Mei Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap Universiteit Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mei 2007. Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap Universiteit Utrecht"

Transcriptie

1 Mei 2007 Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap Universiteit Utrecht

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen.

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie 7 Deel I Algemeen deel 9 1. De onderwijsvisitatie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap aan de Universiteit Utrecht Het referentiekader Algemene bevindingen 3 Deel II Opleidingsdeel Masteropleiding Logopediewetenschap 7 2. Masteropleiding Fysiotherapiewetenschap 57 Bijlagen 93 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 95 Bijlage B: Programma visitatiecommissie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap Universiteit Utrecht 97 3

4

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, alsmede een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de ac creditatie van de betrokken opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordelingen te laten plaatsvinden en opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De visitatiecommissie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap UU van QANU heeft haar taken met gro te toewijding uitgevoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelor-masterstructuur. De opleidingen zijn beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging zullen worden genomen door de betrokken oplei dingen, het faculteitsbestuur en het College van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteit voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. Quality Assurance Netherlands Universities mr. C.J. Peels directeur drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter bestuur 5

6 6

7 VOORWOORD VOORZITTER VISITATIECOMMISSIE In november 2006 bracht de visitatiecommissie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap UU een bezoek aan de opleidingen. Dat bezoek kent diepe wortels. Al tijdens een eerdere visitatie Verplegingswetenschap was aan de orde of en hoe deze opleidingen in datzelfde traject gevisiteerd konden worden. Een belangrijke reden voor een dergelijk brede benadering lag in de relatief kleine omvang van de verschillende opleidingen: een samenhangend beoordelingskader en een geïntegreerde beoordelingsprocedure waren in dat kader serieuze opties. Tegelijkertijd verschillen de opleidingen naar hun inhoud: de verschillende vakgebieden zijn niet simpelweg op een hoop te gooien. Daar kwam bij dat de verschillende opleidingen in een verschillende fase verkeerden. Uiteindelijk heeft de Universiteit Utrecht de keuze gemaakt om voor de verschillende opleidingen eigen visitatietrajecten te ontwerpen. Afgaande op de ervaringen van de visitatie van november 2006 lijkt die keuze duidelijke voordelen te hebben gehad. Het bleek in ieder geval mogelijk om de verschillende opleidingen recht te doen, zowel met betrekking tot hun inhoud als met betrekking tot hun ontwikkelingsfase. De commissie werd geconfronteerd met weliswaar kleine, maar tegelijkertijd ook erg enthousiaste opleidingen. Het beeld drong zich op van een kleine groep gedreven wetenschappers die zich een plek moesten bevechten in een grote organisatie, en die extra energie haalden uit die relatief lastige startpositie. Het bezoek verliep dan ook geanimeerd. De gesprekken waren to the point en levendig. De commissie heeft het daarbij bijzonder gewaardeerd dat de praktische ondersteuning van hoog niveau was: dat heeft weliswaar het oordeel niet beïnvloed, maar het verblijf zeker wel aangenamer gemaakt. Zoals uit dit rapport zal blijken, komen de opleidingen naar de mening van de visitatiecommissie in aanmerking voor een accreditatie. De commissie wenst de opleidingen veel succes in hun streven om hun opleiding verder uit te bouwen: de basis daarvoor ligt er en de maatschappelijke behoefte is evident. De commissie dankt alle betrokkenen voor de open wijze waarop ze zich heeft willen laten visiteren openstaan voor kritiek is immers altijd een lastige opgave. Tot slot wil de commissie het bureau van QANU bedanken voor de voortvarende ondersteuning in de persoon van de secretaris van de commissie, ir. S. van Bruggen. Eens te meer blijkt dat ervaring en inzet leidt tot een efficiënte en daarmee prettig verlopende visitatie. Prof. dr. P. van Lieshout Voorzitter van de visitatiecommissie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap UU. 7

8 8

9 DEEL I: ALGEMEEN DEEL 9

10 10

11 1. De onderwijsvisitatie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap aan de Universiteit Utrecht 1.1. Inleiding Met het oog op de accreditatie van wetenschappelijke bachelor- en masteropleidingen door middel van externe kwaliteitsbeoordeling heeft de stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) in het najaar van 2006 de visitatiecommissie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap UU ingesteld. In november 2006 heeft deze commissie een bezoek gebracht aan de twee masteropleidingen Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap, waarvoor de QANU een verzoek tot visiteren had ontvangen van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht (zie paragraaf 1.2). De commissie heeft haar bevindingen vastgelegd in hoofdstuk 3 van deel I en in de in deel II opgenomen opleidingsrapporten, waarbij de beide masteropleidingen apart beschreven en beoordeeld worden. In hoofdstuk 3 van deel I gaat de commissie in op een aantal bevindingen die haar tijdens de visitatie bijzonder hebben getroffen. Hoofdstuk 2 van deel I bevat het door de commissie gehanteerde referentiekader De betrokken opleidingen De volgende opleidingen zijn in het kader van deze visitatie bezocht: Universiteit Utrecht november 2006 Masteropleiding Logopediewetenschap: deeltijd (CROHO: 66577) Masteropleiding Fysiotherapiewetenschap: deeltijd (CROHO: 66576) 1.3. De samenstelling en taak van de commissie De samenstelling van de commissie is door het QANU-bestuur vastgesteld. De betrokken opleidingen en faculteitsbesturen zijn in de voorbereidingsfase in de gelegenheid gesteld om bezwaar aan te tekenen tegen de door QANU voorgestelde conceptsamenstelling van de commissie, een en ander conform C van het QANU-kader. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. De visitatiecommissie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap UU bestond uit de volgende personen: Voorzitter van de commissie: prof. dr. P. van Lieshout, lid Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, parttime hoogleraar Universiteit Utrecht; 11

12 Overige leden: prof. dr. R. de Bie, hoogleraar Universiteit Maastricht (Fysiotherapie); prof. dr. W. Decoster, hoogleraar Katholieke Universiteit Leuven (Logopedie); prof. dr. M.J. Giphart, hoogleraar Universiteit Leiden; drs. E. Bols, studentlid. Tot secretaris van de commissie werd benoemd ir. S. van Bruggen van het bureau van QANU. In bijlage A zijn de curricula vitae van de leden opgenomen. Op grond van het instellingsbesluit van de commissie d.d. 22 november 2006 was het de taak van de commissie om op basis van de door de faculteit (opleidingen) aan te leveren informatie (zelfstudierapport en verdere relevante documenten) en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken: 1. een oordeel te geven over de verschillende kwaliteitsaspecten van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het QANU-kader d.d. januari 2004; 2. op basis daarvan vast te stellen of de opleidingen naar haar oordeel voldoen aan de criteria voor basiskwaliteit; en 3. de aspecten van de opleidingen te identificeren die naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn De werkwijze van de commissie De commissie hield haar installatievergadering op 23 november voorafgaand aan het bezoek in Utrecht. Van de zijde van QANU zijn met nadruk de bepalingen in bijlage 2 van het QANUkader met betrekking tot de onafhankelijkheid van de leden van een visitatiecommissie onder de aandacht gebracht van de leden. Tijdens de bespreking zijn geen belemmeringen gebleken om het onderwijs van de beide masteropleidingen te beoordelen. Daarmee was de visitatie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap naar het oordeel van het QANU-bestuur omgeven met voldoende onafhankelijkheidswaarborgen. Er zijn gedurende het visitatietraject geen situaties voorgevallen waardoor onafhankelijkheid van de oordeelsvorming in het geding is gekomen. Alle leden hebben de onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Deze zijn in het projectdossier opgenomen. Vervolgens werden afspraken gemaakt over de volgende punten: de te volgen werkwijze; de verdeling in globale zin van aandachtsgebieden tussen de commissieleden; vaststelling van de vanuit de QANU aangereikte checklist. De commissie heeft in haar startvergadering tevens de concepttekst besproken van het, in het visitatieprotocol voorziene, referentiekader. 12

13 Tijdens haar installatievergadering heeft de commissie ook de zelfstudies besproken en werden specifieke aandachtspunten geïnventariseerd. Na de installatievergadering en het bezoek is het formele instellingsbesluit van de com missie vanuit QANU verzonden naar de daarvoor in aanmerking komende instanties (Col leges van Bestuur, faculteitsbesturen, NVAO, VSNU, Ministerie van OCW et cetera). Vanuit het QANU-bureau is contact opgenomen met de betrokken lokale visitatiecoördinator en in onderling overleg tussen de visitatiecoördinator en de secretaris van de visitatiecommissie is de voorbereiding van het visitatiebezoek ter hand genomen. De secretaris van de visitatiecommissie heeft daartoe ongeveer één maand voorafgaand aan het visitatiebezoek een bezoek gebracht aan de instelling. Daarbij werden concrete afspraken gemaakt over de invulling van het bezoek op basis van het globale dagpro gramma dat de commissie had vastgesteld. Ook werd besproken welke materialen ter inzage gelegd werden en welke aan de commissie werden toegezonden. De samenstelling van de studentendelegaties heeft plaatsgevonden door het prikken van studenten uit een lijst met alle ingeschreven studenten. Als de uitgekozen student niet beschikbaar was, is volgens afspraak de volgende student op de lijst van hetzelfde jaar geselecteerd. De commissie heeft verzocht om ruimschoots vóór het bezoek toegang te krijgen tot de elektronische leeromgeving van de opleiding. De opleiding heeft de commissie voor het bezoek toegang verschaft door middel van een guest account. De commissie heeft de beschikking gekregen over het visitatierapport van de visitatiecommissie Algemene gezondheidswetenschappen uit Namens de commissie is bij de voorbereiding van het visitatiebezoek verzocht om tijdens het bezoek inzage te kunnen krijgen in het volgende informatiemateriaal: de gebruikte onderwijsliteratuur van de verplichte onderdelen; een representatieve hoeveelheid voorbeelden van gemaakte en gecorrigeerde tentamens; richtlijnen en regelingen voor stages en scripties; evalu atieverslagen van het onderwijs (inclusief jaaroverzichten); gebruikte handboeken kwaliteitszorg; notulen van de opleidingscommissie en examencommissie; beleidsstukken. Ter bestudering vooraf werden afstudeerscripties en het meest re cente beschikbare materiaal op het gebied van alumni-onderzoeken opgevraagd. Het bezoek begon op de eerste dag met een startvergadering en een bespreking van de zelfstudies en de afstudeerscripties. Uit de bij de zelfstudies gevoegde lijst van meest recente scripties had de commissie er ruim vóór het bezoek een aantal geselecteerd en opgevraagd, waarbij was gelet op een goede spreiding naar specialisa tie en gegeven eindcijfer. Voor zover dat mogelijk was, heeft de commissie tijdens het bezoek de overige mastertheses en portfolio s bestudeerd en in de beoordeling betrokken. Na de startvergadering en voorbespreking werden gesprekken gevoerd met verschillende delegaties, zoals de opstellers van de zelfstudie, de verantwoordelijken voor kwaliteitszorg (stu- 13

14 denten apart), de leden van de opleidingscommissie (studenten apart), verschillende groepen studenten (waaronder vertegenwoordigers van studieverenigingen), leden van de wetenschappelijke staf, vertegenwoordigers van de examencommissie, studieadviseurs/-begeleiders, onderwijscoördinatoren, en opleidingsmanagement/faculteitsbestuur. Tijdens het bezoek hield de commissie een ruim van tevoren op brede schaal aangekondigd spreekuur, waar zowel studenten als docenten de gelegenheid kregen om een specifiek punt in een persoonlijk gesprek onder de aandacht van de commissie te brengen. Belangstellenden konden zich daarvoor direct bij de secretaris van de commissie aanmelden. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Bij het bezoek heeft een deel van de commissie een korte rondleiding gekregen om zich een beeld te kunnen vormen van de beschikbare faciliteiten. Na afronding van de visitatiegesprekken heeft de commissie haar conclusies geformuleerd aan de hand van de checklist. De commissie is bij het toekennen van scores per facet uitgegaan van de in het QANU-kader beschreven vier puntsschaal. De ingevulde lijst is de basis geweest voor de formulering van de opleidingsrapporten en voor de inhoud van de mondelinge rapportage met het voorlopige oordeel van de commissie aan het eind van de laatste visitatiedag. Beslisregels De commissie heeft voor de beoordeling van de 21 facetten een vierpuntsschaal en de standaard QANU-beslisregels gevolgd. Deze zijn: de beoordeling onvoldoende wijst erop dat het facet beneden de gestelde verwachting ligt en dat beleidsaandacht op dit punt nodig is; de beoordeling voldoende houdt in dat het facet beantwoordt aan de basisstandaard of basisnorm; de beoordeling goed houdt in dat het niveau van het facet uitstijgt boven de basiskwaliteit; de beoordeling excellent houdt in dat voor het facet een niveau wordt gerealiseerd waardoor de beoordeelde opleiding zowel nationaal als internationaal als een voorbeeld van goede praktijk kan functioneren. Binnen een facet kan compensatie plaatsvinden: een onvoldoende en een goed kunnen leiden tot het gemiddelde: voldoende. Per onderwerp is op een tweepuntsschaal een oordeel gegeven: voldoende of onvoldoende. In de opleidingsrapporten is na het laatste facet een overzicht van de oordelen op facet- en onderwerpniveau opgenomen. Uitwerking van de beslisregels Doordat de commissie conform de regels het predikaat voldoende heeft gebruikt voor de basisstan daard of basisnorm, zou het oppervlakkig gezien kunnen lijken alsof ze de gevisiteerde programma s aan de magere kant beschouwt. De visitatiecommissie beoordeelt echter of de gestelde basiskwaliteit binnen de opleiding is gewaarborgd. 14

15 Het conceptbeoordelingsrapport is in commissieverband vastgesteld via een discussie in maart Vervolgens heeft de hoor- en wederhoorprocedure plaatsgevonden, waarbij het rapport voor correctie van eventuele feitelijke onjuistheden is aangeboden aan het betrokken faculteitsbestuur. De commissie heeft de ontvangen reactie bekeken en wanneer daartoe in haar ogen aanleiding bestond, verwerkt in de formulering van het definitieve rapport. Aan het eind van het proces is het rapport nog formeel (via ) voor goedkeuring aan alle commissieleden voorgelegd. 15

16 16

17 2. Het referentiekader van de commissie 2.1. Inleiding De visitatiecommissie heeft als taak een oordeel te geven over het onderwijs dat door de twee zelfstandige masteropleidingen Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap (voorheen afstudeerrichtingen binnen de opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen) worden verzorgd. De commissie mag niet volstaan met het geven van oordelen: zij dient ook aan te geven waarop deze gebaseerd zijn. Daarom wordt in dit hoofdstuk het referentiekader van de commissie beschreven. Het eerste referentiekader is uiteraard het QANU-kader met de door de NVAO aangegeven onderwerpen en toetspunten die in het QANU-kader nader uitgewerkt zijn. De meer specifieke invulling van de meest relevante elementen wordt in het domeinspecifiek referentiekader uitgewerkt. Dit referentiekader sluit aan op het referentiekader van de visitatiecommissie Algemene Gezondheidswetenschappen van De commissie hecht er ook aan te benadrukken dat binnen de kaders de keuze van de opleiding voor haar eigen profiel en doelstellingen nadrukkelijk wordt meegenomen. Respect voor de eigenheid van een opleiding veronderstelt dat in de eerste plaats wordt nagegaan in hoeverre de opleiding erin slaagt de eigen doelstellingen te realiseren. Dit neemt niet weg dat van de opleiding in ieder geval verwacht wordt dat een aantal minimumeisen verwezenlijkt wordt Domein Gezondheidswetenschappen Allereerst is het goed om te kijken naar het domein van de Gezondheidswetenschappen, het domein waarbinnen Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap te plaatsen zijn. Het vakgebied Gezondheidswetenschappen richt zich op de wijze waarop de zorgverlening vorm krijgt en kan krijgen. Uit die uitspraak volgt dat Gezondheidswetenschappen twee zaken niet is. Aan de ene kant bestaat er een afbakening ten opzichte van de zorgverlening zelf: Gezondheidswetenschappen betreft geen opleiding tot medicus, psycholoog, fysiotherapeut, logopedist of andere behandelaar. Aan de andere kant kan het gebied afgebakend worden ten opzichte van disciplines als rechten, economie en beleidswetenschappen. Gezondheidswetenschappen is meer dan toegepaste beleids- of organisatiewetenschap, gericht op een specifieke maatschappelijke sector. Het kenmerkende van het vakgebied zit juist in het vertrekpunt: de wijze waarop individuen en instituties de zorgverlening organiseren en (kunnen) vormgeven. Bij de vraag hoe zorgverlening vormgegeven wordt en kan worden, zijn vele invalshoeken mogelijk. Gezondheidswetenschappen is dan ook naar zijn aard een breed vak waarin veel verschillende benaderingswijzen mogelijk zijn. In de opleiding zal iets van de breedte van het vak aan bod moeten komen, maar een specialisatie en verbijzondering naar bijzondere invalshoeken is even onvermijdelijk als gewenst. Gezondheidswetenschappen valt ook nader te verbijzonderen naar specifieke zorgsectoren. Een eerste indeling is die tussen preventie en de patiëntgeoriënteerde zorgverlening. Preventie omvat een aantal aspecten: gezondheidsbescherming (iets wat steeds meer een internationale 17

18 aangelegenheid wordt), facetbeleid (denk aan gezondheid op de werkplek, de rol van volkshuisvesting en het leefmilieu), en gedragsbeïnvloeding. Ook de wereld van de patiëntgeoriënteerde zorgverlening valt uiteen te leggen in verschillende sectoren: ziekenhuiszorg, eerstelijnszorg, geestelijke gezondheidszorg, zorg voor verstandelijk gehandicapten, ouderenzorg waarbij de grenzen tussen deze sectoren zeker niet vast staan. Ook nu geldt dat van studenten verwacht mag worden dat ze een globaal beeld van al deze aspecten hebben, en specifieke kennis van enkele deelsectoren opdoen. Behalve kennis van de verschillende aspecten die mede bepalen hoe zorg wordt vormgegeven, moeten studenten ook vaardigheden opdoen die aansluiten bij de te verwachten beroepspraktijk. Waar gezondheidswetenschappen een breed scala aan invalshoeken kent, kent het ook een breed scala aan mogelijke beroepspraktijken. Het feit echter dat het een vak is dat zich richt op de vormgeving van de zorg, impliceert dat veel afgestudeerden een plek zullen krijgen waarin ze juist daaraan hun bijdrage zullen moeten leveren. Voor een deel zal dat zijn beslag krijgen in beleids- en bestuursfuncties. Dat kan op landelijk niveau, maar ook op regionaal niveau. Het kan bij overheden, maar ook bij brancheorganisaties, verzekeraars of patiëntenorganisaties. Voor een deel zal de deskundigheid echter ook worden ingezet binnen zorginstellingen, vaak als staffunctionaris. Met dergelijke beroepspraktijken in het verschiet mag verwacht worden dat in de opleidingen voldoende aandacht gegeven wordt aan het soort vaardigheden dat in deze settingen nodig is om effectief te opereren. Voor een deel zullen afgestudeerden echter ook hun weg vinden in de wetenschappelijke beroepsuitoefening. Van afgestudeerden mag worden verwacht dat ze over de basale vaardigheden beschikken om een dergelijke carrièrelijn verder te ontwikkelen. De positie van opleidingen op het terrein van Gezondheidswetenschappen, waaronder die op het gebied van Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap, kan met nog andere woorden getypeerd worden als een positie die vooral haar wortels vindt in het streven naar het verder rationaliseren (of zo men wil: verzakelijken en verbeteren) van de uitvoeringspraktijk. Het kunnen uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is hiervoor een belangrijke voorwaarde, maar evenzeer ligt het voor de hand dat binnen een dergelijk streven een accent ligt op het inzichtelijk en hanteerbaar kunnen maken van een breed corpus van wetenschappelijke inzichten voor de beroepspraktijk, en omgekeerd op vaardigheden om vragen uit de praktijk, in dit geval de fysiotherapie en logopedie, voldoende helder te kunnen maken opdat ze onderdeel kunnen worden van een proces van rationalisering. Dit algemene uitgangspunt leidt tot een aantal meer specifieke desiderata voor het programma Het onderwijsprogramma A. Doelstelling en aard van de opleidingen De masteropleidingen Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap hebben als doel studenten op te leiden tot een academische master op wetenschappelijk niveau. Daarnaast bereiden ze studenten voor op een maatschappelijke loopbaan waarbij de kennis en vaardigheden die binnen de studie verworven zijn, van nut kunnen zijn. Dit betekent dat zowel het wetenschappelijk niveau als de maatschappelijke relevantie worden gegarandeerd. Actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied krijgen voldoende aandacht in de opleiding. Tevens geldt dat de student zodanig wordt opgeleid dat hij/zij kan worden toegelaten tot een opleiding die voorbereidt op een promotie. 18

19 De commissie verwacht van de masteropleidingen die in het kader van de visitatie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap beoordeeld worden, dat zij tot doel hebben: a. kennis van en inzicht te bieden in algemene theorievorming en methoden op het gebied van Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap; b. kennis van en inzicht te bieden in specifieke verdieping ten aanzien van het vakgebied en object van studie; c. kennis van en inzicht in (actuele) vraagstukken in het vakgebied en hiertoe een beargumenteerd standpunt kunnen bepalen; d. bekendheid met enkele wezenlijke gebieden van lopend onderzoek in het object van studie; concepten en waarden op het gebied van studie kunnen hanteren en onderscheiden en debatten op dat gebied kunnen aangaan, inclusief de bewustheid dat kennis beperkingen kent; e. de nadruk te leggen op de waarde van de wetenschappelijke benadering, van inzicht in theorie en methodologie, en van een optiek van relativiteit van interpretaties; f. een kader te bieden waarbinnen de student probleemgericht leert omgaan met de theorie en de verworven kennis, en het verworven inzicht op een wetenschappelijke manier leert toe te passen, ook op bronnen op het betreffende wetenschapsgebied; g. een evenwicht te bieden tussen breedte en diepte van kennis. Doelstellingen en eindtermen algemeen de eindtermen van de opleiding zijn mede gebaseerd op de wettelijke regelingen, de ontwikkelingen in het wetenschaps- en vakgebied, de arbeidsmarkt voor de afgestudeerden, de kennis omtrent leren en onderwijzen en relevante maatschappelijke ontwikkelingen; de keuzes die daarbij door de opleiding zijn gemaakt, zijn helder en expliciet vastgelegd in het onderwijsbeleid van de opleiding en vertaald naar het opleidingsprofiel; de doelstellingen en eindtermen zijn helder en concreet. De eindtermen zijn beschreven aan de hand van bij de studenten waarneembaar gedrag; in de doelstellingen en eindtermen komt het wetenschappelijk niveau van de opleiding concreet tot uitdrukking; de eindtermen zijn sturend en richtinggevend voor de inhoud en de vormgeving van het onderwijsaanbod; doelstellingen en eindtermen zijn zowel geformuleerd op het niveau van de opleiding als op programmafase en cursusniveau; de docenten werken aantoonbaar in het kader van de eindtermen van de opleiding; er is sprake van een herkenbare samenhang tussen de eindtermen van de opleiding en de doelstellingen op cursusniveau, programmafase en programmaniveau; eindtermen en doelstellingen zijn zo geformuleerd dat ze toetsbaar zijn. B. Eindtermen en kwalificaties masteropleiding Studenten die een masteropleiding hebben afgerond in één van de opleidingen die in het kader van de visitatie Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap worden beoordeeld, dienen over de volgende kennis en vaardigheden te beschikken: Kennis kennis van en het vermogen tot actieve deelname aan de wetenschappelijke activiteiten van de discipline. Dit impliceert voldoende kennis en inzicht voor het zelfstandig opzetten 19

20 en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek; grondige kennis van en inzicht in de belangrijkste theorieën en de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en -technieken; kennis van de complexiteit en diversiteit van het vakgebied en het vermogen om deze kennis bij de beoordeling van eigen en ander onderzoek toe te passen; Vaardigheden de afgestudeerde zal in staat zijn deel te nemen aan een discussie met vakgenoten. Zowel lezen als schrijven, luisteren, spreken en interpreteren is daarvoor noodzakelijk; actieve beheersing van de onderzoeksmethoden en -technieken van het betreffende vakgebied, zodat de student onder begeleiding zelfstandig onderzoek kan uitvoeren; gegevens op een diepgaand academisch niveau kunnen analyseren, vergelijken, kritisch toetsen en hiervan op een heldere wijze schriftelijk en mondeling verslag kunnen doen; in staat zijn de kennis van de verschillende bestudeerde domeinen te integreren. Afstemming op het afnemend veld Afgestudeerden beschikken over voldoende van de genoemde vaardigheden om zelfstandig beroepen of functies te kunnen vervullen op academisch niveau zogenaamde academische beroepen waarvoor een wetenschappelijke masteropleiding op het gebied van Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap vereist of dienstig is. Onder academische beroepen worden beroepen verstaan waarin duurzame kennisontwikkeling, -verwerving of -verwerking, onzekerheid (er wordt langdurig gewerkt aan iets waarvan niet alleen de uitkomst onbekend is, maar waarvan ook onzeker is of er wel iets uitkomt dat echt standhoudt) en verantwoordelijkheid samengaan. Academische vaardigheden en attitude Afgestudeerden van de masteropleiding zijn in staat: zich op het gebied van het object van de studie een oordeel te vormen op grond van onvolledige of beperkte informatie, daarbij rekening houdend met relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten; tot reflectie op ethische, historische, methodologische en sociaal-psychologische aspecten van de wetenschap die zich richt op het object van de studie; zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten. C. Inhoud/programma masteropleidingen De masteropleidingen realiseren onder meer een verdieping van de algemene doeleinden van de voorafgaande (bachelor)opleiding. Daarnaast moet de student opgeleid worden tot het verrichten van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld door een leeronderzoek. In de masteropleidingen specialiseert en verdiept de student zich. Het programma biedt ruimte voor grondige bestudering van methodologie en theorie en voor de samenstellende of ondersteunende disciplines. De deeldomeinen dienen op elkaar afgestemd te zijn, zodat de opleiding een samenhangend en coherent geheel is. In het programma van de masteropleiding is voldoende ruimte aanwezig voor de ontwikkeling van de specifieke onderzoeksvaardigheden, zodat een masterstudent in staat is een masterscriptie te schrijven op het gebied van het object van studie. De masteropleiding wordt afgesloten 20

21 met een individuele, integratieve, afsluitende opdracht, bijvoorbeeld een masterscriptie. De procedures en beoordelingscriteria zijn helder en expliciet en zijn van tevoren vastgesteld. In de masteropleiding wordt bovendien aandacht geschonken aan de maatschappelijke inbedding van het vakgebied Omgevingsfactoren De commissie hecht er aan in haar referentiekader expliciet aandacht te schenken aan de relatie met de arbeidsmarkt: Arbeidsmarkt de opleiding heeft structurele contacten met het werkveld; de opleiding heeft een duidelijk beeld van de arbeidsmarkt voor afgestudeerden Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap en heeft zich daarin geprofileerd; de kennis van en ervaring met het werkveld wordt systematisch vertaald naar het onderwijsaanbod; binnen de opleiding is iemand herkenbaar verantwoordelijk voor de aansluiting van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarkt; de opleiding voert een actief alumnibeleid; Studenteninstroom de opleiding voert een beleid gericht op het vroegtijdig signaleren van veranderingen in de instroom; het onderwijsprogramma is afgestemd op de wettelijk toelaatbare student; het vrijstellingenbeleid is expliciet geformuleerd; in het onderwijsaanbod zijn mogelijkheden ingebouwd om deficiënties in kennis en vaardigheden weg te werken; de opleiding heeft een signaleringssysteem voor het tijdig onderkennen van aansluitingsproblemen De onderwijsorganisatie De onderwijsorganisatie: is zodanig ingericht dat sturing van het onderwijs mogelijk is; is zodanig van opzet dat de samenhang in het onderwijsprogramma (zowel in de ontwikkelings- als in de uitvoerings- en verbeterfase) gewaarborgd is; het opleidingsmanagement heeft de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om vanuit de doelstellingen en eindtermen en het daarop gebaseerde opleidingsprofiel vorm en inhoud te geven aan het onderwijs en de onderwijsorganisatie; de interne werk- en overlegstructuur is afgestemd op de noodzakelijke sturing van het onderwijsprogramma; de opleiding heeft een studentenbegeleidingssysteem met duidelijk omschreven taken en verantwoordelijkheden. 21

22 2.6. Beheer Personeelsbeleid selectie van personeel vindt mede plaats op basis van taakprofielen die afgestemd zijn op de onderwijstaken; het periodiek voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken is een integraal onderdeel van het personeelsbeleid van de opleiding; de opleiding heeft een geëxpliciteerd scholingsbeleid dat afgestemd is op de eisen van het onderwijsprogramma en op de resultaten van functioneringsgesprekken; resultaten van evaluaties vormen mede de basis voor het te voeren personeelsbeleid; de opleiding werkt met normen voor het vaststellen van de docentlast; Interne kwaliteitszorg de opleiding beschikt over een geëxpliciteerd integraal kwaliteitszorgsysteem; het kwaliteitsbeleid en -systeem is zowel preventie- als controlegericht; de kwaliteitszorg betreft niet alleen het primaire proces, maar alle kwaliteitsaspecten in hun onderlinge samenhang en in relatie tot de verantwoordelijkheidsniveaus; de opleiding werkt zo veel mogelijk met streefnormen om te beoordelen of en in welke mate de gewenste kwaliteit wordt gerealiseerd; er is duidelijk vastgelegd waar de verantwoordelijkheden liggen voor de kwaliteitszorg en wie welke taken daarin heeft; de opleiding beschikt over de informatiesystemen die nodig zijn voor het totstandbrengen van kwaliteit en voor het bewaken en beoordelen van geleverde kwaliteit; de kwaliteitsbewaking is afgestemd op de met het onderwijsontwerp beoogde doelen en de streefnormen die voor het halen daarvan zijn vastgesteld; binnen de opleiding is een klimaat aanwezig gericht op het leveren van maximale kwaliteit; de opleiding voert een beleid dat aandacht voor het leveren van kwaliteit bevordert. 22

23 3. Algemene bevindingen In de volgende hoofdstukken zullen de specifieke resultaten van de visitatie systematisch worden gepresenteerd aan de hand van de checklist die hierboven al is geschetst. In dit hoofdstuk wil de commissie echter eerst een meer algemeen beeld presenteren van de opleidingen. Dat beeld vormt het decor waartegen de verschillende specifieke resultaten straks geplaatst moeten worden. Een viertal zaken springt in het oog. Allereerst gaat het om opleidingen die bijzonder zijn wat betreft omvang, leeftijd en uniciteit. De omvang van beide opleidingen, zeker die van Logopediewetenschap, is heel klein. Menige vakgroep aan een andere faculteit is vele malen groter, terwijl die vaak slechts een deel van een opleidingsprogramma verzorgen. De opleidingen zijn ook jong. De commissie was net op tijd om de eerste afgestudeerden te kunnen feliciteren met het behalen van hun diploma. De opleiding is ook uniek in de zin dat er in Nederland nauwelijks vergelijkbare opleidingen bestaan: voor Logopediewetenschap in het geheel niet, en voor Fysiotherapiewetenschap nauwelijks. In vergelijking met het buitenland zijn de opleidingen minder uniek. In landen als België en Duitsland, maar ook in de V.S. bestaat er al langer een traditie van het verwetenschappelijken van wat we in Nederland aanduiden als paramedische en verplegende vakken. De commissie heeft zich dan ook waar mogelijk sterk georiënteerd op deze buitenlandse ervaringen. Ten tweede vertonen de opleidingen duidelijk sporen van het feit dat ze zich menen te moeten wapenen tegen het voor de hand liggende verwijt dat ze feitelijk niet anders zijn dan een beroepsopleiding op hbo-niveau. Nu heeft de commissie, zoals uit dit rapport zal blijken, weinig twijfels op dit punt: de opleidingen hebben een heel heldere wo-oriëntatie en academische oriëntatie. Er is consequent doorberedeneerd vanuit de vraag hoe mensen kunnen reflecteren op de praktijk van fysiotherapie en logopedie. Dat komt ook terug in het gegeven dat bij de structurering van de opleidingen de onderzoekscyclus centraal heeft gestaan. Gezien de fase en positie waarin de opleidingen zich bevinden, heeft de commissie alle begrip voor deze keuze. Tegelijkertijd signaleert ze het risico dat deze opleidingen plus royaliste que le roi kunnen worden. Studenten en afgestudeerden gaven aan dat ze bijvoorbeeld beleidsaspecten, organisatorische aspecten en kwaliteitszorgaspecten iets explicieter in het programma hadden willen terugvinden. Een dergelijke profilering lijkt nu nog vermeden te worden om maar niet te veel de schijn van praktijkopleiding op zich te laden. De vraag is of dat niet iets te voorzichtig is. Wie deze opzet vergelijkt met andere academische studies, waaronder zeker ook de Geneeskunde, kan constateren dat daar praktische oriëntaties veel vaker onderdeel van het curriculum zijn. En wie de opleiding vergelijkt met opleidingen in het buitenland, kan constateren dat daar academische opleidingen op gebieden als fysiotherapie en logopedie zelfs gebruikt worden om zeer gespecialiseerde hulpverleners op te leiden. Het in Nederland maar niet adequaat van de grond komende debat over de verhouding tussen wo en hbo lijkt hier dus geleid te hebben tot een voorzichtige benadering. De commissie pleit ervoor dit debat op een manier door te zetten die niet uitnodigt tot defensief gedrag. Wellicht zou zelfs overwogen kunnen worden om eens een gezamenlijke visitatie van onderling samenhangende vakken op hbo- en wo-niveau uit te proberen. De nu gevisiteerde opleidingen lenen zich daar bij uitstek voor. Een derde observatie betreft de belasting van de opleiding. Ook in dat opzicht lijkt een vaste koersbepaling in Nederland minder aanwezig, nu veel studenten hun studie wensen te combineren met allerlei bijbaantjes. De gevisiteerde opleidingen kennen al een veel langere traditie van de combinatie van werk en opleiding, zij het dat het werk hier tenminste functioneel 23

24 gemaakt wordt voor de opleiding, en omgekeerd. We komen al weer bij volgend punt. Wordt er voldoende hard gewerkt? Ook in dat opzicht is de commissie van mening dat de beide opleidingen aan de maat zijn in de zin dat ze pittig zijn en prettig druk. Daar komt bij dat het bij dit soort opleidingen ook vaak gaat om mensen die naast de opleiding én een baan hebben, én een gezin. De opleiding bereikt net nog niet de pijngrens, maar komt er wel in de buurt. Tot slot valt de kwetsbaarheid van de opleidingen op. Die is voor een deel een gevolg van de omvang. Er hoeven maar enkele mensen onder de spreekwoordelijke tram te komen, en de opleiding is haar kader kwijt. Kleinschaligheid bevordert de overzichtelijkheid, maar als er veel met gastdocenten gewerkt moet worden, is het toch de vraag hoe ze voldoende met elkaar op een lijn gebracht kunnen worden. Internationalisering is eveneens lastig in een kleine setting. Voor een deel kan de kwetsbaarheid overigens ook opgevangen worden: de commissie was bijvoorbeeld zeker gecharmeerd van de wijze waarop de infrastructuur van het UMCU op het gebied van kwaliteitszorg ingezet was om de opleidingen substantieel te verbeteren. Hier schuilen overigens tegelijkertijd risico s: de docenten van de opleidingen moeten hun onderzoek onderbrengen binnen onderzoekslijnen van het UMCU die allemaal hun eigen regels kennen, en waarbinnen de specifieke logopediewetenschappelijke of fysiotherapiewetenschappelijke aspecten zelden zwaar meetellen in de debatten over de richting van het onderzoek. Ook de instroom verkeert nog in een kwetsbare positie: nu wordt nog de markt afgeroomd van de gemotiveerde beroepsbeoefenaren die niet eerder een kans kregen zo n opleiding te volgen, maar die inhaalmarkt zal op enig moment opgedroogd zijn. Er ligt dan ook een opgave om in overleg met de relevante hbo-instellingen en zorginstellingen structurele afspraken te maken over de instroom en vormen van samenwerking. Met deze observaties en waarschuwingen wil de commissie overigens geenszins de indruk wekken dat de opleidingen niet levensvatbaar zijn verre van dat. Wel vormen ze een oproep om de ontwikkeling van de opleidingen de komende jaren nog met de nodige zorgvuldigheid te omgeven. 24

25 DEEL II: OPLEIDINGSDEEL 25

26 26

27 1. De masteropleiding Logopediewetenschap aan de Universiteit Utrecht Administratieve gegevens: Naam opleiding: Logopediewetenschap CROHO-nummer: Niveau: master Oriëntatie: wo Studielast: 60 EC Graad: master Variant(en): deeltijd Locatie(s): Universiteit Utrecht, UMC Utrecht Einddatum accreditatie: 31 december 2007 Het bezoek van de commissie aan de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Utrecht vond plaats op 23 en 24 november Structuur en organisatie van de faculteit De masteropleiding Logopediewetenschap is organisatorisch ingebed in de onderwijseenheid Algemene Gezondheidswetenschappen (AGW) van de Universiteit Utrecht (UU), waar tevens de opleidingen Fysiotherapiewetenschap en Verplegingswetenschap onderdeel van uitmaken. Er is een nauw samenwerkingsverband tussen deze drie masteropleidingen. AGW kent een gezamenlijke opleidingscommissie, examencommissie en toelatingscommissie waarin steeds vertegenwoordigers van de drie masteropleidingen (Logopediewetenschap, Fysiotherapiewetenschap en Verplegingswetenschap) participeren. Van de opleidingen Logopediewetenschap en Fysiotherapiewetenschap wordt in dit rapport verslag gedaan. Het rapport over de masteropleiding Verplegingswetenschap is eerder verschenen en deze masteropleiding is inmiddels geaccrediteerd. De onderwijseenheid AGW is onderdeel van de Directie Onderwijs en Opleidingen van de Faculteit Geneeskunde (FGNK). De Faculteit Geneeskunde is een van de zeven faculteiten van de Universiteit Utrecht en vormt samen met het Wilhelmina Kinderziekenhuis het Universitair Medisch Centrum Utrecht Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw ongedeelde opleidingen: stand van zaken De masteropleiding Logopediewetenschap is in september 2005 van start gegaan als vervolg op de doctoraalafstudeerrichting Logopediewetenschap, een van de drie afstudeerrichtingen van AGW. Het is een masteropleiding van 60 EC die als tweejarige deeltijdopleiding wordt aangeboden. De doctoraalafstudeerrichting Logopediewetenschap had bij de start in 2003 tot maatschappelijk doel afgestudeerden af te leveren die op grond van hun academische vaardigheden bijdragen aan de (logopedie)wetenschap. Om het vakgebied vanuit de eigen expertise verder te 27

28 kunnen ontwikkelen, werd het noodzakelijk geacht dat hbo-opgeleide logopedisten konden instromen. Daarnaast werd bij de start van de afstudeerrichting reeds geanticipeerd op de komst van de bachelor-masterstructuur. De nieuwe masteropleiding is voor een groot deel gebaseerd op de oude doctoraalopleiding. Op basis van evaluaties zijn daarin verbeteringen doorgevoerd. Per 1 september 2005 zijn alle studenten van de doctoraalafstudeerrichting overgestapt naar de masteropleiding. Dit betekent dat de oude doctoraalafstudeerrichting volledig is afgebouwd Het beoordelingskader Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving De opleiding Master of Science Logopediewetenschap (LW) ziet het als haar opdracht een essentiële bijdrage te leveren aan de wetenschappelijke ontwikkeling en onderbouwing van de logopedische zorgverlening in een multidisciplinaire context. Daartoe is behoefte aan afgestudeerden die op grond van hun academische vaardigheden in de rol van onderzoeker, vakvernieuwer en kennisdeler kunnen bijdragen aan het vakgebied. Als onderzoeker is de logopediewetenschapper in staat om wetenschappelijke kennis te genereren met als belangrijkste doel de zorg te legitimeren en de kwaliteit ervan te verhogen. Als vakvernieuwer is de logopediewetenschapper in staat om uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek te integreren en te implementeren op macro- en mesoniveau in de wetenschap en de gezondheidszorg, de logopedie in het bijzonder. Dit houdt ook in het kunnen formuleren van innovatie- en kwaliteitsbeleid en het kunnen initiëren en evalueren van veranderingsprocessen. Als kennisdeler is de logopediewetenschapper in staat om wetenschappelijke kennis met de nodige kritische visie te verspreiden binnen en buiten de beroepsgroep, en te delen met wetenschappers, zorgprofessionals en derden. In schema: Wetenschappelijk Onderzoeker Vakvernieuwer Kennisdeler De logopediewetenschapper als academische professional 28

29 Binnen het kader van observeerbare, onderwijsbare, en haalbare eindkwalificaties ziet de opleiding een adequate vertaling hiervan in de onderstaande zes eindtermen. Studenten die de opleiding doorlopen kunnen: 1. wetenschappelijke, professionele en maatschappelijke ontwikkelingen omzetten in een visie op logopedische zorgverlening, die aansluit bij de maatschappelijke normen en waarden; 2. efficiënt samenwerken en communiceren met collega s binnen de gezondheidszorg en de wetenschap, in binnen- en buitenland; 3. vragen op het gebied van de logopedie omzetten in voorstellen voor wetenschappelijk onderzoek; 4. praktijkrelevant wetenschappelijk onderzoek binnen het domein van de logopedie opzetten, uitvoeren en erover rapporteren volgens de gangbare normen en opvattingen van de wetenschap; 5. resultaten uit wetenschappelijk onderzoek vertalen naar consequenties voor beleid en uitvoering van de logopedische zorgverlening; 6. zorginnovaties binnen het domein van de logopedie implementeren in de relevante zorgpraktijk, en deze zorginnovaties toetsen op effectiviteit, bruikbaarheid en kwaliteit. Een volledig overzicht van de eindtermen en leerdoelen en van hun relatie met de hoofdrollen van de logopediewetenschapper is opgenomen in bijlage 1. In de ontwerpfase van de opleiding heeft men zich nationaal en internationaal georiënteerd. In Nederland bestaan er twee relevante beroepsverenigingen die wetenschappelijke onderbouwing en academische inbedding van de logopedie van groot belang vinden: de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) en een wetenschappelijke vereniging van academici, de Nederlandse Vereniging voor Stem-, Spraak- en Taalpathologie (NVSST). De doelen en eindtermen van de opleiding zijn in nauw overleg met deskundigen uit het beroepsveld vastgesteld. Volgens zowel de NVLF als de NVSST sluiten de eindkwalificaties aan bij de eisen en verwachtingen. Er zijn contacten met (wo-)zusteropleidingen in het buitenland met over en weer gastdocentschappen. Deze contacten zijn benut om het ontwerp van de eindkwalificaties voor te leggen aan buitenlandse vakgenoten. Deze vakgenoten zijn van mening dat de eindkwalificaties adequaat zijn en overeenkomen met de eisen die zij zelf stellen. Om de eindtermen van de opleiding up-to-date te houden is er een werkveldcommissie ingesteld met als opdracht de studierichting te adviseren over nieuwe ontwikkelingen die een plaats zouden kunnen krijgen in het programma en de leerdoelen. Deze commissie wordt jaarlijks om advies gevraagd. Oordeel De commissie is van mening dat de opleiding een duidelijk profiel en adequate eindkwalificaties heeft beschreven die aansluiten bij de eisen uit het beroepsveld en buitenlandse vakgenoten. De commissie heeft de doelstelling en eindtermen naast haar domeinspecifiek referentiekader gelegd en geconstateerd dat de opleiding in voldoende mate voldoet aan de eisen die daarin aan een masteropleiding worden gesteld. De commissie vindt de instelling van de werkveldcommissie zeer positief. 29

30 De commissie is van oordeel dat de doelstellingen en eindkwalificaties van de opleiding voldoende helder zijn en in voldoende mate aansluiten aan de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een masteropleiding Logopediewetenschap. Masteropleiding Logopediewetenschap: het oordeel van de commissie is voldoende. F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. Beschrijving In de zelfstudie wordt door de opleiding aangegeven hoe, aan de hand van de Dublin-descriptoren, de eindkwalificaties van de opleiding naar aard, inhoud en niveau aansluiten bij de kwalificaties van een academische masteropleiding. (Zie ook bijlage 1 voor een weergave van de relatie tussen eindkwalificaties en Dublin-descriptoren en een overzicht van de relatie tussen leerdoelen, studieactiviteiten en beroepsrollen). Oordeel Naar de mening van de commissie staat in de zelfstudie de relatie tussen eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren adequaat beschreven. Alle gebieden komen daarbij voldoende aan bod. De commissie heeft de door de opleiding geformuleerde eindkwalificaties getoetst aan de beschrijving van de masterkwalificaties van de Dublin-descriptoren. Op grond van de mate waarin de verschillende eindkwalificaties te koppelen zijn aan één of meerdere van de beschreven descriptoren, trekt zij de conclusie dat het beoogde niveau van de opleiding correspondeert met het niveau van een universitair afgestudeerde master. Masteropleiding Logopediewetenschap: het oordeel van de commissie is voldoende. F3: Oriëntatie WO: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor en een Master in WO: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multien interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Beschrijving De opleiding Logopediewetenschap richt zich bij uitstek op het bekwamen van studenten in het zelfstandig verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek aan multidisciplinaire vraagstukken. De beroepspraktijk vraagt om oplossingen die wetenschappelijk onderbouwd (evidence based) zijn en van de hoogst bereikbare kwaliteit. De logopediewetenschapper vormt de link tussen het zuiver (fundamenteel) onderzoek (van mathematische modellen tot gedragswetenschappelijke theorieën) en de zorg. De eindtermen van de opleiding zijn daarom in overeenstemming met algemene, internationale eisen voor wetenschapsbeoefening: 30

31 vragen (op het gebied van de logopedie) omzetten in voorstellen voor wetenschappelijk onderzoek; praktijkrelevant wetenschappelijk onderzoek (binnen het domein van de logopedie) opzetten, uitvoeren en erover rapporteren volgens de gangbare normen en opvattingen van de wetenschap; resultaten uit wetenschappelijk onderzoek vertalen naar consequenties voor beleid en uitvoering (van de logopedische zorgverlening). Het wetenschappelijk niveau van de opleiding komt pregnant tot uiting in de eisen die gesteld worden aan de masterthesis. De opleiding wordt afgerond met een eigen wetenschappelijk onderzoek door de student, die daarover rapporteert in de vorm van een Engelstalig manuscript voor een wetenschappelijk tijdschrift. De eis die aan het manuscript wordt gesteld, is dat het van voldoende niveau is om aanbieding aan een internationaal tijdschrift met peer review te rechtvaardigen. Mede om het wetenschappelijk niveau te bewaken, worden eindtermen van de opleiding en producten van studenten regelmatig maar informeel door de opleidingscoördinator met buitenlandse collega s besproken. Hoewel formele internationale benchmarking nog niet heeft plaatsgevonden, bestaat de indruk dat de opleiding en de kwaliteit van de producten van studenten de internationale toets op wetenschappelijke oriëntatie kan doorstaan. De wetenschappelijke oriëntatie van de opleiding blijkt verder uit de verbindingen met internationale onderzoeksnetwerken (zoals de European Laryngological Research Group) en, via gastdocenten, met andere wetenschappelijke instituten en hun onderzoeksprogramma s. Oordeel Op basis van het bovenstaande, de gesprekken tijdens het bezoek en het bestuderen van het materiaal komt de commissie tot de conclusie dat de oriëntatie van de opleiding goed aansluit bij de eisen die door (internationale) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een wetenschappelijke masteropleiding Logopediewetenschap. De eisen die aan de masterscriptie worden gesteld, zijn daarvan een duidelijk voorbeeld. Masteropleiding Logopediewetenschap: het oordeel van de commissie is goed. Oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding. Voor de masteropleiding Logopediewetenschap luidt dat oordeel voldoende Programma Beschrijving van het programma De eindkwalificaties van de opleiding zijn gericht op het legitimeren en vernieuwen van de logopedische zorg en op het delen van kennis, opdat de werkers in de zorg beter kunnen beslissen en hun beslissingen ook beter kunnen onderbouwen. 31

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

QANU maart 2007. Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen

QANU maart 2007. Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen QANU maart 2007 Technische Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax:

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Oktober Culturele Antropologie

Oktober Culturele Antropologie Oktober 2006 Culturele Antropologie Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Versie 0.9, november 2008 QANU (Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Masteropleiding: Neerlandistiek Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

QANU juli 2010. Onderwijsvisitatie Gezondheidswetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam

QANU juli 2010. Onderwijsvisitatie Gezondheidswetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam QANU juli 2010 Onderwijsvisitatie Gezondheidswetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam QANU september 2010 Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015. Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: MSc Logopediewetenschap Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Niet van toepassing NB: Sinds 1 september 2013 is instroom in de masteropleiding

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie Uittreksel uit het visitatierapport biomedische laboratoriumtechnologie voedings- en dieetkunde, 15 december 2008 Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Geschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Vergelijkende Indo- Europese taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Fiscaal

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Mei 2007 Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht en Notarieel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ,nvao F nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Mei 2007. Masteropleiding Mental Health Universiteit Maastricht

Mei 2007. Masteropleiding Mental Health Universiteit Maastricht Mei 2007 Masteropleiding Mental Health Universiteit Maastricht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een accreditatie voor een joint degreeopleiding

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indonesian Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong Toetsing en examinering bij accreditaties door Inge de Jong Inhoud 1. Aan welke eisen op het gebied van toetsing moet een opleiding voldoen? 2. Hoe kijkt een panel? 3. Hoe kan een opleiding goed duidelijk

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

27 november oktober januari april 2015

27 november oktober januari april 2015 sïwao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Onderwijskunde van de Hogeschool

Nadere informatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op scripties in: a. de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees

Nadere informatie

Liberal arts & sciences en brede bachelors Bacheloropleiding Gedrag en samenleving Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit

Liberal arts & sciences en brede bachelors Bacheloropleiding Gedrag en samenleving Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit Liberal arts & sciences en brede bachelors Bacheloropleiding Gedrag en samenleving Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Juni 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Versie juli 2013 Concept Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders April 2012 0 Inhoud Gebruikte begrippen en afkortingen... 2 Inleiding... 5 Opbouw

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing Nieuwe opleiding is): Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing bestaande opleiding Nevenvestiging

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Juridische kennis en professionele vaardigheden Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie