Verkoop via internet: grenzen vervagen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verkoop via internet: grenzen vervagen"

Transcriptie

1 Verkoop via internet: grenzen vervagen Mr. M.J. van Joolingen en mr. D.T.A. Noordeloos De afgelopen jaren is de verkoop van producten via internet sterk gestegen. Internetwinkels schieten als paddenstoelen uit de grond. De prijzen van producten die via internet worden aangeboden liggen veelal lager dan producten die vanuit een fysiek verkooppunt worden verkocht, dit tot ongenoegen van zowel producenten als de fysieke verkooppunten. Verder zijn distributieovereenkomsten (nog) niet altijd goed afgestemd op dit nieuwe online verkoopkanaal. Ook in de rechtspraak bestaat nog onduidelijkheid over het juiste juridische kader. Zeer recent nog heeft het Europese Hof van Justitie vragen van een Franse rechter beantwoord over de toelaatbaarheid van een volledig verbod om via internet te verkopen. 1 Reden te meer om stil te staan bij de nieuwe Europese mededingingsrechtelijke regelgeving die vorig jaar in werking is getreden waarbij internet een meer prominente plaats heeft gekregen. Dit artikel is geschreven vanuit de invalshoek van een leverancier met een distributienetwerk van aanvankelijk fysieke verkooppunten. De verschillende vraagstukken met betrekking tot de verkoop via internet die deze leverancier kan tegen komen, zullen in dit artikel vanuit mededingingsrechtelijk oogpunt worden beschreven. Achtergrond Sinds de eerste online winkel rond 1994 zijn virtuele toegangsdeuren opende, heeft de verkoop via internet een grote vlucht genomen. Het eind van deze groei is nog lang niet in zicht. De Amerikaanse zakenbank J.P. Morgan verwacht voor 2011 een wereldwijde groei van meer dan 19% van verkopen via internet. 2 Ook Europa maakt een grote groei door. Tussen 2006 en 2008 nam het percentage van EU-consumenten dat het voorgaande jaar ten minste één artikel via internet had gekocht toe van 27% tot 33%. 3 In Nederland besteedden consumenten in 2010 voor ruim 8,2 miljard aan online shopping. 4 Dat is 11% meer dan het jaar daarvoor. In Nederland wordt online het meeste geld besteed aan het boeken van vakanties, gevolgd door 1 Hof van Justitie, 13 oktober 2011, C-439/09 (Pierre Fabre Dermo-Cosmétique). 2 Nothing But Net: 2011 Internet Investment Guide, 3 januari 2011, J.P. Morgan. 3 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio s over de grensoverschrijdende elektronische handel tussen ondernemingen en consumenten in de EU, 22 oktober 2009, randnummer 4. 4 Thuiswinkel markt monitor , thuiswinkel.org belangenvereniging voor verkopers op afstand in samenwerking met Blauw research. het afsluiten van telefoonabonnementen. Op de derde plaats, met een omzet van 555 miljoen in 2010, staat het kopen van kleding. De verkoop via internet botst soms echter met traditionele verkoopmethoden. De Europese Unie probeert deze opkomende markt dan ook juridisch in goede banen te leiden. Zo hebben de Europese lidstaten op 10 oktober jl. de nieuwe Consumenten Rechten richtlijn aangenomen. 5 Na publicatie, hebben de lidstaten twee jaar om deze nieuwe regelgeving in hun nationale wetgeving te implementeren. Een van de belangrijkste aanpassingen in de nieuwe regelgeving is dat er een zichttermijn van 14 dagen komt op producten die zijn besteld via internet. Binnen deze termijn kunnen producten retour worden gezonden en hoeft de aankoopprijs niet te worden betaald of wordt deze teruggestort. Indien de webwinkelier wil dat de consument de kosten betaalt voor retourzending dan dient hij dit duidelijk, vooraf aan de consument mee te delen. Wordt dit nagelaten dan komen de kosten voor retourzending voor rekening van de webshop. 6 Daarnaast is er vorig jaar een 5 Press release, New EU rules on consumer rights to enter into force, europa.eu/rapid/pressreleasesaction.do?reference=memo/11/675&for mat=html&aged=0&language=en&guilanguage=en. 6 Er bestond veel weerstand onder webwinkeliers over de ontwerpregelgeving. In een eerder ontwerp was er sprake van dat de kosten voor 30 SDU uitgevers / nummer 8, december 2011 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

2 Verkoop via internet: grenzen vervagen belangrijke stap gezet om de mededingingsrechtelijke regelgeving onder meer betreffende de verkoop van producten en het aanbieden van diensten via internet in kaart te brengen. 7 Hierna zal deze nieuwe regelgeving nader uiteen worden gezet. Belangen en standpunten In de handelsketen van producent tot consument kunnen verschillende partijen actief zijn op internet. Veel producenten starten een eigen webshop naast de verkoop via distributeurs en detailhandel. Bij importeurs en distributeurs komt het gebruik van internet ook voor maar in mindere mate. De detailhandelaren die traditioneel gezien alleen vanuit een fysiek verkooppunt producten aanbieden, verkopen nu soms ook via een eigen webshop. Ten slotte is er een steeds grotere groep pure internetspelers actief. Deze ondernemingen bieden hun producten louter via internet aan. De hiervoor beschreven partijen hebben verschillende belangen en standpunten ten aanzien van de verkoop via internet. Producenten ondervinden veelal hinder van pure internetspelers. Producten worden op internet veelal tegen lagere prijzen aangeboden dan in fysieke verkooppunten. Daarbij wordt volgens sommige producenten afbreuk gedaan aan het imago van hun merk. De internetverkopers zijn van mening dat e-commerce consumenten juist ten goede komt: de consument is immers gebaat bij een lage prijs. Free-riderprobleem Een belangrijk vraagstuk dat speelt rond de verkoop via internet is het free-riderprobleem. Bij dit probleem komen de botsende belangen van de verschillende spelers in de handelsketen duidelijk naar voren. Het free-riderprobleem speelt met name een belangrijke rol bij producten met een sterk merk imago en/of technisch hoogwaardige producten en kan als volgt worden omschreven. Consumenten brengen veelal voor advies en informatie een bezoek aan fysieke verkooppunten, maar kopen de producten uiteindelijk via internet. In het fysieke verkooppunt zijn de producten mooi tentoongesteld en kunnen worden getest. Daarnaast is er vakkundig personeel aanwezig die voorlichting geeft en eventuele vragen van de consument over het product kan beantwoorden. Op deze manier verzamelt de consument voldoende informatie om een keuze te maken voor het juiste product. Vervolgens bestelt de consument thuis het product via internet, veelal tegen een lagere prijs dan het product in een fysiek verkooppunt te koop wordt aangeboden. Internetwinkels kunnen producten tegen een lagere prijs aanbieden, omdat ze op een groot aantal kostenposten retourzending altijd voor rekening van de webshop zouden komen. Deze kosten kunnen nu dus worden voorkomen bij duidelijke informatieverstrekking vooraf. 7 Gemakshalve zal hierna alleen over producten worden gesproken. Deze regelgeving is echter ook van toepassing op het aanbieden van diensten. Verkoop via internet neemt grote vlucht, maar leveranciers behouden mogelijkheden om de grenzen van het internet te beperken. besparen in vergelijking met een fysiek verkooppunt. Ze maken bijvoorbeeld veel minder kosten voor het verstrekken van informatie en advies over producten. Er worden geen kosten gemaakt voor het in dienst nemen van vakkundig personeel en dure showrooms. De marge voor deze ondernemingen is ondanks de lagere prijs, hetzelfde of zelfs hoger dan die van fysieke verkooppunten. Het fysieke verkooppunt daarentegen lijdt dubbel verlies; er zijn extra kosten gemaakt en bovendien worden minder producten verkocht. Producenten lopen vervolgens tegen het probleem aan dat fysieke verkooppunten gaan klagen over het feit dat ze verlies lijden. 8 Ze nemen het de producent veelal kwalijk dat er producten worden verkocht aan de pure internetspelers. Als gevolg hiervan wil het fysieke verkooppunt niet meer investeren in vakkundig personeel en een goede informatievoorziening. Dit komt uiteindelijk zowel de producent als de consument niet ten goede. Daarnaast zien veel (merk)producenten niet graag dat hun producten tegen bodemprijzen worden aangeboden. Dit doet afbreuk aan hun imago. Zowel fysieke verkooppunten als producenten zijn dan ook veelal gebaat bij het kunnen beperken van verkoop via internet door pure internetspelers. In de meeste gevallen willen fysieke verkooppunten echter wel graag zelf de mogelijkheid openhouden om via internet de producten te verkopen. Doordat al deze verschillende partijen met uiteenlopende belangen actief zijn of kunnen worden op het internet, is het noodzakelijk dat bij het sluiten van overeenkomsten rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van het gebruik van internet. Doen partijen dit niet dan kan dit tot rechtsonzekerheid leiden. Vorig jaar oordeelde de rechter van de Rechtbank Dordrecht nog dat partijen kennelijk bij het sluiten van de overeenkomst niet voorzien hadden dat verkoop via internet een grote vlucht zou nemen. Partijen hadden hierover niets in de overeenkomst vastgelegd. In de franchiseovereenkomst was bepaald dat franchisegever geen andere filialen zou vestigen in het exclusieve gebied van franchisenemer. Nadien ging franchisegever tevens via internet verkopen. Franchisenemer stelde dat dit als een inbreuk op het exclusief toegewezen gebied diende te worden aangemerkt. 8 In Hoge Raad, 16 september 2011, LJN BQ2213 (Batavus), rechtsoverweging 3.1, kwam dit probleem treffend aan bod. De detailhandelaren met een fysiek verkooppunt klaagden in deze zaak over een pure internetspeler. Deze klachten hebben ze ook als volgt geuit in een vakblad: De vakhandel kan straks als showroom fungeren. U mag de fietsen uitleggen, aanmeten enzovoorts. Men denkt er nog even over na..., maar bestelt de fiets dan via internet. TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK nummer 8, december 2011 / SDU uitgevers 31

3 De rechter oordeelde echter dat met filialen enkel fysieke verkooppunten werd bedoeld en dat de overeenkomst niet zo ruim kon worden uitgelegd dat hier ook internetverkoop onder zou vallen. 9 Juridische context Kartelverbod Bepalingen in een overeenkomst betreffende de verkoop via internet moeten worden beoordeeld onder het kartelverbod neergelegd in artikel 6 lid 1 Mededingingswet ( Mw ) en/ of artikel 101 lid 1 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ( VwEU ). Het kartelverbod verbiedt alle samenwerking tussen ondernemingen die de mededinging op de markt (merkbaar) beperkt. Bij het Europees kartelverbod geldt nog als aanvullende voorwaarde dat de handel tussen lidstaten dient te zijn beïnvloed. Het uitgangspunt is dat een onderneming zelfstandig zijn beleid dient te bepalen, zonder daarin afhankelijk te zijn of te worden van het gedrag van andere ondernemingen. Het kartelverbod is van toepassing op zowel verticale overeenkomsten als horizontale overeenkomsten. Overeenkomsten tussen leveranciers en distributeurs betreffen verticale overeenkomsten. Dit artikel zal derhalve worden beperkt tot het schetsen van het juridisch kader voor verticale overeenkomsten. Uitzondering Een uitzondering op het kartelverbod is neergelegd in artikel 6 lid 3 Mw en artikel 101 lid 3 VwEU. Hierin zijn vier cumulatieve voorwaarden neergelegd. Indien aan alle voorwaarden is voldaan, dan wordt een afspraak uitgezonderd van het kartelverbod. De positieve effecten worden in dat geval verondersteld groter te zijn dan de (mededingingsrechtelijke) negatieve effecten. 10 Een onderneming kan individueel een beroep doen op deze voorwaarden waarbij ze zelf moet onderzoeken of de afspraak hieraan voldoet. 11 Daarnaast bestaan algemene uitzonderingen, ook wel groepsvrijstellingen genoemd. Indien een afspraak aan de voorwaarden van een groepsvrijstelling voldoet, 12 is de 9 Rechtbank Dordrecht, 12 juni 2010, LJN BM8461 (Kruidvat Retail B.V). 10 De volgende vier voorwaarden zijn in artikel 6 lid 3 Mw en artikel 101 lid 3 VWEU neergelegd: (i) De afspraak moet bijdragen tot verbetering van de productie of de distributie, dan wel tot bevordering van de technische of economische vooruitgang, (ii) een billijk aandeel van de voordelen die uit de afspraak voortvloeien moet ten goede komen aan de afnemers, (iii) de afspraak moet noodzakelijk zijn, hetzelfde doel moet niet met minder restrictieve middelen kunnen worden bereikt, (iv) de mededinging mag de concurrentie niet voor een wezenlijk deel uitschakelen, er dient voldoende restconcurrentie te zijn. 11 Sinds Verordening 1/2003 is het niet meer mogelijk een ontheffingsverzoek bij de Commissie in te dienen. Ondernemingen dienen nu zelf af te wegen of hun afspraak voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 6 lid 3 Mw of artikel 101 lid 3 VWEU. Dit brengt enige onzekerheid voor ondernemingen met zich, omdat nu pas achteraf wordt beoordeeld of een afspraak is toegestaan. Indien de afspraak niet onder de uitzondering valt, kunnen ondernemingen een boete riskeren wegens schending van het kartelverbod. 12 Artikel 12 en 13 Mw bepalen dat artikel 6 Mw niet geldt voor overeenkomsten waarvoor krachtens een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen artikel 101 VWEU buiten toepassing is afspraak automatisch vrijgesteld van het kartelverbod en is een beroep op een individuele uitzondering niet meer nodig. De Europese Commissie (de Commissie) heeft een groepsvrijstelling specifiek voor verticale overeenkomsten vastgesteld ( Groepsvrijstelling ). 13 Ter uitleg van deze Groepsvrijstelling heeft de Commissie ook richtsnoeren voor verticale overeenkomsten ( Richtsnoeren ) opgesteld. 14 Er dient aan twee voorwaarden te worden voldaan: De afzonderlijke marktaandelen van de leverancier en de distributeur op de relevante markt bedragen niet meer dan 30%. In de overeenkomst mogen geen harde kern bepalingen zijn opgenomen. Dit zijn bepalingen die naar hun aard mededingingsbeperkend zijn, bijvoorbeeld verticale prijsbinding en absolute gebiedsbescherming. 15 In de Richtsnoeren wordt veel aandacht besteed aan de verkoop via internet. De Commissie stelt in haar Richtsnoeren dat internet een machtig instrument is om een groter aantal en een grotere verscheidenheid aan klanten te bereiken. In principe moet elke distributeur het recht hebben internet te gebruiken om producten te verkopen. 16 Gevolgen strijd met het mededingingsrecht Overeenkomsten gesloten in strijd met het mededingingsrecht kunnen worden beboet door de Nederlandse Mededingingsautoriteit of de Europese Commissie. Bovendien is een dergelijke overeenkomst nietig. De kans dat een distributeur die wordt beperkt om via internet zijn producten aan te bieden naar de rechter stapt, is aanzienlijk. Conversie is niet toegestaan. De strijdige bepaling zal dus worden geacht niet te hebben bestaan en de overeenkomst, indien deze niet in zijn geheel nietig wordt verklaard, blijft voortbestaan zonder deze bepaling, met alle gevolgen van dien. Soorten distributiesystemen Het toetsingskader van afspraken met betrekking tot de verkoop van producten via internet hangt mede af van het soort distributiesysteem dat partijen overeengekomen zijn. Leveranciers kunnen expliciet een selectief of exclusief distributiesysteem opzetten en ter invulling van dit specifiek gekozen systeem overeenkomsten afsluiten. Het komt echverklaard. Artikel 6 Mw en artikel 101 VWEU zijn materieel gelijkluidend, behalve dat in artikel 6 Mw beïnvloeding van handel tussen de lidstaten als criterium ontbreekt. Voorgaande betekent dat in de gevallen dat een groepsvrijstelling van toepassing is, voor de beantwoording van de vraag of artikel 6 Mw geschonden is, eerst getoetst moet worden aan de groepsvrijstelling. De groepsvrijstelling werkt dus door bij de toepassing van Mw. 13 Verordening 330/2010 van de Commissie van 20 april 2010 betreffende de toepassing van artikel 101 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen. 14 Richtsnoeren inzake verticale beperkingen, Europese Commissie, 19 mei Het merkbaarheidsvereiste laten we hier vooralsnog buiten beschouwing. Zie ook Hoge Raad 16 september 2011, LJN BQ2213 (Batavus). 16 Randnummer 52 Richtsnoeren. 32 SDU uitgevers / nummer 8, december 2011 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

4 Verkoop via internet: grenzen vervagen ter ook vaak voor dat er geen expliciete keuze is gemaakt voor een bepaald distributiesysteem. Ook in dat geval is men echter gebonden aan het juridisch kader dat het mededingingsrecht geeft. De regels voor het gebruik en het beperken van het gebruik van internet zijn in grote mate gelijk voor iedere distributieovereenkomst met dien verstande dat er voor selectieve of exclusieve distributiesystemen nog enkele specifieke regels gelden. Om deze reden zullen hierna kort de belangrijkste kenmerken van een selectief en exclusief distributiesysteem uiteen worden gezet. Selectieve distributie In een selectief distributiestelsel worden kwalitatieve en/ of kwantitatieve criteria door de leverancier aan de distributeurs opgelegd. Een distributeur moet aan bepaalde eisen voldoen om toe te kunnen treden tot het selectieve distributiestelsel van de leverancier. Kwalitatieve selectiecriteria zijn objectieve criteria die vanwege de aard van een product noodzakelijk zijn. Deze criteria dienen voor alle potentiële distributeurs te worden vastgesteld. Er mag dus geen sprake zijn van willekeur. Kwalitatieve criteria kunnen ook zien op de verkoop via internet, bijvoorbeeld de wijze waarop een product wordt afgebeeld op een website. Bij kwantitatieve selectie worden selectiecriteria toegepast die het aantal potentiële distributeurs beperkt door het aantal wederverkopers vast te leggen. Het voordeel van een selectief distributiestelsel is dat aan de erkende distributeurs kan worden opgelegd om niet te verkopen aan niet erkende distributeurs. Het distributienetwerk blijft dus gesloten. Indien een distributeur zijn producten toch doorverkoopt aan een niet-geselecteerde distributeur pleegt hij in beginsel wanprestatie. In hoeverre een producent kan optreden tegen de verkoop van producten door een niet-geselecteerde distributeur laten we hier verder buiten beschouwing. 17 Exclusieve distributie Bij exclusieve distributie kent de leverancier het exclusieve recht op de verkoop van zijn producten in een bepaald gebied of aan een bepaalde klantenkring toe aan één distributeur. De harde kern bepalingen van de Groepsvrijstelling zijn in beginsel ook voor exclusieve distributie niet toegestaan. Hier bestaat echter een uitzondering op. Een leverancier mag de actieve verkoop in een exclusief gebied of aan een exclusieve klantenkring door andere distributeurs beperken. 18 Indien een leverancier bijvoorbeeld het gebied de provincie Noord-Holland exclusief aan een distributeur heeft toegekend, mag hij andere distributeurs beperken actief in Noord-Holland te verkopen. De omvang van het gebied mag hierbij door partijen zelf worden ingevuld, dit kan variëren van een bepaalde wijk in een stad tot heel Europa. Actief vs. passief Er dient nog een onderscheid te worden gemaakt tussen ac- 17 Deze vraag kwam aan bod in Hoge Raad 8 januari 2010, LJN BJ9352 (Alfa Romeo). 18 Artikel 4 lid b sub I Groepsvrijstelling. tieve en passieve verkoop, dit onderscheid is met name van belang bij een exclusief distributiesysteem. In het kader van een dergelijk systeem mag namelijk alleen de actieve verkoop worden beperkt. Passieve verkoop dient volledig vrij te worden gelaten. Het onderscheid tussen actieve verkoop en passieve verkoop kan als volgt worden omschreven. Bij actieve verkoop benadert de verkoper op eigen initiatief individuele klanten, bijvoorbeeld door hun ongevraagd een te sturen. Bij passieve verkoop ligt het initiatief juist bij de individuele klant. De verkoper gaat daarbij in op een spontaan verzoek van een individuele klant. Het gebruik van internet voor de verkoop van producten wordt in de meeste gevallen gezien als een vorm van passieve verkoop. Er zijn echter vormen van online verkoop waarover tot voor kort discussie bestond of deze als actieve of passieve verkoop aan te merken zijn. In de Richtsnoeren heeft de Commissie nu een aantal vormen expliciet benoemd. 19 Wanneer een klant ervoor kiest om automatisch op de hoogte te worden gehouden door een distributeur en deze klant koopt vervolgens producten bij deze distributeur, dan is dit een vorm van passieve verkoop. Ook het kunnen kiezen van een specifieke taal op een website wordt gezien als een vorm van passieve verkoop. Kan een Spaanse consument op de website van een Nederlandse exclusieve distributeur dus voor de Spaanse taal kiezen voor het weergeven van de website dan schendt de Nederlandse exclusieve distributeur hiermee niet het exclusieve recht van de Spaanse exclusieve distributeur. Banners op een website gericht op een gebied dat exclusief aan een andere distributeur toebehoort, is wel een vorm van actieve verkoop. Geen keuze Het komt regelmatig voor dat in overeenkomsten door partijen helemaal geen keuze is gemaakt voor een bepaald distributiesysteem. In sommige gevallen hebben partijen bewust geen keuze gemaakt en wil een leverancier haar distributeurs volledig vrijlaten. In andere gevallen gebruikt een producent al dan niet bewust een mengeling van distributievormen zonder een duidelijke keuze te maken. Met name in een zaak voor de civiele rechter kan het van belang zijn dat duidelijk uit de overeenkomst is op te maken voor welk systeem partijen hebben gekozen. Dit helpt de rechter om de overeenkomst in het juiste mededingingsrechtelijke kader te plaatsen. Daarbij geeft de titel een aanwijzing, maar van doorslaggevend belang blijft de inhoud. Wellicht ten overvloede is het natuurlijk wel noodzakelijk dat partijen indien voor een bepaald distributiesysteem gekozen is, de rechten en plichten die aan hen toekomen duidelijk zijn vastgelegd in de overeenkomst alvorens er een beroep op kan worden gedaan. De verplichting van bijvoorbeeld distributeurs in een selectief distributiesysteem om niet aan niet-geselecteerde distributeurs te leveren is niet automatisch van kracht indien er boven een overeenkomst de titel selectieve distributieovereenkomst vermeld staat. In de praktijk wordt een dergelijke bepaling vaak vergeten. Dit 19 Randnummer 52 Richtsnoeren. TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK nummer 8, december 2011 / SDU uitgevers 33

5 zal echter expliciet in de overeenkomst moeten zijn opgenomen om hier met zekerheid een beroep op te kunnen doen. Verboden beperkingen Algemeen Uit het voorgaande vloeit voort dat het van groot belang is dat leverancier en distributeur duidelijk afspreken hoe er met de verkoop via internet wordt omgegaan. Indien er niets geregeld is, wil dat niet automatisch zeggen dat het gebruik van internet niet is toegestaan. Indien er wel iets is afgesproken over het gebruik van internet, dient men zeker te zijn dat dat in overeenstemming is met het mededingingsrecht. Anders kan in beide gevallen discussie ontstaan met rechtsonzekerheid tot gevolg. Hierna zullen eerst de meest voorkomende verboden beperkingen aan de verkoop via internet worden besproken. Gevolgd door de meest voorkomende toegestane beperkingen aan het gebruik van internet. 20 Algeheel verbod Een algeheel verbod op de verkoop via internet is in strijd met het kartelverbod en evenmin toegestaan onder de Groepsvrijstelling. De producent kan het gebruik van internet ook niet alleen voor zichzelf houden. Zoals reeds Het Europese Hof van Justitie bevestigt dat een algeheel verbod op verkoop via internet niet is toegestaan. Einde van de fysieke winkel? hiervoor uiteen is gezet, dient in beginsel iedere distributeur vrij te zijn om gebruik te kunnen maken van het internet om zijn producten te verkopen. Hierop geldt slechts een beperkte uitzondering. Een overeenkomst die niet onder de Groepsvrijstelling valt, is niet vanzelfsprekend in strijd met het kartelverbod. De overeenkomst is mogelijk wel toegestaan onder de individuele uitzondering van artikel 6 lid 3 Mw en/of artikel 101 lid 3 VwEU. Hier gelden echter zeer strenge criteria voor en rechtspraak hierover is schaars. 21 Het Franse Court d appel de Paris heeft op 10 november 2009 een verzoek ingediend om een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie met betrekking tot de volgende vraag. 22 Is het opleggen van een verbod aan erkende distributeurs in een selectief distributienetwerk om via internet te verkopen inderdaad naar zijn strekking een harde kern- 20 Indien hierna geen specifiek soort distributiesysteem wordt genoemd voor de toepassing van bepaalde regels dan kan er vanuit worden gegaan dat de beschreven regels van toepassing zijn op iedere distributieovereenkomst. 21 Daarnaast kan een overeenkomst ook buiten het kartelverbod vallen indien het de mededinging niet merkbaar beïnvloedt. 22 Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d appel de Paris 10 november 2009, zaak C-439/09 (Pierre Fabre Dermo-Cosmétique SAS/Président de l Autorité de la concurrence, Ministre de l Économie, de l Industrie et de l Emploi). bepaling die niet onder de Groepsvrijstelling valt, maar eventueel wel in aanmerking komt voor een individuele vrijstelling? Het Europese Hof van Justitie heeft op 13 oktober jl. deze vraag bevestigend beantwoord. Een dergelijke bepaling is inderdaad een schending van het kartelverbod, indien deze bepaling gelet op de eigenschappen van de betrokken producten, niet objectief gerechtvaardigd is. 23 Het Hof van Justitie overweegt dat de Groepsvrijstelling niet van toepassing is op verticale overeenkomsten die direct of indirect de strekking hebben om de actieve of passieve verkoop aan eindgebruikers door detailhandelaren van een selectief distributiestelsel te beperken. 24 Een contractsbepaling die de facto internet als verkoopmethode verbiedt, heeft op zijn minst de strekking om de passieve verkoop aan eindgebruikers te beperken die zich buiten het verzorgingsgebied van de desbetreffende selectieve distributeur bevinden en producten via internet willen kopen. Pierre Fabre Dermo- Cosmétique was van mening dat dit verbod gelijk te stellen is aan het onder de Groepsvrijstelling toegestane verbod om vanuit een niet-erkende plaats van vestiging werkzaam te zijn. Het Hof van Justitie oordeelde dat dit niet het geval is. Een contractuele bepaling die de facto het gebruik van internet als verkoopmethode van producten verbiedt, valt daarom buiten de Groepsvrijstelling. Het is wel mogelijk dat een dergelijk verbod onder een individuele uitzondering valt. Deze mogelijkheid vloeit rechtreeks uit het VwEU voort en het is voor iedere onderneming mogelijk hierop een beroep te doen. 25 Zoals reeds hiervoor is aangegeven is het echter niet eenvoudig aan de criteria gesteld in artikel 6 lid 3 Mw en/of artikel 101 lid 3 VwEU te voldoen. In Nederland heeft de civiele rechter zich ook uitgelaten over een verbod om via internet te verkopen. Opvallend in deze zaak tussen Verfcentrum Waalhaven en BASF is dat de zaak is aangespannen door de exclusieve distributeur en niet door de leverancier. De exclusieve distributeur betoogde in deze zaak onder meer dat verkoop via internet door de leverancier in een exclusief distributiesysteem onrechtmatig was jegens hem. De rechter oordeelde echter dat dit niet het geval was. Hiervoor verwijst de rechter naar het feit dat verkoop via internet een vorm van passieve verkoop is en het in beginsel is toegestaan dat de leverancier zijn producten op deze wijze aanbiedt Pierre Fabre Dermo-Cosmétique, rechtsoverweging Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid opgenomen in de Groepsvrijstelling om een lid van een selectief distributiestelsel te verbieden vanuit een niet-erkende plaats van vestiging werkzaam te zijn. Pierre Fabre Dermo-Cosmétique, rechtsoverweging Pierre Fabre Dermo-Cosmétique, rechtsoverweging 48. In deze zaak stond de beoordeling van een selectief distributiestelsel voor de verkoop van cosmetica en lichaamsverzorgingsproducten centraal. 26 Rechtbank Utrecht, 2 september 2010, LJN BN5770, randnummer Opvallend is dat de rechter vervolgens oordeelt dat gelet op de tussen partijen geldende distributieovereenkomst en de hechte relatie de rechtbank echter tevens van oordeel is dat bijkomende omstandigheden ertoe kunnen leiden dat ook passieve verkoop een toerekenbare tekortkoming jegens VCW oplevert. De rechter lijkt hier te suggereren dat dit civielrechtelijk tot schending van de overeenkomst kan leiden. Ook in afwijking van de Groepsvrijstelling: in 2002 oordeelde de Belgi- 34 SDU uitgevers / nummer 8, december 2011 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

6 Verkoop via internet: grenzen vervagen Prijsverschil online en offline en opleggen wederverkoopprijs In de beschrijving van het free-riderprobleem hiervoor is reeds uiteengezet dat producten via internet veelal tegen een lagere prijs worden aangeboden dan producten in een fysiek verkooppunt. Veel leveranciers proberen dit prijsverschil te ondervangen door verschillende prijslijsten te hanteren voor producten die online en offline worden verkocht. In de praktijk betekent dit dat producten die via het internet worden doorverkocht tegen een hogere prijs worden verkocht dan producten die in een fysiek verkooppunt worden doorverkocht. Dit onderscheid is echter niet toegestaan, alhoewel de Nederlandse rechter hier in het verleden anders over heeft geoordeeld waarover later meer. Een leverancier mag niet bepalen dat de prijs waartegen producten worden verkocht, afhangt van het feit of de producten vervolgens online of offline worden doorverkocht. 27 Het is onder bepaalde omstandigheden wel toegestaan om een vergoeding toe te kennen voor de verkoop vanuit een fysiek verkooppunt, dit zal hierna nader worden toegelicht. Een gedraging die nauw samenhangt met het hanteren van twee verschillende verkoopprijzen en tevens verboden is, betreft verticale prijsbinding. Deze gedraging is in strijd met het kartelverbod en valt evenmin onder de Groepsvrijstelling aangezien het als een harde kern bepaling wordt gekwalificeerd. 28 Dit levert de veronderstelling op dat verticale prijsbinding ook niet kan profiteren van een individuele uitzondering. 29 Verticale prijsbinding houdt in dat direct of indirect de vaste of minimumwederverkoopprijs wordt opgelegd aan de distributeur. Dit is niet toegestaan, omdat een wederverkoper altijd vrij dient te zijn in het bepalen van zijn wederverkoopprijs. Een leverancier mag wel een advies- of maximumprijs hanteren. Daarbij is het van belang dat deze advies- of maximumprijs in de praktijk ook geen verkapte vorm van het opleggen van de wederverkoopprijs is. Indien de distributeur af wil wijken van de adviesprijs of de producten onder de maximumprijs wil verkopen, dient de leverancier hier geen enkel gevolg aan te verbinden. Rechtspraak Dat de hiervoor beschreven gedragingen ook daadwerkelijk de aandacht van een mededingingsautoriteit trekken, blijkt uit het volgende voorbeeld. In december 2005 is de Engelse mededingingsautoriteit, de OFT, een onderzoek gesche rechter dat het onder omstandigheden te rechtvaardigen was dat in een selectief distributiestelsel een algeheel verbod op de verkoop via internet gehanteerd werd, zie: Hof van Cassatie België, 10 oktober 2002, C F. 27 Richtsnoeren van de Europese Commissie inzake verticale beperkingen, 2010/C 130/01, randnummer 52 sub d. 28 Artikel 4 Groepsvrijstelling. 29 Richtsnoeren p. 45. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zou een onderneming een beroep kunnen doen op een individuele uitzondering door aan te tonen dat verticale prijsbinding efficiëntieverbeteringen oplevert. In dit artikel zal op deze voornamelijk theoretische situatie verder niet worden ingegaan. start naar het bonussysteem van Yamaha. 30 Dit systeem zag op een bonus voor de verkoop van elektronische piano s en keyboards vanuit een fysiek verkooppunt. De bonus werd achteraf toegekend en zag op de verhouding tussen verkopen via een fysiek verkooppunt en verkoop op afstand, waaronder internet. De OFT is het onderzoek gestart, omdat het bezorgd was dat door dit systeemverkoop op afstand werd ontmoedigd en het systeem speciaal gericht was tegen prijsstunters. Yamaha heeft het bonussysteem op eigen initiatief afgeschaft, daarop besloot de OFT het onderzoek in 2006 te sluiten zonder een boete op te leggen. In 2009 heeft de Duitse mededingingsautoriteit, het Bundeskartellamt, zelfs een boete van 11.5 miljoen opgelegd aan CIBA Vision voor het beïnvloeden van de prijs die distributeurs hanteerden voor de verkoop van contactlenzen via internet. 31 CIBA Vision controleerde de wederverkoopprijzen van contactlenzen die via internet werden verkocht. Zodra de contactlenzen door een distributeur van CIBA Vision onder de adviesprijs werden aangeboden, nam CIBA Vision contact op met deze distributeur en verzocht hem de wederverkoopprijs te verhogen. Het op dergelijke manier beïnvloeden van de wederverkoopprijs van distributeurs is in strijd met het mededingingsrecht. De civiele rechtspraak in Nederland liet tot voort kort een nogal wisselend beeld zien met betrekking tot verticale prijsbinding en het gebruik van internet. De Nederlandse rechter oordeelde op 8 augustus 2007 dat het AEP wel was toegestaan om verschillende prijzen te hanteren voor producten die online en offline werden verkocht. 32 Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze zaak zich afspeelde voordat de nieuwe Groepsvrijstelling en bijbehorende Richtsnoeren in werking traden. In deze zaak ging het om de verkoop van grote elektrische huishoudelijke inbouwapparatuur van AEP. Haar producten worden zowel via keukenvakzaken als internet aangeboden. De producten verkocht via internet werden echter vaak niet vakkundig gemonteerd of geïnstalleerd met als gevolg dat AEP hoge servicekosten moest maken. Deze kosten worden veel minder gemaakt voor producten verkocht via keukenvakzaken. Hierop heeft AEP besloten om de producten die via internet worden aangeboden tegen, kort gezegd, een hogere verkoopprijs aan te bieden. De rechter is in deze zaak van mening dat AEP hiermee niet in strijd met het mededingingsrecht heeft gehandeld. In het licht van het hiervoor beschreven verbod lijkt dit oordeel van de rechter onder de huidige regelgeving onjuist. Indien AEP dezelfde prijslijsten zou hanteren maar de keukenvakzaken een tegemoetkoming voor de kosten voor het vakkundig personeel 30 Persbericht OFT, 8 september 2006, OFT closes investigation into Yamaha musical instruments. 31 Bundeskartellamt, CIBA Vision, 25 september 2009, Bußgeldbescheid B3-123/ Rechtbank Zutphen 8 augustus 2007 (Groen Trend B.V. en Schouten Keukens B.V./Atag Etna Pelgrim Home Products B.V.) TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK nummer 8, december 2011 / SDU uitgevers 35

Internetverkoop onder het mededingingsrecht

Internetverkoop onder het mededingingsrecht Internetverkoop onder het mededingingsrecht Mr. M.A. de Jong* 16 Internetverkoop is de afgelopen jaren onderwerp van discussie geweest in het mededingingsrecht. Verschillende geschillen over producenten

Nadere informatie

De nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten: de contractspraktijk op de schop?

De nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten: de contractspraktijk op de schop? De nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten: de contractspraktijk op de schop? Mr. M.J. van Joolingen en mr. D.T.A. Noordeloos* Ondernemingen zetten hun producten vaak af via een netwerk van

Nadere informatie

FRANCHISE & E-COMMERCE KANSEN VOOR FRANCHISEGEVER & FRANCHISENEMERS

FRANCHISE & E-COMMERCE KANSEN VOOR FRANCHISEGEVER & FRANCHISENEMERS FRANCHISE & E-COMMERCE KANSEN VOOR FRANCHISEGEVER & FRANCHISENEMERS Exploderende groei E-commerce E-commerce is niet meer weg te denken uit onze economie. Al decennia lang is deze vorm van handelen via

Nadere informatie

e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel

e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel Agenda 1. Introductie mededingingsrecht 2. Verbod op concurrentiebeperkende afspraken (kartelverbod) a. Horizontale

Nadere informatie

Knipperlichten. EU Mededingingsrecht. Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012

Knipperlichten. EU Mededingingsrecht. Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012 2012 Knipperlichten EU Mededingingsrecht Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht 1. Korte inleiding

Nadere informatie

Selectieve distributie: mogelijkheden en onmogelijkheden

Selectieve distributie: mogelijkheden en onmogelijkheden Selectieve distributie: mogelijkheden en onmogelijkheden Mr. S.P.T. Lap* een contract te sluiten. Ik sluit af met een korte conclusie. 46 1. Inleiding Selectieve distributiestelsels; voorheen werden ze

Nadere informatie

Knipperlichten Mededingingsrecht. Karolien Francken 14 maart 2018

Knipperlichten Mededingingsrecht. Karolien Francken 14 maart 2018 Knipperlichten 2018 Mededingingsrecht Karolien Francken 14 maart 2018 Minervastraat 5, 1930 Zaventem, T +32 (0)2 275 00 75, F +32 (0)2 275 00 70, www.contrast-law.be Horizontaal Concurrent Onderneming

Nadere informatie

Franchise en mededingingsrecht: een bijzondere verhouding

Franchise en mededingingsrecht: een bijzondere verhouding Franchise en mededingingsrecht: een bijzondere verhouding Mr. M.J. van Joolingen en mr. D.T.A. Noordeloos* 2. Wat is franchise? 1. Inleiding Franchiseketens zijn uit het hedendaagse (straat)beeld niet

Nadere informatie

Samenwerking tussen fabrikanten, importeurs en dealers, het dealercontract

Samenwerking tussen fabrikanten, importeurs en dealers, het dealercontract Samenwerking tussen fabrikanten, importeurs en dealers, het dealercontract mr. Fred Schoenmakers dinsdag 6 februari 2018 Titel uit de uitnodiging Samenwerking tussen fabrikanten, importeurs en dealers:

Nadere informatie

Beleid inzake verticale overeenkomsten

Beleid inzake verticale overeenkomsten Mededingingswet Beleid inzake verticale overeenkomsten Nederlandse Mededingingsautoriteit Mededingingswet Beleid inzake verticale overeenkomsten De Mededingingswet stelt regels ten aanzien van: kartels;

Nadere informatie

Leveranciers en afnemers mogen samenwerken, maar er zijn grenzen

Leveranciers en afnemers mogen samenwerken, maar er zijn grenzen Leveranciers en afnemers mogen samenwerken, maar er zijn grenzen Inleiding Samenwerking tussen leveranciers en afnemers Leveranciers en afnemers moeten afspraken maken over de distributie van goederen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp Mag ik mijn producten vrij verkopen via het internet? Datum 11 maart 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan

Nadere informatie

Knipperlichten. EU Mededingingsrecht. Filip Tuytschaever 20 februari 2013

Knipperlichten. EU Mededingingsrecht. Filip Tuytschaever 20 februari 2013 2013 Knipperlichten EU Mededingingsrecht Filip Tuytschaever 20 februari 2013 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht I. Basisbegrippen II.

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

Verticale overeenkomsten en het mededingingsrecht, via zes boeien op weg naar de veilige haven van de Groepsvrijstelling

Verticale overeenkomsten en het mededingingsrecht, via zes boeien op weg naar de veilige haven van de Groepsvrijstelling UIT DE PRAKTIJK Mr. drs. M.W.J. Jongmans* en mr. D.T.A. Noordeloos** Verticale overeenkomsten en het mededingingsrecht, via zes boeien op weg naar de veilige haven van de Groepsvrijstelling 1. INLEIDING

Nadere informatie

Voorbeeld gedragscode mededingingsrecht

Voorbeeld gedragscode mededingingsrecht Voorbeeld gedragscode mededingingsrecht Een schending van het mededingingsrecht kan ernstige gevolgen hebben, zoals boetes die kunnen oplopen tot 10% van de wereldwijde jaaromzet, individuele sancties

Nadere informatie

Auto 24 SARL tegen Jaguar Land Rover France SAS (Auto24/JLR)

Auto 24 SARL tegen Jaguar Land Rover France SAS (Auto24/JLR) Auto 24 SARL tegen Jaguar Land Rover France SAS (Auto24/JLR) Mr. M. Knapen* 224 HvJ EU 14 juni 2012, zaak C-158/11, Auto24/JLR, n.n.g, prejudiciële vragen. In dit arrest geeft het Hof van Justitie antwoord

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 23.4.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 102/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 330/2010 VAN DE COMMISSIE van 20 april 2010 betreffende de toepassing van artikel

Nadere informatie

Europees distributierecht: Uitdagingen voor uw onderneming

Europees distributierecht: Uitdagingen voor uw onderneming Europees distributierecht: Uitdagingen voor uw onderneming Herlinde Burez Welk distributiestelsel voor mijn onderneming? 28 maart 2013 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013

Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013 Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013 Programma Inleiding mededingingsrecht Groepsvrijstellingverordening Technologieoverdracht

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK I. MEDEDINGINGSREGELS VOOR ONDERNEMINGEN NAAR EUROPEES EN BELGISCH RECHT. ACHTERGROND EN RECHTSVERGELIJKEND OVERZICHT ANNE-MARIE VAN DEN BOSSCHE... 1 1. Inleiding...

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2009) 5365/2 ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr..../.. VAN DE COMMISSIE van betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen

Nadere informatie

Hof van Justitie zaait verwarring in expedia over merkbaarheidsvereiste bij doelbeperkingen

Hof van Justitie zaait verwarring in expedia over merkbaarheidsvereiste bij doelbeperkingen Hof van Justitie zaait verwarring in Expedia over merkbaarheidsvereiste bij doelbeperkingen Mr. B.J.H. BraEkEn En Mr. S. TuinEnga Het Hof van Justitie heeft naar aanleiding van een prejudiciële vraag van

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Signalen internetverkoop

Signalen internetverkoop Signalen internetverkoop Juni 2009 Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 16326 2500 BH Den Haag Samenvatting De NMa heeft op 26 februari 2008 een publieke oproep gedaan om mogelijke mededingingsrechtelijke

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016 Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 18.12.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 VERORDENING (EU) Nr. 1218/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Distributieovereenkomsten in het mededingingsrecht. Frank

Distributieovereenkomsten in het mededingingsrecht. Frank Distributieovereenkomsten in het mededingingsrecht Frank VII INHOUDSTAFEL De Bibliotheek Handelsrecht Voorwoord bij de Reeks Mededinging, Marktpraktijken en Intellectuele Rechten DEEL I. INLEIDING Afdeling

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

HOE OMGAAN MET E-COMMERCE?

HOE OMGAAN MET E-COMMERCE? HOE OMGAAN MET E-COMMERCE? CONTRAST SEMINAR 28 maart 2013 JAN BOCKEN OVERVIEW Inleiding en context: enkele cijfers Theoretisch kader Algemeen verbod op internetverkoop Voorwaarden verbonden aan internetverkoop

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Het beoogd toekomstig mededingingsrechtelijk kader voor de motorvoertuigensector

Het beoogd toekomstig mededingingsrechtelijk kader voor de motorvoertuigensector Mededinging Het beoogd toekomstig mededingingsrechtelijk kader voor de motorvoertuigensector Mr. M. Kuijper* De Europese Commissie (hierna: Commissie) heeft onlangs een mededeling gepubliceerd over het

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Rechtspraak. Merkenrecht

Rechtspraak. Merkenrecht Rechtspraak Merkenrecht Nr. 14 Hof van Justitie 6 december 2017 IEF 17329; ECLI:EU:C:2017:941 (C-230/16) (Coty Germany GmbH/Parfümerie Akzente GmbH) R. Silva de Lapuerta, C.G. Fernlund, A. Arabadjiev,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2247 / 44 Betreft zaak: Griffioen/ De Boer Unigro Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van

Nadere informatie

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd De Landsverordening inzake Concurrentie De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over de Landsverordening inzake concurrentie

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 413: Leidse Stripshop - PS Games I. INLEIDING

BESLUIT. Zaaknummer 413: Leidse Stripshop - PS Games I. INLEIDING BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs

Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs Sanctiebeschikking Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste

Nadere informatie

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat in de reactie op zijn klacht over Martinair heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vermeende overtreding van

Nadere informatie

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO BEVORDEREN VAN DE CONCURRENTIE EN TEGENGAAN VAN AFSPRAKEN DIE DEZE BEPERKEN Curaçao, oktober 2016 1. INTRODUCTIE Op 29 maart 2016 zag de Fair Trade Authority

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

relevante markt waar de contractproducten of -diensten worden gekocht of verkocht.

relevante markt waar de contractproducten of -diensten worden gekocht of verkocht. 266 DEEL II DISTRIBUTIEOVEREENKOMSTEN BINNEN VERORDENING 330/2010 relevante markt waar de contractproducten of -diensten worden gekocht of verkocht. 792. De Verticale Richtsnoeren (punt 19) suggereren

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Gedragscode Mededingingsrecht

Gedragscode Mededingingsrecht Gedragscode Mededingingsrecht MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten 5 november 2013 MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten Louis Braillelaan 80 T 079 363 43 50 2719 EK Zoetermeer info@mvo.nl

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

Uitspraak Rechtbank Arnhem Sector civiel recht. Zaak-/rolnummer: 111855 / KG ZA 04-217 Datum vonnis: 19 mei 2004. Vonnis.

Uitspraak Rechtbank Arnhem Sector civiel recht. Zaak-/rolnummer: 111855 / KG ZA 04-217 Datum vonnis: 19 mei 2004. Vonnis. Uitspraak Rechtbank Arnhem Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 111855 / KG ZA 04-217 Datum vonnis: 19 mei 2004 Vonnis in kort geding in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

De civiele rechter. HR 16 september 2011, zaaknummer 10/00372, LJN BQ2213. m.nt. MvdH en Kim van Haastrecht

De civiele rechter. HR 16 september 2011, zaaknummer 10/00372, LJN BQ2213. m.nt. MvdH en Kim van Haastrecht 214 De civiele rechter HR 16 september 2011, zaaknummer 10/00372, LJN BQ2213 m.nt. MvdH en Kim van Haastrecht Trefwoorden: onderling afgestemde feitelijke gedraging, opzegging/beëindiging overeenkomst,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

73. Mededingingsrechtelijke aspecten van online verkoopbeperkingen selectieve distributiestelsels

73. Mededingingsrechtelijke aspecten van online verkoopbeperkingen selectieve distributiestelsels 73. Mededingingsrechtelijke aspecten van online verkoopbeperkingen in exclusieve en selectieve distributiestelsels MR. R. ELKERBOUT LL.M. Het zal de lezers niet zijn ontgaan; er heeft de laatste jaren

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

NGB Bijeenkomst Verticale samenwerking

NGB Bijeenkomst Verticale samenwerking NGB Bijeenkomst Verticale samenwerking Annemieke van der Beek Martijn van Bemmel Dinsdag 8 december 2015 Programma Inleiding mededingingsrecht Verticale samenwerking: Agentuur Exclusieve distributie Selectieve

Nadere informatie

Europees distributierecht: uitdagingen voor uw onderneming

Europees distributierecht: uitdagingen voor uw onderneming Europees distributierecht: uitdagingen voor uw onderneming Vraagstukken uit de praktijk Filip Tuytschaever 28 maart 2013 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast

Nadere informatie

Monti Regeling VOORWOORD TOELICHTING MONTI-REGELING

Monti Regeling VOORWOORD TOELICHTING MONTI-REGELING Monti Regeling Verordening (EG) Nr. 1400/2002 31 juli 2001 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen

Nadere informatie

1. Verloop van de procedure

1. Verloop van de procedure Besluit van de Consumentenautoriteit op de bezwaren van Scheer & Foppen Elektro Speciaalzaken B.V. tegen het besluit van de Consumentenautoriteit van 26 mei 2011, met kenmerk CA/NCB/559/19. 1. Verloop

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

2010-Crash course mededingingsrecht

2010-Crash course mededingingsrecht 2010-Crash course mededingingsrecht Toegelaten horizontale overeenkomsten Larcier-Contrast Zaventem 17 juni 2010 Prof.dr. A.M. Van den Bossche Het juridisch kader Artikel 101 WEU Verordeningen Raad Verordeningen

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

1. Verloop van de procedure

1. Verloop van de procedure Besluit van de Consumentenautoriteit op de bezwaren van Mikro-Electro B.V. tegen het besluit van de Consumentenautoriteit van 26 mei 2011, met kenmerk CA/NCB/560/18. 1. Verloop van de procedure 1. Bij

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Verticale overeenkomsten

Verticale overeenkomsten contrast Minervastraat 5 B-1930 Zaventem T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast-law.be 3 juni 2010 Verticale overeenkomsten (2010-2020) Voorstel van aanpak voor de praktijkjurist Frank

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE NL VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de stand van de werkzaamheden in verband met de richtsnoeren betreffende staatssteun en diensten van algemeen economisch belang 1. DOEL VAN DIT VERSLAG In zijn conclusies

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17 28.3.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17 VERORDENING (EU) Nr. 316/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 707 Nieuwe regels omtrent de economische mededinging (Mededingingswet) Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij brief van 4 augustus 2003 heeft Sakata voornoemde brief van de NMa beantwoord.

BESLUIT. 3. Bij brief van 4 augustus 2003 heeft Sakata voornoemde brief van de NMa beantwoord. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3576-55 Betreft zaak: Van Klink v. Sakata Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft). BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit d.d. 19

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-223/15-1 Zaak C-223/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 mei 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd Het Kartelverbod De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over het kartelverbod dat per 1 september

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het

Nadere informatie

kan een gebruiker van een dergelijk systeem ook bij stroomuitval zijn dienstverlening voortzetten.

kan een gebruiker van een dergelijk systeem ook bij stroomuitval zijn dienstverlening voortzetten. Ons ACM/DM/2014/206276_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0487.53 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding van een aanvraag tot een beschikking in de zin van artikel 56, lid 1, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Nieuwsbrief Zorg 10 december 2015 De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Inleiding Het Gerechtshof van Den Bosch heeft in het arrest van 12 mei 2015 bij wijze

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden. Artikel 1: Definities

Algemene Voorwaarden. Artikel 1: Definities Algemene Voorwaarden Artikel 1: Definities 1. De NFG : De Stichting Nederlandse Federatie Gezondheidszorg (kort: NFG), gevestigd te Assen, bij de kamer van Koophandel ingeschreven onder nummer 54322553.

Nadere informatie

BESLUIT. 1. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 24 Mw door Veenman.

BESLUIT. 1. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 24 Mw door Veenman. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, advocaat, klaagt erover dat zijn advocaatstagiaire op 18 mei 2009 geen toegang werd verleend tot de detentieboot Dordrecht, teneinde met verzoeker een telehoorzitting van

Nadere informatie

Masterclass 'Praktisch Mededingingsrecht'

Masterclass 'Praktisch Mededingingsrecht' Masterclass 'Praktisch Mededingingsrecht' 31 mei 2016 Edwin Schotanus advocaat Introductie sancties Europese Cic ACM jaar 2014 2015 2014 2015 boete 1.689,50 364,5 2,17 15,2 # zaken 10 5 1 5 # onderneming

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Dos & don ts in het kader van prijszetting

Dos & don ts in het kader van prijszetting Dos & don ts in het kader van prijszetting Stefaan RAES 10 maart 2016 Brussels London - www.liedekerke.com Stefaan RAES Partner Prijszetting in de relatie tussen concurrenten Brussels London - www.liedekerke.com

Nadere informatie

ONTWERP. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

ONTWERP. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2009) ONTWERP VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten

Nadere informatie

Afspraken tussen leveranciers en afnemers

Afspraken tussen leveranciers en afnemers Leidraad Afspraken tussen leveranciers en afnemers Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag www.acm.nl 070 722 20 00 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Beoordelingskader afspraken tussen leveranciers en afnemers...

Nadere informatie