedt kostenvoordelen, omdat niet elk windpark zelf zijn elektriciteitsaansluiting op land hoeft te regelen (met het bijbehorende kabeltracé), maar kan aansluiten op een platform van TenneT op zee. Zo zijn er uiteindelijk minder platforms en minder kabels op zee en land nodig, hetgeen tot een kostenvoordeel leidt en voordelen heeft voor de ruimtelijke inpassing (bijvoorbeeld door het bundelen van kabels en het beperken van het aantal duindoorkruisingen). In het windenergiegebied Borssele zal in totaal MW (verdeeld over vier kavels van elk circa 350 MW) aan windvermogen geplaatst worden. Voor het vermogen van MW is een netaansluiting op het 380 kv-netwerk op land noodzakelijk. Het dichtstbijzijnde 380 kv-hoogspanningsstation is het 380 kv-station Borssele. Andere mogelijkheden van deze omvang in de nabijheid van dit station zijn niet aanwezig. Het tracé van de kabels zal dan ook van windenergiegebied Borssele naar het op land gelegen hoogspanningsstation Borssele lopen. 3 Besluit van 4 december 2014, kenmerk DGETM-ED (Staten-Generaal 2014/15, 33561, nr. 13). Concept notitie reikwijdte en detailniveau 9

29 Om een tijdige realisatie van de windparken te kunnen faciliteren, dient TOZ Borssele uiterlijk 2019 in bedrijf te zijn. Een koppeling met het netwerk van de aanpalende Belgische windparken is niet wenselijk omdat hiervoor dubbele vergunningenprocedures nodig zijn, een aanpassing van de subsidieregeling (SDE+) nodig is en extra kosten met zich meebrengt door aanleg van een extra kabelverbinding. Dit maakt het moeilijker (zo niet onmogelijk) om de doelstellingen uit het Energieakkoord tijdig te halen. 1.3 M.e.r.-procedure M.e.r.-plicht De procedure van de m.e.r. is voorgeschreven op grond van nationale en Europese wetgeving, indien sprake is van activiteiten met potentieel aanzienlijke milieueffecten. Deze activiteiten zijn opgenomen in het Besluit milieueffectrapportage dat is gebaseerd op de Wet milieubeheer. Het doel van de m.e.r.-procedure is om milieu- en natuurbelangen naast andere belangen een volwaardige rol te laten spelen bij de besluitvorming. De Minister van EZ is (samen met de Minister van IenM) bevoegd gezag voor vaststelling van het tracé voor TOZ Borssele. Op grond van categorie D 24.2 van het Besluit m.e.r. 4 is de vaststelling van het tracé voor de aanleg van een hoogspanningsleiding in de zeebodem m.e.r.-beoordelingsplichtig wanneer die verbinding over een lengte van 5 km of meer (tot 3 zeemijl uit de kust) door (nader in het Besluit aangeduid) gevoelig gebied loopt en de transportspanning van die verbinding 150 kv of meer is. TOZ Borssele voldoet daaraan, doordat het kabeltracé op zee in ieder geval loopt door Natura 2000-gebied Voordelta en mogelijk door de Natura 2000-gebieden Vlakte van de Raan en Westerschelde. Significante effecten op Natura 2000-gebieden zijn bij het realiseren van het TOZ Borssele niet op voorhand uit te sluiten. Daarom dient ook een zogeheten Passende Beoordeling (PB) 5 te worden opgesteld ten behoeve van het inpassingsplan. Omdat voor het inpassingsplan deze Passende Beoordeling nodig is, dient op grond van art. 7.2a Wet milieubeheer verplicht een MER te worden opgesteld. De Passende Beoordeling wordt als bijlage bij het MER gevoegd. Voor TOZ Borssele wordt één MER opgesteld dat zowel gebruikt wordt als MER op grond van categorie D24.2 voor de Watervergunning alsook als MER voor het IP. Dit wordt ook wel een gecombineerd MER genoemd. De inhoudelijke vereisten aan een m.e.r. zijn vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Dat houdt samengevat in dat een milieueffectrapport wordt opgesteld om de (mogelijke) effecten van deze verbinding op de natuur, het milieu, archeologische waarden en (andere) gebruiksfuncties van de betrokken gebieden voor de afweging daarvan bij besluitvorming in beeld te brengen. Het MER 6 heeft betrekking op de in aanmerking komende tracéalternatieven op zowel land als in zee M.e.r.-procedure Op grond van het bepaalde in de Wet milieubeheer (Wm paragraaf 7.7 en 7.9) wordt het MER door de aanvrager van het besluit (TenneT) opgesteld. De m.e.r.-procedure omvat kort samengevat de volgende fasen: 1. Mededeling voornemen en publiceren van de voorliggende concept notitie reikwijdte en detailniveau MER (kennisgeving). 2. Mogelijkheid van inspraak daarop en vragen advies Commissie m.e.r.. 4 Op grond van artikel 7.2, eerste lid, onder a Wet milieubeheer in samenhang met artikel 2, eerste lid Besluit op de milieueffectrapportage en onderdeel D 24.2 van de bijlage bij dat besluit. 5 Een Passende Beoordeling is een beoordeling van de effecten van een activiteit op de natuurdoelstellingen van een Natura 2000-gebied. 6 Binnen de m.e.r.-procedure worden de volgende afkortingen gebruikt: de m.e.r. en het MER. De m.e.r. duidt de procedure van milieueffectrapportage aan, zoals het onderzoek, de inspraak en alle bijkomende adviezen en dergelijke. De afkorting MER staat voor het eindproduct, het milieueffectrapport. 10 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

30 3. Vaststelling reikwijdte en detailniveau MER. 4. Onderzoek en opstellen van het MER, de Passende Beoordeling en het ontwerp IP. 5. Publicatie van het ontwerp IP met het MER en de Passende Beoordeling. 6. Inwinnen van adviezen (o.a. Commissie m.e.r.) en zienswijzen daarover. 7. Besluit vaststellen IP en de publicatie daarvan. 8. Mogelijkheid van beroep tegen het IP. 9. Monitoring en evaluatie van de milieueffecten. In Bijlage 3 wordt de m.e.r./pb-procedure verder uitgelegd. 1.4 Inspraak en advies De publicatie van de voorliggende concept notitie is de eerste stap in de m.e.r.- procedure. Het is bedoeld om een ieder te informeren over het initiatief, de te onderzoeken milieueffecten en de procedures. Een ieder kan op deze notitie inspreken en aangeven welke alternatieven en milieueffecten naar zijn/haar oordeel in het MER moeten worden meegenomen. De wettelijke adviseurs kunnen advies uitbrengen over het detailniveau en de reikwijdte van het MER. Ook de Commissie voor de milieueffectrapportage wordt om een advies gevraagd. Op basis van de ontvangen inspraakreacties en adviezen geven de Ministers van EZ en IenM advies over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Dit advies wordt gebruikt bij het opstellen van het MER en de daarvoor benodigde onderzoeken. U kunt uw inspraakreactie onder vermelding van Inspraakpunt transmissiesysteem op zee Borssele sturen naar postbus 248, 2250 AE Voorschoten. Zie voor de inspraaktermijn en de andere relevante informatie de openbare kennisgeving bij deze notitie. Meer informatie over het project kunt u vinden op: Vervolgbesluiten en rijkscoördinatie De vervolgbesluiten voor het TOZ Borssele worden door TenneT aangevraagd bij het bevoegd gezag. Het gaat daarbij met name om vergunningen en ontheffingen op grond van de Waterwet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de omgevingsvergunning in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ( Wabo ). Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het opgestelde MER en de Passende Beoordeling. De rijkscoördinatieregeling bepaalt dat aangewezen uitvoeringsbesluiten in voorkomende gevallen worden gecoördineerd door het ministerie van EZ en dat de procedure voor het IP in beginsel tegelijk met die voor de te coördineren vergunningen en ontheffingen (de zogeheten uitvoeringsmodule) wordt doorlopen. Door de coördinatie worden vervolgbesluiten die met elkaar samenhangen gelijktijdig in procedure gebracht en worden daarover gegeven zienswijzen en ingestelde beroepen gelijktijdig afgehandeld. Pas nadat de benodigde procedures zijn doorlopen en de besluiten van kracht zijn kan TenneT met de aanleg van het TOZ Borssele beginnen. 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft het voornemen, evenals de te onderscheiden alternatieven en varianten die worden onderzocht in het MER. Hoofdstuk 3 geeft de wijze van beoordelen van de verwachte milieueffecten weer van de aanleg, exploitatie en (op termijn) verwijdering van het TOZ Borssele. Hoofdstuk 4 beschrijft de procedures en wettelijk kaders voor de besluitvorming over het TOZ Borssele. De bijlagen betreffen een lijst met bronnen (Bijlage 1), een lijst met begrippen (Bijlage 2) en een nadere omschrijving van de m.e.r.-procedure (Bijlage 3). Concept notitie reikwijdte en detailniveau 11

31 2 Voorgenomen activiteittracéalternatieven en varianten Dit hoofdstuk beschrijft de tracéalternatievenen varianten die in het MER onderzocht worden op hun effecten. Paragraaf 2.1 omschrijft wat met het voornemen of de voorgenomen activiteit wordt bedoeld. Paragraaf 2.2 gaat in op het studie- en plangebied. Paragraaf 2.3 geeft een toelichting op het trechteringsproces dat heeft plaatsgevonden om te komen tot vier tracéalternatieven voor het TOZ Borssele. Tot slot geeft paragraaf 2.5 weer hoe tot een voorkeursalternatief gekomen wordt. 12 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

32 2.1 Voorgenomen activiteit TOZ Borssele bestaat uit de volgende vier onderdelen: 1. Twee offshore platforms voor de aansluiting van de windturbines inclusief een redundantiekabel tussen de beide platforms in geval van storing op één van de platforms; 2. Vier offshore kabelsystemen op zee voor de aanlanding op het landnetwerk; 3. Vier onshore kabelsystemen op land voor de aansluiting op hoogspanningsstation Borssele; 4. Uitbreiding van het hoogspanningsstation Borssele op land met transformatoren, blindlastcompensatiespoelen, etc Twee offshore platforms Het doel van de twee platforms is het bundelen van transportsystemen voor de elektriciteit die door de windturbines wordt opgewekt. De windturbines binnen de kavels van windenergiegebied Borssele worden aangesloten op platforms van TenneT via de zogeheten parkbekabeling. Deze parkbekabeling maakt geen onderdeel uit van het transmissiesysteem van TenneT. De parkbekabeling heeft een spanningsniveau van 66 kv. De transportkabels naar land hebben een spanningsniveau van 220 kv. Op de platforms wordt het spanningsniveau van de parkbekabeling omgezet naar het spanningsniveau van de transportkabels. De twee platforms worden met een redundantiekabel met elkaar verbonden. Deze kabel maakt het mogelijk om bij uitval van één van de platforms de elektriciteit deels om te leiden via het andere platform. Uitgangspunt 66 kv spanningsniveau parkbekabeling In het op te stellen Scenario Windenergie op Zee geeft het Rijk sturing aan de ontwikkeling van windenergie op zee. Dit scenario schetst de grote lijnen voor de ruimtelijke- en tijdsplanning. Ook beschrijft het scenario de hoofdlijnen van het technische concept om de windparken aan te sluiten en geeft de belangrijkste technische randvoorwaarden. In het op te stellen Scenario Windenergie op Zee zal naar verwachting uitgegaan worden van parkbekabeling op een spanningsniveau van 66 kv vanwege de verwachte voordelen voor de totale kosten van de elektriciteit uit de windparken op zee en het ruimtelijk ontwerp. Wanneer het finale Scenario Windenergie op Zee wijzigt, wordt de NRD hierop aangepast. Tot dusver is een spanningsniveau van 33 kv voor parkbekabeling gebruikelijk. Hierbij worden meerdere windturbines aangesloten op één kabel en lopen er meerdere van deze kabels door het windpark naar het verzamelpunt. Het aantal windturbines dat op één kabel aangesloten kan worden, is afhankelijk van het spanningsniveau van de parkbekabeling en het vermogen van de windturbines. Het vermogen van de windturbines neemt al jaren toe. De verwachting is dat het vermogen van de offshore windparken verder zal toenemen waardoor een spanningsniveau van 66 kv te verwachten is voor offshore windparken. Door het spanningsniveau van de parkbekabeling te verhogen, kunnen meer windturbines op één kabel worden aangesloten. Hierdoor is voor het hele windpark minder parkbekabeling nodig. Minder parkbekabeling leidt tot lagere kosten voor de kabels en de installatie daarvan en tot minder ruimtebeslag. Wel zijn voor het gebruiken van een hoger spanningsniveau andere elektrische componenten nodig in de verschillende onderdelen van de windturbines en het platform. In een aantal gevallen zijn deze componenten duurder dan de huidige componenten. De verwachting is echter dat de totale kosten omlaag gaan door het gebruiken van een hoger spanningsniveau. Dit sluit aan bij het beleid van EZ om kostenreductie te realiseren. 66 kv leidt daarom tot een meer toekomstigbestendig systeem voor wind op zee. Ligging van de platforms Het windenergiegebied Borssele bestaat uit vier kavels. In elke kavel wordt een windpark gerealiseerd. Er worden twee platforms geplaatst, te weten platform Alpha, dat ligt tussen kavels I en II van Borssele en platform Beta dat ligt tussen kavels III en IV (zie Figuur 2.1). Beide platforms zijn vrijwel identiek in functie, ontwerp en uitvoering, behoudens kleine verschillen als gevolg van bijvoorbeeld een andere waterdiepte ter plaatse. Bij het bepalen van de ligging is informatie van het ministerie van EZ, Rijkswaterstaat (ministerie IenM) en toekomstige windparkontwikkelaars meegenomen. De belangrijkste randvoorwaarden die een rol hebben gespeeld bij het bepalen van de ligging van de platforms zijn: Concept notitie reikwijdte en detailniveau 13

33 Toegankelijkheid van elk platform voor helikopters en schepen, gebaseerd op een scenario waarbij windturbines van 10MW in de kavels geplaatst worden; Ruimte voor aanleg en onderhoud. Obstakelvrije zone van 500 meter rondom de platforms; Lengte van parkbekabeling zo kort mogelijk houden; Het is niet toegestaan/gewenst dat de parkbekabeling van een kavel door een aanpalend kavel loopt; Voorkeur voor zo veel mogelijk bundelen van de kabels naar land. Dit heeft geleid tot de Figuur 2.1 aangeduide ligging van platform Alpha en Beta. Figuur 2.1 Ligging platforms Alpha (rechts) en Beta (links) Vier kabelsystemen op zee Vanaf elk platform lopen twee 220 kv kabels naar de kust. In totaal omvat het systeem dus vier kabels op zee. Deze kabels transporteren wisselstroom met een spanningsniveau van 220 kv. Het offshore kabelsysteem bevat drie fasen per kabel. De benodigde breedte voor het tracé van de 220 kv kabels is opgebouwd uit: De afstand tussen de kabels: 200 meter; Een onderhoudszone aan weerszijden van de kabelcorridor: 500 meter. Binnen deze zone mogen geen bodemgerelateerde activiteiten plaatsvinden; De totale strookbreedte van de kabels op zee is daarmee meter (3 x 200 meter + 2 x 500 meter). Figuur 2.2 Tracébreedte kabelsystemen op zee 14 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

34 Wisselstroomverbinding 7 Het hele Europese elektriciteitssysteem - van energiecentrale tot stopcontact - is gebaseerd op het principe van wisselstroom. Dit wordt daarom een wisselstroom- of wisselspanningsnet genoemd. Wisselstroom (ook wel aangeduid als AC, voor Alternating Current) is een elektrische stroom met een periodiek wisselende stroomrichting. Deze vorm van elektriciteit wordt via het elektriciteitsnet geleverd aan huishoudens en aan de industrie. De stroom wisselt van richting met een frequentie van 50 keer per seconde, ofwel 50 Hz. Wisselstroom wordt opgewekt met drie fasen, die onderling 120 graden in fase verschillen (driefasenspanning) 8. De twee kabels van platform Beta en de twee kabels van platform Alpha lopen parallel in een kabelcorridor. In het ontwerp Nationaal Waterplan (Kamerstukken II 2014/2015, nr. 35), dat tot 22 juni 2015 ter inzage ligt, heeft Rijkswaterstaat (ministerie IenM) voor kabels en leidingen in de zandwingebieden speciale corridors vastgelegd die gebruikt kunnen worden voor de kabels van TenneT. De basis hiervoor is vastgelegd in de ontwerp Beleidsnota Noordzee waarin bij kabels en leidingen, inclusief interconnector- en telecommunicatiekabels, achtereenvolgens is gekeken of 1) een tracé mogelijk is waarbij de nieuwe kabels en leidingen worden gebundeld met bestaande kabels en leidingen, 2) een tracé mogelijk is waardoor de winbare zandvoorraad niet essentieel aangetast wordt. Deze voorkeurscorridors op zee zijn gebaseerd op: Locatie van minder geschikte zandwinlocaties; Locatie van uitgeputte zandwinlocaties; Bestaande bundeling van kabels en leidingen waardoor de vrije zone (onderhoudszone) beperkt gehouden kan worden; 9 Aanlandingspunten voor gas- en olieleidingen en elektriciteits/dataverbindingen. Figuur 2.3 toont gearceerd de voorkeurscorridor voor kabels en leidingen door zandwingebieden (verder corridor zandwinning genoemd) voor het TOZ Borssele. Het is een corridor van ongeveer 3,5 kilometer breed. Voor TOZ Borssele worden geen alternatieven buiten deze corridor onderzocht. Figuur 2.3 Ligging corridor zandwinning 7 Bron: Position Paper, Gelijkstroom en Wisselstroom, Tennet 8 Bron: 9 Rondom kabels en leidingen mag binnen minimaal 500 meter aan weerszijden geen zand worden gewonnen. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 15

35 2.1.3 Vier onshore kabelsystemen Op land komen vier parallelle onshore 220 kv wisselstroom landkabelsystemen. In het landkabelsysteem bevat elke kabel slechts één fase. Dit is nodig omdat de landkabels op haspels over de weg transporteerbaar moeten zijn (op zee kunnen de zeer dikke 3-fasenkabels op grote schepen worden aangevoerd). Hierdoor zijn in totaal 12 kabels nodig (4 kabelsystemen x 3 fasen). De 220 kv kabels worden ondergronds aangelegd. Ze liggen naast elkaar in het platte vlak met een onderlinge afstand van 0,5 meter en tussen de kabelsystemen een onderlinge afstand van 5 meter. De totale breedte van de strook bedraagt daarmee 19,5 meter na aanleg (zie Figuur 2.4). Figuur 2.4 Tracébreedte onshore kabelsystemen Tussen de land- en zeekabels is op land een overgangsmof (joint) nodig, die in een mofput wordt weggewerkt. Hiervoor is ruimte nodig, ongeveer 10 m 2 per kabelsysteemovergang, in totaal komen er dus vier mofputten op land, waar de zeekabels aan de landkabels worden gekoppeld Uitbreiding van 380 kv hoogspanningsstation Borssele De landkabels worden aangelegd vanaf het aanlandingspunt naar het 380 kv -hoogspanningsstation in Borssele. Het station wordt hiervoor uitgebreid. De uitbreiding betreft: 4x 380 kv veld; 4x 380/220 kv transformator (mogelijk 2 koelradiatoren); 4x 20 kv blindlastcompensatiespoel (met wat klein schakelmateriaal); 4x 220 kv compensatiespoel; 4x 220 kv kabeleindsluiting; 12x 220 kv veld (kleine); 1 centraal dienstengebouw, inclusief 4 ruimten voor besturing van de windparken. In Figuur 2.5 is de ligging van het huidige 380 kv-station in Borssele en het zoekgebied voor de uitbreiding weergegeven. 16 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

36 Figuur 2.5 Zoekgebied 380 kv-station Borssele 2.2 Studie- en plangebied Het plangebied is het gebied waarbinnen de voorgenomen activiteit of een van de alternatieven kan worden gerealiseerd. Het is dus de locatie van de offshore platforms met de daarbij behorende helikopter-aanvliegroutes, de locatie van de 220 kv kabels naar land, de locatie van de landkabels en tot slot de uitbreiding van het station Borssele van TenneT. Het studiegebied is het gebied waarbinnen de milieugevolgen dienen te worden beschouwd. De omvang van het studiegebied kan per milieuaspect verschillen, maar is groter dan het plangebied. De effecten van de toekomstige windparken binnen de kavels worden in beeld gebracht in een aparte m.e.r.-procedure. 2.3 Ontwikkeling alternatieven en varianten Een belangrijke drijfveer achter de kavelbesluiten en het transmissiesysteem op zee is een kostenreductie van 40% voor de realisatie van windenergie op zee (Energieakkoord, 2013). Er wordt in beginsel gestreefd naar een korte verbinding. Enerzijds omdat daarmee de kosten en energieverliezen beperkt worden; anderzijds omdat aan kortere routes bij gelijke omgevingsfactoren - in beginsel minder milieueffecten zijn te verwachten dan aan langere routes. Naast het beperken van de kosten, energieverliezen en milieueffecten geldt bij de tracéontwikkeling een aantal andere traceringsuitgangspunten: Technische uitvoerbaarheid en risico s van een tracé, bijvoorbeeld het vermijden van grote wrakken, haaks kruisen van vaargeulen, stortplaatsen, oude explosieven, lastige en instabiele bodems. Waar mogelijk en zinvol bundelen met andere infrastructuur, om het ruimtebeslag in zee en op land te beperken en (nodeloze) toekomstige beperkingen te voorkomen. Het zoveel mogelijk ontzien van gevoelige gebieden waaronder Natura2000 gebieden en woonkernen. Beperken van hinder voor overige gebiedsgebruikers (scheepvaart, visserij, landbouw, recreatie e.d.). Concept notitie reikwijdte en detailniveau 17

37 2.4 Te onderzoeken alternatieven en varianten Definities Alternatieven: Tracés met een groot verschil in ligging, of met naar verwachting significant andere milieueffecten. Varianten: Binnen een alternatief zijn verschillende uitwerkingen mogelijk, zowel kleine variaties in tracé als aanlegmethoden. Dit worden varianten genoemd Tracéalternatieven en varianten Binnen het gebied is gezocht naar globale routes voor de ondergrondse kabels die voldoende onderscheidend van elkaar zijn. TenneT heeft in het aanloopproces om te komen tot te onderzoeken tracéalternatieven in meerdere werksessies overheden en belangenorganisaties betrokken. Op basis van de werksessies zijn grofweg de volgende mogelijkheden voor de te onderzoeken tracés aan te geven: (1) Vanaf het platform zo snel mogelijk aanlanden en dan over land naar hoogspanningsstation Borssele (2) Door de Westerschelde en daarna over land naar hoogspanningsstation Borssele of (3) Richting het Veerse Meer gaan en daarna over land of door het Veerse Meer naar hoogspanningsstation Borssele. Dit is globaal weergegeven in Figuur 2.6 gezien vanaf de platforms op zee. Figuur 2.6 Globale routes vanaf de platforms op zee richting hoogspanningsstation Borssele Deze globale routes zijn uitgewerkt op basis van informatie die is verkregen tijdens de werksessies over lokale belemmeringen gecombineerd met expertise over milieu, techniek en planologie. Dat heeft geleid tot een viertal tracéalternatieven (zie Figuur 2.7 voor een indicatieve weergave). 18 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

38 Figuur 2.7 Tracéalternatieven In Figuur 2.8 zijn de namen van de geulen en platen voor de kust van Walcheren weergegeven. Deze zijn van belang geweest bij het bepalen van de route van de tracéalternatieven op zee. In Figuur 2.9 zijn de relevante plaatsnamen en infrastructuur gegeven, die ook gebruikt worden bij de beschrijving van de alternatieven. Figuur 2.8 Naamgeving van geulen en platen in het gebied. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 19

39 Figuur 2.9 Toponiemenkaart Tracéalternatief 1A Noordroute door het Veerse Meer Op zee is rekening gehouden met bundeling met bestaande kabels en kruising van scheepvaartroutes. Parallel aan de kust van Walcheren is het daarvoor morfologisch meest geschikte tracé gekozen. Dit is een stabiele geul waarin de kabel kan worden gelegd richting de Roompot. Vanaf de Veersegatdam zal het tracé zich splitsen in tracéalternatief 1A dat door het Veerse Meer loopt en tracéalternatief 1B dat verder gaat over land. Tracéalternatief 1A volgt het Veerse Meer. De aanlanding vindt dan plaats ten westen van Oranjeplaat zodat zo snel mogelijk gebundeld kan worden met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen. Ten oosten van Arnemuiden kruist de tracévariant de A58, waarna zo veel mogelijk gebundeld wordt met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost. Rondom het havengebied loopt een reserveringszone voor kabels en leidingen. Door gebruik te maken van deze kabelzone wordt optimaal gebundeld en levert dit de minste beperkingen op voor de omgeving. Alle tracéalternatieven sluiten daarom aan op deze kabelzone. Tracéalternatief 1B Noordroute langs de N57 Het tracéalternatief 1B landt aan bij Vrouwenpolder en volgt vanaf Vrouwenpolder zoveel mogelijk de N57. Waar woonkernen direct langs de N57 liggen, wordt afgeweken van de bundeling met de weginfrastructuur. Ten noorden van Middelburg bundelt de tracévariant niet meer met de N57, die hier Middelburg binnengaat, maar buigt af naar het noorden van Arnemuiden. Hierna volgt het tracé de route van tracéalternatief 1A. Tracéalternatief 2 Middenroute ten noorden van Middelburg Ook hier is op zee rekening gehouden met bundeling met bestaande kabels en kruising van routes voor scheepvaartverkeer. Het tracéalternatief volgt na de corridor zandwinning een bestaande kabel naar Domburg. Hier is al een aanlandingsplaats voor kabels vanuit zee. Vanaf Domburg sluit het tracéalternatief zo snel mogelijk aan op de tracévariant vanuit Vrouwenpolder (1B), zodat ook hier bundeling met de N57 mogelijk is. Waar mogelijk wordt wel gebundeld met kleinere infrastructuur zoals lokale wegen. Woonkernen worden vermeden. Tracéalternatief 3 Middenroute ten zuiden van Middelburg Naast de voor de hand liggende aanlanding direct bij Domburg wordt ook een tracéalternatief onderzocht dat meer zuidelijk aanlandt. Mogelijk dat deze aanlanding minder overlap heeft met bestaande functies in 20 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

40 het gebied zoals wonen en recreëren. Om een volledig scala aan onderscheidende tracéalternatieven en -varianten te onderzoeken, is gekozen om dit tracéalternatief zuidelijk van Middelburg te laten lopen. Ten zuiden van Middelburg is slechts een smalle strook tussen Middelburg en Vlissingen aanwezig waar de kabels mogelijk kunnen worden aangelegd. Het tracéalternatief volgt de kortste route naar deze strook, waarbij zoveel mogelijk wordt gebundeld met kleinere infrastructuur en woonkernen worden vermeden. Na Middelburg sluit ook dit tracé aan op de kabel- en leidingenzone rondom Vlissingen-Oost. Tracéalternatief 4 Zuidroute via de Westerschelde Ook hier is op zee en in de Westerschelde rekening gehouden met bundeling met bestaande kabels en kruising van scheepvaartverkeer. Het tracéalternatief loopt via de Geul van de Rassen tussen zowel de bestaande vaargeul Oostgat als de mogelijk toekomstige vaargeul Walvischstaart. Zo wordt gebruik van beide vaargeulen niet gehinderd door de aanleg en later eventueel onderhoud van de kabels. Bovendien is in de Geul van de Rassen, tussen het Bankje van Zoutelande en de Elleboogplaat, de bodem vrij stabiel. Vanaf hier splitst het tracé zich in twee tracévarianten om naar de kust te gaan. Tracévariant 4A aanlanding ten oosten van Vlissingen Het tracé blijft ten noorden van de vaargeul naar Antwerpen. De aanlanding vindt hier plaats tussen Vlissingen en Vlissingen-Oost. Hier loopt op land al een bovengrondse hoogspanningslijn (150 kv) waarmee mogelijk gebundeld kan worden totdat aangesloten kan worden op de kabel- en leidingenzone rondom Vlissingen-Oost. Voor de kust loopt hier een diepe geul met hoge stroomsnelheden waardoor de aanleg technisch uitdagend kan zijn. Een aanlanding zoveel mogelijk westelijk is daarom gewenst. Tracévariant 4B aanlanding nabij hoogspanningsstation Borssele Voor een aanlanding nabij het hoogspanningsstation Borssele kruist het tracé de vaargeul naar Antwerpen. Daarna volgt het tracé de noordelijke rand van de Spijkerplaat. Voor de kust nabij het hoogspanningsstation bevindt zich westelijk een gebied voor eventuele toekomstig uitbreiding van de havens van Vlissingen-Oost en oostelijk de Put van Borssele, het diepst gelegen punt van het Nederlands continentaal plat. Vanaf de Spijkerplaat is de oversteek van de geul de Honte daarom zo gekozen dat zowel rekening gehouden is met de havens als met de put. Daardoor komt de kabel iets ten westen van de koelwateruitlaat van de kerncentrale aan land. Ook hier is sprake van hoge stroomsnelheden, grote waterdiepte en aanwezigheid van harde, niet-eroderende lagen in de Honte Aanlegvarianten Offshore Voor de overheid is de voornaamste zorg dat de scheepvaart geen hinder ondervindt van de kabel (scheepvaartroutes, ankers, visserij, etc.) en dat de Noordzee goed beschermd wordt en blijft. TenneT heeft gelijkgerichte belangen; de kabel moet niet in storing raken door te vermijden oorzaken van buitenaf. De offshore kabels zullen worden gelegd op een diepte variërend van één tot circa drie meter onder de zeebodem, afhankelijk van het gebied en de situatie 10. Dit om schade aan de kabels en beperkingen voor de omgeving te voorkomen. De beschikbare aanlegmethodes zijn te verdelen in pre-lay trenching, direct trenching en post-lay trenching. Bij pre-lay trenching wordt de bodem eerst verlaagd (graven, ploegen, baggeren), waarna de kabel wordt afgerold en op de bodem gelegd. Vervolgens wordt de kabel weer bedekt; hetzij door het vrijgekomen bodemmateriaal weer terug te storten, hetzij door natuurlijke sedimentatie. Bij direct trenching wordt de kabel afgerold en meteen met spuitlansen of ploeg op diepte gebracht. Bij post-lay trenching wordt de kabel eerst op de bodem gelegd en later (in een separate werkgang) met behulp van spuitlansen of een ploeg begraven. Er zijn ook combinaties van de beschreven technieken mogelijk, b.v. eerst pre-lay trenching (een sleuf graven), gevolgd door direct of post-lay trenching (op de bodem van de voorgegraven sleuf ). De keuze hangt voornamelijk af van de lokale (bodem)omstandigheden. 10 Hiermee kunnen pieken in de morfologie van de zeebodem worden opgevangen. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 21

41 Er is inmiddels (vanuit andere projecten zoals NorNed, BritNed en projecten van TenneT in Duitsland) veel bekend over de mogelijkheden en voor- en nadelen van de verschillende aanlegmethoden. In het MER wordt bepaald of de toe te passen aanlegmethode(n) van invloed zijn op de aard en omvang van de milieueffecten. Onshore De kabels op land worden eveneens ondergronds aangelegd. De wijze van aanleg kan ook onshore op verschillende manieren. De kabels kunnen aangelegd worden door pipe express, waarmee een kabel aangelegd kan worden zonder een open ontgraving, door een (gestuurde) boring en door een open ontgraving. In het MER wordt bepaald of de toe te passen aanlegmethode(n) van invloed zijn op de aard en omvang van de milieueffecten. 2.5 Voorkeursalternatief en Passende Beoordeling Uiteindelijk wordt er een tracéalternatief gekozen uit de onderscheiden alternatieven, dit heet het voorkeursalternatief (VKA). De keuze wordt gemaakt op basis van informatie uit het MER en op basis van economische (kosten), technische (beschikbare techniek, uitvoeringstijd) en andere maatschappelijke (draagvlak) overwegingen. Dit VKA wordt vastgelegd in het ruimtelijke besluit (inpassingsplan voor het gemeentelijk gebied) en hiervoor worden vergunningen aangevraagd (voor het gehele tracé). Voor het VKA wordt een Passende Beoordeling opgesteld, die als bijlage bij het MER wordt gevoegd. Een uitgangspunt daarbij is dat het gebruik van dit voorkeursalternatief in principe niet mag leiden tot een significante aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden. Op basis van de bevindingen in het MER en de Passende Beoordeling wordt in het IP besloten over de ruimtelijke inpassing en worden, voor zover nodig voor de beperking van de effecten, randvoorwaarden gesteld aan het ontwerp, de aanleg, het beheer en het gebruik van de verbinding. 22 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

42 Concept notitie reikwijdte en detailniveau 23

43 3 Werkwijze milieubeoordeling In het MER worden de milieueffecten van aanleg, exploitatie en (op termijn) verwijdering van TOZ Borssele en de redelijkerwijs in aanmerking komende alternatieven beschreven. Daardoor kunnen deze effecten een volwaardige rol spelen bij de besluitvorming. Onderzocht wordt of de effecten van TOZ Borssele - al dan niet gecumuleerd met die van andere activiteiten - aanvaardbaar zijn of niet, waarbij mogelijk mitigatie/compensatie nodig is. De alternatieven worden vervolgens vergeleken op basis van hun effecten. In dit hoofdstuk is ingegaan op achtereenvolgens de verwachte milieueffecten op hoofdlijnen (paragraaf 3.1), op het beoordelingskader voor het MER (paragraaf 3.2) en op kennisleemten, monitoring en evaluatie (paragraaf 3.3). 24 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

44 3.1 Milieueffecten Effecten op het milieu als gevolg van het TOZ Borssele zijn te verdelen in effecten tijdens de aanleg, de exploitatie (gebruik, onderhoud, reparaties) en verwijdering. Het op te stellen MER staat in het teken van de beschrijving van deze effecten. De effecten ontstaan door het uitvoeren van de werkzaamheden en door ruimtegebruik. Hoewel de (vooral tijdelijke) aanlegactiviteiten in een groot gebied plaatsvinden, verplaatsen deze activiteiten zich langs het tracé, zodat invloed daarvan overal tijdelijk en plaatselijk is. De effecten tijdens de exploitatiefase zijn permanent en beperken zich merendeels tot de directe omgeving van het tracé. Daarnaast zijn er mogelijk effecten van het opwekken van elektriciteit in de windparken, zoals CO2- reductie. De effecten daarvan hebben een grootschalig karakter, de lokale effecten daarvan zijn verwaarloosbaar. De effecten zijn bovendien een direct effect van de windparken en een indirect effect van TOZ Borssele. Bij de tracéontwikkeling, de aanleg en exploitatie van TOZ Borssele zal zoveel als redelijkerwijs mogelijk rekening worden gehouden met andere belangen en zullen de redelijkerwijs nodige en mogelijke maatregelen worden getroffen om nadelige effecten op de omgeving te voorkomen of te beperken. Daarnaast kan het TOZ Borssele zelf ook gevolgen ondervinden van activiteiten in zijn omgeving, zoals beschadiging door boomkorvisserij, scheepsankers, grondverzet en heiwerk. Daartegen zullen eveneens waar mogelijk maatregelen worden getroffen. In het MER wordt onderzocht voor welke effecten cumulatie met de windparken in het Kavelbesluit mogelijk is en wanneer relevant in beeld gebracht. Effectgebied Uit ervaringen met vergelijkbare projecten is bekend dat de invloeden en effecten van een netaansluiting beperkt tot verwaarloosbaar zijn en dat de kans op calamiteiten verwaarloosbaar is, mede als gevolg van goede maatregelen daartegen (gronddekking op de kabels, temperatuurdetectie in de kabels en dergelijke). Niettemin zullen ook de mogelijke effecten van risico s en zinvolle maatregelen in het MER en de Passende Beoordeling worden onderzocht en beoordeeld. Het effectgebied van het TOZ Borssele wordt definitief bepaald in het MER en de Passende Beoordeling. Passende beoordeling In de Passende Beoordeling zal voor het VKA met name worden onderzocht of significante effecten op de natuurlijke kenmerken van Natura 2000 in het gebied kunnen ontstaan, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen voor deze gebieden en de mogelijke cumulatie met effecten van andere activiteiten. 3.2 Beoordelingskader In het MER wordt op basis van regelgeving en beleid een beoordelingskader ontwikkeld waarmee de effecten van de tracéalternatieven en waar relevant de aanlegvarianten beoordeeld worden. De effecten worden per milieuaspect beschreven aan de hand van beoordelingscriteria. In Tabel 3.1 is per milieuaspect aangegeven welke criteria worden gebruikt en de wijze waarop de effecten worden beschreven en beoordeeld (kwantitatief en/of kwalitatief ). Dit beoordelingskader kan door voortschrijdend inzicht nog aangepast worden. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 25

45 Tabel 3.1 Beoordelingscriteria per milieuaspect Aspect Beoordelingscriteria Effectbeoordeling Natuur Bodem en water Lucht Landschap Cultuurhistorie en Archeologie (Externe) veiligheid Effect op Natura 2000, Flora- en Fauna, EHS door: Verstoring Habitataantasting Verzuring en vermesting Vertroebeling Effect op troebelheid en sedimenttransport Effect op grondwater en oppervlaktewater Effect op luchtkwaliteit Zichtbaarheid offshore platforms Zichtbaarheid uitbreiding station Borssele Effect op archeologische waarden (waaronder scheepswrakken) Effect op overige cultuurhistorische waarden Kust- en waterkeringveiligheid Elektromagnetische velden Niet gesprongen explosieven Kwantitatief en kwalitatief Kwantitatief en kwalitatief Kwantitatief en kwalitatief Kwantitatief en kwalitatief Kwantitatief en kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Kwantitatief Kwalitatief Hinder Geluid, licht, trillingen Kwantitatief en kwalitatief Scheepvaart Overige gebruiksfuncties Kans op ramming (aanvaringen) en drifting (losraken) offshore platforms en aanlegmaterieel Beïnvloeding van: Visserij en aquacultuur Olie- en gaswinning Luchtvaart Zand- en schelpenwinning Baggerstort Scheeps- en luchtvaartradar Kabels en leidingen Telecommunicatie Munitiestortgebieden, militaire gebieden en militaire gebruiksfuncties Recreatie en toerisme Kwantitatief en kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief/ afname oppervlak winning Kwalitatief/ afname oppervlak winning Kwalitatief Kwalitatief/ aantal kruisingen Kwalitatief Kwalitatief Kwalitatief Om de effecten van de tracéalternatieven per aspect te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - schaal beoordeeld ten opzichte van de nulvariant. Hiervoor wordt de volgende beoordelingsschaal gehanteerd, zoals weergegeven in Tabel 3.2. De beoordeling wordt gemotiveerd en met tekst onderbouwd. 26 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

46 Tabel 3.2 Scoringsmethodiek Score Oordeel ten opzichte van de referentiesituatie (nulalternatief) -- Het voornemen leidt tot een sterk merkbare negatieve verandering - Het voornemen leidt tot een merkbare negatieve verandering 0/- Het voornemen leidt tot een marginale (zeer kleine) negatieve verandering 0 Het voornemen onderscheidt zich niet van de referentiesituatie 0/+ Het voornemen leidt tot een marginale (zeer kleine) positieve verandering + Het voornemen leidt tot een merkbare positieve verandering ++ Het voornemen leidt tot een sterk merkbare positieve verandering Nulalternatief / Referentiesituatie Het nulalternatief, ook wel referentiesituatie genoemd, omvat de huidige situatie en de autonome ontwikkelingen van de onderzochte aspecten in het studiegebied ervan uitgaand dat het TOZ Borssele niet gerealiseerd wordt. De tracéalternatieven worden vergeleken met de referentiesituatie. 3.3 Kennisleemten, monitoring en evaluatie In het MER zal worden onderzocht welke kennisleemten bestaan en wat hun betekenis voor de besluitvorming is. Voor kennisleemten die van belangrijke betekenis zijn, wordt een monitoringsprogramma opgesteld waarmee kan worden bepaald of de gemeten effecten overeenkomen met de voorspelde effecten en of andere of aanvullende maatregelen nodig zijn om de effecten te beperken. Deze gegevens kunnen tevens worden gebruikt voor de evaluatie van de besluitvorming tijdens of na afloop van de activiteiten ten behoeve van TOZ Borssele. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 27

47 4 Beleid, regelgeving en procedures De uitgangspunten en randvoorwaarden voor de besluitvorming over het TOZ Borssele vloeien voort uit verdragen, internationale afspraken, wet- en regelgeving en beleid op het gebied van energie, ruimtelijke ordening, milieu, natuur, veiligheid en archeologie. In paragraaf 4.1 zijn de belangrijkste beleidskaders voor het komen tot het voornemen van het TOZ Borssele kort samengevat. In het MER zal worden ingegaan op wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en archeologie. Paragraaf 4.2 beschrijft de procedures die gevolgd worden om te komen tot het TOZ Borssele. 28 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

48 4.1 Meest relevante regelgeving en beleid In het onderstaande schema zijn de belangrijkste zaken voor de aanleiding en toekomst voor TOZ Borssele samengevat: NWP 1 en beleidsnota Noordzee, december Windenergiegebieden Borssele & IJmuiden Ver -Zoekgebieden Hollandse Kust en Ten Noorden Waddeneilanden Partiële herziening NWP1 = Rijkstructuurvisie wind op zee september MW aan windvermogen op zee operationeel in Net op zee, versnelde aanwijzing gebieden, kostenreductie -Windenergiegebieden Hollandse Kust en Ten Noorden Waddeneil. -Net op zee -Nieuw uitgiftesysteem met kavelbesluiten -Volgorde tot 2020: Borssele, Hollandse Kust Zuid en Noord Energieakkoord september 2013 Routekaart wind energie op zee, september 2014 Nieuw uitgiftesysteem met kavelbesluiten Wet windenergie op zee juli 2015 NWP 2 en beleidsnota Noordzee, december Aanwijzing netbeheerder op zee -Vastleggen uitgifte/kavelbesluiten -Kaders scheepvaart, mijnbouw, doorvaart, ecologie en cumulatie Elektriciteits- en Gaswet januari 2016 Partiële herziening NWP2 = Rijksstructuurvisie aanleg Hollandse kust, medio Aanwijzen gebieden zeemijl Hollandse Kust Zuid en Noord Figuur 4.1 Context en aanleiding TOZ Borssele (data in de toekomst zijn beoogde data van verschijnen) Tabel 4.1 Uitleg wet- en regelgeving aanleiding Regelgeving of beleid Korte inhoud Relevant voor: Crisis- en herstelwet Nationaal Waterplan (NWP1) Afdeling II van hoofdstuk 1 van de Chw is onder meer van toepassing op de aanleg of uitbreiding van productieinstallaties voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie en ontwikkeling en verwezenlijking van overige ruimtelijke en infrastructurele projecten ten behoeve van het leveren van duurzame energie. Tevens vallen de ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.5 van de Wet ruimtelijke ordening (inpassingsplannen) onder de werking van Chw. In het Nationaal Waterplan (NWP1) is aan de opwekking van Windenergie op de Noordzee de status van nationaal belang gegeven. De besluitvorming over het TOZ Borssele valt deels binnen de reikwijdte van de Crisis- en herstelwet ( Chw ). Dit heeft voornamelijk gevolgen voor de procedures en rechtsbescherming en niet zozeer voor de besluitvorming zelf. Geeft de doelstelling aan voor windenergie en daarmee het belang van het TOZ Borssele. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 29

49 Beleidsnota Noordzee Nationaal Waterplan (NWP2) en Beleidsnota Noordzee Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee, partiële herziening van het Nationaal Waterplan In de Beleidsnota Noordzee zijn twee concrete windenergiegebieden aangewezen: Borssele (344 km²) en IJmuiden Ver (1.170 km²). De keuze voor deze gebieden is gemaakt op basis van een zo conflictvrij mogelijke uitwerking, voor zover het de belangen voor scheepvaart, het mariene ecosysteem, olie en gas, defensie en luchtvaart betreft. Voor de periode wordt het Noordzee beleid verder uitgewerkt in het Nationaal Waterplan 2 (NWP2) en als onderdeel hiervan in de nieuwe beleidsnota Noordzee. Het ontwerp van beide is in december 2014 aan de Tweede Kamer aangeboden en ligt ter inzage tot en met 22 juni Met de Rijksstructuurvisie zijn de windenergiegebieden Hollandse Kust en Ten Noorden van de Waddeneilanden aangewezen. Geeft de keuze weer voor windenergiegebied Borssele. Afwegingskaders voor andere onderwerpen van nationaal belang, waaronder zandwinning. Geeft de keuze weer voor de ontwikkeling van windenergie in andere gebieden aanvullend op Borssele, om de doelstelling voor duurzame energie te halen. Energieakkoord voor duurzame groei 2013 Routekaart voor windenergie op zee, brief d.d. 26 sept Wetsvoorstel windenergie op zee In het Energieakkoord voor duurzame groei (hierna: Energieakkoord) is met de betrokken partijen afgesproken dat MW aan windvermogen op zee operationeel is in Dit betekent dat er vanaf 2015 in totaal MW gerealiseerd moet worden Op 26 september 2014 is door de Ministers van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin de routekaart wordt gepresenteerd voor het tijdig realiseren van de doelstelling voor windenergie op zee, zoals afgesproken in het Energieakkoord (Staten-Generaal 2014/2015, , nr. 11). In de brief wordt ingegaan op het net op zee, het nieuwe systeem voor de realisatie van windenergie op zee, en de gebieden voor windenergie. Het kabinet concludeert dat een gecoördineerde netaansluiting van windparken op zee leidt tot lagere maatschappelijke kosten en een kleinere impact op de leefomgeving. Het uitgangspunt voor de routekaart is dat de opgave voor windenergie op zee het meest kosteneffectief kan worden gerealiseerd door uit te gaan van een nieuw concept van netbeheerder TenneT voor een net op zee, zoals ook aangegeven in de kamerbrief Wetgevingsagenda STROOM van 18 juni 2014 (Kamerstukken II, 2013/2014, , nr. 49). Het wetsvoorstel windenergie op zee maakt de opschaling van windenergie op zee mogelijk en introduceert het instrument genaamd kavelbesluit. In het wetsvoorstel wordt een nieuw uitgiftesysteem geïntroduceerd. Dit houdt in dat binnen de aangewezen gebieden in het NWP 1 en de partiële herziening van NWP 1 zogenoemde kavelbesluiten worden genomen. In deze kavelbesluiten wordt bepaald waar en onder welke voorwaarden een windpark gerealiseerd mag worden. In het wetsvoorstel windenergie op zee krijgt de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet TenneT de taak het net op zee voor te bereiden. De taak omvat in elk geval de uitvoering van de noodzakelijke technische onderzoeken en het voorbereiden van de verkrijging van vergunningen. Het wetsvoorstel is op 17 oktober 2014 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2014/2015, , nrs. 1-2 en verder) en treedt naar verwachting in juli 2015 in werking. Met het TOZ Borssele wordt een bijdrage geleverd aan het doel van MW aan windvermogen operationeel te laten zijn in De routekaart geeft het uitgangspunt weer van gebruik van standaard platforms waarop per platform 700 MW windenergiecapaciteit kan worden aangesloten. Op het platform worden de windturbines van de windparken rechtstreeks aangesloten. Dit is voor het TOZ Borssele dan ook het uitgangspunt. Het TOZ Borssele zorgt ervoor dat de elektriciteit van de windturbines in de kavels van het windenergiegebied Borssele naar het hoogspanningsnet op land kan worden getransporteerd. Verder regelt het wetsvoorstel dat TenneT de beheerder wordt van het net op zee. 30 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

50 4.2 Procedures Rijkscoördinatieregeling De Minister van Economische Zaken heeft op grond van artikel 3.35, eerste lid, van de Wro, door middel van een separaat besluit om redenen van verwezenlijking van onderdelen van het nationaal ruimtelijk beleid de rijkscoördinatieregeling van toepassing verklaard op de voorbereiding van het project transmissiesysteem op zee Borssele. De rijkscoördinatieregeling staat in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De Minister van Economische Zaken (EZ) is daarvoor de projectminister en het coördinerend bevoegd gezag. Inpassingsplan Het ruimtelijk besluit dat via de rijkscoördinatieregeling tot stand komt, wordt het Inpassingsplan ( IP ) genoemd. Een inpassingsplan maakt deel uit van een bestemmingsplan, tenzij het inpassingsplan zelf een andere regeling geeft. (Zie artikel 3.28, lid 3, Wro.) Het IP gaat in dit geval over het landdeel (onshore) tot 1 kilometer uit de kust. Het IP maakt van rechtswege deel uit van het onderliggende bestemmingsplan. In het IP worden het tracé en de randvoorwaarden voor de ruimtelijk relevante aspecten van het ontwerp, de exploitatie en aanleg van het TOZ Borssele vastgelegd. Het IP bestaat onder andere uit: Een kaart ( verbeelding ) met daarop het exacte tracé en de locatie van de uitbreiding van het station in Borssele. Planregels waarin randvoorwaarden voor de ruimtelijk relevante aspecten van ontwerp, de aanleg en exploitatie van het TOZ Borssele staan. Een toelichting waarin onder andere ingegaan wordt op de mogelijke gevolgen van het project voor de omgeving (milieu, natuur, archeologie en (ander) gebiedsgebruik). Het IP wordt vastgesteld door de Ministers van EZ en IenM en heeft een vergelijkbare gedetailleerdheid en (ruimtelijke) doorwerking op uitvoeringsbesluiten als een bestemmingsplan. Het wordt net als een bestemmingsplan getoetst aan de beginselen van een goede ruimtelijke ordening, hetgeen onder andere wil zeggen dat alle ruimtelijk relevante belangen worden afgewogen. Uitvoeringsbesluiten Voor de aanleg en exploitatie van het TOZ Borssele is behalve het IP ook een aantal uitvoeringsvergunningen van rijk, provincie en gemeenten nodig. Het gaat daarbij met name om vergunningen en ontheffingen op grond van de Waterwet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Deze vergunningen hebben ook betrekking op de ruimtelijke afweging voor het tracé buiten het gebied van het IP. De Minister van EZ coördineert deze besluiten. TenneT vraagt de benodigde vergunningen en ontheffingen aan bij de overheden die voor deze uitvoeringsbesluiten bevoegd zijn. De Minister van EZ voert de regie; de Minister ziet toe op de inhoudelijke en procedurele afstemming van de uitvoeringsbesluiten en het IP, stelt termijnen vast waarbinnen de betrokken overheden de (ontwerp) uitvoeringsbesluiten gereed moeten hebben en zorgt voor gelijktijdige publicatie van zowel het IP als de uitvoeringsbesluiten. Rekening houdend met op de ontwerpbesluiten verkregen zienswijzen worden de besluiten al dan niet aangepast vastgesteld. Tegen die besluiten kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Minister van EZ kan zelf een uitvoeringsbesluit nemen, samen met de minister(s) die het aangaat, als het bevoegde bestuursorgaan niet tijdig beslist, of een beslissing neemt die in strijd is met het IP. De m.e.r.-procedure is reeds aan de orde geweest. Voor een samenvatting van de m.e.r.-procedure wordt verwezen naar bijlage 3. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 31

51 Bijlage 1 32 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

52 Bronnen Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2012) Structuurvisie Infrastructuur en Milieu, Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2011), Integraal Beheerplan Noordzee 2015 Ministerie van V&W, VROM en LNV (2009), Nationaal Waterplan Ministerie van V&W, VROM en LNV (2009), Beleidsnota Noordzee SER, Energieakkoord voor duurzame groei, 2013 Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Ministerie van Economische Zaken (2014), Nationaal Waterplan (NWP2) Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Ministerie van Economische Zaken (2014), Routekaart voor windenergie op zee, brief d.d. 26 sept Wetsvoorstel Windenergie op zee, Kamerstukken II 2014/2015, , nrs. 1-2 en verder Wetsvoorstel STROOM, Kamerstukken II, 2013/14, , nr. 49 Concept notitie reikwijdte en detailniveau 33

53 Bijlage 2 34 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

54 Begrippen Alternatief Een andere manier dan de voorgenomen activiteit om (in aanvaardbare mate) tegemoet te komen aan de doelstelling(en). De Wet milieubeheer schrijft voor, dat in een MER alleen alternatieven moeten worden beschouwd, die redelijkerwijs in de besluitvorming een rol kunnen spelen. Autonome ontwikkeling Veranderingen, die zich in het milieu zullen voltrekken als noch de voorgenomen activiteit, noch een van de alternatieven worden gerealiseerd. Zie ook nulalternatief en referentiesituatie. Bevoegd gezag In het kader van de Wet milieubeheer, de Wet op de ruimtelijke ordening, de Waterwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Natuurbeschermingswet: één of meer overheidsinstanties die bevoegd zijn om over de activiteit van de initiatiefnemer het besluit te nemen waarvoor het milieueffectrapport wordt opgesteld. Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie (voor de) m.e.r.) Commissie van onafhankelijke deskundigen die het bevoegd gezag adviseert over de gewenste inhoud van het milieueffectrapport en in een latere fase in het toetsingsadvies over de kwaliteit van het milieueffectrapport. Compensatie Wanneer bij een project schadelijke effecten op beschermde natuurwaarden niet kunnen worden voorkomen of beperkt (door mitigerende maatregelen), moet beschadigde natuur gecompenseerd worden. Concept notitie R&D Zie bij Notitie R&D. Externe werking Niet alleen activiteiten in een Natura 2000-gebied hebben invloed op de instandhoudingsdoelen van het gebied, ook activiteiten buiten het gebied kunnen de natuurwaarden in een gebied beïnvloeden. Dit wordt externe werking genoemd. Externe werking treedt op wanneer er, ongeacht de locatie, een effect ontstaat door ruimtelijke overlap tussen het invloedsgebied van een instandhoudingsdoelstelling en een invloedsgebied van de activiteit (in dit geval TOZ Borssele) buiten het Natura 2000-gebied waarvoor de instandhoudingsdoelstelling gevoelig is. Een voorbeeld van externe werking zijn vogels, die broeden in een verder weg gelegen beschermd natuurgebied en die foerageren in / nabij het gebied van de activiteit. Als het een voor de vogelkolonie essentieel foerageergebied betreft, kan een verstoring hiervan leiden tot negatieve effecten in het Natura 2000-gebied. Naast foerageergebieden, kunnen hier ook vliegroutes onder vallen. Initiatiefnemer Degene die een m.e.r.-plichtige activiteit wil ondernemen, in dit geval TenneT. Mitigatie Het verminderen van nadelige effecten (op het milieu) door het treffen van bepaalde maatregelen. Milieueffectrapportage (m.e.r.) De procedure van milieueffectrapportage; een hulpmiddel bij de besluitvorming, dat bestaat uit het maken, beoordelen en gebruiken van een milieueffectrapport en het evalueren achteraf van de gevolgen voor het milieu van de uitvoering van de activiteit waarvoor een milieueffectrapport is opgesteld. MER Milieueffectrapport. Een openbaar document waarin van een voorgenomen activiteit van redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven of varianten de te verwachten gevolgen voor het milieu in hun onderlinge samenhang op systematische en zo objectief mogelijke wijze worden beschreven. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 35

55 MW Megawatt = kilowatt (kw). kw is een eenheid van elektrisch vermogen. MWh Megawattuur = kilowattuur (kwh). kwh is een eenheid van energie. Notitie R&D (NRD) Dit staat voor notitie reikwijdte en detail(niveau). Deze notitie wordt vastgesteld op basis van de concept notitie reikwijdte en detail(niveau) (voorheen startnotitie genoemd) en de daarop ontvangen zienswijzen, reacties en adviezen. Inhoudelijk geeft de notitie reikwijdte en detailniveau aan wat (reikwijdte) en met welke diepgang (detailniveau) onderzocht en beschreven dient te worden in het milieueffectrapport (het MER). Nulalternatief of nulvariant Bij dit alternatief wordt uitgegaan van de bestaande situatie en de autonome ontwikkeling. Dit alternatief dient als referentiekader voor de effectbeschrijving van de andere alternatieven. Passende Beoordeling Een Passende Beoordeling is een beoordeling van de effecten van een activiteit op de natuurdoelstellingen van een Natura 2000-gebied. Wanneer significante effecten op Natura 2000-gebieden niet op voorhand uitgesloten kunnen worden of onzeker zijn, moet er een Passende Beoordeling worden uitgevoerd. De activiteit kan worden toegestaan als uit de Passende Beoordeling blijkt dat deze niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het Natura2000-gebied. Plangebied Het gebied waarbinnen de voorgenomen activiteit, of een van de alternatieven, kan worden gerealiseerd. In het IP beslaat het plangebied een beperkter gebied dan in het MER. Vergelijk: studiegebied. Referentiesituatie Zie Nulalternatief. Rijkscoördinatieregeling De procedure als bedoeld in paragraaf van de Wet ruimtelijke ordening. Van rechtswege is de RCR niet van toepassing, de minister heeft de RCR daarom van toepassing verklaard op het transmissiesysteem op zee voor Borssele (zie ook paragraaf 4.2). Hieruit volgt dat bij dit initiatief een (rijks)inpassingsplan moet worden vastgesteld en dat de voorbereiding en bekendmaking daarvan wordt gecoördineerd door het rijk. Inpassingsplan(IP) De planologische inpassing van een initiatief (in dit geval TOZ Borssele) waarbij het Rijk bevoegd gezag is. SDE+ Stimulering Duurzame Energieproductie (+); het Nederlandse subsidiesysteem voor de productie van duurzame energie. Studiegebied Het gebied waarbinnen de milieugevolgen dienen te worden beschouwd. De omvang van het studiegebied kan per milieuaspect verschillen. Vergelijk: plangebied. Variant Een variatie op een alternatief op een (klein) onderdeel. Wettelijke adviseurs en betrokken bestuursorganen Het gaat daarbij om adviseurs en bestuursorganen die vanwege het wettelijk voorschrift waarop het plan of besluit berust bij de voorbereiding hiervan moeten worden betrokken. 36 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

56 Concept notitie reikwijdte en detailniveau 37

57 Bijlage 3 38 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

58 Procedure m.e.r. Openbare kennisgeving Het bevoegd gezag geeft openbaar kennis van het voornemen om m.e.r.-plichtige besluiten voor te bereiden. Daarin staat: Dat stukken ter inzage worden gelegd; Waar en wanneer dit gebeurt; Dat er gelegenheid is zienswijzen in te dienen; Aan wie, op welke wijze en binnen welke termijn; Of de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.) om advies zal worden gevraagd over het opstellen van het MER. Raadpleging adviseurs en betrokken bestuursorganen Het bevoegd gezag raadpleegt de adviseurs en de overheidsorganen die bij de voorbereiding van het project moeten worden betrokken over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. De onafhankelijke Commissie m.e.r. wordt inzake het initiatief van het TOZ Borssele vrijwillig om advies gevraagd. Raadpleging gebeurt door deze concept notitie reikwijdte en detailniveau naar de adviseurs, relevante overheden en de Commissie m.e.r. te zenden met het verzoek om advies. Zienswijzen indienen De concept notitie reikwijdte en detailniveau wordt in het kader van de hiervoor beschreven openbare kennisgeving voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd, zodat iedereen zienswijzen in kan dienen voor de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen MER. Vaststellen reikwijdte en detailniveau van het MER Het bevoegd gezag stelt vervolgens de definitieve notitie reikwijdte en detailniveau vast, waarbij rekening wordt gehouden met de zienswijzen, opmerkingen vanuit de geraadpleegde bestuursorganen en advies van de Commissie m.e.r.. Opstellen MER De eisen waaraan het MER moet voldoen, zijn beschreven in artikel 7.7 en artikel 7.23, eerste lid van de Wet milieubeheer. Samengevat moet het MER in elk geval bevatten/beschrijven: Het doel van het project; Een beschrijving van het project en de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven, zowel (bijvoorbeeld) qua ligging als qua inrichting; Welke plannen er eerder voor deze activiteit zijn vastgesteld en welke alternatieven daarin waren opgenomen; Voor welke besluiten het MER wordt gemaakt en welke besluiten met betrekking tot het project al aan het MER vooraf zijn gegaan; Een beschrijving van de huidige situatie en de autonome ontwikkeling in het plangebied; Welke gevolgen het project en de alternatieven hebben voor het milieu en een motivering van de manier waarop deze gevolgen zijn bepaald en beschreven en een vergelijking van die gevolgen met de autonome ontwikkeling ; Effectbeperkende c.q. mitigerende maatregelen; Leemten in kennis; Een publiekssamenvatting. Openbaar maken van het MER en raadpleging Commissie voor de m.e.r. Het MER wordt voor advies verzonden aan de Commissie voor de m.e.r.. Tegelijkertijd met de verzending voor advies aan de Commissie voor de m.e.r. zal het plan voor advies worden aangeboden aan de gemeenten en de provincie, en worden gepubliceerd voor omwonenden en belanghebbenden. Daarna wordt het MER voor een periode van 6 weken officieel ter inzage gelegd. Ter inzage legging gebeurt gelijktijdig met de ter inzage legging (6 weken) van het (voor)ontwerp-inpassingplan en de ontwerpvergunningen (de zogeheten ontwerpbesluiten), aangezien dit op basis van de Rijkscoördinatieregeling gelijk oploopt. Concept notitie reikwijdte en detailniveau 39

59 Zienswijzen indienen Een ieder kan zienswijzen indienen op het MER, het ontwerp-inpassingplan en de ontwerpvergunningen. De termijn is daarvoor zes weken vanaf het moment dat de stukken ter inzage worden gelegd. Advies Commissie voor de m.e.r. De Commissie voor de m.e.r. geeft (op verzoek) aan het bevoegd gezag een toetsingsadvies op de inhoud van het MER waarbij zij indien gewenst door het bevoegd gezag de ingekomen zienswijzen betrekt. Eventueel geven de zienswijzen en het advies van de Commissie voor de m.e.r. aanleiding tot het maken van een aanvulling of correctie op het MER, bijvoorbeeld om een aantal zaken wat verder uit te diepen of nadere accenten te leggen. Vaststellen inpassingsplan en vergunningen inclusief motivering De bevoegd gezagen stellen het definitieve inpassingsplan en de definitieve vergunningen vast. Daarbij geven zij aan hoe rekening is gehouden met de in het MER beschreven milieugevolgen en wat de overwegingen zijn met betrekking tot de in het MER beschreven alternatieven, de zienswijzen en het advies van de Commissie voor de m.e.r.. Bekendmaken inpassingsplan en besluiten De definitieve besluiten worden bekendgemaakt en ter inzage gelegd voor een periode van 6 weken. Tegen de definitieve besluiten kunnen degenen die een zienswijze hebben ingediend tegen de ontwerpbesluiten, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State is een onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land. Dit betekent dat zij het hoogste rechterlijke college is dat een uitspraak kan doen over een geschil tussen burger en de overheid. Evaluatie Het bevoegd gezag evalueert de werkelijk optredende milieugevolgen en neemt zo nodig maatregelen o.a. door middel van het stellen van voorschriften om de gevolgen voor het milieu te beperken. 40 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

60 Concept notitie reikwijdte en detailniveau 41

61 42 Concept notitie reikwijdte en detailniveau

62 Concept notitie reikwijdte en detailniveau 43

63

64 Nota van beantwoording zienswijzen Notitie reikwijdte en detailniveau transmissiesysteem op zee Borssele

65 2 Nota van beantwoording zienswijzen

66 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Opzet 5 3. Organisaties die de zienswijzen hebben ingediend 5 4. Antwoorden zienswijzen 6 5. Reacties van overheden en adviseurs 24 Nota van beantwoording zienswijzen 3

67 Inleiding Dit onderdeel bevat een overzicht en een samenvatting van de ontvangen zienswijzen en reacties, alsmede de beantwoording daarvan, voor zover de zienswijzen betrekking hebben op de notitie reikwijdte en detailniveau transmissiesysteem op zee Borssele. Per element van de zienswijze of reactie wordt in de beantwoording beargumenteerd aangegeven of deze al dan niet zullen worden meegenomen in het MER. De relevante in de zienswijzen genoemde elementen worden hieronder per deelonderwerp behandeld. Deze deelonderwerpen kwamen meer dan eens voor in de zienswijzen. Allereerst wordt de zienswijze (Z) of het advies (A) samengevat weergegeven, waarna per zienswijze een reactie (R) wordt gegeven. Hieronder zijn allereerst de zienswijzen van privé personen en bedrijven beantwoord. De reacties van overheden zijn vervolgens in een afzonderlijk hoofdstuk beantwoord. Er is een aantal zienswijzen ingediend dat uitsluitend betrekking heeft op andere projecten in Zeeland (aansluiting van het windpark, een nieuwe 380 kv verbinding ZuidWest 380 kv, een nieuw 380 kv station bij Rilland). Deze zienswijzen worden hier niet beantwoord. Deze projecten kennen ieder afzonderlijke procedures waarbij zienswijzen tegen het desbetreffende project kunnen worden ingediend. Informatie over wanneer dat voor welk project mogelijk is zal onder meer bekend worden gemaakt op de betreffende websites van de projecten: Indien delen van de zienswijzen wel betrekking hebben op de conceptnotitie van het NRD transmissiesysteem op zee Borssele dan is op die delen wel een reactie gegeven. 4 Nota van beantwoording zienswijzen

68 Opzet De in de zienswijzen genoemde elementen worden hieronder per deelonderwerp behandeld. De unieke zienswijzen en reacties van privé personen en bedrijven, evenals van betrokken overheden die binnen de inspraaktermijn zijn binnengekomen zijn bekeken en gesorteerd naar de volgende onderwerpen: 1. Algemeen; 2. Landschap; 3. Verstoring bodemprofiel en agrarische gebruiksbeperkingen; 4. Elektromagnetische velden; 5. Koppeling met Belgisch netwerk; 6. Tracékeuze; 7. Breedte en diepte kabeltracé; 8. Westerschelde; 9. Morfologisch systeem van de Westerschelde; 10. Noodankeren; 11. Baggeren; 12. Visserij; 13. Transformatorstations; 14. Technische aspecten; 15. Relatie Toz met kavelbesluiten windparken Borssele; 16. (Zicht op) windmolens en transformatorstations; 17. Archeologie; 18. Overig. Organisaties die de zienswijzen hebben ingediend Provincie Zeeland, Gedeputeerde Staten, MIDDELBURG Gemeente Borsele, College van Burgemeester en Wethouders, HEINKENSZAND Gemeente Veere, College van Burgemeester en Wethouders, DOMBURG Gemeente Vlissingen, College van Burgemeester en Wethouders, VLISSINGEN Gemeente Middelburg, College van Burgemeester en Wethouders, MIDDELBURG Vlaamse Overheid, MOW, BRUSSEL (Vlaams Gewest) Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied, ROTTERDAM Gemeente Noord-Beveland, College van Burgemeester en Wethouders, WISSENKERKE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMERSFOORT Akkerbouw bedrijf, LEWEDORP Dorpsraad Borssele, BORSSELE Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, ANTWERPEN Havenbedrijf Gent nv van publiek recht, TERNEUZEN Justion Advocaten, MIDDELBURG, namens Hof Domburg B.V., DOMBURG en Recreatie De Zandput B.V., VROUWENPOLDER NV Elektriciteitsproduktiemij Zuid Nederland (EPZ), BORSSELE NWEA, UTRECHT Paling en Kreeftenvisserij, ARNEMUIDEN Recron Walcheren, AAGTEKERKE Sportvisserij Zuidwest Nederland, DRIMMELEN Stichting Tuin van Zeeland, MIDDELBURG Vereniging Zeeuwse Milieufederatie, GOES VisNed, URK Zeeland Seaports, TERNEUZEN ZLTO, GOES Nota van beantwoording zienswijzen 5

69 Antwoorden zienswijzen Algemeen Z1: De stichting Tuin van Zeeland maakt ernstige bezwaren tegen de tracés over land. Deze zullen het zeer waardevolle cultuurlandschap van Walcheren, dat niet voor niets tot Nationaal Landschap is aangewezen, onnodige schade toebrengen. Dit is voor onze stichting onaanvaardbaar temeer daar er een alternatief over zee mogelijk is. R1: In het MER zullen de effecten op landschap en op cultuurhistorie van de tracés in kaart worden gebracht en onderling worden vergeleken. Z2: Er is eigenlijk maar één realistisch tracé voor deze kabelverbinding, namelijk die over de Westerschelde (tracé 4). Het MER zou dan ook sterk vereenvoudigd kunnen worden. Maar wij begrijpen dat in zorgvuldig onderzoek meerdere tracés worden betrokken. R2: We nemen kennis van de zienswijze van inspreker. In het MER zullen de tracés worden onderzocht en onderling worden vergeleken. Mede op basis van de informatie uit het MER zal een Voorkeurstracé worden gekozen. Bij die keuze wordt naast de milieu-informatie ook gekeken naar technische haalbaarheid, kosten en maatschappelijke overwegingen (waaronder draagvlak en zakelijk recht overeenkomsten). Ook de Commissie voor de m.e.r. adviseert overeenkomstig. Z3: In de concept notitie, paragraaf 2.3, pagina 17, wordt onder andere het traceringsuitgangspunt Technische uitvoerbaarheid en risico s beschreven, waaronder het vermijden van (..) oude explosieven. Dit is met name van toepassing op Tracéalternatief 1A, 1B en 2 welke voorgesteld worden als zo veel mogelijk gebundeld met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost (pagina 20). De aanleg van deze spoorlijn ging gepaard met langdurige vertragingen en significante budget overschrijdingen vanwege het feit dat er in het gebied van deze spoorlijn (met name in, bij en rond de Sloedam) veel oude niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in de bodem aanwezig zijn. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. R3: Niet gesprongen explosieven wordt meegenomen in het onderzoek voor het Inpassingsplan en de vergunningverlening. Z4: Indieners vragen om door hun gedane inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen daadwerkelijk worden gebruikt bij het formuleren van het advies over de reikwijdte en het detailniveau van het MER teneinde dit MER en de daarvoor benodigde onderzoeken op te stellen. R4: De zienswijzen worden meegenomen voor zoverre zij relevant zijn voor het te verrichten milieuonderzoek. Z5: Diverse personen en instanties verzoeken in de zienswijze om op de hoogte te worden gehouden van de verdere ontwikkelingen van dit project. R5: Net als bij de andere RCR projecten van TenneT, zetten EZ en TenneT samen een website op voor het project Net op Zee Borssele. Zodra deze website in de lucht is worden stakeholders hierover geïnformeerd. Ook via de website van Bureau Energieprojecten kunt u op de hoogte blijven van de stand van zaken van het project, Z6: Direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar het schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengrondse 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. Tot overmaat van ramp wil TenneT een schakelstation van ongeveer 3 hectare letterlijk inklemmen tussen de A58 en de woningen aan de Zuidhof, lokaal bekend als De Vijfhuizen, alwaar thans 9 gezinnen met een aantal kinderen woont. R6: De concept NRD heeft betrekking op de aanlanding naar station Borssele en de uitbreiding van dat station (zie par concept NRD). Het concept NRD heeft GEEN betrekking op de uitbreiding van de 380 kv-verbinding in Zeeland (ZuidWest 380 kv-west), en evenmin op de bouw van het nieuwe 380 kv 6 Nota van beantwoording zienswijzen

70 hoogspanningsstation bij Rilland. Over deze beide projecten wordt in afzonderlijke procedures besloten. In dat kader kunnen zienswijzen op de plannen voor de nieuwe 380 kv verbinding en/of het nieuwe 380 kv hoogspanningsstation worden ingediend bij het betreffende project en zullen deze in dat kader worden beoordeeld. Z7: De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd. De onzalige plannen voor een 380 kv waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu dus op de wind-parken buitengaats. R7: Het besluit om te komen tot een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden gezien in het perspectief van lange termijn ontwikkeling. Dit wil zeggen dat bij (actuele) wijzigingen er niet direct een ander besluit genomen wordt maar dit in toekomstperspectief bekeken wordt. De nut en noodzaak van de verbinding Borssele - Rilland bestaat uit twee onderdelen: 1. De onderhoudssituatie Er kan momenteel geen onderhoud meer worden uitgevoerd aan de hoogspanningsverbindingen vanuit Borssele zonder aanmerkelijke productiebeperkingen op te leggen. Afstemming van gelijktijdig onderhoud aan productie-eenheden en aan het hoogspanningsnet is niet meer mogelijk zonder economische gevolgen. Dit is onwenselijk. Daarnaast wordt er door TenneT hierdoor niet meer voldaan aan de ontwerpcriteria uit de Netcode. 2. Het aansluiten van nieuwe capaciteit. In het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening III (SEV III) wordt het gebied Borssele/Vlissingen genoemd als één van de grootschalige productielocaties voor Nederland. In de provincie Zeeland wordt aanmerkelijk meer elektriciteit geproduceerd dan wordt verbruikt. Met de realisatie van de Sloecentrale bij Borssele (2008) en het wegvallen van een aantal grootverbruikers in het gebied Borssele/Vlissingen wordt het elektriciteitsnetwerk vanuit Borssele volledig benut voor transport naar het achterland. De huidige verbinding zit dus als het ware vol. Dit heeft als gevolg dat: - er nagenoeg geen aansluitcapaciteit meer beschikbaar is voor nieuwe (grootschalige) conventionele opwekking. Dit geldt niet alleen in Borssele maar voor heel Zeeland, inclusief Zeeuws Vlaanderen (met het industriegebied in Terneuzen); - er nagenoeg geen aansluitcapaciteit beschikbaar is voor (grootschalige) offshore windenergie en de aansluiting van windenergie op land ook vroegtijdig beperkingen zal ondervinden; Z8: Het is zeer duidelijk dat deze elektriciteit niet nodig is voor de Zeeuwse gebruikers en alle energie dus afgevoerd dient te worden naar de rest van Nederland. Netbeheerder TenneT wil hier toe de windparken aansluiten op het schakelstation in Borssele en van daar nieuwe bovengrondse 380 KV leidingen aan leggen om de energie verder naar Nederland te transporteren. Omdat deze energie dus duidelijk niet nodig is voor Zeeland lijkt het ons beter om de kabels vanaf de windparken over de zeebodem naar de Rotterdamse maasvlakte te leiden en dan daar een transformator/schakelstation aan te leggen en van daar naar de gebruikers in de Randstad. R8: De grote locaties waar elektriciteit wordt opgewekt zijn in de afgelopen jaren steeds verder van de verbruikerscentra af komen te liggen; dat geldt niet alleen in Zeeland, maar landelijk. In het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening III (SEV III) zijn de grote productielocaties voor elektriciteitsopwekking aangewezen. Het gebied Borssele/Vlissingen is hierin genoemd als één van de grootschalige productielocaties voor Nederland. Met de ligging van de grote productielocaties op afstand van de gebruikers, is de behoefte aan transportcapaciteit op het landelijk net toegenomen. Voor de in het windgebied Borssele geproduceerde elektriciteit geldt dat het dichtstbijzijnde 380 kv-station dat gebruikt kan worden om de geproduceerde elektriciteit naar de landelijke ring te brengen het huidige 380 kv-hoogspanningsstation Borssele is. Aanlanding van de kabels van de windparken in het windgebied Borssele naar een station op de Rotterdamse Maasvlakte is om meerdere redenen geen reëel in beschouwing te nemen alternatief. De afstand is veel groter en daarmee het tracé veel duurder en meer verlies van elektriciteit door langer transport. Nota van beantwoording zienswijzen 7

71 Daarnaast zou het niet betekenen dat dit de nieuwe 380 verbinding overbodig maakt. Immers, er is een onderhoudsknelpunt op de bestaande verbinding. Het hoogspanningsnet in de regio Zuid-West Nederland heeft op dit moment onvoldoende capaciteit tijdens onderhoudswerkzaamheden. Ook is er dan nog steeds geen ruimte voor de afvoer van nieuwe capaciteit van uit Borssele/Vlissingen. De uitbreiding van capaciteit kan immers meer omvatten dan de aansluiting van wind op Zee omdat Borsele in SEV III is aangewezen als één van de locaties in Nederland voor grootschalige energieopwekking. De noodzaak tot uitbreiding staat dus los van de aansluiting op het windgebied Borssele. Z9: TenneT heeft de wettelijke taak gekregen om een transmissiesysteem voor drie gebieden voor de kust aan te leggen, te weten Borssele, Hollandse Kust Zuid Holland én Hollandse Kust Noord Holland. Het windgebied Borssele wordt als eerste ontwikkeld. Kan het aan de orde zijn dat de later te ontwikkelen gebieden voor de Hollandse Kust ook worden aangesloten op het transmissiesysteem Borssele? Dat heeft consequenties voor de bekabelingsinfrastructuur en de nu te maken keuzen. R9: Het wetsvoorstel STROOM (voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits en gaswet)) gaat TenneT de taak geven het transmissiesysteem op zee aan te leggen (Kamerstukken II, 2014/15, ). Het is niet aan de orde dat de gebieden voor Hollandse Kust worden aangesloten op het transmissiesysteem op zee Borssele. De vier kabels naar de kust hebben precies voldoende capaciteit voor de MW windenergie op zee in het windenergiegebied Borssele. Z10: Bij aanleg van de on-shore kabelsystemen zal er sprake zijn van geluidshinder, visuele hinder, verkeershinder, etc. Gedupeerden dienen hiervoor voldoende en volledig gecompenseerd te worden. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. R10: Een hoogspanningsverbinding kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving en daarom zal hinder (bijvoorbeeld geluid, licht en trillingen tijdens aanleg) en verkeersveiligheid) in het MER worden meegenomen. De beoordeling van de aanvaardbaarheid van deze aspecten vindt plaats in het kader van de besluitvorming over het Inpassingsplan en de vergunningen. Schade die ontstaat behoort niet tot het MER maar wordt meegenomen in de afwegingen ten aanzien van het Inpassingsplan (IP). Z11: Het beoordelingskader in tabel 3.1 is naar onze mening zeer summier en sluit ook niet goed aan bij de beoordelingskaders zoals gehanteerd in het MER voor de kavels Borssele (zoals weergegeven in de NDR kavels Borssele). Zo ontbreken er verschillende natuuraspecten zoals het effect op bodemleven en vissen en het effect van verstoring van bijvoorbeeld vogels. Ook zijn wij van mening dat bijvoorbeeld het effect van elektromagnetische straling of opwarming van de kabels expliciet benoemd zouden moeten worden. Door zorgvuldig en volledige informatie te geven, kunnen volgens ons (latere) bezwaren al zo veel mogelijk worden voorkomen. Wij verzoeken u daarom om het beoordelingskader uit te breiden en alle mogelijke milieu effecten te beschrijven en daarbij ook goed aansluiting te zoeken bij het beoordelingskader van de MER en voor de kavels. R11: Aspecten landbouw, natuur, bodem, elektromagnetische straling etc. worden meegenomen in het MER. Landschap Z12: Wij betwijfelen of in het voorgenomen onderzoek de landschapswaarden voldoende worden meegenomen. In het lijstje van beoordelingscriteria (Tabel 3.1) komt het landschap zeer summier aan de orde. Alleen de zichtbaarheid van het platform in zee en die van het station bij Borssele worden onder dit aspect genoemd. Juist het tracé over land heeft een grote impact op het landschap. Hierover wordt niets opgenomen! Men zou nog hoop kunnen hebben bij het aspect Cultuurhistorie maar het beoordelingscriterium Effect op overige cultuurhistorische waarden is wel erg vaag en ondergeschikt en daarmee weinig vertrouwenwekkend. Indiener verzoekt u dan ook het landschap concreter in de beoordeling te betrekken door onder meer de specifieke kenmerken van Walcheren als National Landschap expliciet te benoemen en de impact zorgvuldiger en met meer gewicht te beoordelen. De geringe scoringsverschillen in tabel 3.2 doen weinig recht aan dit belangrijke aspect. 8 Nota van beantwoording zienswijzen

72 R12: De effecten van TOZ Borssele op het landschap zullen worden onderzocht. De zichtbare onderdelen bovengronds zijn het platform en het hoogspanningsstation. Al deze elementen worden in het MER behandeld. Tabel 3.1 zal op dit punt worden verduidelijkt. Z13: In het door u opgestelde beoordelingssysteem dreigt de aantasting van ons dierbare Walcheren een nauwelijks relevant of ondergeschikt onderwerp te worden waardoor straks uit kostenoverwegingen of economische voordelen Walcheren opgeofferd wordt aan de nationale duurzaamheidsdoelstellingen. R13: In het MER worden de effecten in kaart gebracht en wordt een beoordeling van die effecten gegeven ten opzichte van de nulsituatie. Deze informatie wordt gebruikt ten behoeve van de besluitvorming in het Inpassingsplan en de vergunningverlening. Om een onderlinge vergelijking te kunnen komen van de vier tracés en om een keuze te kunnen maken voor een voorkeursalternatief zullen al deze redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in het MER worden onderzocht. Ook de Commissie voor de m.e.r. adviseert overeenkomstig. Z14: Bij de keuze uit de voorliggende tracé varianten moet voldoende rekening gehouden met grote belang van de (verblijfs)recreatie op Walcheren. De nieuw aan te leggen verbinding mag op geen enkele wijze afbreuk doen aan recreatieklimaat op Walcheren. Ons inziens doen de voorgenomen trace s over land dat wel. De aanleg van deze trace s is ingrijpend in het kleinschalige (nationaal) landschap van Walcheren en zal ondanks de ondergrondse aanleg blijvend littekens in het kwetsbare landschap achterlaten. Ook tijdens de aanleg zal er veel overlast en verstoring zijn. Alleen het trace door de Westerschelde naar Borsele heeft deze nadelen niet en is volgens ons dan ook de beste oplossing. Een trace door het Veerse Meer kruist belangrijke recreatiegebieden en vereist ook nog aanleg van kabels over land en is daarom ook minder geschikt. R14: De effecten op het landschap zullen in het MER in kaart worden gebracht. Bij het thema Overige gebruiksfuncties, recreatie en toerisme komen ook eventuele effecten op de recreatiesector aan bod. Z15: Ten aanzien van de tracéalternatieven en varianten geldt dat twee routes invloed kunnen hebben op Vakantieparken die door mijn cliënten worden geëxploiteerd. In de nabijheid van tracé lb ligt Camping de Zandput. Op of nabij tracéalternatief 2 liggen de Roompotparken Hof Domburg, Buitenhof Domburg en Residence de Wijngaerde. Aan ondergetekende is door TenneT op de informatieavond van 24 maart 2015 verzekerd dat de kabelsystemen niet door een Vakantiepark zullen gaan lopen. Cliënten verzoeken u deze toezegging ook gestand te doen, gelet op de mogelijke schade en hinder die de aanleg en het geplaatst hebben van de kabelsystemen door een Vakantiepark kan veroorzaken. Door TenneT is daarnaast aangegeven dat echter niet kan worden uitgesloten dat de kabelsystemen vlak langs de Vakantieparken zullen lopen. Ik verzoek u om hiertoe niet over te gaan. R15: In het MER zal het thema Overige gebruiksfuncties, recreatie en toerisme meegenomen worden. Z16: De keuze van een aanlegmethode voor de bekabeling hangt voornamelijk af van de lokale bodemomstandigheden (pag. 21). Wij vinden dat de keuze voor één of een combinatie van aanlegmethoden, eveneens dient te worden gemaakt op basis van de effecten ervan op zeebodem, cultuurhistorische en archeologische waarden én veiligheid. R16: In het MER worden de effecten van een worst-case aanlegmethode inzichtelijk gemaakt. Indien de worst-case methode leidt tot onoverkomelijke effecten, worden ook andere aanlegmethoden onderzocht. Z17: Wij vragen ons af wat in deze NRD de meerwaarde is van het zoeken naar globale routes voor de ondergrondse kabels die voldoende onderscheidend van elkaar zijn. In het Zeeuwse is er geen breed draagvlak om on-shore de kabels door Walcheren aan te leggen vanwege mogelijk open ontgravingen en duindoorkruisingen met geboorde kabels. R17: Doel van het MER is om de milieu-effecten van redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in kaart te brengen zodat het milieubelang bij de keuze voor het tracé een volwaardige plaats in kan nemen. Nota van beantwoording zienswijzen 9

73 Z18: Mogelijke opties aanlanding kabels vanuit zee via de vlakte van Raan richting Borssele, of via Walcheren. Tracé 1: De Westerschelde is zeer grillig, waarbij de vaargeul ter hoogte van Borssele erg diep is (circa 60 m). Om de windenergiegebieden op zee te bereiken zal de kabel via de Natura 2000-gebieden Vlakte van de Raan en de Voordelta lopen. De aanlanding staat volgens de detailkaart ingepland ten zuid westen van het koelwater innamepunt van KCB. Dit tracé zal een gedeelte van het Sloebos doorsteken, wat wederom een opoffering is waarbij het aangrenzende natuurgebied inclusief het Lepelaars, gebied in de verdrukking komen. Tracé 2: Een tracé over land naar de kust (tussen Domburg en westkapelle). Het tracé loopt vanaf Borssele langs de Berhardweg richting Middelburg, en staat aan de noordzijde van het Sloebos ingepland. Een gebied waar de ruimte zeer beperkt is door bewoning, 3 reeds bestaande hoogspannings lijnen en een intensief netwerk van overige ondergrondse infra. R18: In het MER zal aandacht zijn voor ruimtebeslag en eventueel andere effecten op het Sloebos. Verstoring bodemprofiel en agrarische gebruiksbeperkingen Z19: Doorsnijding van landbouwgronden gaat gepaard met verstoring van bodemprofiel wat niet 100% hersteld kan worden en permanente schade geeft. R19: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Z20: Er gelden agrarische gebruiksbeperkingen in een zone op en ter weerszijden van de kabels, onder andere ten aanzien van boomgaarden. Boomgaarden met windsingels zijn niet toegestaan in de beheersstrook en bestaande boomgaarden moeten dus gerooid en bestemmingsplanmatig mag niet automatisch elders worden ingepland. R320: Het gehele tracé wordt ondergronds aangelegd. De kabels liggen diep genoeg om normale landbouwkundige bewerkingen te kunnen uitvoeren. Agrarisch gebruik kan na de aanleg van de verbinding dus in beginsel ongestoord voortgezet worden. Als hiervan wordt afgeweken, dan maakt TenneT aanvullende afspraken met de grondeigenaar. Diepwortelende gewassen zijn niet toegestaan in de nabijheid van de kabel. Hierover maakt TenneT met de betreffende grondeigenaren nadere afspraken. Daar staan overigens vergoedingen tegenover. Z21: Alle kavels zijn gedraineerd en in veel gevallen betekent dat dus doorsnijding en verlies en dus schade hiervan, terwijl nieuwe drainage met een andere richting in de meeste gevallen wegens ontwateringsrichting niet kan. R21: Beïnvloeding van het huidige ruimtegebruik is een van de onderwerpen die in het MER aan bod zal komen. Eventuele schade die ontstaat bij de aanleg behoort niet tot het MER maar wordt meegenomen in de afwegingen ten aanzien van het Inpassingsplan (IP). Mogelijke schade is tevens onderdeel van de afspraken die TenneT maakt met de eigenaren en gebruikers van de gronden waarover het kabeltracé komt te lopen. Z22: Vóór aanleg van het on-shore kabelsysteem dient een algehele nulmeting gedaan te worden van de eigendommen in de wijde omtrek van het aan te leggen tracé. Deze nulmeting dient voor vaststelling van eventuele schade tijdens de aanleg, exploitatie en verwijdering van het kabelsysteem door de nabijgelegen werkzaamheden (waaronder grondverzet en heiwerk, zie paragraaf 3.1, pagina 25) aan het tracé. Te denken valt hierbij aan schade aan gebouwen (verzakkingen, scheuren in muren, etc.), erfverhardingen, landbouwkavels, etc. Ook valt hierbij te denken aan schade door verandering van grondwaterstanden in de omgeving van het aan te leggen tracé; te ondervinden schade betreft bijvoorbeeld gevolgen van een veranderde grondwaterstand vanwege bronbemaling tijdens aanleg van het tracé; deze gevolgen kunnen onder ander gewasschade op landbouwkavels of inklinking of verzilting door middel van kwelwater van deze kavels betreffen. Ook zal, zeker bij een open ontgraving, bij aanleg van het on-shore kabelsysteem er een ingrijpende verstoring plaatsvinden in de bodemstructuur, met name in landbouwkavels. De huidige bodem flora en fauna (het bodemleven ), de huidige bemestingstoestand, de huidige onkruiddruk, de capillaire werking van de bodem en (ontbreken van) vervuiling van de bodem (puin, boomstronken en wortels, maar ook chemische verontreinigingen, e.d.) dienen eveneens in deze algehele nulmeting meegenomen te worden. R22: De aspecten landbouw, natuur, bodem etc. worden meegenomen in het MER. De effecten van de voorgenomen activiteit worden in het MER wel afgezet tegen het nulalternatief (de referentiesituatie). 10 Nota van beantwoording zienswijzen

74 Z23: Met inachtneming van de keuze (..) wordt gemaakt (..) op basis van economische (kosten) (zie paragraaf 1.1, pagina 9 en paragraaf 2.5, pagina 22) en het beperken van de kosten (zie paragraaf 2.3, pagina 17): algehele schadeloosstelling zoals hierna omschreven dient in acht genomen te worden. Voor aanleg van het on-shore kabelsysteem zal waarschijnlijk tijdelijk meer grond oppervlakte nodig zijn dan de lengte van het on-shore kabelsysteem vermenigvuldigd met de totale breedte van de strook van het on-shore kabelsysteem. Voor deze tijdelijke extra oppervlakte valt te denken aan tijdelijke opslag van (teelt) aarde van kavels die vrijkomt bij aanleg door een open ontgraving, werkterreinen, aan en afvoer van materieel (zoals vervoer van landkabels op haspels, zie paragraaf 2.1.3, pagina 16), e.d. Wij vragen u eventuele schade en naschade die hierdoor ontstaat aan eigendommen van derden, met name landbouwers, mee te nemen in het MER, en gedupeerden voldoende en volledig te compenseren voor de geleden schade. Ook compensatie voor de schade die ontstaat door het al dan niet tijdelijk slecht ontsluiten van landbouwkavels vanwege de aanleg van het on-shore kabelsysteem alsmede compensatie voor schade en herstel van drainage, inclusief schadeloosstelling door het eventueel aanbrengen van drainage na aanleg van het on-shore kabelsysteem genoodzaakt door een verandering van de bodemstructuur in de kavels waarin het tracé wordt aangelegd, dienen hierin meegenomen te worden. Ook compensatie voor de eerder beschreven schades en naschades (schade aan gebouwen (verzakkingen, scheuren in muren, etc.), erfverhardingen en landbouwkavels, schade door verandering van grondwaterstanden in de omgeving van het aan te leggen tracé als gevolg van een veranderde grondwaterstand vanwege bronbemaling tijdens aanleg van het tracé (zoals gewasschade op landbouwkavels of inklinking of verzilting door middel van kwelwater van deze kavels), schade (door verstoring van de bodem) aan de huidige bodem flora en fauna (het bodemleven ), de huidige bemestingstoestand, verhoogde onkruiddruk (te denken valt aan riet), de capillaire werking van de bodem en vervuiling van de bodem (puin, boomstronken en wortels, maar ook chemische verontreinigingen, e.d.)) dienen hierin meegenomen te worden. Ook compensatie voor de schade door toekomstige beperkingen zoals opstalrechten op kavels (zie de beschrijving van het traceringsuitgangspunt Waar mogelijk en zinvol bundelen met andere infrastructuur, om (nodeloze) toekomstige beperkingen te voorkomen (paragraaf 2.3, pagina 17) dient hierin meegenomen te worden. Dit alles zonder daarbij een termijn te stellen waarin aanspraak gemaakt kan worden op deze compensaties. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. R23: Eventuele schade die ontstaat bij de aanleg behoort niet tot het MER maar wordt meegenomen in de afwegingen die aan het Inpassingsplan (IP) ten grondslag liggen en zijn onderdeel van de afspraken die TenneT maakt met de eigenaren en gebruikers van de gronden waarover het kabeltracé komt te lopen. Z24: Het beoordelingskader in tabel 3.1 is naar onze mening zeer summier en sluit ook niet goed aan bij de beoordelingskaders zoals gehanteerd in het MER voor de kavels Borssele (zoals weergegeven in de NDR kavels Borssele). Zo ontbreken er verschillende natuuraspecten zoals het effect op bodemleven en vissen en het effect van verstoring van bijvoorbeeld vogels. Ook zijn wij van mening dat bijvoorbeeld het effect van elektromagnetische straling of opwarming van de kabels expliciet benoemd zouden moeten worden. Door zorgvuldig en volledige informatie te geven, kunnen volgens ons (latere) bezwaren al zo veel mogelijk worden voorkomen. Wij verzoeken u daarom om het beoordelingskader uit te breiden en alle mogelijke milieu effecten te beschrijven en daarbij ook goed aansluiting te zoeken bij het beoordelingskader van de MER en voor de kavels. R24: Aspecten landbouw, natuur, bodem, elektromagnetische straling etc. worden meegenomen in het MER. Z25: In paragraaf 3.2, pagina 25, wordt ontwikkeling van het beoordelingskader beschreven waarmee de effecten van de tracéalternatieven en waar relevant de aanlegvarianten beoordeeld worden, dit op basis van regelgeving en beleid. Er wordt verwezen naar Tabel 3.1, pagina 26, met de mededeling dat het beoordelingskader door voortschrijdend inzicht nog aangepast kan worden. Een Aspect in de categorie Overige gebruiksfuncties dat toegevoegd dient te worden als beoordelingscriterium is Landbouw zoals Akkerbouw, Veeteelt, Fruitteelt, Bosbouw, etc. (in paragraaf 2.3, pagina 17, benoemt u immers het traceringsuitgangspunt Beperken van hinder voor overige gebiedsgebruikers (scheepvaart, visserij, landbouw, recreatie, e.d.)). R25: Het onderdeel landbouw wordt beoordeeld onder het thema ruimtegebruik. Nota van beantwoording zienswijzen 11

75 Elektromagnetische velden Z26: Precisielandbouw neemt in de landbouw een vlucht en nu reeds is er hinder van invloedssferen van elektriciteitskabels met magnetische velden, door het wegvallen van signaal waardoor bewerkingen en aansturingen van high tech apparatuur worden verstoord. Dit heeft overigens ook veiligheidsaspecten in zich. Technische ontwikkelingen gaan snel en gebruikte systemen worden steeds verfijnder en dus gevoeliger voor dergelijke verstoringen. R26: Nadat in het MER de alternatieven zijn onderzocht en vergeleken, en er mede op basis van de informatie uit het MER een Voorkeursalternatief is gekozen, zullen er voor dat VKA, mede in het kader van de vergunningverlening, nadere onderzoeken plaatsvinden. Z27: Onbekend zijn de gevolgen voor langere termijn inzake straling op mens en dier. Reden te meer om de land variant te mijden. R27: De elektromagnetische velden worden in het MER onderzocht in het hoofdstuk Externe Veiligheid. Z28: Afhankelijk van de afstand tot de objecten en percelen kan er ook sprake zijn van elektromagnetische velden. Namens cliënten verzoek ik deze aspecten bij het MER te betrekken. R28: De elektromagnetische velden worden in het MER kwalitatief onderzocht in het hoofdstuk Externe Veiligheid. Z29: Wat is de invloed van magnetische en elektrische velden op het mariene leven door de AC-kabels met wisselstroom. Er zijn diersoorten die magnetische velden gebruiken voor navigatie. De verandering en sterkte van magneetvelden rond de bekabelde stroken kan ook de navigatie en het gedrag van zeedieren beïnvloeden. R29: Dit aspect wordt meegenomen in het MER Z30: Bij het aspect (externe) veiligheid wordt het beoordelingscriterium elektromagnetische velden genoemd. Gezien de discussie die momenteel gevoerd wordt bij aanleg van de Zuid-West 380kV verbinding m.b.t. elektromagnetische velden van hoogspanningsleidingen in de buurt van woningen als mogelijke oorzaak van leukemie bij opgroeiende kinderen in die woningen, is het uit oogpunt van die (externe) veiligheid noodzakelijk het on-shore kabelsysteem zodanig aan te leggen dat niet alleen gevoelige gebieden waaronder woonkernen worden ontzien, maar ook de (bedrijfs)woningen in het buitengebied, evenals bouwblokken en bouwkavels al dan niet met gebouwen die al dan niet een landbouwfunctie dragen in het buitengebied, inclusief de potentiële uitbreiding van deze bouwkavels en bouwblokken. R30: In het MER wordt aandacht besteed aan de effecten van EM-velden. Koppeling met Belgisch netwerk Z31: Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen wil voorstellen om een bijkomend alternatief qua aanlandingsplaats te bekijken. Op het Belgisch gedeelte van de Noordzee bevindt zich eveneens een windmolenpark. Dit is niet ver verwijderd van het betrokken (Nederlands) windmolenpark. Concreet is de vraag om te onderzoeken of een verbinding gerealiseerd kan worden met het Belgisch windmolenpark waarbij de verbinding naar landzijde die in het kader van dit (Belgisch) windmolenpark gerealiseerd wordt, eveneens aangewend kan worden om de opgewekte energie van het windmolenpark Borssele naar land te kanaliseren. In de concept notitie is hieromtrent het volgende opgenomen: Een koppeling van het netwerk van de aanpalende Belgische windparken is niet wenselijk omdat hiervoor dubbele vergunningsprocedures nodig zijn, een aanpassing van de subsidieregeling nodig is en extra kosten met zich meebrengt door aanleg van een extra kabelverbinding. Dit maakt het moeilijker (zo niet onmogelijk) om de doelstellingen uit het Energieakkoord tijdig te halen. Rekening houdend met het voorgaande vraagt het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen evenwel om deze optie omvattender te onderzoeken. R231: In het MER wordt een motivering gegeven van de te onderzoeken alternatieven. Daar zal ook worden aangegeven wat is overwogen met betrekking tot het door inspreker voorgestelde alternatief van een koppeling met Belgische windmolenparken. 12 Nota van beantwoording zienswijzen

76 Om tot een objectief oordeel te kunnen komen over de tracés en om een juiste keuze te kunnen maken voor een voorkeursalternatief zullen de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in het MER worden onderzocht. Z32: In het concept NRD wordt aangegeven waarom een koppeling met Belgische windparken niet wenselijk is. Als argument wordt gebruikt dat het Energieakkoord hier niet over spreekt en dat de doelstellingen uit het Energieakkoord dan moeilijk of onmogelijk behaald kunnen worden. Echter, het Energieakkoord gaat over windcapaciteit en niet over het Noordzee net. Interconnectie of verbinding met andere windgebieden is wel onderdeel van het Nationale Waterplan en het EU netwerk beleid. Extra interconnectie capaciteit met UK en BE is gewenst vanwege versterking van de energie markten, netwerk balans cq robuustheid en redundancy voor de windparken en de offshore platforms. De netproblemen in België geven al extra aandacht voor mogelijke koppeling met de Nederlandse markt. R32: In het MER wordt een motivering gegeven van de te onderzoeken alternatieven. Daar zal ook worden aangegeven wat is overwogen met betrekking tot het door inspreker voorgestelde alternatief van een koppeling met Belgische windmolenparken. Om tot een objectief oordeel te kunnen komen over de tracés en om een juiste keuze te kunnen maken voor een voorkeursalternatief zullen de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in het MER worden onderzocht. Z33: Indieners stellen een ander tracékeuze voor: rechtstreekse aansluiting op België Z33a: Om toekomstige ontwikkelingen in het Scheldegebied en het mondingsgebied niet te hypothekeren of te beperken, vraagt het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen om het alternatievenonderzoek uit te breiden met een aantakking op het netwerk met Belgische windmolenparken en alsook om tracéalternatief 4, met haar beide varianten, te willen verlaten. R33 en 33a: Een koppeling met het netwerk van de aanpalende Belgische windparken is duurder dan aansluiting aan het Nederlandse net. Verder is het niet wenselijk omdat hiervoor dubbele vergunningenprocedures nodig zijn, een aanpassing van de subsidieregeling (SDE+) nodig is en extra kosten met zich meebrengt door aanleg van een extra kabelverbinding. Hierdoor zal in het geval van het aansluiten op de Belgische Windparken en/of Belgische hoogspanningsnet, de planning, zoals afgesproken in het Energieakkoord niet gehaald kunnen worden, met name vanwege de diverse afstemmingen zoals op het gebied van ruimtelijke ordening, financiering, verrekeningen en wetgeving. Daar komt bij dat het net van België op land geen extra 1400MW van de Borssele windparken aankan. Het Belgische net moet worden uitgebreid vanwege de Belgische windparken. Om tot een objectief oordeel te kunnen komen over de tracés en om een juiste keuze te kunnen maken voor een voorkeursalternatief zullen de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in het MER worden onderzocht. Ook de Commissie voor de m.e.r. adviseert overeenkomstig. Breedte en diepte kabeltracé Z34: De vier kabels worden gebundeld in één tracé met een totale breedte van 1600m. Deze breedte is opgebouwd uit de afstand tussen de kabels onderling (200m) en een onderhoudszone van 500m aan weerszijden van de kabelcorridor. Bij verleende vergunningen (Ontgrondingenwet) in het kader van het onderhoud van de vaargeul in de Westerschelde wordt ter hoogte van kabels en leidingen een onderhoudszone van 200m vooropgesteld. Kan de onderhoudszone ook bij dit voorstel beperkt worden tot 200m? De breedte van het tracé heeft namelijk ook een impact op mogelijke interferenties met scheepvaartroutes en de scheepvaart in het algemeen. Na de Elleboog splitsen beide alternatieven. In de concept notitie is aangehaald dat tracévariant 4A ten noorden van de vaargeul naar Antwerpen blijft en aanlandt tussen Vlissingen en Vlissingen Oost. Met een vooropgestelde breedte van 1600m is dit echter niet haalbaar. Er is ten noorden van de vaargeul immers geen 1600m beschikbaar waardoor er wel degelijk interferentie is met het scheepvaartverkeer. In Vlissingen, ter hoogte van het De Ruyterplein (dok van waar de redeboten vertrekken) is de afstand kustgroene boeilijn 1 mijl (1853m). Dit betekent dat de kabelcorridor ongeveer de hele geul zal innemen. Nota van beantwoording zienswijzen 13

77 R34: In het MER worden de alternatieven onderling vergeleken. Mede op basis van de informatie uit het MER wordt een voorkeursalternatief gekozen. Dat VKA wordt in het IP vastgelegd als definitief tracé. Daarbij wordt ook gekeken naar de aspecten die inspreker noemt. Z35: De totale breedte van het kabeltracé bedraagt 1600 m en is opgebouwd uit een onderlinge afstand van 200 m tussen de 4 kabels en een onderhoudszone van 500 m aan weerszijden van de kabelcorridor. De diepte van het kabeltracé onder de zeebodem is niet vermeld in de tekst. In de concept notitie wordt gezegd dat binnen deze zone van 1600 m geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. R35: De mogelijke aanlegmethodes, de ligging en de beperkingen tijdens gebruik zullen in het MER worden toegelicht en waar relevant, zullen de effecten worden beschreven. Z36: Indien tracé alternatief 4 toch wordt aangehouden is enerzijds de diepte van de kabels onder de bodem een belangrijk aandachtspunt bij het technisch ontwerp van het kabeltracé, gelet op het feit dat een anker zich tot 5m diep kan ingraven. Anderzijds moet ook onderzocht worden welke technische beschermingsmaatregelen genomen kunnen worden om de kabels te beschermen, hierbij denken we aan betonnen afdekplaten en dergelijke. R36: In het MER zal onderzocht worden welke veilige dieptes aangehouden moeten worden. Z37: In het concept NRD is aangegeven dat voor de tracébreedte van het kabelsysteem op zee rekening gehouden wordt met een breedte van meter. ln figuur 2.7 Tracéalternatieven van het NRD lijken de kabeltracés goed te passen in relatie tot de huidige en toekomstige vaarroutes. Echter bij nadere bestudering van de genomen breedte lijkt de geprojecteerde zone smaller dan meter. In dat geval is dit tegenstrijdig met de opmerkingen hierover, tracévariant 4A en 4B. Een aanlanding bij Vlissingen-oost, met een tracébreedte van meter zal zeker zorgen dat een deel van het kabeltracé in de vaarroute komt te liggen. Op dit punt lijkt een eerder uitgangspunt (pagina 17) niet haalbaar; het haaks kruisen van vaargeulen. Voor variant 4B is hetzelfde van toepassing. Vanwege de tracébreedte van het kabeltracé van meter zal een deel van het kabeltracé in de vaargeul komen te liggen. Mogelijk niet de kabel bij aanleg, maar wel de ruimtereservering welke kan zorgen voor toekomstige negatieve ontwikkelingen voor de havens langs de Westerschelde. R37: De wijze van aanleg, de ligging en de beperkingen tijdens gebruik zullen in het MER worden toegelicht en waar relevant, zullen de effecten worden beschreven. Z38: Het tracéalternatief 4 loopt, volgens de concept notitie, via de Geul van Rassen tussen zowel de bestaande vaargeul Oostgat als de mogelijke toekomstige vaargeul Walvischstaart. In de concept notitie is vermeld dat door deze routekeuze het gebruik van beide vaargeulen niet gehinderd wordt door de aanleg en het eventuele onderhoud van de kabels. Gelet op de gewenste breedte van het tracé (1600m, zie hierboven) waarbinnen geen bodem beroerende activiteiten mogen plaatsvinden, lijkt dit tracé zowel het toekomstig baggeronderhoud van het Oostgat alsook de aanleg van een mogelijke geul door de Walvischstaart te hypothekeren. Bovendien gaat deze stelling voorbij aan de natuurlijke dynamiek van de geulen in het Schelde-estuarlum waarbij geulen migreren en zich in de loop van de tijd verplaatsen. R38: De wijze van aanleg, de ligging en de beperkingen tijdens gebruik zullen in het MER worden toegelicht en waar relevant, zullen de effecten worden beschreven Z39: Vanuit Zeeland Seaports hechten we waarde aan het zo nuttig mogelijk invullen van de beschikbare ruimte. In nagenoeg alle varianten ligt het tracé in de gereserveerde kabels en leidingenstrook langs het havengebied. Hierbij willen wij dat in de beoordeling en uitwerking van tracés intensief ruimtegebruik wordt meegenomen. De vraag dient beantwoord te worden wat een optimale ligging van het tracé is in relatie tot maximale flexibiliteit bij toekomstige ontwikkelingen (in de leidingenstrook). Het combineren met andere functies of lijninfrastructuur heeft onze absolute voorkeur. Concreet zien we dat er in een deel van de leidingenstrook ruimte is tussen de fundering van de bestaande hoogspanningsmasten voor (een deel van) het tracé. Wij verwachten van u dat u rekening houdt met onze belangen in de leidingstrook bij de totstandkoming en uitwerking van het tracé. 14 Nota van beantwoording zienswijzen

78 R39: De wijze van aanleg, de ligging en de beperkingen tijdens gebruik zullen in het MER worden toegelicht en waar relevant, zullen de effecten worden beschreven. Z40: Voor het Tracéalternatief 1A en 1B staat dat er gebundeld kan worden met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost. Aangezien de totale breedte van de strook van het on-shore kabelsysteem na aanleg al 19.5 meter bedraagt, en aangezien de infrastructuur van Pro-Rail bij deze spoorlijn geen strook beschikbaar heeft van deze breedte, concluderen wij dat er slechts in de nabijheid van deze spoorlijn dit on-shore kabelsysteem kan worden aangelegd, d.w.z. via de landbouwpercelen gelegen naast deze spoorlijn. Omdat het kabelsysteem ondergronds zal worden aangelegd is ons inziens de noodzaak tot bundeling met de spoorlijn verdwenen m.b.t. de door u genoemde beperking van het ruimtebeslag op land. Elke andere locatie niet direct in de nabijheid van deze spoorlijn voldoet ons inziens op dit punt ook. R40: Het grondgebruik rond de spoorlijn wordt meegenomen in het MER. Westerschelde Z41: De voorgenomen activiteit vindt plaats in het mondingsgebied van Schelde-estuarium en de Westerschelde. Dit gebied is het voorwerp van menig lopend onderzoek en van afspraken tussen Vlaanderen en Nederland over het toekomstig beleid en beheer ervan (Scheldeverdragen, Agenda voor de Toekomst, Vlakte van de Raan, Vlaamse Baaien,...). Daarnaast zijn er bestaande activiteiten in de Westerschelde zoals het baggeren en storten ten behoeve van de nautische toegankelijkheid van de Scheldehavens waartoe vergunningen zijn verleend. In de concept notitie is hiervan geen melding gemaakt en kan bijgevolg niet nagegaan worden hoe hiermee zat worden omgegaan, terwijl deze randvoorwaarden essentieel zijn om de nautische toegang te vrijwaren en toekomstige ontwikkelingen niet op voorhand te hypothekeren. R41: De gevolgen van de aanleg, de ligging en het gebruik van de kabel en eventuele effecten op toekomstige ontwikkelingen zullen in het MER worden beschreven. Z42: De nodige onderzoeken worden momenteel uitgevoerd omtrent de vaargeul Walvischstaart. De configuratie van deze vaargeul, met name de eigenlijke vaargeul met de benodigde taluds is nog niet gefinaliseerd. Het is niet ondenkbeeldig dat de benodigde taluds uitgestrekt zullen zijn. De stelling dat het kabeltracé deze toekomstige vaargeul met bijhorigheden niet zal hinderen, lijkt hierdoor dan ook voorbarig. R42: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Z43: Voor beide alternatieven van tracéalternatief 4 stelt zich ook de vraag wat de impact is van de aanleg alsook het onderhoud van deze tracés. Zal de vaarweg gesperd worden, en zo ja, gedurende welke periode? R43: De gevolgen van de aanleg, de ligging en het gebruik van de kabel en eventuele effecten op huidige activiteiten of toekomstige ontwikkelingen zullen in het MER worden beschreven. Z44: Er wordt gesteld dat het tracéalternatief 4, met zijn beide varianten, de vooropgestelde doelstelling dat het scheepvaartverkeer geen hinder ondervindt van het kabeltracé, niet behaalt en dit zowel in de huidige situatie alsook in de toekomst. Een veilig en vlot scheepvaartverkeer van en naar de Scheldehavens kan bij tracéalternatief 4 immers niet gegarandeerd worden. De verschillende overheids- en internationale instanties, waaronder de VNSC en de PC, betrachten op dagelijkse basis om het Schelde estuarium te monitoren en de maritieme bereikbaarheid van en naar de Scheldehavens voor de toekomst te garanderen en te optimaliseren. R44: De gevolgen van de aanleg, de ligging en het gebruik van de kabel en eventuele effecten op toekomstige ontwikkelingen zullen in het MER worden beschreven. Z45: In de concept notitie worden 4 tracé alternatieven voorgesteld, waarbij een van de uitgangspunten is dat hinder voor de overige gebiedsgebruikers (o.a. scheepvaart) beperkt moet blijven. Ook vormen de technische uitvoerbaarheid en risico s verbonden aan elk tracé belangrijke uitgangspunten. Ondanks deze uitgangspunten zijn er verschillende aspecten aan de kabelaansluiting en de voorgestelde tracés die een impact kunnen hebben op het scheepvaartverkeer van en naar de havens aan de Westerschelde en in het bijzonder de haven van Gent. R45: In het MER zal aandacht worden gegeven aan deze punten. Nota van beantwoording zienswijzen 15

79 Z46: In tracé alternatief 4 wordt deze kabelbundel tussen de bestaande vaargeul Oostgat en de mogelijke toekomstige vaargeul Walvischstaart gelegd. Er wordt gesteld dat bij deze locatiekeuze het gebruik van beide vaargeulen niet gehinderd wordt door aanleg en onderhoud van de kabels. Voor dit alternatief worden 2 varianten voorgesteld, waarbij telkens de vaargeul van het Oostgat ter hoogte van Vlissingen gekruist moet worden. De vaargeul Oostgat is een belangrijke toegangsweg naar de haven van Gent voor schepen uit Noord-Europa en in het bijzonder voor de regelmatige roro-dienst van DFDS Seaways tussen de havens van Gent en Göteborg. Gezien de breedte van de kabelbundel en zijn ligging naast en door het Oostgat zal er tijdens de aanleg- en latere onderhoudswerkzaamheden zeker hinder zijn voor de scheepvaart naar de haven van Gent. Op welke manier zal bij de uitvoering van deze werkzaamheden deze hinder voorkomen worden? Zal de vaarweg versperd worden, en zo ja, gedurende welke periode? R46: De gevolgen van de aanleg, de ligging en het gebruik van de kabel en eventuele effecten op huidige scheepvaart en gebruik van de vaargeul, en toekomstige ontwikkelingen, zullen in het MER worden beschreven. Z47: Bij een keuze van een kabeltracé in de Westerschelde vragen we nadrukkelijk de consequenties voor beheer en onderhoud mee te nemen. Vanwege de kenmerken van de Westerschelde zal op bepaalde plekken van het tracé een hoge mate van onderhoud nodig zijn in de gebruiksfase. De consequenties van het beheer en onderhoud, met name in de vaargeul, kan een belemmering zijn voor de haven gerelateerde activiteiten. Dit kan grotendeels voorkomen worden door het kabeltracé bij realisatie dieper te leggen dan de minimale vereiste bij aanleg. Zowel het beheer en onderhoud als de diepteligging dient dan ook terug te komen in de verdere uitwerking. R47: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Z48: Bij het kruisen van bestaande en toekomstige vaargeulen is het van belang om de ontwikkeling van de diepgang van de scheepvaart mee te nemen. Het zal zo zijn dat naar de toekomst toe er bepaalde drempels in de vaargeulen worden verwijderd bij bestaande en nieuwe vaargeulen om een maximaal mogelijke diepgang voor de havens in de Westerschelde te faciliteren; dit komt neer op het faciliteren van schepen met een diepgang van 17,5 meter. Met dit punt vragen we rekening te houden in relatie tot de tracékeuze en diepteligging van een leidingtracé in het water. R48: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Z49: Hoewel ook wij, gezien de ervaringen met vergelijkbare projecten, hooguit beperkte effecten mogen verwachten, vragen we toch om een volledige en grondige studie naar de milieu effecten en veranderingen in het zee- en Westerschelde ecosysteem door toedoen van het voornemen. De beschermde status van de Voordelta en de Westerschelde nopen daartoe. R49: Ecologie wordt meegenomen in het MER. Als onderdeel van het MER, gezien art. 7.2a Wet milieubeheer, wordt een Passende Beoordeling opgesteld. Die PB moet als onderdeel van het MER ten grondslag worden gelegd aan het Inpassingsplan en de Nbw-vergunning voor het gehele project TOZ Borssele. Morfologisch systeem van de Westerschelde Z50: Naast de huidige situatie zijn er voor beide alternatieven bij tracévariant 4 eveneens bemerkingen te maken voor de toekomst. In de concept notitie wordt immers voorbij gegaan aan het dynamisch karakter van het Schelde estuarium, hetgeen impliceert dat de ligging van de geulen in de loop van de tijd kan wijzigen. Ook de baggerbehoefte en baggerlocaties kunnen bijgevolg veranderen. Bijkomende interferenties van het tracé 4 met de toekomstige scheepvaartnoden is dan ook niet uit te sluiten. R50: Dynamiek van de Westerschelde wordt in het MER meegenomen. Z51: Het is vanuit nautisch oogpunt van belang dat de kabeltracés voldoende diep in de zeebodem liggen. Voldoende diep betekent dat de kabels diep genoeg liggen in relatie tot baggeren en ankeren. De situatie van voldoende diep moet in de Westerschelde gekoppeld worden aan de dynamische morfologie. De aan te leggen infrastructuur zal enkele decennia meegaan, met daarbij inbegrepen de benodigde bescherming in relatie baggeren en ankeren. Graag zien we nadrukkelijk terug in de NRD en de verdere uitwerking dat zowel 16 Nota van beantwoording zienswijzen

80 de situatie na aanleg als in de gebruiksfase vanuit dit punt terugkomen in de afwegingen. De voorspelling van de morfologie is een modelmatige beschouwing welke mede afhankelijk van aannames over onder andere mondiale klimaatverandering en de effecten hiervan op de Westerschelde. Vanuit de onzekerheden moet beseft worden dat de modelmatige beschouwing een beschouwing is welke een mate van onzekerheid heeft. In de afweging willen we dit aspect graag terugzien als risico in relatie tot het functioneren in de gebruikssituatie. R51: Dynamiek van de Westerschelde wordt in het MER meegenomen. Z52: Voor de overheid is het de voornaamste zorg dat met de aanleg van het transmissiesysteem de scheepvaart geen hinder ondervindt en dat de Noordzee goed beschermd wordt en blijft. Omdat de zuidroute via de Westerschelde een optionele, zeer wenselijke route is, dient in het MER ook tot uitdrukking te komen dat de bescherming van ecologie en morfologie van de Westerschelde een zeer voorname zorg is. R52: In het MER zal onderzocht worden welke veilige dieptes aangehouden moeten worden. Z53: Bij de bestudering van de effecten op de kwaliteit van de waterbodem zal het voorkómen van wegspoelen van de kabels in beschouwing moeten worden genomen. Een en ander kan aan de orde zijn in het dynamische, morfologische systeem van de Westerschelde. R53: Dit wordt meegenomen in het MER. Z54: Het is voor de volledigheid van belang om de mogelijke consequenties voor een vissersschip in beeld te brengen, in geval er een kabel bloot komt te liggen en een vistuig daardoor zou vastlopen. Bij schade aan kabels veroorzaakt door het niet voldoende ingraven kan de visserij niet aansprakelijk kan worden gesteld, en bij schade aan vistuig of schip veroorzaakt door het niet voldoende ingraven zal deze worden neergelegd bij de kabelbeheerder. In theorie is de voorgenomen minimumdiepte van 1 m voldoende om veilig overheen te kunnen vissen. Echter, de zeebodem in het gebied is zeer dynamisch; de geulen en platen verplaatsen zich dus het is van groot belang om er zeker van te kunnen zijn dat de kabels blijvend onder de zeebodem begraven zijn. VisNed zet daarom grote vraagtekens bij het op de lange termijn voldoende zijn van ingraven tot 1 meter diepte. Er zal daarnaast moeten worden bezien hoe met de veranderlijkheid van de bodem om moet worden gegaan op het gebied van monitoring en eventueel ingrijpen. Wij blijven uiteraard bereid om mee te werken aan dit traject. R54: Dynamiek van de zeebodem treedt op veel plaatsen in de Noordzee op. Om de kabels op een veilige diepte te leggen, kunnen in dergelijke gebieden speciale maatregelen nodig zijn. In het MER zal onderzocht worden hoe in voorkomende gevallen te handelen. Noodankeren Z55: De vier verschillende tracéalternatieven lopen in de onmiddellijke nabijheid van de beloodsingszone Steenbank. In de nabijheid van een beloodsingszone is een verhoogde concentratie van schepen waar te nemen. Dit betekent eveneens een verhoogde kans tot noodankeren alsook het risico dat de kabeltracé beschadigd zou worden door deze vallende ankers. Indien uit onderzoek zou blijken dat een verbinding met en via het Belgisch windmolenpark niet realistisch en of haalbaar is, wenst het GHA te vernemen op welke wijze (nood)anker-manoeuvres ter hoogte van het beloodsingszone Steenbank ook in de toekomst gegarandeerd kunnen worden. R55: De tracés van de kabels blijven voor het grootste deel buiten het beloodsingsgebied. Binnen het gebied kunnen, indien noodzakelijk, aanvullende eisen aan de ingraafdiepte van de kabels gesteld worden. Het ministerie van economische zaken onderkent het economisch belang van de scheepvaart in Nederland als anker van de economie. Binnen dit economisch belang is een veilige en vlotte afhandeling van het nautisch verkeer essentieel. Hiertoe behoort ook de veiligheid in geval van noodprocedures waaronder noodankermanoeuvres alsmede normale ankerprocedures. Voor die gebieden waar ankermanoeuvres en noodankermanoeuvres kunnen optreden zullen additionele eisen gesteld worden voor de ingraafdiepte van de kabels. Verder zal de diepteligging van de kabels worden gemonitord en indien noodzakelijk hersteld worden. Nota van beantwoording zienswijzen 17

81 Z56: Ter hoogte van Vlissingen dient eveneens het noodankeren verzekerd te zijn. De vooropgestelde route en het noodankeren lijken niet compatibel. R56: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Z57: Wij verwijzen ten slotte ook naar het recente incident op 31 maart 2015 met het containerschip Sealand Meteor ter hoogte van Vlissingen om aan te tonen dat er een belangrijk risico verbonden is aan dit tracé. Ter hoogte van Vlissingen moet steeds het noodankeren verzekerd blijven, zowel binnen de vaargeul als erbuiten, om indien nodig, de veilige doorgang van schepen van en naar de haven van Gent toe te laten. Dit noodankeren houdt een groot risico tot beschadiging van de kabels in en is in strijd met de stelling dat er geen bodem gerelateerde activiteiten in de zone van 1600 m mogen plaatsvinden. Daarom stelt het Havenbedrijf Gent voor om tracé alternatief 4 te verlaten. R57: De effecten van de tracés op hun omgeving (waaronder scheepvaart) worden in het MER in beeld gebracht. Op plekken waar een grotere kans op noodankeren bestaat, kunnen de kabels dieper begraven worden. Om tot een objectief oordeel te kunnen komen over de tracés en om een juiste keuze te kunnen maken voor een voorkeursalternatief zullen de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in het MER worden onderzocht. Baggeren Z58: In de concept notitie wordt vooropgesteld dat er binnen de zone van 1600m geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Welke impact heeft deze stelling op potentiële baggerwerkzaamheden in deze zones? R58: De gevolgen van de aanleg, de ligging en het gebruik van de kabel en eventuele effecten op huidige of toekomstige activiteiten zullen in het MER worden beschreven. Z59: Daarnaast lijkt het onderhoudsbaggerwerk van de vaargeul van het Oostgat ten behoeve van de scheepvaart niet te verzoenen met de stelling dat in de zone van 1600 m geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Hoe zal omgegaan worden met deze noodzaak aan baggeren, bovendien rekening houdend met het dynamisch karakter van de Westerschelde waardoor de ligging van de geulen kan variëren? Hierdoor kunnen in de toekomst de vaargeul en het kabeltracé nog meer overlappen. R59: De gevolgen van de aanleg, de ligging en het gebruik van de kabel en eventuele effecten op toekomstige ontwikkelingen zullen in het MER worden beschreven. Ook wordt de dynamiek van de Westerschelde in het MER meegenomen. Z60: In de Westerschelde zijn diverse baggervakken aangewezen waar bagger verspreid kan worden. In relatie tot het toekomstig tracé is het van belang dat het kunnen verspreiden van bagger niet belemmerd wordt door de ruimtereservering van het kabeltracé. R60: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Visserij Z61: In zienswijzen wordt aangegeven dat in de startnotitie onvoldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de visserij in het Veerse meer. R61: De effecten op de visserij zullen in het MER in kaart worden gebracht bij het thema Overige gebruiksfuncties, visserij en aquacultuur. Z62: Tracé alternatief 1A loopt door het Veerse Meer en raakt en (mogelijk) schaadt de belangen van de visserij op dit water. De beroepsvisserij kan geraakt worden als hier een kabel aangelegd zou worden. Er dient rekening te worden gehouden met de verschillende locaties waar visserijconstructies zoals fuiken en schelpdierhangculturen staan/hangen in het water. 18 Nota van beantwoording zienswijzen

82 De betreffende kabels zouden door het visgebied komen waar een indiener met schietfuiken en hokfuiken vist. De hokfuiken worden met behulp van stalen palen gezet die ongeveer twee meter in de bodem worden gespoten met behulp van een spuitlans. Indien de kabels vlak bij of door de longline voor mosselkweek komen te liggen is er sprake van areaalverkleining. Ook door het baggerwerk voor de kabels zal de vangst in de fuiken sterk afnemen en de mosselen wellicht verstikken. Dit betekent inkomstenderving. R62: De effecten zullen in het MER in kaart worden gebracht bij het thema Overige gebruiksfuncties, visserij en aquacultuur. Z63: Er is in de afgelopen periode onduidelijkheid geweest over het al dan niet overvisbaar zijn van het kabeltracé. In de eerdere gesprekken met Tennet en Rijkswaterstaat heeft VisNed haar belang inzichtelijk gemaakt: het doorgang kunnen laten vinden van de door haar leden beoefende kottervisserij met bodemberoerende tuigen. Uitsluiting van overvisbaarheid zou op twee manieren gevolgen hebben voor de beoefening van de kottervisserij: 1) het gebiedsbeslag van het tracé zelf waar dan niet meer gevist zou kunnen worden, en 2) door de dwarse doorkruising van het visgebied, waarbij hoofdzakelijk door middel van aan de kustlijn parallelle vistrekken wordt gevist, wordt deze visserij in een veel groter gebied aangetast. De dreiging van dit scenario baart onze leden die in dit gebied actief zijn grote zorgen. Naar aanleiding van de bijeenkomst van 24 maart 2015 is verwarring ontstaan toen Tennet te kennen gaf dat overvisbaarheid uitsluitend voor niet bodemberoerende tuigen zou worden toegestaan. Na enkele telefonische contactmomenten in de periode daarna, waarbij over dit onderwerp is gesproken, is vervolgens door Tennet toegezegd dat overvisbaarheid toch voor alle tuigen zal worden toegestaan, dus inclusief de door de leden van VisNed toegepaste visserij met sleepnetten. VisNed waardeert uiteraard het feit dat dit dreigende probleem is opgelost. Wij willen bij deze gaarne wel verzoeken om het garanderen van de overvisbaarheid voor alle tuigen dan ook expliciet op te nemen in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, evenals in de overige relevante planvorming en documentatie. R63: De effecten op de visserij zullen in het MER in kaart worden gebracht bij het thema Overige gebruiksfuncties, visserij en aquacultuur. De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) geeft de reikwijdte en het detailniveau van het MER aan. Hierin is geen ruimte voor beleidsmatige uitspraken Z64: In de gesprekken met Tennet en Rijkswaterstaat is ook gesproken over de tracévarianten. Uit veiligheidsoogpunt geeft VisNed de voorkeur aan alternatieven die zo kort mogelijk door zee lopen en dus zo nabij mogelijk aanlanden. Maar, indien de kabels voldoende diep ingegraven worden en de veilige overvisbaarheid kan worden gegarandeerd, zijn de verschillende tracéalternatieven en varianten in theorie alle mogelijk. Daarbij is het dan van essentieel belang dat gegarandeerd kan worden dat de kabels voldoende diep onder de zeebodem begraven blijven. R64: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. In de Watervergunning wordt naar verwachting een monitorverplichting opgenomen, zodat de diepteligging regelmatig gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd wordt. Transformatorstations Z65: - Dit (aanleg Toz) betekent mogelijk wederom inleveren op ruimte en verlies op doelstelling van een afschermend Sloebos in Borssele. - Tevens geven de grote transformatoren een zwaar brommend geluid, wat bij vochtig weer gecombineerd wordt met een knisperend geluid van stroom ontlading. - Ook is de invloed onbekend van het elektro magnetisch veld in de nabijheid van het schakelstation. Mogelijk wordt door bundeling van meerdere circuits het magnetisch veld versterkt? R65: In het MER zal de keuze voor de uitbreidingslocatie worden onderbouwd en worden de effecten van deze uitbreiding in beeld gebracht. Nota van beantwoording zienswijzen 19

83 Z66: Wij vinden het een goede zaak dat het MER van TenneT in ieder geval het hele transmissiesysteem zal behandelen, bestaande uit twee offshore platforms (en een redundantie kabel), vier kabelsystemen op zee (offshore), vier kabelsystemen op land en de uitbreiding van het hoogspanningsstation Borssele op land. Het valt ons echter op dat in de notitie er m.b.t. alternatieven en varianten voor het MER eigenlijk alleen gekeken wordt naar de kabeltracés. Wij zijn van mening, dat in het MER ook aandacht geschonken moet worden naar alternatieven en varianten voor alle andere onderdelen, zoals verschillende opties voor de uitbreiding van het hoogspanningsstation. R66: Behalve de tracé-alternatieven worden in het MER ook andere alternatieven beschouwd, zoals bijvoorbeeld de fundering van het platform, onderhoud met schepen en/of helikopters. In het MER zal de keuze voor de uitbreidingslocatie worden onderbouwd en worden de effecten van deze uitbreiding in beeld gebracht. Z67: Wat betreft alternatieven of varianten voor de offshore platforms hebben we de volgende opmerkingen: - Er wordt beschreven dat er 1 redundantiekabel zal worden aangelegd tussen de platforms om een deel van de stroom om te kunnen leiden wanneer één platform defect is. Het is niet duidelijk, welk deel van de stroom omgeleid kan worden. Is deze kabel de beperkende factor voor de hoeveelheid stroom die kan worden omgeleid, of zijn dat de kabels naar het land? Is het mogelijk om alle stroom om te leiden indien een platform kapot is? Als er bijvoorbeeld één kabel wordt beschadigd kan de voorziening via de tweede kabel blijven doorgaan. - Door de innovatie op transmissiegebied zijn er op dit moment compactere en kosten effectievere vervangers voor klassieke HVS stations (bijvoorbeeld van Siemens OTM en ABB). Offshore transmissie stations kunnen op losse monopalen of zelfs turbine worden aangebracht. Deze innovaties geven een efficiënter ruimte gebruik, zijn kosten effectiever en flexibeler. Het effect is in potentie meer MWu in de kavels opgesteld kunnen worden. Bij koppeling van de transmissiesystemen aan een turbine kunnen helikopter bewegingen geconcentreerd worden. Dit benadrukt tevens weer ons eerste punt, namelijk dat de kavels en transmissiesysteem in samenhang moeten worden beschouwd. R67: Tussen platform Alpha en platform Beta wordt een 66kV redundantiekabel aangelegd om een deel van de stroom te transporteren naar het andere platform, vanwaar het transport verder gaat door de overige 220 kv kabels naar land. TenneT heeft in overleg met EZ en de OWF s een afweging gemaakt tussen kosten en opbrengsten en op basis daarvan gekozen voor één kabel. In een groot deel van de tijd kan daarmee alle stroom naar land worden geleid. Wanneer alle vier de windparken op vol vermogen draaien en dan de kabel kapot gaat, is het niet mogelijk om alle stroom naar land te transporteren. Een en ander zal in het MER nader worden beschreven. Technische aspecten Z68: De NV Elektriciteitsproductiemaatschappij Zuid Nederland is eigenaar en beheerder van twee productielocaties grenzend aan het toekomstige Ontvangststation in Borssele en het Transmissiesysteem op Zee en daardoor belanghebbende. Wij komen graag met u in contact om dit nader toe te lichten en mogelijke onduidelijkheden op te lossen. R68: TenneT is reeds in overleg met EPZ over de uitbreiding van het hoogspanningsstation Borssele. TenneT zal dit project daarbij betrekken. Z69: In de concept notitie, paragraaf 2.3, pagina 17 wordt onder andere het traceringsuitgangspunt Technische uitvoerbaarheid en risico s, beschreven, waaronder het vermijden van (..) lastige en instabiele bodems. Dit is met name van toepassing op Tracéalternatief 1A, 1B en 2 welke voorgesteld worden als zo veel mogelijk gebundeld met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost (pagina 20). De aanleg van deze spoorlijn vergde de nodige complexe en dure extra bodemverbeteringen (uiteindelijk méér nog dan voorzien!), met name in de Quarlespolder bij de Sloedam (d.w.z. ten zuiden van de Sloedam en ten oosten van de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost). Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. R69: Dit aspect wordt waar relevant meegenomen in het MER. 20 Nota van beantwoording zienswijzen

84 Relatie Toz met kavelbesluiten windparken Borssele Z70: Vanwege de nauwe relatie tussen de kavels, de platforms en de kabels, hadden wij graag gezien dat het MER voor de aanleg van het offshore platform en de kabel naar land gecombineerd zou worden met de MER voor de kavels, zoals reeds door ons aangegeven in onze reactie op de NDR Kavelbesluiten Borssele. Helaas is dit niet gebeurd. Wij zijn van mening dat het opsplitsen in drie verschillende m.e.r. procedures omslachtig is en een groot risico vormt voor complexiteit en vertraging vanwege de onderlinge beïnvloeding. R70: In het Energieakkoord en in de routekaart is aangegeven dat elk jaar twee kavels worden getenderd. Op basis daarvan wordt voor de nu te tenderen kavels een locatie specifieke MER gemaakt. In het algemeen deel van het MER wordt ingegaan op het gehele gebied Borssele. Het MER van het TOZ staat los van deze beide andere MERren, maar waar sprake is van eventueel cumulatieve effecten worden deze in het MER en de Passende Beoordeling wel meegenomen. Een koppeling van MER-procedures kan ook complicerend zijn en vertragend werken. Daar is in dit geval niet voor gekozen. Z71: We willen u hier ook wijzen op het advies van de Commissie voor de m.e.r. op de NRD voor de Kavelbesluiten Borssele, waarbij zij adviseren zoveel mogelijk vermogen op de kavels kwijt te kunnen i.v.m. efficiënt gebruik van de Noordzee. Het transmissiesysteem moet hier natuurlijk ook op ingericht zijn. Ze bezien de kavels en het transmissiesysteem dan ook in samenhang. Voor de volgende kavels adviseren wij dus ook om te kijken naar de mogelijkheden om de MER te combineren met de MER van TenneT of tenminste te zorgen voor een zeer goede en transparante afstemming van alle onderdelen. R71: Voor het NRD Transmissiesysteem op Zee Borssele heeft afstemming met de Commissie m.e.r. plaatsgevonden. Er is geen sprake van een MER van TenneT alleen. Voor TOZ Borssele wordt één gecombineerd MER opgesteld dat zowel gebruikt wordt als MER op grond van categorie D24.2 Besluit m.e.r. voor de Watervergunning alsook als MER voor het inpassingsplan onder de rijkscoördinatieregeling. Z72: Het transmissie systeem en zeker kabels hebben een langere levensduur (40 a 50 jaar) dan de windparken. Wij zijn van mening dat bij het uitwerken van het TOZ Borssele rekening gehouden moet worden met mogelijkheden voor interconnectie. Het ruimtelijk reserveren van kabelcorridors is een van de mogelijkheden tegen minimale kosten. Daarnaast bieden innovaties op transmissie gebied kosten effectievere kansen. R72: Aangezien het een hoog voltage AC (HVAC) verbinding betreft zijn de mogelijkheden, op basis van afstanden, voor het realiseren van interconnectie met Engeland beperkt. Interconnectie naar België lijkt voorlopig over land veel logischer. Verbindingen met andere parken in de Nederlanse Noordzee ligt niet voor de hand in verband met de afstand tot andere windgebieden. De mogelijkheden voor interconnectie zullen worden blijven afgewogen, maar de rationale is momenteel te mager om corridors te reserveren wat een negatieve impact heeft op de windcapaciteit van het gebied. (Zicht op) windmolens en transformatorstations Enkele indieners vragen geven aan dat zij zorgen hebben over effecten van het zicht op de windparken en de transmissiestations. Een enkeling betwijfelt het nut van windparken. Z73: Allereerst vraag ik uw aandacht voor het feit dat de gasten van cliënten Zeeland en haar parken mede bezoeken vanwege het weidse landschap en de mooie kust. Het behoeft geen nadere toelichting dat een windmolenpark hieraan sterk afbreuk doet en dat terwijl de noodzaak voor dit initiatief allerminst aangetoond is. Roompot kan zich in dit initiatief, gelet op het voorgaande, niet vinden, althans niet wanneer de offshore platforms en windmolens zo gepositioneerd worden dat deze vanuit de kust zichtbaar zijn. Z73a: Mijns inziens worden de effecten van de plaatsing van windmolens voor de kust van Walcheren, en met name voor de belangrijke toeristische sector, schromelijk onderschat. In de bijlage ziet u een foto van windmolens die 22 km voor de kust staan. Deze foto staat op de website vrijehorizon.nl. Daar is ook een nadere toelichting te vinden op rapporten die te vinden zijn over de zeer nadelige effecten op het toerisme. lk vind dat de bedrijven en inwoners van Zeeland hiervan op de hoogte dienen te worden gesteld. Vandaar mijn verzoek aan u om hier actie in te ondernemen. Nota van beantwoording zienswijzen 21

85 Z73b: De enige positieve effecten die ik zie is dat we een aai over onze bol krijgen vanuit Brussel en dat er tijdelijk sprake is van een positief effect op de Zeeuwse economie. Dit laatste zal helaas niet voldoende zijn om de nadelen op het toerisme te kunnen compenseren. Ik hoop dat u de bedreiging van het plaatsen van de windmolens voor de Walcherse kust voor het toerisme inziet en op basis daarvan actie onderneemt. R73, 73a en 73b: Voor de windparken zelf wordt een afzonderlijke procedure gevolgd waarbij in kavelbesluiten wordt vastgelegd waar op de Noordzee en onder welke voorwaarden de windparken mogen worden gerealiseerd. Zienswijzen met betrekking tot deze kavelbesluiten kunnen ingediend worden op de hiervoor geëigende momenten. Op dit moment is voorzien dat de ontwerp-kavelbesluiten Borssele I en II begin augustus 2015 ter inzage worden gelegd. Meer informatie over de procedure is te vinden op de websites van Bureau Energieprojecten ( In het milieueffectrapport voor het transmissiesysteem op zee Borssele zal het zicht op de windparken dan ook niet onderzocht worden. Zicht vanaf de kust op de windparken wordt in het milieueffectrapport voor de kavelbesluiten meegenomen en als een van de belangen in de belangenafweging betrokken bij het opstellen van de kavelbesluiten. De windmolens en platformen liggen minimaal 12 zeemijl (22 km) uit de kust. De zichtbaarheid van de offshore platforms wordt kwalitatief beoordeeld in het milieueffectrapport voor het transmissiesysteem op zee Borssele. Z74: Ik verzoek u dan ook de invloed van de kabelsystemen en de offshore platforms (en uiteindelijk ook de windmolens) op het toerisme te betrekken bij het MER. Op dit moment is bovendien onduidelijk hoe ver de offshore platforms (en de windmolens) precies uit de kust komen te liggen en hoe zichtbaar deze zullen zijn. Ik verzoek u hierover ook duidelijkheid te verschaffen. R74: In het MER in het hoofdstuk Landschap zal de zichtbaarheid van de transmissie platforms onderzocht worden. Z75: Het aanbrengen van kabelsystemen op of nabij door cliënten verhuurde objecten en percelen kan daaraan verder (blijvende) schade veroorzaken, bijvoorbeeld door de aanlegwerkzaamheden of tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de kabels wanneer deze eenmaal zijn aangelegd. Van deze werkzaamheden en de gevolgen daarvan kunnen de gasten op de Vakantieparken van cliënten mogelijk hinder ondervinden. R75: In het MER zal het thema Overige gebruiksfuncties, recreatie en toerisme meegenomen worden. Z76: Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn zienswijze tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren aanpassen/intrekken. R76: De verschillende projecten in Zeeland (aansluiting van het windpark, een nieuwe 380 kv verbinding ZuidWest 380 kv, een nieuw 380 kv station bij Rilland) vallen allemaal onder de Rijkscoördinatieregeling. Deze projecten kennen ieder afzonderlijke procedures waarbij u zienswijzen tegen het desbetreffende project kunt indienen. Informatie over wanneer dat voor welk project mogelijk is zal onder meer bekend worden gemaakt op de betreffende websites van de projecten: Informatie over de windparken Borssele vind u o.a. op de website: Z77: Meer informatie over windmolens kunt u vinden bij de Groene Rekenkamer. De Groene Rekenkamer geeft nl. objectieve, met officiële cijfers onderbouwde, gegevens die de nut en noodzaak van het bouwen van windmolenparken enorm relativeren. Zo ondergraven zij de algemene stelling dat er sprake is van opwarming van de aarde en het uitgeput raken van de fossiele brandstoffen. Verder gaan zijn in op de nadelen van windmolens waarvan zelfs de productie niet duurzaam is (als gevolg van de winning van neodymium met veel dodelijke slachtoffers in China), het onrendabel zijn van de windmolens, de nadelige effecten van de wisselende opbrengsten (waardoor er bijv. bruinkoolcentrales in Duitsland moesten zijn gebouwd), het dure onderhoud van de windmolens en de nadelige effecten op de dieren (vleermuizen die-vermalen worden door de wieken, dolfijnen en walvissen die ernstige hinder hebben van de laagfrequente geluiden). Er zijn zelfs signalen dat windmolens het weer beïnvloeden met een toename van de neerslag. R77: Opmerking wordt ter kennisgeving aangenomen. 22 Nota van beantwoording zienswijzen

86 Overig Z78: De NV Elektriciteits-productiemaatschappij Zuid Nederland is eigenaar en beheerder van twee productie-locaties grenzend aan het toekomstige ontvangststation in Borssele en het Transmissiesysteem Op Zee. EPZ doet dit onder andere met een energiecentrale welke Nucleaire Brandstof gebruikt. In de conceptnotitie zien wij geen enkele onderzoeksvraagstelling ten aanzien van de interactie tussen het voorgenomen project, trace, etc. en belangen van EPZ inclusief alle nucleaire veiligheidsbelangen in de breedste zin des woords. R78: In het definitieve advies reikwijdte en detailniveau zal een onderzoeksvraag worden opgenomen ten aanzien van de interactie tussen het voorgenomen project en de nucleaire veiligheidsbelangen. Z79: We hebben de volgende opmerkingen/vragen: - Pag. 15: fig. 2.3 niet duidelijk wat de gearceerde kabel corridor is; - Pag. 25: verminderen CO 2 is direct effect van windpark en geen indirect effect van kabels. R79: - Gearceerde corridor is een vrij beschikbare corridor door de zandwingebieden tussen het windenergiegebied en de kust. De kabels zullen sowieso door deze corridor lopen. De opmerking over CO 2 op pag. 25 is terecht en wordt aangepast. Nota van beantwoording zienswijzen 23

87 Reacties van overheden en adviseurs A1: De gemeente Noord Beveland onderschrijft op hoofdlijnen de gezamenlijke zienswijze van de provincie Zeeland en de gemeenten Vlissingen, Middelburg, Veere en Borsele. Deze dient als ingevoegd te worden beschouwd. R1: De zienswijzen van de provincie Zeeland en de gemeenten Vlissingen, Middelburg, Veere en Borsele zullen worden beschouw als tevens ingediend door de gemeente Noord Beveland. A2: De Vlaamse Overheid, verder genoemd Het Vlaams Gewest, wenst zich aan te sluiten bij de opmerkingen die worden aangeleverd door Vlaams/Nederlandse Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart (verder genoemd de Permanente Commissie) die de veiligheid en vlotheid van het scheepvaartverkeer in het Scheldegebied betreffen. R2: De opmerkingen van de permanente commissie worden in het MER meegenomen en worden beschouwd als tevens ingediend door het Vlaams Gewest. Algemeen Provincie Zeeland en Gemeenten Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg en Noord Beveland A3: In zijn algemeenheid stellen wij dat door de landtracés mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij volstrekt niet acceptabel. R3: In het kader van de aanleg van het kabeltracé wordt ook gekeken naar ruimtelijke ontwikkelingen. A4: Op blz 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met de cirkel aangegeven begrenzing vinden wij veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos). In het voorontwerp Inpassingplan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kv-hoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? R4: De uitbreiding van het station Borssele is onderwerp van studie in het MER. Zowel voor de autonome ontwikkelingen als voor eventuele cumulatieve effecten zullen andere relevante plannen (zoals die van ZW380) in de omgeving van het hoogspanningsstation worden bekeken en in de effectbeschrijving betrokken worden. A5: Aspect Ruimtegebruik komt helemaal niet voor in tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag (betreft m.n. uitbreiding 380 kv-hoogspanningsstation Borssele, overgang zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook, effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. R5: Ruimtegebruik zal een van de te onderzoeken aspecten in het MER zijn. A6: Het aspect Leefomgevingskwaliteit ontbreekt in tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg) R6: Een hoogspanningsverbinding kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving en daarom zal het aspect EM-velden, maar ook hinder (bijvoorbeeld geluid, licht en trillingen tijdens aanleg) in het MER worden meegenomen. A7: Op blz 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. Wij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. R7: In het MER wordt onder het aspect ruimtegebruik ook landbouw meegenomen. 24 Nota van beantwoording zienswijzen

88 Landschap Gemeente Noord-Beveland A8: Het tracé door de Westerschelde (4) heeft nadrukkelijk onze voorkeur. Met een tracé door het Veerse Meer kunnen wij instemmen, indien geen sprake is van een belemmerende werking voor Noord Beveland. Wij wijzen u erop dat op en langs beide zijden van de Veerse Dam ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. In het kader van de Nationale Visie Kust heeft de Veerse Dam een parelstatus. Voor het toeristisch-recreatief upgraden van de Veerse Meer-zijde van de dam is in 2010 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de deelnemende overheispartijen: provincie Zeeland, de gemeenten Veere en Noord-Beveland, Rijkswaterstaat en Waterschap. Een belangrijk onderdeel daarvan is een hotelontwikkeling op ons grondgebied in het Veerse Meer. R8: De voorkeur van inspreker wordt ter kennisgeving aangenomen. Eventuele ruimtelijke belemmeringen worden in het MER in beeld gebracht. Dit geldt eveneens voor de effecten op de recreatiesector. In alle gevallen wordt zoveel mogelijk belemmerende werking vermeden. Verstoring bodemprofiel en agrarische gebruiksbeperkingen Provincie Zeeland en Gemeenten Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg en Noord Beveland A9: Bij Bodem en water wordt gemist: - aansnijding bestaande bodemverontreiniging; - bodemsamenstelling; verstoring waardevol bodemprofiel. R9: De aansnijding van bodemverontreinigingen en de verstoring van waardevolle bodemprofielen zijn onderwerpen die in het MER belicht zullen worden. Elektromagnetische velden Provincie Zeeland en Gemeenten Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg en Noord Beveland A10: Daarnaast wordt m.b.t. dit tracé gesteld dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. R10: De invloed van de voorgestelde alternatieve tracés op de omgeving worden in het MER in beeld gebracht. Dat geldt ook voor een eventuele beïnvloeding van (bestaande) elektromagnetische velden op de nieuwe verbinding. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de rekenmethodiek zoals bepaald door het RIVM. Koppeling met het Belgisch elektriciteitsnet Provincie Zeeland en Gemeenten Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg en Noord Beveland A11: In het concept NRD wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is gebaseerd op huidige regelgeving. Als de tijd er is tot 2019 moet wetgeving toch aangepast kunnen worden? R11: De opening van de tender voor de eerste twee windparken is voorzien in december Op het moment dat de tender opengaat moet helderheid zijn over de infrastructuur en de aansluitvoorwaarden. Het is niet realistisch dat wetgeving voor die tijd kan worden aangepast. Tracékeuze Gemeenten Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg en Noord Beveland en provincie Zeeland A12: De te onderzoeken tracés zijn in de concept notitie zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Nota van beantwoording zienswijzen 25

89 Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés 1B, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon-/ en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. R12: In het MER wordt in meer detail gekeken naar de effecten van te onderzoeken alternatieve tracés en zullen de effecten ervan in beeld worden gebracht. Bovendien wordt in het MER gekeken naar de mogelijkheid om de effecten te mitigeren. A13: Deze mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de tracékeuze voor bewoners en grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico s kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege verlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde (4) of het Veerse Meer (1A) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken. De (te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. R13: Om een onderlinge vergelijking te kunnen komen van de vier tracés en om een keuze te kunnen maken voor een voorkeursalternatief zullen al deze redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven in het MER worden onderzocht. Ook de Commissie voor de m.e.r. adviseert overeenkomstig. A14: 1. Tracé 3 moet blijkbaar tussendoor de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg aangelegd worden. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door een aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. 2. Tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor naar onze mening de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft daarmee geen enkele meerwaarde en het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (1A). 3. Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit strijdig is met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel. 4. Aanlanding tracé 4a Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betreft van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen wij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen. R14: In het MER worden de vier tracés in detail onderzocht en vergeleken op al hun milieu-aspecten, en wordt tevens gekeken naar de ruimtelijke inpassing ervan. 26 Nota van beantwoording zienswijzen

90 Breedte en diepte kabeltracé Provincie Zeeland en Gemeenten Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg en Noord Beveland A15: Bij het tracé over zee zijn er aan beide zijden zones van 500 m waarbinnen geen bodemgerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangeven. Dit is vreemd en verder is onduidelijk wat wel en niet mag als bodemgerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte wordt uitgegaan. R15: In het MER zullen de wijze van aanleg, de ligging en de beperkingen tijdens het gebruik van het kabeltracé in beeld worden gebracht. Westerschelde Vlaams Gewest, de Permanente Commissie A16: De permanente commissie onderscheidt bij het instellen van het Transmissiesysteem op zee Borssele 2 fasen: 1. De bouwfase, waarbij het uitgerold wordt; 2. De exploitatiefase waarbij leggen van de HS-kabel(s) daadwerkelijk voorbereid wordt en de HS-kabel(s) in gebruiksklare toestand zijn. Momenteel wordt door de aanvrager nog geen uitspraak gedaan over de technieken die zullen gebruikt worden in de aanlegfase, noch wordt uitspraak gedaan wat de eindtoestand zal zijn bij een gebruiksklare kabel. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de techniek en waarmee de kabel zal worden ingegraven (ploegen dan wel jetten; simultaan afrollen en deponeren dan wel niet-simultaan kabellegschip voorzien met graafuitrusting, dan wel kabellegschip met afzonderlijk schip met graafuitrusting. Ongeacht de finaal weerhouden keuzes dienen zeker de nodige verdere afspraken te worden gemaakt met de nautisch vaarwegbeheerder. In het licht hiervan kan ook worden gewezen op de noodzaak aan de nodige vergunningen voor bijzondere en buitengewone transporten en uitvoering van de werkzaamheden. R16: Keuzes van technieken in de aanlegfase worden in een later stadium genomen, afhankelijk van de eisen aan begraafdiepten, situatie in de ondergrond en ook de afspraken die met de vaarwegbeheerder worden gemaakt. A17: De aanvrager stelt dat - indien geen overlap optreedt van de werkzaamheden aan de diverse kabels - het cumulatief effect op de scheepvaartveiligheid kleiner is dan de som aan de afzonderlijke effecten. Indien er een overlap aan de werkzaamheden plaatsvindt, zal het risico op aanvaring stijgen. Het cumulatief effect blijft aanvaardbaar gezien de korte duur aan de werken en gezien het beperkt aantal schepen dat ingezet wordt. Teneinde deze stelling verder in de praktijk uit te werken en simultane werkzaamheden te vermijden, zullen - zoals hoger reeds herhaaldelijk aangegeven - door de aanvrager de nodige stappen moeten worden ondernomen en afspraken gemaakt met de bevoegde instanties. Mogelijkheid tot kompasafwijking door de kabel en het effect van het magnetisch veld op de scheepvaart en navigatie wordt daarom als verwaarloosbaar beschouwd. R17: Er wordt kennisgenomen van de opmerking van inspreker. A18: In het licht van de bovenstaande opmerkingen lijken de nodige bijkomende analyses en overlegmomenten plaats te moeten vinden teneinde na te gaan in hoeverre het voorgenomen transmissiesysteem op zee Borssele, en in bijzonder het mogelijke kabeltracé 4, een mogelijke impact kan hebben op de veiligheid en vlotheid van het scheepvaartverkeer in het Scheldegebied, en in hoeverre hieromtrent mitigerende maatregelen kunnen worden voorzien. R18: In het kader van het uitwerken van de plannen zullen het ministerie van Economische Zaken en TenneT graag gebruik maken van de uitnodiging van diverse stakeholders om met hen in overleg te treden. Nota van beantwoording zienswijzen 27

91 A19: Indiener vraagt zich af hoe moet worden omgegaan met de randvoorwaarden ten aanzien van de constructie- en de exploitatiefase van de kabel? R19: Dit type eisen komt aan bod in het vergunningstraject als advies aan het bevoegd gezag van de nautisch beheerder. Te zijner tijd zal hier rekening mee worden gehouden door middel van voorschriften in de Watervergunning. Morfologisch systeem van de Westerschelde Vlaams Gewest A20: Het Vlaams Gewest wijst erop dat binnen het kader van de Agenda voor de Toekomst, het onderzoeksprogramma van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie, momenteel hydrodynamisch en morfodynamisch onderzoek wordt gevoerd. Op basis van een numeriek morfologisch modelinstrumentarium zullen verkenningen worden verricht en, in een later stadium, beslissingen worden genomen betreffende de toekomst van het Schelde-estuarium en het mondingsgebied. Het Vlaams Gewest wenst erop te wijzen en te benadrukken dat de kabeltracés in het kader van het transmissiesysteem Borssele geenszins tot gevolg mogen hebben dat beleidsbeslissingen die uit bovengenoemde studies en metingen zouden voortvloeien a priori worden gehypothekeerd. Hiermee dient vooral rekening te worden gehouden bij de diepteligging van de kabels. In de conceptnotitie wordt meegedeeld dat de offshore kabels op een diepte variërend van één tot circa drie meter onder de zeebodem zullen gelegd worden, afhankelijk van het gebied en de situatie. Dit is volgens het Vlaamse Gewest echter onvoldoende diep. De kabels dienen, als ze in de hoofdvaargeul liggen, minimum op -25m lat of dieper te liggen en overal een dekking van minimum 4 meter te hebben. R20: In het MER zal onderzocht worden welke veilige dieptes aangehouden moeten worden. Noodankeren De Permanente Commissie en het Vlaams Gewest A21: Vanuit nautisch oogpunt wordt ten aanzien van het kabeltracé - afhankelijk van de finale keuze die wordt voorgestaan - drie deeltrajecten onderscheiden, met name: a) het deeltraject I : vanuit het midden van het windmolenpark tot de Hoek van Westkapelle (buitengebied zee); b) het deeltraject 2 : Westkapelle -Vlissingen Nolle Hoofd; c) het deeltraject 3 : Vlissingen Nolle Hoofd - aanlandingspunt Borssele. Vanuit nautisch perspectief wordt ten aanzien van het kabeltracé bijzondere aandacht gevraagd om maatregelen te nemen om ankermaneuvers en/of noodankermaneuvers te allen tijde mogelijk te laten blijven. Ook vanuit dit perspectief dient met andere woorden bijzondere aandacht aan de diepteligging van de kabels te worden besteed. R21: In het MER zal aandacht worden gegeven aan dit punt. Op plekken waar een grotere kans op noodankeren bestaat, kunnen de kabels dieper begraven worden. Archeologie Riiksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) A22: In algemene zin geldt voor de Zeeuwse Voordelta een hoge archeologische verwachting op het aantreffen van archeologische resten. In aanvulling op de voorgestelde beoordeling (tabel 3.1) adviseert de RCE u daarom onder het eerste punt het volgende te benoemen: effect op archeologische waarden en archeologische verwachtingswaarden, waaronder verdronken landschappen en nederzettingsresten, scheepswrakken en vliegtuigwrakken. R22: Archeologie is een van de aspecten die in het MER aan bod zal komen. Opmerking van de rijksdienst zal daarbij worden meegenomen. 28 Nota van beantwoording zienswijzen

92 A23: Voor de effectbeoordeling t.a.v. archeologie is het nodig om een bureauonderzoek uit te laten voeren conform de protocollen ontwikkeld in de KNA Waterbodems 3.2. Daarbij wordt in ieder geval gebruik gemaakt van gegevens afkomstig uit de bestaande wrakken registers en geo(morfo)logische data. R23: Dit wordt meegenomen in het MER. A24: De RCE wil u adviseren om zo vroeg mogelijk in de planvorming een kwantitatief onderzoek (zoals sonaronderzoek) te doen naar archeologische (verwachtings)waarden. Dit onderzoekstraject kan mogelijk ingebed worden in andere uit te voeren onderzoeken, indien deze tevens ingesteld zijn op het opsporen van archeologische waarden. Daarmee wordt ruimte gecreëerd om te kunnen kiezen voor behoud door inpassing, waarmee tevens verdere kosten van bijvoorbeeld een opgraving voorkomen kunnen worden. R24: Nadat in het MER een vergelijking is gemaakt van de alternatieven en er vervolgens een keuze is gemaakt voor een voorkeursalternatief, zal voor dat voorkeursalternatief een sonar onderzoek worden uitgevoerd. De resultaten daarvan zullen worden meegenomen in het IP en de vergunningaanvragen. In dat kader zal ook overleg en afstemming plaatsvinden met de RCE. Nota van beantwoording zienswijzen 29

93 Deze publicatie is een uitgave van: Ministerie van Economische Zaken Postbus EK Den Haag Juni

94 Inspraak- en reactiebundel Zienswijzen en reacties op Startnotitie TRANSMISSIESYSTEEM OP ZEE BORSSELE Inspraakpunt Bureau Energieprojecten Postbus AE VOORSCHOTEN

95 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF 1 KENNISGEVING.. 3 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES EN ZIENSWIJZEN: OPZOEKTABEL REGISTRATIENUMMER VERSUS REACTIENUMMER EN ZIENSWIJZENUMMER.. 5 ALFABETISCH OVERZICHT OVERHEDEN EN ORGANISATIES... 7 REACTIENUMMERS R01 TOT EN MET R ZIENSWIJZENUMMERS 0001 TOT EN MET Mei 2015

96 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF 1 KENNISGEVING.. 3 MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE REACTIES EN ZIENSWIJZEN: OPZOEKTABEL REGISTRATIENUMMER VERSUS REACTIENUMMER EN ZIENSWIJZENUMMER.. 5 ALFABETISCH OVERZICHT OVERHEDEN EN ORGANISATIES... 7 REACTIENUMMERS R01 TOT EN MET R ZIENSWIJZENUMMERS 0001 TOT EN MET Mei 2015

97 WOORD VOORAF Algemeen Van vrijdag 13 maart 2015 tot en met donderdag 23 april 2015 lag de startnotitie ter inzage voor TRANSMISSIESYSTEEM OP ZEE BORSSELE. Een ieder kon naar aanleiding van de startnotitie een zienswijze inbrengen. Overheden konden een reactie geven. Het project TenneT is voornemens om een transmissiesysteem op zee te realiseren. De windturbines van windenergiegebied Borssele zullen hierop worden aangesloten. De totale capaciteit van de aansluiting bedraagt MW. Het transmissiesysteem op zee Borssele bestaat uit twee transformatorstations in zee, vier onderzeese 220 kv hoogspanningskabels naar land, het ondergrondse tracé op land en de aansluiting op het 380 kv hoogspanningsstation Borssele. Besluitvorming Op de besluitvorming over Transmissiesysteem op zee Borssele is de rijkscoördinatieregeling van toepassing. Dit betekent dat het zal worden vastgelegd in een inpassingsplan, dat wordt vastgesteld door de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu. Het inpassingsplan wordt voorbereid in één gecoördineerde procedure samen met een aantal andere besluiten dat voor het project nodig is (vergunningen en ontheffingen). De Minister van Economische Zaken coördineert de procedure. Milieueffectrapportage Met een milieueffectrapport (MER) worden (mogelijke) milieueffecten, bijvoorbeeld op leefomgevingskwaliteit (mens), gezondheid, landschap, natuur, bodem en water in beeld gebracht zodat deze effecten een volwaardige rol kunnen spelen bij de besluitvorming. Het MER zal ook een passende beoordeling bevatten om mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden in kaart te brengen. Het MER wordt een gecombineerd besluit-mer/plan-mer. Middels een kennisgeving informeerde EZ het publiek over het voornemen tot dit project. De startnotitie werd ter inzage gelegd. Hierin is onder andere aangegeven welke aspecten in het MER nader onderzocht worden. Informatieavond Er is één inloopavond georganiseerd, waar medewerkers van de verschillende betrokken overheden en van Tennet aanwezig waren om vragen te beantwoorden. De inloopavond vond plaats op dinsdag 24 maart 2015 van 19:00 uur tot 21:00 uur in Hotel Amadore Arneville, Buitenruststraat 22, Middelburg. Men kon hier formeel een zienswijze of reactie geven op de startnotitie. Zienswijzen en reacties Op de startnotitie zijn binnen de inspraaktermijn in totaal 52 zienswijzen binnengekomen waarvan 28 uniek. Ook zijn er 9 reacties ontvangen. De zienswijzen en de reacties zijn integraal opgenomen in deze bundel. U kunt deze inspraak- en reactiebundel downloaden van Registratie en verwerking De ontvangen zienswijzen en reacties zijn geregistreerd. Aan de insprekers is een ontvangstbevestiging gezonden met daarin een registratienummer. Met de opzoektabel op pagina 5 kan bij het ontvangen registratienummer het bijbehorende reactie- of zienswijzenummer worden opgezocht. Verdere procedure Ook de Commissie voor de milieueffectrapportage is om advies gevraagd over reikwijdte en detail. De commissie heeft de overige ontvangen zienswijzen en reacties bij haar advies betrokken. Alle zienswijzen en reacties van de betrokken overheden en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage worden bekeken door de minister van EZ en verwerkt in een definitieve notitie reikwijdte en detail. Daarin wordt vastgelegd welke informatie in het MER opgenomen dient te worden. 1

98 Als het MER is afgerond, worden mede op basis daarvan de ontwerpbesluiten voorbereid. Deze ontwerpbesluiten zullen samen met het MER ter inzage worden gelegd. Dit wordt te zijner tijd aangekondigd in onder andere lokale huis-aan-huisbladen en op 2

99 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr maart 2015 Kennisgeving Transmissiesysteem op zee Borssele, Ministerie van Economische Zaken Voornemen om een milieueffectrapport op te stellen Van vrijdag 13 maart 2015 tot en met donderdag 23 april 2015 liggen stukken ter inzage voor de milieueffectrapportage voor het voornemen voor een transmissiesysteem op zee. Iedereen kan hierop reageren met een zienswijze. Waarom dit voornemen? TenneT is voornemens om een transmissiesysteem op zee te realiseren. De windturbines van windenergiegebied Borssele zullen hierop worden aangesloten. De totale capaciteit van de aansluiting bedraagt MW. Het transmissiesysteem op zee Borssele bestaat uit twee transformatorstations in zee, vier onderzeese 220 kv hoogspanningskabels naar land, het ondergrondse tracé op land en de aansluiting op het 380 kv hoogspanningsstation Borssele. Met deze kennisgeving informeert de Minister van Economische Zaken u over het voornemen tot dit MER-plichtig project. Daarbij wordt een conceptnotitie reikwijdte en detailniveau ter inzage gelegd waarin is aangegeven op welke wijze het milieuonderzoek zal worden uitgevoerd en hoe dit in het MER moet worden opgenomen. Besluitvorming Op de besluitvorming over Transmissiesysteem op zee Borssele is de rijkscoördinatieregeling van toepassing. Dit betekent dat het zal worden vastgelegd in een inpassingsplan, dat wordt vastgesteld door de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu. Het inpassingsplan wordt voorbereid in één gecoördineerde procedure samen met een aantal andere besluiten dat voor het project nodig is (vergunningen en ontheffingen). De Minister van Economische Zaken coördineert de procedure. 1 Staatscourant 2015 nr maart 2015

100 Milieueffectrapportage Met een milieueffectrapport (MER) worden (mogelijke) milieueffecten, bijvoorbeeld op leefomgevingskwaliteit (mens), gezondheid, landschap, natuur, bodem en water in beeld gebracht zodat deze effecten een volwaardige rol kunnen spelen bij de besluitvorming. Het MER zal ook een passende beoordeling bevatten om mogelijke gevolgen voor Natura gebieden in kaart te brengen. Het MER wordt een gecombineerd besluit-mer/plan-mer. Waar kunt u de stukken inzien? U kunt de conceptnotitie en de overige stukken over het voornemen van vrijdag 13 maart 2015 tot en met donderdag 23 april 2015 inzien op en tijdens reguliere openingstijden (op papier) op de volgende locatie: Provinciehuis Zeeland, Abdij 6, Middelburg. Informatiemarkt De ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu organiseren een inloopavond. U bent van harte welkom om daar vragen te stellen en informatie te krijgen over het project en de procedure. Deze inloopavond wordt gehouden op: dinsdag 24 maart 2015, Hotel Amadore Arneville, Buitenruststraat 22, Middelburg. U hoeft zich niet van tevoren aan te melden. Van uur tot uur is de zaal open en heeft u de mogelijkheid om de informatiemarkt te bezoeken en vragen te stellen aan de aanwezige medewerkers van de overheid en Tennet. U kunt vrij in- en uitlopen en op ieder moment met de diverse medewerkers spreken. Hoe kunt u reageren? U kunt van vrijdag 13 maart 2015 tot en met donderdag 23 april 2015 reageren. Wij ontvangen uw zienswijzen bij voorkeur digitaal. Dat kan via onder Transmissiesysteem op zee Borssele. U kunt niet reageren via . U kunt per post reageren: Bureau Energieprojecten, Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele, Postbus 248, 2250 AE Voorschoten. Wilt u uw brief ondertekenen en uw adres noemen? Dan kunnen wij in een later stadium contact met u opnemen. Wilt u uw zienswijze mondeling geven? Dat kan tijdens de inloopavond of via Bureau Energieprojecten, op werkdagen van 9.00 uur tot uur, T (070) Wat gebeurt hierna? De conceptnotitie wordt ook voorgelegd aan de betrokken overheden (gemeenten, provincies, e.d.) en de adviseurs met een wettelijke taak. De Commissie voor de milieueffectrapportage zal in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen. Alle zienswijzen, reacties en adviezen worden bekeken door de ministers en betrokken in de notitie reikwijdte en detailniveau. Mede op basis van deze notitie wordt het MER opgesteld. Als het MER is afgerond, wordt mede op basis daarvan de tracékeuze voorbereid en een ontwerpinpassingsplan opgesteld. Het MER zal samen met dit ontwerpinpassingsplan en andere ontwerpbesluiten ter inzage worden gelegd. Hierop kan iedereen dan reageren. Dit wordt te zijner tijd aangekondigd in onder andere de Staatscourant, huis-aan-huisbladen en op Meer informatie Uitgebreide informatie vindt u op: Heeft u na het bezoeken van de website nog vragen? Dan kunt u bellen met Bureau Energieprojecten, T (070) Staatscourant 2015 nr maart 2015

101 Opzoektabel mondelinge, schriftelijke en digitale reacties en zienswijzen In onderstaande tabellen kunt u met het registratienummer het nummer van de reactie of zienswijze opzoeken. De reacties zijn vanaf pagina 8 opgenomen. De zienswijzen vindt u vanaf pagina 42. Reacties op startnotitie TRANSMISSIESYSTEEM OP ZEE BORSSELE Registratienummer 4S-SN-0006-R01 4S-SN-0007-R02 4S-SN-0008-R03 4S-SN-0009-R04 4S-SN-0010-R05 4S-SN-0023-R06 4S-SN-0026-R07 4S-SN-0029-R08 4S-SN-0033-R09 Reactienummer R01 R02 R03 R04 R05 R06 R07 R08 R09 Zienswijzen op startnotitie TRANSMISSIESYSTEEM OP ZEE BORSSELE Registratienummer Zienswijzenummer 4S-SN S-SN S-SN S-SN (21 eensluidend) 4S-SN (1 eensluidend) 4S-SN S-SN (1 eensluidend) 4S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN

102 Registratienummer Zienswijzenummer 4S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN S-SN (1 eensluidend) 4S-SN S-SN S-SN

103 Alfabetisch overzicht organisaties en reacties / zienswijzen Zienswijzen en reacties op startnotitie TRANSMISSIESYSTEEM OP ZEE BORSSELE Reactienummer R07 R02 R05 R08 R03 R04 R01 R09 R06 Overheid Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied, ROTTERDAM Gemeente Borsele, College van Burgemeester en Wethouders, HEINKENSZAND Gemeente Middelburg, College van Burgemeester en Wethouders, MIDDELBURG Gemeente Noord-Beveland, College van Burgemeester en Wethouders, WISSENKERKE Gemeente Veere, College van Burgemeester en Wethouders, DOMBURG Gemeente Vlissingen, College van Burgemeester en Wethouders, VLISSINGEN Provincie Zeeland, Gedeputeerde Staten, MIDDELBURG Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMERSFOORT Vlaamse Overheid, MOW, BRUSSEL Zienswijzenummer Naam Organisaties 0025 Akkerbouw bedrijf, LEWEDORP 0021 Dorpsraad Borssele, BORSSELE 0006 Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, ANTWERPEN 0011 Havenbedrijf Gent nv van publiek recht, TERNEUZEN 0019 Justion Advocaten, MIDDELBURG, namens Hof Domburg B.V., DOMBURG en Recreatie De Zandput B.V., VROUWENPOLDER 0022 NV Elektriciteitsproduktiemij Zuid Nederland (EPZ), BORSSELE 0027 NWEA, UTRECHT 0018 Paling en Kreeftenvisserij, ARNEMUIDEN 0024 Recron Walcheren, AAGTEKERKE 0002 Sportvisserij Zuidwest Nederland, DRIMMELEN 0014 Stichting Tuin van Zeeland, MIDDELBURG 0020 Vereniging Zeeuwse Milieufederatie, GOES 0023 VisNed, URK 0016 Zeeland Seaports, TERNEUZEN 0001 ZLTO, GOES

104 Reacties R01 tot en met R09

105 R01 1' Gedeputeerde Staten Provincie Zeeland bericht op brief van : 12 maart 2015 uw kenmerk: ons kenmerk: Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN afdeling: Ruimte bijlage(n): behandeld door: doorkiesnummer: onderwerp: Reactie op transmissiesysteem op zee Borssele verzonden: 14 APR 2015 Middelburg, 14 april 2015 Geachte heer, mevrouw, Hierbij dienen wij gezamenlijk met de colleges van Vlissingen, Borsele, Veere en Middelburg bijgevoegde inspraakreactie in op de conceptnotitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r. procedure voor een transmissiesysteem op zee Borssele. Een afschrift van deze reactie sturen wij ter kennisneming aan de leden van Provinciale Staten. Hoogachtend, Prov1nc1ehu1s Middelburg Postadres www zeeland nl Bezoekadres Abd11 6 Postbus 6001 T BK Middelburg 4330 LA Middelburg F

106 R01 Gezamenlijke reactie dd. 14 april 2015 Provincie Zeeland en Gemeenten Veere, Middelburg, Vlissingen en Borsele naar aanleiding van uw kennisgeving in de Staatscourant van 12 maart 2015 (nr. 6748) met betrekking tot de besluitvorming over de milieueffectrapportage voor een transmissiesysteem op zee ten behoeve van het windpark Borssele. De concept notitie reikwijdte en detailniveau geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. De te onderzoeken tracés zijn in de concept notitie zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés 1 B, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon-/ en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. Deze mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de tracékeuze voor bewoners en grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico's kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege verlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde (4) of het Veerse Meer (1A) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken. De (te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. Ondanks dat wij de tracés dwars door het Walcherse landschap niet als een reëel te onderzoeken alternatief beschouwen, willen wij over deze landtracés toch nog het volgende opmerken. 1) Tracé 3 moet blijkbaar tussendoor de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg aangelegd worden. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door een aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. In zijn.algemeenheid stellen wij dat door dit landtracé mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij volstrekt niet acceptabel. 2) Tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor naar onze mening de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft daarmee geen enkele meerwaarde en het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (1A). 3) Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit strijdig is met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel.

107 R01 4) Aanlanding tracé 4a Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betreft van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen ij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen. Daarnaast wordt m.b.t. dit tracé gesteld bij dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. 5) Op pag. 10 wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is gebaseerd op huidige regelgeving. Als de tijd er is tot 2019 moet wetgeving toch aangepast kunnen worden? 6) Pag 14 en 16. Bij het tracé over zee zijn er aan beide zijden zones van 500 m waarbinnen geen bodemgerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangeven. Dit is vreemd en verder is onduidelijk wat wel en niet mag als bodemgerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte wordt uitgegaan. 7) Op blz 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met de cirkel aangegeven begrenzing vinden wij veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos). In het voorontwerp lnpassingplan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kv-hoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? 8) Op blz 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. Wij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. Bij Bodem en water wordt gemist: aansnijding bestaande bodemverontreiniging; bodemsamenstelling; verstoring waardevol bodemprofiel Aspect Ruimtegebruik komt helemaal niet voor in tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag (betreft m.n. uitbreiding 380 kv-hoogspanningsstation Borssele, overgang zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook, effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. Ook het aspect Leefomgevingskwaliteit ontbreekt in tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg)

108 R02 gemeente] orse e Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN l llllll lllll llll llllll Uw kenmerk: Ons kenmerk: Uw brief van: Heinkenszand, 15 Onderwerp: reactie op concept NRD, Transmissiesysteem op zee Borssele Geachte heer/mevrouw, De concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele geeft ons aanleiding tot reageren. Hierbij treft u de, gezamenlijk met de colleges van Vlissingen, Veere en de Provincie Zeeland opgestelde inspraakreactie aan. Een afschrift van deze brief wordt ter kennisneming aan de gemeenteraad gestuurd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Borsele, hen, hoofd afdeling Ruimtelijke Ont~ikkeling, Behandeld door:, doorkiesnummer Bijlagen: Wilt u bij de beantwoording van deze brief 'Ons kenmerk' vermelden Postbus 1, 4450 AA Heinkenszand Stenevate 10, Heinkenszand Telefoon (0113) Fax (0113) info(@.borsele.nl IBAN: NL24BNGH BIC: BNGHNL2G

109 R02 Gezamenlijke reactie dd. 14 april 2015 Provincie Zeeland en Gemeenten Veere, Middelburg, Vlissingen en Borsele naar aanleiding van uw kennisgeving in de Staatscourant van 12 maart 2015 (nr. 6748) met betrekking tot de besluitvorming over de milieueffectrapportage voor een transmissiesysteem op zee ten behoeve van het windpark Borssele. De concept notitie reikwijdte en detailniveau geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. De te onderzoeken tracés zijn in de concept notitie zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés 1 B, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon-/ en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. Deze mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de tracékeuze voor bewoners, grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico's kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege verlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde (4) of het Veerse Meer (1A) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken. De (te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. Ondanks dat wij de tracés dwars door het Walcherse landschap niet als een reëel te onderzoeken alternatief beschouwen, willen wij over deze landtracés toch nog het volgende opmerken. 1) Tracé 3 moet blijkbaar tussendoor de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg aangelegd worden. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. In zijn algemeenheid stellen wij dat door dit landtracé mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij volstrekt niet acceptabel. 2) Tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor naar onze mening de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft 1

110 R02 daarmee geen enkele meerwaarde en het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (1A). 3) Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit strijdig is met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel. 4) Aanlanding tracé 4a Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betreft van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen wij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen. Daarnaast wordt m.b.t. dit tracé gesteld dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. 5) Op pag. 10 wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is gebaseerd op huidige regelgeving. Als de tijd er is tot 2019 moet wetgeving toch aangepast kunnen worden? 6) Pag 14 en 16. Bij het tracé over zee zijn er aan beide zijden zones van 500 m waarbinnen geen bodemgerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangeven. Dit is vreemd en verder is onduidelijk wat wel en niet mag als bodemgerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte wordt uitgegaan. 7) Op blz 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met de cirkel aangegeven begrenzing vinden wij veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos). In het voorontwerp lnpassingplan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kvhoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? 8) Op blz 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. Wij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. Bij Bodem en water wordt gemist: aansnijding bestaande bodemverontreiniging; bodemsamenstelling; verstoring waardevol bodemprofiel Aspect Ruimtegebruik komt helemaal niet voor in tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag (betreft m.n. uitbreiding 380 kvhoogspanningsstation Borssele, overgang zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk 2

111 R02 rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook, effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. Ook het aspect Leefomgevingskwaliteit ontbreekt in tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg). 3

112 R03 GEMEENTE 1 l; VERZONDEN 1 5 APR 2015 Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN datum uw brief van uw kenmerk ons kenmerk behandeld door doorkiesnummer afdeling 14 april 2015 /15U Ruimtelijke ontwikkeling onderwerp: zienswijze op het transmissiesysteem op zee Borssele Geachte heer, mevrouw, Hierbij dienen wij gezamenlijk met de colleges van Borsele, Middelburg, Vlissingen en de provincie Zeeland een zienswijze in tegen het Concept Notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.- procedure voor een transmissiesysteem op zee Borssele. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders vatli Veere, de wnd. s cretaris, de burgemeester,./') correspondentie-adres : Postbus ZV Domburg tel. : BNG: fax : !BAN : NL73BNGH e- mail: gemeente@veere.nl BIC: BNGHNL2G bezoekadres: Traverse 1 Domburg

113 2 GEMEENTE R03 Gezamenlijke reactie dd. 14 april 2015 Provincie Zeeland en Gemeenten Veere, Middelburg, Vlissingen en Borsele naar aanleiding van uw kennisgeving in de Staatscourant van 12 maart 2015 (nr. 6748) met betrekking tot de besluitvorming over de milieueffectrapportage voor een transmissiesysteem op zee ten behoeve van het windpark Borssele. De Concept Notitie reikwijdte en detailniveau geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. De te onderzoeken tracés zijn in de Concept Notitie zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés lb, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon-/ en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. Deze mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de tracékeuze voor bewoners en grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico's kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege verlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde ( 4) of het Veerse Meer {la) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken. De ( te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. Ondanks dat wij de tracés dwars door het Walcherse landschap niet als een reëel te onderzoeken alternatief beschouwen, willen wij over deze landtracés toch nog het volgende opmerken. 1) Tracé 3 moet blijkbaar tussendoor de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg aangelegd worden. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door een aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. In zijn algemeenheid stellen wij dat door dit landtracé mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij volstrekt niet acceptabel.

114 R03 3 2) Tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor naar onze mening de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft daarmee geen enkele meerwaarde en het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (la). 3) Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit strijdig is met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel. 4) Aanlanding tracé 4a Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betre~ van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen wij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen. Daarnaast wordt m.b.t. dit tracé gesteld dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. 5) Op pag. 10 wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is gebaseerd op huidige regelgeving. Als de tijd er is tot 2019 moet wetgeving toch aangepast kunnen worden? 6) Pag. 14 en 16. Bij het tracé over zee zijn er aan beide zijden zones van 500 m waarbinnen geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangeven. Dit is vreemd en verder is onduidelijk wat wel en niet mag als bodem gerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte wordt uitgegaan. 7) Op blz. 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met de cirkel aangegeven begrenzing vinden wij veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos). In het voorontwerp Inpassingplan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kvhoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? 8) Op blz. 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. Wij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. Bij Bodem en water wordt gemist: aansnijding bestaande bodemverontreiniging; bodemsamenstelling; verstoring waardevol bodemprofiel

115 R03 4 Aspect Ruimtegebruik komt helemaal niet voor in de tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag (betreft m.n. uitbreiding 380 kvhoogspanningsstation Borssele, overgang zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook, effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. Ook het aspect Leefomgevingskwaliteit ontbreekt in de tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg).

116 R APR l GEMEENTE VLISSINGEN Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten VER ZONDEN UW BRIEF VAN BEHANDELD DOOR UW KENMERK BEZOEKADRES Paul Krugerstraat 1 ONS KENMERK / / TELEFOON DATUM 1 6 APR april 2015 BIJLAGEN ONDERWERP Windenergie op zee bij Bankje van Borssele: zienswijze MER - procedure. Geachte heer/mevrouw, Naar aanleiding van uw kennisgeving in de Staatscourant van 12 maart 2015 (nummer 6748) met betrekking tot de voorgenomen besluitvorming over de milieueffectrapportage voor een transmissiesysteem op zee ten behoeve van het windpark Borssele, delen wij u het volgende mede. De concept notitie reikwijdte en detailniveau geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. Allereerst merken wij op dat de te onderzoeken tracés in de concept notitie zeer globaal aangegeven zijn op het kaartmateriaal, waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten (in detail) deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés 1 B, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon- en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. Deze beperkte mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de verschillende tracékeuzes voor bewoners en grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico's kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege energieverlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde (4) of het Veerse Meer (1A) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken., - YLISSINGE-ti ~ POSTBUS 3000, 4380 GV VLISSINGEN TELEFOON GEMEENTE@VLISSINGEN.NL FAX IBAN: NL36BNGH BIC: BNGHNL2G

117 R04 De ( te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. Ondanks dat wij de tracés dwars door het Walcherse landschap niet als een reëel te onderzoeken alternatief beschouwen, willen wij over deze landtracés toch nog het volgende opmerken. Tracé 3 is geprojecteerde tussen de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door een aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de in Middelburg te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. In zijn algemeenheid stellen wij dat door dit landtracé mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd danwel beperkt kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij niet acceptabel. Ten aanzien van tracé 2 ondersteunen wij het standpunt van de gemeente Middelburg. Dit tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft daarmee geen enkele meerwaarde en het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (1A). Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit op gespannen voet kan staan met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet of nauwelijks haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel. Aanlanding tracé 4a (Vlissingen) Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betreft van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen wij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen op "Ruimtelijke plannen.nl". Tussen het dorp Ritthem en de havenmonding ligt een groot natuurgebied en het monument "Fort Rammekens".

118 R04 Daarnaast wordt met betrekking tot dit tracé gesteld bij dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. Op pagina 10 wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is echter gebaseerd op de huidige regelgeving. Met inachtname van het feit dat alles gereed moet zijn in 2019 is de mogelijkheid eveneens aanwezig om deze wetgeving aan te passen. Op pagina 14 en 16 staat vermeld dat het tracé over zee er aan beide zijden zones van 500 meter zijn waarbinnen geen bodemgerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangegeven. Dit is opmerkelijk en verder is niet duidelijk wat wel en niet mag als bodemgerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte u uitgaat. Wij ondersteunen het standpunt van de gemeente Borsele ten aanzien van de volgende aspecten. Op bladzijde 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met een cirkel aangegeven begrenzing is veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos ). In het voorontwerp lnpassingplan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kvhoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? Op bladzijde 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. Wij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. Bij het hoofdstuk " Bodem en water" wordt gemist de aansnijding van de bestaande bodemverontreiniging en de bodemsamenstelling alsmede de verstoring van waardevol bodemprofiel. Het aspect "ruimtegebruik" komt ten onrechte niet voor in tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag (betreft met name de uitbreiding van het 380 kv-hoogspanningsstation Borssele en de overgang van zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook en effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. Ook het aspect "leefomgevingskwaliteit" ontbreekt in tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg). Wij verzoeken u voornoemde aspecten te betrekken bij uw besluitvorming. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Vlissingen, namens het college, de manager van de afdeling Strategie, Beleid en Projecten,

119 Gemeente Middelburg Ruimtelijk Beleid R05 Kanaalweg 3 Postbus LA Middelburg Tel Fax (0118) info@middelburg.nl 1,., A.A. Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten uw kenmerk uw brief van ons kenmerk bijlage(n) maart contactpersoon doorkiesnummer datum datum verzending 14 april 2015 onderwerp Reactie op het transmissiesysteem op zee Borsele. 1 6 APR. Zlfi5 Geachte heer, mevrouw, In onze collegevergadering van 14 april 2015 hebben wij besloten gezamenlijk met de colleges van Vlissingen, Veere, Borsele en de provincie Zeeland de bijgevoegde inspraakreactie reactie op de concept Notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r. procedure voor een transmissiesysteem op zee Borsele in te dienen. Een afschrift van deze brief wordt ter kennisneming aan de gemeenteraad gestuurd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Middelburg,,.,----de secretaris, I mr. A. van den Brink /"\ ".,,.J MIX Papier van F S C mantwoo"' hen.om Bankrelatie: N.V. Bank voor Ned. Gemeenten (BNG) te Den Haag, banknr NL 148NGH (IBAN) / BNGHNL2G (BIC/SWIFT). - ~,,., FSC-C j verzoeken u bij beantwoording het onderwerp en ons kenmerk te vermelden.

120 R05 Gezamenlijke reactie dd. 14 april 2015 Provincie Zeeland en Gemeenten Veere, Middelburg, Vlissingen en Borsele naar aanleiding van uw kennisgeving in de Staatscourant van 12 maart 2015 (nr. 6748) met betrekking tot de besluitvorming over de milieueffectrapportage voor een transmissiesysteem op zee ten behoeve van het windpark Borssele. De concept notitie reikwijdte en detailniveau geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. De te onderzoeken tracés zijn in de concept notitie zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés 1 B, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon-/ en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. Deze mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de tracékeuze voor bewoners en grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico's kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege verlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde (4) of het Veerse Meer (1A) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken. De (te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. Ondanks dat wij de tracés dwars door het Walcherse landschap niet als een reëel te onderzoeken alternatief beschouwen, willen wij over deze landtracés toch nog het volgende opmerken. 1) Tracé 3 moet blijkbaar tussendoor de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg aangelegd worden. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door een aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. In zijn algemeenheid stellen wij dat door dit landtracé mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij volstrekt niet acceptabel. 2) Tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor naar onze mening de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft daarmee geen enkele meerwaarde en het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (1A). 3) Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit strijdig is met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel.

121 R05 4) Aanlanding tracé 4a Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betreft van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen ij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen. Daarnaast wordt m.b.t. dit tracé gesteld bij dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. 5) Op pag. 10 wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is gebaseerd op huidige regelgeving. Als de tijd er is tot 2019 moet wetgeving toch aangepast kunnen worden? 6) Pag 14 en 16. Bij het tracé over zee zijn er aan beide zijden zones van 500 m waarbinnen geen bodemgerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangeven. Dit is vreemd en verder is onduidelijk wat wel en niet mag als bodemgerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte wordt uitgegaan. 7) Op blz 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met de cirkel aangegeven begrenzing vinden wij veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos). In het voorontwerp Inpassing plan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kv-hoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? 8) Op blz 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. W ij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. Bij Bodem en water wordt gemist: aansnijding bestaande bodemverontreiniging; bodemsamenstelling; verstoring waardevol bodemprofiel Aspect Ruimtegebruik komt helemaal niet voor in tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag {betreft m.n. uitbreiding 380 kv-hoogspanningsstation Borssele, overgang zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook, effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. Ook het aspect Leefomgevingskwaliteit ontbreekt in tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg)

122 R06 Verzonden: Woensdag 22 april :09 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Koning Albert 2 laan Huisnummer: 20 bus 5 Postcode: 1000 BE Woonplaats: BRUSSEL Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: Vlaamse Overheid, MOW Mede namens: Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? Zie bijlage Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? Zie bijlage Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zie bijlage Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Zie bijlage Reactie

123 R06 Haven- en Waterbeleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel Tel Fax haven.waterbeleid@vlaanderen.be uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen vragen naar / telefoonnummer datum Betreft: Opmerkingen van het Vlaams Gewest inzake de conceptnotitie rijkwijdte en detailniveau voor het project Borssele - transmissiesysteem op zee Geachte mevrouw, Geachte heer, In maart 2015 werd het Vlaams Gewest formeel op de hoogte gebracht van het voornemen van Tennet om een transmissiesysteem voor windenergie op de Noordzee te realiseren in het gebied Borssele. Dit project is MERplichtig en een conceptnotitie reikwijdte en detailniveau, waarin wordt aangegeven op welke wijze het milieu-onderzoek zal gevoerd worden, werd ter inzage gelegd voor de stakeholders. Hierbij wenst het Vlaams Gewest haar opmerkingen inzake bovengenoemde conceptnotitie mee te delen. Het Vlaams Gewest wijst erop dat binnen het kader van de Agenda voor de Toekomst, het onderzoeksprogramma van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie, momenteel hydrodynamisch en morfodynamisch onderzoek wordt gevoerd. Op basis van een numeriek morfologisch modelinstrumentarium zullen verkenningen worden verricht en, in een later stadium, beslissingen worden genomen betreffende de toekomst van het Schelde-estuarium en het mondingsgebied. Het Vlaams Gewest wenst erop te wijzen en te benadrukken dat de kabeltracés in het kader van het transmissiesysteem

124 2 R06 Borssele geenszins tot gevolg mogen hebben dat beleidsbeslissingen die uit bovengenoemde studies en metingen zouden voortvloeien a priori worden gehypothekeerd. Hiermee dient vooral rekening te worden gehouden bij de diepteligging van de kabels. In de conceptnotitie wordt meegedeeld dat de offshore kabels op een diepte variërend van één tot circa drie meter onder de zeebodem zullen gelegd worden, afhankelijk van het gebied en de situatie. Dit is volgens het Vlaamse Gewest echter onvoldoende diep. De kabels dienen, als ze in de hoofdvaargeul liggen, minimum op -25m lat of dieper te liggen en overal een dekking van minimum 4 meter te hebben. Verder wenst het Vlaams Gewest zich aan te sluiten bij de opmerkingen die worden aangeleverd door Vlaams/Nederlandse Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart (de Permanente Commissie) die de veiligheid en vlotheid van het scheepvaartverkeer in het Scheldegebied betreffen. Met hoogachting, Secretaris-generaal Departement Mobiliteit en Openbare Werken

125 Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart R07 Aan Bureau Energie-projecten, Inspraakpunt Transmissiesystemen op zee Borssele Postbus AE Voorschoten ') / ' '015 Contactpersoon Telefoonnummer Faxnummer Ons kenmerk PC Uw kenmerk Bijlage(n) 1 Plaats/Datum Middelburg, 20 april 2015 Betreft: Concept Notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de M.E.R. -procedure transmissiesysteem op zee Borssele. Geachte Mevrouw, Mijnheer, Bij deze doe ik U de reactie toekomen van de Vlaams/Nederlandse Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart (verder te noemen de PC) op het Concept Notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure - Transmissiesysteem op zee Borssele. De PC, ingesteld in het Tractaat tussen Nederland en België van 19 april 1839 werd in dit verdrag belast met het gemeenschappelijk toezicht op het loodswezen, de betonning en het onderhoud van de zeegaten van de Schelde beneden Antwerpen. Over het laatste aspect meldt het verdrag: "De beide regeringen verbinden zich ieder voor haar gedeelte der rivier, om de bevaarbare zeegaten van de Schelde en haar monden te behouden, en daar de nodige tonnen en boeien te plaatsen en te onderhouden". Sindsdien ziet de Commissie toe op de vlotheid en veiligheid van de scheepvaart in het Scheldegebied. De positie en bevoegdheden van de PC zijn in 2005 geactualiseerd en versterkt in het tussen Vlaanderen en Nederland gesloten verdrag inzake het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer (verder te noemen het GNB). Gelet op de mogelijke impact van de voorgenomen kabeltracés op de vlotheid en veiligheid van de scheepvaart in dit complexe gebied wenst de PC naar aanleiding van de publicatie van de Concept Notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure een aantal nautische aandachtspunten onder Uw aandacht te brengen. In het kader van de voorliggende inspraakprocedure kunnen in eerste instantie een aantal algemene opmerkingen ten aanzien van vlotheid en veiligheid van de scheepvaart worden geformuleerd, welke hierna worden opgenomen. Bij onze reactie is tevens een bijlage gevoegd, welke ingaat op de mogelijke randvoorwaarden ten aanzien van de constructieen de exploitatiefase van de kabel (bijlage) op basis van de reeds beschikbare gegevens. Deze bijlage maakt integraal deel uit van de voorliggende reactie. Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied Permanente Conunissie van Toezicht op de Scheldevaart Postbus 556, 3000 AN Rotterdam

126 Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart R07 Hierna wordt er een indicatie gegeven van de randvoorwaarden en bijzondere voorwaarden die kunnen worden gesteld ten aanzien van het kabeltracé. Deze randvoorwaarden en bijzondere voorwaarden zijn in grote mate afhankelijk van het in te dienen dossier over het kabeltracé waartoe finaal besloten zal worden en het beschikbaar komen van aanvullende gegevens. Zij kunnen in dit licht dan ook worden uitgebreid of gewijzigd. Vanuit nautisch oogpunt wordt ten aanzien van het kabeltracé - afhankelijk van de finale keuze die wordt voorgestaan - drie deel trajecten onderscheiden, met name: a) het deeltraject 1 : vanuit het midden van het windmolenpark tot de Hoek van Westkapelle (buitengebied zee) b) het deeltraject 2: Westkapelle - Vlissingen Nolle Hoofd c) het deeltraject 3 : Vlissingen Nolle Hoofd - aanlandingspunt Borssele. Vanuit nautisch perspectief wordt ten aanzien van het kabeltracé bijzondere aandacht gevraagd om maatregelen te nemen om ankermaneuvers en/ of noodankermaneuvers te allen tijde mogelijk te laten blijven. Ook vanuit dit perspectief dient met andere woorden bijzondere aandacht aan de diepteligging van de kabels te worden besteed. Daarnaast onderscheiden we bij het instellen van het Transmissiesysteem op zee Borssele 2 fasen: 1) De bouwfase, waarbij het leggen van de HS-kabel(s) daadwerkelijk voorbereid wordt en uitgerold wordt, 2) De exploitatiefase waarbij de HS-kabel(s) in gebruiksklare toestand zijn. Momenteel wordt door de aanvrager nog geen uitspraak gedaan over de technieken die zullen gebruikt worden in de aanlegfase, noch wordt uitspraak gedaan wat de eindtoestand zal zijn bij een gebruiksklare kabel. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de techniek en waarmee de kabel zal worden ingegraven (ploegen dan wel jetten; simultaan afrollen en deponeren dan wel nietsimultaan; kabellegschip voorzien met graafuitrusting, dan wel kabellegschip met afzonderlijk schip met graafuitrusting. Ongeacht de finaal weerhouden keuzes dienen zeker de nodige verdere afspraken te worden gemaakt met de nautisch vaarwegbeheerder. In het licht hiervan kan ook worden gewezen op de noodzaak aan de nodige vergunningen voor bijzondere en buitengewone transporten en uitvoering van de werkzaamheden. Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart Postbus 556, 3000 AN Rotterdam 2

127 Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart R07 De aanvrager stelt dat - "indien geen overlap optreedt van de werkzaamheden van de diverse kabels" - het "cumulatief effect op de scheepvaartveiligheid kleiner is dan de som van de afzonderlijke effecten. Indien er een overlap van de werkzaamheden plaatsvindt, zal het risico op aanvaring stijgen. Het cumulatief effect blijft aanvaardbaar gezien de korte duur van de werken en gezien het beperkt aantal schepen dat ingezet wordt". Teneinde deze stelling verder in de praktijk uit te werken en simultane werkzaamheden te vermijden, zullen - zoals hoger reeds herhaaldelijk aangegeven - door de aanvragen de nodige stappen moeten worden ondernomen en afspraken gemaakt met de bevoegde instanties. Mogelijkheid tot kompasafwijking door de kabel en het effect van het magnetisch veld op de scheepvaart en navigatie wordt daarom als verwaarloosbaar beschouwd." CONCLUSIE In het licht van de bovenstaande opmerkingen lijken de nodige bijkomende analyses en overlegmomenten plaats te moeten vinden teneinde na te gaan in hoeverre het voorgenomen transmissiesysteem op zee Borssele, en in bijzonder het mogelijke kabeltracé 4, een mogelijke impact kan hebben op de veiligheid en vlotheid van het scheepvaartverkeer in het Scheldegebied, en in hoeverre hieromtrent mitigerende maatregelen kunnen worden voorzien. Wij hopen dan ook dat deze opmerkingen een eerste stap kunnen betekenen voor een verdere constructieve samenwerking. Hoogachtend, Namens de P ~rmanente Commissarissen van Toezicht op de S.',.., Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart Postbus 556, 3000 AN Rotterdam 3

128 Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart R07 Bijlage - Randvoorwaarden ten aanzien van de constructie- en de exploitatiefase van de kabel A. Specifieke voorwaarden voorafgaand aan de werkzaamheden Vooraleer de voorbereidende werken van de constructie van het windmolenpark te starten, moet er contact worden opgenomen met de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA), waarbij de vergunninghouder zal worden gevraagd een werkvergadering te plannen met alle betrokken operationele overheidsdiensten van de Nederlandse en Vlaamse overheid, waaronder de operationele hoofden van de GNA, de loodsdiensten, de havenautoriteiten / havenkapiteinsdiensten, de vergunninghouder, de uitvoerder van de werken zelf en overige betrokken diensten. Deze algemene coördinatievergadering vindt minimum zes weken voor de aanvang van de werken plaats en heeft het volgende tot doel: een uiteenzetting over de planning van en over de werken door de uitvoerder of vergunninghouder te geven (hoe, wat, wanneer); het vastleggen van de bijzondere voorwaarden ten behoeve van het garanderen van de veiligheid van de scheepvaart in het algemeen en het vermijden van stremmingen op de scheepvaartroutes naar de Scheldehavens en kusthavens in het bijzonder, alle scheepvaartverkeer van en naar de havens; het informeren van de operationele diensten over de stand van zaken. Verder dient er voor de aanvang van de werken ook aan de volgende voorwaarden te worden voldaan: het bodemonderzoek van het kabeltracé dient te worden besproken met de GNA, zodat de nodige maatregelen kunnen worden genomen in verband met de scheepvaartveiligheid; voor de organisatie van de bijzondere transporten en sleeptransporten dient er door de vergunninghouder voor aanvang van de werken contact te worden opgenomen met de GNA om de nodige maatregelen te kunnen nemen in verband met de scheepvaartveiligheid. De adviezen van de Loodsdiensten beperken zich in deze tot het puur nautische veiligheidsaspect en de inzet van de loods op de kabellegvaartuigen en werkvaartuigen bij het doorkruisen van de vaargeulen. Op de pre-arrival meetings met alle betrokken partijen (die desgevallend op het Schelde Coördinatie Centrum in Vlissingen worden georganiseerd) met als doel de Bijzondere Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart Postbus 556, 3000 AN Rotterdam t.net 4

129 Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart R07 Voorwaarden verbonden aan de kabellegactiviteiten vast te leggen kunnen onder meer de volgende afspraken worden gemaakt: planning, voorwaarden en communicatie van de te voorziene eventuele baggerwerken een communicatie naar x- daags voor aanvang van de kabellegactiviteiten. een reguliere communicatie op dagbasis inzake de voortgang van de werken en de te verwachten passagepunten voor de komende 24 uur. een op welbepaalde tijdstippen (96 u op voorhand en verder afbouwend naar 12 u) gegeven notice tot de kabellegger zich op een welbepaalde afstand van de vaargeul zal bevinden. het bepalen van een veiligheidsperimeter / passeerafstand rond de kabellegger. het bepalen van de exacte positie t.o.v. de te doorkruisen vaargeul vanaf dewelke de kabellegger loodsplichtig is. duidelijke afspraken inzake de loodsbestelprocedure en transport van de loods. vereiste minimum zichtbaarheid bij passage van de vaargeul( en) door de kabellegger. Gezien elk kabellegvaartuig eigen karakteristieken en vaareigenschappen heeft, dienen de bovenvermelde punten dus geval per geval geconcretiseerd besproken te worden op deze pre-arrival meetings ten einde tijdig gerichte Bijzondere Voorwaarden op te stellen. B. Randvoorwaarden tijdens de werkzaamheden 1. De werkzaamheden mogen geen hinder veroorzaken aan de scheepvaart, in het bijzonder de tijgebonden scheepvaart, of de scheepvaartveiligheid in het gedrang brengen 2. De werkzaamheden (onderhoudsbaggerwerken, aanlegbaggerwerken,... ) die worden uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse of de Vlaamse overheid hebben altijd voorrang 3. Mede omwille van de scheepvaartveiligheid mogen de werkzaamheden geen verondiepingen veroorzaken in de maritieme toegangswegen (inclusief de veiligheidszone aan weerszijde van de vaargeul) C. Informatieplicht voor, tijdens en na de werkzaamheden Tijdens de werkzaamheden dienen de projectverantwoordelijken alle noodzakelijke informatie (plan van aanpak, uitvoeringsmiddelen, uitvoeringstermijnen, baggercyclussen, relevante bagger- en stortgegevens,... ) op voorhand te verschaffen en de voortgangsrapportage te bezorgen aan de GNA en de betrokken partijen. Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart Postbus 556, 3000 AN Rotterdam 5

130 Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart R07 Na de werken dient de kabel-/leidingeigenaar de exacte ligging van de kabels te bewijzen (door bijvoorbeeld metingen) en te garanderen. Een as-built plan wordt aangeleverd aan de betrokken diensten. D. Voor de volledigheid Bijkomend wordt erop gewezen dat, indien er op het kabeltracé wrakken, vreemde objecten, historisch waardevolle objecten, munitie... liggen, de concessiehouder alle reglementeringen hieromtrent dient te respecteren en alle maatregelen om hieraan te voldoen dient te bekostigen. Het is vanzelfsprekend dat de concessiehouder zelf instaat voor het bekomen van alle vergunningen die noodzakelijk voor de uitvoering van zijn project. Er een verlichtings- en bebakeningsplan moet worden opgemaakt voor de constructiefase. Deze beide plannen dienen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de GNA voor goedkeuring te worden voorgelegd. Alle vaartuigen van de concessiehouder, zowel tijdens de bouwfase als in de exploitatiefase, dienen te worden uitgerust met AIS. Een ERP (Emergency Response Plan), mede van belang voor de nautische veiligheid, moet worden opgemaakt en besproken met de GNA en de overige betrokken partijen. Tijdens de werkzaamheden dienen de projectverantwoordelijken alle noodzakelijke informatie (plan van aanpak, uitvoeringsmiddelen, uitvoeringstermijnen, baggercyclussen, relevante bagger- en stortgegevens, ".) op voorhand te verschaffen en de voortgangsrapportage te bezorgen aan GNA en de overige betrokken partijen. E. Aanleveren van gegevens Als laatste punt wordt er gevraagd om voor alle dossiers digitaal, in Excel of textfile, de exacte ligging en/ of alle voorgestelde tracés (x, y en z met vermelding van het coördinatenstelsel) beschikbaar te stellen. Hierbij wordt er gevraagd om bij het verstrekken van de gevraagde informatie op de plannen en tekeningen: De coördinaten op zee uit te willen drukken in geografische coördinaten (WGS 84) in graden, minuten en tienden van minuten, en voor de diepteligging in LAT; De coördinaten op land uit te willen drukken in Lambert 72 (x en y) en TA W (z). Gemeenschappelijk Nautisch Beheer Scheldegebied Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart Postbus 556, 3000 AN Rotterdam 6

131 R08 Verzonden: Donderdag 23 april :27 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Voorstraat Huisnummer: 31 Postcode: 4491 EV Woonplaats: WISSENKERKE Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: Gemeente Noord-Beveland, College van Burgemeester en Wethouders Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? Zie bijgevoegde brief met bijlagen Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Wij onderschrijven op hoofdlijnen de gezamenlijke zienswijze van de provincie Zeeland en de gemeenten Vlissingen, Middelburg, Veere en Borsele. Deze zienswijze voegen wij hierbij en dient als hier ingevoegd te worden beschouwd. Het tracé door de Westerschelde (4) heeft nadrukkelijk onze voorkeur. Met een tracé door het Veerse Meer kunnen wij instemmen, indien geen sprake is van een belemmerende werking voor Noord-Beveland. Wij wijzen u er op dat op en langs beide zijden van de Veerse Dam ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. In het kader van de Nationale Visie Kust heeft de Veerse Dam een parelstatus. Voor het toeristisch-recreatief upgraden van de Veerse Meer-zijde van de dam is in 2010 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de deelnemende overheidspartijen: provincie Zeeland, de gemeenten Veere en Noord-Beveland, Rijkswaterstaat en Waterschap. Een belangrijk onderdeel daarvan is een hotelontwikkeling op ons grondgebied in het Veerse Meer. Ter verduidelijking voegen wij de structuurvisiekaart Veerse Dam (2007) hierbij. Reactie

132 1 =1:1:1:1:1 : meen te noord-bevelend Voorstraat EV Wissenkerke Postbus AA Wissenkerke Tel E-m ail: info@ noard-beveland.nl beveland.nl Bureau Energieprojecten, inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN Betreft: Kenmerk: Datum: Verzenddatum: Behandeld door: Bijlage(n): Zienszwijze concept NRD Transmissiesysteem op zee Borssele '!:i'!jlf/ 21 april APR Geachte heer/mevrouw, Wij hebben kennis genomen van de conceptnotitie reikwijdte en detailniveau Transmissiesysteem op zee Borssele. Wij onderschrijven op hoofdlijnen de gezamenlijke zienswijze van de provincie Zeeland en de gemeenten Vlissingen, Middelburg, Veere en Borsele. Deze zienswijze voegen wij hierbij en dient als hier ingevoegd te worden beschouwd. Het tracé door de Westerschelde (4) heeft nadrukkelijk onze voorkeur. Met een tracé door het Veerse Meer kunnen wij instemmen, indien geen sprake is van een belemmerende werking voor Noord-Beveland. Wij wijzen u er op dat op en langs beide zijden van de Veerse Dam ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. In het kader van de Nationale Visie Kust heeft de Veerse Dam een parelstatus. Voor het toeristisch-recreatief upgraden van de Veerse Meer-zijde van de dam is in 2010 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend door de deelnemende overheidspartijen: provincie Zeeland, de gemeenten Veere en Noord-Beveland, Rijkswaterstaat en Waterschap. Een belangrijk onderdeel daarvan is een hotelontwikkeling op ons grondgebied in het Veerse Meer. Ter verduidelijking voegen wij de structuurvisiekaart Veerse Dam (2007) hierbij. IBAN: NLS38NGH02850SS021 BIC-code: BNGHNL2G Dit briefpapier is gedrukt op papier met een FSGkeurmerk.

133 Wij verzoeken u in de definitieve notitie en der verdere procedures rekening te houden met de door ons aangedragen punten. secretaris "~----en wethouders G ~~ ~v~~ M.A. Fränzel MSc waarnemend burgemeester

134 Bijlage 1 bij zienswijze gemeente Noord-Beveland d.d. 21 april 2015 inzake concept NRD Transmissiesysteem op zee Borssele Gezamenlijke reactie dd. 14 april 2015 Provincie Zeeland en Gemeenten Veere, Middelburg, Vlissingen en Borsele naar aanleiding van uw kennisgeving in de Staatscourant van 12 maart 2015 (nr. 6748) met betrekking tot de besluitvorming over de milieueffectrapportage voor een transmissiesysteem op zee ten behoeve van het windpark Borssele. De concept notitie reikwijdte en detailniveau geeft ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. De te onderzoeken tracés zijn in de concept notitie zeer globaal aangegeven waardoor er niet of nauwelijks inzicht kan worden verkregen welke effecten deze tracés hebben op hun omgeving. Op deze manier is er onvoldoende inzicht in het realiteitsgehalte van de voorgestelde te onderzoeken tracés. Dit maakt het moeilijk om in dit stadium inhoudelijk te reageren met name voor wat betreft de landtracés 1 B, 2 en 3 welke gevolgen kunnen hebben voor de woon-/ en leefomgeving en de mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen van de verschillende gemeenten. Deze mate van detaillering draagt niet bij aan het verschaffen van inzicht in de gevolgen van de tracékeuze voor bewoners en grondeigenaren en grondgebruikers. Echter, discussies over magnetische straling en gezondheidsrisico's kunnen op voorhand op deze manier al wel de nodige maatschappelijke onrust veroorzaken. Gelet op de door u gehanteerde planning om te komen tot een operationeel windpark Borssele, en het uitgangspunt dat de kabels zoveel als mogelijk in een rechte lijn gepositioneerd moeten worden vanwege verlies bij een bochtig tracé, zijn wij van mening dat keuze voor een tracé door de Westerschelde (4) of het Veerse Meer (1A) het meest voor de hand ligt en dat het onderzoek zich tot deze tracés zou kunnen beperken. De (te) globaal aangegeven tracés dwars door het Walcherse (Nationale) landschap beschouwen wij niet als een reëel te onderzoeken alternatief. Ondanks dat wij de tracés dwars door het Walcherse landschap niet als een reëel te onderzoeken alternatief beschouwen, willen wij over deze landtracés toch nog het volgende opmerken. 1) Tracé 3 moet blijkbaar tussendoor de stedelijke gebieden van Vlissingen en Middelburg aangelegd worden. Volgens ons ontbreekt - in ieder geval aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren de fysieke ruimte om hier een gestrekt tracé te realiseren. De Nieuwe Vlissingseweg kenmerkt zich door een aaneengesloten lintbebouwing. Ter hoogte van Abeele-West is een beperkte fysieke mogelijkheid aanwezig, echter in die zone zijn er op middenlange termijn ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Aan de oostzijde zullen de kabels de te ontwikkelen woningbouwlocatie Essenveld kruisen hetgeen zeer ongewenst is vanwege de zoneringen en magnetische stralingen. In zijn algemeenheid stellen wij dat door dit landtracé mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen voor nu en in de toekomst geblokkeerd kunnen worden. Een dergelijke beperking vinden wij volstrekt niet acceptabel. 2) Tracé 2 passeert Arnemuiden aan de noord - oostzijde. De gemeente Middelburg heeft daar veel grond in eigendom ten behoeve van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Een kabelverbinding gaat daarvoor een flinke belemmering vormen waardoor naar onze mening de kabelverbinding uiteindelijk toch door het Veerse Meer zal dienen te lopen. Tracé 2 heeft daarmee geen enkele meerwaarde en 1/2

135 het ligt veel meer voor de hand om dan meteen maar voor onderzoek van het tracé via de Veersedam en het Veerse Meer te kiezen (1A). 3) Om de tracés over land aan te kunnen leggen krijgt u te maken met vele grondeigenaren, waarbij u op langdurige onderhandelingen mag rekenen. Zeker op Walcheren met zijn kleinschalige verkaveling krijgt u daarmee te maken. Wij wijzen u er op dat dit strijdig is met uw ambitieuze planning van realisatie van deze verbinding. Het kan er bovendien voor zorgen dat uw wens van een zoveel mogelijk gestrekt tracé uiteindelijk niet haalbaar zal zijn. Ook uit dit oogpunt vinden wij de opgenomen landtracés niet reëel. 4) Aanlanding tracé 4a Een mogelijke aanlanding vindt plaats tussen Vlissingen (Buitenhaven) en Vlissingen-Oost (havenmonding) waarbij de voorkeur wordt uitgesproken dat deze zo westelijk mogelijk moet komen te liggen. Ook hier merken wij op dat dit een gebied betreft van enkele kilometers en derhalve wel erg ruim (te globaal) is aangeduid om op voorhand belangen te kunnen inschatten. Wel wijzen u er nu reeds op dat een groot deel (ca. 60 hectare) van de gronden aan de westzijde inmiddels gereserveerd zijn voor de bouw van een grootschalige nieuwe marinierskazerne in opdracht van het Ministerie van Defensie. Ten noordoosten van het dorp Ritthem ligt een munitiedepot van het Ministerie van Defensie. Voor wat betreft de zoneringen en beperkingen welke voortvloeien uit dit munitiedepot verwijzen ij u kortheidshalve naar het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Vlissingen. Daarnaast wordt m.b.t. dit tracé gesteld bij dat mogelijk aangesloten kan worden op reeds aanwezige bovengrondse hoogspanningsleidingen. De effecten voor straling worden bovengronds dan veel groter. De berekende zone breedte is immers afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de leidingen gaat en die neemt fors toe. 5) Op pag. 10 wordt vermeld dat een koppeling met België niet mogelijk is. Dit is gebaseerd op huidige regelgeving. Als de tijd er is tot 2019 moet wetgeving toch aangepast kunnen worden? 6) Pag. 14 en 16. Bij het tracé over zee zijn er aan beide zijden zones van 500 m waarbinnen geen bodemgerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Op land is er geen zone en is er naast de kabel slechts een gebied van 0,25 m aangeven. Dit is vreemd en verder is onduidelijk wat wel en niet mag als bodemgerelateerde activiteiten. Voorts is niet duidelijk van welke aanlegdiepte wordt uitgegaan. 7) Op blz. 17, figuur 2.5 hebt u het zoekgebied voor het 380kV station bij Borssele ingetekend. De door u met de cirkel aangegeven begrenzing vinden wij veel te ruim en loopt buiten het industriegebied en binnen de groenzone (Sloebos). In het voorontwerp Inpassing plan Zuid-west 380 kv west wordt het 380 kv-hoogspanningsstation Borssele al uitgebreid binnen dit zoekgebied. Zijn beide ontwikkelingen op elkaar afgestemd? 8) Op blz 26, tabel 3.1 geeft u de beoordelingscriteria per milieuaspect aan. Wij missen hier de effecten op de agrarische gebruiksfunctie voor zowel gewassen als dieren. Bij Bodem en water wordt gemist: aansnijding bestaande bodemverontreiniging; bodemsamenstelling; verstoring waardevol bodemprofiel Aspect Ruimtegebruik komt helemaal niet voor in tabel. In zijn algemeenheid moet hierbij gedacht worden aan oppervlakte fysiek ruimtebeslag (betreft m.n. uitbreiding 380 kv-hoogspanningsstation Borssele, overgang zee- op landkabels), oppervlakte zakelijk rechtstrook, gebruiksmogelijkheden zakelijk rechtstrook, effecten door EM-velden op bestaande buisleidingen. Ook het aspect Leefomgevingskwaliteit ontbreekt in tabel. Het gaat hierbij onder meer om deelaspecten gezondheid (EM-velden) en veiligheid (risico calamiteiten, verkeersveiligheid tijdens aanleg). 212

136 > Q) al 1 ~ 0 Q) 0- z Q) (/) Q) (/)..., '- c 0 Q) al Q) Q) E Q) Q) N O> 0.. Q) 0 -~E " Q) (/) Q) c..., Q) (/) - >. N en ~ Q) ---"-- ~ lo<alcwcg ~ noordeljke paralelw~g: ~ fietsc1s of agrarisch ~rkcer ~ zuidelîf<e parallelweg; ~ variabal gcb1111< (zie toel ~fietspad n paikccrvcld ~ nieuw parkeerveld [E passerelb Q) E O> (/) ro c ~ ro mi= ~ M. 0 0::: z ö. Q) (.) c 0 (.) Q).:::,::. ro N c l() "'""" 0 N ;:::::: 0.. ro "'""" N -0 "O "O c ro Q) :o ën N -~ STRUCTUURBEELD VEERSE DAM ~

137 R09 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Retouradres Postbus BP Amersfoort Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort COntactpersoon F Datum Betreft 23 april 2015 Adviesverzoek reikwijdte en detailniveau TOZ Borssele Onze referentie B Uw...,.,.ntle Uw brief 22 april 2015 Geachte heer, mevrouw, Naar aanleiding van uw verzoek d.d. 22 april advies uit te brengen over de "Concept Notitie reikwijdte en detailniveau m.e.r. TOZ Borssele" stuur ik u hierbij mijn advies. In dit advies ga ik alleen in op de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) behartigde belangen, te weten het cultureel erfgoed. In algemene zin geldt voor de Zeeuwse Voordelta een hoge archeologische verwachting op het aantreffen van archeologische resten. In aanvulling op de voorgestelde beoordeling (tabel 3.1) adviseer ik u daarom onder het eerste punt het volgende te benoemen: effect op archeologische waarden en archeologische verwachtingswaarden, waaronder verdronken landschappen en nederzettingsresten, scheepswrakken en vliegtuigwrakken. Voor de effectbeoordeling t.a.v. archeologie is het nodig om een bureauonderzoek uit te laten voeren conform de protocollen ontwikkeld in de KNA Waterbodems 3.2. Daarbij wordt in ieder geval gebruik gemaakt van gegevens afkomstig uit de bestaande wrakkenregisters en geo(morfo)logische data. Tot slot wil ik u adviseren om zo vroeg mogelijk in de planvorming een kwantitatief onderzoek (zoals sonaronderzoek) te doen naar archeologische (verwachtings)waarden. Dit onderzoekstraject kan mogelijk ingebed worden in andere uit te voeren onderzoeken, indien deze tevens ingesteld zijn op het opsporen van archeologische waarden. Daarmee wordt ruimte gecreëerd om te kunnen kiezen voor behoud door inpassing, waarmee tevens verdere kosten van bijvoorbeeld een opgraving voorkomen kunnen worden. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Senior beleidsmedewerker Maritiem Pagina 1 van 1

138 Zienswijzen 0001 tot en met 0028

139 0001 Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Datum 25 maart 2015 Onderwerp 220 KV c-reikwijdte Contact 3 Q r.1~, 70 ~ Kenmerk 15kdregt84kfb Geachte heer, mevrouw, Hierbij reageren wij als ZLTO op de concept notitie Reikwijdte en Detail' (concept NRD). Op dinsdag 24 maart 2015 hebben wij als ZLTO kennis genomen van de plannen om het windmolenpark op de Noordzee te verbinden met de centrale in Borssele waar de verbinding met de 380 KV wordt gemaakt. Onze interesse en belang gaat uit naar de situering van de tracés. Eén tracé doorkruist Walcheren en de andere noordelijke tracés gaan eveneens deels door het Veerse Meer en Walcheren en Beveland. Het zuidelijke tracé gaat volledig langs de kust door de Westerschelde naar Borssele. Onze voorkeur gaat onverkort naar het laatste tracé, zijnde door de Westerschelde. Onze motivatie is als volgt: Doorsnijding van landbouwgronden gaat gepaard met verstoring van bodemprofiel wat niet 100 % hersteld kan worden en permanente schade geeft. Er gelden agrarische gebruiksbeperkingen in een zone op en ter weerszijden van de kabels. Boomgaarden met windsingels zijn niet toegestaan in de beheersstrook en bestaande boomgaarden moeten dus gerooid en bestemmingsplanmatig mag niet automatisch elders worden ingepland. - Alle kavels zijn gedraineerd en in veel gevallen betekent dat dus doorsnijding en verlies en dus schade hiervan, terwijl nieuwe drainage met een andere richting in de meeste gevallen wegens ontwateringsrichting niet kan. Precisielandbouw neemt in de landbouw een vlucht en nu reeds is er hinder van invloedssferen van electiciteitskabels met magnetische velden, door het wegvallen van signaa,1 waardoor bewerkingen en aansturingen van high tech apparatuur worden verstoord. Dit heeft overigens ook veiligheidsaspecten in zich. Technische ontwikkelingen gaan snel en gebruikte systemen worden steeds verfijnder en dus gevoeliger voor dergelijke verstoringen. Noordlangeweg 42-B 4463 PR Colijnsplaat Postbus BA Goes KvK

140 0001 Datum 25 maart 2015 Onderwerp Blad 2/2 - Onbekend zijn de gevolgen voor langere termijn inzake straling op mens en dier. Reden te meer om de land variant te mijden. Overigens: Ook al zou invloed van straling niet wetenschappelijk aantoonbaar zijn, moet je als er een alternatief is, de bevolking niet opschepen met vragen en onzekerheden. aris ZL TO Zeeland

141 0002 Verzonden: Maandag 13 april :07 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Biesboschweg Huisnummer: 4 a Postcode: 4924 BB Woonplaats: DRIMMELEN Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: Sportvisserij Zuidwest Nederland Mede namens: Visstandbeheercommissie (VBC) Veerse Meer Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? Nee Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? Niet direct over het hoofd gezien, maar tracé alternatief 1A loopt door het Veerse Meer en raakt en (mogelijk) schaadt de belangen van de visserij op dit water, zie volgend punt. Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Mogelijk ja. Tracé alternatief 1A loopt door het westelijk deel van het Veerse Meer. Op het Veerse Meer vindt zowel sport- als beroepsvisserij plaats. Met name de beroepsvisserij kan geraakt worden als hier een kabel aangelegd zou worden. Er dient rekening te worden gehouden met de verschillende locaties waar visserijconstructies zoals fuiken en schelpdierhangculturen staan/hangen in het water. In de visstandbeheercommissie (VBC) Veerse Meer kunnen de mogelijke plannen, problemen en gevolgen besproken worden. Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Kan ik als secretaris van de VBC Veerse Meer opgenomen worden in de (verzend-/contact)lijst van belanghebbenden? Voor verdere vragen over de visserij op het Veerse Meer, kan u bij mij terecht. Reactie

142 0003 Verzonden: Maandag 13 april :26 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Particulier Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Mijn geboortedorp Krabbendijke wordt indirect geraakt als deze plannen doorgang krijgen zoals ze nu gesteld zijn. Ik ben niet tegen windenergie maar wel als dit ten koste moet gaan van het Zeeuwse Landschap en de Leefbaarheid. Ik dien dit bezwaar in, in de hoop dat men niet in het verlengde van een windmolenpark op zee een nieuwe hoogspanningsverbinding vanaf Borssele over land zal aanleggen. Reactie

143 0003 Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Rotterdam 13 april 2015 Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu de windparken buitengaats. Impact 1. Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits. 2. Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 70 meter hoge masten. Waaraan tevens risico s zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Als oplossing stel ik voor: 1. Een ander tracékeuze: rechtstreekse aansluiting op Belgie 2. Ondergrondse i.v.m. de te overbruggen afstanden < dan 20 kilometer. a. Borssele station Annapolder ( afstand = ca. 17 km. ) b. Station Annapolder Rilland ( afstand = ca. 18 km. ) Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken

144 0003 van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de bijlage "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medica1 Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat niet onderzocht is naar de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Rilland. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Toch over land? Dan geen "toeristische" omweg via Zeeland! Toch door Zeeland? Dan ondergronds! Als ondanks alle genoemde bezwaren toch wordt gekozen voor een verbinding via Zeeland, dan onder de grond ermee. Intussen bereikt mij steeds meer informatie waaruit blijkt dat de klassieke veronderstelling dat een ondergrondse verbinding niet mogelijk is, sterk is achterhaald. Bovendien met een zeer hoge mate van betrouwbaarheid en veiligheid Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een ondergrondse verbinding heeft ook Bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt. Waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast.systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten.hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde, of indien dit niet mogelijk is onder land. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken. Ik wek mijn eigen elektriciteit op middels zonnepanelen, dus onderschrijf het belang van groene energie. Handtekening.

145 0004 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Krabbendijke 14 april 2015 Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu de windparken buitengaats. Impact 1. Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits. 2. Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 70 meter hoge masten. Waaraan tevens risico's zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Als oplossing stel ik voor: 1. Een ander tracékeuze: rechtstreekse aansluiting op Belgie 2. Ondergrondse i.v.m. de te overbruggen afstanden< dan 20 kilometer. a. Borssele 7 station Willem-Annapolder ( afstand = ca. 17 km. ) b. Station Willem-Annapolder 7 Rilland ( afstand = ca. 18 km. ) Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken

146 0004 van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de bijlage "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medica1 Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat niet onderzocht is naar de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Rilland. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Toch over land? Dan geen "toeristische" omweg via Zeeland! Toch door Zeeland? Dan ondergronds! Als ondanks alle genoemde bezwaren toch wordt gekozen voor een verbinding via Zeeland, dan onder de grond ermee. Intussen bereikt mij steeds meer informatie waaruit blijkt dat de klassieke veronderstelling dat een ondergrondse verbinding niet mogelijk is, sterk is achterhaald. Bovendien met een zeer hoge mate van betrouwbaarheid en veiligheid Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een ondergrondse verbinding heeft ook Bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt. Waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast.systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten. Hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde, of - indien dit niet mogelijk is - onder land. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken.

147 0005 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten l 5 APP? Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Oosterhout, 14 april 2015 Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu de windparken buitengaats. Impact 1. Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits. 2. Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 70 meter hoge masten. Waaraan tevens risico's zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Als oplossing stel ik voor: 1. Een ander tracékeuze: rechtstreekse aansluiting op Belgie 2. Ondergrondse i.v.m. de te overbruggen afstanden< dan 20 kilometer. a. Borssele 7 station Willem-Anna Polder ( afstand = ca. 17 km. ) b. Station Annapolder 7 Rilland ( afstand = ca. 18 km. ) Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken

148 0005 van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de bijlage "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medica1 Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat niet onderzocht is naar de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Rilland. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Toch over land? Dan geen "toeristische" omweg via Zeeland! Toch door Zeeland? Dan ondergronds! Als ondanks alle genoemde bezwaren toch wordt gekozen voor een verbinding via Zeeland, dan onder de grond ermee. Intussen bereikt mij steeds meer informatie waaruit blijkt dat de klassieke veronderstelling dat een ondergrondse verbinding niet mogelijk is, sterk is achterhaald. Bovendien met een zeer hoge mate van betrouwbaarheid en veiligheid Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een ondergrondse verbinding heeft ook Bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt. Waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast.systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten.hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde, of - indien dit niet mogelijk is - onder land. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken. Ik wek mijn eigen elektriciteit op middels zonnepanelen, dus onderschrijf het belang van groene energie.

149 Port of Antwerp Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Havenhuis, Entrepotkaai 1, B-2000 Antwerpen T , F E info@portofantwerp.com coo Entrepotkaai Antwerpen, België 0006 AANGETEKEND Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten NEDERLAND 14 april 2015 Betreft: Transmissiesysteem op zee Borssele Geachte mevrouw, Geachte heer, Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen heeft kennis genomen van de concept notitie Reikwijdte en Detail voor de milieueffectrapportage voor het Transmissiesysteem op zee Borssele. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen wenst een zienswijze in te dienen op deze concept notitie, waarbij zij in het bijzonder haar bezorgdheid wenst te uiten ten aanzien van de kabeltracés die het windmolenpark met het hoogspanningsstation ter hoogte van de kerncentrale van Borssele verbinden. In de concept notitie is vermeld dat de benodigde kabels om deze verbinding tot stand te brengen (vier kabels in totaal), gebundeld worden in één tracé waarvan de breedte 1600 meter bedraagt. In de concept notitie worden vier mogelijke tracé alternatieven voorgesteld. In de conceptnotitie wordt expliciet vermeld (p21) dat de voornaamste zorg voor de overheid is dat de scheepvaart geen hinder ondervindt van de kabel (scheepvaartroutes, ankers, visserij, etc.). Niettegenstaande dit uitgangspunt zijn er bemerkingen te maken bij de kabelaansluiting in het algemeen en de verschillende tracés in het bijzonder. Met name zijn er verschillende aspecten die de garantie tot een veilig en vlot scheepvaartverkeer van en naar de Scheldehavens nu en in de toekomst in de weg staan: 1

150 0006 Kader: De voorgenomen activiteit vindt plaats in het mondingsgebied van Schelde-estuarium en de Westerschelde. Dit gebied is het voorwerp van menig lopend onderzoek en van afspraken tussen Vlaanderen en Nederland over het toekomstig beleid en beheer ervan (Scheldeverdragen, Agenda voor de Toekomst, Vlakte van de Raan, Vlaamse Baaien,... ). Daarnaast zijn er bestaande activiteiten in de Westerschelde zoals het baggeren en storten ten behoeve van de nautische toegankelijkheid van de Scheldehavens waartoe vergunningen zijn verleend. In de concept notitie is hiervan geen melding gemaakt en kan bijgevolg niet nagegaan worden hoe hiermee zat worden omgegaan, terwijl deze randvoorwaarden essentieel zijn om de nautische toegang te vrijwaren en toekomstige ontwikkelingen niet op voorhand te hypothekeren. Be/oodsingszone Steenbank: De vier verschillende tracéalternatieven lopen in de onmiddellijke nabijheid van de beloodsingszone Steenbank. In de nabijheid van een beloodsingszone is een verhoogde concentratie van schepen waar te nemen. Dit betekent eveneens een verhoogde kans. tot noodankeren alsook het risico dat de kabeltracé beschadigd zou worden door deze vallende ankers. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen zou daarom willen voorstellen om ook een bijkomend alternatief qua aanlandingsplaats te willen bekijken. Op het Belgisch gedeelte van de Noordzee bevindt zich eveneens een windmolenpark. Dit is niet ver verwijderd van het betrokken (Nederlands) windmolenpark. Concreet is de vraag om te onderzoeken of een verbinding gerealiseerd kan worden met het Belgisch windmolenpark waarbij de verbinding naar landzijde die in het kader van dit (Belgisch) windmolenpark gerealiseerd wordt, eveneens aangewend kan worden om de opgewekte energie van het windmolenpark Borssele naar land te kanaliseren. In de concept notitie is hieromtrent het volgende opgenomen: 'Een koppeling van het netwerk van de aanpalende Belgische windparken is niet wenselijk omdat hiervoor dubbele vergunningsprocedures nodig zijn, een aanpassing van de subsidieregeling nodig is en extra kosten met zich meebrengt door aanleg van een extra kabelverbinding. Dit maakt het moeilijker (zo niet onmogelijk) om de doelstellingen uit het Energieakkoord tijdig te halen.' Rekening houdend met het voorgaande vraagt het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen evenwel om deze optie omvattender te onderzoeken. 2

151 0006 Indien uit onderzoek zou blijken dat een verbinding met en via het Belgisch windmolenpark niet realistisch en of haalbaar is, wenst het GHA te vernemen op welke wijze (nood)ankermanoeuvres ter hoogte van het beloodsingszone Steenbank ook in de toekomst gegarandeerd kunnen worden. Breedte tracé: De vier kabels worden gebundeld in één tracé met een totale breedte van 1600m. Deze breedte is opgebouwd uit de afstand tussen de kabels onderling (200m) en een onderhoudszone van 500m aan weerszijden van de kabelcorrtdor. Bij verleende vergunningen (Ontgrondingenwet) in het kader van het onderhoud van de vaargeul in de Westerschelde wordt ter hoogte van kabels en leidingen een onderhoudszone van 200m vooropgesteld. Kan de onderhoudszone ook bij dit voorstel beperkt worden tot 200m? De breedte van het tracé heeft namelijk ook een impact op mogelijke interferenties met scheepvaartroutes en de scheepvaart in het algemeen - zie verder. Geen bodem gerelateerde activiteiten: In de concept notitie wordt vooropgesteld dat er binnen de zone van 1600m geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Welke impact heeft deze stelling op potentiële baggerwerkzaamheden in deze zones? Tracéalternatief 4: Bij het voorgestelde tracéalternatief 4 wordt het windmolenpark via de Westerschelde verbonden met de landzijde waarbij er 2 alternatieven zijn: aanlanding ten oosten van Vlissingen en aanlanding nabij het hoogspanningsstation Borssele. Het tracéalternatief 4 loopt, volgens de concept notitie, via de Geul van Rassen tussen zowel de bestaande vaargeul Oostgat als de mogelijke toekomstige vaargeul Walvischstaart. In de concept notitie is vermeld dat door deze routekeuze het gebruik van beide vaargeulen niet gehinderd wordt door de aanleg en het eventuele onderhoud van de kabels. Gelet op de gewenste breedte van het tracé (1600m, zie hierboven) waarbinnen geen bodem beroerende activiteiten mogen plaatsvinden, lijkt dit tracé zowel het toekomstig baggeronderhoud van het Oostgat alsook de aanleg van een mogelijke geul door de Walvischstaart te hypothekeren. 3

152 0006 Bovendien gaat deze stelling voorbij aan de natuurlijke dynamiek van de geulen in het Schelde-estuarium waarbij geulen migreren en zich in de loop van de tijd verplaatsen. De nodige onderzoeken worden momenteel uitgevoerd omtrent de vaargeul Walvischstaart. De 'configuratie' van deze vaargeul, met name de eigenlijke vaargeul met de benodigde taluds is nog niet gefinaliseerd. Het is niet ondenkbeeldig dat de benodigde taluds uitgestrekt zullen zijn. De stelling dat het kabeltracé deze toekomstige vaargeul - met bijhorigheden - niet zal hinderen, lijkt hierdoor dan ook voorbarig. Na de Elleboog splitsen beide alternatieven. In de concept notitie is aangehaald dat tracévariant 4A ten noorden van de vaargeul naar Antwerpen blijft en aanlandt tussen Vlissingen en Vlissingen Oost. Met een vooropgestelde breedte van 1600m is dit echter niet haalbaar. Er is ten noorden van de vaargeul immers geen 1600m beschikbaar waardoor er wel degelijk interferentie is met het scheepvaartverkeer. In Vlissingen, ter hoogte van het De Ruyterplein (dok van waar de redeboten vertrekken) is de afstand kust-groene boeilijn 1 mijl (1853m). Dit betekent dat de kabelcorridor ongeveer de hele geul zal innemen. Ter hoogte van Vlissingen dient eveneens het noodankeren verzekerd te zijn. De vooropgestelde route en het noodankeren lijken niet compatibel. Voor beide alternatieven van tracéalternatief 4 stelt zich ook de vraag wat de impact is van de aanleg alsook het onderhoud van deze tracés. Zal de vaarweg gesperd worden, en zo ja, gedurende welke periode? Naast de huidige situatie zijn er voor beide alternatieven bij tracévariant 4 eveneens bemerkingen te maken voor de toekomst. In de concept notitie wordt immers voorbij gegaan aan het dynamisch karakter van het Schelde estuarium, hetgeen impliceert dat de ligging van de geulen in de loop van de tijd kan wijzigen. Ook de baggerbehoefte en baggerlocaties kunnen bijgevolg veranderen. Bijkomende interferenties van het tracé 4 met de toekomstige scheepvaartnoden is dan ook niet uit te sluiten. Samenvattend kan dus gesteld worden dat het tracéalternatief 4, met zijn beide varianten, de vooropgestelde doelstelling dat het scheepvaartverkeer geen hinder ondervindt van het kabeltracé, niet behaalt en dit zowel in de huidige situatie alsook in de toekomst. Een veilig en vlot scheepvaartverkeer van en naar de Scheldehavens kan bij tracéalternatief 4 immers niet gegarandeerd worden. De verschillende overheids- en internationale instanties, waaronder de VNSC en de PC, betrachten op dagelijkse basis om het Scheldeestuarium te monitoren en de maritieme bereikbaarheid van en naar de Scheldehavens voor de toekomst te garanderen en te optimaliseren. 4

153 0006 Om toekomstige ontwikkelingen in het Scheldegebied en het mondingsgebied niet te hypothekeren of te beperken, vraagt het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen dan ook om het alternatievenonderzoek uit te breiden met een aantakking op het netwerk met Belgische windmolenparken en alsook om tracéalternatief 4, met haar beide varianten, te willen verlaten. Ik dank u alvast voor het gevolg dat u aan voornoemde bemerkingen en voorstellen zal geven. Met hoogachting, vr. Gedelegeerd Bestuurder mz. 5

154 0007 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Rilland, 15 april 2015 Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar het schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengrondse 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. Tot overmaat van ramp wil T enne T een schakelstation van ongeveer 3 hectare letterlijk inklemmen tussen de A58 en de woningen aan de Zuidhof,lokaal bekend als "De Vijfhuizen", alwaar thans 9 gezinnen met een aantal kinderen woont. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu dus op de windparken buitengaats. Impact Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits. Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 65 meter hoge masten waaraan tevens risico's zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding. De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de publicatie "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medical Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het

155 0007 kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Als oplossing stel ik voor: onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Bath en vandaar, onder de beide kanalen, afwatering van West Brabant en Schelde-Rijn verbinding, door naar de Kreekrak polder niet is onderzocht. Deze locatie is vrijwel onbewoond en al in gebruik als waterzuivering, opwekking van windenergie en toekomstige locatie van een zonne-energie park, kortom: in gebruik voor duurzaamheiddoeleinden. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan, onder andere, de ontwikkeling van de onderzeese BritNedkabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Er zijn legio onderzeese elektra kabels aangelegd zodat deze technologie ruim voorhanden zou moeten zijn. Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een onderzeese verbinding heeft ook bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt, waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast. Systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten. Hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn zienswijze en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn zienswijze tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren aanpassen. Ten slotte, Ik ben zeker niet tegen de opwekking groene stroom.

156 0008 Verzonden: Maandag 20 april :00 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Particulier Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? Ons inziens is er te weing aandacht voor de schade aan het cultuurlandschap, het woongenot van grote groepen inwoners alsmede gezondheids probelemen door de bovengrondse kabelverbindingen. Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Als onderdeel van het totale plan is een schakelstation gepland ten zuiden van de A58 in onze achtertuin. Deze industrialisering van het landschap betekend een grote vermindering van ons woongenot en een zeer aanzienlijke waardevermindering van onze woning. Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Ondergrandse verbindingen worden niet als alternatief gezien aangezien alleen maar naar de kosten gekeken wordt. Er zijn notabene kabels over de zeebodem in aanleg van Nederland naar Noorwegen; vele honderden kilometers lang. Reactie

157 Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Rilland, 20 april Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid- Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. Tot overmaat van ramp wil TenneT een schakelstation van ongeveer 3 hectare letterlijk inklemmen tussen de A58 en de woningen lokaal bekend als De Vijfhuizen, alwaar thans 9 gezinnen wonen. Het is zeer duidelijk dat deze elektriciteit niet nodig is voor de Zeeuwse gebruikers en alle energie dus afgevoerd dient te worden naar de rest van Nederland. Netbeheerder TenneT wil hier toe de windparken aansluiten op het schakelstation in Borssele en van daar nieuwe bovengrondse 380 KV leidingen aan leggen om de energie verder naar Nederland te transporteren. Omdat deze energie dus duidelijk niet nodig is voor Zeeland lijkt het ons beter om de kabels vanaf de windparken over de zeebodem naar de Rotterdamse maasvlakte te leiden en dan daar een transformator/schakelstation aan te leggen en van daar naar de gebruikers in de Randstad. Als alternatief zouden de kabels vanaf de windparken over de zeebodem en door de Westerschelde naar een locatie voorbij Bath tegen aan de Belgische grens kunnen lopen alwaar dan een transformator/schakelstation gebouwd kan worden. Van af dit punt kan de stroom dan via de al bestaande kabels naar de rest van het land kunnen. Deze bestaande kabels zijn alleen in gebruik als verbinding met België en wordt zelden gebruikt. Dit zou dan betekenen dat de energie van de bestaande centrales in Borssele via de BESTAANDE 380 KV door Zuid- Beveland wordt getransporteerd en de nieuwe energie van de windparken via de BESTAANDE 380 KV langs het Schelde-Rijn kanaal. Dit betekend dus dat er in het geheel GEEN nieuwe hoogspanningsmasten hoeven te worden geplaats in Zuid-Beveland. De hiermee uitgespaarde fondsen zullen hoogstwaarschijnlijk genoeg zijn om de extra kosten voor de langere ondergrondse kabel te compenseren. Ook het totaal overbodige schakelstation langs de A58 bij Rilland kan dan komen te vervallen aangezien er twee aparte transportwegen zijn ontstaan. Overigens zou een Europese samenwerking in dit geval zeer voordelig kunnen zijn aangezien op slechts ca. 200 m van de grens met Nederland zich een groot transformator/schakelstation bevindt in Zandvliet, België welke eenvoudig vergroot zou kunnen worden. Als derde alternatief zou de kabel ondergronds door kunnen lopen tot in de kreekrakpolder alwaar een groot zonnepanelenpark wordt gepland en waar een schakelstation dus minder problematisch zal zijn.

158 0008 Ons grootse bezwaar is tegen de plaatsing van een zeer groot station ten zuiden van de A58 in onze achtertuin en die van onze buren. Deze vergaande industrialisering van het landschap zal ons woongenot aanzienlijk verminderen en daarmee dus ook een zeer grote waardedaling van ons huis betekenen. Indien dit schakelstation toch nodig wordt geacht zijn er in de directe omgeving locaties te vinden waar geen bewoning in de buurt is. Bijvoorbeeld de hierboven geschetste twee locaties maar ook direct naast het bestaande kassen complex. Wij vertrouwen erop dat u goede nota neemt van onze bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onderwater naar de maasvlakte of onder de Westerschelde. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zullen wij onze bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken. Hoogachtend,

159 0009 Verzonden: Maandag 20 april :28 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Particulier Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? de belangen van de bewonders in Zeeland die te maken krijgen met lelijke en ongezonde wintrackmasten door het landschap Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Als inwoner van Zeeland hecht ik aan een mooi landschap.dit landschap wordt nu verpest. De masten gaan ook over mijn grond, waardoor de leefbaarheid aldaat ernstig wordt aangetast. Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Krabbendijke 10 april 2015 Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu de windparken buitengaats. Impact 1. Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits.

160 Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 70 meter hoge masten. Waaraan tevens risico s zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Als oplossing stel ik voor: 1. Een ander tracékeuze: rechtstreekse aansluiting op Belgie 2. Ondergrondse i.v.m. de te overbruggen afstanden < dan 20 kilometer. a. Borssele station Annapolder ( afstand = ca. 17 km. ) b. Station Annapolder Rilland ( afstand = ca. 18 km. ) Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de bijlage "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medica1 Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat niet onderzocht is naar de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Rilland. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Toch over land? Dan geen "toeristische" omweg via Zeeland! Toch door Zeeland? Dan ondergronds! Als ondanks alle genoemde bezwaren toch wordt gekozen voor een verbinding via Zeeland, dan onder de grond ermee. Intussen bereikt mij steeds meer informatie waaruit blijkt dat de klassieke veronderstelling dat een ondergrondse verbinding niet mogelijk is, sterk is achterhaald. Bovendien met een zeer hoge mate van betrouwbaarheid en veiligheid Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een ondergrondse verbinding heeft ook Bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt. Waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast.systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten.hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde, of indien dit niet mogelijk is

161 0009 onder land. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken. Ik wek mijn eigen elektriciteit op middels zonnepanelen, dus onderschrijf het belang van groene energie. Handtekening. Reactie

162 0010 Verzonden: Maandag 20 april :50 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Particulier Mede namens: Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Wij worden geraakt in onze belangen, door het plaatsen van windmasten zullen er 380 kw masten geplaats in mijn direkte omgeving, of nog erger op mijn terrein. Dit betekent voor mij een aantasting in mijn woongenot, een direct gevaar voor mijn gezondheid en een verrommeling van mijn direkte omgeving. Reactie

163 0011 Verzonden: Dinsdag 21 april :38 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Postbus Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: Havenbedrijf Gent nv van publiek recht Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? Ja, zie brief zienswijze in bijlagen Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? Ja, zie brief zienswijze in bijlage Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Ja, zie brief zienswijze in bijlage Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Ja, zie brief zienswijze in bijlage Reactie

164 - PORT OF GHENT HAV ENBEDRl.JF GENT nv van publte k recht. Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus 248 NL-2250 AE Voorschoten Nederland U/ref. : 0/ref.: S&P/DS/DV/ET/ib Contactpersoon: Gent, 20 april 2015 Transmissiesysteem op zee Borssele Geachte Het Havenbedrijf Gent heeft kennis genomen van de concept notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de milieueffectrapportage voor het Transmissiesysteem op zee Borssele. Het Havenbedrijf Gent wenst een zienswijze in te dienen op deze concept notitie, waarbij zij in het bijzonder haar bezorgdheid wenst te uiten ten aanzien van de kabeltracés die het windmolenpark met het hoogspanningsstation ter hoogte van de kerncentrale van Borssele verbinden. In de concept notitie worden 4 tracé alternatieven voorgesteld, waarbij een van de uitgangspunten is dat hinder voor de overige gebiedsgebruikers (o.a. scheepvaart) beperkt moet blijven. Ook vormen de technische uitvoerbaarheid en risico's verbonden aan elk tracé belangrijke uitgangspunten. Ondanks deze uitgangspunten zijn er verschillende aspecten aan de kabelaansluiting en de voorgestelde tracés die een impact kunnen hebben op het scheepvaartverkeer van en naar de havens aan de Westerschelde en in het bijzonder de haven van Gent. De totale breedte van het kabeltracé bedraagt 1600 m en is opgebouwd uit een onderlinge afstand van 200 m tussen de 4 kabels en een onderhoudszone van 500 m aan weerszijden van de kabelcorridor. De diepte van het kabeltracé onder de zeebodem is niet vermeld in de tekst. In de concept notitie wordt gezegd dat binnen deze zone van 1600 m geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. In tracé alternatief 4 wordt deze kabelbundel tussen de bestaande vaargeul Oostgat en de mogelijke toekomstige vaargeul Walsvischstaart gelegd. Er wordt gesteld dat bij deze locatiekeuze het gebruik van beide vaargeulen niet gehinderd wordt door aanleg en onderhoud van de kabels. Voor dit alternatief worden 2 varianten voorgesteld, waarbij telkens de vaargeul van het Oostgat ter hoogte van Vlissingen gekruist moet worden. De vaargeul Oostgat is een belangrijke toegangsweg naar de haven van Gent voor schepen uit Noord-Europa en in het bijzonder voor de regelmatige roro-dienst van DFDS Seaways tussen de havens van Gent en Götheborg. Gezien de breedte van de kabelbundel en zijn ligging naast en door het Oostgat za l er tijdens de aa nleg- en latere onderhoudswerkzaamheden zeker hinder zijn voor de scheepvaart naar de

165 " PORT OF GHENT HAVENBEDRl.JF GENT nv v an publiek rechc haven van Gent. Op welke manier zal bij de uitvoering van deze werkzaamheden deze hinder voorkomen worden? Zal de vaarweg versperd worden, en zo ja, gedurende we lke periode? Daarnaast lijkt het onderhoudsbaggerwerk van de vaargeul van het Oostgat ten behoeve va n de scheepvaart niet te verzoenen met de stelling dat in de zone van 1600 m geen bodem gerelateerde activiteiten mogen plaatsvinden. Hoe zal omgegaan worden met deze noodzaak aan baggeren, bovendien rekening houdend met het dynamisch karakter van de Westerschelde waardoor de ligging van de geulen kan variëren? Hierdoor kunnen in de toekomst de vaargeul en het kabeltracé nog meer overlappen. Wij verwijzen ten slotte ook naar het recente incident op 31 maart 2015 met het containerschip Sealand Meteor ter hoogte van Vlissingen om aan te tonen dat er een belangrijk risico verbonden is aan dit tracé. Ter hoogte van Vlissingen moet steeds het noodankeren verzekerd blij ven, zowel binnen de vaargeul als erbuiten, om indien nodig, de veilige doorgang van schepen van en naar de haven van Gent toe te laten. Dit noodankeren houdt een groot risico tot beschadiging van de kabels in en is in strijd met de stelling dat er geen bodem gerelateerde activiteiten in de zone van 1600 m mogen plaatsvinden. Daarom stelt het Havenbedrijf Gent voor om tracé alternatief 4 te verlaten. Indien tracé alternatief 4 toch wordt aangehouden is enerzijds de diepte van de kabels onder de bodem een belangrijk aandachtspunt bij het technisch ontwerp van het kabeltracé, gelet op het feit dat een anker zich tot Sm diep kan ingraven. Anderzijds moet ook onderzocht worden welke technische beschermingsmaatregelen genomen ku nnen worden om de kabels te beschermen, hierbij denken we aan betonnen afdekplaten en dergelijke. We danken u alvast om onze opmerkingen mee te nemen in de verdere uitwerking. Hoogachtend Havenkapitein-commandant Afgevaardigd bestuurder

166 0012 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Rilland, 20 april 2015 Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. Tot overmaat van ramp wil TenneT een schakelstation van ongeveer 3 hectare letterlijk inklemmen tussen de A58 en de woningen lokaal bekend als "De Vijfhuizen", alwaar thans 9 gezinnen wonen. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat ef ir-.é:eelanel een nieu'ne hoogs~annta SVefbtAding moet worden-aangelegd- De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu dus op de windparken buitengaats. Impact Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits. Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 65 meter hoge masten waaraan tevens risico's zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding. De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de bijlage "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medical Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het

167 0012 kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Als oplossing stel ik voor: onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Bath en vandaar, onder de beide kanalen, afwatering van West Brabant en Schelde-Rijn verbinding, door naar de Kreekrak polder niet is onderzocht. Deze locatie is vrijwel onbewoond en al in gebruik als waterzuivering, opwekking van windenergie en toekomstige locatie van een zonne-energie park, kortom: in gebruik voor duurzaamheiddoeleinden. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Er zijn legio onderzeese elektra kabels aangelegd zodat de technologie ruim voorhanden zou moeten zijn. Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een ondergrondse verbinding heeft ook bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt, waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast. Systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten. Hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken.

168 0013 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten 27A PR 2075 Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Borssele 17 april 2015 Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengrondse 380kV Mammoet hoogspanningsverbinding door de Hals van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Zeeuwse landschap en grote onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. De beheerder van het landelijke hoogspanningsnet: TenneT, heeft aangegeven dat er in Zeeland een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu de windparken buitengaats. Impact 1. Opwaardering van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits. 2. Bovengrondse hoogspanningsverbinding doorsnijdt geheel midden Zeeland d.m.v. 70 meter hoge masten. Waaraan tevens risico's zitten voor de volksgezondheid. Ik zie een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van mijn leefomgeving. Als oplossing stel ik voor: 1. Een ander tracékeuze: rechtstreekse aansluiting op Belgie 2. Ondergrondse i.v.m. de te overbruggen afstanden <dan 20 kilometer. a. Borssele -7 station Willem-Anna Polder ( afstand = ca. 17 km. ) b. Station Willem Annapolder -7 Rilland ( afstand = ca. 18 km. ) Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart mij grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Ik vind dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken

169 0013 van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn (zie de bijlage "Fijnstof en hoogspanningskabels"). Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medica1 Journal). Ik vind het dan ook ongehoord dat het kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Onder water door de Westerschelde Ik vind het onbegrijpelijk dat niet onderzocht is naar de mogelijkheid van een verbinding via de Westerschelde richting Rilland. Onbegrijpelijk, omdat daarmee grote, onomkeerbare schade aan landschap, milieu en volksgezondheid in Zeeland wordt voorkomen. Onbegrijpelijk, omdat TenneT nota bene zelf werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Onderzeese aanleg verdient daarom volgens mij verreweg de voorkeur. (Of moet de stroom van Noorwegen naar Groot-Brittannië per se via het Nederlandse vasteland: Nederland Distributieland?) Toch over land? Dan geen "toeristische" omweg via Zeeland! Toch door Zeeland? Dan ondergronds! Als ondanks alle genoemde bezwaren toch wordt gekozen voor een verbinding via Zeeland, dan onder de grond ermee. Intussen bereikt mij steeds meer informatie waaruit blijkt dat de klassieke veronderstelling dat een ondergrondse verbinding niet mogelijk is, sterk is achterhaald. Bovendien met een zeer hoge mate van betrouwbaarheid en veiligheid Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit volgens mij nader te onderzoeken. Anders dreigt - door achterhaalde standpunten uit het verleden - een zware aantasting van het landschap van de toekomst. Een ondergrondse verbinding heeft ook Bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt. Waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast.systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten.hierbij mogen de belangen van energiebedrijven niet de overhand hebben. Ik vertrouw erop dat u goede nota neemt van mijn bezwaren en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde, of- indien dit niet mogelijk is - ondergronds. Zodra onomkeerbaar aan deze voorwaarden is voldaan, zal ik mijn bezwaren tegen de aanleg van windmolenparken voor de kust van Walcheren intrekken. Ik wek mijn eigen elektriciteit op middels zonnepanelen, dus onderschrijf het belang van groene energie.

170 0014 Aan het Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Middelburg, 17 april Bezwaar tracékeuze onshore kabelsystemen over Walcheren Geachte mevrouw/heer, In de door u ter inzage gelegde concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r. procedure "Transmissiesysteem op zee Borssele" geeft u aan meerdere tracés over land te willen onderzoeken om zo tot het voorkeursalternatief te komen voor de kabelverbinding van het windmolenpark op zee naar het station in Borssele. De stichting Tuin van Zeeland maakt ernstige bezwaren tegen de tracés over land. Deze zullen het zeer waardevolle cultuurlandschap van Walcheren, dat niet voor niets tot Nationaal Landschap is aangewezen, onnodige schade toebrengen. De aanleg en het onderhoud van een dergelijk tracé zullen een blijvend litteken in het karakteristieke landschap van Walcheren veroorzaken. Dit is voor onze stichting, die conform haar doelstellingen juist het behoud van dit landschap nastreeft, onaanvaardbaar temeer daar er een alternatief over zee mogelijk is. Er is eigenlijk maar één realistisch tracé voor deze kabelverbinding, namelijk die over de Westerschelde (tracé 4). Het MER zou dan ook sterk vereenvoudigd kunnen worden. Maar wij begrijpe-n dat in zorgvuidig onderzoek meerdere tracés worden betrokken. Wij betwijfelen of in het voorgenomen onderzoek de landschapswaarden voldoende worden meegenomen. In het lijstje van beoordelingscriteria (Tabel 3.1) komt het landschap zeer summier aan de orde. Alleen de zichtbaarheid van het platform in zee en die van het station bij Borssele worden onder dit aspect genoemd. Juist het tracé over land heeft een grote impact op het landschap. Hierover wordt niets opgenomen! Men zou nog hoop kunnen hebben bij het aspect Cultuurhistorie maar het beoordelingscriterium "Effect op overige cultuurhistorische waarden" is wel erg vaag en ondergeschikt en daarmee weinig vertrouwenwekkend. Wij verzoeken u dan ook het landschap concreter in de beoordeling te betrekken door ondermeer de specifieke kenmerken van Walcheren als National Landschap expliciet te benoemen en de impact zorgvuldiger en met meer gewicht te beoordelen. De geringe scoringsverschillen in tabel 3.2 doen weinig recht aan dit belangrijke aspect. In het door u opgestelde beoordelingssysteem dreigt de aantasting van ons dierbare Walcheren een nauwelijks relevant of ondergeschikt onderwerp te worden waardoor straks uit kostenoverwegingen of economische voordelen Walcheren opgeofferd wordt aan de nationale duurzaamheidsdoelstellingen. Wij verzoeken u in het MER-onderzoek veel meer aandacht aan het waardevolle landschap van Walcheren te schenken zodat dit in het afwegingsproces de plaats krijgt die het verdient. In de wetenschap dat er een goed alternatief is over zee zullen wij, indien toch wordt gekozen voor een tracé over land er alles aan doen om dit te voorkomen. Hoogachtend, Namens het bestuur van de stichting Tuin van Zeeland,

171 0015 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op Zee Borssele Postbus AE Voorschoten 2 1 APR 2015 Krabbendijke, 17 april 2015 Betreft: zienswijze Transmissiesysteem op Zee Borssele Geachte heer, mevrouw, Het belang van groene stroom onderschrijf ik. Zelf wek ik mijn elektriciteit op middels zonnepanelen. Ben van mening dat dit ook verder gestimuleerd moet worden. Echter ik betreur het volgende. Om de doelstelling te halen van het energieakkoord is besloten om windmolenparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo ook voor de Zeeuwse kust. Aan deze plannen is verbonden de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengronds 380kV hoogspanningsverbinding door het smalste gedeelte van Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een verbinding die het Zeeuwse landschap er niet fraaier op maakt en daarnaast veel onzekerheid geeft bij de bewoners in dit gebied voor de gezondheid. Tennet, de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet, heeft in meerdere informatiebijeenkomsten aangegeven dat in dit gebied een nieuwe hoogspanningsverbinding moet worden aangelegd. In 2008 zijn de plannen voor een 380kV gepresenteerd voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij het nut en noodzaak al diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op de komst van een tweede kerncentrale in Borsele. Echter deze gaat er niet komen. Nu richt het plan zich op de windparken. Vreemd dat het plan telkens blijft bestaan, alhoewel de omstandigheden en de nut en de noodzaak telkens veranderen. Wat betekenen deze plannen voor de kwaliteit van mijn woon- en leefomgeving? De plannen houden in dat er een opwaardering komt van capaciteit naar 4 stuks 380Kv circuits en de bovengrondse hoogspanningsverbinding (70 meter hoge masten) doorsnijdt geheel midden Zeeland. Dit betekent een onomkeerbare vernietiging van het landschap, natuur en cultuur waardoor de kwaliteit van mijn woon- en leefomgeving ernstig wordt aangetast. Daarnaast, geen onbelangrijk item, zitten er risico's aan voor de volksgezondheid. De verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten door Tennet wordt dit bestrijd omdat het niet is bewezen, echter uit meerdere onderzoeken blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's zoals hartfalen, astma en longkanker wel hierdoor kunnen voortkomen. Ook is het verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond. Daarom is het ook onaanvaardbaar wanneer de volksgezondheid opgeofferd wordt voor de "vermeende" financiële besparing van een bovengronds tracé.

172 0015 Daarom een aantal tegenvoorstellen (oplossingen). 1. Een andere tracé keuze. 2. Ondergrondse trajecten. 3. Onder water door de Westerschelde. Er zijn meerdere mogelijkheden om de verbinding mogelijk te maken. Onbegrijpelijk dat geen andere mogelijkheden worden onderzocht en uitgewerkt. Er wordt alleen maar gekeken naar de mogelijkheid bovengronds Onder water door de Westerschelde bijvoorbeeld kan een oplossing zijn. Daardoor wordt schade aan het landschap, milieu en gezondheid voorkomen. Deze oplossing moet kunnen omdat Tennet zelf ook werkt aan onder andere de ontwikkeling van de onderzeese BritNed-kabel. Deze oplossing verdient mijn en waarschijnlijk vele anderen, de voorkeur. Moet de verbinding toch door Zeeland, dan ondergronds. We laten het mooie toeristische Zeeland toch niet verknallen door deze lelijke hoogspanningsmasten? Wanneer, ondanks de bezwaren, toch wordt gekozen voor een verbinding via Zeeland, dan ondergronds. De verhalen dat dit niet mogelijk zou zijn, blijkt telkens meer dat dit achterhaald is. Het kabinet, dat innovatie hoog in het vaandel heeft, dient dit verder te onderzoeken, alvorens mooie landschappen hiervoor worden opgeofferd en de volksgezondheid wordt bedreigd. Ik vertrouw erop dat u mijn zienswijze op de aanleg van de windmolenparken in de Noordzee voor de kust van het mooie Zeeland wilt verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Met vriendelijke groet,

173 zeeland seaports APR 2011; Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesystemen op zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN uw brief van: uw kenmerk: onderwerp: zienswijze bijlage(n): ons kenmerk: behandeld door: doorkiesnummer: datum: 20 april 2015 Geachte heer, mevrouw, Middels dit schrijven ontvangt u van Zeeland Seaports onze zienswijze op de "Concept-NRD Transmissiesysteem op zee Borssele" (in het vervolg van de brief aangeduid als NRD). Allereerst willen wij u onze complimenten overbrengen op de wijze waarop Zeeland Seaports betrokken is bij het proces. Dit hebben wij tot op heden als erg prettig en prof.essjoneel ervaren. Vanuit het havenbedrijf willen we van de mogelijkheid gebruik maken om een zienswijze op de NRD in te dienen. Onze zienswijze betreft de volgende punten. Morfologisch systeem van de Westerschelde Het is vanuit nautisch oogpunt van belang dat de kabeltracés voldoende diep in de zeebodem liggen. Voldoende diep betekent dat de kabels diep genoeg liggen in relatie tot baggeren en ankeren. De situatie van voldoende diep moet in de Westerschelde gekoppeld worden aan de dynamische morfologie. De aan te leggen infrastructuur zal enkele decennia meegaan, met daarbij inbegrepen de benodigde bescherming in relatie baggeren en ankeren. Graag zien we nadrukkelijk terug in de NRD en de verdere uitwerking dat zowel de situatie na aanleg als in de gebruiksfase vanuit dit punt terugkomen in de afwegingen. De voorspelling van de morfologie is een modelmatige beschouwing welke mede afhankelijk van aannames over onder andere mondiale klimaatverandering en de effecten hiervan op de Westerschelde. Vanuit de onzekerheden moet beseft worden dat de modelmatige beschouwing een beschouwing is welke een mate van onzekerheid heeft. In de afweging willen we dit aspect graag terugzien als risico in relatie tot het functioneren in de gebruikssituatie. Beheer en onderhoud kabeltracé Bij een keuze van een kabeltracé in de Westerschelde vragen we nadrukkelijk de consequenties voor beheer en onderhoud mee te nemen. Vanwege de kenmerken van de Westerschelde zal op bepaalde plekken van het tracé een hoge mate van onderhoud nodig zijn in de gebruiksfase. De consequenties van het beheer en onderhoud, met name in de vaargeul, kan een belemmering zijn voor de haven gerelateerde activiteiten. Dit kan grotendeels voorkomen worden door het kabeltracé bij realisatie dieper te leggen dan de minimale vereiste bij aanleg. Zowel het beheer en onderhoud als de diepteligging dient dan ook terug te komen in de verdere uitwerking. n.v. zeeland seaports o havennummer 1151 o schelpenpad 2 o 4531 PO terneuzen o postbus 132 o 4530 AC terneuzen port@zeelandseaports.com o o T o F o kvk no

174 zeeland seaports 0016 Ontwikkeling diepgang scheepvaart Bij het kruisen van bestaande en toekomstige vaargeulen is het van belang om de ontwikkeling van de diepgang van de scheepvaart mee te nemen. Het zal zo zijn dat naar de toekomst toe er bepaalde drempels in de vaargeulen worden verwijderd bij bestaande en nieuwe vaargeulen om een maximaal mogelijke diepgang voor de havens in de Westerschelde te faciliteren; dit komt neer op het faciliteren van schepen met een diepgang van 17,5 meter. Met dit punt vragen we rekening te houden in relatie tot de tracékeuze en diepteligging van een leidingtracé in het water. Tracébreedte zeekabels In het NRD is aangegeven dat voor de tracébreedte van het kabelsysteem op zee rekening gehouden wordt met een breedte van meter. In figuur 2.7 Tracéalternatieven van het NRD lijken de kabeltracés goed te passen in relatie tot de huidige en toekomstige vaarroutes. Echter bij nadere bestudering van de genomen breedte lijkt de geprojecteerde zone smaller dan meter. In dat geval is dit tegenstrijdig met de opmerkingen op pagina 21, tracévariant 4A en 48. Een aanlanding bij Vlissingen-oost, met een tracébreedte van meter zal zeker zorgen dat een deel van het kabeltracé in de vaarroute komt te liggen. Op dit punt lijkt een eerder uitgangspunt (pagina 17) niet haalbaar; het haaks kruisen van vaargeulen. Voor variant 48 is hetzelfde van toepassing. Vanwege de tracébreedte van het kabeltracé van meter zal een deel van het kabeltracé in de vaargeul komen te liggen. Mogelijk niet de kabel bij aanleg, maar wel de ruimtereservering welke kan zorgen voor toekomstige negatieve ontwikkelingen voor de havens langs de Westerschelde. Baggervakken Westerschelde In de Westerschelde zijn diverse baggervakken aangewezen waar bagger verspreid kan worden. In relatie tot het toekomstig tracé is het van belang dat het kunnen verspreiden van bagger niet belemmerd wordt door de ruimtereservering van het kabeltracé. Intensief ruimtegebruik Vanuit Zeeland Seaports hechten we waarde aan het zo nuttig mogelijk invullen van de beschikbare ruimte. In nagenoeg alle varianten ligt het tracé in de gereserveerde kabels en leidingenstrook langs het havengebied. Hierbij willen wij dat in de beoordeling en uitwerking van tracés intensief ruimtegebruik wordt meegenomen. De vraag dient beantwoord te worden wat een optimale ligging van het tracé is in relatie tot maximale flexibiliteit bij toekomstige ontwikkelingen (in de leidingenstrook). Het combineren met andere functies of lijninfrastructuur heeft onze absolute voorkeur. Concreet zien we dat er in een deel van de leidingenstrook ruimte is tussen de fundering van de bestaande hoogspanningsmasten voor (een deel van) het tracé. Wij verwachten van u dat u rekening houdt met onze belangen in de leidingstrook bij de totstandkoming en uitwerking van het tracé. n.v. zeeland seaports o havennummer 1151 o schelpenpad 2 o 4531 PD terneuzen o postbus 132 o 4530 AC terneuzen port@zeelandseaports.com o o T o F o kvk no

175 0017 Verzonden: Dinsdag 21 april :29 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Particulier Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? Het benodigde voorgestelde transportvermogen is niet voldoende gemotiveerd. O.a. is geen rekening gehouden met het afschakelen van de kolencentrale Borssele en het gereduceerde vermogen van de gasgestookte centrale, waardoor ca. 400 MWe transportvermogen vrijkomt. Voorts is de verbinding destijds voorgesteld als nodig voor de nieuw te bouwen grote kerncentrale. Dit plan is vervallen - merkwaardigerwijze niet het plan voor de transportleiding, waarvoor nu a.h.w. een andere toepassing wordt gezocht. De juiste werkwijze is: eerst het vermogen windenergie vaststellen, dan de vrije of vrijkomende transportcapaciteit op het bestaande net, en dan een leiding ontwerpen voor het resterende vermogen. Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? Het behoud van het - gedeeltelijk - nog open landschap van de provincie Zeeland. Een geringere aantasting van het landschap ontstaat als men de bestaande verbinding verdubbelt en uitvoert zoals bijv. de verbinding van Geertruidenberg met Eindoven en verder. Dit alternatief is niet of niet voldoende onderzocht. Een ander alternatief is het ondergronds aanleggen van de leiding, vooral op diverse smalle delen van Zeeland, zoals bijv bij de brug te Vlake. Er is onvoldoende gewicht gegeven aan het behoud van de Yerseke Moer als open natuurgebied. Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Ja, de leiding komt gedeeltelijk over mijn percelen, en daardoor dicht bij mijn woning. Bovendien heb ik het plan mijn percelen om te vormen tot een landgoed cf. de Natuurschoonwet, waardoor op een perceel ook een woning mag worden gebouwd. Dit wordt onmogelijk als de leiding over dat perceel komt. Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Er is niet aangegeven hoeveel van het te transporteren vermogen bedoeld is voor gebruik binnen Nederland. Het (ten dele nog) open landschap van Zeeland moet zeker niet beschadigd worden door een hoogspanningsleiding die vooral bedoeld is voor export van electriciteit. Dit zou overigens wel de bedoeling zijn geweest van de leiding als transport voor de destijds geplande tweede kerncentrale.

176 0018 Verzonden: Woensdag 22 april :44 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: Paling en Kreeftenvisserij Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Ik ben beroepsvisser op het Veerse Meer en ik wordt geraakt in mijn visserijactiviteiten. Kabels komen op mijn visgebied te liggen, waar ik op paling vis en mosselen kweek (zie brief bijlage). Reactie

177 0018,... Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Onderwerp: Datum: zienswijze plan van Tennc T transmissiesysteem met stroomkabels windmolenpark Arnemuiden, 20 april 201 S Geachte heer/mevrouw. Naar aanleiding van het voornemen om Tenne T vergunni ng te verlenen om een transmissiesysteem te realiseren met een aansluiting van spanningkabels doe ik u hierbij mijn zienswijze toekomen. Ik heb ernstige bedenkingen tegen het verlenen van een vergunning aan voornoemde aanvrager. Ik ben beroepsvisser op het Veerse Meer en realisatie van dit plan zal grote nadelige gevolgen voor mij hebben als de kabels door het Veersc Meer lopen. De betreffende kabels zouden op mijn visgebied komen waar ik met schietfuiken en hokfuiken vis. De hok.fuiken worden met behulp van stalen palen gezet. Deze palen worden ongeveer twee meter in de bodem gespoten met behulp van een spuitlans. Daarnaast heb ik op de kaart gezien dat de kabels vlak bij mijn, of door de zogeheten longline komen te liggen. Met deze longlinc kweek ik mosselen op voor consumptiemosselen. Deze longline is 200 meter lang en ligt geankerd op twee grote ankers van ongeveer kilo. Realisatie van dit plan zal een verdere areaalverkleining voor mij betekenen. Door het aanleggen van stroomkabels ontstaat er namelijk een situatie dat er niet meer gevist kan worden en geen mosselen kunnen worden gekweekt op deze locatie. Mede ook door het baggerwerk voor de kabels zal de vangst in de fuiken sterk afnemen en de mosselen wellicht verstikken. Dit betekent voor mijn bedrijf een aanzienlijke inkomstenderving. Gelet op het bovenstaande verzoek ik u Tenne T geen toestemming te verlenen voor de aanleg van stroomkabels in het Veerse Meer. Ik ben bereid deze zienswijze mondeling toe te lichten. Hoogachtend,

178 JUSTION ADVOCATEN MIDDELBURG ROITERDA~ Park Veldzigt ~ P Postbus AC Middelburg T F E info@justionadvocaten.nl AANTEKENEN Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op Zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN 2 2 APR 2075 Datum: 21 april 2015 Ons kenmerk: MTV/ej/ Behandelend advocaat: adres: Doorkiesnr. Inzake: /Zienswijze windparken Uw kenmerk: - Geachte heer, mevrouw, Namens statutair gevestigd te, kantoorhoudende aan de en., gevestigd en kantoorhoudende te aan de (hierna: cliënten of ), dien ik hierbij als advocaat-gemachtigde een zienswijze in naar aanleiding van de "Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op Zee Borssele" (hierna: de Concept notitie). Aanleiding Uit de Concept notitie blijkt dat TenneT voornemens is om een transmissiesysteem op zee te realiseren, waarop de windturbines van windenergiegebied Borssele zullen worden aangesloten. Middels deze zienswijze verzoek ik u in het MER rekening te houden met de belangen van mijn cliënten en niet voor tracé 1 b of 2 te kiezen. Voor zover hier relevant exploiteren cliënten 4 : a., gelegen aan de te (exploitant: b., gelegen aan de (exploitant:.) c., gelegen aan de (exploitant: Tracéalternatieven en varianten Ten aanzien van de tracéalternatieven en varianten geldt dat twee routes invloed kunnen hebben op die door mijn cliënten worden geëxploiteerd. KvK B1W NL B01 Stichting Derdengelden Jusrion Advocaten NL38 RABO (BIC) RAB0Nl2U Jusrion Advocaten is een maatschap van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Opdrachten worden slechts aanvaard en uitgevoerd na acceptatie van onze algemene voorwaarden waarin de aansprakelijkheid van de maatschap en haar advocaten is beperkt tot het bedrag dm wordt uitgekeerd onder de geldende beroepsaansprakelijkheidsverzekering vermeerderd met het met de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar overeengekomen eigen risico van de maatschap. De algemene voorwaarden worden bij aanvang van een eerste opdracht en op eerste verzoek verstrekt en zijn tevens voor u zichtbaar op onze website onder onder 'algemene voorwaarden'.

179 0019 JUSTION ADVOCATEN In de nabijheid van tracé lb ligt ". Op of nabij tracéalternatief 2 liggen de ", " " en " " (voor de adressen, zie hiervoor). Aan ondergetekende is door TenneT op de informatieavond van 24 maart 2015 verzekerd dat de kabelsystemen niet door een zullen gaan lopen. Cliënten verzoeken u deze toezegging ook gestand te doen, gelet op de mogelijke schade en hinder die de aanleg en het geplaatst hebben van de kabelsystemen door een kan veroorzaken. Door TenneT is daarnaast aangegeven dat echter niet kan worden uitgesloten dat de kabelsystemen vlak langs de zullen lopen. Ik verzoek u om hiertoe niet over te gaan. Verzoek t.a.v. milieueffecten Allereerst vraag ik uw aandacht voor het feit dat de gasten van cliënten Zeeland en haar mede bezoeken vanwege het weidse landschap en de mooie kust. Het behoeft geen nadere toelichting dat een windmolenpark hieraan sterk afbreuk doet en dat terwijl de noodzaak voor dit initiatief allerminst aangetoond is. kan zich in dit initiatief, gelet op het voorgaande, niet vinden, althans niet wanneer de offshore platforms en windmolens zo gepositioneerd worden dat deze vanuit de kust zichtbaar zijn. Ik verzoek u dan ook de invloed van de kabelsystemen en de offshore platforms (en uiteindelijk ook de windmolens) op het toerisme te betrekken bij het MER. Op dit moment is bovendien onduidelijk hoe ver de offshore platforms (en de windmolens) precies uit de kust komen te liggen en hoe zichtbaar deze zullen zijn. Ik verzoek u hierover ook duidelijkheid te verschaffen. Het aanbrengen van kabelsystemen op of nabij door cliënten en kan daaraan verder (blijvende) schade veroorzaken, bijvoorbeeld door de aanlegwerkzaamheden of tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de kabels wanneer deze eenmaal zijn aangelegd. Van deze werkzaamheden en de gevolgen daarvan kunnen de op de van cliënten mogelijk hinder ondervinden. Afhankelijk van de afstand tot deze objecten en percelen kan er ook sprake zijn van elektromagnetische velden. Namens cliënten verzoek ik deze aspecten bij het MER te betrekken. Ik hoop u met deze zienswijze voldoende te hebben geïnformeerd. Cliënten zijn echter graag bereid deze zienswijze nader toe te lichten. Ten slotte verzoek ik u deze zienswijze vertrouwelijk te behandelen, o.a. door in een eventuele openbare notitie deze zienswijze te anonimiseren. Met vriendelijke groet, 2

180 0020 lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE VOORSCHOTEN 224 PR l017 Goes, 21 april 2015 Onderwerp: Conceptnotitie reikwijdte en detail (nrd) In kader van m.e.r. transmissiesysteem op zee Borssele Geachte heer, mevrouw, Bij deze maakt de ZMf (vereniging Zeeuwse Milieufederatie) gebruik van de haar geboden gelegenheid om een inspraakreactie te geven op de nrd die nodig is als eerste stap in de m.e.r. ten behoeve van het t ransmissiesysteem op zee Borssele. Algemeen De voorziene aanleg van het transmissiesysteem is noodzakelijk voor het transport van elektriciteit die wordt opgewekt in de toekomstige windgebieden op de Noordzee voor de Nederlandse kust, in dit specifieke geval in het windgebied Borssele. De realisatie van windparken op zee is ook voor de ZMf een belangrijke doelstelling die zij samen met de natuur- en milieufederaties heeft onderschreven in het Energieakkoord voor duurzame groei (SER 2013) om een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan een duurzame energievoorziening. Voor de overheid is het de voornaamste zorg dat met de aanleg van het transmissiesysteem de scheepvaart geen hinder ondervindt en dat "de Noordzee goed beschermd wordt en blijft" ( pag. 21). Omdat de 'zuidroute via de Westerschelde' een optionele, zeer wenselijke route is, dient in het m.e.r. ook tot uitdrukking te komen dat de bescherming van ecologie en morfologie van de Westerschelde een zeer voorname zorg is. De keuze van een aanlegmethode voor de bekabeling hangt voornamelijk af van de lokale bodemomstandigheden (pag. 21). Wij vinden dat de keuze voor één of een combinatie van aanlegmethoden, eveneens dient te worden gemaakt op basis van de effecten ervan op zeebodem, cultuurhistorische en archeologische waarden én veiligheid. Momenteel is ook de aanleg van de 380 kv hoogspanningsverbinding tussen Borssele en Tilburg in voorbereiding. Het 380 kv- en het transmissiesysteem interfereren. Het windgebied Borssele wordt namelijk aangesloten op het 380kV hoogspanningsstation Borssele. Wij vinden het vanuit het oogpunt van zorgvuldige besluitvorming bijzonder relevant dat beide dossiers in onderlinge samenhang worden beschouwd, waarbij het doortrekken van de 220 kv transportkabels in de waterbodem vanaf de offshore wind locatie naar het verdeelstation bij Rilland een te onderzoeken optie vormt. t t ~ 1 lu Ravelijn de Groene Jager 5 P~t6~ 4461 DJ Goes 46 M..Gol!s info@zmf.nl zmf.nl

181 0020 TenneT heeft de wettelijke taak gekregen om een transmissiesysteem voor drie gebieden voor de kust aan te leggen, te weten Borssele, Hollandse Kust Zuid Holland én Hollandse Kust Noord Holland. Het windgebied Borssele wordt als eerste ontwikkeld. Kan het aan de orde zijn dat de later te ontwikkelen gebieden voor de Hollandse Kust ook worden aangesloten op het transmissiesysteem Borssele? Dat heeft consequenties voor de bekabelingsinfrastructuur en de nu te maken keuzen. Te onderzoeken alternatieven en varianten Wij vragen ons af wat in deze nrd de meerwaarde is van het zoeken naar globale routes voor de ondergrondse kabels die voldoende onderscheidend van elkaar zijn. In het Zeeuwse is er geen breed draagvlak om onshore de kabels door Walcheren aan te leggen vanwege mogelijk open ontgravingen en duindoorkruisingen met geboorde kabels. Daarenboven hebben we in het Energieakkoord afgesproken dat er MW aan windvermogen in 2023 op zee operationeel moet zijn. Wij voorzien dat de keuze voor bekabeling op en door land zal zorgen voor zo veel belemmeringen en vertragingen dat de afgesproken, duurzame doelstelling niet gehaald zal worden. Daarom houden we een zwaar pleidooi om enkel studie te doen naar de twee tracé-varianten van de Zuidroute over de waterbodem van Noordzee en Westerschelde, aangevuld met een onderzoek naar het doortrekken van de 220 kv kabels door de bodem van de Westerschelde naar het verdeelstation Rilland. Milieueffecten Hoewel ook wij, gezien de ervaringen met vergelijkbare projecten, hooguit beperkte effecten mogen verwachten, vragen we toch om een volledige en grondige studie naar de milieu effecten en veranderingen in het zee- en Westerschelde ecosysteem door toedoen van het voornemen. De beschermde status van de Voordelta en de Westerschelde nopen daartoe. Bij de beoordelingscriteria per milieuaspect zien wij graag het aspect toegevoegd van de invloed van magnetische en elektrische velden op het mariene leven door de AC-kabels met wisselstroom. Er zijn diersoorten die magnetische velden gebruiken voor navigatie. De verandering en sterkte van magneetvelden rond de bekabelde stroken kan ook de navigatie en het gedrag van zeedieren beïnvloeden. Bij de bestudering van de effecten op de kwaliteit van de waterbodem zal het voorkómen van wegspoelen van de kabels in beschouwing moeten worden genomen. Een en ander kan aan de orde zijn in het dynamische, morfologische systeem van de Westerschelde. Tijdens de aanleg van de kabels kan bodemverontreiniging worden aangetroffen. Het m.e.r. zal ook uitspraken moeten doen over het opruimen van de verontreiniging. Ook het verwijderen van de kabels als het windpark uit functie gaat, is een onderwerp dat in het m.e.r. aandacht verdient. Wij verzoeken u bij het opstellen van het m.e.r. rekening te houden met onze inspraakreactie. directeur

182 0021 Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten c 22 ~P'l " ~ ' ' ljî; Zienswijze Transmissiesysteem op zee Borssele. Borssele 20 april 2015 Om de doelstelling van het energie-akkoord te halen, is besloten om windparken voor de Nederlandse kust te ontwikkelen. Zo staan er voor de kust van Walcheren 4 windparken gepland. Echter direct verbonden met deze plannen is de aanlanding naar schakelstation Borssele en de stroomafvoer via een bovengrondse 380kV Mammoet hoogspanningsverbinding door Zuid-Beveland naar Noord-Brabant. Een doorsnijding die veel impact heeft voor het Borselse landschap en grote onzekerheid geeft bij bewoners voor de gezondheid. De onzalige plannen voor een 380kV waren reeds gepresenteerd in 2008 voor de Zeeuwse energiecentrales, waarbij nut en noodzaak diverse keren is bijgesteld. In eerste instantie was het plan gebaseerd op een tweede kerncentrale en nu de windparken buitengaats. Als dorpsraad Borssele zijn wij niet tegen de komst van windmolenparken voor de kust van Walcheren, maar onderschrijven juist het belang van groene energie. Echter als direct gevolg zien we hierin de volgende bedreigingen: A. De gehele doorsnijding van het landschap d.m.v. een nieuwe 380Kv hoogspanningsverbinding met gigantische dubbele masten van meter hoog. B. Ruimtelijke impact transformatorstation. C. Ruimtelijke impact tracé Mogelijke optie's aanlanding kabels vanuit zee via de vlakte van Raan richting Borssele, of via Walcheren. A. Impact op landschap en gezondheid van mens en dier. Wij zien een bovengrondse verbinding als een onomkeerbare vernietiging van landschap, natuur en cultuur, en een ernstige aantasting van de kwaliteit van onze leefomgeving. Als oplossing stellen wij voor: 1. Een andere tracékeuze: rechtstreekse aansluiting op België 2. Oostwaarts onder water via de Westerschelde.

183 Ondergrondse i.v.m. de te overbruggen afstanden< dan 20 kilometer. a. Borssele -7 station Willem-Anna Polder ( afstand = ca. 17 km. ) b. Station Willem Annapolder -7 Rilland ( afstand = ca. 18 km. ) Gezondheidsrisico's van een bovengrondse verbinding De geplande nieuwe 380kv verbinding geeft grote gezondheidsrisico's. Vooral de combinatie van elektromagnetische velden en fijnstof baart ons grote zorgen. In de voorlichting van TenneT wordt zeer bagatelliserend gesproken over te verwaarlozen en niet bewezen gezondheidsrisico's. Wij vinden dat heel kwalijk, omdat inmiddels uit talloze onderzoeken van zeer gerenommeerde onderzoeksinstanties eenduidig blijkt dat de belangrijkste bewezen gezondheidsrisico's in elk geval hartfalen, astma en longkanker zijn door de combinatie "Fijnstof en hoogspanningskabels". Ook is er een significant statistisch verband tussen magnetische straling en leukemie bij jonge kinderen aangetoond (British Medica1 Journal). Wij vinden het dan ook ongehoord dat het kabinet blijkbaar de volksgezondheid lijkt te willen opofferen aan een -vermeende - financiële besparing door middel van een bovengronds tracé. Onder water door de Westerschelde Er is hiervoor immers een goed alternatief. Voor de specifieke situatie van Zeeland met van nature aanwezige Oost-West waterverbindingen (Oosterschelde/Westerschelde) is het namelijk mogelijk om gebruik te maken van een hoogspanningskabel die door het water voert. De relatief kleine afstand valt in het niet bij de bestaande onderzeese hoogspannings verbindingen die mede door Tennet zijn aangelegd tussen Noorwegen en Nederland en Engeland en Nederland. De mogelijkheid zou onderzocht kunnen worden om aan land te gaan en aan te sluiten op het koppel-station dat nieuw gebouwd wordt bij Rilland. Een vraag die ook zou kunnen worden onderzocht is de vraag in hoeverre er uberhaupt nut en noodzaak bestaat om vanuit de windparken voor de Zeeuwse kust aan land te gaan in Zeeland en of het niet verkieselijker is om via een onderzeese hoogspanningskabel deze stroom door te geleiden naar de Maasvlakte om juist op een plaats waar veel vraag is aan te sluiten op het net van de Randstad. Toch over land? Dan geen "toeristische" omweg via Borsele en Zeeland, maar ondergronds Inmiddels bereikt ons steeds meer informatie waaruit blijkt dat de klassieke veronderstelling dat een ondergrondse verbinding niet mogelijk is, sterk is achterhaald. Bovendien met een zeer hoge mate van betrouwbaarheid en veiligheid Een ondergrondse verbinding heeft ook Bedrijfseconomische voordelen, denk aan akkerbouw en fruitteelt. Waar het gebruik van drones en GPS-aangestuurde systemen steeds vaker worden toegepast. Systemen die onmogelijk kunnen worden toegepast nabij hoogspanningsmasten. Hierbij mogen de belangen van TenneT niet de overhand hebben.

184 B. Ruimtelijke impact transformatorstation Borssele Dit betekent mogelijk wederom inleveren op ruimte en verlies op doelstelling van een afschermend Sloebos in Borssele. Tevens geven de grote transformatoren een zwaar brommend geluid, wat bij vochtig weer gecombineerd wordt met een knisperend geluid van stroom ontlading. Ook is de invloed onbekend van het Electro magnetisch veld in de nabijheid van het Schakelstation. Mogelijk wordt door bundeling van meerdere circuits het magnetisch veld versterkt? C. Mogelijke optie's aanlanding kabels vanuit zee richting Borssele, of via Walcheren. Tracé 1: De Westerschelde is zeer grillig, waarbij de vaargeul ter hoogte van Borssele erg diep is (circa 60 m). Om de windenergiegebieden op zee te bereiken zal de kabel via de Natura 2000-gebieden Vlakte van de Raan en de Voordelta lopen. De aanlanding staat volgens de detailkaart ingepland ten zuid westen van het koelwater innamepunt van KCB. Dit tracé zal een gedeelte van het Sloebos doorsteken, wat wederom een opoffering is waarbij het aangrenzende natuurgebied inclusief het "Lepelaars" gebied in de verdrukking komen. Tracé 2: Een tracé over land naar de kust (tussen Domburg en Westkapelle). Het tracé loopt vanaf Borssele langs de Berhardweg richting Middelburg, en staat aan de noordzijde van het Sloebos ingepland. Een gebied waar de ruimte zeer beperkt is door bewoning, 3 reeds bestaande hoogspannings lijnen en een intensief netwerk van overige ondergrondse infra. Wij vertrouwen erop dat u goede nota neemt van onze zienswijze en uw goedkeuring aan de aanleg van de nieuwe windmolenparken in de Noordzee voor de kust van Walcheren zult verbinden aan een voor iedereen bevredigende wijze van stroomafvoer naar Noord-Brabant. Dit betekent: niet over land; maar onder de Westerschelde, of - indien dit niet mogelijk is - ondergronds. Hoogachtend, Dorpsraad B postadres: Mail: dorpsraadborssele@live nl

185 0022 Verzonden: Donderdag 23 april :05 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: J. Straat: Zeedijk Huisnummer: 32 Postcode: 4454 PM Woonplaats: BORSSELE Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: NV Elektriciteitsproduktiemij Zuid Nederland (EPZ) Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? De conceptnotitie is van dien aard dat het weinig detail bevat en daardoor lastig te beoordelen is op onjuistheden. Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? De NV Elektriciteitsoproductiemaatschappij Zuid Nederland is eigenaar en beheerder van twee productielocaties grenzend aan het toekomstige Ontvangststation in Borssele en het Transmissiesysteem Op Zee. EPZ doet dit onder andere met een energiecentrale welke Nucleaire Brandstof gebruikt. In de conceptnotitie zien wij geen enkele onderzoeksvraagstelling ten aanzien van de interactie tussen het voorgenomen project, trace, etc. en belangen van EPZ inclusief alle nucleaire veiligheidsbelangen in de breedste zin des woords. Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? De NV Elektriciteitsoproductiemaatschappij Zuid Nederland is eigenaar en beheerder van twee productielocaties grenzend aan het toekomstige Ontvangststation in Borssele en het Transmissiesysteem Op Zee en daardoor belanghebbende. Wij komen graag met u in contact om dit nader toe te lichten en mogelijke onduidelijkheden op te lossen. Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? EPZ heeft zich op de voorlichtingsbijeenkomst gemeld. De projectmanager zou contact opnemen met het Hoofd van onze projectenafdeling die meer zou kunnen toelichten. Dit is niet gebeurd wat ons betreurd. Wij kunnen u alleen maar aanraden dit alsnog te doen en samen met EPZ deze conceptnotitie nog in detail door te nemen op de genoemde aspecten. Contactgegevens zijn opvraagbaar via bovenstaande persoon. Reactie

186 0023 Verzonden: Donderdag 23 april :13 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Postbus Huisnummer: 12 Postcode: 8320 AB Woonplaats: URK Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: VisNed Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Mogelijk, zie bijlage. Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Zie bijlage. Reactie

187 0023 Zienswijze VisNed op Notitie Reikwijdte en Detailniveau van de m.e.r. procedure van het Transmissiesysteem op Zee Borssele Er is in de afgelopen periode onduidelijkheid geweest over het al dan niet overvisbaar zijn van het kabeltracé. In de eerdere gesprekken met Tennet en Rijkswaterstaat heeft VisNed haar belang inzichtelijk gemaakt: het doorgang kunnen laten vinden van de door haar leden beoefende kottervisserij met bodemberoerende tuigen. Uitsluiting van overvisbaarheid zou op twee manieren gevolgen hebben voor de beoefening van de kottervisserij: 1) het gebiedsbeslag van het tracé zelf waar dan niet meer gevist zou kunnen worden, en 2) door de dwarse doorkruising van het visgebied, waarbij hoofdzakelijk door middel van aan de kustlijn parallelle vistrekken wordt gevist, wordt deze visserij in een veel groter gebied aangetast. De dreiging van dit scenario baart onze leden die in dit gebied actief zijn grote zorgen. Naar aanleiding van de bijeenkomst van 24 maart 2015 is verwarring ontstaan toen Tennet te kennen gaf dat overvisbaarheid uitsluitend voor niet bodemberoerende tuigen zou worden toegestaan. Na enkele telefonische contactmomenten in de periode daarna, waarbij over dit onderwerp is gesproken, is vervolgens door Tennet toegezegd dat overvisbaarheid toch voor alle tuigen zal worden toegestaan, dus inclusief de door de leden van VisNed toegepaste visserij met sleepnetten. VisNed waardeert uiteraard het feit dat dit dreigende probleem is opgelost. Wij willen bij deze gaarne wel verzoeken om het garanderen van de overvisbaarheid voor alle tuigen dan ook expliciet op te nemen in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, evenals in de overige relevante planvorming en documentatie. In de gesprekken met Tennet en Rijkswaterstaat is ook gesproken over de tracévarianten. Uit veiligheidsoogpunt geeft VisNed de voorkeur aan alternatieven die zo kort mogelijk door zee lopen en dus zo nabij mogelijk aanlanden. Maar, indien de kabels voldoende diep ingegraven worden en de veilige overvisbaarheid kan worden gegarandeerd, zijn de verschillende tracéalternatieven en varianten in theorie allen mogelijk. Daarbij is het dan van essentieel belang dat gegarandeerd kan worden dat de kabels voldoende diep onder de zeebodem begraven blijven. Het is voor de volledigheid van belang om de mogelijke consequenties voor een vissersschip in beeld te brengen, in geval er een kabel bloot komt te liggen en een vistuig daardoor zou vastlopen. Bij schade aan kabels veroorzaakt door het niet voldoende ingraven kan de visserij niet aansprakelijk kan worden gesteld, en bij schade aan vistuig of schip veroorzaakt door het niet voldoende ingraven zal deze worden neergelegd bij de kabelbeheerder. In theorie is de voorgenomen minimumdiepte van 1 m voldoende om veilig overheen te kunnen vissen. Echter, de zeebodem in het gebied is zeer dynamisch; de geulen en platen verplaatsen zich dus het is van groot belang om er zeker van te kunnen zijn dat de kabels blijvend onder de zeebodem begraven zijn. VisNed zet daarom grote vraagtekens bij het op de lange termijn voldoende zijn van ingraven tot 1 meter diepte. Er zal daarnaast moeten worden bezien hoe met de veranderlijkheid van de bodem om moet worden gegaan op het gebied van monitoring en eventueel ingrijpen. Wij blijven uiteraard bereid om mee te werken aan dit traject.

188 0024 Recron Walcheren Bureau Energieprojecten lnspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Zienswijze aanleg hoogspanningskabels Geachte dames, heren, Vrouwenpolder, 22 april 2015 Recron Walcheren maakt van gelegenheid gebruik een zienswijze te geven over de voorgenomen trace keuze voor de aanleg van hoogspanningskabels op/rond Walcheren t.b.v. het te realiseren windmolen park voor de Walcherse kust. Recron is de organanisatie van recreatie ondernemens in Nederland en vertegenwoordigt op Walcheren ca. 30 (verblijfs) recreatieve bedrijven, die gezamenlijk jaarlijks circa 2 miljoen toeristische overnachtingen realiseren. Wij hebben de door u georganiseerde informatiemarkt op 24 maart bezocht, nadat wij via een perspublicatie daarvan hadden vernomen. Wij zijn niet bij enig vooroverleg betrokken geweest en hebben ook niet in een eerder stadium informatie ontvangen over het project. Bij de keuze uit de voorliggende trace varianten moet voldoende rekening gehouden met grote belang van de (verblijfs) recreatie op Walcheren. De nieuw aan te leggen verbinding mag op geen enkele wijze afbreuk doen aan recreatieklimaat op Walcheren. Ons inziens doen de voorgenomen trace's over land dat wel. De aanleg van deze trace's is ingrijpend in het kleinschalige (nationaal) landschap van Walcheren en zal ondanks de ondergrondse aanleg blijvend littekens in het kwetsbare landschap achterlaten. Ook tijdens de aanleg zal er veel overlast en verstoring zijn. Alleen het trace door de Westerschelde naar Borsele heeft deze nadelen niet en is volgens ons dan ook de beste oplossing. Een trace door het Veerse Meer kruist belangrijke recreatiegebieden en vereist ook nog aanleg van kabels over land en is daarom ook minder geschikt. Wij willen graag op de hoogte gehouden worden van de verdere ontwikkelingen van dit project. Hoogachtend,

189 0025 Verzonden: Donderdag 23 april :18 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: Akkerbouw bedrijf Mede namens: Staan er naar uw mening onjuistheden in de Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau? Zie bijlage Inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen aangaande de Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Zijn er zaken en/of belangen over het hoofd gezien? Zie bijlage Inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen aangaande de Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Wordt u geraakt in uw belang? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zie bijlage Inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen aangaande de Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Zijn er andere zaken die u naar voren wilt brengen? Zie bijlage Inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen aangaande de Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Reactie

190 0025 Titel: Inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen aangaande de Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Geachte geadresseerde, Naar aanleiding van uw Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele willen wij graag, conform uw uitnodiging in paragraaf 1.4, pagina 11 van vermelde concept notitie, op deze notitie inspreken en aangeven welke alternatieven en milieueffecten naar ons oordeel in het MER moeten worden meegenomen: In de concept notitie, paragraaf 2.3, pagina 17, wordt onder andere het traceringsuitgangspunt Technische uitvoerbaarheid en risico s, beschreven, waaronder het vermijden van (..) oude explosieven. Dit is met name van toepassing op Tracéalternatief 1A, 1B en 2 welke voorgesteld worden als zo veel mogelijk gebundeld met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost (pagina 20). De aanleg van deze spoorlijn ging gepaard met langdurige vertragingen en significante budget overschrijdingen vanwege het feit dat er in het gebied van deze spoorlijn (met name in, bij en rond de Sloedam) veel oude niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in de bodem aanwezig zijn. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. In de concept notitie, paragraaf 2.3, pagina 17 wordt onder andere het traceringsuitgangspunt Technische uitvoerbaarheid en risico s, beschreven, waaronder het vermijden van (..) lastige en instabiele bodems. Dit is met name van toepassing op Tracéalternatief 1A, 1B en 2 welke voorgesteld worden als zo veel mogelijk gebundeld met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost (pagina 20). De aanleg van deze spoorlijn vergde de nodige complexe en dure extra bodemverbeteringen (uiteindelijk méér nog dan voorzien!), met name in de Quarlespolder bij de Sloedam (d.w.z. ten zuiden van de Sloedam en ten oosten van de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost). Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. In de concept notitie, paragraaf 2.3, pagina 17 wordt onder andere het traceringsuitgangspunt Het zoveel mogelijk ontzien van gevoelige gebieden waaronder (..) woonkernen beschreven. Wij achten het verstandig dat u hierbij niet alleen de woonkernen ontziet, maar ook de (bedrijfs)woningen in het buitengebied, evenals bouwblokken en bouwkavels al dan niet met gebouwen die al dan niet een landbouwfunctie dragen in het buitengebied, inclusief de potentiële uitbreiding van deze bouwkavels en bouwblokken. Niet zonder meer vanwege het volgende: in paragraaf 3.2, pagina 25, wordt ontwikkeling van het beoordelingskader beschreven waarmee de effecten van de tracéalternatieven en waar relevant de aanlegvarianten beoordeeld worden, dit op basis van regelgeving en beleid. Er wordt verwezen naar Tabel 3.1, pagina 26. In deze tabel wordt m.b.t. het aspect (externe) veiligheid het beoordelingscriterium elektromagnetische velden genoemd. Gezien de discussie die momenteel gevoerd wordt bij aanleg van de Zuid-West 380kV verbinding m.b.t. elektromagnetische velden van hoogspanningsleidingen in de buurt van woningen als mogelijke oorzaak van leukemie bij opgroeiende kinderen in die woningen, is het uit oogpunt van die (externe) veiligheid noodzakelijk het onshore kabelsysteem zodanig aan te leggen dat niet alleen gevoelige gebieden waaronder woonkernen worden ontzien, maar

191 0025 ook de (bedrijfs)woningen in het buitengebied, evenals bouwblokken en bouwkavels al dan niet met gebouwen die al dan niet een landbouwfunctie dragen in het buitengebied, inclusief de potentiële uitbreiding van deze bouwkavels en bouwblokken. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. In de concept notitie, paragraaf 2.3, pagina 17 wordt onder andere het traceringsuitgangspunt Waar mogelijk en zinvol bundelen met andere infrastructuur, om het ruimtebeslag (..) op land te beperken en (nodeloze) toekomstige beperkingen te voorkomen beschreven. Pagina 20 beschrijft voor Tracéalternatief 1A en 1B dat er gebundeld kan worden met de spoorlijn richting de havens van Vlissingen-Oost. Aangezien (zie paragraaf 2.1.3, pagina 16) de totale breedte van de strook van het onshore kabelsysteem na aanleg al 19.5 meter bedraagt, en aangezien de infrastructuur van Pro-Rail bij deze spoorlijn geen strook beschikbaar heeft van deze breedte, concluderen wij dat er slechts in de nabijheid van deze spoorlijn dit onshore kabelsysteem kan worden aangelegd, d.w.z. via de landbouwpercelen gelegen naast deze spoorlijn. Omdat u beschrijft dat het kabelsysteem ondergronds zal worden aangelegd (paragraaf 2.4.2, pagina 22), is ons inziens de noodzaak tot bundeling met de spoorlijn verdwenen m.b.t. de door u genoemde beperking van het ruimtebeslag op land. Elke andere locatie niet direct in de nabijheid van deze spoorlijn voldoet ons inziens op dit punt ook. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. In paragraaf 3.2, pagina 25, wordt ontwikkeling van het beoordelingskader beschreven waarmee de effecten van de tracéalternatieven en waar relevant de aanlegvarianten beoordeeld worden, dit op basis van regelgeving en beleid. Er wordt verwezen naar Tabel 3.1, pagina 26, met de mededeling dat het beoordelingskader door voortschrijdend inzicht nog aangepast kan worden. Een Aspect in de categorie Overige gebruiksfuncties dat toegevoegd dient te worden als beoordelingscriterium is Landbouw zoals Akkerbouw, Veeteelt, Fruitteelt, Bosbouw, etc. (in paragraaf 2.3, pagina 17, benoemt u immers het traceringsuitgangspunt Beperken van hinder voor overige gebiedsgebruikers (scheepvaart, visserij, landbouw, recreatie, e.d.)). Een ander aspect in dezelfde categorie dat toegevoegd dient te worden als beoordelingscriterium is bewoning in het buitengebied. Bewoners in het buitengebied zijn namelijk ook gebiedsgebruikers. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. Vóór aanleg van het onshore kabelsysteem dient een algehele nulmeting gedaan te worden van de eigendommen in de wijde omtrek van het aan te leggen tracé. Deze nulmeting dient voor vaststelling van eventuele schade tijdens de aanleg, exploitatie en verwijdering van het kabelsysteem door de nabijgelegen werkzaamheden (waaronder grondverzet en heiwerk, zie paragraaf 3.1, pagina 25) aan het tracé. Te denken valt hierbij aan schade aan gebouwen (verzakkingen, scheuren in muren, etc.), erfverhardingen, landbouwkavels, etc. Ook valt hierbij te denken aan schade door verandering van grondwaterstanden in de omgeving van het aan te leggen tracé; te ondervinden schade betreft bijvoorbeeld gevolgen van een veranderde grondwaterstand vanwege bronbemaling tijdens aanleg van het tracé; deze gevolgen kunnen onder ander gewasschade op landbouwkavels of inklinking of verzilting door middel van kwelwater van deze kavels betreffen. Ook zal, zeker bij een open ontgraving, bij aanleg van het onshore kabelsysteem er een ingrijpende verstoring plaatsvinden in de bodemstructuur, met name in landbouwkavels. De huidige bodem flora

192 0025 en fauna (het bodemleven ), de huidige bemestingtoestand, de huidige onkruiddruk, de capillaire werking van de bodem en (ontbreken van) vervuiling van de bodem (puin, boomstronken en wortels, maar ook chemische verontreinigingen, e.d.) dienen eveneens in deze algehele nulmeting meegenomen te worden. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. Met inachtneming van de keuze (..) wordt gemaakt (..) op basis van economische (kosten) (zie paragraaf 1.1, pagina 9 en paragraaf 2.5, pagina 22) en het beperken van de kosten (zie paragraaf 2.3, pagina 17): algehele schadeloosstelling zoals hierna omschreven dient in acht genomen te worden. Voor aanleg van het onshore kabelsysteem zal waarschijnlijk tijdelijk meer grond oppervlakte nodig zijn dan de lengte van het onshore kabelsysteem vermenigvuldigd met de totale breedte van de strook van het onshore kabelsysteem. Voor deze tijdelijke extra oppervlakte valt te denken aan tijdelijke opslag van (teelt)aarde van kavels die vrijkomt bij aanleg door een open ontgraving, werkterreinen, aan en afvoer van materieel (zoals vervoer van landkabels op haspels, zie paragraaf 2.1.3, pagina 16), e.d. Wij vragen u eventuele schade en naschade die hierdoor ontstaat aan eigendommen van derden, met name landbouwers, mee te nemen in het MER, en gedupeerden voldoende en volledig te compenseren voor de geleden schade. Ook compensatie voor de schade die ontstaat door het al dan niet tijdelijk slecht ontsluiten van landbouwkavels vanwege de aanleg van het onshore kabelsysteem alsmede compensatie voor schade en herstel van drainage, inclusief schadeloosstelling door het eventueel aanbrengen van drainage na aanleg van het onshore kabelsysteem genoodzaakt door een verandering van de bodemstructuur in de kavels waarin het tracé wordt aangelegd, dienen hierin meegenomen te worden. Ook compensatie voor de eerder beschreven schades en naschades (schade aan gebouwen (verzakkingen, scheuren in muren, etc.), erfverhardingen en landbouwkavels, schade door verandering van grondwaterstanden in de omgeving van het aan te leggen tracé als gevolg van een veranderde grondwaterstand vanwege bronbemaling tijdens aanleg van het tracé (zoals gewasschade op landbouwkavels of inklinking of verzilting door middel van kwelwater van deze kavels), schade (door verstoring van de bodem) aan de huidige bodem flora en fauna (het bodemleven ), de huidige bemestingtoestand, verhoogde onkruiddruk (te denken valt aan riet), de capillaire werking van de bodem en vervuiling van de bodem (puin, boomstronken en wortels, maar ook chemische verontreinigingen, e.d.)) dienen hierin meegenomen te worden. Ook compensatie voor de schade door toekomstige beperkingen zoals opstalrechten op kavels (zie de beschrijving van het traceringsuitgangspunt Waar mogelijk en zinvol bundelen met andere infrastructuur, om (..) (nodeloze) toekomstige beperkingen te voorkomen (paragraaf 2.3, pagina 17) dient hierin meegenomen te worden. Dit alles zonder daarbij een termijn te stellen waarin aanspraak gemaakt kan worden op deze compensaties. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. Bij aanleg van de onshore kabelsystemen zal er sprake zijn van geluidshinder, visuele hinder, verkeershinder, etc. Gedupeerden dienen hiervoor voldoende en volledig gecompenseerd te worden. Wij vragen u dit gegeven mee te nemen in het MER. Kennisgeving m.b.t. Transmissiesysteem op zee Borssele, zoals het ter inzage leggen van stukken, het organiseren van inloopavonden, het stellen van termijnen, etc. vind nu plaats via de Staatscourant en de media. Om er zeker van te zijn dat betrokkenen (met name burgers) niets van de kennisgeving missen, willen wij u met klem vragen ook te

193 0025 communiceren per (door bijvoorbeeld het inrichten van een nieuwsbrief waarop men zich kan abonneren) of website met RSS feed. Dit zodat betrokkenen ten allen tijde tijdig op de hoogte zijn van het proces en de daarbij horende kennisgeving, en dus in de gelegenheid gesteld worden onverhaast aan het door u gestelde proces te kunnen deelnemen. Samenvattend vragen wij u bovenstaande inspraak en aangifte welke alternatieven en milieueffecten in het MER moeten worden meegenomen aangaande de Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele daadwerkelijk te gebruiken bij het formuleren van uw advies over de reikwijdte en het detailniveau van het MER teneinde dit MER en de daarvoor benodigde onderzoeken op te stellen. Tot slot willen wij u met klem verzoeken ons een schriftelijke ontvangstbevestiging en leesbevestiging van deze zienswijze ons zo spoedig mogelijk te doen toekomen. U kunt ons via onderstaande contactgegevens deze bevestigingen doen toekomen. In afwachting van uw bevestigingen verblijven wij, Met vriendelijke groet, en Waarbij ook spreekt namens het bedrijf:

194 0026 Verzonden: Donderdag 23 april :25 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Huisnummer: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: adres: Als: Particulier Reactie

195 0026 GEMEENTE 1 s VERZONDEN 1 5 APR 2015 Bureau Energieprojecten datum Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus 248 uw brief van 2250 AE VOORSCHOTEN uw kenmerk ons kenmerk behandeld door doorkiesnummer afdeling 14 april 2015 /15U Ruimtelijke ontwikkeling onderwerp: zienswijze op het transmissiesysteem op zee Borssele Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u de door de heer te bij ons ingediende zienswijze tegen het Concept Notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r. procedure voor een transmissiesysteem op zee. Een afschrift van deze brief hebben wij gezonden naar de heer Met vriendelijke groet, " Burgemeester en wethouders van Veere, \ de wnd. secretaris, de burgemeester (N.H. de Bruin... correspondentie-adres: Postbus ZV Domburg tel. : BNG: fax : !BAN : NL73BNGH qemeente@veere.ni BIC : BNGHNL2G bezoekadres : Traverse 1 Domburg

196 hla lllr'- IT foar~/nh <lrf' A / A nnn<1t<> /T. or~ l /TPmn /XPomwise / ')<) 194D8DVEEREPO VEEREl ~11m1~m11~1 mi pagina 1, Doorgest.: FW: Windmolens voor Walcherse kust Van: Aan: Datum: Onderwerp: Bijlagen: postkamer, Postkamer :20 Doorgest.: FW: Windmolens voor Walcherse kust Thalassa_windturbines-700-st_165KM_ x270.jpg; wind-turbine-wake-effect.j pg Graag inboeken > > > 3/30/ :59 > > > Hallo Wij ontvingen onderstaande mail. Lijkt me meer iets voor de gemeente. Met vriendelijke groet, Directeur Stichting Strandexploitatie Veere GEMEENTE VEERE f. lr Jekomen: 3 0 ~1AfitHÎ Afdeli11Q: 201S ndexploitatieveere.com Van: info Verzonden: maandag 23 maart :30 Aan: Onderwerp: FW: Windmolens voor Walcherse kust Van: Verzonden: zondag 22 maart :50 Aan: info Onderwerp: Windmolens voor Walcherse kust Geachte heer /mevrouw, mijns inziens worden de effecten van de plaatsing van windmolens voor de kust van Walcheren, en met met name voor de belangrijke toeristische sector, schromelijk onderschat. In de bijlage ziet u een foto van windmolens die 22 km voor de kust staan. Deze foto staat op de website Daar is ook een nadere toelichting te vinden op rapporten die te vinden zijn over de de zeer nadelige effecten op het toerisme. Ik vind dat de bedrijven en inwoners van Zeeland hiervan op de hoogte dienen te worden gesteld. Vandaar mijn verzoek aan u om hier actie in te ondernemen. Meer informatie over windmolens kunt u vinden bij de Groene Rekenkamer. De Groene Rekenkamer geeft nl. objectieve, met officiële cijfers onderbouwde, gegevens die de nut en noodzaak van het bouwen van windmolenparken enorm relativeren. Zo ondergraven zij de algemene stelling dat er sprake is van opwarming van de aarde en het uitgeput raken van de fossiele brandstoffen. Verder gaan zijn in op de nadelen van windmolens waarvan zelfs de productie

197 filp fllr IT foprc;:/()h::irr.a/ Annn::it::i/T.or::il/TemnlXPPmw1se/'5'5194D8DVEEREPO VEERElOOl pagina2, niet duurzaam is (als gevolg van de winning van neodymium met veel dodelijke slachtoffers in China), het onrendabel zijn van de windmolens, de nadelige effecten van de wisselende opbrengsten (waardoor er bijv. bruinkoolcentrales in Duitsland moesten zijn gebouwd), het dure onderhoud van de windmolens en de nadelige effecten op de dieren (vleermuizen die.vermalen worden door de wieken, dolfijnen en walvissen die ernstige hinder hebben van de laagfrequente geluiden). Er zijn zelfs signalen dat windmolens het weer beïnvloeden met een toename van de neerslag (zie hiervoor de andere foto van windmolens voor de Deense kust). De enige positieve effecten die ik zie is dat we een aai over onze bol krijgen vanuit Brussel en dat er tijdelijk sprake is van een positief effect op de Zeeuwse economie. Dit laatste zal helaas niet voldoende zijn om de nadelen op het toerisme te kunnen compenseren. ik hoop dat u de bedreiging van het plaatsen van de windmolens voor de Walcherse kust voor het toerisme inziet en op basis daarvan actie onderneemt.

198 0026

199 0026

200 0027 Verzonden: Donderdag 23 april :42 Onderwerp: Zienswijzeformulier Transmissiesysteem op zee Borssele: Conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau Aanspreekvorm: Aanspreektitel: Achternaam: Voorvoegsel(s): Voorletters: Straat: Korte Elisabethstraat Huisnummer: 6 Postcode: 3511 JG Woonplaats: UTRECHT Telefoonnummer: adres: Als: Organisatie Organisatie: NWEA Reactie

201 0027 Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Transmissiesysteem op zee Borssele Postbus AE Voorschoten Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 23 april 2015 Br-secr 425a-n Onderwerp: Reactie op Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Geachte dame, heer, Graag maakt NWEA van de mogelijkheid gebruik om in te spreken op de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor het MER t.b.v. het transmissiesysteem op zee Borssele. Wij vragen daarbij aandacht voor onderstaande opmerkingen. Vanwege de nauwe relatie tussen de kavels, de platforms en de kabels, hadden wij graag gezien dat het MER voor de aanleg van het offshore platform en de kabel naar land gecombineerd zou worden met de MER voor de kavels, zoals reeds door ons aangegeven in onze reactie op de NDR Kavelbesluiten Borssele. Helaas is dit niet gebeurd. Wij zijn van mening dat het opsplitsen in drie verschillende m.e.r. procedures omslachtig is en een groot risico vormt voor complexiteit en vertraging vanwege de onderlinge beïnvloeding. We willen u hier ook wijzen op het advies van de Commissie m.e.r. op de NDR voor de Kavelbesluiten Borssele, waarbij zij adviseren zoveel mogelijk vermogen op de kavels kwijt te kunnen i.v.m. efficiënt gebruik van de Noordzee. Het transmissiesysteem moet hier natuurlijk ook op ingericht zijn. Ze bezien de kavels en het transmissiesysteem dan ook in samenhang. Voor de volgende kavels adviseren wij dus ook om te kijken naar de mogelijkheden om de MER te combineren met de MER van TenneT of tenminste te zorgen voor een zeer goede en transparante afstemming van alle onderdelen. Wij vinden het een goede zaak dat het MER van TenneT in ieder geval het hele transmissiesysteem zal behandelen, bestaande uit twee offshore platforms (en een redundantie kabel), vier kabelsystemen op zee (offshore), vier kabelsystemen op land en de uitbreiding van het hoogspanningsstation Borssele op land. Het valt ons echter op dat in de notitie er m.b.t. alternatieven en varianten voor het MER eigenlijk alleen gekeken wordt naar de kabeltracés. Wij zijn van mening, dat in het MER ook aandacht geschonken moet worden naar alternatieven en varianten voor alle andere onderdelen, zoals verschillende opties voor de uitbreiding van het hoogspanningsstation. Wat betreft alternatieven of varianten voor de offshore platforms hebben we de volgende opmerkingen: - Er wordt beschreven dat er 1 redundantiekabel zal worden aangelegd tussen de platforms om een deel van de stroom om te kunnen leiden wanneer één platform defect is. Het is niet duidelijk, welk deel van de stroom omgeleid kan worden. Is deze kabel de beperkende factor voor de hoeveelheid stroom die kan worden omgeleid, of zijn dat de kabels naar het land? Is het mogelijk om alle stroom om te leiden indien een platform kapot is? Als er bijvoorbeeld één kabel wordt beschadigd kan de voorziening via de tweede kabel blijven doorgaan. Korte Elisabethstraat 6, 3511 JG Utrecht, , info@nwea.nl, Pagina 1 van 2

Transmissiesysteem op Zee (ToZ)

Transmissiesysteem op Zee (ToZ) Transmissiesysteem op Zee (ToZ) Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 28 april 2015 / rapportnummer 3025 16 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) TenneT wil toekomstige

Nadere informatie

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023;

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023; De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Dat op grond van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter

Nadere informatie

Transmissiesysteem Wind op zee Hollandse Kust (Zuid)

Transmissiesysteem Wind op zee Hollandse Kust (Zuid) Transmissiesysteem Wind op zee Hollandse Kust (Zuid) Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3090 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister

Nadere informatie

Net op Zee Hollandse Kust (Noord)

Net op Zee Hollandse Kust (Noord) Net op Zee Hollandse Kust (Noord) Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 14 juni 2017 / projectnummer: 3199 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) Inleiding TenneT

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36159 18 december 2014 Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee

Nadere informatie

Opleg bij Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapport Transmissiesysteem op zee Hollandse Kust (zuid)

Opleg bij Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapport Transmissiesysteem op zee Hollandse Kust (zuid) Opleg bij Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapport Transmissiesysteem op zee Hollandse Kust (zuid) In de Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Milieueffectrapport Transmissieysteem

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 januari 2008 / rapportnummer 2017-19 1. HOOFDPUNTEN VAN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 112 28 januari 2016 Voorbereidingsbesluit kavel II windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele

Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Concept notitie reikwijdte en detailniveau in het kader van de m.e.r.-procedure Transmissiesysteem op zee Borssele Type hier de hoofdstuk titel 2 Concept notitie reikwijdte en detailniveau Concept notitie

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 15 mei 2008 / rapportnummer 2068-29

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning - activiteit bouwen

Ontwerp omgevingsvergunning - activiteit bouwen ONTWERP Onderwerp Ontwerp omgevingsvergunning - activiteit bouwen Lange Kleiweg 34 2288 GK Rijswijk Postbus 556 3000 AN Rotterdam T 088 797 07 00 F 070 390 06 91 www.rijkswaterstaat.nl Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71194 23 december 2016 Voorbereidingsbesluit kavel IV windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv

Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Hoogspanningsverbinding Noord-West 380 kv Zienswijze indienen Hoe kunt u uw zienswijze kenbaar maken? Vanaf vrijdag 23 juni tot en met donderdag 3 augustus 2017 kan iedereen schriftelijk en mondeling zienswijzen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71191 23 december 2016 Voorbereidingsbesluit kavel III windenergiegebied Hollandse Kust (zuid), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht

Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 maart 2016 / projectnummer: 2910 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Dordrecht wil in

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer

Nadere informatie

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R.

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. Verwerking van advies Commissie m.e.r. (5 september 2017 / projectnummer 3228) in MER # Advies Commissie m.e.r. Waar beschreven in MER? 1 Essentiële

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Net op Zee Borssele. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 2 mei 2016 / projectnummer: 3025

Net op Zee Borssele. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 2 mei 2016 / projectnummer: 3025 Net op Zee Borssele Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 mei 2016 / projectnummer: 3025 1. Voorlopig oordeel over het milieueffectrapport (MER) TenneT wil toekomstige windparken bij

Nadere informatie

NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (WEST BETA)

NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (WEST BETA) NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (WEST BETA) Werksessie offshore 14-maart-2019 Opening Arcadis 2016 27-3-2019 Opening 1. Opening, toelichting agenda, doel van de dag en spelregels door facilitator 2. Voorstelronde

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Windenergie Goeree-Overflakkee

Windenergie Goeree-Overflakkee Windenergie Goeree-Overflakkee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 februari 2014 / rapportnummer 2800 59 1. Oordeel over het MER Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland en het college

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 november 2014 / rapportnummer 2955 50 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Noord-Holland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36496 27 juni 2017 Voorbereidingsbesluit kavel V windenergiegebied Hollandse Kust (noord), Ministerie van Economische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19983 14 juli 2015 Voorbereidingsbesluit kavel III windenergiegebied Borssele, Ministerie van Economische Zaken De Minister

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Waarom windenergie op land?

Waarom windenergie op land? Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame

Nadere informatie

Startnotitie m.e.r.-procedure

Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid West Publiekssamenvatting Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT aan de Zuid-West 380 kv-verbinding

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 november 2013 / rapportnummer 2844 24 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Kampen wil

Nadere informatie

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens Samenvatting Startnotitie voor de milieueffectrapportage Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT

Nadere informatie

27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69

27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69 Toetsingsadvies over de 2e aanvulling van het geactualiseerde milieueffectrapport Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Kersten, Boxmeer en de aanvulling daarop 27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69 1.

Nadere informatie

NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (WEST BETA)

NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (WEST BETA) NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (WEST BETA) Werksessie onshore 14-maart-2019 Opening Arcadis 2016 27-3-2019 Opening 1. Opening, toelichting agenda, doel van de dag en spelregels door facilitator 2. Voorstelronde

Nadere informatie

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 september 2014 / rapportnummer 2971 26 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Maatschap

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per

Nadere informatie

MER - Deel A TenneT TSO B.V.

MER - Deel A TenneT TSO B.V. Net op zee Hollandse Kust (zuid) MER - Deel A TenneT TSO B.V. 14 augustus 2017 Net op zee Hollandse Kust (zuid) MER - Deel A Status Definitief 02 Datum 14 augustus 2017 AH579-21/17-011.502 Project Document

Nadere informatie

beschikking Rijkswaterstaat Ministerie van infrastructuur en Waterstaat Inhoud 1. Aanhef

beschikking Rijkswaterstaat Ministerie van infrastructuur en Waterstaat Inhoud 1. Aanhef Ministerie van infrastructuur en Waterstaat beschikking Postbus Nummer rvv -U.LO/O D Onderwerp Zee en 556 3000 AN Rotterdam T 088 797 07 00 F0703900691 www.rijkswaterstaat.ni Omgevingsvergunning - activiteit

Nadere informatie

Ontwikkeling Skûlenboarch en Westkern

Ontwikkeling Skûlenboarch en Westkern Ontwikkeling Skûlenboarch en Westkern Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 december 2013 / rapportnummer 2270 74 1. Oordeel over het MER In samenwerking met de gemeenten Tytsjerksteradiel en

Nadere informatie

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 828 Wijziging van de Wet milieubeheer (reparatie milieueffectrapportage) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Dit wetsvoorstel bevat technische

Nadere informatie

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

CCS Maasvlakte (ROAD-project) CCS Maasvlakte (ROAD-project) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 maart 2012 / rapportnummer 2479 107 1. Oordeel over het MER Maasvlakte CCS project CV (verder MCP 1 ) wil het Rotterdam Opslag

Nadere informatie

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 30 mei 2006 / rapportnummer 1714-24 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland

Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 7 juli 2014 / rapportnummer 2889 56 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (Zuid) Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016

Nieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016 Nieuwsbrief NR 5 Ter inzage legging definitief inpassingsplan Het definitieve inpassingsplan voor het project Zuid-West 380 kv west ligt samen met de december 2016 Inhoudsopgave vergunningen die nodig

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 23 februari 2012 / rapportnummer 2621 14 1. Hoofdpunten van

Nadere informatie

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid)

Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Kavelbesluiten I en II Hollandse Kust (zuid) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 oktober 2016 / projectnummer: 3091 1. Oordeel over de milieueffectrapporten De Wet windenergie op zee maakt

Nadere informatie

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089

Windpark Zeewolde. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 30 mei 2017 / projectnummer: 3089 Windpark Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 mei 2017 / projectnummer: 3089 1. Advies in het kort De Ontwikkelvereniging Zeewolde wil samen met de gemeente Zeewolde, de provincie

Nadere informatie

Waarom windenergie (op land)?

Waarom windenergie (op land)? Waarom windenergie (op land)? Steeds meer schone energie Dit kabinet kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Evenwichtige energiemix Om dit doel verantwoord

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken. Windenergie op zee. Stakeholderbijeenkomst 6 september 2016

Ministerie van Economische Zaken. Windenergie op zee. Stakeholderbijeenkomst 6 september 2016 Ministerie van Economische Zaken Windenergie op zee Stakeholderbijeenkomst 6 september 2016 Inhoud presentaties Inhoudelijke toelichting: 1. Kader en besluitvorming: Bert Wilbrink (Economische Zaken) 2.

Nadere informatie

Structuurvisie ondergrondse infrastructuur, gemeente Terneuzen

Structuurvisie ondergrondse infrastructuur, gemeente Terneuzen Structuurvisie ondergrondse infrastructuur, gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 januari 2014 / rapportnummer 2855 16 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het college

Nadere informatie

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 april 2012 / rapportnummer 2399 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Oss en Holding Herperduin BV willen

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42535 24 juli 2017 Besluit van de Minister van Economische Zaken tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve

Nadere informatie

Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven

Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2016 / projectnummer: 2935 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Groningen Seaports (GSP) wil

Nadere informatie

MER FASE 2 NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (NOORD)

MER FASE 2 NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (NOORD) CONCEPT AANVULLENDE NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU M.E.R.- PROCEDURE NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (NOORD) MET HOLLANDSE KUST (NOORDWEST) OF (WEST) MER FASE 2 NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (NOORD) 13 OKTOBER

Nadere informatie

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 juni 2008 / rapportnummer 1271-79 1. OORDEEL OVER HET MER In het zandwallengebied ten westen van Ouddorp op

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

31 januari Inhoudsopgave

31 januari Inhoudsopgave ONTWERP Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postbus 556 3000 AN Rotterdam T 088 797 46 00 F 0118 62 29 99 www.rijkswaterstaat.nl Nummer Onderwerp Ontwerp goedkeuringsbesluit Verlichtingsplan zoals

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken. Conceptnotitie reikwijdte en detailniveau net op zee Hollandse Kust (noord)

Ministerie van Economische Zaken. Conceptnotitie reikwijdte en detailniveau net op zee Hollandse Kust (noord) Ministerie van Economische Zaken Conceptnotitie reikwijdte en detailniveau net op zee Hollandse Kust (noord) CONCEPT NRD NET OP ZEE HOLLANDSE KUST (NOORD) INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding en

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland

Structuurvisie Noord-Holland Structuurvisie Noord-Holland Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 februari 2010 / rapportnummer 2214-68 1. OORDEEL OVER HET MER Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft het voornemen

Nadere informatie

Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project

Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 4 juli 2013 / rapportnummer 2791 18 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) De Technische

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis

Dijkversterking Hellevoetsluis Dijkversterking Hellevoetsluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 mei 2013 / rapportnummer 2596 51 1. Oordeel over het MER Het Waterschap Hollandse Delta heeft het voornemen om twee dijkvakken

Nadere informatie

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 juni 2015 / rapportnummer 3027 13 1. Oordeel over het MER De gemeente Woensdrecht wil bedrijventerrein

Nadere informatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer Zeetoegang IJmond Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets 3 november 2011 / rapportnummer 2525 85 1. Voorgeschiedenis en stand van zaken Rijkswaterstaat (RWS) heeft het voornemen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport

Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2015 / rapportnummer 2885 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Rotterdam heeft

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016 / projectnummer: 3157 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Landbouwbedrijf

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 januari 2012 / rapportnummer 2438 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Boxtel wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Windpark Haringvliet. Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport. 23 september 2015 / projectnummer 3044

Windpark Haringvliet. Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport. 23 september 2015 / projectnummer 3044 Windpark Haringvliet Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 23 september 2015 / projectnummer 3044 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) De gemeente Goeree-Overflakkee

Nadere informatie

Net op zee Hollandse Kust (zuid)

Net op zee Hollandse Kust (zuid) Luna Net op zee Hollandse Kust (zuid) MER - Deel A TenneT TSO B.V. 30 juni 2016 Net op zee Hollandse Kust (zuid) MER - Deel A Status Concept 02 Datum 30 juni 2016 AH579-21/16-010.019 Project Document Referentie

Nadere informatie

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over

Nadere informatie

Ontwerp-Inpassingsplan net op zee Borssele

Ontwerp-Inpassingsplan net op zee Borssele Ontwerp-Inpassingsplan net op zee Borssele Inpassingsplan net op zee Borssele NL.IMRO.0000.EZip16nozBorssele-2000 Ontwerp Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Infrastructuur en Milieu Den Haag,

Nadere informatie

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 oktober 2010 / rapportnummer 2111-71 1. Oordeel over het MER N.V. Elektriciteits Produktiemaatschappij Zuid-Nederland

Nadere informatie

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 september 2013 / rapportnummer 2819 28 1. Oordeel over het MER Vermeerderingsbedrijf Exterkate

Nadere informatie

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 april 20121 / rapportnummer 2568 52 1. Oordeel over het MER E.on exploiteert op dit moment een aardgasgestookte

Nadere informatie

Motorcrossterrein Arnhem

Motorcrossterrein Arnhem Motorcrossterrein Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 december 2015 / rapportnummer 3083 1. Oordeel over het milieueffectrapport De Stichting Motorsport Park Gelderland Midden (een fusie

Nadere informatie

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

Dijkversterking Capelle aan den IJssel Dijkversterking Capelle aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 oktober 2014 / rapportnummer 2681 36 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Schieland

Nadere informatie

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer 1633-93

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer 1633-93 Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 maart 2010 I rapportnummer 1633-93 1. OORDEEL OVER HET MER De familie Hendriks heeft het voornemen om een l8-holes golfbaan te realiseren

Nadere informatie

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT

Nadere informatie

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub

Nadere informatie

Holland Casino Utrecht

Holland Casino Utrecht Holland Casino Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 oktober 2011 / rapportnummer 2550 38 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De gemeente Utrecht

Nadere informatie

N266, Randweg Nederweert

N266, Randweg Nederweert N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer

Nadere informatie

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude

Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen

Nadere informatie

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 7 augustus 2012 / rapportnummer 1813 61 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop Lavi BV

Nadere informatie