DETERMINANTEN VAN DE FINANCIËLE CRISIS IN TURKIJE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DETERMINANTEN VAN DE FINANCIËLE CRISIS IN TURKIJE"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR DETERMINANTEN VAN DE FINANCIËLE CRISIS IN TURKIJE Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van Licentiaat in de Economische Wetenschappen Mustafa Disli Onder leiding van: Prof. Dr. Rudi Vander Vennet

2

3 Toelating tot bruikleen, Ondergetekende Mustafa Disli bevestigt hierbij dat onderhavige scriptie mag worden geraadpleegd en vrij mag worden gefotokopieerd. Bij het citeren moet steeds de titel en de auteur van de scriptie worden vermeld.

4 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR DETERMINANTEN VAN DE FINANCIËLE CRISIS IN TURKIJE Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van Licentiaat in de Economische Wetenschappen Mustafa Disli Onder leiding van: Prof. Dr. Rudi Vander Vennet

5 Dankwoord Eerst en vooral zou ik mijn promotor prof. dr. Rudi Vander Vennet willen bedanken omdat hij mij de kans gegeven heeft dit eindwerk bij hem te maken. Ondanks zijn drukke agenda was hij steeds bereid om mij met raad en daad bij te staan. Waarvoor hartelijk dank. Ook wil ik Demir Ali Köse, projectmedewerker aan de KAHO St.-Lieven, willen bedanken voor het meermaals nalezen en voor zijn hulp bij het opmaken van dit werk. Speciaal dank voor Yasemin Türker Kaya, onderzoeker aan de Banking Regulation and Supervision Agency, voor haar bijdrage bij het empirische gedeelte. Wie ik zeker nier mag vergeten zijn mijn ouders. Zij hebben mij de mogelijkheid gegeven mijn studies aan te vatten en hebben mij in goede en slechte tijden steeds bijgestaan. Daarvoor mijn grootste dank. Tot slot wil ik iedereen bedanken die op een of andere manier hebben bijgedragen tot het verwezenlijken van dit werk. Mustafa Disli Mei 2003

6 Inhoudstabel Lijst met figuren...ii Lijst met tabellen...iv Inleiding...1 Hoofdstuk 1 Economische liberalisatie Liberalisering en economische performantie Budgettaire instabiliteit Inflatie in Turkije De banksector Besluit...22 Hoofdstuk 2 De belangrijkste punten van het IMF 2000 programma Macro economische doelstellingen Budgettair beleid Monetair en wisselkoersbeleid...25 Hoofdstuk 3 Munt- en bankcrisis in Turkije November 2000 Crisis Februari 2001 Crisis Besluit...49 Hoofdstuk 4 Empirisch onderzoek Selectie van probleemratio s Opstellen van de crisis-index Verificatie van de crisis-index CRISIS-scores en de probabiliteit om opgenomen te worden in het depositogarantiefonds Besluit...65 Hoofdstuk 5 Besluiten...66 Referenties...V Bijlage 1...XI Bijlage 2... XII I

7 Lijst met figuren Hoofdstuk 1 Economische liberalisatie Figuur 1: Import/ BNP(%) Figuur 2: Export/BNP(%) Figuur 3: Correlatie tussen de groei in het BNP en de kapitaalbalans Figuur 4: Jaarlijkse CPI-inflatie Figuur 5: Total loans/ Total Assets Figuur 6: Total loans/ Deposits Figuur 7: (Overheidseffecten + repoposities)/totale activa Figuur 8: Vreemde valuta passiva Vreemde valuta (in miljoenen dollars) Figuur 9: (Vreemde valuta P Vreemde Activa) / TA (in miljoenen dollars) Figuur 10: Duty Loss Stock of State Banks, in % van het BNP Hoofdstuk 3 Munt- en bankcrisis in Turkije Figuur: 11 Netto instroom van kapitaal (in miljoenen Amerikaanse dollars) Figuur 12: Dalende interesten Figuur 13: Het overstijgen van de depeciatievoet door de inflatie Figuur 14: Consumentenkredietenvoorrad van depositobanken (in miljarden dollars) Figuur 15: Evolutie van de exporten en de importen (in miljarden dollars) Figuur 16: Evolutie van de handelsbalans en lopende rekening (in miljoenen dollars) Figuur 17: Open deviezen posities van de banksector in percentage van EV + netto-inkomen Figuur 18: Istanbul Stock Exchange 100 Index (januari 1996-november 2000) Figuur 19: Toenemende rentespreads in de secundaire markten vanaf september Hoofdstuk 4 Empirisch onderzoek Figuur 20: Standard Capital Ratio Figuur 21: (Shareholders' Equity + Total Incoem)/ (Total Assets + Contingencies and Commitments) Figuur 22: FX Position/ Shareholders' Equity Figuur 23: Net Working Capital/ Total Assets Figuur 24: Liquid Assets/ Total Assets Figuur 25: Fx Liquid Assets/ Fx Liabilities Figuur 26: Total Loans/ Total Assets II

8 Figuur 27: Non-performing loans/ total Assets Figuur 28: Permanent Assets/ Total Assets Figuur 29: Fx Assets/ Fx Liabilities Figuur 30: net income/ number of branches Figuur 31: Provision for loan losses/ total Loans Figuur 32: Provision for Loan losses/ total Assets Figuur 33: Securities/ Total Assets Figuur 34: Securities/ loans Figuur 35: Net Income/ Average Total Assets Figuur 36: Net income/ Average Equity Figuur 37: Net Income/ Average Share In Capital Figuur 38: InterestIncome After Provision/ Average total Assets Figuur 39: Non interest Income/ non interest expenses Figuur 40: total income/ total expenditure Figuur 41: interest income/ total income Figuur 42: non interest income/ total income Figuur 43: Interest Income/ Interest Expenses Figuur 44: interest expenses/ total expenses Figuur 45: non interest expenses/ total expenses III

9 Lijst met tabellen Hoofdstuk 1 Economische liberalisatie Tabel 1: Werkloosheid, onderwerkloosheid (%); groei in BNP, industrie, private investeringen en in private consumptie Tabel 2: Werkgelegenheid in de 3 sectoren Tabel 3: Betalingsbalans in miljarden dollars Tabel 4: PSBR, deficits van het geconsolideerde budget, deficits van staatseconomische ondernemingen, gemiddelde samengestelde interest van binnenlandse schulden en gemiddelde looptijd van de schulden. Tabel 5: Overheidsschuld in percentage van het BNP Bron: Turkish Treasury Tabel 6: Geconsolideerde budget (in procent van het BNP) Tabel 7: Totale Activa/ BNP van de banksector Tabel 8: Concentratie in de banksector Tabel 9: Ratio uitleningen < 1j naar de private sector/ totale uitleningen naar de private sector Tabel 10: Dominantie van de overheidsbanken in de Turkse banksector Hoofdstuk 2 Het IMF 2000 programma Tabel 11: Macro-economische doelstellingen van het programma. Hoofdstuk 3 Munt- en bankcrisis in Turkije Tabel 12: Voorbeelden van Exchange Rate Based Stabilization Programma s Tabel 13: Balans van de CB en de nachtrente in november crisis Tabel 14: Balans van de centrale bank, en nachtrentes in de 2 e golf van aanvallen Hoofdstuk 4 Empirisch onderzoek Tabel 15: Gebruikte Ratio s in ons onderzoek Tabel 16: componenten van crisis98-rating index en referentiewaarden Tabel 17: De relatie tussen crisisscores en opgenomen worden in het garantiefonds IV

10 Inleiding De Turkse financiële crisis in 2000/ 2001 was een herhaling van financiële drama s zoals die zich afspeelden in Zuidoost Azië, Rusland, en Argentinië. In februari 2001 besloot de Turkse regering de lira te devalueren waardoor de bevolking in één klap armer werd. Met deze devaluatie raakte het financiële programma van de regering ontspoord en een aantal banken zijn hierdoor over kop gegaan. Onmiddellijk na de devaluatie moest de president van Bank of Turkey aftreden. Ook de reputatie van de regering onder leiding van premier Ecevit, een mastodont uit de Turkse politiek, stortte in elkaar. Bij de vervroegde verkiezingen in november 2002 kregen de coalitiepartijen serieuze klappen en konden geen van die partijen parlementszetels winnen. De onmiddellijke aanleiding tot de devaluatie was een hevige ruzie tussen president Sezer en premier Ecevit. De president verweet de premier, in de Nationale Veiligheidsraad, dat zijn regering de corruptie te weinig aanpakte waarop de premier onmiddellijk in een persconferentie uithaalde dat het land in een serieuze politieke crisis was verwikkeld. Dit was eigenlijk niet meer dan een vonk in een kruitvat omdat er eind 2000 al een ernstige liquiditeitscrisis was ontstaan in de banksector die op het laatste moment met de hulp van het IMF met veel moeite kon worden gedempt. Het IMF was tegen eind 1999 een groot aanpassingsprogramma overeengekomen met Turkije die over de periode moest worden geïmplementeerd. Dit programma moest ervoor zorgen dat via een grote sanering in de budgettaire uitgaven de inflatie kon dalen. Een stabieler groeipad voor de Turkse economie zou ook de toetreding tot de Europese Unie enigszins kunnen vergemakkelijken. Het belangrijkste onderdeel van het IMF programma was de kruipende koppeling van de munt aan de dollar en de euro (crawling peg), wat dus betekende dat de toegestane aanpassingen van de wisselkoers van de lira beperkt waren. Een dergelijke aanpak kan bijzonder efficiënt zijn voor Turkije omdat het land een heel zwakke monetaire traditie heeft. Het probleem is echter dat inflatie een hoge mate van inertie vertoont omwille van de adaptieve inflatoire verwachtingen waardoor de reële effectieve wisselkoers zal appreciëren. De appreciatie van de munt zal met de daling van de interesten, volgens de ongedekte interestpariteitvoorwaarde, een grote verschuiving veroorzaken van de consumptie naar buitenlandse producten. Dit zal ervoor zorgen dat de lopende rekening 1

11 zodanig zal verslechteren waardoor die dan op zijn beurt tot speculatie op de munt zal leiden waardoor het vaste wisselkoersstelsel onder druk zal komen. Hoewel de interesten door de druk tot astronomische cijfers zullen toenemen, zal dit eenmaal er paniek is uitgebroken, de kapitaalvlucht niet afremmen waardoor de autoriteiten gedwongen zullen worden om de munt te laten zweven dit wil zeggen devalueren. Deze thesis bestaat uit 5 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk zullen we een historiek geven van de Turkse economie met daarbij aandacht voor de volatiliteiten in de economie na het liberaliseren van de kapitaalrekening, budgettaire problemen, inflatie en de distorties in de banksector. In hoofdstuk twee zullen we de voornaamste punten van het IMF programma op een rijtje zetten. In het derde hoofdstuk zullen we de ontstane problemen in het jaar 2000 weergeven die uiteindelijk hebben geleid tot een devaluatie van de munt in februari In het vierde hoofdstuk zullen we op basis van 26 ratio s nagaan welke de meest discriminerende ratio s waren tussen lopende banken en banken die over de periode gefaald hebben tot drie jaar voor de faling. Op basis van die discriminerende ratio s zullen we dan een rating-index opstellen. We zullen ook de voorspellingskracht van die index verifiëren door de ratingwaarden van de banken in 1998 te vergelijken met de banken die in de periode effectief zijn gefaald. We eindigen door de belangrijkste bevinden nog eens op een rijtje te zetten. 2

12 Hoofdstuk 1 Economische liberalisatie De liberalisatieprocessen die in de jaren tachtig en negentig door de opkomende markteconomieën werden doorgevoerd hadden als doelstelling te integreren met de globaliserende economische omgeving. Economische theorie leert ons dat financiële liberalisatie zorgt voor meer spaarmiddelen en de allocatie van die middelen efficiënter maakt, zodat er meer kan worden geïnvesteerd en dus meer economische groei kan worden gerealiseerd. Het openen van de economie voor buitenlands kapitaal en het toestaan aan de private sector om in de internationale markten te ontlenen maakt het immers mogelijk om hogere groeicijfers te realiseren zonder dat er daarvoor een hogere spaarquote in het binnenland vereist is. (Hallwood en MacDonald (1994, blz.341), Obstfeld (1998, blz. 2)) Volgens deze visies verhogen kapitaalinstromen dus de economische groei en de consumptie: buitenlands kapitaal kan worden ingezet om de investeringen te financieren en omdat banken competitief moeten blijven wegens de groeiende internationalisering zal liberalisering ook de efficiëntie verbeteren. (Weller, 1999, blz. 3) De instroom van internationaal kapitaal kan echter voor een substantieel deel bestaan uit korte termijn- of flitskapitaal die voor potentiële problemen zou kunnen zorgen in de ontwikkelingslanden. Grote instroom van korte termijn kapitaal stelt de beleidsmakers voor een groot dilemma omdat het de sleutelvariabelen in de economie zoals interesten en wisselkoersen kunnen doen afwijken van het lange termijn evenwicht. Ten tweede, en belangrijker, kunnen deze stromen elk moment omkeren. Wanneer dit dan op zijn beurt zou leiden tot munt- en bankcrisissen kan dit serieuze gevolgen hebben voor de output van het land.(rottanak, 1999) Empirisch blijkt dat kapitaalstromen naar de groeilanden volatiel van aard zijn en aanleiding geven tot een snelle monetaire expansie, inflatiedruk en toenemende tekorten op de lopende rekening wegens de appreciatie van de reële effectieve wisselkoers. Calvo, Leiderman, en Reinhart (1996) bekeken de effecten van kapitaalinvoer op macroeconomische variabelen. Hun bevindingen ondersteunen dat kapitaalinvoer meer leidt tot appreciatie van de munt waardoor er problemen ontstaan op de lopende rekening. Weller (1999) bekeek empirisch voor 27 opkomende markteconomieën voor de periode de invloed van financiële liberalisatie op de probabiliteit van crises. Hij kwam tot de bevinding dat liberalisering korte termijn kapitaalinvoer met zich meebrengt waardoor de 3

13 munt zal appreciëren die zorgt voor tekorten op de lopende rekening die dan op zijn beurt de bron vormt voor speculatieve aanvallen op de munt. 1.1 Liberalisering en economische performantie Turkije had een grote economische crisis aan het einde van de jaren zeventig. Oorzaken hiervan waren de beperkingen van het gevoerde importsubstitutiebeleid en de hiermee gepaard gaande betalingsbalansproblemen 1. Deze recessie gaf aanleiding tot een indrukwekkende ommekeer van het tot dan toe gevoerde politiek, wat de overschakeling betekende naar een markteconomie waarbij de export werd aangemoedigd (exportoriëntatiebeleid). Het aanpassingsprogramma (adjustment program) en het liberaliseringsbeleid werden gesteund door multilaterale organisaties zoals het IMF, OESO, de Wereldbank en ook door bilaterale crediteurs, voornamelijk de grootste landen van de OESO. Het programma had 5 doelstellingen (Uygur, 2000, blz. 19): Het wou ten eerste de inflatie aanpakken zonder daarmee al te veel de economische activiteit te verstoren. De tweede doelstelling van het programma was het stimuleren van de export. Een derde doelstelling was financiële liberalisatie die het private sparen en investeren zou moeten verhogen. De vierde doelstelling was, meer op lange termijn gericht, het liberaliseren van de kapitaalrekening en het convertibel maken van de lira 2. Een laatste grote doelstelling was het verminderen van de overheidsrol in de economie door allerhande privatiseringen van staats economische ondernemingen. Kort na de liberalisering ontstane competitie tussen de banken om deposito s aan te trekken werden de interestvoeten substantieel naar omhoog getrokken. Slechte aanwendingen van deze deposito s en contractie van het monetaire beleid (de rente werd door de centrale bank verhoogd zodat de inflatie daalde waardoor de reële interesten nog meer toenamen) leidden 1 Van kende Turkije nooit eerder geziene investeringen gedreven door de publieke sector. Er werd hoofdzakelijk geïnvesteerd met de doelstelling de industrie te doen ontwikkelen. Macro-economische instabiliteiten keerden zich echter vanaf midden jaren zeventig terug, voornamelijk veroorzaakt door de hoge buitenlandse schulden van de overheid. Tegen het einde van de jaren 1970 kon Turkije haar schulden niet meer betalen en konden de industriële ondernemingen (hoofdzakelijk bestaande uit staatseconomische ondernemingen) geen grondstoffen meer kopen hetgeen betekende dat er geproduceerd werd onder de capaciteit (wegens een tekort aan internationale deviezen) waardoor er samen met politieke schermutselingen een ernstige economische crisis uitbarstte. (Ismihan et al.,2002, blz. 6) 2 Convertibel valuta is valuta die zonder beperking van de monetaire autoriteiten tegen alle andere valuta kan worden omgewisseld. (Declercq, 1996, blz. 395) 4

14 ertoe dat er in 1982 problemen ontstonden zodat de bankvergunningen van een aantal kleine en middelgrote banken herroepen werden. De centrale bank begon na deze crisis opnieuw de interesten op deposito s te reguleren tot Naar aanleiding van de crisis werd in 1985 de Nieuwe Banken Wet van kracht die de 2 e fase van het liberaliseringsproces vormde, zodat er een wettelijke basis ontstond voor prudentiële regulering en supervisie. In deze context zijn er minimale kapitaalvereisten van 8% (tegenover de risicogewogen activa) aangenomen, deposito verzekeringsfonds opgericht, standaard rapporteringsvormen, voorzieningsregels voor probleemkredieten en externe auditing werd wettelijk verplicht. Kapitaalbewegingen werden in 1989 geliberaliseerd en de lira werd in 1990 een convertibele valuta. (Alparslan et al. 1998) Gedurende de laatste 20 jaar was het gemiddelde jaarlijkse groei in termen van bruto nationaal product (BNP) niet laag en bedroeg het 3.8% over de periode Het werd eerder gekenmerkt door een aanzienlijke volatiliteit, vooral vanaf Het stabilisatieprogramma van januari 1980 werd aanvankelijk geprezen omwille van haar succesvolle transitie van importsubstitutie naar exportoriëntatie en stelde toen een groot voorbeeld aan de opkomende markteconomieën. Voor de periode bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei 5.2% met een standaardafwijking van 2.4%. Dit levert een variatiecoëfficiënt op van =2.4%/5.2%. Na 1988 was de gemiddelde groei aanzienlijk lager door de toegenomen volatiliteiten. Over de periode , na de liberalisering van de kapitaalrekening, bedroeg de gemiddelde groei van het BNP 2.9% met een standaardafwijking van 6.9%. In deze periode bedroeg de variatiecoëfficiënt 2.4 wat dus een aanzienlijke toename was in de volatiliteit tegenover de vorige periode. De volatiliteit in de groei van het BNP is ook te merken in de onderstaande tabel. Naast het BNP hebben we ook de werkloosheid, onderwerkloosheid, industriële groei en de twee private componenten van het BNP, namelijk private investeringen en private consumptie, weergegeven. (tabel 1) Tabel 1: Werkloosheid, onderwerkloosheid (%); groei in BNP, industrie, private investeringen en in private consumptie Groei Werkloosheid Onderwerk Industriële Jaar BNP loosheid groei ,2 1 7,3 1 Private Investering en Private consumptie 3 Hoe kleiner de variatiecoëfficiënt, hoe dichter de waarden dus liggen bij het gemiddelde (minder volatiliteit). 5

15 Private Investering en Jaar Groei BNP Werkloosheid Onderwerk loosheid Industriële groei ,6 8,6 5,4 4,6 1, ,4 8 5,7 8,6 19,4 13, ,3 8 7,2 2,7 0,9 2, ,4 8,3 8,2 5,9 4,3 3, ,1 8,7 7,7 8,2 35 8, , ,7-9,1-5, ,0 7,5 7 12,1 17,9 4, ,1 6,5 6,7 7,1 12,1 8, ,3 6,7 6,1 10,4 11,9 8, ,9 7 6,1 2-8,3 0, ,1 7,7 8, ,8-2, ,3 6, ,9 6, ,4 8,5 6-7,5-35,1-8,9 (1) Gemiddelde groei over de periode Bron: State Planning Organization en State Institute of Statistics Ondanks het feit dat de werkloosheidscijfers contracyclisch én coïncedent 4 Private consumptie zijn aan de conjunctuurcycli blijkt uit bovenstaande cijfers dat de variaties in de werkloosheidscijfers niet de fluctuaties in het BNP volgen. Tot voor de crisis in 2001 was er zelfs een licht dalende trend in de werkloosheid. De werkloosheidscijfers in ontwikkelingslanden moet men echter met een korreltje zout nemen wegens de hoge graad van verborgen werkloosheid 5, vooral in de landbouwsector. Zo bedroeg de totale werkloosheidsgraad 14.5% in In deze context kunnen we vermelden dat hoewel de landbouwsector steeds meer terrein verliest op het gebied van de werkgelegenheid, toch nog steeds één derde van de actieve bevolking tewerkgesteld is in de primaire sector. Op basis van de werkgelegenheidscijfers is ook te merken dat Turkse de industriële sector eigenlijk niet ontwikkeld is. (tabel 2) Tabel 2: Werkgelegenheid in de 3 sectoren Jaar Landbouwsector Industriële sector Dienstensector % 16% 38% % 16% 42% % 18% 41% % 18% 46% Bron: State Institute of Statistics 4 Coïncedent: de keerpunten in de reeks vallen ongeveer samen met de keerpunten in de conjunctuurcycli. (De Vijlder, 2002, blz. 128) 5 Verborgen werkloosheid kan worden gedefinieerd als mensen die een werk hebben maar hun bijdrage tot de output héél laag zijn. (Perkins et al., 2001, blz. 284) 6

16 Met de liberalisering was er een aanzienlijke toename in de export gestimuleerd door gesubsidieerde interesten, vermindering van de reële lonen, en het gevoerde competitieve wisselkoersbeleid. De ratio export/ BNP nam in de periode toe van 4.2% naar 12.8%. Omdat importliberalisatie gradueler werd ingevoerd uit vrees voor betalingsbalansproblemen nam de ratio import/ BNP in mindere mate toe van 11.3% naar 15.8%. (figuur 1) Deze ontwikkelingen betekenden dus dat de balans op de lopende rekening aanzienlijk werd verbeterd in de jaren tachtig. Figuur 1: Import/ BNP(%) 30,0 Figuur 2: Export/ BNP(%) 25,0 25,0 20,0 20,0 15,0 15,0 10,0 10,0 5,0 5,0 0, , Bron: State Planning Organization en State Institute of Statistics Beleidsverandering vanwege de overheid naar het einde van de jaren tachtig toe had negatieve effecten op de externe balansen. Deze beleidsverandering hield een langzamere depreciatie van de nominale wisselkoers in en dus een reële appreciatie om de inflatie beter te kunnen bestrijden. Dit is ook duidelijk te merken in de bovenstaande figuren omdat het verschil tussen import/bnp en export/bnp aanzienlijk toenam post (Ertugrul en Selçuk, 2001, blz. 7) Er waren 3 zeer grote contracties sinds de liberalisering van de kapitaalrekening in 1989 met de meest recente in de crisis van (tabel 1) Volgende vraag rijst dan op: waarom werden er heel hoge groeicijfers verwezenlijkt in 1990, 1993, 1995, 1996, en 1997 en waarom werden er negatieve groeicijfers verwezenlijkt in 1994, 1999, en in 2001? 6 Export/ BNP nam massaal toe in 2001 wegens het devalueren van de munt en de contractie van de economische activiteit (BNP? ). 7

17 Agenor, McDermott en Prasad (1999) probeerden voor een groep ontwikkelingslanden, inclusief Turkije, te achterhalen welke de gestilleerde feiten waren die business cycli in die landen beïnvloedden. Ze bekeken de cross correlaties van BBP cycli (proxy, industriële productie) met de cycli van een aantal macro-economische variabelen zoals budgettaire variabelen, inflatie, geldhoeveelheid, kredieten, wisselkoersen en interestvoeten. De cycli worden, volgens hun resultaten, in Turkije vooral beïnvloed door reële lonen (+), inflatie (-), en kredieten naar de private sector (+) 7. Ontwikkelingen in export, import en betalingsbalans beïnvloedden niet enkel de groei maar ook de stabiliteit van de economie. Zo waren betalingsbalansproblemen van de overheid eind jaren 1970 de voornaamste oorzaak voor de crisis. In 1994 was het vooral de buitenlandse overheidsschuld de grote reden voor de aanleiding tot de crisis 8. Kapitaaluitvoer wordt niet alleen veroorzaakt door negatieve signalen in het binnenland. Voor ontwikkelingslanden spelen besmettings- of contagioneffecten ook een grote rol. Zo werd Turkije in de tweede helft van de jaren negentig geconfronteerd met financiële crises in Zuidoost-Azië en in Rusland. Hoewel de Zuidoost Aziatische crisis weinig of geen directe invloed had op de reële economie omwille van de geringe handel met die landen, kreeg Turkije wel serieuze klappen te verwerken betreffende competitiviteit op de wereldmarkt door de devaluaties in die landen. Dit is ook te merken in tabel 3 indien men de handelsbalansen van 1997 en 1998 in beschouwing neemt. Wegens haar geografische ligging, veroorzaakte de aankondiging van de Russiche moratorium in 1998 een nog groter negatief effect op de Turkse economie. (Uygur, 2000, blz. 12) Op de onderstaande betalingsbalans is zo te merken dat in 1998 de portfoliobeleggers het land uitvluchtten. Voor opkomende markteconomieën spelen besmettingseffecten dus een heel grote rol omdat zij samen door de internationale beleggers als één grote markt worden gezien: indien een groeiland wordt getroffen door een crisis zullen de andere opkomende economieën ook worden getroffen door het kuddegedrag van beleggers. In 2000/ 2001 had Turkije te kampen met massale uitvoer van korte termijn kapitaal bij het verlies van geloofwaardigheid tijdens het uitvoeren van het programma. 7 Positieve tekens wijzen op een positieve correlatie, negatieve tekens wijzen op negatieve correlatie met de industriële productie-index. 8 Als gevolg van een groot tekort op de lopende rekening samen met een hoge buitenlandse overheidsschuld was de Turkse economie in een heel fragiele omgeving beland. De pogingen van de overheid om de interesten te controleren konden niet door de beugel waardoor de internationale kapitaalverschaffers hun kredieten niet vernieuwden. 8

18 Indien men de betalingsbalans nader zou bekijken zou men kunnen afleiden dat de crises vanaf de liberalisering van de kapitaalrekening geïnduceerd werden door een substantieel tekort van de lopende rekening het jaar voorafgaand aan de crisisjaren met als gevolg massale kapitaaluitvoer tijdens de crisisjaren (1994 en 2001). Voor de crisis van 1999 kan men als verklaring de contagion effecten en twee zware aardbevingen geven. Ook op te merken is dat na de liberalisering weinig directe investeringen werden gedaan. Men merkt op dat FDI steeds minder dan 1 miljard dollar bedroeg (behalve in 2001). Kapitaalbalans werd vooral gedomineerd door korte termijn kapitaal (dus een hoge mate van volatiliteit). (tabel 3) Tabel 3: Betalingsbalans in miljarden dollars Trade Balance -14,2-4,2-13,2-10,6-15,4-14,2-10,4-22,4-4,5 Other Goods&Services (+) 11,8 11,7 16,1 14,6 21,3 25,8 18,7 22,3 17,9 Tourism 4 4,3 5 5,7 7 7,2 5,2 7,6 8,1 Interest 1,1 0,9 1,5 1,6 1,9 2,5 2,4 2,8 2,8 Other Goods&Services (-) -7,8-7,9-9,7-10,9-13,4-15,3-14, ,9 Tourism -0,9-0,9-0,9-1,3-1,7-1,8-1,5-1,7-1,7 Interest -3,6-3,9-4,3-4,2-4,6-4,8-5,5-6,3-7,1 Private Unre Transfers (+) 3 2,7 3,4 3,9 4,6 5,6 4,8 5 3,6 Workers Remittances 2,9 2,6 3,3 3,5 4,2 5,4 4,5 4,6 2,8 A. CURRENT ACCOUNT BALANCE -6,4 2,6-2,3-2,4-2,6 2-1,4-9,8 3,4 Net Direct Investment 0,6 0,6 0,8 0,6 0,6 0,6 0,1 0,1 2,8 Net Portfolio Investment 3,9 1,2 0,2 0,6 1,6-6,7 3,4 1-4,5 Long Term Capital 1,4-0,8-0,1 1,6 4,8 4 0,3 4,2-1,1 Short Term Capital 3,1-5,1 3,7 2,7 0 1,3 1 4,2-11,3 B. CAPITAL ACCOUNT BALANCE 9-4,2 4,6 5,5 7-0,8 4,9 9,6-14,2 C. NET ERRORS AND OMMISIONS -2,2 1,8 2,4 1,5-1 -0,7 1,6-2,8-2,1 CHANGES IN RESERVES (A+B+C) 0,3 0,2 4,7 4,5 3,3 0,5 5, Bron: Periodical Reports: Quarterly Bulletin (Bank of Turkey) De crises na de liberalisering van de kapitaalrekening werden dus vooral bepaald door de externe rekeningen. Dit is ook duidelijk in de onderstaande figuur waaruit blijkt dat de kapitaalbalans en de groei in het bruto nationaal product in hoge mate zijn gecorreleerd. Tussen 1991 en 2001 was er maar liefst een correlatie van 80%. (figuur 3) 9

19 Figuur 3: Correlatie tussen de groei in het BNP en de kapitaalbalans Kapitaalbalans (miljarden dollars) Groei BNP (%) Kapitaalbalans(miljard $) BNP groei(%) Hoewel het liberaliseren van de kapitaalrekening in Turkije in het buitenland warm onthaald werd, voornamelijk door internationale instellingen, waren er significante bezwaren tegen de timing van deze maatregel. De financiële sector was immers niet voldoende ontwikkeld en de Turkse economie was niet stabiel genoeg om te kunnen afrekenen met de volatiele kapitaalstromen. 1.2 Budgettaire instabiliteit De financieringsbehoefte van de totale overheid (= Public Sector Borrowing Requirement, PSBR) bestaat uit 5 componenten (databank state planning organisation): PSBR = geconsolideerd budget + deficits van staatseconomische ondernemingen + deficits van lokale overheden + deficits van extrabudgettaire fondsen + deficits sociale zekerheidsinstituties Met de invoering van het stabilisatieprogramma in 1980 had de Turkse overheid initieel veel vooruitgang geboekt betreffende het PSBR. Eind jaren 70 bedroeg die immers rond de 8%. Met de invoering van het programma werd er tijdens de periode gemiddeld jaarlijks een PSBR gerealiseerd van 4.5%. Nadien begonnen de deficits echter opnieuw toe te nemen. 10

20 Twee factoren hebben daarbij een rol gespeeld. Exportstimuli en macro-economische stabilisatie werden in een omgeving van dalende reële lonen verwezenlijkt om de competitiviteit te bewaren 9. Het populistische beleid keerde echter naar het einde van de jaren tachtig terug door de reële lonen en de subsidies van de landbouwers te verhogen. Ten tweede, omdat de overheid geen beroep meer deed op monetaire financiering, stegen de interesten op overheidsinstrumenten aanzienlijk. Men kan dus veronderstellen dat de liberalisering van de kapitaalrekening vooral bedoeld was om het overheidsdeficit te financieren met instroom van internationaal kapitaal zodat verdringing van private investeringen kon vermeden worden. (Akyüz en Boratav, 2002, blz. 4-5) De overheid zat hierdoor wel vast in een vicieuze cirkel. De interestbetalingen op overheidsschulden (die meestal korte termijn effecten waren) konden enkel worden gefinancierd door het opnieuw aangaan van schulden die ook een korte looptijd hadden (Ponzi-financiering). Er kon echter nieuw korte termijn kapitaal worden aangeboden bij toenemende interesten vanwege de oligopolistische structuur van de kapitaalmarkt, waardoor ze nog meer lasten met zich meebrachten voor de overheid. (Demir, 2002, blz. 17 ) Andere belangrijke factoren bij de toename van interesten op overheidsinstrumenten waren dollarisatie, die het mogelijk de transactiekosten ferm omlaag te duwen en of het rendement te verhogen van beleggingen in vreemde valuta, en de hoge inflatiepremie. (Akyüz en Boratav, 2002, blz. 6) Tabel 4 toont aan dat een groot deel van de deficits van de publieke deficits (PSBR) afkomstig zijn van het geconsolideerde budget. Staatseconomische ondernemingen droegen substantieel bij tot de PSBR tot het midden van de jaren negentig. Deficits van de lokale overheden bedroegen ongeveer 0.3% van het BNP in recentere jaren. 9 De macht van de vakbonden werd immers serieus ingeperkt waardoor er minder druk was op de inkomensverdeling. 11

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten:

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten: SAMENVATTING BELANGRIJKSTE CONCLUSIES IN HET RAPPORT D.D. 19 SEPTEMBER 2011 NAAR AANLEIDING VAN DE BESPREKINGEN IN HET KADER VAN DE 2011 ARTIKEL IV CONSULTATIES VAN HET IMF 1. HOOFDTHEMA Het belangrijkste

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) 1. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? I. Voorraadinvesteringen kunnen negatief

Nadere informatie

Macro-economie examenvragen

Macro-economie examenvragen Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.

Nadere informatie

Debt Sustainability Analysis (DSA)

Debt Sustainability Analysis (DSA) BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in 2014-2018 Malty Dwarkasing Sarajane Omouth

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE DEEL : Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 8 punten). Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een jaar

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Eindexamen havo economie oud programma 2012 - I

Eindexamen havo economie oud programma 2012 - I Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report

27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report 27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report Door Wim-Hein Pals, Head Robeco Emerging Markets Equities Vanwege hogere economische groei en sterkere financiële balansen, zijn de opkomende markten aantrekkelijker

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2014-2050

Nadere informatie

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie Kennis en Economisch Onderzoek Focus: Turkse economie onder druk In december 2013 heeft de Turkse lira een duikvlucht

Nadere informatie

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Dutch Summary. Dutch Summary

Dutch Summary. Dutch Summary Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot: Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt

Nadere informatie

Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets

Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets Lente 2013 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus

Nadere informatie

Debt Sustainability Analysis (DSA)

Debt Sustainability Analysis (DSA) BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in 2013-2017 Malty Shanti-Devi Dwarkasing

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Berekeningswijze CBFA "Stress test ratio"

Berekeningswijze CBFA Stress test ratio Bijlage Circulaire _2009_18-1 dd. 8 mei 2009 Berekeningswijze "Stress test ratio" Toepassingsveld: Kredietinstellingen, financiële holdings, vereffeningsinstellingen en met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2012 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur oud programma economie Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen.

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

De handelsbetrekkingen van België met Moldavië

De handelsbetrekkingen van België met Moldavië De handelsbetrekkingen van België met Moldavië Algemeen: 2009 BBP (schatting) 5,4 miljard USD Groeipercentage van het BBP -6,5% Inflatie -0,1% Uitvoer van goederen (FOB) Invoer van goederen (FOB) Handelsbalans

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse

Nadere informatie

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Woordenlijst Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index aangeeft, rekening houdend

Nadere informatie

Macro-economisch scorebord 2015K4

Macro-economisch scorebord 2015K4 Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo zijn opgemaakt (ook onder IFRS) IAS 7 maakt gebruik van cashstroom tabellen,

Nadere informatie

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Als de Centrale Banken het podium verlaten Als de Centrale Banken het podium verlaten Als de centrale banken het toneel verlaten 1. Zichtbaar economisch herstel 2. Het restprobleem 3. Onbekend terrein 4. Wat betekent dit voor asset allocatie? Zichtbaar

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie vwo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1 Roads to recovery George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne 1 De Grote Recessie 2008: Financiële crisis subprime hypotheken crisis 15 september: Lehman Brothers bankroet stilstand

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

Emerging markets: toch weer terug naar af?

Emerging markets: toch weer terug naar af? Emerging markets: toch weer terug naar af? Wat is er toch gaande met de opkomende markten? In de afgelopen jaren werd er liefkozend naar deze markten gekeken en gesteld dat zij structureel aan het verbeteren

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Europese Centrale Bank maakt ons rijker en ongelijker?

Europese Centrale Bank maakt ons rijker en ongelijker? Europese Centrale Bank maakt ons rijker en ongelijker? Europese Unie 218 - Europese Centrale Bank Vermogensongelijkheid kan niet worden toegeschreven aan de acties van de Europese centrale bank (ECB).

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

DE PERFECTE STORM. Hoe de economische crisis de wereld overviel en vooral: hoe we eruit geraken. Gert Peersman & Koen Schoors.

DE PERFECTE STORM. Hoe de economische crisis de wereld overviel en vooral: hoe we eruit geraken. Gert Peersman & Koen Schoors. DE PERFECTE STORM Hoe de economische crisis de wereld overviel en vooral: hoe we eruit geraken Gert Peersman & Koen Schoors Universiteit Gent Beleidsseminarie eindeloopbaan 6 december 2012 De Perfecte

Nadere informatie

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Verslag van de president

Verslag van de president Verslag van de president De matige groei van de wereldeconomie zette zich voort in het tweede kwartaal van 2016 als gevolg van een groeivertraging in de hoogontwikkelde landen. In de opkomende economieën

Nadere informatie

Macro-economie. Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1

Macro-economie. Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1 Macro-economie Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1 JoHo Samenvattingen Hoe te verkrijgen? JoHo biedt een compleet pakket samenvattingen aan. In dé studentenwinkels van Nederland vind je bijvoorbeeld

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Macro-economische gegevens

Macro-economische gegevens Macro-economische gegevens In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische gegevens. De

Nadere informatie

WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index aangeeft, rekening houdend

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie