Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen"

Transcriptie

1 Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2013 Gegevens OD Volksgezondheid en Surveillance Infecties geassocieerd aan de zorg en antimicrobiële resistentie Dr Naïma Hammami J. Wytsmanstraat Brussel België 1

2 Infecties geassocieerd aan de zorg en antimicrobiële resistentie April 2014 Brussel, België Verantwoordelijk editor: Dr Johan Peeters, Directeur général J. Wytsmanstraat Brussel N interne referentie : PHS/2014/021 N depot: D/2014/2505/38 ISSN: Auteurs : Dr Naïma Hammami Dr Marie-Laurence Lambert Contact : naima.hammami@wiv-isp.be Het project is financieel ondersteund door Federale overheidsdienst volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, De Vlaamse Gemeenschap (ikv Vlaams Indicatoren Project VIP 2 ), de Waalse Gemeenschap Bruxelles Santé. La Science au service de la Santé Publique, de la Sécurité de la chaîne alimentaire et de l'environnement. 2

3 Dankbetuiging De auteurs wensen de leden van de werkgroep voor «septicemieën in het ziekenhuis» en Sylvanus Fonguh te bedanken voor hun bijdrage in de ontwikkeling van de herzieningen in het nieuwe protocol en de website voor data collectie, die hebben bijgedragen tot het goede verloop van de surveillance van septicemieën in het ziekenhuis. Institut Scientifique de Santé Publique Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP), Brussel Dit rapport mag niet worden gereproduceerd, gepublicieerd of verdeeld zonder akkoord van WIV-ISP. 3

4 Lijst afkortingen AB Antibioca behandeling BMR Multi-resistente bacteriën BSI Bloodstream infection (septicemie) CAR Carbapenem C3G Cephalosporine 3 de generatie CNS coagulase negatieve staphylokokken CLA-BSI Central Line-Associated Blood Stream Infection (septicemie geassocieerd met centraal veneuze katheter) CVC Centraal veneuze katheter CR-BSI Central line Related Blood Stream Infection (septicemie gerelateerd aan CVC) d dagen EARS-Net European Antimicrobial Resistance Surveillance Network (ECDC) ECDC European Centre for Disease Control, Stockholm, SE E. coli Escherichia coli ESBLE Extended-Spectrum beta-lactamase producerende Enterobacteriaceae ET endo-tracheale tube G-BAC Gram-negatieve bacilli gly Glycopeptide HC Hemokultuur I Intermediair (resistent) IZ intensieve zorgen LOS Lenght of stay (hospitalisatie duur) meti Met(h)icilline mo Microorganisme MRSA Meticilline resistente Staphylococcus aureus NSIH National Surveillance of Infections in Hospitals ( Belgium opn. Aantal opnames pd. patiëntdagen, hospitalisatie dagen PPS-HAI & AB Point Prevalence Survey of Healthcare-associated infections and Antimicrobial use in European acute care hospitals Q Quarter = trimester (3 maanden) R Resistent SEP (Surveillance van) Septicemieën (in ziekenhuis) SSI Surgical Site Infections (Postoperatieve wondinfecties) STRHCG Andere hemolytische streptokokken (C, G) VRE Vancomycine resistente enterokokken (Vancomycine resistant Enterococcus) WIV-ISP Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid-Institut Scientifique de Santé Publique ZH ziekenhuis 4

5 Samenvatting In 2013 hebben 109 ziekenhuissites minstens 3 maanden (minimum vereiste per jaar) aan de surveillance voor septicemieën (SEP) in ziekenhuizen deelgenomen. Dit aantal wijst op een duidelijke toename in vergelijking met de voorgaande jaren en kan worden toegeschreven aan een revisie van het protocol in 2013, maar ook aan een politieke beslissing die deelname aan de surveillance in de toekomst zal verplichten in het kader van het project van de kwaliteitsindicatoren. Dit benadrukt de prioriteit die wordt gegeven aan de preventie van infecties verworven in ziekenhuizen en de haalbaarheid van de surveillance. In 2013 werden in totaal episoden gerapporteerd van SEP verworven in ziekenhuizen. De gemiddelde incidentie bedroeg 5,9 SEP/1.000 opnames en 8,2/ patiëntdagen (pd). De incidentie van SEP verworven op Intensieve Zorgen (IZ) bedroeg 17,2/1.000 IZ opnames en 39,1/ pd IZ. Hoewel de incidentie hoger lag in IZ, werd 79% van de episodes in een andere dienst verworven. Deze incidenties lijken stabiel van 2000 tot 2013, maar de variabiliteit in het aantal deelnemende ziekenhuizen per jaar bemoeilijkte de interpretatie van de jaarlijkse trends op nationaal niveau. Een pathogeen micro-organisme (mo) werd geïsoleerd in 85% van de SEP episodes, en het aandeel van huidcontaminanten daalde over de periode 2000 tot De specifieke incidentie van SEP met E. coli verworven in ziekenhuizen steeg van 1,2 in 2000 tot 2,0/ pd in Voor Klebsiella pneumoniae kende de incidentie ook een toename van respectievelijk 0,3 naar 0,6/ pd. De jaarlijkse gemiddelde dichtheid van septicemieën geassocieerd met een centraal veneuze katheter (CLABSI) bedroeg 2,2/ pd in De vermoedelijke oorsprong voor septicemieën verworven in ziekenhuizen was een centraal veneuze katheter in 27% van de episodes, terwijl 54% wordt beschouwd als secundair aan een andere infectie (21% is toegeschreven aan een urinaire en 11% aan een pulmonaire infectie). Een associatie met een invasief hulpmiddel werd gerapporteerd voor 51% van deze urinaire en 39% van deze pulmonaire infecties. In totaal werd er een associatie met een invasief hulpmiddel gerapporteerd in 44% van de SEP verworven in ziekenhuizen. Microbiologische documentatie was beschikbaar in 55% van deze SEP gevallen die geassocieerd werden met een invasief hulpmiddel (zelfde mo hemokultuur/ingangspoort). De frequentste micro-organismen in septicemieën verworven in ziekenhuizen waren E. coli (22%), coagulase-negatieve stafylokokken (13%) en Staphylococcus aureus (11%). De resistentie van deze geïsoleerde S. aureus tegenover methicilline bedroeg 21%, deze van Enterococcus faecalis en E. faecium tegenover glycopeptiden (vancomycine en teicoplanine; VRE) 1,6%, de resistentie van E. coli tegenover cefalosporinen van de 3e generatie (C3G) en carbapenems (CAR; imipenems, meropenems, doripenems) respectievelijk 12% en 0,3%. Tenslotte bedroeg de resistentie tegenover carbapenems bij P. aeruginosa 17% en bij Acinetobacter sp. 5%. Er zijn weinig gegevens voorhanden die internationale vergelijkingen mogelijk maakten. De incidenties van SEP verworven in ziekenhuizen, en op IZ, berekend voor België lagen hoger dan die gerapporteerd door Quebec (Canada). De proportie van antibioticaresistentie van de SEP surveillance stemde overeen met die gerapporteerd door Canada, Frankrijk en EARS-Net netwerk voor Europa. Onze resultaten met betrekking tot de resistentieprofielen lagen iets hoger dan die gerapporteerd door het EARS-Net voor België in 2012 (nosocomiale en andere infecties, enkel invasieve isolaten). 5

6 De resultaten wijzen op het belang van een versterking van preventie voor SEP verworven in ziekenhuizen, in het bijzonder van SEP geassocieerd met invasieve hulpmiddelen. Bovendien is het een performant instrument voor de opvolging van de antibioticaresistentie. Executive summary In 2013, 109 hospital sites participated for at least 3 months (minimum required per year) to the surveillance program for bloodstream infections (BSI) in hospitals. This indicates a clear increase compared with previous years and could be attributed to a revision of the protocol in 2013, but also to a political decision which will make the reporting of certain indicators mandatory for the quality indicator project. This emphasizes the priority that is given to the prevention of infections acquired in hospitals and the feasibility of this surveillance. In 2013, a total of episodes of BSI acquired in hospitals were reported. The mean incidence was 5.9 BSI/1,000 admissions and 8.2/10,000 patient days (pd). The incidence of SEP acquired in intensive care (ICU) was 17.2/1,000 ICU admissions and 39.1/10,000 ICU pd. Although the incidence was higher in ICU, 79% of episodes were acquired in another service. These incidences seemed stable from 2000 to 2013, but the variability in the number of hospitals that participated per year complicated the interpretation of the annual trends at the national level. A pathogen was isolated in 85% of the BSI episodes, and the proportion of skin contaminants decreased from 2000 to The specific incidence of BSI with E. coli acquired in hospitals increased from 1.2 in 2000 to 2.0/10,000 pd in For Klebsiella pneumoniae it rose from 0.3 to 0.6/10,000 pd, respectively. The annual mean incidence density of BSI associated with a central line (CLABSI) was 2.2/10,000 pd in The suspected origin of BSI acquired in the hospital was a central line in 27% of the episodes and 54% was considered to be secondary to another infection site (21% was attributed to a urinary and 11% to pulmonary infection). An association with an invasive device was reported for 51% of these urinary and 39% of these pulmonary infections. In total there was an association with an invasive device reported in 44% of the BSI acquired in hospitals. Microbiological documentation was available for 55% of these BSI associated with an invasive device (same microorganism in blood culture/suspected origin). The most frequent micro-organisms in BSI acquired in the hospital were E. coli (22%), coagulasenegative staphylococci (13%) and Staphylococcus aureus (11%). Antibiotic resistance of these S. aureus strains to methicillin was 21%, this of Enterococcus faecalis and faecium against glycopeptides (vancomycin, teicoplanin; VRE) 1.6%, the antibiotic resistance of E. coli against 3rd generation cephalosporins (C3G) and carbapenems (CAR; imipenems, meropenems, doripenems) respectively 12% and 0.3%. Finally, the resistance of P. aeruginosa and Acinetobacter sp. against carbapenems was respectively 17% and 5%. Little data was available for international comparisons. The incidences of BSI acquired in hospitals and ICU for Belgium were higher than those reported by Quebec (Canada). The proportion of antibiotic resistance of the SEP surveillance were in line with those reported by Canada, France and the EARS-Net network for Europe. Our results linked to the antibiotic resistance were slightly higher than those reported by the EARS-Net for Belgium in 2012 (nosocomial and other infections, invasive isolates only). The results highlight the importance of strengthening prevention measures against BSI acquired in hospitals, particularly against BSI associated with invasive devices. In addition, it is a well performing tool for the monitoring of antibiotic resistance. 6

7 Inhoud 1. INLEIDING METHODE Surveillance gegevens Deelnemende ziekenhuizen en verzameling van gegevens Analyse van de gegevens RESULTATEN Tendensen Deelname Incidenties Aantal ziekenhuizen, trimesters en episodes opgenomen in de berekening van de jaarlijkse incidenties van SEP verworven in ziekenhuizen en op intensieve zorgen (IZ) Jaarlijkse incidenties van SEP verworven in ziekenhuis en op IZ Distributie van de incidenties tussen de ziekenhuizen Specifieke incidenties voor CVC-geassocieerde septicemieën (CLABSI) Specifieke incidenties per micro-organisme Beschrijving episodes Evolutie in proporties per gevalsdefinitie Gegevens Beschrijving episodes Per case definitie Per specialiteit van de dienst waar de diagnose is gesteld Per vermoedelijke oorsprong Per invasief hulpmiddel Termijn waarin de septicemie optreedt (datum infectie datum opname) Beschrijving van de patiënten en status op het einde van follow-up (FU) Microbiologisch luik en antibioticaresistentie Micro-organismen Antibioticaresistentie fenotypes voor «marker» micro-organismen INTERNATIONALE VERGELIJKING VERGELIJKING MET ANDERE BELGISCHE GEGEVENSBRONNEN DISCUSSIE BESLUIT EN AANBEVELINGEN BIJLAGEN Berekening van de incidenties Verdeling van de incidenties volgens het aantal bedden en de opnameduur Aantal micro-organismen, episodes en patiënten met septicemie Oorsprong Septicemieën met invasief hulpmiddel Micro-organismen Micro-organismen per oorsprong Afkomst van septicemieën niet verworven in het ziekenhuis Kwaliteit van de gegevens

8 Lijst van tabellen Tabel 1 : Deelnemende ziekenhuizen (ZH) volgens aantal trimesters van deelname, Tabel 2 : Aantal ziekenhuizen, trimesters en episodes opgenomen in berekening van Tabel 3 : Incidenties van septicemieën verworven in ziekenhuis en IZ, Tabel 4 : Septicemieën verworven in ziekenhuis en IZ, per casedefinitie en per jaar, Tabel 5 : Septicemieën per case definitie Tabel 6 : Septicemieën verworven in ziekenhuis, per specialiteit van de dienst Tabel 7 : Vermoedelijke oorsprong van septicemieën verworven in ziekenhuis Tabel 8 : Septicemieën verworven in ziekenhuis met invasief hulpmiddel Tabel 9 : Microorganismen geïsoleerd bij de septicemieën Tabel 10 : Resistentie aan antibiotica Tabel 11 : Incidentie densiteit van antibioticaresistente SEP, Tabel 12: Incidentie en oorsprong van septicemieeën in het ziekenhuis Tabel 13: Micro-organismen en antibiotica resistentie septicemieën in het ziekenhuis Tabel 14: Proportie van antibiotica resistentie vergelijking gegevens België Tabel 15 : Berekening van de gemiddelde incidentie en het gemiddelde van de incidentie Tabel 16 : Aantal mo, episodes en patiënten met septicemie, Belgische ziekenhuizen Tabel 17 : Septicemieën verworven ( 2d) in ziekenhuis, per oorsprong en specialiteit van de dienst, België Tabel 18 : Septicemieën verworven buiten ziekenhuis(<2d), per oorsprong en specialiteit van de dienst, België Tabel 19 : Septicemieën met invasief hulpmiddel Tabel 20 : CLABSI (central line associated blood stream infection) per case definitie en microbiologische documentatie Tabel 21 : Microorganismen geïsoleerd in septicemieën, Belgische ziekenhuizen Tabel 22 : Microorganismen, per vermoedelijke oorsprong van septicemieën verworven in het ziekenhuis, België Tabel 23 : Afkomst van septicemieën niet verworven in het ziekenhuis, Tabel 24 : Ontbrekende of onbekende gegevens, ziekenhuis en IZ,

9 Lijst van figuren Figuur 1 : Incidentie densiteit SEP verworven in ziekenhuis, België Figuur 2 : Incidentie densiteit SEP verworven op IZ, België Figuur 3: Gemiddelde incidentie densiteit van SEP verworven in ziekenhuis en geassocieerd aan CVC (CLABSI) - België Figuur 4 : Incidentie densiteit van SEP verworven in ziekenhuis per micro-organisme, België Figuur 5 : Vermoedelijke oorsprong van septicemieën verworven op IZ versus andere diensten Figuur 6 : Incidentiedensiteit van septicemieën verworven in het ziekenhuis volgens het bedden aantal Figuur 7 : Incidentie densiteit van septicemieën verworven in het ziekenhuis volgens gemiddelde opnameduur,

10 1. INLEIDING Septicemieën verworven in ziekenhuizen zijn ernstig. Bovendien is er een belangrijk potentieel voor preventie in het bijzonder voor septicemieën geassocieerd met een invasief hulpmiddel. Om deze redenen bestaat het nationale surveillanceprogramma voor septicemieën sinds Het programma voor de surveillance van nosocomiale septicemieën (ziekenhuis-breed) in België reikt een gestandaardiseerd meetinstrument aan de ziekenhuizen, dat de opvolging van hun eigen tendensen evenals de berekening van de incidenties op nationaal niveau mogelijk maakt. Dit rapport beschrijft de incidenties van de septicemieën verworven in ziekenhuizen van 2000 tot 2013 en analyseert op een meer gedetailleerde manier de surveillancegegevens van 2013, in het bijzonder de betrokken kiemen en hun resistentieprofiel. Sinds 2013 is er een gereviseerd protocol (1) ( en werd een nieuwe website voor de data-invoer ( in gebruik genomen. Dit is het eerste rapport met de gegevens die na de revisies (o.a. met veranderingen in de gevalsdefinities) werden verzameld. 2. METHODE 2.1. Surveillance gegevens Deelnemende ziekenhuizen en verzameling van gegevens De criteria voor de deelname en de modaliteiten voor de gegevensverzameling staan vermeld in het nieuwe protocol. Ter herinnering, een septicemie verworven in het ziekenhuis wordt gedefinieerd als een septicemie die optreedt vanaf de tweede dag ( 2 d) na opname in een deelnemend ziekenhuis (positieve hemokulturen). Een septicemie verworven op Intensieve Zorgen (IZ) is een septicemie die optreedt vanaf de tweede dag ( 2 d) na opname op IZ. De andere septicemieën (optredend < 2 d na opname, bijvoorbeeld gevallen opgetreden binnen de gemeenschap of verworven in een ander ziekenhuis, een rusthuis, enz.) worden optioneel geregistreerd. Septicemieën worden geregistreerd op basis van de positieve hemokulturen (HC) van een patiënt Analyse van de gegevens Dit rapport analyseert de surveillancegegevens van septicemieën in ziekenhuizen vanaf het eerste trimester van 2000 tot het laatste trimester van 2013 zoals geactualiseerd in de databank van het WIV-ISP op 2 april Het concentreert zich hoofdzakelijk op septicemieën verworven in ziekenhuizen ( 2 d). De geaggregeerde jaarlijkse gemiddelde percentages zijn uitgedrukt onder de vorm van: 10

11 Gemiddelde incidentie 1 per opnames (cumulatieve incidentie) of patiëntdagen (pd) (incidentiedichtheid) Gemiddelde en mediaan van de incidenties 2 per opnames of pd (zie bijlage 8.1 voor de details betreffende de berekening van de incidenties) Septicemieën die minder dan 2 dagen na een opname worden verworven, zijn niet in de berekening van de incidenties opgenomen. De verschillen met de resultaten van het vorige rapport ( ) (2) zijn het gevolg van 1/ een nieuwe berekeningsmethode (weging voor het aantal trimesters in de berekening van de gemiddelde incidenties, zie bijlage 8.1) en 2/ bijkomende gegevens van voorgaande jaren doorgestuurd door de ziekenhuizen, vóór de afsluiting van de NSIHwin software ( stand-alone applicatie) voor deze surveillance. 1 gemiddelde incidenties: totaal gevallen/totaal noemers (alle deelnemende ziekenhuizen) 2 gemiddelde van de incidenties: totaal incidenties/ totaal ziekenhuizen met beschikbare noemers (per trimester en per jaar) 11

12 3. RESULTATEN 3.1. Tendensen Deelname Het aantal ziekenhuizen (ZH) dat minstens één trimester aan het programma voor de surveillance van septicemieën deelneemt, varieert in de tijd en is in 2013 duidelijk toegenomen. Zo varieert ook het aantal trimesters van deelname per ziekenhuis. De proportie (42% in 2013) die data registreren voor een volledig jaar is niet toegenomen. Tabel 1 : Deelnemende ziekenhuizen (ZH) volgens aantal trimesters van deelname, Aantal trimesters van deelname per ziekenhuis 1 trimester 2 trimesters 3 trimesters 4 trimesters Totaal ZH met 1 trim. deelname Jaar N ZH % N ZH % N ZH % N ZH % N ZH % Incidenties Aantal ziekenhuizen, trimesters en episodes opgenomen in de berekening van de jaarlijkse incidenties van SEP verworven in ziekenhuizen en op intensieve zorgen (IZ) Alleen ziekenhuizen met vervolledigde noemers per trimester voor het hele ziekenhuis of voor IZ zijn in de berekening van de incidenties opgenomen. 12

13 Tabel 2 : Aantal ziekenhuizen, trimesters en episodes opgenomen in berekening van incidenties van septicemieën verworven in ziekenhuis en IZ, SEP verworven in ziekenhuis SEP verworven op IZ Jaar N ZH N trimester N episodes verworven ZH N ZH N trimester N episodes verworven IZ ZH=ziekenhuis; IZ=intensieve zorgen; SEP=septicemie; N=aantal Jaarlijkse incidenties van SEP verworven in ziekenhuis en op IZ De incidentiedichtheid lijkt in de afgelopen 14 jaar stabiel te blijven (7,5-9,1/ pd). Om de gemiddelde jaarlijkse incidenties te kunnen vergelijken, werden dezelfde case definities behouden (case definitie o.b.v. 1 hemocultuur met huidcontaminant werd uitgesloten). Het blijft echter moeilijk om de tendensen te interpreteren, omdat er een variabiliteit is in de ziekenhuizen die deelnemen over de jaren. In 2013 bedraagt de mediaan (P25-P75) van SEP verworven in ziekenhuizen 14 episodes (6-27) per ziekenhuis-trimester. De gemiddelde incidentiedichtheid van SEP verworven op IZ ligt 5 keer hoger dan die voor heel het ziekenhuis. Echter, in absolute aantallen treedt de meerderheid van de SEP verworven in ziekenhuizen op buiten IZ (zie tabel 5). Tabel 3 : Incidenties van septicemieën verworven in ziekenhuis en IZ, SEP verworven in ziekenhuis SEP verworven op IZ Gemiddelde incidentie * Gemiddelde incidentie * Jaar /1.000 opn / pd /1.000 opn / pd ,1 7,8 16,6 47, ,6 8,3 18,3 45, ,8 8,5 17,9 42, ,8 8,3 20,4 47, ,1 8,8 21,2 48, ,0 9,0 20,3 44, ,9 9,1 20,4 45, ,6 8,6 19,1 42, ,3 8,1 18,3 41, ,2 8,2 16,3 37, ,9 7,9 14,5 35, ,9 7,5 17,8 39, ,4 7,5 14,5 32, ,9 8,2 17,2 39,1 Opn=opnames; pd= patiëntdagen; IZ=intensieve zorgen; *gemiddelde incidentie: totaal episodes verworven in ziekenhuis of IZ/totaal noemers (alle ziekenhuizen of IZ met volledige noemers per trimester van een jaar) 13

14 SEP verworven op IZ / pd SEP verworven in ziekenhuis/ pd Slechts 4 ziekenhuizen hebben in 2013 volledige gegevens ingevoerd voor de neonatale intensieve zorgen (12 trimesters). De gemiddelde incidentie densiteit is 13/ pd. De gemiddelde incidenties voor de IZ zijn berekend met in de teller het aantal SEP verworven op IZ ( 2 dagen op IZ) en in de noemer het totale aantal opnamen of patiëntdagen op IZ (inclusief patiënten die < 2 dagen op een IZ zijn gebleven) Distributie van de incidenties tussen de ziekenhuizen Tussen de ziekenhuizen, is er een belangrijke variatie in de incidentie van septicemieën verworven in ziekenhuizen en op IZ. Die verschillen kunnen hoogstwaarschijnlijk niet alleen worden toegeschreven aan de verschillen in de patiëntenpopulatie (case-mix, zie bijlage 8.2, figuur 6 en 7; verdeling in functie van het aantal bedden en opnameduur) en suggereren dus een belangrijk preventiepotentieel. Figuur 1 : Incidentie densiteit SEP verworven in ziekenhuis, België Percentile 10 Median Percentile 90 Mean Jaar Figuur 2 : Incidentie densiteit SEP verworven op IZ, België Percentile 10 Median Percentile 90 Mean Jaar 14

15 CLABSI verworven in ziekenhuis/ pd Specifieke incidenties voor CVC-geassocieerde septicemieën (CLABSI) De gemiddelde incidentie van CLABSI per pd is van 2000 tot 2013 gestegen. Ook hier blijft de interpretatie moeilijk ten gevolge van de schommelende deelname van de ziekenhuizen in de tijd. Bovendien is er ook een verandering geweest in de definitie van een CLABSI (teller), waardoor er proportioneel minder onbekende als oorzaak voorkomen (15% versus 24-32% vóór 2013). Deze infecties zijn ernstig maar komen zelden voor: de mediaan (P25-P75) van het aantal CLABSI en CRBSI verworven in het ziekenhuis bedraagt respectievelijk 2 (0-7) en 1 (0-4) per trimester. Figuur 3: Gemiddelde incidentie densiteit van SEP verworven in ziekenhuis en geassocieerd aan CVC (CLABSI) - België Jaar CLABSI=septicemie geassocieerd aan centraal veneuze katheter (CVC); pd=patiëntendagen; CVC=Centraal veneuze katheter : groepeert septicemieën met oorsprong «CVC» EN septicemieën met «onbekende» oorsprong maar CVC aanwezig in de 2 dagen vóór de infectie Specifieke incidenties per micro-organisme Figuur 4 toont de incidenties van septicemieën verworven in ziekenhuizen voor de 5 meest frequente ziekteverwekkers (zie tabel 9). Wij stellen een toename vast van E. coli van 1,2/ pd in 2000 tot 2,0/ pd in 2013 en van K. pneumonia van 0,3/ pd in 2000 tot 0,6/ pd in Septicemieën met E. coli worden vooral in verband gebracht met urinaire infecties [47% (604/1281), waarvan 45% (207/604) met een urinaire sonde] en bij patiënten opgenomen op geriatrie (21%) of IZ (15%). 15

16 SEP verworven in ziekenhuis / pd Figuur 4 : Incidentie densiteit van SEP verworven in ziekenhuis per micro-organisme, België Staphylococus aureus Esherichia coli Klebsiella pneumoniae Pseudomonas aeruginosa Enterococcus faecalis Jaar Beschrijving episodes Evolutie in proporties per gevalsdefinitie Een pathogene kiem wordt geïsoleerd in de meerderheid van de episoden van septicemieën verworven in ziekenhuizen. Het aandeel van gevallen veroorzaakt door huidcontaminanten daalt van 2000 tot Tabel 4 : Septicemieën verworven in ziekenhuis en IZ, per casedefinitie en per jaar, SEP verworven in ziekenhuis SEP verworven op IZ 1HC pathogeen 2HC cut. microbiota Totaal 1 HC pathogeen 2HC cut. microbiota Totaal Jaar N % N % N N % N % N * * * * IZ=intensieve zorgen; HC=hemokultuur; cut. microbiota=cutane microbiota; *omvat neonatale SEP ( 1 HC coagulase negatieve staphylokokken) 16

17 3.2. Gegevens Beschrijving episodes Per case definitie In 2013 hebben 109 ziekenhuissites gedurende minstens 1 trimester aan de surveillance deelgenomen (zie tabel 1). Dit is een toename in vergelijking met de voorgaande jaren. Van de geanalyseerde episoden in 2013, zijn er septicemieën verworven in ziekenhuizen (69%), daarvan zijn er (21%) verworven op IZ. De meerderheid van de episodes wordt veroorzaakt door pathogene kiemen. Tabel 5 : Septicemieën per case definitie 2013 SEP verworven in ziekenhuis Andere (<2d) verworven IZ verworven niet-iz Episode septicemie N (%) N (%) N (%) SEP met 1 HC pathogeen 950 (85) (87) (95) SEP met 2 HC huidcontaminant 143 (13) 534 (13) 124 (5) SEP neonatologie met 1 HC CNS 22 (2) 12 (0) 0 (0) Totaal geanalyseerde SEP (onbekende case definitie uitgesloten) (100) (100) (100) SEP= septicemieën; HC=hemokultuur; CNS= coagulase negatieve staphylokokken; IZ = intensieve zorgen Per specialiteit van de dienst waar de diagnose is gesteld Ongeveer een kwart van de episoden van septicemieën verworven in ziekenhuizen worden op IZ gediagnosticeerd. De episoden verworven in het ziekenhuis en gediagnosticeerd op IZ, zijn niet steeds verworven op IZ. Tabel 6 : Septicemieën verworven in ziekenhuis, per specialiteit van de dienst 2013 Specialiteit N % Intensieve zorgen (IZ) Geriatrie Interne geneeskunde andere* Hemato/Oncologie/Beenmergtransplantatie Gastro-enterologie Chirurgie andere* Andere Chirurgie ; abdominale Cardiologie Pneumologie Neurologie Urologie Nefrologie Orthopedie Chirurgie ; cardiovasculaire 90 2 Neonatale IZ 83 2 Pediatrie 64 1 Total *groepeert specialiteiten < 50 episodes/jaar 17

18 Per vermoedelijke oorsprong Voor septicemieën verworven in het ziekenhuis is de vermoedelijke oorsprong voornamelijk een CVC (27%) of een urinaire infectie (21%). In alle ziekenhuisdiensten is de meest voorkomende vermoedelijke oorsprong een CVC (21-50%), behalve op geriatrie waar infecties van urinaire oorsprong het meest voorkomend zijn (39%) (zie bijlage 8.4, tabel 17). Het is interessant te onderlijnen dat 67% van de CVC-geassocieerde septicemieën niet op IZ zijn verworven. Van de vermoede oorzaken zijn er 47% gedocumenteerd (d.w.z. micro-organisme aangetroffen in één of meerdere hemokulturen en ter hoogte van de vermoedelijke oorsprong). Voor CVCgeassocieerde septicemieën (CLABSI) is 42% gedocumenteerd door een katheterkweek (CVCgerelateerde septicemie, CR-BSI). Tabel 7 : Vermoedelijke oorsprong van septicemieën verworven in ziekenhuis Oorsprong N gedocumenteerd (%) SEP verworven in ziekenhuis N nietgedocumenteerd (%) Totaal (%) CVC* 595 (42) 813 (58) (27) Urinaire infectie 925 (83) 196 (17) (21) Gastro-intestinale/abdo. infectie 137 (22) 473 (78) 610 (11) Pleuro-pulmonaire infectie 342 (59) 238 (41) 580 (11) Andere secondaire infectie ** 181 (48) 198 (52) 379 (7) Andere katheters/ procedures*** 87 (38) 139 (62) 226 (4) Infectie operatiesite 134 (68) 63 (32) 197 (4) Onbekend 72 (9) 723 (91) 795 (15) Totaal (47) (53) (100) *CVC=Centraal veneuze katheter : groepeert septicemieën met oorsprong «CVC» EN septicemieën met «onbekende» oorsprong maar CVC aanwezig in de 2 dagen vóór de infectie; ** huid/weke weefsels en andere; *** perifere/ andere katheters en niet-chirurgische invasieve procedures; Gedocumenteerd= zelfde micro-organisme is teruggevonden in hemokultu(u)r(en) en vermoedelijke oorsprong Voor septicemieën verworven op IZ ligt het aandeel van CVC en van pulmonaire oorsprongen hoger (39% en 23%). Buiten IZ zijn urinaire infecties (24%) en CVC-geassocieerde infecties (23%) de meest frequent vermoede oorzaken. Zie bijlage 8.4, tabel 18 voor de oorsprong van SEP die niet in ziekenhuizen zijn verworven. 18

19 Figuur 5 : Vermoedelijke oorsprong van septicemieën verworven op IZ versus andere diensten Andere katheters/ procedures 3% Onbekend 7% SEP verworven op IZ Pulmonaire 23% CVC 39% Secondaire infectie 51% Gastro 11% Urinaire 9% Andere 4% Operatiesite 4% SEP verworven op niet-iz Andere katheters/ procedures 5% Onbekend 17% Secondaire infectie 55% Pulmonaire 8% Gastro 12% Urinaire 24% CVC 23% Andere 8% Operatiesite 3% *CVC=Centraal veneuze katheter : groepeert septicemieën met oorsprong «CVC» EN septicemieën met «onbekende» oorsprong maar CVC aanwezig in de 2 dagen vóór de infectie Per invasief hulpmiddel Een invasief hulpmiddel is aanwezig in 2.359/5.316 (44%) van de septicemieën verworven in het ziekenhuis. Er is microbiologische documentatie beschikbaar voor 1.308/2.359 (55%) van deze episodes. 19

20 Tabel 8 : Septicemieën verworven in ziekenhuis met invasief hulpmiddel Gedocumenteerd Nietgedocumenteerd Totaal verworven ziekenhuis Invasief hulpmiddel N (%) N (%) N (%) CVC <2d 579 (41) 829 (59) (100) Urinaire infectie met urinaire sonde <7d 466 (81) 108 (19) 574 (100) Pulmonaire infectie met ET/canule 184 (81) 44 (19) 228 (100) Andere katheter 79 (53) 70 (47) 149 (100) Total (55) (45) (100) CVC=centraal veneuze katheter; ET= endo-tracheale tube; Gedocumenteerd=zelfde micro-organisme is teruggevonden in hemokultu(u)r(en) en vermoedelijke oorsprong Termijn waarin de septicemie optreedt (datum infectie datum opname) Voor septicemieën verworven in het ziekenhuis is de mediane verwervingstermijn (P25-P75) 13 dagen (6-26) na opname in het ziekenhuis. Voor septicemieën verworven op IZ is deze mediaan (P25-P75) 11 dagen (5-22) na opname op IZ. Het is moeilijk om zich uit te spreken over de termijn waarin een CVC-geassocieerde septicemie optreedt ten gevolge van het grote aantal ontbrekende gegevens (> 80%) voor de datum waarop een CVC is ingebracht (optioneel gegeven) Beschrijving van de patiënten en status op het einde van follow-up (FU) Tweeënveertig percent van de patiënten met een septicemie verworven in het ziekenhuis zijn vrouwen. De mediane leeftijd (P25-P75) is 73 jaar (59-82) bij vrouwen, en 71 jaar (60-80) bij mannen. De meerderheid van de patiënten heeft één episode van septicemie verworven in het ziekenhuis veroorzaakt door één micro-organisme (zie bijlage 8.3, tabel 16). Onder de episoden van septicemieën tellen we 20% sterfte, maar voor 24% ontbreekt de status op het einde van de FU. De sterfte ligt hoger bij patiënten met een septicemie verworven op IZ (32%). De gegevens laten niet toe om een oorzakelijk verband tussen het overlijden en de septicemie te bepalen. 20

21 Microbiologisch luik en antibioticaresistentie Micro-organismen In 2013 zijn er in totaal micro-organismen (mo) geregistreerd als etiologische agentia van septicemieën in het ziekenhuis, waarvan mo op IZ. Tabel 9 : Microorganismen geïsoleerd bij de septicemieën 2013 SEP verworven in ziekenhuis SEP verworven op IZ Andere (<2d) Familie en micro-organisme N % N % N % Enterobacteriaceae Escherichia coli Klebsiella pneumoniae Enterobacter cloacae Proteus mirabilis Klebsiella oxytoca Enterobacter aerogenes ,5 Serratia marescens ,5 Andere/niet geidentifieerd* Gram + kokken coag-neg. staphylococci Staphylococcus aureus Enterococcus faecalis Enterococcus faecium ,5 Streptococcus sp., other Streptococcus pneumoniae Andere/niet geidentifieerd* Gram - bacillen (non enterobacteriaceae) ,5 Pseudomonas aeruginosa Morganella sp ,5 Andere/niet geidentifieerd* Fungi ,5 Candida albicans ,5 Candida glabrata Andere/niet geidentifieerd* Anaerobic bacilli ,5 Bacteroides fragilis Autres Gram + bacilli Autres Gram cocci 10 0, Andere/niet geïdentifieerd 11 0, ,5 Totaal *micro-organismen met <50 SEP episodes/jaar (alle deelnemende ziekenhuizen); SEP = septicemie; IZ= intensieve zorgen 21

22 De enterobacteriën blijven de meest frequente mo, gevolgd door de gram-positieven. Voor een gedetailleerde lijst van de mo die geïsoleerd werden in de hemokulturen, zie annex 8.6 tabel 21. De enterobacteriën zijn het frequentst in de septicemieën die secundair zijn aan urinaire infecties (E. coli 51%), gastro-intestinale infecties (E. coli 31%) en pulmonaire infecties. De Grampositieve kokken zijn het meest betrokken bij kathetergeassocieerde septicemieën (coagulase negatieve stafylokokken 34%) en chirurgische infecties (S. aureus 21%), zie bijlage 8.7, tabel 22. Een huidcontaminant was het unieke mo in 490 van de episoden van CLABSI (35%) en 233 van de 490 gevallen (48%) zijn bevestigd door een katheterkweek, zie bijlage 8.5, tabel Antibioticaresistentie fenotypes voor «marker» micro-organismen Het aandeel van MRSA onder de septicemieën verworven in ziekenhuizen is 21%. De resistentie ligt lager bij septicemieën die niet verworven zijn in het ziekenhuis. Zie tabel voor de vergelijking van de resistentie van S. aureus, E. coli, K. pneumonia en P. aeruginosa met de surveillancegegevens van nationale en internationale bronnen. Tabel 10 : Resistentie aan antibiotica 2013 Verworven in ziekenhuis Andere (<2d) Micro-organisme Resistentie N % N % Gram + kokken S. aureus Meti-R 141/ / Gly-R 2/661 0,3 0/264 0 E. faecalis Gly-R 2/314 0,6 0/81 0 E. faecium Gly-R 6/188 3,2 0/9 0 Enterobacteriaceae E. coli C3G-R 156/ / CAR-(I&R) 4/ ,3 3/ ,3 K. pneumoniae C3G-R 77/ / CAR-(I&R) 8/ /108 0 E. cloacae C3G-R 82/ /34 18 CAR-(I&R) 3/203 1,5 0/34 0 P. mirabilis C3G-R 3/ /63 0 CAR-(I&R) 0/ /63 0 K. oxytoca C3G-R 19/ /43 5 CAR-(I&R) 3/119 2,5 0/43 0 E. aerogenes C3G-R 57/ /16 59 CAR-(I&R) (4)/97 4 0/16 0 Serratia spp C3G-R 18/ /18 11 CAR-(I&R) (2)/98 2 0/18 0 Gram - bacillen (non enterobacteriaceae) P. aeruginosa CAR-(I&R) 52/ /68 7 Acinobacter sp. CAR-(I&R) 5/ /104 5 Meti=Meticilline; Gly=glycopeptides (vancomycine, teicoplanine); CAR=carbapenem (Imipenem, meropenem, doripenem); C3G=3de generatie cephalosporines (cefotoxime, ceftriaxone, ceftazidime) *R-CAR omvat (intermediair en resistent) 22

23 Specifieke incidentiedensiteit van septicemieën met antibioticaresistente kiemen Tabel 11 toont de verdeling van de incidentiedensiteit en de gemiddelde incidentiedensiteit (/ pd) voor de 3 meest frequente pathogene kiemen. Voor MRSA-SEP rapporteert 50% van de ziekenhuizen een incidentie lager dan 0,08/ pd, m.a.w. een absoluut mediaan aantal (min.-max.) van 0 MRSA-SEP (0-6) per ziekenhuis-trimester. Voor E. coli resistent tegen C3G bedraagt de gemiddelde incidentie 0,16/ pd of een absolute mediaan (min.-max.) 0 (0-8) per ziekenhuis-trimester. De meerderheid van de ziekenhuizen rapporteert geen enkele episode met deze specifieke resistentie profielen per deelgenomen trimester. Zie tabel 14 voor vergelijkingen van de gemiddelde incidenties met de surveillancegegevens van nationale bronnen. Tabel 11 : Incidentie densiteit van antibioticaresistente SEP, 2013 Gram + Gram - S. aureus E. coli K. pneumoniae Fenotype Meti-R C3-G R CAR I_R C3-G R CAR I_R N episodes * 77 8** Ziekenhuis-trimesters (N=246) zonder specifieke episodes ( %) 169 (69) 158 (64) 243 (99) 200 (81) 241 (98) Incidentie / pd. Gemiddelde incidentie 0,22 0,23 0,004 0,14 0,008 P P50 (mediaan) 0,08 0, P75 0,30 0,33 0 0,19 0 Meti=Meticilline; CAR=carbapenem (Imipenem, meropenem, doripenem); C3G=3de generatie cephalosporines (cefotoxime, ceftriaxone, ceftazidime); *R-CAR omvat (intermediair en resistent) * allemaal resistent aan C3G, ** waarvan 1 gevoelig aan C3G 23

24 4. INTERNATIONALE VERGELIJKING De incidenties van SEP verworven in het ziekenhuis en IZ berekend voor de ziekenhuisbrede surveillance in België liggen hoger dan die in Quebec. (3) De vergelijking met Frankrijk is moeilijker aangezien deze IZ-surveillance uitsluitend gegevens registreert over patiënten die langer dan 2 dagen zijn opgenomen. (4) De noemer includeert dus de patiënten die effectief risico lopen om een infectie op IZ op te lopen (zij die er langer dan 2 dagen verblijven). Ter vergelijking, de incidenties op IZ afkomstig van de SEP surveillance zullen dus hoger liggen als de noemers alleen rekening houden met deze risicovolle patiënten. Tabel 12: Incidentie en oorsprong van septicemieeën in het ziekenhuis België Quebec (3) Frankrijk (4) Laatste beschikbaar jaar / / Surveillance Vrijwillig, ziekenhuisbreed Vrijwillig, ziekenhuisbreed IZ N ziekenhuizen (196 reanimatie diensten) N trimesters Gemiddelde incidenties SEP verworven in ziekenhuis / 5,9 / / opn. SEP verworven in ziekenhuis / 8,2 5,9 (5,6-6,2) / pd. SEP verworven op IZ / ,6 14,7 (13,1-16,4) 34,7 pd.** SEP geassocieerd aan CVC en 14,4/ pd 5,6/ pd (4,7-6,7) 6,8/ katheterdagen verworven op IZ Bloostelling invasief hulpmiddel SEP met CVC 1.408/5.316 (27%) 475/2.322 (21%) 18% SEP met perif./andere katheter 71/2.322 (3%) 8% SEP urinaire oorsprong met urinaire sonde 574/1.121 (51%) 279/482 (58%) SEP- pulmonaire oorsprong met ET/canule 228/580 (39%) 67/198 (34%) IZ= intensieve zorgen; opn=opnames; pd=patiëntdagen; ET= endotracheale tube; ** in Frankrijk gegevens van patiënten gehospitaliseerd > 2 d in reanimatie, in Quebec (CA) & België omvatten de noemers alle IZ patiënten 24

25 De resultaten van de SEP surveillance stemmen overeen met die van het Canadese, Franse en Pan-Europese (EARS-Net) surveillancesysteem dat gegevens includeert van hemokulturen. Deze gegevens wijzen op de daling van het aandeel van MRSA bij S. aureus en de stijging van het aandeel van E. coli en K. pneumoniae resistent tegen cefalosporinen van de 3e generatie in de septicemieën. Tabel 13: Micro-organismen en antibiotica resistentie septicemieën in het ziekenhuis België Quebec (3) Frankrijk - BMR (5) Europa -EARS-Net (6) %R (95% IC) Laatste beschikbaar jaar / / Surveillance Vrijwillig, ziekenhuisbreed Vrijwillig, ziekenhuisbreed 933 ziekenhuizen BMR data Multi-country BMR data Microbiologie Top 3 mo E. coli (22%), CNS (13%), S. aureus (19%), E. coli (19%) / / S. aureus (11%) CNS (9%) Antibioticaresistentie % (gesteste stalen) % (gesteste stalen) - trend % (gesteste stalen )- trend % (trend) MRSA 21 (661) 23 (489) daling alle sites / episodes 21,4 (31.979) daling 17,8 (daling) E. coli Enterobacteriacea C3G 12 (1.281) E. coli & Kleb. sp. & Proteus E. coli ESBL : 59,2- stijging 11,8 (stijging) CAR 0,3 (1.281) sp. C3G : 8 (NA) - stijging / <0,1% K. pneumoniae Enterobacter ou Citrobacter C3G 21 (360) sp. CAR : 4 ( NA) - stijging K. pneu. ESBL : 19,8- stijging 25,7 (stijging) CAR 2 (360) / 6,2 (stijging) P. aeruginosa CAR 17 (308) 13 (114)- stijging / 17,1 (stabiel) E. faecium Gly 3,2 (188) VRE 8,1(stijging) E. faecalis Gly 0,6 (314) 5,7 (279)- stijging / high-level aminogly Incidence mo / pd S. aureus : 1,0 - E.coli : 2,0 K. pneumonia : 0,6 Incidence mo résistant / pd MRSA 0,22 E.coli C3G-R 0,23 K. pneumoniae C3G-R 0,14 26,5(stabiel) / / / / Uitsluitend SEP MRSA 0,45 - daling E. coli ESBL 2,7- stijging K. pneu. ESBL 0,9- stijging mo=microorganismen; IZ=intensieve zorgen; CNS=coagulase negatieve Staphylokokken; BMR=multi-resistente bacteriën; ESBL=Extended-Spectrum bêtalactamase producerende Enterobacteriaceae ; hemokulturen en cerebrospinaal vocht van nosocomiale en andere infecties; CAR=carbapenem; C3G=3de generatie cephalosporines; MRSA=Meticilline resistente staphylococcus aureus, VRE= Vancomycine resistente enterococci / 25

26 5. VERGELIJKING MET ANDERE BELGISCHE GEGEVENSBRONNEN De gegevens van de antibioticaresistentie afkomstig van verschillende gegevensbronnen voor België kunnen moeilijk met elkaar worden vergeleken ten gevolge van de verschillen in de definities van de resistentie en in de oorsprong van de stammen. Onze resultaten met betrekking tot het resistentiepercentage liggen iets hoger dan die gerapporteerd voor 2012 door het netwerk EARS-Net (inclusief culturen van cerebrospinaal vocht verband houdend met nosocomiale en andere infecties). EARS-Net rapporteert voor België een toename van E. coli en K. pneumoniae resistent ten opzichte van C3G van 2009 tot De vergelijking met de surveillance van de antibioticaresistente bacteriën in België is moeilijk. De schatting van het aandeel van MRSA is gebaseerd op klinische stalen, ongeacht hun site (7,5% hemokulturen), voor nosocomiale of andere infecties en ligt hoger. De definitie van de resistentie tegen carbapenems is verschillend en omvat de meropenems I/R of carbapenemase producerende op klinische en screeningsstalen. Tabel 14: Proportie van antibiotica resistentie vergelijking gegevens België Surveillance SEP Surveillance antibioticaresistente bacteriën 2012 (7) EARS-Net (België) 2012 (6) Antibioticaresistentie Geteste stalen Ω % R Ω Geteste stalen % R Gesteste stalen % R Evolutie S. aureus MRSA , , ,1 (15-18) Daling E. coli C3-G ,9 / / ,9 (6-5) Stijging Carbapenem ,3* ** 0,06 ** 4119 <0,1 (0-0) zeldzaam K. pneumoniae C3-G ,8 / / ,5 (13-20) stijging Carbapenem 468 1,7* ** 3,8 ** 545 0,7 (0-2) stijging P. aeruginosa Carbapenem ,1* / / 391 9,7 (7-13) stijging mo=microorganismen; pd=patiëntdagen; % R=percentage resistentie; *CAR (imipenem, meropenem, doripenem) intermediair / resistent, **Meropenem I/R of carbapenemase producerende, omvat klinische/screeningsstalen; Ω omvat hemokulturen (nosocomiaal / andere); omvat hemoculturen en cerebrospinaal vocht (nosocomiaal / andere); omvat klinische stalen van alle sites (nosocomiaal/ andere) voor acute/chronische ziekenhuissites 26

27 6. DISCUSSIE Deelname Het aantal Belgische ziekenhuizen die ten minste drie maanden aan de SEP surveillance deelnemen is in 2013 duidelijk toegenomen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de veranderingen en vereenvoudiging van het nationale protocol sinds 2013, de sensibilisatie tijdens een nationaal seminarie, maar ook van een politieke beslissing waarbij deelname aan deze surveillance in de toekomst zal verplicht worden in het kader van het project van de kwaliteitsindicatoren. Er moet worden opgemerkt dat de werklast relatief klein is voor de ziekenhuizen (de mediaan van de gevallen gerapporteerd per ziekenhuis en per trimester is 14). De rapportering van elk geval vereist echter een niet te verwaarlozen inspanning. Wij trachten de rapportering dan ook steeds meer te vereenvoudigen, in overleg met de werkgroep voor septicemieën in ziekenhuizen. Incidenties De incidenties van de septicemieën -in ziekenhuizen of op IZ- lijken relatief stabiel in de periode Het blijft moeilijk om de trends van de incidenties in de tijd te interpreteren door de grote variatie in de deelname, waardoor men niet dezelfde ziekenhuizen vergelijkt over de jaren. In 2013 bedroeg de gemiddelde incidentie 8,2/ pd voor septicemieën verworven in het ziekenhuis. Er zijn weinig gegevens voorhanden die op internationaal vlak vergelijkbaar zijn (zie tabel 12) maar onze resultaten liggen hoger dan die in Quebec (ziekenhuisbrede surveillance). (3) De gemiddelde incidentie van septicemieën verworven op IZ bedroeg 39,1/ pd. Ter vergelijking, de gemiddelde incidentie berekend voor 33 IZ (17 ziekenhuizen) die in 2011 aan de IZ surveillance (NSIH-ICU) in België hebben deelgenomen bedroeg 31/ pd.(8) In de noemer zijn echter alleen de risicopatiënten opgenomen, met andere woorden zij die ten minste 2 dagen op IZ zijn gebleven, in tegenstelling tot de surveillance van septicemieën waar de verplichte noemer (ter vereenvoudiging zijn andere noemers optioneel) alle patiënten omvat opgenomen op IZ. De incidenties op IZ zullen in de surveillance van septicemieën dus hoger liggen als de noemers dezelfde waren als die in de IZ surveillance. De gegevens van deze 2 bronnen zijn dus sterk uiteenlopend. De incidentie van septicemieën ligt dan wel veel hoger op IZ maar er moet worden onderlijnt dat 79% van de septicemieën buiten IZ optreden. Ten slotte, suggereert de grote variabiliteit van de incidenties tussen de ziekenhuizen en IZ een groot potentieel voor preventieve maatregelen. (9) De gemiddelde incidentie van septicemieën met E. coli per pd is gestegen van 1,2 tot 2,0 tussen 2000 en 2013; voor K. pneumoniae bedragen de cijfers respectievelijk 0,3 en 0,6. Deze toename van de incidentie van Gramnegatieve septicemieën wordt ook elders gemeld. In Engeland is deelname aan de surveillance van septicemieën met E. coli verplicht sinds 2011 ten gevolge van een stijging van E. coli septicemieën met 43% van 2004 tot 2010 ( Septicemieën met E. coli worden vooral in verband gebracht met infecties van urinaire oorsprong en hierbij blijft een urinaire sonde een risicofactor die kan worden bijgestuurd. In 2013 bedroeg de gemiddelde incidentie van CVC-geassocieerde septicemieën 2,2 in ziekenhuizen en 14,4/ pd op IZ. Dit houdt een toename in sinds 2011 maar met een variatie in de deelname van de ziekenhuizen in de tijd, alsook een verandering in de definitie van CLABSI die een vermindering in de proportie van onbekende oorsprong tot gevolg had vergeleken met de vorige jaren (bij 8% van de SEP met onbekende oorsprong was er een CVC aanwezig, waardoor deze corresponderen aan de definitie van CLABSI).

28 Door de werklast die de telling van de katheterdagen vormt, worden deze gegevens optioneel verzameld. In de praktijk worden deze gegevens nauwelijks verzameld en kunnen wij daardoor niet adjusteren voor de blootstellingratio ( device utilisation ratio, dit is het aandeel van de opnamedagen waarop patiënten aan een CVC zijn blootgesteld). Beschrijving van de episodes Voor 85% van de gerapporteerde episoden is een pathogeen mo geïsoleerd. Er zijn weinig gevallen op neonatologie gerapporteerd (2%). Dit kan voortvloeien uit het feit dat de septicemieën op neonatologie die enkel berusten op de kliniek (zonder hemokulturen) niet zijn opgenomen in deze surveillance. (10) Oorsprong en associatie met een invasief instrument Centrale veneuze katheters vormen de meest frequente oorzaak van septicemieën verworven in het ziekenhuis (27%) en op IZ (39%). Secundaire septicemieën aan urinaire of pulmonaire infecties komen op de tweede (21%) en de derde plaats (11%). Een invasief hulpmiddel was aanwezig in respectievelijk 51% (urinaire sonde) en 39% (endotracheale sonde/canule) van de episodes. In totaal is er een associatie met een invasief hulpmiddel gerapporteerd in 2.359/5.316 (44%) septicemieën verworven in ziekenhuizen. Voor 1.308/2.359 (55%) gevallen was er een microbiologische documentatie beschikbaar. Deze gegevens onderstrepen het belang van preventieve maatregelen in het kader van invasieve hulpmiddelen. Meerdere studies hebben aangetoond dat preventieve acties, voornamelijk de beperking van de blootstellingstermijn, het mogelijk maken om de frequentie van vooral CVCgeassocieerde septicemieën te verminderen. (11-13) In 2014 zal België de incidentie van CLABSI als kwaliteitsindicator voor de ziekenhuiszorg opnemen ( Andere nationale rapporten over de surveillance van septicemieën rapporteren dat 55-58% van de septicemieën met urinaire oorsprong geassocieerd zijn met een urinaire sonde en 34-45% van de septicemieën met pulmonaire oorsprong met een intubatie of een tracheostomie. (3;14) Micro-organismen en hun antibiotica-resistentie De enterobacteriën blijven de meest frequent geïsoleerde familie van pathogenen en veroorzaken vooral urinaire en pulmonaire infecties. Coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) blijven in de top drie staan van de frequentst geïsoleerde micro-organismen en veroorzaken vooral CVCgeassocieerde septicemieën (34%). Eenentwintig procent (21%) van de S. aureus geïsoleerd in SEP verworven in het ziekenhuis, is methicilline-resistent. De resistentie van Enterococcus (faecalis en faecium) voor glycopeptiden (Vancomycine) bedraagt 1,6%. De resistentie van E. coli voor cefalosporinen van de 3e generatie (C3G) en carbapenem (CAR; imipenem, meropenem, doripenem) is respectievelijk 12% en 0,3%. Tenslotte zijn respectievelijk 17% en 5%. van P. aeruginosa en van Acinobacter sp. resistent tegen carbapenems. Het is moeilijk om de verschillende bronnen die gegevens rapporteren over antibioticaresistentie in België ter vergelijken vanwege de verschillen enerzijds in de gehanteerde definities voor resistentie alsook de oorsprong van de stalen. De cijfers liggen iets hoger dan die gerapporteerd voor 2012 door EARS-Net voor België (includeert culturen van communautaire infecties alsook van cerebrospinaal vocht). (6) EARS-Net rapporteert een toename van E. coli en K. pneumoniae resistent tegen C3G voor België van 2009 tot Deze surveillance van septicemieën zal de evoluties van de antibioticaresistentie vanaf volgend jaar kunnen opvolgen. 28

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2014 Surveillance gegevens 2000 2014 Minimale ziekenhuis gegevens 2000-2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst: Zorginfecties en antimicrobiële

Nadere informatie

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Gegevens tot en met 2016 AUTEURS Els Duysburgh,

Nadere informatie

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Gegevens tot en met 2015 AUTEURS Els Duysburgh,

Nadere informatie

Surveillanceprogramma van septicemieën in ziekenhuizen in België. Gegevens

Surveillanceprogramma van septicemieën in ziekenhuizen in België. Gegevens Surveillanceprogramma van septicemieën in ziekenhuizen in België Gegevens 2000-2011 Dr Naïma Hammami Dr Marie-Laurence Lambert Operational division: Public Health and Surveillance Contact: naima.hammami@wiv-isp.be

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Nieuws SEP protocol-nsih symposium 11/01/2013 1

Nieuws SEP protocol-nsih symposium 11/01/2013 1 SURVEILLANCE - SEPTICEMIE IN HET ZIEKENHUIS NIEUW PROTOCOL SYMPOSIUM NSIH 11 Janvier 2013 Marie-Laurence Lambert et Naima Hammami Marie-Laurence Lambert et Naima Hammani (WIV-ISP) Contact: nhammami@wiv-isp.be

Nadere informatie

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2014

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2014 $$ DIENST ZORGINFECTIES Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 214 Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Jaar 2012 B. Jans en Y. Glupczynski etenschappelijk Instituut Volksgezondheid (IV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorg Jaarrapport 2011

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorg Jaarrapport 2011 Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorg Jaarrapport 2011 Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat 14

Nadere informatie

Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 211 B. Jans, Prof. Y. Glupczynski, Dr. O. Denis IPH/EPI REPORTS Nr. 212 25 Depotnummer: D/212/255/51 Wetenschappelijk

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012 Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 0/0/202 3/0/202 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Volksgezondheid en surveillance, Brussel,

Nadere informatie

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2013

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2013 $$ DIENST ZORGINFECTIES Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 213 Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport

Nadere informatie

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2015

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2015 $$ DIENST ZORGINFECTIES Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 215 Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Enterobacter aerogenes en cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa tweede semester

Nadere informatie

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2014

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2014 Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2014 Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2012

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2012 Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2012 Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat

Nadere informatie

Surveillance van nosocomiale septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Surveillance van nosocomiale septicemieën in Belgische ziekenhuizen Surveillance of nosocomial bloodstream infections in belgian hospitals: results from the national surveillance network, 1992-2001 C. Suetens, B. Jans, A. Versporten, E. Leens, H. Carsauw, I. Morales Scientific

Nadere informatie

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Enterobacter aerogenes en cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa Eerste semester

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

Surveillance des infections nosocomiales aux soins intensifs

Surveillance des infections nosocomiales aux soins intensifs Surveillance des infections nosocomiales aux soins intensifs Rappel des nouveautés et premiers results dans le cadre de HELICS C.Suetens, ISP Troisième journée NSIH, 02-03-2004 Nouvautés dans le protocol

Nadere informatie

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Enterobacter aerogenes en cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa eerste semester

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /.57.3 - Fax: /.5.1 - E-mail: bea.jans@iph.fgov.be Eerste surveillancerapport:

Nadere informatie

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen:

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 11 18 ISSN nummer: 32-699 Wetenschappelijk Instituut

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be

Nadere informatie

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen:

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: Tweede semester 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 062 ISSN nummer: 2032-6599

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994 IHE SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994 Inleiding Resultaten 1. Deelname Niettegenstaande een

Nadere informatie

Inhoudstafel van de feedback Septicemie surveillance (hospitalwide)

Inhoudstafel van de feedback Septicemie surveillance (hospitalwide) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Inhoudstafel van de feedback Septicemie surveillance (hospitalwide) sxxxx 1 _200X 2.xls : Tabellen (individueel jaaroverzicht) sxxxx 1

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Surveillancerapport:

Nadere informatie

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Verklarende uitleg bij de nationale en individuele terugrapportering Scientific Institute of Public Health Operational Direction

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 10:51 dinsdag, juli 21, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2015 Aanlever ID 7594 Datum ingelezen 27/05/2015 Aantal patiënten 1208 Aantal isolaten 2056 Aantal isolaten

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

Hospital WIV-ISP Feedback Point Prevalence Survey of Healthcare-associated Infections and Antimicrobial Use PPS HAI-AU

Hospital WIV-ISP Feedback Point Prevalence Survey of Healthcare-associated Infections and Antimicrobial Use PPS HAI-AU Hospital WIV-ISP Feedback Point Prevalence Survey of Healthcare-associated Infections and Antimicrobial Use PPS HAI-AU Mat Goossens Boudewijn Catry PPT WIV-ISP 11/06/2012. Geen verspreiding zonder voorafgaande

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER Periode van: tot : Naam van het ziekenhuis: NSIH-code: Gegevens jaarlijks te leveren

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2009 Dr Marie-Laurence Lambert Afdeling : Public Health and Surveillance Contact

Nadere informatie

Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0

Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0 Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0 Inhoudsopgave. 1. Keypoints.... 3 2. Inleiding.... 4 3. Resultaten....

Nadere informatie

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen BRMO Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

9 e Post-O.N.S. Meeting

9 e Post-O.N.S. Meeting 9 e Post-O.N.S. Meeting Neutropenie & Antibiotica resistentie Heleen Klein Wolterink Research verpleegkundige Medische Oncologie UMC Utrecht Schiphol introductie Neutropenie: Definitie Symptomen MASSC

Nadere informatie

SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER

SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER Periode van:.. tot:.. Ziekenhuis: NSIH-code: Indien u geen gebruik

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 04:43 donderdag, oktober 09, 2014 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2014 Aanlever ID 6858 Datum ingelezen 11/07/2014 Aantal patiënten 1202 Aantal isolaten 2194 Aantal

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:45 maandag, februari 09, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar September-2014 Aanlever ID 7337 Datum ingelezen 02/02/2015 Aantal patiënten 1158 Aantal isolaten 2002 Aantal

Nadere informatie

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Verklarende uitleg bij de individuele en nationale terugrapportering Scientific Institute of Public Health Operational Direction

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Inleiding Resultaten.

Nadere informatie

European Antimicrobial Resistance Surveillance Network. Belgische deelname (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45

European Antimicrobial Resistance Surveillance Network. Belgische deelname (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45 European Antimicrobial Resistance Surveillance Network (EARS Net) M. Goossens IPH/EPI REPORTS D/2011/2505/45 1 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat,

Nadere informatie

Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0

Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0 Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0 Academische ziekenhuizen Jaarcijfers PO 2017 Versie: 1.0 Pagina 1 van 15 2 Inhoudsopgave Rapportage

Nadere informatie

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg BRMO 8 september 2014 BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg Ron de Groot Deskundige Infectiepreventie Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort Aanlevering Lab-code ISIS005 Maand Augustus Jaar 2013 Aanlevering-ID 6408 Datum 21-11-2013 Onbekende sleutelwaarden Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort ORGANISME =aecspp? 1 isolaten ORGANISME =agns?

Nadere informatie

Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties

Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Methodologische vragen en eerste resultaten Carl Suetens, Hedwig Carsauw WIV, 2 e NSIH dag, 11/02/03 Deelname NSIH-PWI surveillance 02/2003: data ontvangen

Nadere informatie

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand 01:09 dinsdag, januari 16, 2018 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar September-2017 Aanlever ID 11242 Datum ingelezen 22/11/2017 Aantal patiënten 1266 Aantal isolaten 2092 Aantal

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering

Overzicht Aanlevering 02:03 donderdag, december 01, 2016 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar April-2016 Aanlever ID 9348 Datum ingelezen 18/10/2016 Aantal patiënten 1188 Aantal isolaten 2025 Aantal

Nadere informatie

Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0

Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0 Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0 Academische ziekenhuizen Jaarcijfers PO 2016 Versie: 2.0 Pagina 1 van 12 2 Inhoudsopgave Rapportage

Nadere informatie

ampc Wat moet je ermee? Tobias Engel AIOS MMB

ampc Wat moet je ermee? Tobias Engel AIOS MMB ampc Wat moet je ermee? Tobias Engel AIOS MMB S is goed (?) SDD kweek rectum: Enterobacter aerogenes, Piptazo gevoelig Advies MMB: Bij ernstige sepsis à Start meropenem (?????) BRMO MRSA VRE ESBL Carbapenemases

Nadere informatie

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva An Joosten 30/03/2010 30/03/2010 1 Surveillance hemoculturen Inleiding Bloedstroom infecties (BSI) Predisponerende

Nadere informatie

Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0

Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0 Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0 e Jaarcijfers PO 2016 Versie: 2.0 Pagina 1 van 12 2 Inhoudsopgave Rapportage PREZIES Prevalentiestudie

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:45 maandag, februari 09, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Oktober-2014 Aanlever ID 7338 Datum ingelezen 02/02/2015 Aantal patiënten 1266 Aantal isolaten 2301 Aantal

Nadere informatie

Surveillance van Infecties verworven op Intensieve Zorgeenheden (NSIH-ICU)

Surveillance van Infecties verworven op Intensieve Zorgeenheden (NSIH-ICU) ë Surveillance van Infecties verworven op Intensieve Zorgeenheden (NSIH-ICU) NATIONALE RESULTATEN 2001-2008 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance

Nadere informatie

Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet

Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Nationaal programma voor de surveillance van Infecties in de Belgische Ziekenhuizen Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse

Nadere informatie

1 1 12E E Escherichia coli Klebsiella pneumoniae

1 1 12E E Escherichia coli Klebsiella pneumoniae Aanlevering Lab-code ISIS005 Maand September Jaar 2012 Aanlevering-ID 5616 Datum 24-10-2012 Totaal Overzichten #Isolaten ISIS #Isolaten #Patienten ISIS #Patienten 1832 1832 1151 1151 Samenvatting Bijzondere

Nadere informatie

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand 01:09 dinsdag, januari 16, 2018 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Augustus-2017 Aanlever ID 11241 Datum ingelezen 22/11/2017 Aantal patiënten 1149 Aantal isolaten 1904 Aantal

Nadere informatie

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen Academische ziekenhuizen PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen Academische ziekenhuizen PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1. Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen Academische ziekenhuizen PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.0 Landelijke Jaarcijfers PO 2015 Versie: 1.0 Pagina 1 van 17 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005 Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005 Wat is MRSA? Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) is een belangrijke ziekteverwekkende kiem in de geneeskunde en tevens een

Nadere informatie

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort. AFDELING E_EZG3 2 monsters 1 1 10E081574-1.1 1 1 10E082902-1.2 1 1 10E079812-1.2 1 1 10E084583-1.

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort. AFDELING E_EZG3 2 monsters 1 1 10E081574-1.1 1 1 10E082902-1.2 1 1 10E079812-1.2 1 1 10E084583-1. Aanlevering Lab-code Maand Juli Jaar Aanlevering-D Datum -- Onbekende sleutelwaarden Gegeven Onbekende waarde Aantal oort AFDELNG E_EZG monsters Totaal Overzichten #solaten #solaten #Patienten #Patienten

Nadere informatie

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand 12:49 donderdag, juli 27, 2017 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Januari-2017 Aanlever ID 10690 Datum ingelezen 29/06/2017 Aantal patiënten 1156 Aantal isolaten 2026 Aantal

Nadere informatie

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand 01:19 vrijdag, maart 23, 2018 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar December-2017 Aanlever ID 11650 Datum ingelezen 15/02/2018 Aantal patiënten 1267 Aantal isolaten 2304 Aantal

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:37 vrijdag, januari 22, 2016 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar April-2015 Aanlever ID 8050 Datum ingelezen 18/11/2015 Aantal patiënten 1120 Aantal isolaten 1889 Aantal isolaten

Nadere informatie

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort. ORGANISME =U_encspp? 5 isolaten ORGANISME >agps 4 isolaten ORGANISME mycboa 1 isolaten E

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort. ORGANISME =U_encspp? 5 isolaten ORGANISME >agps 4 isolaten ORGANISME mycboa 1 isolaten E Aanlevering Lab-code ISIS005 Maand December Jaar 2013 Aanlevering-ID 6538 Datum 28-01-2014 Onbekende sleutelwaarden Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort ORGANISME =U_encspp? 5 isolaten ORGANISME >agps

Nadere informatie

Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet. Jaarrapport 2001

Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet. Jaarrapport 2001 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Nationaal programma voor de surveillance van Infecties in de Belgische Ziekenhuizen Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse

Nadere informatie

Resistentie. Toegespitst naar onze regio. Een internationaal probleem

Resistentie. Toegespitst naar onze regio. Een internationaal probleem Resistentie Toegespitst naar onze regio Een internationaal probleem 19 e Grande Conférence Verona 2013 Indeling bacteriën Indeling bacteriën Coccen Staven Gram positief Staphylococcen Streptococcen Pneumococ

Nadere informatie

OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO)

OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 EEN TOENEMEND PROBLEEM? OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 INTRODUCTIE Doel rapportage Het doel van deze rapportage

Nadere informatie

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.0

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.0 Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.0 Landelijke Jaarcijfers PO 2015 Versie: 1.0 Pagina 1 van 16 Inhoudsopgave Rapportage PREZIES

Nadere informatie

Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek topklinische ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0

Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek topklinische ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0 Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek topklinische ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0 Topklinische ziekenhuizen Jaarcijfers PO 2017 Versie: 1.0 Pagina 1 van 17 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? Arend-Jan Meinders, internist-intensivist Resistente ziekenhuisbacteriën MRSA = Resistente S. aureus 30-40%

Nadere informatie

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN 1 DEELNAME EN MINIMAAL VEREISTE GEGEVENS Bij koninklijk

Nadere informatie

Nationaal actieplan One Health voor de strijd tegen antibioticaresistentie (AMR) in België

Nationaal actieplan One Health voor de strijd tegen antibioticaresistentie (AMR) in België Nationaal actieplan One Health voor de strijd tegen antibioticaresistentie (AMR) in België Ir. Martine Delanoy Conseiller Stratégique One World One Health Coördinatie AMR (Antimicrobiële Resistentie) Services

Nadere informatie

Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA

Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? Prof. Dr. Johan W. Mouton MD PhD FIDSA Welke antibiotica horen op de lijst reserve antibiotica? 1. Wat zijn dat, reserve antibiotica? 2. Wat is

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:40 vrijdag, januari 22, 2016 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Juni-2015 Aanlever ID 8052 Datum ingelezen 18/11/2015 Aantal patiënten 1037 Aantal isolaten 1786 Aantal isolaten

Nadere informatie

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. Topklinische ziekenhuizen. PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. Topklinische ziekenhuizen. PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1. Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek PREZIES versie: juni 2016 Documentversie: 1.0 Landelijke Jaarcijfers PO 2015 Versie: 1.0 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave Rapportage PREZIES Prevalentiemeting

Nadere informatie

Frapper fort et frapper vite

Frapper fort et frapper vite Antibacteriële therapie van volwassenen met sepsis Frapper fort et frapper vite Jeroen van der Hilst Internist-infectioloog Frapper fort et frapper vite Paul Ehrlich, address to the 17th International

Nadere informatie

Het netwerk voor surveillance van antibioticaresistentie in Centraal-Azië en Oost-Europa (CAESAR)

Het netwerk voor surveillance van antibioticaresistentie in Centraal-Azië en Oost-Europa (CAESAR) Het netwerk voor surveillance van antibioticaresistentie in Centraal-Azië en Oost-Europa (CAESAR) Katherine Kooij WHO Collaborating Centre for Antimicrobial Resistance Surveillance and Epidemiology Centrum

Nadere informatie

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN 1 MINIMAAL VEREISTE GEGEVENS VERZAMELING Bij koninklijk

Nadere informatie

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) informatie voor patiënten WAT IS CPE? CPE staat voor carbapenemase (C) producerende (P) enterobacteriaceae (E). Enterobacteriaceae zijn een grote familie

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: 1 januari 2012 tot 0 april 201 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

Jaarcijfers 2018: PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0

Jaarcijfers 2018: PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0 Jaarcijfers 2018: PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0 Prevalentie Jaarcijfers PO 2018 Versie: 1.0 Pagina 1 van 16 2 Rapportage PREZIES Prevalentiestudie oktober 2018. Ziekenhuis 0 Deze rapportage

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De laatste jaren wordt in steeds meer zorginstellingen aandacht besteed aan infectiepreventie en patiëntveiligheid. Een van de redenen is de toenemende antibiotica resistentie van bacteriën

Nadere informatie

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen in verpleeghuizen - SNIV 2012 -, De Reehorst, Driebergen Dr. Ine Frénay, arts-microbioloog RLM Dordrecht- Gorinchem 1 Indeling

Nadere informatie

TEMOCILLINE Een prijs voor ecologie

TEMOCILLINE Een prijs voor ecologie TEMOCILLINE Een prijs voor ecologie Bilulu symposium 2012 G. Coppens Temocilline: een ecologisch alternatief? - Betalactam met Gram negatief spectrum -inclusief ESBL en AmpC type betalactamasen - Alternatief

Nadere informatie

Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties. OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens

Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties. OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens Prevalentiestudies UWI in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis 1 prevalentiestudie : mei

Nadere informatie

Hybase Lab Grip op statistiek

Hybase Lab Grip op statistiek Hybase Lab Grip op statistiek Hybase Lab Grip op statistiek microbiologische statistieken en kwaliteitsbewaking Inhoudsopgave 1 Statistieken en Analyses... 3 2 Meervoud-isolaten (Copy Strains)... 4 3 Analyse

Nadere informatie

RESULTATEN VAN DE NATIONALE SURVEILLANCE VAN NOSOCOMIALE INFECTIES OP INTENSIEVE ZORGEN,

RESULTATEN VAN DE NATIONALE SURVEILLANCE VAN NOSOCOMIALE INFECTIES OP INTENSIEVE ZORGEN, RESULTATEN VAN DE NATIONALE SURVEILLANCE VAN NOSOCOMIALE INFECTIES OP INTENSIEVE ZORGEN, 1997-2002 C. Suetens, E. Leens, I. Morales, A. Versporten, B. Jans, H. Carsauw, L. Sourdeau Wetenschappelijk Instituut

Nadere informatie

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ Ann Versporten, Ingrid Morales, Carl Suetens National Surveillance of Infections in Hospitals 1 Algemene doelstelling Valideren

Nadere informatie

Twee jaar na Maasstad - Hoe staan Carbapenemases in Nederland op de kaart? Daan Notermans

Twee jaar na Maasstad - Hoe staan Carbapenemases in Nederland op de kaart? Daan Notermans Twee jaar na Maasstad - Hoe staan op de kaart? Daan Notermans Centrum Infectieziekteonderzoek, diagnostiek en screening (IDS) Div. Bacteriologie en Parasitologie 1 Symposium van infectieziektensurveillance

Nadere informatie

Jaarcijfers 2018: Topklinische ziekenhuizen PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0

Jaarcijfers 2018: Topklinische ziekenhuizen PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0 Jaarcijfers 2018: e ziekenhuizen PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0 Prevalentie Jaarcijfers PO 2018 Versie: 1.0 Pagina 1 van 15 2 Rapportage PREZIES Prevalentiestudie 2018. Deze rapportage

Nadere informatie

Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0

Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0 Jaarcijfers 2017: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: maart 2018 Documentversie: 1.0 e Jaarcijfers PO 2017 Versie: 1.0 Pagina 1 van 17 2 Inhoudsopgave Rapportage PREZIES Prevalentiestudie

Nadere informatie

SAMENVATTEND RAPPORT 2000 2003

SAMENVATTEND RAPPORT 2000 2003 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen Nationale surveillance van Nosocomiale infecties in de Belgische ziekenhuizen NSIH SAMENVATTEND RAPPORT 2000 2003 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid

Nadere informatie

DIS and wiping out central line infections, diffuse intravasale stolling en infecties beter onder controle

DIS and wiping out central line infections, diffuse intravasale stolling en infecties beter onder controle DIS and wiping out central line infections, diffuse intravasale stolling en infecties beter onder controle Ingrid de Graaf Docent verpleegkunde/medische kennis Koning Willem 1 College s Hertogenbosch Disclosure

Nadere informatie