Wifi-repeater INSTALLATIEHANDLEIDING

Transcriptie

1 Wifi-repeater INSTALLATIEHANDLEIDING

2 INHOUDSOPGAVE BELANGRIJKE OPMERKING... 3 BELANGRIJKSTE KENMERKEN... 6 IMPLEMENTATIE... 6 OPRICHTING VAN EEN DRAADLOOS INFRASTRUCTUURNETWERK REPEATER:... 7 TOEGANGSPUNT:... 9 ROUTER: BRIDGE: CLIENT:

3 BELANGRIJKE OPMERKING U kunt uw draadloze N-router opnieuw instellen naar de standaard fabrieksinstellingen door op de achterkant van de router op "Opnieuw instellen" te drukken. U kunt deze oplossing gebruiken als u uw wachtwoord vergeet. 3

4 Hartelijk dank voor de aankoop van deze wifi-repeater. We raden u aan deze handleiding aandachtig te lezen voordat u het apparaat gebruikt. Lees de volgende instructies aandachtig omwille van uw veiligheid en om materiële schade te vermijden. Gebruik de wifi-repeater niet in een omgeving die extreem warm, koud, stoffig of vochtig is. Vermijd frictie met harde objecten of wrijving die het oppervlak van het product kan beschadigen. Plaats het product niet op een hoge locatie waar het kan vallen en het apparaat kan beschadigd raken. De wifi-repeater is niet waterdicht. Zorg er dus voor dat er geen vloeistof binnendringt in het apparaat. Veeg het oppervlak van de wifi-repeater niet schoon met alcohol, benzeen of thinners. U mag het product niet willekeurig demonteren, monteren of wijzigen. Houd de wifi-repeater uit de buurt van gebeiden waar er 4

5 hoge magnetische of elektronische concentraties aanwezig zijn. Accession kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies van gegevens of voor materiële schade, veroorzaakt door een defect, verkeerde hantering of andere redenen. INLEIDING De draadloze N-router is een apparaat voor bekabelde en draadloze netwerkverbindingen en is specifiek ontworpen voor kleine bedrijven en kantoren om te voldoen aan de eisen van netwerken in thuiskantoren. Het is compatibel met de standaard IEEE n. Het gebruikt de MIMO- en SSTttechnologieën en werkt ook uitstekend met andere producten waarop 11b/g- of 11n-protocollen worden uitgevoerd. Maak directe wifi-toegangspunten waar u toegang hebt tot een internetverbinding. 5

6 BELANGRIJKSTE KENMERKEN Het product voldoet aan de standaarden IEEE n, IEEE g en IEEE b. Het ondersteunt vde Router-, Client-, Bridge-, Repeateren AP-modi. De QDS-functie garandeert de kwaliteit van de VoIP- en multimediatransmissie. De N-router verhoogt de snelheid tot 300 Mbps en is achterwaarts compatibel met b/g-producten. Het is compact en draagbaar en biedt een krachtig draadloos signaal. Het formaat is afgestemd op reizen en het is ideaal voor gebruik thuis of onderweg. Ondersteuning van WEP-, WPA/WPA2- en WPA- PSK/WPA2-PSK-codering. IMPLEMENTATIE Oprichting van een draadloos infrastructuurnetwerk. De draadloze N-minirouter kan worden ingesteld als een repeater, toegangspunt, router, bridge en een client. 6

7 U moet de kabels anders aansluiten op basis van de wijze waarop u de draadloze N-minirouter wilt gebruiken. Repeater: PC-gebruiker Repeater Wi-Fi AP/router Internet Hoe ziet de netwerkinfrastructuur eruit na de configuratie? Met de repeatermodus kunt u het wifi-signaal van een bestaand wifi-signaal bij u thuis of op kantoor uitbreiden, zonder dat u een RJ-45-netwerkkabel hoeft aan te sluiten tussen de draadloze N-minirouter en uw reeds geïnstalleerd toegangspunt/router. De draadloze N-minirouter zal dezelfde naam (SSID) gebruiken als deze van het toegangspunt/de router waarvan het signaal zal worden herhaald. Zodra de installatie is voltooid, kunt u een verbinding maken met de draadloze N-minirouter of met een draadloze netwerkkabel via de LAN-poort op de 7

8 draadloze N-minirouter om toegang te krijgen tot uw lokaal netwerk. Het wachtwoord van het wifi-signaal van de draadloze N-minirouter zal hetzelfde zijn als het wachtwoord dat wordt gebruikt op uw AP/router. Als u wilt aanmelden bij de routerbeheerpagina zodra de installatie is voltooid, moet u het IP-adres van uw computer handmatig instellen op x. Raadpleeg het hoofdstuk met de titel Configuratiewizard voor informatie over het wijzigen van het IP-adres van een computer. 1. Sluit de voedingsstekker van de draadloze N-minirouter aan op een elektrisch stopcontact. 2. Sluit een pc aan op de LAN-poort op de draadloze N-minirouter met een RJ-45-kabel om de wifi-repeatermodus in te stellen. 8

9 Toegangspunt: Pc-gebruiker Repeater Routerschakelaar xdsl-modem Internet Hoe ziet de netwerkinfrastructuur eruit na de configuratie? De toegangspuntmodus (AP) wordt gebruikt om een draadloos signaal te maken als u een router zonder draadloze technologie hebt. De draadloze N-minirouter moet direct op uw router worden aangesloten met een RJ-45-netwerkkabel. Zodra de installatie is voltooid, kunt u draadlos verbinden met de draadloze N-minirouter of met een draadloze LANpoort van de draadloze N-minirouter door middel van een netwerkkabel om toegang te krijgen tot uw lokaal netwerk. In deze modus kiest u zelf of u uw wifiwachtwoord wilt beveiligen en voert u dit wachtwoord in. Als u wilt aanmelden bij de routerbeheerpagina nadat de 9

10 installatie is voltooid, moet u het IP-adres van uw computer handmatig instellen op x Raadpleeg het hoofdstuk met de titel Configuratiewizard voor informatie over het wijzigen van het IP-adres van een computer. 1. U moet thuis een router hebben. Uw thuisrouter moet verbonden zijn met de draadloze N-minirouter zonder onderbreking om de toegangspuntmodus te kunnen gebruiken. 2. Sluit het ene uiteinde van een RJ-45-netwerkkabel aan op de WAN-poort in de draadloze N-minirouter en het andere uiteinde van de RJ-45-kabel op een vrije poort op uw router. 3. Sluit de voedingsstekker van de draadloze N-minirouter aan op een elektrisch stopcontact. 4. Sluit een computer aan op de LAN-poort van de draadloze minirouter met een RJ-45-kabel om de toegangspuntmodus te configureren. 10

11 Router: Pc-gebruiker N draadloos xdsl-modem Internet Hoe ziet de netwerkinfrastructuur eruit na de configuratie? De routermodus wordt gebruikt als u nog geen router hebt bij u thuis. In de routermodus wijst de draadloze N-minirouter automatisch een IP-adres toe aan randapparaten die met het netwerk zijn verbonden. Voor de routermodus moet de draadloze N-minirouter worden verbonden met uw ADS/modemkabel door middel van een netwerkkabel. In deze modus kunt u beslissen over de naam (SSID) en het wifi-netwerkwachtwoord dat is gemaakt via de draadloze N-minirouter. De beveiligingsmodus is standaard ingesteld op Uitgeschakeld. U kunt dit wijzigen terwijl u de configuratiewizard gebruikt om uw wifi-netwerk te beschermen met een wachtwoord. 11

12 Zodra de installatie is voltooid, kunt u een verbinding maken met de draadloze N-minirouter of met een draadloze netwerkkabel via de LAN-poort op de draadloze N-minirouter om toegang te krijgen tot uw lokaal netwerk. Het wachtwoord voor het wifi-signaal van de draadloze N-minirouter zal het wachtwoord zijn dat u hebt ingevoerd. 1. U hebt internettoegang met hoge snelheid nodig (een DSL-verbinding of een modemkabellijn thuis of op kantoor). 2. Raadpleeg uw DSL- of modemkabelprovider voor een correcte installatie van het modem. 3. Maak een verbinding met de DSL- of modemkabel via de WAN-poort van de draadloze N-minirouter met een RJ-45-netwerkkabel. 4. Sluit de voedingsstekker van de draadloze N-minirouter aan op een elektrisch stopcontact. 5. Sluit een computer aan op de LAN-poort van de draadloze N-minirouter met een RJ-45-netwerkkabel om de routermodus te configureren. 12

13 Bridge: PC-gebruiker Bridge Wi-Fi AP/router Internet Hoe ziet de netwerkinfrastructuur eruit na de configuratie? Via de bridgemodus kunt u het bestaande wifi-signaal bij u thuis of op kantoor uitbreiden, zonder dat u een RJ-45- netwerkkabel hoeft aan te sluiten tussen de draadloze N-minirouter en uw reeds geïnstalleerd toegangspunt/router. In deze modus kunt u beslissen over de naam (SSID) en het wifi-netwerkwachtwoord dat is gemaakt via de draadloze N-minirouter. Zodra de installatie is voltooid, kunt u een verbinding maken met de draadloze N-minirouter of met een draadloze netwerkkabel via de LAN-poort op de draadloze N-minirouter om toegang te krijgen tot uw lokaal netwerk. Het wachtwoord voor het wifi-signaal van 13

14 de draadloze N-minirouter zal het wachtwoord zijn dat u hebt ingevoerd. Als u wilt aanmelden bij de routerbeheerpagina nadat de installatie is voltooid, moet u het IP-adres van uw computer handmatig instellen op x Raadpleeg het hoofdstuk met de titel Configuratiewizard voor informatie over het wijzigen van het IP-adres van een computer. 1. Sluit de voedingsstekker van de draadloze N-minirouter aan op een elektrisch stopcontact. 2. Sluit een computer aan op de LAN-poort van de draadloze N-minirouter met een RJ-45-netwerkkabel om de wifi te configureren in de bridge-modus. 14

15 Client: PC-gebruiker N draadloos Wi-Fi AP/router Internet Hoe ziet de netwerkinfrastructuur eruit na de configuratie? De clientmodus is nuttig als u een kantoor hebt zonder draadloze netwerkadapter, maar met een RJ-45- ethernetpoort. Daarna kan de draadloze N-minirouter het wifi-signaal ontvangen van uw AP/router en kan het dit delen met de computer via zijn ethernet RJ-45-poort. De computer wordt zo verbonden met het particulier netwerk. In deze modus kunt u alleen een verbinding maken met de draadloze N-minirouter door middel van een netwerkkabel. 1. Sluit een computer aan op de LAN-poort van de draadloze N-minirouter met een RJ-45-netwerkkabel om de clientmodus te configureren. 15

16 Verbinden met de draadloze N-router voor configuratie Om het apparaat te gebruiken moet u toegang hebben tot een computer die u kunt verbinden met de repeaterpoort (LAN). Wij raden u aan een computer te gebruiken die slechts één netwerkkaart met een kabel heeft en geen wifi om niet te worden gestoord door twee simultane LAN-verbindingen. Als u een computer gebruikt die ook wifi heeft, raden wij u aan deze tijdelijk uit te schakelen. Verwijder het apparaat uit zijn verpakking en sluit het aan op de netstroom door het aan te sluiten op een stopcontact. Houd de computer uitgeschakeld. Maak een netwerk tussen de computer en de wifi-repeater met de bijgeleverde RJ-45-netwerkkabel. 16

17 Start de computer. De meeste computers zijn geconfigureerd om automatisch een IP-adres te verkrijgen door middel van het DHCP-mechanisme. Als de computer is aangesloten op de wifi-repeater, zal dat niet het geval zijn. U moet de instellingen van de netwerkkaart zo tijdelijk wijzigen als volgt: Open het Configuratiescherm 17

18 Dubbelklik op "Netwerkcentrum" en het volgende scherm verschijnt: Klik links op "Kaartinstellingen wijzigen". Het volgende scherm verschijnt: 18

19 Afhankelijk van de componenten van uw computer, kunnen hier verschillende kaarten verschijnen. Klik met de rechtermuisknop op de kaart die momenteel is aangesloten op de wifi-repeater. Er verschijnt een contextmenu. Selecteer de optie "Eigenschappen". Het volgende scherm verschijnt: 19

20 Klik eenmaal om internetprotocol versie 4 (TCP/IPv4) te selecteren: 20

21 Klik op de knop "Eigenschappen". Het volgende scherm verschijnt: 21

22 22

23 Zoals eerder aangegeven, wordt de computer doorgaans geconfigureerd om een IP-adres en de DNS-serveradressen automatisch te verkrijgen zoals weergegeven in de bovenstaande schermopname. Als uw computer een statisch IP-adres heeft, moet u de instellingen van dit scherm nauwkeurig noteren. Als de aanpassing van de repeater is voltooid, moet u de originele instellingen herstellen. Wijzig de instellingen van dit scherm als volgt om toegang te krijgen tot de configuratiepagina voor de wifi-repeater: Zorg dat alle cijfers en alle knoppen exact zijn ingesteld zoals in de volgende afbeelding. 23

24

25 Druk op de knop "OK". Het volgende scherm verschijnt: (De naam Netwerk 6 zal zeker een ander getal hebben op uw computer.) Selecteer "Thuisnetwerk". 25

26 Sluit dit venster. De computer kan nu verbinden met de wifi-repeater via het HTTP-protocol. Open hiervoor een internetbrowser (Internet Explorer, Firefox, Safari...) en typ het volgende adres in de adresbalk:

27 27

28 28

29 29

30 30

31 31

32 32

33 33

34 34

35 35

36 36

37 37

38 38

39 39

40 40

41 41

42 42

43 43

44 44

45 45