SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht"

Transcriptie

1 SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht Rapportage over het 2' en 3* kwartaal 2006 Versie: 1.1 Status: Bespreken / Kennisnemen In opdracht van: Wethouder J.W. Spigt Ambtelijk opdrachtgever: José Manshanden Projectleider/procesmanager: Jannie Storm Datum: 28 november 2006 Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

2 1 Inleiding 7.1 SMS-Kinderfonds Het SMS-Kinderfonds (School -Muziek-Sport Kinderfonds) is begin 2006 van start gegaan. Het fonds vormt een onderdeel van het armoedebeleid van de gemeente Dordrecht en heeft tot doel de maatschappelijke participatie van kinderen uit arme gezinnen te vergroten. Opgroeien in een arm gezin Heeft aanzienlijke gevolgen voor kinderen. Beperkte maatschappelijke participatie is één van die gevolgen. De gemeente Dordrecht hecht eraan dat kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen en vindt (het bevorderen van) participatie daarom essentieel. Met het SMS-Kinderfonds wil de gemeente Dordrecht kinderen uit arme gezinnen een kans geven te participeren. Dit doet zij door middelen besc hikbaar te stellen zodat kinderen uit arme gezinnen kunnen deelnemen aan allerlei activiteiten. Met een bijdrage uit het fonds kunnen kinderen deelnemen aan activiteiten van de school (schoolreisjes, schoolkamp), deelnemen aan zwemles, lid worden bij een s portctub, vereniging of kunstzinnige vorming, maar ook de benodigde (sport)materialen aanschaffen. Kinderen en jongeren tot 18 jaar, woonachtig in Dordrecht in een armoedesituatie komen in aanmerking voor het SMS-Kinderfonds. Als grens wordt 120% van het w ettelijke sociaal minimum (WSM) gerekend. Voor de uitvoering van het SMS -Kinderfonds werkt de gemeente samen met de Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds Zuid-Holland. De middelen uit het SMS- Kinderfonds worden pas ingezet als voorliggende voorzienin gen (bijzondere bijstand, kinderbijslag, kindertoeslag, tegemoetkoming studiekosten etc.) zijn benut. Een beoogd neveneffect van het SMS-Kinderfonds dient dus een betere benutting van de bestaande voorzieningen te zijn. 7.2 Rapportagesystematiek en leeswijzer Bij de start van het SMS-Kinderfonds is afgesproken om per kwartaal over de uitvoering aan het College te rapporteren. Na een eerste rapportage in juni 2006 (betreffende het 1" kwartaal) wordt in voorliggende notitie gerapporteerd over het 2 " en 3* kwartaal In deze rapportage zijn de gegevens verwerkt die door Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds conform artikel 3 van de uitvoeringsovereenkomst aan de afdeling Zorg van de Sociale Dienst zijn gerapporteerd (zie paragraaf 4). Om de resultaten van kwartaal 2 en 3 op een juiste wijze te kunnen interpreteren is het gewenst om ook zicht te hebben op de eerste resultaten van kwartaal 1. Vandaar dat we deze rapportage beginnen met een samenvatting van die resultaten (zie paragraaf 2). Verder wordt in voorliggende rapportage ingegaan op de door het Sociaal Geografisch Bureau (SGB) uitgevoerde O-meting naar de mate van participatie van kinderen tot 18 jaar en het gebruik van de voorzieningen onder deze groep (zie paragraaf 3). De publicatie van het SGB treft u aan als bijlage bij deze rapportage. Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

3 2 De start en de eerste resultaten 2.1 De start Eind januari 2006 is het SMS-kinderfonds gestart via een presentatie in de media. Tegelijkertijd zijn per brief alle betrokken organisaties (scholen, welzijn - en zorgsinstellingen, etc) geïnformeerd. De Stichting Leergeld en Jeugdsportfonds zijn in februari 2006 begonnen met het behandelen van aanvragen. Leergeld maakt, op basis van meldingen van intermediairs en organisaties, afspraken voor een huisbezoek. De aanvragen voor het Jeugdsportfonds lope n via de intermediairs {onder meer schoolmaatschappelijk werkers en gezinsvoogden) van Bureau Jeugdzorg. Om dubbele aanvragen en dubbel werk te voorkomen is afgesproken dat Leergeld en Jeugdsportfonds de aanvragen met elkaar afstemmen. 2.2 Resumé resultaten 7* kwartaal 2006 Op 8 juni 2006 is er door het College per informatiebrief voor het eerst aan de Raad gerapporteerd over de performance van het SMS -Kinderfonds. Destijds werd onder meer geconstateerd dat de start van het fonds gepaard ging met enkele onduidelijkheden. Zo was in de eerste maanden na de start nog niet bij alle aanvragende organisaties duidelijk dat men bepaalde activiteiten voor kinderen niet meer via de Dordtpas kreeg gesubsidieerd maar dat dit voortaan via het SMS-Kinderfonds diende te gebeuren. Verder werd geconstateerd dat de aanmelding via leerkrachten en/of decanen op scholen nog niet goed liep. Een dergelijke praktijk bleek tot gevolg te hebben dat dat ouders zelf ook aanmelders werden. Dit strookt niet met de uitgangspunten en werkwijze die voor het fonds gekozen zijn. Aangegeven is dan ook dat uitvoerder Leergeld in de volgende kwartalen meer aandacht zou besteden aan het goed informeren van de scholen over de werkwijze van het fonds. Tot slot bleek in het 1 e kwartaal dat de uitvoerder Stichting Leergeld moeilijk te bereiken was. Dit probleem is met Leergeld besproken en afgesproken werd dat de bereikbaarheid van de coördinator verbeterd diende te worden (dmv uitbreiding van het secretariaat met vrijwilligers en het uitbrengen van een folder waardoor aanvragen ook schriftelijk ingediend kunnen worden). De rapportage over het 1 e kwartaal eindigde met de verwachting dat de inmiddels geconstateerde toename van het aantal aanmeldingen in het 2 ' kwartaal gestaag door zou zetten in de rest van het jaar. Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

4 3 SMS Kinderfonds: een passend instrument 3.1 O-meting bevestigt belang SMS Kinderfonds Voor de Sociale Dienst is het belangrijk om te weten in hoeverre het SMS-Kinderfonds effectief wordt ingezet. Daarom is bij de start van het fonds afgesproken dat zij na vier jaar een evaluatie zal uitvoeren. Om inzicht te hebben in de uitgangssituatie heeft het Sociaal Geografisch Bureau bij de start van het SMS -Kinderfonds de opdracht gekregen om een-g-meting jj'^te-voereru. Door middel van een schriftelijke-enquête-onder,ruim 500 Dordtse gezinnen met kinderen tot 18 jaar is de participatie van kinderen en het gebruik van voorzieningen in kaart gebracht. Daarbij is onderscheid gemaakt naar gezinnen met een inkomen tot 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum (de doelgroep van het SMS-Kinderfonds) en gezinnen met een inkomen boven 120% WSM. De resultaten van de meting zijn in mei 2006 gepubliceerd. Enkele bevindingen uit die publicatie: Financiële situatie Een behoorlijk gedeelte van de gezinnen in Dordrecht met een inkomen tot 720% WSM heeft moeite met rondkomen. Bijna de helft zegt schulden te moeten maken en volgens vier op de tien is er onvoldoende geld om dagelijks groente en fruit te consumeren. Ruim de helft heeft niet genoeg geld om de schoolkosten van de kinderen te betalen en de ruime meerderheid kan zich geen nieuwe kleren of uitstapjes met het gezin permitteren. Participatie kinderen De ongunstige financiële situatie van gezinnen met een inkomen tot 120% WSM vertaalt zich ook in een mindere participatie van de kinderen aan activiteiten. Ruim de helft van de kinderen (4 tot 18 jaar) uit arme gezinnen participeren niet al het gaat om schoolreisjes en sporten bij een club. Het onderzoek onderstreept het belang van het bestaan van een kinderfonds. Zo gaan kinderen uit arme gezinnen slechts in de helft van de gevallen mee op schoolreisje, van kinderen uit een gezin met een inkomen boven de 120% WSM is dit in 8 op de 10 keer het geval. Verder sport slechts een kwart van de kinderen uit arme gezinnen bij een sportclub terwijl de 'beter bedeelde' kinderen vaker wel dan niet lid zijn van een sportclub. Het SMS-kinderfonds kan bijdragen aan het rechttrekken van deze ongewenste ongelijkheid. De gehele rapportage inzake de O-meting is als separate bijlage bijgevoegd. 3.2 Voorliggende voorzieningen Behalve vanuit het oogpunt van de bevordering van participatie blijkt ook dat het SMS - Kinderfonds ten aanzien van de bekendheid en het gebruik van beschikbare voorzieningen - één van haar subdoelstellingen - een passend instrument kan zijn Tijdens de huisbezoeken komen meer zaken aan de orde dan die strikt noodzakelijk zijn voor het invullen van een aanvraag in het kader van het SMS-Kinderfonds. Daar waar dat mogelijk is wordt door de intermediairs gewezen op het bestaan van overige voorzieningen in het kader van het minimabeleid. Deze inspanningen leiden samen met andere initiatieven van de Sociale Dienst Dordrecht (uitbrengen van het boekje 'Voorzieningen die u verder helpen', realisatie van een artikelenserie op de gemeentepagina en organisatie van een intermediairenbijeenkomst met voorlichting over Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

5 bestaande minimaregelingen) tot het verbeteren van het bereik van de voorliggende voorzieningen. In 2007 worden dergelijke initiatieven voortgezet en uitgebreid. Zo zal het voorlichten en trainen van intermediairs worden geïntensiveerd en zal, nog meer dan nu het geval, worden samengewerkt en afgestemd met de sector MO van de gemeente. De werkwijze van het SMS-Kinderfonds sluit goed aan bij een veranderende visie rond het minimabeleid in Dordrecht. Naast de traditionele curatieve aanpak (die noodzakelijk blijft) wordt steeds meer aandacht ingeruimd voor een meer preventieve en integrale aanpak met meerdere partners (de sector MO, Jeugdzorg, onderwijsinstellingen, etc,). Het bevorderen van participatie bij kinderen voorkomt problemen in de toekomst. De samenwerking met genoemde partners zorgt voor een beter zicht op de diverse door de gemeente gedifferentieerde doelgroepen (verminderde maatschappelijke participatie, problematische schulden, etc..). Door informatie uit te wisselen met elkaar en gebruik te maken van eikaars netwerken is het mogelijk om, zeker op het terrein van het ondersteunen van gezinnen met kinderen, een meer effectieve inzet van middelen te realiseren. Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

6 4 2 e en 3 e kwartaal 2006: de resultaten 4.1 Begrippen Om de nu volgende cijfers op een juiste wijze te kunnen interpreteren dient men notie te nemen van het feit dat: in één aangemeld gezin voor meerdere kinderen een aanvraag kan worden ingediend en het bovendien mogelijk is om per kind meerdere aanvragen in te dienen. 4.2 Verstrekkingen aan kinderen via Stichting Leergeld Cijfers In de maanden april tot en met september (het 2 * en 3" kwartaal) zijn er 195 gezinnen aangemeld (was in het 1" kwartaal 72) die voor één of meer kinderen één of meerdere aanvragen wenste in te dienen. Door de coördinator en de intermediairs zijn in deze periode 193 huisbezoeken afgelegd (was in het 1' kwartaal 38) waarbij aanvraagformulieren zijn ingevuld. Door de beoordelingscommissie (Coördinator en bestuursleden) zijn er in dit half jaar 241 aanvragen gehonoreerd (was in het 1 ' kwartaal 27) voor een bedrag van ,33 (was in het 1 " kwartaal 1.124,50). Er zijn 37 aanvragen afgewezen (was in het 1 e kwartaal 7). De 241 gehonoreerde aanvragen in het 2 en 3 B kwartaal samen betreffen 70 keer lidmaatschap van een sportvereniging, 32 keer het volgen van zwemlessen, 71 keer de kosten van een schoolreis of schoolfonds, 25 keer het verstrekken van een fiets, 32 keer het verstrekken van sportbenodigdheden en 11 keer het volgen van een muziekcursus. Kwartaal Totaal Aantal gezinnen aangemeld Gezinnen bezocht Aantal aanvragen ingediend Aanvragen gehonoreerd Totaal gehonoreerd bedrag 1.124, , , ,83 Aantal geholpen kinderen Aanvragen afgewezen Aanvragen nog in behandeling per einde kwartaal nvt Enkele opmerkingen ten aanzien van de resultaten van Stichting Leergeld: Het aantal met middelen van het SMS-Kinderfonds ondersteunde kinderen zal in 2006 nog fors oplopen. Want behalve de reeds 312 afgehandelende aanvragen (goed voor 195 geholpen kinderen) zijn er op 1 oktober 2006 nog 285 aanvragen in behandeling. Er vanuit gaande dat ook van deze aanvragen 85% wordt gehonoreerd zal het aantal geholpen kinderen over het jaar 2006 rond 350 uitkomen. Dit is conform de doelstelling zoals bij de start van het SMS - Kinderfonds geformuleerd. Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

7 Dat het aantal nog in behandeling zijnde aanvragen {en daarmee het aantal nog te helpen kinderen) relatief fors is {285} valt eenvoudig te verklaren. Voor een groot aantal aanvragen geldt dat nog ontbrekende bewijsstukken (deelnamebewijs sport, recreatie, etc.) moeten worden verzameld. Het completeren van een aanvraag kost gewoon tijd. Daarnaast is het zo dat er relatief veel nieuwe aanvragen in het derde kwartaal zijn ingediend. Deze aanvragen worden voor een aanzienlijk gedeelte pas in het 4 e kwartaal door de beoordelingscommissie getoetst en beoordeeld. In dat verband is het de verwachting dat het voor 2006 aan Stichting Leergeld per beschikking beschikbaar gestelde budget van ,- in het geheel zal worden benut. In het 2 kwartaal werd Leergeld geconfronteerd met een forse toename van het aantal aanvragen. Het aantal intermediairs bleek ontoereikend. Een achttal nieuwe kandidaten voor een intermediairsfunctie is inmiddels geworven en in de periode augustus/oktober opgeleid. Deze intermediairs gaan in 4 ' kwartaal aan de slag. Leergeld heeft de site gelanceerd. Op deze site is informatie te vinden over de stichting en er kan door elk individu een aanvraag worden aangemeld. Daarmee draagt de site bij aan de zichtbaarheid en de bereikbaarheid van Leergeld. In het 2 kwartaal werd geconstateerd dat het aantal aanmeldingen vanuit scholen opvallend laag te noemen was. In het 3 kwartaal zijn bijna alle directies van scholen voor VO voorzien van folders voor aanmeldingen. Een klein deel moet nog een mondelinge toelichting ontvangen. Leergeld geeft aan dat het, kijkend naar de aanvragen en verstrekkingen, opvalt dat er veel uitbetalingen op het terrein van sport liggen, terwijl het Jeugdsportfonds hiervoor de middelen ontvangt {voor een specifieke doelgroep weliswaar). Leergeld acht het van belang dat op basis van ervaringscijfers met Jeugdsportfonds en de gemeente overlegd wordt over deze constatering. In het 2" kwartaal heeft de serviceclub de Kiwani's de opbrengst van een golftoernooi geschonken aan Leergeld Dordrecht. Het ging om een bedrag van ,= euro. Er zijn door de stichting in kwartaal 3 afspraken gemaakt met enkele bedrijven. Zo is het mogelijk om een fiets of bijvoorbeeld sportbenodigdheden te krijgen via inlevering van een door de Stichting beschikbaar gestelde cheque. In het 3* kwartaal constateert Leergeld dat er bij de huisbezoeken meer zaken op tafel komen dan van belang voor het invullen van een aanvraag (multi - problematiek). De stichting geeft aan dat het van belang is om deze ontwikkeling goed te volgen en in overleg te bepalen waar de grenzen van Leergeld zich bevinden. 4.3 Verstrekkingen aan kinderen via het Jeugdsportfonds Cijfers In de maanden april tot en met september {2 e en 3* kwartaal) zijn er via het Jeugdsportfonds 17 aanvragen gehonoreerd (was in 1 e kwartaal 13). Het betreft in alle gevallen de kosten voor deelname aan sport. Het totaal van de toegekende aanvragen in het 2' en 3 kwartaal bedraagt 3.280,80 (was in het 1 kwartaal 2.636,50). Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie 1.1 OQ ni-ilinmhnr "J<~\r\R 28 november 2006

8 Enkele opmerkingen ten aanzien van de resultaten van het Jeugd sport fonds: In een toelichting op de realisatiecijfers geeft het Jeugdsportfonds aan dat het in het 'Plan van aanpak SMS-Kinderfonds' opgenomen aantal kinderen waaraan een bijdrage om te sporten dient te worden gegeven niet zal worden bereikt. In de eerste drie kwartalen van 2006 blijft de teller steken op 30 gehonoreerde aanvragen. In dat verband is het de verwachting dat het voor 2006 aan Stichting Jeugdsportfonds per beschikking beschikbaar gestelde budget van ,- niet in het geheel zal worden benut. In een analyse van het Jeugdsportfonds geeft de organisatie aan dat de oorzaak van het verschil tussen verwachtingen en realisatie gelegen is in het feit van (deels) onjuiste vooronderstellingen bij de start van het SMS-Kinderfonds. Zo constateert het Jeugdsportfonds na het verstrijken van kwartaal 3, anders dan verondersteld: o medewerkers van Bureau Jeugdzorg nog onvoldoende bekend zijn met het Jeugdsportfonds / SMS kinderfonds; o er met uitzondering van de thu iszorg in Dordrecht geen contact is met de instellingen binnen het Dordtse. Andere wijzen van aanmeldingen dienen onderzocht te worden. Jeugdsportfonds stelt voor om de geconstateerde knelpunten op korte termijn weg te nemen. Daarbij neemt het Jeugdsportfonds zelf de lead. Daar waar de gemeente Dordrecht een bijdrage kan leveren aan h et wegnemen van de knelpunten zal zij dat vanzelfsprekend doen. 4.3 Tot slot Toename gebruik zet door; bereik neemt toe Er wordt door gezinnen met een inkomen tot 120% WSM volop en steeds meer gebruik gemaakt van de middelen uit het SMS Kinderfonds. Niet alleen de aanmeldingen zijn ten opzichte van het 1 * kwartaal toegenomen maar bovendien is het de verwachting dat als gevolg van het vertragingseffect (tussen aanvraag en toekenni ng zit nu eenmaal tijd) in het 4* kwartaal het aantal toekenningen nog fors zal toenemen. Mede omdat Stichting Leergeld inmiddels over meer intermediairs beschikt die op huisbezoek bij de gezinnen kunnen gaan. Optimaliseren bekendheid SMS-Kinderfonds Er wordt door zowel het Jeugdsportfonds als door de Stichting Leergeld serieus aandacht besteed aan het wegnemen van knelpunten, waaronder de nog relatieve onbekendheid van het fonds bij intermediairs en de doelgroep zelf. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de Stichting Leergeld reeds diverse verbeteracties heeft doorgevoerd (proactief benaderen van scholen en overige intermediairs) en dat het Jeugdsportfonds vooralsnog alleen knelpunten heeft geïnventariseerd. Nog wisselende performance uitvoerders De volumegroei van het aantal aanvragen, het aantal toekenningen en het gebruik van de middelen uit het SMS Kinderfonds is volledig toe te schrijven aan de werkzaamheden van de Stichting Leergeld. De aanvragen bij het Jeugdsportfonds nemen in omvang zelfs iets af. De Stichting Leergeld is tot op heden beter dan het Jeugdsportfonds in staat gebleken om de doelgroep te bereiken (zelfs waar het gaat om bijdrage aan contributie voor sportverenigingen). Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

9 Verbeteracties Jeugdsportfonds Op basis van de 2* en 3 e kwartaalrapportage heeft contact plaatsgevonden met beide uitvoerders. Het Jeugdsportfonds heeft inmiddels aangegeven dat meer dan voorheen zal worden ingezet op het groepsgewijs aanmelden van kinderen, op het beter informeren van het maatschappelijk werk over de mogelijkheden die het SMS- Kinderfonds biedt en op een betere samenwerking tussen Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. Inmiddels zijn hierover ook afspraken gemaakt met beide partijen. Verder is vanaf 2007 ook bij het Jeugdsportfonds in een mogelijkheid tot digitaal aanmelden voorzien. De genoemde verbeterpunten geven voldoende vertrouwen in het Jeugdsportfonds als uitvoerder van het SMS -Kinderfonds in de komende jaren. Verwachting realisatie 2006 Op grond van de nu beschikbare gegevens over de perf ormance in 2006 is het de verwachting dat de Stichting Leergeld haar doelstellingen 2006 realiseert. Dat wil zeggen; een bereik van 350 kinderen en benutting van het beschikbare budget ( ,-)- Dat geldt niet voor het Jeugdsportfonds. Het ligt niet in de verwachting dat de in gang gezette verbeteracties nog dit jaar alsnog zullen leiden tot een bereik van 250 kinderen en benutting van de toegekende ,-. Vooruitblik 2007 In de begroting voor het SMS-Kinderfonds 2007 wordt uitgegaan van een te realiseren bereik van 718 kinderen (2 x 359) en een beschikbaar budget van ,- (2 x ,-). Mede gezien de recente groei van het totale aantal aanmeldingen en gegeven de verwachting dat de nog te nemen maatregelen bij beide uitvoerders hè t gewenste effect zullen sorteren, is er ondanks de 'trage start' geen reden om deze begroting voor het SMS-Kinderfonds als geheel bij te stellen. Wel zal er in 2007 een herverdeling van de taakstelling tussen de twee uitvoerders - Leergeld en het Jeugdsportfonds - plaatsvinden. Zo is inmiddels met het Jeugdsportfonds afgesproken dat men in 2007 als gevolg van voortschrijdend inzicht niet 3 59 maar 100 kinderen dient te bereiken. Deze reductie van de taakstelling wordt gecompenseerd door het uitbreiden van de taakstelling van Leergeld (van 359 naar 700 aanvragen). De voor 2007 af te geven subsidiebeschikkingen z ijn in overleg met de uitvoerders inmiddels aangepast in lijn met de herverdeling van de taakstelling. Regionalisering Het SMS-Kinderfonds {School-Muziek-Sport Kinderfonds) is in 2006 van start gegaan als een gemeentelijke voorziening voor kinderen uit arme gezinnen binnen de gemeente Dordrecht. Omdat Dordrecht en de overige Drechtstedengemeenten Albasserdam, Hendrik-ldo-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht voornemens zijn om vanaf 1 januari 2008 één geharmoniseerd minimabeleid te voeren (zie ook het 'Harmonisatievoorstel minimabeleid') ligt het in de lijn der verwachting dat ook het SMS - Kinderfonds geregionaliseerd zal worden. Nadere uitwerking van deze regionalisering kan plaatsvinden in Rapportage SMS-Kinderfonds gemeente Dordrecht - versie november 2006

10

11 O-meting SMS-Kinderfonds Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht drs. J.M. Schiff mei 2006

12 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie Sociale Dienst gemeente Dordrecht Sociaal Geografisch Bureau Stadsdrukkerij Gemeente Dordrecht Sociaal Geografisch Bureau (SGB) Postbus AA DORDRECHT telefoon: (078) w w w. sociaalgeograf ischbureau. nl Het overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van duidelijke bronvermelding

13 Inhoud Samenvatting Bekendheid en pebruik voorzieninoen Bijlage 1 Berekening aantal Dordtse kinderen in huishoudens tot 120% WSM Bijlage 2 Tabellen Bijlage 3 Vragenlijst

14 Samenvatting Hat SMS-Kinderfonds (School-Muziek-Sport Kinderfonds) heeft tot doel de maatschappelijke participatie van kinderen uh arme gezinnen in Dordrecht te vergroten. Tevens beoogt het fonds een betere benutting van de bestaande voorzieningen voor huishoudens met een laag inkomen. Om de stand van zaken op deze terreinen bij de start van het fonds in kaart te brengen heeft hot Sociaal Geografisch Bureau in opdracht van de Sociale Dienst een O-meting uitgevoerd. De resultaten onderstrepen het belang van het SMS- Kinderfonds. Kinderen uit gezinnen met een laag Inkomen participeren veel minder in activiteiten, omdat de financiële positie van de oudera daartoe geen ruimte biedt. BovencKen worden de - deels specifiek voor hen bedoelde - voorzieningen door gezinnen met een laag Inkomen verre van optimaal benut. Door middel van een schriftelijke enquête onder ruim 500 Dordtse gezinnen met kinderen tot 18 jaar hebben we de participatie van kinderen en het gebruik van voorzieningen in kaart gebracht. We hebben daarbij een onderscheid gemaakt naar gezinnen met een inkomen tot 120% van het wettekjk sociaal minimum (WSM) en gezinnen met een inkomen boven 120% WSM. De eerste behoren tot de doelgroep van het SMS-Kinderfonds. De belangrijkste resultaten van de 0- meting leest u in deze samenvatting. Omvang doelgroep Op basis van gegevens uit het Stadspanel, een representatieve steekproef van de Dordtse bevolking, hebben we een schatting gemaakt van het aantal kinderen in arme gezinnen. Zo'n kinderen in huishoudens in Dordrecht groeien op in een gezin met een inkomen tot 12O% WSM. Het betreft een kwart van de Dordtse huishoudens met kinderen. De helft hiervan leeft op of onder het sociaal minimum. Achtergrond onderzoeksgroep Zes op de tien gezinnen in de onderzoeksgroep zijn tweeoudergezinnen. Bij vier op de tien betreft het eenoudergezinnen, vrijwel allemaal met een vrouw aan het hoofd. In de tweeoudergezinnen werkt driekwart van de ouders (alleen of beide). Drie op de tien alleenstaande ouders werkt. Als beide ouders werken is het inkomen vrijwel altijd hoger dan 120% WSM. Werkt één ouder dan heeft tweederde van de tweeoudergezinnen en een kwart van de eenoudergezinnen een inkomen boven 120% WSM. Werken de ouder(s) niet, dan is het inkomen vrijwel altijd lagerdan 120% WSM. Rnanciële situatie Een behoorlijk aandeel gezinnen met een inkomen tot 120% WSM heeft moeite met rondkomen. Bijna de helft zegt schulden te moeten maken en volgens vier op de tien is er onvoldoende geld om dagelijks groente en fruit te consumeren. Ruim de helft heeft niet genoeg geld om de school kost en van de kinderen te betalen en de ruime meerderheid kan zich geen nieuwe kleren of uitstapjes met het gezin permitteren. Dit treft naar onze inschatting dus tussen de (niet dagelijks groente en fruit) en (geen gezinsuitstapjes) Dordtse kinderen uit arme gezinnen. De financiële situatie van gezinnen met een inkomen tot 120% WSM steekt ongunstig af tegen die van de gezinnen met een inkomen boven 120% WSM én tegen het gemiddelde van Dordtse gezinnen met kinderen. Participatie kinderen De ongunstige financiële situatie van gezinnen met een inkomen tof 720% WSM vertaalt zich ook in een mindere participatie van de kinderen aan activiteiten. Ruim de helft van de kinderen (4 tot 18 jaar) gaat mee op schoolreisjes en een kwart sport bij een club. Zo'n en Dordtse kinderen (4 tot 18 jaar) uit arme gezinnen participeren dus niet als het gaat om schoolreisjes en sporten bij O-meting SMS-Kinderfonds

15 een club. Van de kinderen uit een gezin met een inkomen boven 120% WSM nemen respectievelijk ruim acht op de tien en ruim de helft deel aan schoolreisjes en sport in clubverband. Kinderen uit een gezin tot 120% WSM doen wel wat vaker mee aan activiteiten in het buurtcentrum. Het feit dat deze activiteiten weinig of geen geld kosten zijn daar zeer waarschijnlijk de reden voor. Tot slot neemt ruim één op vijf kinderen uit een gezin tot 120% WSM aan geen enkele activiteit deel. In Dordrecht participeren dus naar schatting kinderen (4 tot 18 jaar) uit arme gezinnen op geen enkele manier. Het gaat vaak om kinderen in een gezin met een kwetsbare sociaaj-econpm[sche positie (geen werk, inkomen op het sociaal minimum en niet Volgens driekwart van de gezinnen met een inkomen tot 120% WSM kunnen (een deel van) de kinderen aan óón of meer activiteiten niet meedoen vanwege financiële redenen. Bij 38% van de gezinnen met een inkomen boven 120% WSM kunnen (sommige) kinderen niet deelnemen aan één of meer activiteiten omdat de financiën dat niet toelaten. Ook het aanschaffen van materiaal voor activiteiten van de kinderen -zoals sportkleding - levert voor de meeste gezinnen met een inkomen tot 120% WSM in meerdere of mindere mate problemen op. De helft kan deze spullen helemaal niet betalen en voor bijna vier op de tien kost het moeite de spullen aan te schaffen. Slechts één op de tien gezinnen tot 120% WSM heeft hier dus geen moeite mee. Van de gezinnen boven 120% WSM kan tweederde de spullen zonder moeite aanschaffen. De aanzienlijk mindere participatie van kinderen uit arme gezinnen benadrukt het belang van het SMS- Kinderfonds. Bovendien laten de uitkomsten zien dat de doelgroep van het SMS-Kinderfonds aanzien/i/k is. In brede zin gaat het om circa 4.1OO kinderen die niet sporten in clubverband en 2.4OO kinderen die niet meegaan op schoolreisjes. En er is een kerngroep van kinderen uit arme gezinnen die helemaal niet participeren. Bekendheid en gebruik voorzieningen Landelijke voorzieningen zoals kindenbijslag, kindertoeslag en alleenstaande oudertoeslag zijn bij de meeste gezinnen bekend. Van de gemeentelijke voorzieningen zijn de gezinnen minder goed op de hoogte, alleen de kwijtschelding van belastingen is bij de meerderheid bekend. Opvallend is dat de voorzieningen nauwelijks meer bekend zijn bij de gezinnen met een inkomen tot 120% WSM dan bij de gezinnen boven 120% WSM. Het gebruik van de meeste voorzieningen is bij gezinnen met een inkomen tof 720% WSM wel hoger dan bij de gezinnen boven 12O% WSM. Toch maakt een groot deel van deze gezinnen geen gebruik van met name de gemeentelijke voorzieningen. Het feit dat een deel van de groep tot 120% WSM (tussen 10O% en 120% WSM} wellicht niet in aanmerking komt voor deze voorzieningen verklaart het relatieve lage gebruik niet. Gezinnen met een inkomen tot 100% WSM maken nauwelijks meer gebruik van de voorzieningen dan de groep tussen 100% en 120% WSM. Het ondergebruik van vooral gemeentelijke voorzieningen is een aandachtspunt, aangezien deze voorzieningen juist bedoeld zijn als steuntje in de rug voor lagere inkomens. In het onderhavige onderzoek en uit landelijk onderzoek vinden we geen aanwijzingen dat het specifieke kwetsbare groepen betreft die onbekend zijn met de bestaande voorzieningen. O-meting SMS-Kindsrfonds

16 1 Inleiding Om de maatschappelijke participatie van kinderen uit arme gezinnen te bevorderen heeft de gemeente Dordrecht het SMS-Kinderfonds (School-Muziek-Sport Kinderfonds) opgericht. Tevens heeft het fonds een betere benutting van de bestaande voorzieningen als doel. Het Sociaal Geografisch Bureau heeft bij de start van het fond* een O-meting uitgevoerd om de uitgangssituatie wat betreft de participatie van kinderen en voorzieningengebruik door de oudere inzichtegjk te maken. 1.1 Aanleiding Opgroeien in een arm gezin heeft aanzienlijke gevolgen voor kinderen. Minder maatschappelijke participatie is daar een van. Arme kinderen doen minder vaak mee aan schoolse activiteiten, zijn minder vaak lid van een club en maken minder vaak uitstapjes met het gezin. Dit heeft gevolgen voor de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van kinderen.' De gemeente Dordrecht hecht eraan dat kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen en vindt participatie daarom essentieel. Met het SMS-Kinderfonds wil de gemeente Dordrecht kinderen uit arme gezinnen een kans geven te participeren. Het SMS-Kinderfonds is begin 2006 in het leven geroepen. Het fonds is een onderdeel van het armoedebeleid van de gemeente Dordrecht en heeft tot doel de maatschappelijke participatie van kinderen uit arme gezinnen te vergroten. 2 Dit doet zij door middelen beschikbaar te stellen zodat kinderen uit arme gezinnen kunnen deelnemen aan allerlei activiteiten. Met een bijdrage uit het fonds kunnen kinderen deelnemen aan activiteiten van de school (schoolreisjes, schoolkamp), deelnemen aan zwemles, lid worden bij een sportclub, vereniging of kunstzinnige vorming, maar ook de benodigde (sport) materialen aanschaffen. Kinderen en jongeren tot 18 jaar, woonachtig in Dordrecht in een armoedesituatie komen in aanmerking voor het SMS- Kinderfonds. Als grens wordt 120% van het wettelijke sociaal minimum (WSM} gerekend. Dat is een bredere definitie van armoede dan doorgaans wordt gehanteerd. 3 Spreken we in dit rapport van arme gezinnen, dan doelen we op deze brede doelgroep tot 120% WSM. Voor de uitvoering van het SMS-Kinderfonds werkt de gemeente samen met de Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. De signalering en aanmelding van de kinderen gebeurt door MDT's, scholen en andere partijen (zoals GGD en Jeugdzorg). Het streven is om middelen uit het SMS-Kinderfonds pas in te zetten als voorliggende voorzieningen {bijzondere bijstand, kinderbijslag, kindertoeslag, tegemoetkoming studiekosten etc.) zijn benut. Op dit moment is er sprake van onderbenutting van deze voorzieningen. De aanpak van Stichting Leergeld is zodanig dat voorzieningengebruik bij een aanvraag systematisch wordt meegenomen; Stichting Jeugdsportfonds heeft een andere aanpak en besteedt niet expliciet aandacht aan voorzieningengebruik. De Sociale Dienst wil dit ondervangen door gerichte voorlichting over deze voorzieningen. Een beoogd neveneffect van het SMS-Kinderfonds is dus betere benutting van de bestaande voorzieningen. Voor de Sociale Dienst is het belangrijk te weten in hoeverre het SMS-Kinderfonds effectief wordt ingezet. Daarom wil zij na vier jaar een evaluatie uitvoeren. Om inzicht te hebben in de uitgangssituatie heeft het Sociaal Geografisch Bureau bij de start van het SMS-Kinderfonds een O-meting uitgevoerd. 1.2 Vraagstelling De O-meting heeft tot doel de situatie bij de start van het SMS-Kinderfonds in beeld te brengen. Het is van belang inzicht te verkrijgen in: 1. Omvang doelgroep: Wat is de omvang van de doelgroep? Hoeveel huishoudens en kinderen met een inkomen tot 120% wettelijk sociaal minimum (WSM) zijn er in Dordrecht? 2. Participatie van doelgroep: In hoeverre participeren kinderen uit gezinnen met een laag inkomen als het gaat om sport, hobbyclubs en schoolactiviteiten? Hoe is dit in vergelijking met kinderen uit gezinnen met een hoger inkomen? 3. Bekendheid met en gebruik van regelingen en voorzieningen: In hoeverre zijn ouders uit arme gezinnen bekend met de mogelijkheden van de bijzondere bijstand en andere bestaande voorzieningen? En in hoeverre maken zij daarvan gebruik? 1.3 Onderzoeksopzet Voor de beantwoording van vraagstelling 1 hebben we een berekening gemaakt aan de hand van inkomensgegevens uit het Stadspanel (mei 2005). Daarnaast hebben we een schriftelijke enquête O-meting SMS-Kindörfonds

17 gehouden onder Dordtse gezinnen met kinderen tot 18 jaar, wat ons inzicht geeft in vraagstelling 2 en 3. De ouders is gevraagd naar de participatie van de kinderen en naar de bekendheid en het gebruik van regelingen en voorzieningen. We hebben gebruik gemaakt van een steekproef uit het Bevolkingsbestand, aangevuld met een steekproef van een bestand van mensen die kwijtschelding hebben gevraagd voor Gemeentelijke Belastingen. ln_totaal hebben we 1200 tnworïërvaangescnreven. De "aanvullende" steekproef diende ervoor te zorgen dat gezinnen met lage inkomens voldoende vertegenwoordigd zijn. Bovendien zijn bij de steekproeftrekking urt het bevolkingsbestand vooral wijken benaderd waarin huishoudens met een laag inkomen relatief veel voorkomen. Om tot een goede respons te komen hebben we een rappel verstuurd. In totaal hebben 522 respondenten de enquête ingevuld (van 14 respondenten is de inkomenssituatie niet bekend), een respons van 44%. Op basis van de inkomensgegevens kunnen we de volgende verdeling maken: 304 huishoudens tot 120% WSM, met kinderen tot 18 jaar 204 huishoudens boven 120% WSM, met kinderen tot 18 jaar Tot slot zijn in de rapportage gegevens uit de Sociale Staat 2005 meegenomen. De gegevens dienen als achtergrondinformatie wat betreft de financiële situatie van Dordtse gezinnen met kinderen en de mate waarin zij voldoende geld hebben voor dagelijkse behoeften en participatie van de kinderen. 1 Snel, E., T. van der Hoek en T. Chessa (2001). Kinderen in armoede. Opgroeien in de marge van Nederland. Van Gorcum 2 Plan van Aanpak School-Muzie k-spon Kinderfonds (SMS-Kinderfonds), Sociale Dienst, september De doelgroep van het SMS-Kinderfonds is breder gedefinieerd dan de zogeheten 'beleidsmatige grens van armoede' die op 105% van het wettelijk sociaal minimum ligt, opdat ook gezinnen met een kleine WAO- of WWuitkering of een laag betaalde baan binnen de doelgroep vallen, (zie ook Vrooman, C., H.J.Dirven, A.Soede, R. Trimp (2005). Armoedemonitor 2005; SCP: Den Haag) O-meting SMS-Kinderfonds

18 2 Resultaten De O-meting heeft tot doel de stand van zaken bij de start van hel SMS-Kinderfonds in kaart te brengen. De uitkomsten leest u in dit hoofdstuk. We berekenen allereerst de omvang van de doelgroep. Vervolgens besteden we aandacht aan de achtergrond en de financiële situatie van de ondervraagde gezinnen en de participatie van de kinderen. We sluiten af met de bekendheid met en het gebruik van voorzieningen. 2.1 Omvang doelgroep Het SMS-Kinderfonds rekent Dordtse kinderen (O tot 18 jaar} in een huishouden met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum (WSM} tot haar doelgroep. Tot op heden was de omvang van de doelgroep echter niet bekend. Op basis van het Stadspanel hebben we een schatting gemaakt van deze omvang (tabel 1 en bijlage 2). Van de eenoudergezinnen in het Stadspanel heeft de helft een inkomen tot 120% WSM, bij de tweeoudergezinnen bedraagt dit aandeel 15%, 1 Samen zijn dit zo'n 4900 huishoudens, 26% van alle huishoudens met kinderen in Dordrecht. De helft hiervan heeft een inkomen op of onder 100% WSM. Hieruit volgt dat naar schatting kinderen in Dordrecht opgroeien in een huishouden met een inkomen tot 120% WSM, waarvan de helft tot 100% WSM. Tabel 1 Omvang groep tot 120% wettelijk sociaal minimum in Dordrecht! aandeel tot 120% aantal eenoudergezinnen' tweeoudergezinnen 50% 15% 3.0OO totaal gezinnen met kinderen totaal kinderen 26% 26% (Otot 18 /aar} Bron: Stadspanel mei 2005, gegevens gewogen naar huishoudens *De berekening voor de eenoudergezinnen is gebaseerd op een klein aantal respondenten. Landelijk groeit één op de acht kinderen op in een gezin met een inkomen tot 105% van het wettelijk sociaal minimum. Het betreft kinderen. Hoeveel kinderen landelijk opgroeien in een gezin tot 120% WSM is niet bekend. 2 arbeid. De respondentengroep bestaat voor 60% uit gezinnen met twee ouders en 39% uit eenoudergezinnen. In het laatste geval betreft het vrijwel altijd een vrouw met kinderen (94%). Een kleine groep {1%} heeft een andere huishoudensituatie, zoals de grootouders die bij het gezin inwonen. Het merendeel van de respondenten heeft een (36%) of twee (41 %) thuiswonende kinderen onder de 18 jaar. In 17% van de gezinnen zijn er drie kinderen jonger dan 18 jaar, bij 6% zijn dat er vier of meer. In bijna driekwart van de tweeoudergezinnen werkt één (36%) of twee (37%) van de ouders. Bij de overige 28% werkt geen van beide ouders. In drie op de tien eenoudergezinnen werkt de ouder, in 70% van de eenoudergezinnen werkt de ouder niet. De inkomenssituatie van de respondenten is als volgt. Ruim een op de drie (38%) heeft een inkomen lager dan 1000 netto per maand. Dit betreft voor het merendeel eenoudergezinnen. Bijna een kwart van de gezinnen heeft een maandelijks netto inkomen van tussen de 1000 en Een inkomen tussen 1300 en 1999 heeft 14% en tot slot heeft een kwart een inkomen van 2000 netto of hoger (figuur 1). De laatste categorie betreft vrijwel uitsluitend tweeoudergezinnen. Figuur 1 25% Inkomenssituatie respondenten, netto maandinkomen (%) 38% 2.2 Achtergrond onderzoeksgroep In deze paragraaf geven we een achtergrondschets van de onderzoeksgroep. We kijken naar hun situatie wat betreft huishouden, inkomen en 23% < 999 euro euro euro euro > 2000 euro O-meting SMS-Kinderfonds

19 Aan de hand van het inkomen en de gezinssituatie kunnen we de inkomensgroepen 'tot 120% WSM'en 'boven 120% WSM 1 berekenen. 3 Van de respondentengroep heeft 60% een huishoudinkomen tot 120% WSM {304 respondenten). Voor 40% van de respondenten geldt dat zij een huishoudinkomen boven 120% WSM hebben (204 respondenten). Deze verhoudjng is niet representatief voor de Dbrdtsè~ sltüatiët We Hebben immers "extra inzet gepleegd om gezinnen met lagere inkomens in het onderzoek te betrekken, zodat een goede vergelijking tussen de inkomensgroepen mogelijk was (zie ook inleiding). Op basis van het stadspanel zijn de Dordtse verhoudingen als volgt: 26% van de gezinnen heeft een inkomen tot 120% WSM. Driekwart heeft dus een inkomen dat boven 120% WSM ligt (zie ook paragraaf 2.1 en bijlage 2). De inkomenssituatie is deels afhankelijk van de huishoudensituatie. In een huishouden met één ouder zijn er immers minder mogelijkheden om een hoger inkomen te genereren dan in tweeoudergezinnen, waar twee ouders de kost kunnen verdienen. In figuur 2 is de verdeling van de inkomensgroepen over de huishoudensituatie weergegeven. Veruit de meeste eenoudergezinnen in dit onderzoek hebben een inkomen tot 120% WSM. Dit geldt voor vier op de tien tweeoudergezinnen (voor percentages zie tabel 1 in bijlage 2). Figuur 2 Verdeling inkomensgroepen, uitgesplitst naar gezinssituatie (%) Werkt één van beide ouders dan heeft 67% een inkomen boven 120% WSM. Alleenstaande ouders die werken hebben minder vaak een inkomen boven 120% WSM; dit geldt voor een kwart van hen. Tabel 2 Verdeling inkomensgroepen, uitgesplitst naar gezms- en arbeidssituatie (%)! tot 1201'.-, boven 120% \ [ WSM WSM tweooudergezinnan beide ouders werken een ouder werkt beide ouders werken niet anourfwgwafrinen ouder werkt ouder werkt niet Bron: Stadspanel mei 2OO5, gegevens gewogen naar huishoudens 2.3 Financiële situatie De financiële situatie van de ondervraagde gezinnen staat in deze paragraaf centraal. We kijken naar de mate waarin men rond kan komen en of men voldoende geld heeft voor levensbehoeften en participatie van de kinderen. Figuur 3 tot 120% WSM Mate waarin men rond kan komen, uitgesplitst inkomensgroepen (%) tweeouder gezinnen eenouder gezinnen totaal 0% 20% 4O% 60% 80% 100 % tot 120% WSM ;- boven 120% WSM De mate waarin men een inkomen onder of boven de 120% WSM grens heeft, hangt ook samen met de arbeidssituatie (tabel 2). Gezinnen waarin de ouder(s) niet werken hebben vrijwel allemaal een inkomen tot 120% WSM. In tweeoudergezinnen waar beide ouders werken heeft 97% een inkomen boven 12O% WSM. boven 120% WSM Dordrecht* 0% 20% 40% 60% 80% 100 schulden maken spaargeld aanspreken precies rondkomen ; kan geld overhouden "cijfers afkomstig uit Stadspanel mei' 2005 (gezinnen met thuiswonende kinderen) Rondkomen De inkomenspositie is -logischerwijs- van grote invloed op de mate waarin huishoudens kunnen rondkomen (figuur 3 en tabel 2 in bijlage 2). Van de gezinnen met een inkomen tot 12O% WSM zegt bijna de helft dat zij schulden moeten maken om rond te komen. Dit 10 O-meting SMS-Kinderfonds

20 hoeft overigens niet te betekenen dat er sprake is van een problematische schuldensituatie. Nog eens 9% spreekt spaarmiddelen aan en 38% kan precies rondkomen. Slechts een klein deel (6%) kan geld overhouden. Bij de gezinnen boven 120% WSM liggen de verhoudingen anders. Respectievelijk 5% en 12% van hen zegt schulden te maken of spaarmiddelen aan te spreken. Ruim een derde kan precies rondkomen en de helft van deze inkomensgroep kan geld overhouden. Kijken we naar de Dordtse bevolking, dan blijkt dat de financiële situatie van de groep met een inkomen boven 120% WSM overeenkomt met het Dordtse gemiddelde voor gezinnen met kinderen. Het is dus vooral de groep tot 120% WSM die in dit opzicht afwijkend is. Geld voor levensbehoeften en participatie In hoeverre hebben gezinnen voldoende geld voor levensbehoeften en participatie van de kinderen? Wat betreft het bekostigen van dagelijkse behoeften, zoals een warme maaltijd en groente en fruit, zijn de verschillen tussen de inkomensgroepen in verhouding het kleinst (figuur 4 en tabel 3 in bijlage 2). Toch zeggen vier op de tien gezinnen tot 120% WSM dat zij niet voldoende geld hebben om elke dag groente en fruit te consumeren. Omgerekend naar absolute aantallen betekent dit dat naar schatting Dordtse kinderen uit arme gezinnen niet dagelijks groente en fruit consumeren vanwege de financiële situatie van de ouders. Dit geldt voor 5% van de inkomensgroep boven 120% WSM. Bij duurdere uitgavenposten worden de verschillen tussen de inkomensgroepen groter. Ruim de helft van de groep tot 120% WSM heeft niet voldoende geld om de schoolkosten van de kinderen te betalen. Het betreft omgerekend ongeveer Dordtse kinderen uit arme gezinnen. Zeven op de tien gezinnen tot 120% WSM hebben niet voldoende geld om regelmatig nieuwe kleding voor de kinderen te kopen en 92% heeft geen geld voor gezinsuitstapjes. Respectievelijk zijn daar naar schatting zo'n en Dordtse kinderen uit arme gezinnen mee gemoeid. Bij de groep boven 120% WSM heeft één tiende tot één derde van de gezinnen onvoldoende geld om schoolkosten, kleding en uitstapjes te bekostigen. De mate waarin gezinnen boven 120% WSM voldoende geld hebben voor de genoemde zaken komt overeen met het gemiddelde van Dordtse gezinnen met kinderen. Het is dus wederom de groep tot 12O% WSM die afwijkt. Het zojuist geschetste beeld van de mate waarin gezinnen met een laag inkomen niet voldoende geld hebben voor bepaalde levensbehoeften en participatie van de kinderen komt redelijk overeen met landelijk onderzoek. 4 Figuur 4 Voldoende geld voor levensbehoeften, uitgesplitst inkomensgroepen (%) 20 4O m tot J20% WSM s boven 120% WSM m Dordrecht* 'cijfers afkomstig uit Stadspanel mei 2005 (gezinnen met thuiswonende kinderen) Van de gezinnen tot 120% WSM geeft slechts 7% aan voor alle vijf categorieën voldoende geld te hebben. Ruim de helft (57%) van deze inkomensgroep zegt van minstens drie categorieën dat zij daar niet voldoende geld voor hebben. Hetzelfde zegt 8% van de huishoudens met een inkomen boven 120% WSM. Bijna tweederde (65%) van de gezinnen met een inkomen boven 120% WSM geeft aan voor alle vijf categorieën voldoende geld te hebben. 2.4 Participatie kinderen Het hoofddoel van het SMS-Kinderfonds is om de maatschappelijke participatie van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen te bevorderen. Deze paragraaf gaat in op de deelname van kinderen aan verschillende activiteiten in relatie tot de financiële positie van de ouders. O-meting SMS-Kinderfonds 11

21 Tabel 3 geeft de participatie van kinderen in de verschillende leeftijdscategorieën weer. De gegevens zijn op het niveau van het kind berekend (in tegenstelling tot de overige uitkomsten, die berekend zijn op huishoudenntveau). Kinderen t/m 3 jaar participeren nog weinig in activiteiten. Kinderen van 4 t/m 11 jaar en van 12 t/m 17 jaar participeren ongeveer in gelijke mate aan activiteiten,_uitgezpnderd zwemles dat vooral Tn de leeftijd tussen 4 en 11 jaar wordt gevolgd. Vooral aan schoolreisjes nemen kinderen vaak deel, gevolgd door sportactiviteiten. Vergelijken we participatie van kinderen uit de twee inkomensgroepen, dan constateren we het volgende. De deelname aan activiteiten is bij kinderen uit een gezin met een inkomen tof 120% WSM lager dan bij kinderen uit een gezin boven f 20% WSM. De verschillen tussen de inkomensgroepen zijn het grootst als het gaat om schoolreisjes en sporten bij een sportclub. Ruim de helft van de kinderen (4 tot 18 jaar) uit een gezin tot 120% WSM gaat mee op schoolreisjes en minder dan een kwart sport in clubverband. Respectieve)ijk zo'n en Dordtse kinderen (4 tot 18 jaar) uit arme gezinnen participeren dus niet als het gaat om schoolreisjes en sporten bij een club. Van de kinderen uit een gezin boven 120% WSM gaan er ruim acht op de tien mee op schoolreis en sport ruim de helft bij een club. Aantal activiteiten Niet alleen de deelname aan de soorten activiteiten, maar ook aan het aantal activiteiten verschilt tussen kinderen uit de twee inkomensgroepen. Omdat kinderen t/m 3 jaar nauwelijks deelnemen aan activiteiten worden deze hier buiten beschouwing gelaten. Van de gezinnen met een inkomen tof 720% WSM neemt ruim één op de vijf kinderen aan geen enkele activiteit deel. Omgerekend naar absolute aantallen participeren zo'n Dordtse kinderen uit arme gezinnen tussen 4 en 18 jaar op geen enkele manier. Het betreft relatief vaker kinderen uit gezinnjmi jrietjjuders die niet werkejv met. een irikömëh" op of onder Het söcia~ar minimum, die schulden moeten maken om rond te komen en die onvoldoende geld hebben voor levensbehoeften en participatie (van de kinderen). Aan één activiteit neemt 41 % van de kinderen tof 720% WSM deel en 37% participeert in twee of meer activiteiten. Van de kinderen in gezinnen boven 120% WSM participeert 6% in geen enkele activiteit, doet 23% één activiteit en nemen zeven op de tien kinderen aan minstens twee activiteiten deel {figuur 5 en tabel 4 in bijlage 2). Figuur 5 tot 120% Aantal activiteiten door kinderen 14 tot 18 jaar), uitgesplitst naar inkomensgroep Ook volgen kinderen utt gezinnen tot 120% WSM minder vaak zwemles dan kinderen uit gezinnen boven 120% WSM (23% versus 43% van de kinderen van 4 t/m 11 jaar). Tot slot nemen kinderen uit een gezin tot 120% WSM wel wat vaker deel aan activiteiten in het buurtcentrum dan kinderen uit een gezin boven 120% WSM. boven 120% 20% 40% 6O% 8O% 100% \ O activiteiten \ 1 activiteit l 2-3 activiteiten 4 of meer activiteiten Tabel 3 Deelname activiteiten door kinderen, uitgesplitst naar leeftadscategorie en inkomensgroep (%j 0-3 jaar 4-11 jaar jaar < J20% > 120% < 120% > 120% < 120% > 120% W schootreisjes zwemles sporten bij club muziek of dansles andere hobby bij vereniging activiteiten buurtcentrum O-meting SM S-Kinderfonds

22 We hebben respondenten gevraagd in hoeverre (een deel van) hun kinderen niet mee kunnen doen aan activiteiten vanwege financiële redenen. Van de gezinnen met een inkomen tot 120% WSM zegt driekwart dat (een deel van) de kinderen aan één of meer activiteiten niet kunnen deelnemen vanwege de financiële situatie. Dit geldt voor 38% van de gezinnen met een inkomen dat boven 120% WSM ligt. Ook de mate waarin men spullen (zoals sportkleding) voor activiteiten van de kinderen kan aanschaffen, verschilt aanzienlijk tussen de inkomensgroepen (figuur 6 en tabel 5 in bijlage 2). De helft van de gezinnen met een inkomen tot 120% WSM zegt deze spullen niet aan te schaffen omdat zij dat niet kunnen betalen. Voor 38% van deze inkomensgroep kost het moeite, maar worden de spullen wel aangeschaft. Eén op de tien gezinnen met een inkomen tot 120% WSM kan de spullen betalen. Van de gezinnen boven 120% WSM heeft bijna tweederde geen moeite om spullen voor activiteiten van de kinderen te betalen. Bij één op de drie gezinnen kost het moeite, maar worden de spullen wel aangeschaft. Tot slot is er een kleine groep (3%) die de spullen niet kan betalen. Figuur 6 tot 120% boven 120% 2.5 Mate waarin men spullen voor activiteiten van kinderen kan betalen, uitgesplitst naar inkomensgroep (%) 0% 20% 40% 60% 80% roo% m kunnen spulten betalen kost moeite om spullen te betalen kunnen spullen niet betalen Bekendheid en gebruik voorzieningen Naast een hogere deelname aan activiteiten door kinderen uit arme gezinnen, beoogt het SMS- Kinderfonds een betere benutting van voorliggende voorzieningen. Met name voor de gezinnen met een inkomen tot 120% WSM is de bekendheid met en het gebruik van voorzieningen van belang, omdat veel voorzieningen bedoeld zijn voor gezinnen met een laag inkomen. We beschouwen eerst landelijke voorzieningen en vervolgens gemeentelijke voorzieningen. Landelijke voorzieningen Vrijwel alle ondervraagde ouders kennen de kinderbijslag en maken daar gebruik van. Ook is de meerderheid van de respondenten bekend met de kindertoeslag en heeft er gebruik van gemaakt. De tegemoetkoming van schoolkosten is bij ruim de helft tot tweederde van de respondenten bekend (tabel 4 op de volgende pagina). Hoewel het gebruik van de kindertoeslag en de tegemoetkoming schoolkosten bij gezinnen met een inkomen tot 120% WSM hoger is, zijn deze voorzieningen bij deze groep minder vaak bekend dan bij de groep met een inkomen boven 120% WSM. Daarnaast hebben we de respondenten gevraagd naar de bekendheid met en gebruik van de alleenstaande oudertoeslag. Vrijwel alle alleenstaande ouders (90%) zijn bekend met deze voorziening. Gerekend over de hele groep alleenstaande ouders maakt 71% momenteel gebruik van de toeslag en 9% deed dat in het verleden. Gemeentelijke voorzieningen Van de gemeentelijke voorzieningen zijn de respondenten het best bekend met kwijtschelding van belastingen, gevolgd door de bijzondere bijstand en Gratis peuteren. De Regeling Indirecte Studiekosten voor Kinderen (RISK) van de gemeente is maar bij een klein deel bekend (tabel 3). Ook met de gemeentelijke voorzieningen is de groep tot 120% WSM niet veel vaker bekend dan de groep boven 120% WSM. Slechts vier op de tien respondenten tot 120% WSM zegt de bijzondere bijstand te kennen en minder dan een vijfde heeft er gebruik van gemaakt. Dit geldt voor respectievelijk 64% en 40% van de respondenten wat betreft de kwijtschelding van gemeentelijke betastingen. Tot slot zijn ouders met een inkomen tot 120% WSM weinig bekend met Gratis peuteren en RISK. Een deel van de groep tot 120% WSM (tussen 100% en 120% WSM) komt wellicht niet in aanmerking voor deze voorzieningen, wat de relatief lage bekendheid en gebruik zou kunnen verklaren. Het blijkt echter dat gezinnen met een inkomen tot 100% WSM niet vaker bekend zijn met gemeentelijke voorzieningen dan de groep tussen 100% en 120% WSM. De groep tot 100% WSM heeft wel wat vaker gebruik gemaakt van gratis peuteren en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen (tabel 6 in bijlage 2). O-meting SMS-Kinderfonds 13

School-Muziek-Sport: Doen meer kinderen mee?

School-Muziek-Sport: Doen meer kinderen mee? School-Muziek-Sport: Doen meer kinderen mee? SMS-Kinderfonds Dordrecht 2006-2012 Inhoud: 1. Conclusies 2. Doelgroep, harde kern 3. Bekendheid en gebruik 4. Participatie Kinderen die opgroeien in arme gezinnen

Nadere informatie

0-meting SMS-Kinderfonds

0-meting SMS-Kinderfonds 0-meting SMS-Kinderfonds Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht drs. J.M. Schiff mei 2006 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie Sociale Dienst gemeente Dordrecht Sociaal Geografisch Bureau

Nadere informatie

Tabellenboek Wijkkranten

Tabellenboek Wijkkranten Tabellenboek Wijkkranten Sociaal Geografisch Bureau bureau voor beleidsonderzoek en statistiek Dordrecht drs. J.M.A. Schalk januari 2007 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie Maatschappelijke

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar Openbaar Onderwerp Subsidie voor Stichting Leergeld ten behoeve van verstrekken bijdrage schoolkosten uit Kinderfonds Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

Dordrecht D O. fl) EVALUATIE DORDTPAS Sociaal Geografisch Bureau (SGB) gemeente Dordrecht. drs. L. Mellema drs. J.M. Schiff dr. M. G.

Dordrecht D O. fl) EVALUATIE DORDTPAS Sociaal Geografisch Bureau (SGB) gemeente Dordrecht. drs. L. Mellema drs. J.M. Schiff dr. M. G. Dordrecht LO O 03 m i ċqj D O EVALUATIE DORDTPAS 2003 fl) l/l NJ O OU) Sociaal Geografisch Bureau (SGB) gemeente Dordrecht drs. L. Mellema drs. J.M. Schiff dr. M. G. Weide oktober 2003 Colofon Opdrachtgever:

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris, Kinderen doen mee! Partijen, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris, Het College van burgemeester

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 juni 2011 Nummer voorstel: 2011/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 juni 2011 Nummer voorstel: 2011/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 28 juni 2011 Nummer voorstel: 2011/58 Voor raadsvergadering d.d.: 12-07-2011 Agendapunt: 06 Onderwerp:

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede Doel Armoede is geen eenduidig begrip. Armoede wordt vaak gemeten via een inkomensgrens: iedereen met een inkomen beneden die grens is arm, iedereen er boven is

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden Juli 2012 ugu Minimuminkomens in Leiden Het CBS voert periodiek regionale inkomensonderzoeken uit, gebaseerd op gegevens van de belastingdienst. Momenteel zijn de meest actuele cijfers die van 2009. Uit

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris, CONVENANT Kinderen doen mee! Partijen, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris, Het College van

Nadere informatie

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting Minimabeleid 2015 Beek, september 2014 Danielle Marting - 2-1. Inleiding In de afgelopen jaren heeft de gemeente Beek een stevig armoedebeleid opgebouwd. Sinds 2006 is Beek actief in het voorkomen en bestrijden

Nadere informatie

Subsidie Kinderfonds 2015

Subsidie Kinderfonds 2015 Openbaar Onderwerp Subsidie Kinderfonds 2015 Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Stichting Leergeld en Stichting Jeugdsportfonds hebben in 2014 een subsidieaanvraag

Nadere informatie

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Doelen en doelgroep... 4 2.1. Doelen... 4 2.1.1.

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Digipanel schuldenproblematiek

Digipanel schuldenproblematiek Digipanel schuldenproblematiek Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek September 2018 Samenvatting Eind 2017 zijn door de gemeenteraad van s-hertogenbosch de kaders voor het voorkomen

Nadere informatie

Uitkomsten enquête regionaal woonbeleid Drechtsteden

Uitkomsten enquête regionaal woonbeleid Drechtsteden Uitkomsten enquête regionaal woonbeleid Drechtsteden Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht ir. J.W. Jongenelen-Gietema drs. J.M.A. Schalk november 2004 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk informatie

Nadere informatie

1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN

1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN 1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN DE REGELINGEN VOOR MINIMA OP EEN RIJ Heeft u bijzondere kosten waar u niet voor

Nadere informatie

Stichting Lochem Beleidsplan 2015-2019

Stichting Lochem Beleidsplan 2015-2019 Stichting Lochem Beleidsplan 2015-2019 Kinderen doe mee, meedoen is meetellen Stichting Leergeld Lochem Beleidsplan 2015-2019 Inleiding. Op dit moment leven in Nederland in gezinnen met lage inkomens bijna

Nadere informatie

Het Meedoenarrangement. Armoede mag niemand uitsluiten

Het Meedoenarrangement. Armoede mag niemand uitsluiten Het Meedoenarrangement Armoede mag niemand uitsluiten 1. Inleiding Niemand mag door armoede buiten de boot vallen of sociaal uitgesloten worden. Inwoners moeten zich kunnen ontplooien, hun eigen mogelijkheden

Nadere informatie

Kinderen en armoede. Waarom inzet van het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds?

Kinderen en armoede. Waarom inzet van het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds? Kinderen en armoede Waarom inzet van het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds? Cijfers over kinderen die in armoede opgroeien In 2011 groeiden 359.000 kinderen op in armoede (10,6%) In 2012 groeiden 377.000

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; Beleidsregel activiteitenbijdrage 2015 gemeente Oldebroek Kenmerk: 193093 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op de Nota Minimabeleid gemeente Oldebroek 2015-2018

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; GEZIEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 8 SEPTEMBER 2009, NR. 70/2009; GELET OP ARTIKEL 149 VAN DE GEMEENTEWET; Besluit Vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 1. Inleiding..... 2 2. Aanleiding..... 2 3. De juridische basis...

Nadere informatie

VERORDENING. vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

VERORDENING. vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen; Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 32320 Afdeling: Samenleving VERORDENING 7b Datum: 15 december 2011 Onderwerp: vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek Inleiding In opdracht van de Taskforce Armoede heeft het Bureau Onderzoek en Statistiek acht stellingen over

Nadere informatie

Bijlage gemeente Houten: IS

Bijlage gemeente Houten: IS Bijlage gemeente Houten: IS18.00125 Evaluatie Vangnetregeling tegemoetkoming zorgkosten chronisch zieken Aanleiding In november 2014 heeft de gemeenteraad besloten om naast de collectieve ziektekostenverzekering

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Financiële regelingen voor jongeren tot 18 jaar.

Financiële regelingen voor jongeren tot 18 jaar. Financiële regelingen voor jongeren tot 18 jaar. Informatiekaart geldzaken Financiële ondersteuning in de opvoeding Het hebben van kinderen brengt kosten met zich mee. Voor de gebruikelijke dagelijkse

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden September 2013 ugu Minimuminkomens in Leiden Samenvatting De armoede in Leiden is na 2009, net als in heel Nederland, toegenomen. Dat blijkt uit cijfers uit het regionaal inkomensonderzoek van het Centraal

Nadere informatie

Jaarplan 2016. Leidschendam-Voorburg

Jaarplan 2016. Leidschendam-Voorburg Leidschendam-Voorburg Jaarplan 2016 Stichting Leergeld Leidschendam-Voorburg, Postbus 566, 2270 AD Voorburg. Tel: 070-7803376. E-mail: info@leergeldleidschendam-voorburg.nl Doelstelling Stichting Leergeld

Nadere informatie

Beleidsregels financieel vangnet.

Beleidsregels financieel vangnet. Algemeen: Met ingang van 1 januari 2015 krijgen de gemeenten er een groot aantal nieuwe taken bij. Het gaat om de decentralisatie van een aantal taken uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ),

Nadere informatie

Wat is de langdurigheidstoeslag? Wat zijn de voorwaarden? Hoe hoog is de langdurigheidstoeslag? Hoe aanvragen? Heeft u nog vragen?

Wat is de langdurigheidstoeslag? Wat zijn de voorwaarden? Hoe hoog is de langdurigheidstoeslag? Hoe aanvragen? Heeft u nog vragen? Wat is de langdurigheidstoeslag? De langdurigheidstoeslag is een geldbedrag dat u van de gemeente kunt krijgen als u al drie jaar of langer van een laag inkomen leeft. U kunt met dit extra geld spullen

Nadere informatie

Geachte leden van de Raad,

Geachte leden van de Raad, POSTADRES Postbus 20 7500 AA Enschede BEZOEKADRES Langestraat 24 Aan de Gemeenteraad TELEFOON DATUM ONS KENMERK BEHANDELD DOOR 15 december 2015 1500125409 J.E.M. Bannenberg UW BRIEF VAN UW KENMERK DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

Schriftelijke vragen ex Artikel 36 Reglement van Orde gemeenteraad Wassenaar

Schriftelijke vragen ex Artikel 36 Reglement van Orde gemeenteraad Wassenaar Schriftelijke vragen ex Artikel 36 Reglement van Orde gemeenteraad Wassenaar Datum 9 oktober 2018 Datum verzending Uw kenmerk Behandelaar Suzan Willems Ons zaaknummer Z/18/23561/ 99774 Bijlage 0 Onderwerp

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 14.0969 d.d. 28-10-2014 Onderwerp Beleidsregels koopkrachttegemoetkoming 2014 Besluiten: 1) De beleidsregels koopkrachttegemoetkoming lage inkomens 2014 vast te stellen en daarmee in te stemmen

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Burgerplatform Minima Ridderkerk (BMR)

Burgerplatform Minima Ridderkerk (BMR) Beste leden van het Minimaplatform Ridderkerk, Ridderkerk, 31 juli 2017 Op de laatst gehouden bijeenkomst van het Minima Platform hebben wij afgesproken dat we de eerstvolgende bijeenkomst zullen gebruiken

Nadere informatie

ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG

ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG Armoede in de gemeente Woudenberg Een onderzoek naar de omvang en kenmerken van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van de minimaregelingen. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD. Samenvatting

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD. Samenvatting Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD Samenvatting Met ingang van 1 januari 2017 heeft het kabinet structureel 100 miljoen (waarvan 85 miljoen voor gemeenten)

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Betaalbaarheidsonderzoek HVF Franeker, juni 2018

Betaalbaarheidsonderzoek HVF Franeker, juni 2018 Betaalbaarheidsonderzoek HVF 2017 2018 Franeker, juni 2018 De analyse Het wordt voor huurders in de lagere inkomensklassen steeds meer een uitdaging om rond te komen en om dit fenomeen nader te verklaren

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden

Jaarverslag. Stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden Jaarverslag Stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden 2014 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2014 van stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden. In het afgelopen jaar heeft Leergeld

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK SCHOOL-MUZIEK-SPORT KlNDERFONDS SOCIALE DIENST

PLAN VAN AANPAK SCHOOL-MUZIEK-SPORT KlNDERFONDS SOCIALE DIENST Dordreclt* PLAN VAN AANPAK SCHOOL-MUZIEK-SPORT KlNDERFONDS (SMS-KlNDERFONDS) SOCIALE DIENST Versie 4.1 Status: besluiten In opdracht van: WKS Ambtelijk opdrachtgever: Jannie Storm Projectleider: Floris

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting Leiden kent verschillende inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, Declaratieregeling,

Nadere informatie

Een schriftelijke bevestiging van de subsidietoekenning en/of van dit (bestuurs)standpunt hebben wij nog niet mogen ontvangen.

Een schriftelijke bevestiging van de subsidietoekenning en/of van dit (bestuurs)standpunt hebben wij nog niet mogen ontvangen. CK* BDK/^z- ci) MPGR932754 GR1 31..29 754 Aan de leden van de Drechtraad Postbus 619 33 AP Dordrecht Leer geld Vereniging van Stichtingen Leergeld in Nederland Stichting Leergeld Drechtsteden Postbus 81

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen van

Nadere informatie

Analyse Nibud Minimum begrotingen voor Bonaire 2014 en Sociaal Jaar Onderzoek FCB 2015

Analyse Nibud Minimum begrotingen voor Bonaire 2014 en Sociaal Jaar Onderzoek FCB 2015 2015 Analyse Nibud Minimum begrotingen voor Bonaire 2014 en Sociaal Jaar Onderzoek FCB 2015 Door J. van Tilborg, Beleidsadviseur FCB In opdracht van : Ben Oleana, Directeur FCB 1-12-2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Beleidsplan minimabeleid 2014-2017

Beleidsplan minimabeleid 2014-2017 Beleidsplan minimabeleid 2014-2017 Pagina 1 Inleiding: Armoede is een complex fenomeen waarin de dimensies van inkomen, gezondheid, opleiding, zelfredzaamheid en mogelijkheden tot participatie een belangrijke

Nadere informatie

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen Bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2005 Midden-Delfland, februari 2005 Inleiding Het kabinet heeft besloten om voor 2004 en 2005 extra geld ter beschikking te stellen om

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne Evaluatie Minimabeleid 2006 gemeente De Marne Inleiding De gemeente De Marne heeft haar minimabeleid in april 2006 geëvalueerd en besloten aanvullend op het reeds bestaande beleid een aantal regelingen

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Datum Zaaknummer : 98220 Programma : Economie, werk en inkomen Cluster : Samenleving Portefeuillehouder: dhr. V.G.M. van den Berg Informatie

Nadere informatie

! Brandligt.^/r, digitaai akkoord. Jd.d. Onderwerp Maatschappelijke Participatie van Kinderen

! Brandligt.^/r, digitaai akkoord. Jd.d. Onderwerp Maatschappelijke Participatie van Kinderen Samenleving Gescand archief datum 2 2-05-20V» Stad Doorkiesnummers: Telefoon 0622467943 Aan Het college van burgemeester en wethouders Afschrift aan A. Hoekman s i n :: paraaf ' --V;. ' "thouder! Brandligt.^/r,

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. De gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

GEMEENTEBLAD. De gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft; Officiële uitgave van de gemeente Maassluis GEMEENTEBLAD Nummer: 17 Datum bekendmaking: 13 mei 2015 Onderwerp: Verordening Maatschappelijke Participatie Kinderen MVS 2015 Verordening Maatschappelijke Participatie

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden

Jaarverslag. Stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden Jaarverslag Stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden 2013 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013 van stichting Leergeld Alblasserwaard Vijfheerenlanden. In het afgelopen jaar heeft Leergeld

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2004

Stadsenquête Leiden 2004 Hoofdstuk 16. Milieu Samenvatting Leiden heeft een Milieustraat aan de J.C. Rijpstraat. Vergeleken met voorgaande jaren zijn zowel de bekendheid als het gebruik verder toegenomen. In de Stadsenquête van

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD *ZD19002987* Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregel maatschappelijke participatie 2019 Citeertitel: Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019 Wettelijke

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Haren. Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Belasting- en inkomensregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen

Belasting- en inkomensregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen Belasting- en inkomensregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen Reinder Lok Huishoudens met minderjarige kinderen werden in 27 gemiddeld met 2 824 per jaar gecompenseerd door belasting- en inkomensregelingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten.

Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. "Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het jeugd participatiefonds: -een door de raad ingesteld

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van de vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei 2016. Laura de Jong. Kübra Ozisik. www.os-groningen.nl

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei 2016. Laura de Jong. Kübra Ozisik. www.os-groningen.nl OOG TV en Radio Marjolein Kolstein Laura de Jong Mei 2016 Kübra Ozisik www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud 1 Samenvatting 3 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding van het onderzoek 5 1.2 Doel van

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ;

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ; Toelichting Algemeen Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan het in 2016 door de raad en het college vastgestelde beleidskader Armoede en Schulden Gouda 2017 2020. Het speerpunt van de kadernota

Nadere informatie

Themarapport. Voeding en bewegen

Themarapport. Voeding en bewegen Themarapport Voeding en bewegen Inleiding In het najaar van 2011 heeft de GGD Hollands Noorden de Kindermonitor 0-12 jaar uitgevoerd. Het doel van de Kindermonitor is om de gemeente, de GGD en andere belanghebbenden

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Drechtstedendinsdag 2015

Drechtstedendinsdag 2015 Drechtstedendinsdag 2015 UITKOMSTEN ENQUÊTE INRICHTING EN FUNCTIONEREN Inhoud 1. Conclusies 2. Drechtstedendinsdag in het algemeen 3. Themabijeenkomsten 4. Gezamenlijke maaltijd 5. Regionaal fractieoverleg

Nadere informatie

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Hoofdstuk 16. Financiële situatie Samenvatting 16. FINANCIËLE SITUATIE In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit

Nadere informatie

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-079 3 december 2009 9.30 uur Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen Meeste kans op armoede bij eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie Stadsenquête Leiden 008 Hoofdstuk 19. Financiële situatie Samenvatting Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, bijna een kwart komt net rond en een

Nadere informatie