Cognitieve Flexibiliteitstraining bij Gezonde Ouderen
|
|
- Krista de Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Cognitieve Flexibiliteitstraining bij Gezonde Ouderen Kunnen executieve functies en fluid intelligence de cognitieve flexibiliteit voorspellen? Hanneke Boonstra ( ) Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Klinische Neuropsychologie Begeleidster: Renate van de Ven Datum: 28 November 2013
2 Abstract Een review van Buitenweg, Murre en Ridderinkhof (2012) doet vermoeden dat het trainen van het brein de cognitieve achteruitgang bij ouderen kan doen verminderen, zolang een dergelijke training betrekking heeft op de cognitieve flexibiliteit. Onderzocht is in hoeverre het mogelijk is de uitkomst op een cognitieve flexibiliteit training te voorspellen. Op basis van de onderzoeken van Zook et al. (2004) en Karbach en Kray (2009) waren het executief functioneren en fluid intelligence in dit onderzoek aangewezen als mogelijke voorspellers van cognitieve flexibiliteit. Na de training werd geen verbeterde prestatie gevonden in cognitieve flexibiliteit. Exploratieve analyses konden op basis van de metingen voor de training geen verband aantonen tussen executieve functies, fluid intelligence en cognitieve flexibiliteit. Post-hoc poweranalyse wees uit dat de te lage power een mogelijke reden kan zijn dat er geen effect is gevonden. 1
3 Inhoudsopgave 1. INLEIDING Achtergrond Probleemstelling METHODE Proefpersonen Materiaal. 9 - Screening 9 - Voorspellers Afhankelijke Variabele Trainingsconditie vs. Controleconditie Procedure STATISTISCHE ANALYSE RESULTATEN Effect van de Training 18 - Post-hoc Poweranalyse Meting van Cognitieve Flexibiliteit: Switch-Task Exploratief: Lineaire Regressieanalyse DISCUSSIE LITERATUUR BIJLAGE
4 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Veel gezonde ouderen kampen met cognitieve klachten. Vaak zijn deze cognitieve klachten van subjectieve aard. De testen van de neuropsycholoog kunnen de klachten dan niet objectiveren en stellen dat deze behoren bij de normale veroudering (Verhey & Pijnenburg, 2009). Alhoewel deze normale veroudering nog niet zorgwekkend is, zijn er wel degelijk veranderingen te zien in ons brein. Uit onderzoek blijkt dat bij het ouderdomsproces binnen verschillende domeinen als geheugen, keuzeprocessen en cognitieve controle, sprake is van cognitieve achteruitgang (Fisk & Scharp, 2004; Luo & Craik, 2008; Brown & Ridderinkhof, 2009). De mate van deze cognitieve achteruitgang verschilt per oudere. Welke factoren zorgen voor deze verschillen in cognitieve achteruitgang is nog relatief onbekend. Daarnaast is nog niet duidelijk in hoeverre het mogelijk is om deze cognitieve achteruitgang tegen te gaan door middel van het trainen van het brein. Vaak wordt gesteld dat het trainen van het brein zich alleen beperkt tot vooruitgang op de training zelf, maar dat dit effect zich niet verder uitstrijkt over andere taken (Ponds, van Heughten, Fasfotti & Wekking, 2010). Een review van Buitenweg, Murre en Ridderinkhof (2012) doet vermoeden dat een dergelijke training wel werkt, wanneer deze ook taken bevat die de cognitieve flexibiliteit trainen. Er bestaat veel onduidelijkheid binnen de huidige literatuur over wat er wordt bedoeld met cognitieve flexibiliteit. Cognitieve flexibiliteit, cognitief switchen, en mentale flexibiliteit zijn begrippen die veel als synoniemen worden gebruikt. Onderzoekster Ionescu (2012) haalt daarom terecht aan dat ons begrip van cognitieve flexibiliteit neerkomt op verschillende constructen, allen onder de noemer cognitieve flexibiliteit. Ionescu ziet cognitieve flexibiliteit als een eigenschap van verschillende cognitieve systemen. Dit 3
5 onderzoek heeft zich aangesloten bij Ionescu, die cognitieve flexibiliteit geen vaardigheid op zich noemt. Cognitieve flexibiliteit bevindt zich in tal van cognitieve processen en mechanismen (bijv. executief functioneren, aandacht mechanismen, perceptie, conflict monitoring en geheugen). Uit dit construct van cognitieve flexibiliteit volgt dat het trainen van cognitieve flexibiliteit met zich meebrengt dat tegelijkertijd verschillende andere vaardigheden getraind worden, welke allemaal cognitieve flexibiliteit in zich dragen. In het vervolg van dit onderzoeksverslag zal worden gekeken naar onderzoeken die allen dit construct cognitieve flexibiliteit in zich dragen. Veelal wordt in dergelijke onderzoeken gebruik gemaakt van een switch-taak. Er wordt niet altijd gesproken van cognitieve flexibiliteit maar van bijvoorbeeld executief functioneren, mentale flexibiliteit of cognitief switchen. Verder wordt er in dit onderzoeksverslag gekeken naar mogelijke voorspellers, welke de individuele verschillen in cognitieve flexibiliteit (na een training) kunnen verklaren. Wecker, Kramer, Hallam en Dallis (2005) gaven in hun onderzoek aan dat met een switch-taak veelal de executieve functies worden onderzocht. Zij onderzochten mentale flexibiliteit door gebruik te maken van een switch-taak. Zij vonden dat de prestatie op een switch-taak lager is wanneer de proefpersonen een hogere leeftijd hadden. Wecker et al. stellen dat switchen zowel flexibiliteit met zich meebrengt als de controle om de vorige response los te laten, om zo een nieuwe alternatieve response te produceren. Dat er veel overlap bestaat in de literatuur over de executieve functies en de cognitieve flexibiliteit blijkt ook uit onderzoek van Karbach en Kray (2009). Zij hebben door hun onderzoek naar executieve functies training onderzocht of de cognitieve achteruitgang bij veroudering kan worden tegengaan door gebruik te maken van een switch-taak. Nadat Karbach en Kray (2009) verschillende leeftijdsgroepen aan de training hadden blootgesteld, werd gevonden dat bij gezonde ouderen na het trainen van switch-taken near transfer 4
6 effecten optraden. Dit betekent dat ook op nieuwe switch-taken de prestatie hoger was na het volgen van de training, dan wanneer ze geen training hadden gevolgd. Verder blijkt uit het onderzoek van Karbach en Kray dat door de executief functioneren training far-transfer effecten optraden naar andere executieve taken (Inhiberende controle: Color- Stroop/Number-Stroop task, Verbaal Werkgeheugen: Reading/Counting span task, Spatiëel Werkgeheugen: Symmetry/Navigation span task) dan een switch-taak. Dit betekent dat op taken betreffende executief functioneren (anders dan de switch-taak) de prestatie hoger was na het volgen van de training, dan wanneer ze de training niet hadden gevolgd. Hiermee blijkt uit het onderzoek van Karbach en Kray dat het trainen van het brein mogelijk werkt. Zoals hierboven is beschreven heeft onderzoek van Karbach en Kray (2009) aangetoond dat het trainen van de cognitieve flexibiliteit mogelijk leidt tot far transfer effecten wat betreft het executief functioneren. Daarnaast vonden Karbach en Kray nog een ander far transfer effect, namelijk fluid intelligence. Fluid intelligence is de capaciteit om logisch na te denken voor het oplossen van problemen in nieuwe situaties. Na het volgen van de training bleek dat de prestatie op taken betreffende de fluid intelligence hoger was dan voorheen. Dit doet vermoeden dat fluid intelligence in relatie staat met zowel executief functioneren en cognitieve flexibiliteit, zoals weergegeven in Figuur 1. Executief Functioneren Cognitieve Flexibiliteit Fluid Intelligence Figuur 1. De relatie tussen de vaardigheden Executief Functioneren, Fluid Intelligence en het construct Cognitieve Flexibiliteit. Executief Functioneren kan mogelijk de prestatie op Fluid Intelligence voorspellen. Tegelijkertijd kunnen Executief Functioneren en Fluid Intelligence samen mogelijk de prestatie op Cognitieve Flexibiliteit voorspellen. 5
7 Ook onderzoek van Zook et al. (2004) gaat in op deze relatie die het executief functioneren mogelijk zou kunnen hebben met fluid intelligence. Zij hebben onderzocht of werkgeheugen, inhibitie en fluid intelligence de prestatie kunnen voorspellen op de Toren van Hanoi en de Tower of London (ToL). De Toren van Hanoi en de ToL zijn beiden maatstaven voor het executief functioneren. Uit hun onderzoek blijkt dat fluid intelligence als enige in staat was de verklaarde variantie te voorspellen in prestatie op de ToL. Uit bovenstaande onderzoeken van Karbach en Kray (2009) en Zook et al. (2004) blijkt dat er mogelijk een verband bestaat tussen fluid intelligence en executieve functies. Daarnaast blijkt uit de onderzoeken van Karbach en Kray en Wecker et al. (2005) dat er veel overlap bestaat in de literatuur tussen cognitieve flexibiliteit en executieve functies. Dit maakt het aannemelijk dat zowel executieve functies, fluid intelligence als cognitieve flexibiliteit met elkaar in verband staan. Een mogelijkheid zou dan ook kunnen zijn dat executieve functies en fluid intelligence de prestatie op cognitieve flexibiliteit (na een training) zouden kunnen voorspellen. 1.2 Probleemstelling Aan de Universiteit van Amsterdam is op basis van de review van Buitenweg, Murre en Ridderinkhof (2012) het trainingsproject Training Project Amsterdam Senior and Stroke (TAPASS) gestart, waarin proefpersonen worden getraind in hun cognitieve flexibiliteit. Het huidige onderzoek maakt deel uit van dit project en onderzoekt of de uitkomst van een cognitieve flexibiliteitstraining kan worden voorspeld. Door beter inzicht in mogelijke voorspellers van de uitkomst van een cognitieve flexibiliteitstraining, kan beter worden begrepen waarom er zich individuele verschillen voordoen in de mate van vooruitgang op cognitieve flexibiliteit na het volgen van een dergelijke training. Daarnaast kan beter inzicht 6
8 worden verkregen waarom zich er bij voorbaat al verschillen voordoen in cognitieve achteruitgang bij veroudering. In dit onderzoek is onderzocht of cognitieve flexibiliteitstraining leidt tot een hogere score op cognitieve flexibiliteit, dan de controle training. Op die manier kon worden onderzocht wat de invloed van de basisniveaus van executief functioneren en fluid intelligence is, op de vooruitgang van de cognitieve flexibiliteit. Verder is in een exploratieve analyse onderzocht of voorafgaand aan de training al een verband tussen executief functioneren, fluid intelligence en executieve functies kan worden aangetoond. In het huidige onderzoek is gekeken naar de voorspellende waarde van executieve functies en fluid intelligence op de cognitieve flexibiliteit na een training. Wat is de voorspellende waarde van: (1) het basisniveau van het executief functioneren; (2) het basisniveau van de fluid intelligence; (3) de basisniveaus van het executief functioneren en de fluid intelligence samen op cognitieve flexibiliteit na een training. De proefpersonen in dit onderzoek volgden gedurende zes weken een cognitieve flexibiliteitstraining of een controle training, volgens dubbelblinde random toewijzing. Deze training volgden de proefpersonen vanaf thuis op de computer of laptop. Naast de training was er een voor- en een nameting, waar bij de proefpersonen verschillende testen zijn afgenomen betreffende het executief functioneren, fluid intelligence en cognitieve flexibiliteit. Allereerst werd verwacht dat de proefpersonen na het volgen van de training significant beter zullen scoren op cognitieve flexibiliteit. Ook werd verwacht dat op basis van de 7
9 prestatie op executieve functies de prestatie op cognitieve flexibiliteit kan worden voorspeld. Daarbij werd verwacht dat op basis van de prestatie op fluid intelligence de prestatie op cognitieve flexibiliteit kan worden voorspeld. Daarnaast werd verwacht dat de prestatie van fluid intelligence en executieve functies samen de prestatie op cognitieve flexibiliteit significant kan voorspellen. Tot slot werd exploratief verwacht dat voorafgaand aan de training op basis van metingen van executieve functies en/of fluid intelligence het basisniveau van cognitieve flexibiliteit kan worden voorspeld. 8
10 2. Methode 2.1 Proefpersonen Voor dit onderzoek zijn proefpersonen geworven tussen de 60 en 80 jaar oud. Dit zijn gezonde proefpersonen, zonder ernstige gezondheidsproblematiek. Proefpersonen die ernstig kleurenblind zijn, zijn uitgesloten van het onderzoek. Alle proefpersonen zijn in het bezit van een computer of laptop met een internetverbinding, waardoor het voor hen mogelijk was de training thuis te volgen. De proefpersonen zijn geworven via Seniorlab, door middel van het verspreiden flyers, via een radiobericht of uit de kennissen en vriendenkring van de onderzoekers. Alle proefpersonen hebben na registratie de toestemmingsverklaring ondertekend. Nadat bekend was dat er was voldaan aan de inclusiecriteria werden de proefpersonen random toegewezen aan één van de condities. Na afloop van de training kregen alle proefpersonen een levenslang Braingymmer trainingsaccount. 2.2 Materialen Screening Alle proefpersonen werden telefonisch gescreend middels de Telephone Interview Cognitieve Status (TICS). De TICS bestaat uit 11 items en neemt ongeveer 10 minuten in beslag. Daarnaast waren er enkele aanvullende vragen wat betreft kleurenblindheid en gezondheidstoestand. Op basis van de geworven informatie werd gekeken of de proefpersonen voldeden aan de inclusiecriteria. 9
11 Figuur 2. Voorbeeld item Raven s Coloured Progressive Matrices (CPM) Voorspellers De Raven s Coloured Progressive Matrices (CPM) (zie figuur 2) werd bij de proefpersonen thuis online afgenomen. De taak bestaat uit 20 meerkeuze-items, waar bij de eerste 12 items de keuze was uit 6 antwoordmogelijkheden en bij de overige 8 items de keuze was uit 8 antwoordmogelijkheden. Per item was 1 punt te behalen, waardoor er een maximumscore van 20 behaald kon worden met deze test. Een lagere/hogere score op de CPM betekent een lage/hoge prestatie op fluid intelligence. De online Trail Making Test (TMT) (zie figuur 3.) werd tezamen met de online ToL Figuur 3. Voorbeeld van de online TMT. Versie A (links) waarbij de cijfers in oplopende volgorde met elkaar moeten worden verbonden en versie B (rechts), waarbij afwisselend cijfers en letters in oplopende/alfabetische volgorde met elkaar moeten worden 10
12 gebruikt als score voor executief functioneren. Beide taken werden thuis door de proefpersonen gedaan. De online TMT bestaat uit versie A (waarbij alleen cijfers met elkaar moeten worden verbonden op het scherm) en versie B (waarbij afwisselend een cijfer dan een letter met elkaar moeten worden verbonden, in oplopende/alfabetische volgorde). Van beide versies werd de reactietijd gemeten, waarna vervolgens het verschil in reactietijd deel uit maakt van de compositie score van executief functioneren. De online ToL (zie figuur 4) is een taak die bestaat uit een plank met daarop drie staven. Op die staven zijn drie kralen neergezet in een bepaalde opstelling. Deze eindopstelling moet in zo min mogelijk stappen worden nagemaakt vanuit de beginopstelling. Door de kralen met de muis te verslepen naar een andere staaf, kunnen de stappen worden gemaakt. In totaal waren er 10 items van deze taak. De uiteindelijke score werd bepaald door het totaal aantal stappen van de 10 items te verminderen met het minimale aantal stappen dat nodig was om alle items op te lossen. De score van executief functioneren is het gemiddelde van de z-scores op de online ToL en de z-scores op de online TMT. Deze score is vervolgens vermenigvuldigd met (-1) om zo een lagere/hogere score op executief functioneren overeen te laten komen met een lage/hoge prestatie op executief functioneren. Figuur 4. De online Tower of Londen (ToL) 11
13 Afhankelijke variabele Voor de afhankelijke variabele, cognitieve flexibiliteit, zijn de z-scores op de switch-task en de online TMT samengevoegd. Voor de switch-task geldt dat deze voorafgaand aan de training bij alle proefpersonen op de Universiteit van Amsterdam is afgenomen. Na afloop van de training is deze bij een deel van de proefpersonen weer op de Universiteit van Amsterdam afgenomen, de rest van de proefpersonen hebben de taak zelfstandig thuis via de computer gemaakt. De switch-task (zie figuur 5) is gebaseerd op de switch task van Rogers en Monsell (1995). Rogers en Monsell (1995) lieten hun proefpersonen switchen tussen twee verschillende taken, om aan de hand hiervan de switch cost te berekenen. De switch cost kan worden berekend door het verschil in reactiesnelheid en accuraatheid tussen de taaksets (ABABABAB) en (AAA of BBB ). Hierbij was taak A een lettertaak (aangeven of een letter een klinker of een medeklinker is) en taak B een cijfertaak (aangeven of het cijfer even of Figuur 5. Voorbeeld van de switch-task. Proefpersonen moesten per stimuli afhankelijk van de plek van presentatie, één van de twee opdrachten uitvoeren. 1) aangeven of de letter een hoofdletter dan wel kleine letter was of 2) aangeven of het cijfer groter of kleiner dan vijf was. 12
14 oneven). De formule voor het berekenen van de switch costs is: ((gemiddelde reactietijd van taakset ABABABAB) - (gemiddelde reactietijd van taakset AAA en BBB)) (gemiddelde reactietijd van taakset AAA en BBB) 100. Bij de switch-task is voor het onderzoeksproject TAPASS moesten de proefpersonen per stimuli de letteropdracht of de cijferopdracht uitvoeren. Welke opdracht moest worden uitgevoerd hing af van de plek van presentatie (linker vakken vs. rechter vakken of bovenste vakken vs. onderste vakken). Bij de letteropdracht moest aangegeven worden of de letter een hoofdletter (A,B,F,R) of kleine letter (d,e,h,t) was. Bij de cijferopdracht moest worden aangegeven of het cijfer groter of kleiner dan vijf was. De vijf zelf kwam nooit voor in de stimuli. Er werden verschillen in reactietijden gemeten tussen switch stimuli (van letteropdracht naar cijferopdracht en visa versa.) en tussen non-switch stimuli (van letteropdracht naar letteropdracht of van cijferopdracht naar cijferopdracht). Op basis van verschillen in reactietijd tussen switch en non-switch stimuli werd de proportianal difference score berekend. Deze proportional difference score is de verhouding tussen het verschil in reactietijd tussen switch stimuli en non-switch stimuli. Des te hoger de proportinal difference score, des te meer last had de proefpersoon van het tussentijds switchen. De formule voor de proportional difference score is: ((gemiddelde reactietijd tussen switch stimuli) (gemiddelde reactietijd tussen non-switch stimuli)) 100 De score van cognitieve flexibiliteit voorafgaand aan de training werd gevormd door het gemiddelde van de z-scores op de switch-task en de online TMT. Een lagere reactietijd duidt op een betere prestatie van de online TMT. Daarnaast duidt een lagere proportional difference score op een betere prestatie op de switch task. Hieruit komt voort dat tijdens de 13
15 nameting van cognitieve flexibiliteit een lagere score op cognitieve flexibiliteit wordt verwacht dan tijdens de voormeting. Trainingsconditie vs. Controleconditie Proefpersonen volgden gedurende zes weken een cognitieve flexibiliteitstraining of een controle training (zie bijlage voor beschrijvingen van de trainingen). De trainingen waren zo ontwikkeld dat ze visueel aantrekkelijk en motiverend zijn. Beide trainingen duren minuten per dag en kunnen online worden gestart op de computer of laptop via de website (uva.braingymmer.com). Er is door de proefpersonen vijf keer per week getraind, waarbij de proefpersonen zelf mochten uitkiezen welke twee dagen van de week er niet werd getraind. De cognitieve flexibiliteitstraining omvat negen spellen op drie cognitieve domeinen: aandacht, redeneren en werkgeheugen. In de eerste week werden per dag drie taken geoefend (elk spel 10 minuten), zodat de proefpersonen de taken goed leerden beheersen. Vanaf de tweede week oefenden de proefpersonen 10 spellen per dag (elke taak gedurende drie minuten). De taken werden direct en na elkaar gepresenteerd, wat zorgt voor het cognitief switchen. Gedurende de training hebben taken uit hetzelfde cognitieve domein elkaar niet opvolgt. Na het afronden van een spel werd er feedback gegeven aan de hand van de persoonlijke scores op een schaal bestaande uit drie sterren. De moeilijkheid van de taken was gebaseerd op de voorafgaande scores van de proefpersoon. Tijdens deze zes weken werden de proefpersonen telefonische gecontacteerd om hen te motiveren en te vragen hoe de training ging. De controle training was ontwikkeld om alle proefpersonen bloot te stellen aan dezelfde hoeveelheid feedback en visuele stimulatie. Verder maakten de proefpersonen op deze manier in dezelfde hoeveelheid gebruik van de muis. Tijdens de controle training werd het 14
16 executief functioneren niet getraind. De controle training bestond uit vier verschillende spellen. Elke taak heeft vijf levels, die verschillen in moeilijkheidsgraad. De proefpersonen in deze conditie trainen één level per week en drie taken per dag (10 minuten per taak). In de eerste week werd er getraind op level één, waarna elke week een level hoger werd getraind. Voor zowel de trainingsconditie als de controleconditie werd In het trainingsprogramma automatisch bijgehouden hoeveel de proefpersonen daadwerkelijk trainden. Daarnaast werd bijgehouden hoeveel extra contact de proefpersonen nodig hadden naar aanleiding van vragen over de training, en hoe vaak het nodig was ze te herinneren aan de training. Verder kregen de proefpersonen aan het eind van de training van elke dag een vragenlijst. Hierin werd hen gevraagd: hoeveel ze die dag hebben bewogen; hoe interessant en moeilijk de training van de desbetreffende dag was; en hoe moe ze waren bij aanvang en aan het eind van de training. Tot slot werd aan het eind van de training aan de proefpersonen gevraagd: of ze enig idee hadden in welke trainingsconditie ze zaten; of ze waren veranderd van strategie tijdens de training; of ze naast de training er nog andere veranderingen waren in hun cognitieve stimulatie in het dagelijks leven; en of er nog andere grote veranderingen waren tijdens de trainingsperiode. 2.3 Procedure Na registratie via de website kregen de proefpersonen online enkele vragenlijsten opgestuurd over hun gezondheidstoestand. Binnen twee weken werden zij vervolgens gebeld voor afname van de TICS. Wanneer bekend was dat de proefpersonen voldeden aan de inclusiecriteria werd zij random toegewezen aan de trainingsconditie of de controle conditie. Er werd telefonisch contact met de proefpersonen opgenomen om een 15
17 afspraak te maken voor hun bezoek aan de Universiteit van Amsterdam en het starten van de training. Tijdens het bezoek op de Universiteit van Amsterdam werd er bij de proefpersonen de switch-task afgenomen en werd hen de instructies voor de training gegeven. Nadat de proefpersonen naar de UvA waren geweest en de online ToL en de online TMT hadden gemaakt werd op de opeenvolgende dag de CPM online afgenomen. Daarna kon er worden gestart met de cognitieve flexibiliteitstraining of de controletraining, afhankelijk in welke conditie de proefpersonen zaten. Na zes weken training volgde één tot zes dagen na de laatste dag van trainen de nameting bestaande uit de switch-task. Bij een deel van de proefpersonen vond deze nameting weer plaats op de Universiteit van de Amsterdam. De rest van de proefpersonen maakten de switch-task thuis op de computer. Nadat de proefpersonen de training en alle taken hadden afgerond ontvingen zij per een levenslang Braingymmer trainingsaccount. 16
18 3. Statische Analyse Gepaarde t-toetsen zijn in dit onderzoek gebruikt om het effect van de training onderzoeken. In totaal zijn er twee gepaarde t-toetsen uitgevoerd, één voor de trainingsconditie en één voor de controleconditie. Hierbij werd op basis van de voor en van de nameting gekeken of er een verbetering was in cognitieve flexibiliteit. Exploratief is een lineaire regressie analyse gedaan, waarbij cognitieve flexibiliteit de afhankelijke variabele was en fluid intelligence en executieve functies de voorspellende (onafhankelijke) variabelen. Een significantieniveau van p <.05 werd aangehouden voor alle toetsen. 17
19 4. Resultaten Van de 24 proefpersonen die op het moment van dataverzameling zes weken hadden getraind bij het lopende onderzoeksproject TAPASS, zijn 11 proefpersonen uitgesloten van de analyses. Bij zes proefpersonen was er missende data bij de online TMT van de voormeting. Bij vijf proefpersonen was er missende data bij de nameting van de online TMT. Bij één proefpersoon was er missende data van de voor- en nameting van de online TMT. De analyses zijn vervolgens uitgevoerd over de 13 overgebleven proefpersonen. Hiervan zaten er zeven in de trainingsconditie en zes in de controleconditie. Effect van de training Aan de hand van de scores op cognitieve flexibiliteit werd gekeken of er verbetering was in prestatie na de training bij zowel de trainingsconditie al de controleconditie De gemiddelden en standaarddeviaties van cognitieve flexibiliteit van voor en na de training zijn weergegeven in tabel 1. In tegenstelling tot wat er werd verwacht bleek uit de gepaarde t-toets dat er geen verschil was tussen voor en na de training in cognitieve flexibiliteit, t(6)=0.57, p=.588. Daarnaast bleek zoals verwacht uit de gepaarde t-toets dat de controleconditie niet Tabel 1. Gemiddelden en standaarddeviaties van de compositie score van cognitieve flexibiliteit van voor en na de training over de trainingsconditie en de controleconditie. Voor de training Na de training n Gem. SD. Gem. SD. Trainingsconditie Controleconditie
20 verschilde in cognitieve flexibiliteit na de training, t(5)=0.77, p=.478. Post-hoc poweranalyse Voorafgaand aan het onderzoek is uitgaande van een power van 0.80, een effect size van 0.56 en een alpha van 0.05 (eenzijdig getoetst) berekend dat voor de gepaarde t-toets 11 proefpersonen per conditie vereist waren. Het aantal proefpersonen van de uiteindelijke analyse bleek beduidend lager te zijn, namelijk zeven in de trainingsconditie en zes in de controleconditie. Post-hoc poweranalyse wijst uit dat de uiteindelijke power van de gepaarde t-toets van de trainingsconditie 0.4 is. De uiteindelijke power van de gepaarde t-toets van de controleconditie is 0.3. Deze lage power van het onderzoek kan de reden zijn dat er geen effect is gevonden. Meting van cognitieve flexibiliteit: switch-task Vanwege uitval van proefpersonen door missende data van de online TMT zijn de analyses nogmaals uitgevoerd zonder de data van de TMT. De cognitieve flexibiliteit bestaat bij de verdere analyses uit de score op de dual-switch-task. Van de 24 proefpersonen had één een afwijkende proportianal difference score op de switch-task (meer dan drie standaarddeviaties). Deze proefpersoon is uitgesloten van de analyses. De analyses zijn vervolgens uitgevoerd over 23 proefpersonen, waarvan 11 om de trainingsconditie en 12 in de controleconditie. De gemiddelden en standaarddeviaties van de switch-task voor beide condities van voor en na de training zijn weergegeven in tabel 2. 19
21 Tabel 2. Gemiddelden en standaarddeviaties van de proportianal difference score op de switch-task van voor en na de training over de trainingsconditie en de controleconditie. Voor de training Na de training n Gem. SD. Gem. SD. Trainingsconditie Controleconditie Uit de gepaarde t-toets over de trainingsconditie blijkt dat er geen verschil is tussen de voor- en nameting van cognitieve flexibiliteit t(10), p=.519. Daarnaast blijkt uit de gepaarde t-toets over de controleconditie dat er geen verschil is tussen de voor- en nameting van cognitieve flexibiliteit, t(11), p=.398. Aangezien er geen effect van de training is gevonden kunnen er geen verdere analyses worden gedaan over de voorspellende waarde van executieve functies en fluid intelligence op de effecten van de training. Exploratief: Lineaire Regressieanalyse Exploratief is onderzocht of er een verband kan worden aangetoond tussen de voormetingen van cognitieve flexibiliteit, executieve functies en fluid intelligence. Hierbij wordt weer gekeken naar de scores van cognitieve flexibiliteit bestaande uit slechts de switch-task. Daarnaast is weer gebruik gemaakt van de compositiescore van executieve functies, bestaande uit de online TMT en de online ToL. De score van fluid intelligence is weer de behaalde score op de CPM. Op het moment van de dataverzameling hadden 29 proefpersonen de voormetingen van cognitieve flexibiliteit, executieve functies en fluid intelligence afgerond. Er was missende data van de online TMT bij zeven proefpersonen. Vanwege een afwijkende score op de switch-task (meer dan drie standaarddeviaties) is een 20
22 Tabel 3. Gemiddelden, standaarddeviaties en correlaties van executieve functies, fluid intelligence en cognitieve flexibiliteit. Correlaties Gem. SD. EF FI CF Executieve Functies (EF)* Fluid Intelligence (FI)* Cognitieve Flexibiliteit (CF)* *Score van Executieve Functies op basis van online ToL en online TMT. *Score van Fluid Intelligence op basis van de CPM. *Score van Cognitieve Flexibiliteit op basis van de switch-task. proefpersoon verwijderd uit de analyses. De analyses zijn uitgevoerd over de 21 overgebleven proefpersonen. De gemiddelden, standaarddeviaties en correlaties van alle variabelen zijn weergegeven in tabel 3. Aan de hand van lineaire regressieanalyse is onderzocht of de score op cognitieve flexibiliteit kan worden voorspeld aan de hand van de scores executieve functies en fluid intelligence. De statisch relevante gegevens zijn weergegeven in tabel 4. De dataverzameling voldoet aan de assumpties die gelden voor regressieanalyse. De twee voorspellers tezamen verklaarden 15% van de variantie op de scores van cognitieve flexibiliteit. Dit percentage is statistisch niet significant F(2,17)=1.459, p=.260. Voor zowel executieve functies als fluid intelligence zijn de regressiegewichten niet significant. Voor executieve functies geldt b<0.01, t(19)=0.079, p=.938 en voor fluid intelligence geldt b=0.065, t(19)=1.671, p=.113. Post-hoc poweranalyse van bovenstaande regressieanalyse wijst uit dat bovenstaande analyse een power heeft van 0.28 en een effect size van
23 Tabel 4. Regressiemodel om de cognitieve flexibiliteit te voorspellen Executieve Functies en Fluid Intelligence B Constante EF FI (p=.25) 0,01 (p=.94) 0,65 (p=.11) R F 1.46 (p=.26) ΔR ΔF 2.79 (p=.11) 22
24 5. Discussie In dit onderzoek is gekeken naar het effect van een cognitieve flexibiliteitstraining op cognitieve flexibiliteit. Daarnaast is gekeken naar de voorspellende waarde van executieve functies en fluid intelligence op cognitieve flexibiliteit. In tegenstelling tot wat werd verwacht is er geen verbetering in prestatie op cognitieve flexibiliteit na de cognitieve flexibiliteitstraining. Verder is geen verbetering in prestatie op cognitieve flexibiliteit na de controletraining. Doordat er geen effect van de training werd gevonden op cognitieve flexibiliteit is de analyse over voorspellende waarde van executieve functies en fluid intelligence op cognitieve flexibiliteit van na de training uitgesloten. Uit exploratieve analyses bleek dat op basis van de voormetingen van cognitieve flexibiliteit, executieve functies en fluid intelligence geen voorspellend verband kan worden aangetoond. Er kan niet worden uitgesloten dat bepaalde aspecten van het onderzoek de resultaten hebben vertekend. Dat er geen effect is gevonden van de training kan te wijten zijn aan het kleine aantal proefpersonen van dit onderzoek. Het is echter ook mogelijk dat de training simpelweg niet werkt. Wellicht vindt het lopende onderzoeksproject TAPASS aan de Universiteit van Amsterdam door verdere werving van proefpersonen wel een effect. Door een groter aantal proefpersonen kan met meer zekerheid worden gezegd of de training wel of geen effect heeft, omdat dit bijdraagt aan de power van het onderzoek. Verder wordt in het onderzoeksproject TAPASS 12 weken getraind, in plaats van zes weken. De gebruikte nameting in dit onderzoek is voor het onderzoeksproject TAPASS slechts de tussenmeting. Dat er geen effect werd gevonden van de training in dit onderzoek kan te wijten zijn aan de beperkte duur van de training. Het is mogelijk dat er pas een effect van de training wordt gevonden wanneer de proefpersonen langer trainen. 23
25 Het is echter ook mogelijk dat de manier van manipuleren niet heeft geleidt tot het gewenste effect, waardoor er geen verschil tussen de condities is gevonden. Zoals Ionesco (2012) aanhaalde is cognitieve flexibiliteit geen vaardigheid op zichzelf, maar een construct dat zich bevindt in meerdere cognitieve vaardigheden. Daarom is in dit onderzoek gekozen om de meting van cognitieve flexibiliteit (zoals oorspronkelijk bedacht) niet alleen te laten bestaan uit de switch-task. Toch bestaat de manipulatie nog vooral uit het switchen tussen verschillende spellen, zo ook bij de exploratieve analyses. En ook al is de TMT in de klinische praktijk veelal een maatstaaf van executief functioneren, wil dit wellicht niet meteen zeggen dat door de combinatie met een switch-task, dit het construct van cognitieve flexibiliteit volledig heeft gedekt. Verder onderzoek dient daarom goed na te denken over hoe cognitieve flexibiliteit dient te worden gemanipuleerd en hoe cognitieve flexibiliteit kan worden gemeten. Bij CPM lijkt een plafondeffect te zijn opgetreden wat voor onvoldoende differentiatie tussen de proefpersonen in hun prestatie op fluid intelligence heeft geleid. Alhoewel niemand van de proefpersonen de maximale score van 20 behaalde, heeft een derde deel van de proefpersonen een score van 19 behaald. De laagste score die werd behaald onder de proefpersonen was 15. De scores op fluid intelligence zijn daardoor ook niet normaal verdeeld. Dit kan er voor hebben gezorgd dat het eventuele voorspellende karakter van fluid intelligence op cognitieve flexibiliteit niet naar voren is gekomen in de exploratieve analyses. Daarnaast is het mogelijk dat manier van dataverzameling van cognitieve flexibiliteit, executieve functies en fluid intelligence voor vertekening van de resultaten kan hebben gezorgd. Alle variabelen bevatten taken die de proefpersonen thuis hebben gemaakt (CPM, online ToL en de online TMT). Dit zorgt voor veel ruis in de dataverzameling omdat alle 24
26 proefpersonen de taken in verschillende omgevingen en op verschillende momenten van de dag hebben gemaakt. Daarnaast is de nameting van de switch-task bij een groot deel van de proefpersonen thuis gemaakt op een door hun gekozen moment van de dag. Bij de overige proefpersonen is de nameting van de switch-task net als de voormeting afgenomen op de Universiteit van Amsterdam. Deze verschillen in de dataverzameling kunnen voor meetfouten hebben gezorgd. Tevens zou het zo kunnen zijn dat de proefpersonen die deze taak tijdens de nameting thuis hebben gemaakt minder gemotiveerd waren dan de proefpersonen die de taak opnieuw op de Universiteit van Amsterdam hebben gemaakt. In het lopende onderzoeksproject TAPASS kregen de proefpersonen meer taken en vragenlijsten dan in dit beschreven onderzoek. Daarnaast heeft het overgrote deel van de proefpersonen geen zes weken, maar 12 weken getraind. Door de grote hoeveelheid aan taken, vragenlijsten en trainingen kan het zo zijn dat de proefpersonen na verloop van tijd minder gemotiveerd waren om te presteren. Dit kan er voor hebben gezorgd dat het eventuele effect van de training niet naar voren kwam in de resultaten. De resultaten van de exploratieve regressieanalyse over de voorspellende waarde van executieve functies en fluid intelligence op cognitieve flexibiliteit kunnen vertekend zijn door het kleine aantal proefpersonen. Ook hierbij bleek uit de post-hoc poweranalyse dat de power erg laag is, waardoor de kans groter is dat het gevonden resultaat aan toeval is te wijten. Aangezien de data van de exploratieve regressieanalyse slechts bestond uit de voormetingen is het niet erg aannemelijk dat de motivatie van de proefpersonen een probleem was. Met verdere werving van proefpersonen binnen het trainingsproject TAPASS kan er met meer zekerheid worden gezegd of de training wel of niet effect heeft op cognitieve flexibiliteit. Door deze verdere proefpersoonswerving kan tevens de voorspellende waarde 25
27 van executieve functies en fluid intelligence op cognitieve flexibiliteit (na een training) beter worden onderzocht. 26
28 6. LITERATUUR Bouma, A., Mulder, J., Lindeboom, J., Schmand, B., & (redactie), Handboek neuropsychologische diagnostiek. Amsterdam, Pearson. Buitenweg, J. I. V., Murre, J. M. J., & Ridderinkhof, K Brain training in progress: a review of trainability in healthy seniors, Frontiers in Human Neuroscience, 6, 183, Brown, S.B.R.E., & Ridderinkhof, K.R., Aging and the neuroeconomics of decision making: a review, Cognitive, Affective, & Behavioral Neuroscience, 9 (4), Fisk, J.E., & Sharp, C.A., Age-related impairement in cognitive functioning: updating, inhibition, shifting and access, Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 26, 7, Ionescu, T., Exploring the nature of cognitive flexibility, New Ideas in Psychology, 30, 2, Karbach, J., & Kray, J., How useful is executive control training? age differences in near and far transfer of task-switching training. Developmental Science, 12(6), Kempen, G.I.J.M., Meier, A.J.L., Bouwens, S.F.M., Deursen, J., & Verhey, F.R.J., Telefonisch interview cognitieve status (TICS): psychometrische kenmerken, Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 38, Luo, L., & Craik, F. I. M., Aging and memory: a cognitive approach, La Revue Canadienne de psychiatrie, 53 (6),
29 Luteijn, F., & van der Ploeg, F.A.E., Handleiding Groninger Intelligentietest (GIT), Lisse, Swets & Zeitlinger. Ponds, R., van Heugten, C., Fasotti, L., Wekking, E. & (redactie), Neuropsychologische behandeling, Boom Uitgeverij, Amsterdam. Schmand, B., Groenink, S.C., & van den Dungen, M., Letterfluency: psychometrische eigenschappen en nederlandse normen, Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 39, Technische handleiding Wechsler Adult Intelligence Scale - IV-NL, Rogers, R. D., en Monsell, S., Costs of a predictable switch between simple cognitive tasks, Journal of Experimental Psychology, 124, 2, Zook, N. A., Davalos, D. B., DeLosh, E.L., & Davis, H. P., Working memory, inhibition and fluid intelligence as predictors of performance on tower of hanoi and london tasks, Brain and Cognition, 56, Veltman. D, Murre, J.M.J., Schmand, B., van de Ven, R., Ridderinkhof, K.R., Buitenweg, J.I.V., Barkhof, F., Groet, E., Kruiper-Doesborgh, S., & Schiemanck, S.K.,conceptversie 2012., Trainings Project Amsterdam Senior and Stroke (TAPASS), Study Protocol Tapass,
30 7. BIJLAGE Voorbeelden van de 9 spellen van de cognitieve flexibiliteitstraining: Bird of a Feather Tel het aantal lichtblauwe vogels binnen de tijd. Moving Memory Zoek twee dezelfde plaatjes bij elkaar. Nadat twee dezelfde plaatjes zijn gevonden verschuiven de kaartjes. De overbleven kaartjes zijn te herkennen aan het cijfer. Multi Memory Er verschijnen twee figuren met een bepaalde kleur en vorm. Zowel kleur vorm als positie moeten onthouden worden. Wanneer de tijd verstreken is moeten de figuren gereproduceerd worden. 29
31 Square Logic Vierkanten dienen te worden opgestapeld zodat er uiteindelijk één vierkant overblijft. Vierkanten mogen alleen op een ander vierkant worden gestapeld wanneer de cijfers niet meer dan één verschillen. Toyshop U dient de artikelen op het boodschappenlijstje te onthouden. Vervolgens kunt u uit een heel rek van artikelen de juiste artikelen in het winkelwagentje stoppen. Patterned Logic De reeks met blokken dient te worden afgemaakt met de middelste blokken. De blokken dienen op die manier te worden geplaatst zodat het patroon klopt. 30
32 Mind the Mole In het veld met wortels verschijnen molshopen die een bepaalde beweging maken. Wanneer de molshopen verandering van beweging moet erop geklikt worden. Out of Order Kaarten kunnen overeenkomen in kleur, vulling, vorm en aantal. De kaarten dienen zo neer te worden gelegd dat iedere aangrenzende kaart een overeenkomst heeft. Pattern Matrix Telkens dienen twee blokken met hetzelfde patroon te worden aangeklikt. Soms zijn de blokken gedraaid. 31
33 Voorbeelden van de vier spellen van de controletraining: Grid tracks In het begin zijn er twee sterren blauw. Zodra er op ok wordt geklikt gaan de blokken verschuiven, maar de blauwe sterren verdwijnen. Na het verschuiven moet worden aangegeven op welke blokken de blauwe sterren zaten. Pay Attention De vierkante blokken bewegen op en neer en knipperen van paars naar blauw. Na verloop van tijd gaan enkele blokken rood knipperen. Wanneer er niet op tijd op geklikt word steelt het blokje de zeskantjes eromheen. Fuzzle Een foto wordt verscheurd in verschillende stukken. Door middel van het verslepen van de stukken moet de foto weer heel worden gemaakt. 32
34 Sliding Search Plaatjes komen verschuiven onderin beeld van links naar rechts. Het plaatje dat hetzelfde is dient naar het bewegende plaatje te worden gesleept voordat het uit beeld verdwijnt. 33
TAPASS: Training Project Amsterdam Seniors and Stroke. Renate van de Ven Jessika Buitenweg Jaap Murre Richard Ridderinkhof Ben Schmand
TAPASS: Training Project Amsterdam Seniors and Stroke Renate van de Ven Jessika Buitenweg Jaap Murre Richard Ridderinkhof Ben Schmand Overzicht Achtergrond Studie design Training Molshopen Vragen Hersenbloeding
Nadere informatieHet Effect van een Cognitieve Flexibiliteitstraining bij Gezonde Ouderen
Het Effect van een Cognitieve Flexibiliteitstraining bij Gezonde Ouderen Kunnen werkgeheugencapaciteit en inhibitie controle het executief functioneren voorspellen? Masterthese Klinische Neuropsychologie
Nadere informatieCognitieve flexibiliteitstraining bij CVA-patiënten: Verbeteringen in het dagelijks functioneren en kwaliteit van leven?
Cognitieve flexibiliteitstraining bij CVA-patiënten: Verbeteringen in het dagelijks functioneren en kwaliteit van leven? Mastherthese Klinische Neuropsychologie Programmagroep Brein & Cognitie Universiteit
Nadere informatieWat is het Effect van Online Breinspellen op de Sociale Participatie van Ouderen na een Beroerte Relatie tussen Self-efficacy en Sociale Participatie
Wat is het Effect van Online Breinspellen op de Sociale Participatie van Ouderen na een Beroerte Relatie tussen Self-efficacy en Sociale Participatie Linda van Steen Masterscriptie UvA Begeleider: Renate
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht
Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een
Nadere informatieTheorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!
Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)
Nadere informatieNeuropsychologische zorg Voor volwassen met NAH Dr. A.A. Duits Klinisch neuropsycholoog
Neuropsychologische zorg Voor volwassen met NAH Dr. A.A. Duits Klinisch neuropsycholoog epilepsie dementie beroerte NAH hersentrauma infecties tumoren MS Parkinsonisme intoxicatie Traumatisch Niet- Traumatisch
Nadere informatieMEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie
MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle
Nadere informatieHet executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Nadere informatieWORM WORking Memory training een onderzoek naar de effecten van Werkgeheugentraining bij kinderen met ADHD 19 januari 2009 Martine van Dongen¹², Marieke Lansbergen¹, Sascha Roos², Kina Potze², Nadine Schalk²,
Nadere informatieDynamisch testen. Bruikbaar voor het inschatten van leerbaarheid? Hileen Boosman, Anne Visser-Meily, Caroline van Heugten
Dynamisch testen. Bruikbaar voor het inschatten van leerbaarheid? Hileen Boosman, Anne Visser-Meily, Caroline van Heugten Leerbaarheid Leerbaarheid is de mate waarin iemand profijt heeft van leerervaringen.
Nadere informatieExecutieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog
Executieve Functies en Werkgeheugen Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog U krijgt antwoord op: 1. Wat is het werkgeheugen? 2. Hoe belangrijk is het werkgeheugen? 3. En wat als het werkgeheugen faalt?
Nadere informatieProblemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht
1 Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht Marina Schoemaker, Merel Timmer, Marleen van der Wees, Heleen Reinders Messelink, Chiel Volman, Jolien van den Houten Wat
Nadere informatieDe invloed van een adaptieve, flexibele, cognitieve training op de executieve functies van gezonde senioren en de rol van sport
Masterthese De invloed van een adaptieve, flexibele, cognitieve training op de executieve functies van gezonde senioren en de rol van sport Auteur: Wesseling, J.L. Studentnummer: 6118666 Begeleider: Buitenweg,
Nadere informatieDe invloed van cognitieve flexibiliteittraining op post-stroke vermoeidheid. Maya Berger Universiteit van Amsterdam
De invloed van cognitieve flexibiliteittraining op post-stroke vermoeidheid. Maya Berger Universiteit van Amsterdam Masterthese Gezondheidszorgpsychologie Klinische Neuropsychologie Programmagroep Brein
Nadere informatieExecutieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld)
Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Boodschap 1. Bij mensen met verschillende diagnoses zien we meer EF problemen
Nadere informatie1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.
Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van
Nadere informatieCognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:
Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid
Nadere informatie18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1.
Opzet presentatie Werkgeheugen en executieve functies Wat moeten we ermee in de klinische praktijk? 1. Werkgeheugen en executieve functies werkgeheugen en executieve functies 12 april 2013 Brigitte Vugs
Nadere informatieTECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST
TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor
Nadere informatiekun je ze trainen? Executieve Functies: ARTIKELEN
Executieve Functies: kun je ze trainen? Brigitte Vugs, Pleun Huijbregts en Juliane Cuperus Steeds vaker blijkt dat kinderen met een taalontwikkelingsstoornis problemen hebben op het gebied van executieve
Nadere informatieFlexibiliteit en cognitief niveau bij aanvang als factoren in een cognitieve training.
(Masterthese) Flexibiliteit en cognitief niveau bij aanvang als factoren in een cognitieve training. September, 2014 Auteur: Teijgeler, R. Studentnummer: 5961858 Masterthese begeleidster: Jessika Buitenweg,
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieDynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers
Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen
Samenvatting 166 HOOFDSTUK 1 Introductie Na een armamputatie wordt vaak, om functionaliteit te behouden, een prothese voorgeschreven. Echter, 30% van de voorgeschreven protheses wordt niet gebruikt. 1-4
Nadere informatienederlandse samenvatting Dutch summary
Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve
Nadere informatieBeter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink
Beter bij de Les Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink Drie onderwerpen die aan bod komen 1. Wat zijn executieve functies? 2. Wat is een cognitieve training en wanneer
Nadere informatieImpact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren
Impact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren Daphne Reukers, Ellen van Jaarsveld, Joris van Loenhout, Jeannine Hautvast, Koos van der Velden Disclosure belangen spreker Geen (potentiële)
Nadere informatieBehandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie
Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie Pleun Huijbregts 13 november 2014 Opzet presentatie 1. Executieve functies (EF) 2. EF en TOS 3.
Nadere informatieVan de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD
Van de TIMSS papieren toets naar de TIMSS tablet toets, zijn er verschillen? Eva Hamhuis Universiteit Twente Faculteit BMS Afdeling OMD Voorstellen Eva Hamhuis Psychologie & Onderwijskunde Junior Onderzoeker
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatie1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test
Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De
Nadere informatieDag van intelligentie 2018
Dag van intelligentie Design 2018 Dr. Marc P.H. Hendriks, Klinisch neuropsycholoog Het Brein achter Intelligentie; Van localisatie naar netwerktheorieën Structuur en Functie De hersenen van boven Structuur
Nadere informatieCogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.
Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Introductie en inhoud Onderliggende research Voorwaarden
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING
SAMENVATTING Introductie Dit proefschrift geeft het theoretische en experimentele werk weer rondom de auditieve en cognitieve mechanismen van het top-down herstel van gedegradeerde spraak. In het dagelijks
Nadere informatieVandaag. Achtergrond NAH - oorzaken. Cognitive revalidatie Definitie. Achtergrond NAH - gevolgen
Disclosure belangen sprekers C5 Train je brein met strategietraining voor kinderen en jongeren met NAH Christine Resch onderzoeker/neuropsycholoog, Maastricht University Roeli Wierenga GZ-psycholoog/neuropsycholoog
Nadere informatieDe Effectiviteit van Direct Gerelateerde Feedback op de Cognitieve Flexibiliteit van. Peuters. Sophie Langenberg
De Effectiviteit van Direct Gerelateerde Feedback op de Cognitieve Flexibiliteit van Peuters Sophie Langenberg Studentnummer: 10537392 Naam begeleider: Bianca van Bers Universiteit van Amsterdam Aantal
Nadere informatieMaking sense of numbers
Ilona Friso-van den Bos Making sense of numbers Number sense van kleuterklas tot schoolkind, en relaties met rekenen en werkgeheugen 12 september 2014 Deze presentatie Focus: hoe hangt het werkgeheugen
Nadere informatie3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.
Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende
Nadere informatieSAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat
SAMENVATTING Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat beschreven wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 6, heeft betrekking op de prestaties van leerlingen
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt
Nadere informatie9. Lineaire Regressie en Correlatie
9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)
Nadere informatieTestonderdelen & Instructies
Testonderdelen & Instructies Inhoud Inleiding Test 1: Test 2: Test 3: Test 4: Test 5: edeneren Perceptiesnelheid Cijfersnelheid & Accuratesse Woordbetekenis uimtelijk Inzicht Dit document wordt gratis
Nadere informatie10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect
10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieBilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma
Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat
Nadere informatieDe nieuwe wereld, de nieuwe WISC
De nieuwe wereld, de nieuwe WISC De WISC-V is compleet herzien, vernieuwd en aangepast aan de wereld waarin wij nu leven. De WISC-V is de allernieuwste versie van s werelds meest gebruikte intelligentietest
Nadere informatieCollege 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle
College 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle - Leary: Hoofdstuk 9 en 10 - MM&C: Hoofdstuk 2.4 (p.129-130), 2.6 en 3.1 - Aanvullende tekst 4 Jolien Pas ECO 2012-2013 Doel experimenteel onderzoek:
Nadere informatieAandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen
SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatiehet neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP
het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP 15-03-2013 Inhoud Het neuropsychologisch denkkader De schoolsetting Ter ondersteuning bij het kind met
Nadere informatieROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University
ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem
Nadere informatieInnovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.
Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het
Nadere informatieSubstantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente
Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST
Nadere informatieDiagnostiek van executieve functies bij adolescenten
Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Samenvatting presentatie congres EF bij adolescenten Utrecht, 19 juni 2012 Dr. Mariëtte Huizinga Universiteit van Amsterdam Executieve functies Weerstand
Nadere informatieBIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl
BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C www. bio klok.nl EN DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE PRAKTIJK Ready Set Go! galmt het door de stadions tijdens sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. Olympische
Nadere informatieVroeginterventie via het internet voor depressie en angst
Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent
Nadere informatieKOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN
Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam
Nadere informatieEen effectiviteitsanalyse van de
Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage
Nadere informatieNeuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB
Neuropsychologisch onderzoek (NPO) na een SAB Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Waarom? Ik wil graag weer aan het werk! Ik ben erg moe en prikkelbaar. Ik kan slecht
Nadere informatie5/19/2019. Draagt Montessorionderwijs bij aan executieve functies? Draagt Montessorionderwijs bij aan executieve functies? Hoe zit dat dan? JA!
Draagt Montessorionderwijs bij aan executieve functies? Patrick Sins en Jaap de Brouwer Lectoraat Vernieuwingsonderwijs Draagt Montessorionderwijs bij aan executieve functies? JA! Hoe zit dat dan? Ja,
Nadere informatieMINDS: Mental Information processing
MINDS: Mental Information processing and Neuropsychological Diagnostic System Geautomatiseerde afname en scoring van psychologische tests en vragenlijsten Rapportage van uitkomsten in tekst en grafische
Nadere informatieBETER BIJ DE LES INFORMATIE
BETER BIJ DE LES INFORMATIE Training in executieve functies BROCHURE Beter bij de les is bedoeld voor kinderen op de basisschool vanaf 8 jaar en bestaat uit een Werkboek, een Handleiding en Trainingsmateriaal
Nadere informatieWerkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond
Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen
Nadere informatieOmdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals
Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieOperationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)
Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie
Nadere informatieDe functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek
De functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek Max van Dormolen Registerpsycholoog NIP / arbeid en organisatie MfN Registermediator (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk
Nadere informatieEnkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatieSamenvatting Nederlands
Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.
Nadere informatieIST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1
IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren
Nadere informatieSandra's studenten rapport
Sandra's studenten rapport Gebruiker ID 0048A Naam Lisette van Putten Leeftijd 27 Geslacht Vrouw Afname datum 14 Jul 2015 16:18 (looptijd: 0:33:42) IQ score 102.86 De Comet is een non verbale intelligentietest
Nadere informatieSamenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte
Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht
Nadere informatieDe relatie tussen presentatie modaliteit en verbaal leerprestatie in kinderen van 5 tot 16 jaar. Celeste Meijs Inge van der Wurff
De relatie tussen presentatie modaliteit en verbaal leerprestatie in kinderen van 5 tot 16 jaar Celeste Meijs Inge van der Wurff Pagina 2 Verbale leertaak Pagina 3 Verbale leertaak Pagina 4 Verbale leertaak
Nadere informatieE-Health bij patiënten met hersenletsel
E-Health bij patiënten met hersenletsel Rudolf Ponds, klinisch neuropsycholoog Afdeling Psychiatrie en Psychologie, MUMC, Maastricht PysQ Maastricht/Heerlen, Mondriaan Circa 2000, dating site: Goed uitziende
Nadere informatieInnovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.
Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe
Nadere informatieScreening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg
Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg aan de hand van de Montreal Cognitive Assessment (MoCA-D) Carolien J. W. H. Bruijnen, MSc Promovendus Vincent van Gogh cbruijnen@vvgi.nl www.nispa.nl
Nadere informatieExam s digitale testen voor dyscalculie.
Exam s digitale testen voor dyscalculie. Er wordt in de Nederlandse literatuur over dyscalculie een gemeenschappelijk standpunt aangetroffen in de overtuiging dat iets basaals de oorzaak is en dat een
Nadere informatieSymposium Sportklinisch ExperFse Centrum, Maastricht, 17 april
Symposium Sportklinisch ExperFse Centrum, Maastricht, 17 april Prof. dr. Rudolf Ponds, klinisch neuropsycholoog, MUMC Dr. Dymphie in de Braek, klinisch neuropsycholoog i.o., MUMC Drs. Kay Deckers, neuropsycholoog-
Nadere informatieAANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK
AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK VAN AANDACHTSPROBLEMEN drs. Marleen van der Wees, KNP Libra revalidatie & Audiologie dr. Marsh Königs Emma Kinderziekenhuis, AMC INHOUD
Nadere informatieFinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager
FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat
Nadere informatieAanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling
Kwantitatieve Data Analyse (KDA) Onderzoekspracticum Sessie 2 11 Aanpassingen takenboek! Check studienet om eventuele verbeteringen te downloaden! Huidige versie takenboek: 09 Gjalt-Jorn Peters gjp@ou.nl
Nadere informatieBijsluiter bij het onderzoek naar leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs
Bijsluiter bij het onderzoek naar leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs Bij dit onderzoek hebben we gekeken of de leerlingen voldoen aan criteria die door een landelijke commissie worden
Nadere informatieAntwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale
Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar
Nadere informatieStrategie en resultaat
Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat
Nadere informatieACT Algemene Intelligentie
Rapport Datum ACT Algemene Intelligentie Voor u ligt het rapport van de ACT Algemene Intelligentie. Door middel van subtests zijn uw cognitieve capaciteiten gemeten. Allereerst wordt uw totaalscore weergegeven.
Nadere informatie3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:
Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19813 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stevenson, Claire Elisabeth Title: Puzzling with potential : dynamic testing of
Nadere informatieEen speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?
Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda
Nadere informatieExamen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008
Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer
Nadere informatiePijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)
Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.
Nadere informatieWerkgeheugen en TOS. Brigitte Vugs. Klinisch Neuropsycholoog Koninklijke Kentalis
Werkgeheugen en TOS Brigitte Vugs Klinisch Neuropsycholoog Koninklijke Kentalis Inhoud presentatie 1. Taalontwikkelingsstoornis 2. Werkgeheugen 3. Werkgeheugen & TOS 4. Behandeling 1. Taalontwikkelingsstoornis
Nadere informatieNormering en schaallengte
Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald
Nadere informatieEen praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies
Een praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies Marloes Peeters Verpleegkundig Specialist GGZ mpjpeeters@vvgi.nl 12-12-2014 Agenda Probleem Vraagstelling
Nadere informatie