Spoorvorming op het spoor?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Spoorvorming op het spoor?"

Transcriptie

1 Spoorvorming op het spoor? Dr. Ir. S. Erkens RWS-DVS Dr.E.D. Schoen TNO Industrie en Techniek Universiteit van Antwerpen Dr. P.C. Hopman KOAC-NPC Samenvatting Om na te gaan of toepassing van de functionele CE-normen zullen leiden tot mengsels met en voldoende weerstand tegen spoorvorming is een omvangrijk onderzoek opgezet. In dit onderzoek werden mengsels die voldoen aan de conventionele (Marshall) vooronderzoeken, onderzocht op hun gevoeligheid voor spoorvorming, met drie methoden: de triaxiaalproef, het grote én het kleine wielspoorapparaat. Hierbij is rekening gehouden met de in de normen voorgeschreven proefcondities (dek- en onderlaagcondities). Hoewel de resultaten nog nadere analyse behoeven, kan opgemerkt worden dat er aanleiding is om eisen afhankelijk te maken van de wijze waarop de proefstukken (in het bijzonder de kernen) geproduceerd worden. Het blijkt dat de meeste proeven de gevoeligheid voor spoorvorming redelijk tot goed indiceren, al zijn er onverwachte aspecten, die nader aandacht vragen. Tijdens het uitvoeren van het onderzoek zijn er enkele onverwachte effecten waargenomen, zoals een zeer grote disspatie van energie (warmte) in sterk vervormende proefstukken in de grote wielspoorproef. Dit leidt uiteraard tot een onbeheersbare temperatuur en daarmee tot een noodzaak van aanpassen van het betreffende voorschrift.

2 . Inhoud Bij de invoering van de CE-markering voor asfalt wordt door Nederland voor de karakterisering van de weerstand tegen spoorvorming van asfaltbeton mengsels de triaxiaalproef gebruikt. Door late aanpassingen in de norm en tegenstrijdige resultaten in de voorbereidende onderzoeken waren er twijfels aan het onderscheidend vermogen van deze proef. Rijkswaterstaat heeft daarom, met het oog op de beheersbaarheid van zijn risico s, een uitgebreid onderzoek op de markt gezet om dit onderscheidend vermogen of zeggingskracht te beoordelen. Het onderzoek is in internationale alliantie uitgevoerd, met als trekker KOAC- NPC. Hoewel de nadere analyse van de data nog niet is afgerond, is het onderzoek van dusdanig belang dat in deze bijdrage alvast de voorlopige conclusies worden gepresenteerd. De opzet en resultaten van het onderzoek zijn beschreven in [].. Het onderzoek Onderzoeksvraag en hypothese De onderzoeksvraag was of het toepassen van de Europese spoorvormingsproeven, en met name de in Nederland gekozen triaxiaalproef, leidt tot hetzelfde onderscheidend vermogen voor de ongevoeligheid voor spoorvorming de huidige samenstellingeisen volgens de Standaard RAW Bepalingen 5. Hierbij zijn, binnen een mengseltype,de vullingsgraad en het bitumengehalte uiteraard belangrijk. Daarnaast speelt de vraag of deze Europese proeven ook voor mengsels waarvan het spoorvorminggedrag op grond van de vullingsgraad en het bitumengehalte niet te voorspellen valt (polymeergemodificeerde bitumen (pmb s) een goede indicatie van de spoorvormingsweerstand op kan leveren. Met de eerste vraag wordt onderzocht of er een verlies aan informatie ten opzichte van de situatie in de RAW 5 optreedt, met de tweede wordt juist gekeken naar een potentiële meerwaarde ten opzichte van de RAW omschrijvingen. Onderzoeksopzet Om de in de vorige paragraaf genoemde vragen te beantwoorden is een laboratorium onderzoek opgezet waarbinnen een aantal asfaltmengsels uit de Standaard 5 samen met een aantal polymeergemodificeerde mengsels worden onderworpen aan zowel de triaxiaalproef (EN 697-5, met de proefcondities als vermeld in []) en de wielspoorproef (EN 697-) zowel op het grote apparaat als het kleine apparaat. Een overzicht van de onderzochte mengsels is gegeven in Tabel. De in de tabel als verkeersklasse mengsels gemarkeerde mengsels zijn overvulde versies van de voor dat type asfalt in de RAW als laagste verkeersklasse geldende mengsels, door er een extra procent bitumen aan toe te voegen. Deze overvulde mengsels vormen een klasse van materialen die zeer gevoelig zijn voor spoorvorming. Daarnaast zijn ook extra, in potentie, ongevoelige materialen mee genomen door van zowel een onder- als een deklaagmengsel een PMB variant mee te nemen. De term onderscheidend vermogen is in de statistiek is kans dat een statistische toets een specifiek verschil kan detecteren. Hier wordt het begrip anders gehanteerd: de mate waarin een specifieke proef onderscheid aanbrengt tussen verschillende mengsels. Ook wordt wel de term "zeggingskracht" gehanteerd.

3 Deze extreme mengsels zijn toegevoegd om te bepalen of de proeven slechte mengsels kunnen onderscheiden van goede. Dit is uiteraard de basistaak voor elke proef. Het is in dit onderzoek expliciet opgenomen omdat weliswaar bekend is hoe de bovengenoemde mengsels zich in de praktijk gedragen, maar objectieve onderbouwing daarvan is er niet. Hierdoor is het ook onduidelijk of een verkeersklasse stab, oab en dab wel of niet gelijke (absolute) weerstand tegen spoorvorming vertonen. Tenslotte is hun indeling in deze verkeersklasse er op gebaseerd dat ze op hun gebruikelijke positie in een wegconstructie voor vk goed kunnen voldoen. Met de onderzoeksopzet is binnen elk mengseltype het onderscheid tussen slechte en goede mengsels aangebracht. Het onderscheidend vermogen van de proeven kan hierop worden beoordeeld. mengsel VK Norm Bit (pen) Bit (%) STAB /6 als VK maar met % meer bitumen /6 5, RAW5.6. /6, 5 RAW5.6. (lagere maximum /6, vullingsgraad) STAB /6 met PMB 5+ als VK5 maar met modificatie Cariphalte, XS OAB /6 type als VK maar met % meer bitumen /6 5.9 RAW5.6. 7/.9 5 RAW5.6.(lager minimum bit%) /6.5 OAB /6 type als VK maar met % meer bitumen 7/ 6. RAW5.6. 7/ 5. 5 RAW5.6.(lager minimum bit%) /6.9 DAB /8 als VK maar met % meer bitumen 7/ 7. RAW5.6. (lagere vullingsgraad) 7/ 6. DAB /6 als VK maar met % meer bitumen 7/ 7. RAW5.6. 7/ 6. RAW5.6. (lagere V b,min en max /6 5.9 DAB /6 PMB types conform DAB /6 vk. (zie boven) met PMB. Opdrachtnemer kiest zelf het PMB Cariphalte XS EME type volgens de Franse Norm: NF P 98- Structopave 5.6 Tabel : Overzicht van de onderzochte mengsels De triaxiaalproeven zijn, conform proef 5, uitgevoerd op kernen verkregen door het afzagen van mm diameter kernen, vervaardigd volgens EN In afwijking van de EN (niet tov 8-, die geeft geen aantallen.zijn er vijf proefstukken beproefd voor elk mengsel. De proefstukken voor de wielspoorproeven zijn vervaardigd door verdichting volgens EN In afwijking van de wielspoornorm zijn bij beide proeven drie (in s van twee) proefstukken beproefd. Om te borgen dat de verschillende proefstukproductiemethoden zoveel mogelijk tot hetzelfde materiaal leiden, zijn strenge eisen gesteld aan de dichtheid van de proefstukken: deze mocht maximaal % afwijken van de marshalldichtheid (proef 57. en 57.). Tenslotte zijn er ook triaxiaalkernen uit platen gehaald. Hiertoe zijn platen vervaardigd die groter zijn dan de wielspoor proefstukken, waarna uit een van een mengsel steeds drie wielspoor proefstukken en drie triaxiaal proefstukken zijn vervaardigd. Een en ander is grafisch weergegeven in Figuur. 5.9

4 8 mm Plaat : 8 * 6 mm Dikte : 5 of mm 5 Kernen rond mm mm Plaat : 8 * 6 mm Dikte :, 5, 6 of 8 mm Rond mm Gyrator - cilinders mm mm 6 mm Figuur : Overzicht vervaardiging en nummering van proefstukken Mengseltype KWS Aantal proefstukken Triaxiaalproef KWS GWS Uit Uit GWS Proefconditie * ** * ** * ** STAB /6 vk STAB /6 vk 5 STAB /6 vk 5 5 STAB /6 vk 5 + pmb OAB /6 type vk 5 OAB /6 type vk 5 OAB /6 type vk 5 5 OAB /6 type vk 5 OAB /6 type vk 5 OAB /6 type vk 5 5 DAB /8 vk 5 DAB /8 vk 5 DAB /6 vk DAB /6 vk 5 DAB /6 vk 5 DAB /6 vk + pmb EME type 5 Totaal: *: tri-axiaalproef met onderlaagcondities **: triaxiaalproef met deklaagcondities Tabel : Overzicht proevenprogramma in aantal proeven per mengsel per proefconditie Om ondanks de verschillen in proefcondities voor onder- en deklaagmengsels de resultaten ten opzicht van elkaar te ordenen zijn voor enkele mengsels kruisproeven uitgevoerd. Zo zijn de stab en dab én de PMB versies hiervan, in de grote wielspoor- en de triaxiaalproef bij zowel deklaag- als onderlaagcondities beproefd. In Tabel is het proevenprogramma gegeven. Deze tabel is zo te lezen: voor het mengsel stab /6 vk5 + pmb zijn voor triaxiaalonderzoek uit (links) én (rechts) elk proefstukken genomen (voor onderlaagcondities). Uit of de derde bereide voor de extra proefstukken in het grote wielspoorapparaat (deklaagcondities) zijn extra proefstukken genomen voor

5 (deklaagcondities). Er zijn naast de 5 'normale' kernen 5 extra kernen genomen, die op de aangegeven condities beproefd zijn. Er zijn platen in het kleine en 6 ( maal : beide condities) in het grote wielspoorapparaat beproefd.. Resultaten Vervorming [mm] Als resultaten van de proeven zijn eigenschappen genomen die in de normen voorgeschreven zijn. Voor de beide wielspoorproeven gaat dat om de spoordiepte (na het genormeerde aantal lastherhalingen) en voor de triaxiaalproeven om de helling van het lineaire deel van de kruipcurve. De vraag of dit de beste parameters zijn om te gebruiken, is geen onderdeel van dit onderzoek en kan in een later stadium eventueel beantwoord worden, mogelijk mede op grond van een nadere analyse van de hier gerapporteerde data. Nu gaat het erom vast te stellen of de testmethoden aan de hand van de nu in de normen opgenomen voorschriften voldoende onderscheidend vermogen hebben voor Nederlandse mengsels. In Figuur zijn voorbeelden van de resultaten per proef opgenomen. Op de x-as staat het aantal lastherhalingen, op de y-as de vervorming in procenten. Per mengsel zijn de resultaten samengevat in Tabel, waarbij de kleur de dikte c.q. hoogte van de proefstukken aangeeft. 5 perm rek [%] % 9% 8% 7% 6% 5% % % % % % spoordiepte[mm] 8 6 lastherhaling [-] O Aantal lastherhalingen [-] Meetwaarden Lin. Fit Cyclus [-] GG GG GG Gemiddelde H7 H8 H9 Figuur : Proefresultaten. Van boven naar beneden: kleine wielspoor, triaxiaal- en grote wielspoorapparaat.. Discussie en analyse Het doel van het onderzoek betekent vooral het uit elkaar trekken van de verschillende verkeersklassen. In Figuur zijn de resultaten per verkeersklasse weergegeven, waarbij de Het onderzoek is uitgevoerd door KOAC-NPC, zij hebben de proefstukken vervaardigd en de triaxiaalproeven en de grote wielspoorproeven (samen met Nynas) uitgevoerd. KOAC-NPC heeft de rapportage verzorgd []. 5

6 mengsels met PMB een verkeersklasse hoger zijn ingeschaald dan hun variant zonder PMB. Ook EME is in de zo ontstane 'verkeersklasse 6' gest. Alle resultaten van de proeven - zoals die zijn voorgeschreven in de betreffende normen- laten een aantal algemene trends zien: Bij toenemende verkeersklasse neemt de spoorvormingsgevoeligheid af (spoordiepte, dan wel helling wordt kleiner), wat te zien is aan de afname van de maximale waarde op de verticale as. Deklaagmengsels zijn spoorvormingsgevoeliger dan onderlaagmengsels: dab's geven bij dezelfde verkeersklasse in alle proeven over het algemeen meer vervorming(snelheid) dan de onderlaagmengsels. Bij de grote wielspoorproeven (GWS) en de triaxiaalproeven (triax) kan dat nog samenhangen met afwijkende proefcondities voor dek- en onderlagen, maar in de kleine wielspoorproef (KWS) wordt dit onderscheid niet gemaakt. Uitzondering is vk5, waar in de KWS de gemodificeerde dab op hetzelfde nivo zit als de onderlaag mengsels Triaxiaalproeven op de kernen geven in alle gevallen lagere waarden dan de corresponderende proeven op kernen uit platen. Het verschil is niet constant (vier tot ruim tachtig procent), maar is wel één richting op. Zeker gezien de aandacht die is besteed aan het verkrijgen van proefstukken van dezelfde dichtheid (variatie in dichtheid maximaal %), geeft dit aan dat proefstukken met dezelfde dichtheid maar bereid met verschillende verdichtingsmethoden niet noodzakelijk hetzelfde mechanische gedrag opleveren. Voor het stellen van eisen aan de eigenschap 'spoorvormingsweerstand' is het dan ook nodig om te weten hoe de proefstukken gemaakt zijn, en het ligt voor de hand dat dit ook geldt voor andere mechanische eigenschappen. Tabel : Overzicht resultaten per mengsel en proef (uitbijters nog niet verwijderd, onderste regels bij GWS en triaxiaal- en triaxiaal-gws zijn de materialen die zowel bij onder- als bovenlaagcondities beproefd zijn, deze regels geven de resultaten bij de voor dat mengsel afwijkende conditie) GWS KWS Triaxiaalproeven Mengsel Gemidd. var. Gemidd. var. uit gws uit kws code perc. coeff. perc. coeff. gemidd. var.coeff. gemidd. var.coeff. gemidd. var.coeff. STAB /6 vk,,6 9,,9,9,5,,6,79, STAB /6 vk,9,6,9,,7,9,,55,8 STAB /6 vk 5,5,7,9,6,,6,7,6,, STAB /6 vk 5 + pmb,,9,6,6,,,9,8,7,9 OAB /6 type vk,9,,,,,66,,56,8,7 OAB /6 type vk,5,7 6,,,8,,6,7,, OAB /6 type vk 5,,5,9,8,,,,5,6,7 OAB /6 type vk 9,,,,8,8,,7,6,5, OAB /6 type vk 8,,6 6,,,,,8,,, OAB /6 type vk 5,8,9,9,5,9,6,,,9, DAB /8 vk,5,5 58,5,,97, DAB /8 vk 5,6,55,5,,7,9,67,8 DAB /6 vk,,9 9,9, 8,7,8 5,89, DAB /6 vk,,,,,8,,85,58,8,9 DAB /6 vk 7,7, 7,,,7,7,85,,,5 DAB /6 vk + pmb 5,,,,,,7,,,8, EME type,,9,,,8,6,,,,9 STAB /6 vk,,,6,7,8,6 STAB /6 vk 5 + pmb,,5,,,7, DAB /6 vk,,9,8,,5, DAB /6 vk + pmb 9,6,7,9,,6,5 :mm :8mm :6mm :5mm : mm Een uitspraak over het onderscheidende vermogen (zeggingskracht) van de proeven vraagt een uitgebreide analyse van de data. Het onderscheidend vermogen is immers het quotiënt van de spreiding en de gemiddelden van de data. En juist deze data kunnen op veel manieren bepaald worden. Om verkeerde conclusies te vermijden, is zorgvuldigheid in deze analyse dan ook geboden. Hoewel de analyse nog niet definitief is afgerond, presenteren we hier enige 6

7 voorlopige resultaten, deels om inzicht te geven in de data en deels om toe te lichten waarom de analyse zo kritisch is. In Figuur zijn de resultaten voor de vier stab mengsels in de grote wielspoorproef (onder) en de triaxiaalproef op kernen (boven) geplot. De curven geven de verdeling weer van de resultaten, door voor het gevonden gemiddelde (Tabel ) en de bijbehorende standaardafwijking (de variatiecoëfficiënt uit Tabel maal het gemiddelde) de normale verdeling te plotten. 7, 6, 5,, VK DAB /6 DAB /8 OAB /6 type OAB /6 type STAB /6 5,, 5,, VK DAB /6 OAB /6 type, 5,,,, 5,,,, 5,, VK DAB /8 OAB /6 type STAB /6 9, 8, 7, 6, VK DAB /6 5,, 5,,, 5,,,,, 6, 5,, VK5 DAB /6+PMB OAB /6 type OAB /6 type STAB /6,,5,,5 VK6 (VK5+) STAB /6+PMB EME type,,,,,5,,5,, Figuur : Resultaten per verkeersklasse, per mengsel en proef (vk dab s voor KWS te veel vervormd voor rapportage, dab /8 uit KWS in triaxiaal ook. EME in triaxiaal beproefd bij deklaagcondities!) De gegevens uit Figuur hebben betrekking op resultaten van eenzelfde of productie. Omdat elk mengsel een aparte of productie vergt, is ook de variatie tussen platen van eenzelfde mengsel nodig om vast te kunnen stellen of de mengsels inderdaad verschillen. Dit wordt in de meer uitgebreide data-analyse opgepakt. Het onderscheidend vermogen (zeggingskracht) dat gezocht wordt, is de zekerheid waarmee je kunt stellen dat twee van de verdelingen in deze grafieken verschillend zijn. Het tabelletje tussen de beide grafieken van Figuur geeft per mengselpaar de kans dat de verschillen door toeval minimaal de geconstateerde waarde aannemen (volgens t-toets). Hoe kleiner deze kans, des te meer reden is er om aan te nemen dat de mengsels verschillen. 7

8 Een gebruikelijk niveau om het onderscheidend vermogen te bepalen is een toevalskans van 5%. Voor onderstaand voorbeeld wordt in de grote wielspoorproef stab /6 vk van vk onderscheiden, in de triaxiaalproef is dat niet het geval (>5% kans dat de materialen niet verschillen). Dat verbaast, want het vk mengsel is bewust overvuld om te zien of spoorvormingsgevoelige mengsels geïdentificeerd kunnen worden. Uit de grafiek is duidelijk dat het beperkte onderscheid samenhangt met de grote spreiding in de triaxiaaldata voor vk (rode lijn), in combinatie met het kleinere verschil in gemiddelde waarde (positie op de horizontale as) tussen de beide mengsels. Verkeersklassen en 5 worden door beide proeven met gelijke mate van nauwkeurigheid van elkaar onderscheiden en geen van beide proeven onderscheidt het vk 5 mengsel van hetzelfde mengsel met PMB TRIAX-GYR STAB /6-VK STAB /6-vk STAB /6-vk 5 STAB /6-VK 5+PMB,,,6,8,,5,5,5,5 GWS STAB /6-VK "" VK ""VK5 ""VK5+PMB STAB /6-VK % 5%-% TRIAX-GYR "" VK <% % %-5% ""VK5 %-5% % >% ""VK5+PMB GWS >% % STAB /6-VK STAB /6-vk STAB /6-vk 5 STAB /6-VK 5+PMB fc [μm/m/s] prfstk B, B,8 B5,7 B6,7 B7, gemiddelde,55 stdev, Figuur : Onderscheidendvermogen van de triaxiaalproef op kernen (links) en de grote wielspoorproef (rechts) voor de stab-mengsels. De rechter tabel geeft ter illustratie resultaten van de triaxiaalproef aan de kernen van mengsel B. Het belang van een zorgvuldige data-analyse blijkt uit het volgende: indien de hoogste van de individuele triaxiaal data (tabelletje rechts, naast de triaxiaalgrafiek) een uitbijter zou zijn en wordt weggelaten, het gemiddelde (,9) en de standaardafwijking (,7) beide iets afnemen waardoor de kans dat vk en vk alleen door toeval van elkaar verschillen afneemt en valt tussen de en 5%, net als in de wielspoorproef. Overigens: hier is niet sprake van een uitbijter, maar illustreert het de noodzaak tot zorgvuldigheid van de analyse. Bij de hier gepresenteerde analyses is alleen uitgegaan van de proefresultaten. Uit de proefopzet volgt ook aanvullende informatie, zoals de variatie die ontstaat als de proefstukken uit meerdere platen afkomstig zijn, of als de proefstukken afkomstig zijn uit één serie (achter elkaar geproduceerde) kernen, of de variatie die tussen verschillende runs van de proefopstellingen ontstaan, of de variaties ten gevolge van verschillende diktes. Bovendien hangt de nauwkeurigheid waarmee uitspraken gedaan kunnen worden mede af van het aantal proefstukken. Ten slotte, bepaling van de zeggingskracht van de norm vraagt nog een belangrijke aanpassing, omdat het hier gebruikte aantal proefstukken afwijkt van de aantallen die in de norm voorgeschreven zijn. In de nog uit te voeren data-analyse kan dit worden opgevangen door de data zo te bewerken dat het onderscheidend vermogen, met de hier gebruikte aantallen proefstukken, wordt gepresenteerd naast het zuivere onderscheidend vermogen. Deze uitgebreide analyse is nog niet afgerond: de hier gepresenteerde conclusies zijn dan ook voorlopige conclusies. 8

9 De insteek van het onderzoek was nadrukkelijk om de uit de RAW standaard bekende verkeersklassen terug te blijven zien. Uit de afname van de waarden op de verticale assen van Figuur blijkt dit ook het geval: alle proeven laten een toenemende weerstand tegen spoorvorming zien bij toenemende verkeersklasse. Ook binnen mengsels is het verwachte patroon zichtbaar (in Figuur schuiven de curven bij oplopende verkeersklassen dichter naar de verticale as: de gemiddelde spoorvormingsweerstand neemt dus toe), dus in die zin is de hypothese bewezen. De vraag rest met welke nauwkeurigheid de mengsels kunnen worden onderscheiden en hoeveel proeven daar voor nodig zijn. Of dit in het nieuwe CE-systeem beter of slechter is dan het oude Standaard-systeem is moeilijk te beantwoorden, want met hoeveel zekerheid kan op grond van samenstelling de mengsels onderscheiden worden?,5 GWS-VK5 STAB /6-vk 5,5 OAB /6 type -vk 5 oab /6 type -vk5 dab /6-vk +PMB,5,5, ,5 STAB /6-VK GWS-VK OAB /6 type -vk,,5 OAB /6 type -vk DAB /8-vk dab /6-vk,,5,, TRIAX-GYR-VK5 STAB /6-vk 5 OAB /6 type -vk 5 oab /6 type -vk5 dab /6-vk +PMB 6 5 TRIAX-GYR-VK STAB /6-VK OAB /6 type -vk OAB /6 type -vk DAB /8-vk dab /6-vk,7,6,5,,,,,5,,5,,5,,5, 5 STAB /6-OAB /6 type oab /6 type dab /6- vk 5 -vk 5 -vk5 vk +PMB STAB /6-vk 5 % <% -5% <% OAB /6 type -vk 5 >% % >% <% oab /6 type -vk5 5%-% >% % -5% dab /6-vk +PMB %-5% >% >% % STAB /6-VK OAB /6 type -vk OAB /6 type -vk Figuur : Grote wielspoor (boven) en triaxiaal op kernen (onder) data voor de VK 5 (links) en VK (rechts) mengsels, met in de tabel het onderscheidend vermogen (t-toets) in beide proeven DAB /8- vk dab /6- vk STAB /6-VK % 5-% >% <% <% OAB /6 type -vk <% % >% <% <% OAB /6 type -vk <% >% % <% <% DAB /8-vk <% <% <% % >% dab /6-vk <% <% <% >% % In Figuur zijn de in het onderzoek gebruikte (overvulde) vk en vk 5 mengsels in de grote wielspoorproef en de triaxiaalproef op kernen met elkaar vergeleken. Het blijkt direct dat niet alle mengsels binnen één verkeersklasse hetzelfde zijn, de variatie is groot. Dit hangt voor een groot deel samen met het verschil tussen dek- en onder- en tussenlagen. Bij de bitumenrijke vk mengsels laten beide proeven zien dat de deklagen onderling vergelijkbaar zijn, én dat ze sterk verschillen van de onderlagen. Binnen de onderlagen geeft de triaxiaalproef geen onderscheid tussen de beide oab s, maar deze wijken wel af van stab (waarbij de oab's beter presteren). Dit sluit aan bij de gebruikelijke onderverdeling in gebruik (OAB als tussenlagen, Stab als onderlagen). In de wielspoorproef zijn de oab s niet te 9

10 onderscheiden van de Stab-mengsels. In deze proef doet de stab het juist wat beter dan de oab's. Bij de vk 5 mengsels geldt dat in de grote wielspoorproef alle mengsels als van elkaar verschillend worden gezien, behalve de oab's. In de triaxiaalproef worden alle mengsels met uitzondering van stab juist als gelijkwaardig gezien. Hoewel de verschillen mogelijk nog wat veranderen door de nadere analyse lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat verkeersklassen maar beperkt gebruikt kunnen worden om over verschillende asfaltsoorten heen te kijken. 5. Conclusies, aanbevelingen en afsluitende opmerkingen De verschillende proeven geven op hoofdlijnen dezelfde resultaten, maar op details zijn er flinke verschillen. Binnen de mengseltypes wordt het effect van het bitumengehalte behorend bij de verkeersklassen in alle drie de proeven terug gevonden: de lagere verkeersklassen geven meer vervorming. Of deze verschillen significant zijn, dus of de resultaten het mogelijk maken om binnen een mengseltype een VK van een VK mengsel te onderscheiden, moet uit een nadere statistische analyse volgen. In de precieze waarden voor vervorming en in de verschillen tussen de mengseltypes wijken de proeven wel van elkaar af. Uit triaxiaalproeven volgt vooralsnog dat proeven op kernen uit platen een iets groter onderscheidend vermogen hebben dan kernen die met de zijn gemaakt. Er blijkt geen verschil tussen de kernen uit grote en uit kleine wielspoorplaten. De niveaus van vervorming tussen - en kernen verschillen flink. Eisen zullen dan ook aangepast moeten worden aan de verdichtingsmethode. Het onderscheidend vermogen van de kleine en grote wielspoorproef is op grond van de huidige analyses gelijk, al moet voor de kleine wielspoorproef het feit dat de proefstukken in verschillende runs beproefd zijn nog in kaart worden gebracht. In dit stadium van de analyse scoort de triaxiaalproef (op vijf proefstukken) wat beter op onderscheidend vermogen dan de beide wielspoorproeven (op drie proefstukken), maar hierbij zijn nog niet de alle bronnen van toevalsvariatie verwerkt. Een belangrijke conclusie op dit moment is dat nog niet met zekerheid ingevuld kan worden welke proef het beste onderscheidend vermogen heeft en hoeveel proefstukken er nodig zijn. Het onderzoek heeft naast deze resultaten de nodige spin-offs opgeleverd zoals automatische metingen in de grote wielspoorproef, een bizar temperatuureffect in enkele grote wielspoorruns en de inzichten dat ook bij gelijke dichtheid op verschillende wijze geproduceerde proefstukken niet over gelijke mechanische eigenschappen hoeven te beschikken. Voor meer informatie wordt verwezen naar []. Tenslotte wordt er op gewezen dat dit onderzoek zich alleen heeft gericht op de laboratorium karakterisering van de mengsels, waar ook de CE-markering zich op richt. Het onderzoek biedt geen basis voor uitspraken over de zeggingskracht over het gedrag in de weg. Door het koppelen van de resultaten aan die van eerder onderzoek waarbij ook semi-praktijk proeven gedaan zijn [, ] zal in de nabije toekomst getracht worden ook hier een uitspraak over te doen.

11 6. Literatuur [] Spoorvorminggevoeligheid, KOAC rapport e7, 8 [] Triaxiaalcondities op asfalt, CROW, CIENA, notitie 87 [] LINTRACK spoorvormingsonderzoek 998- L.J.M. Houben & C.H. Vogelzang, Laboratorium voor Weg- en Spoorwegbouwkunde, Technische Universteit Delft, A.E. van Dommelen, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rijkswaterstaat, Delft [] Triaxiaalonderzoek bij het LINTRACK spoorvormingsonderzoek 998- L.J.M. Houben & A. Miradi, Laboratorium voor Weg- en Spoorwegbouwkunde, Technische Universteit Delft, A.E. van Dommelen, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rijkswaterstaat, Delft

Spoorvormingsgevoeligheid LinTrack - SMA verklaard

Spoorvormingsgevoeligheid LinTrack - SMA verklaard Spoorvormingsgevoeligheid LinTrack - SMA verklaard M. Surie Hogeschool van Rotterdam A. E. van Dommelen Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde J.L.M. Voskuilen Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Nadere informatie

De resultaten van Type Tests toegepast in contracten: een technisch correcte invulling met VEROAD-XL

De resultaten van Type Tests toegepast in contracten: een technisch correcte invulling met VEROAD-XL De resultaten van Type Tests toegepast in contracten: een technisch correcte invulling met VEROAD-XL Dr. P.C. Hopman, Dr. Ir. C.A.P.M van Gurp KOAC NPC Samenvatting Met de introductie van CE-markering,

Nadere informatie

Invloed van het type vulstof op de eigenschappen van asfaltmengsels

Invloed van het type vulstof op de eigenschappen van asfaltmengsels Invloed van het type vulstof op de eigenschappen van asfaltmengsels Salil Mohan KWS Infra bv Alex v.d. Wall KWS Infra bv Samenvatting Al lange tijd wordt er in de praktijk gestreefd naar het toepassen

Nadere informatie

Inhoud Introductie EOS Edelsplit eigenschappen Historie EOS Edelsplit Onderzoek Huidige Toepassingen Voordelen Provincie Overijssel Dia 2

Inhoud Introductie EOS Edelsplit eigenschappen Historie EOS Edelsplit Onderzoek Huidige Toepassingen Voordelen Provincie Overijssel Dia 2 Electro Ovenslakken (EOS) Ervaringen en toepassingen in Nederland Jos Put Inhoud Introductie EOS Edelsplit eigenschappen Historie EOS Edelsplit Onderzoek Huidige Toepassingen Voordelen Dia 2 JP Infra Advies

Nadere informatie

NL LAB; Eerste resultaten op basis van typeonderzoek. (RAW proef 62) en bindmiddel onderzoek voor asfaltbeton

NL LAB; Eerste resultaten op basis van typeonderzoek. (RAW proef 62) en bindmiddel onderzoek voor asfaltbeton NL LAB; Eerste resultaten op basis van typeonderzoek (RAW proef 62) en bindmiddel onderzoek voor asfaltbeton Steven D. Mookhoek, Dave van Vliet en Diederik Q. van Lent TNO (Nederlandse Organisatie voor

Nadere informatie

W-DWW-98034. Toepassing van een op volumetrie gebaseerde mengselontwerpmethode. Jan Voskuilen 1 en Gerrit Westera 2

W-DWW-98034. Toepassing van een op volumetrie gebaseerde mengselontwerpmethode. Jan Voskuilen 1 en Gerrit Westera 2 W-DWW-98034 Toepassing van een op volumetrie gebaseerde mengselontwerpmethode. Jan Voskuilen 1 en Gerrit Westera 2 ' Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rijkswaterstaat Postbus 5044, 2600 GA Delft 1 KOAC WMD,

Nadere informatie

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015 Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015 Ing. Jan Willem Venendaal BAM Wegen bv Rémy van den Beemt BAM Wegen bv Samenvatting Steenmastiekasfalt ontleent zijn duurzaamheid aan het hoge mastiekgehalte

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

TOELICHTING ASFALTMENGSELS VOLGENS STANDAARD 2005 WIJZIGING MEI 2008

TOELICHTING ASFALTMENGSELS VOLGENS STANDAARD 2005 WIJZIGING MEI 2008 TOELICHTING ASFALTMENGSELS VOLGENS STANDAARD 2005 WIJZIGING MEI 200 Als gevolg van een wettelijke maatregel is de Europese Construction Products Directive CPD (Richtlijn Bouwproducten) van kracht in Nederland.

Nadere informatie

FUNCTIONEEL VERIFIËREN

FUNCTIONEEL VERIFIËREN 21 september 2017 1 6 Functioneel Verifiëren houdt in dat op basis van functionele proeven op het asfalt na verwerking wordt beoordeeld of het geleverde product, binnen nader te stellen toleranties, voldoet

Nadere informatie

Fundamentele testen op asfalt Dr. A. Vanelstraete

Fundamentele testen op asfalt Dr. A. Vanelstraete Fundamentele testen op asfalt Dr. A. Vanelstraete Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw Recente evolutie in de standaardbestekken Asfaltbeton volgens de fundamentele methode: Minder eisen op de materialen,

Nadere informatie

Zeon PDF Driver Trial

Zeon PDF Driver Trial Eindrapportage inleidend landelijk vergelijkend onderzoek van de triaxiaalproef DWW2172 Zeon PDF Driver Trial Afdeling Infrastructuur Laboratorium Materialen December 21 DirectoraatGeneraal Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Research & Development publicatie. M.M.J. (Maarten) Jacobs D. (Daan) van Duin BAM Infra Asfalt. H.T.M. (Harco) Kersten Provincie Gelderland

Research & Development publicatie. M.M.J. (Maarten) Jacobs D. (Daan) van Duin BAM Infra Asfalt. H.T.M. (Harco) Kersten Provincie Gelderland Postbus 1 Tel 0229 547700 1633 ZG Avenhorn Fax 0229 547701 www.ooms.nl/rd Research & Development publicatie M.M.J. (Maarten) Jacobs D. (Daan) van Duin BAM Infra Asfalt H.T.M. (Harco) Kersten Provincie

Nadere informatie

Classificatie van asfaltmengsels met behulp van de RSAT proef

Classificatie van asfaltmengsels met behulp van de RSAT proef Classificatie van asfaltmengsels met behulp van de RSAT proef J.M. Hartjes Breijn BV, Wegbouwkunde J.L.M. Voskuilen Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart Samenvatting Sinds 1998 wordt de RSAT

Nadere informatie

Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van karakteristieke vermoeiingsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's

Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van karakteristieke vermoeiingsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van karakteristieke vermoeiingsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's Jan Telman (TNO), Arthur van Dommelen (DVS), versie juni 0 Inleiding

Nadere informatie

fundament onder mobiliteit

fundament onder mobiliteit é ^KOAC ^^^ fundament onder mobiliteit ^ KOAC N KOAC- Winthontlaan 28 Postbus 2756 3500 GT Utrecht Tel. +31 30 287 69 50 Fax +31 30 288 78 44 utrecht@koac-npc.nl www.koac-npc.ri e048338-2 Model karakterisering

Nadere informatie

ZIN EN ONZIN HERGEBRUIK POLYMEERGEMODIFICEERD ASFALT

ZIN EN ONZIN HERGEBRUIK POLYMEERGEMODIFICEERD ASFALT Postbus 1 Tel 0229 547700 1633 ZG Avenhorn Fax 0229 547701 www.ooms.nl/rd Research & Development publicatie ir. C.P. Plug dr.ir. A.H. de Bondt ZIN EN ONZIN HERGEBRUIK POLYMEERGEMODIFICEERD ASFALT CROW

Nadere informatie

CE-eigenschappen: weten en dan meten

CE-eigenschappen: weten en dan meten CE-eigenschappen: weten en dan meten Dr. P.C. Hopman KOAC NPC Samenvatting Om een CE-markering voor asfaltmengsels te verkrijgen is Type Testing nodig. Voor dichte mengsels behoort daartoe het meten van

Nadere informatie

Vergelijking van 2 wrijvingsreductie systemen in de triaxiaalproef (NEN B) op een asfalt proefstuk inclusief rekstrooksignalen

Vergelijking van 2 wrijvingsreductie systemen in de triaxiaalproef (NEN B) op een asfalt proefstuk inclusief rekstrooksignalen Vergelijking van 2 wrijvingsreductie systemen in de triaxiaalproef (NEN 12697-25B) op een asfalt proefstuk inclusief rekstrooksignalen M.R. Poot Sectie Verkeersbouwkunde, TU Delft S.M.J.G. Erkens Sectie

Nadere informatie

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite: Wegen, opritten, parkings in asfalt Op volgende pagina een korte samenvatting vanwege het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw aangaande de soorten asfalt, de samenstelling van asfaltverhardingen, de verwerking

Nadere informatie

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Een statistische onderbouwing voor bemonstering van partijen champignons. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Meetrapport Vooronderzoek Gyrator deel 1. Rapportnummer IL-R-01.23

Meetrapport Vooronderzoek Gyrator deel 1. Rapportnummer IL-R-01.23 - 'Dl :q7c?s / t Meetrapport Vooronderzoek Gyrator deel 1 Rapportnummer IL-R-01.23 " 7 -. :i - - Di rectoraat-generaal Rijkswaterstaat q Meetrapport Vooronderzoek Gyrator deel 1 Rapportnummer IL-R-01.23

Nadere informatie

Onderzoek naar vloeistofdichte asfaltconstructies - ervaringen met een praktijkgeval -

Onderzoek naar vloeistofdichte asfaltconstructies - ervaringen met een praktijkgeval - Onderzoek naar vloeistofdichte asfaltconstructies - ervaringen met een praktijkgeval - Kortschrift opgesteld voor: Wegbouwkundige Werkdagen 2002 Te Doorwerth, Nederland 12 en 13 juni 2002 Onderzoek naar

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Laboratoriumbeproevingen asfalt

Laboratoriumbeproevingen asfalt Laboratoriumbeproevingen asfalt Bouwstofanalyse / gradering Asfalt bestaat uit verschillende componenten, zoals vulstof, zand, steenslag en bitumen. Voordat asfalt geproduceerd kan worden, moeten de verschillende

Nadere informatie

Mengsel ontwerp SMA. Eindverslag CROW-werkgroep IVO-SMA. M.F.C. van de Ven TU Delft. A.J. van Leest CROW Kennisplatform voor infrastructuur

Mengsel ontwerp SMA. Eindverslag CROW-werkgroep IVO-SMA. M.F.C. van de Ven TU Delft. A.J. van Leest CROW Kennisplatform voor infrastructuur Mengsel ontwerp SMA Eindverslag CROW-werkgroep IVO-SMA M.F.C. van de Ven TU Delft A.J. van Leest CROW Kennisplatform voor infrastructuur Samenvatting De werkgroep Mengselontwerp steenmastiekasfalt heeft,

Nadere informatie

De doos van Pandora (wat is er loos met de zwarte doos) Dick van Vliet R.A.J. Bos Royal Haskoning

De doos van Pandora (wat is er loos met de zwarte doos) Dick van Vliet R.A.J. Bos Royal Haskoning De doos van Pandora (wat is er loos met de zwarte doos) Dick van Vliet R.A.J. Bos Royal Haskoning Programma van de doos 1. Mythologische verklaring 2. Eerst hulp bij de overgang (EHBO); De Asfalt Converter

Nadere informatie

Productinformatie uitgebreid. Dynamisch Meten Impactenergie

Productinformatie uitgebreid. Dynamisch Meten Impactenergie Het meten van impactenergie (uitgedrukt in kn en tijd) ten behoeve van slagverdichters (Marshallhamer, proctorhamer, terugslaghamer beton, en elke andere toepassing of apparaat waarvan de energieafgifte

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Normblad: 1 / 5 mei 2016

Normblad: 1 / 5 mei 2016 Normblad: 1 / Deze norm is aangenomen door de Nationale Norm Commissie 3307 Sportvloeren. Deze norm is opgesteld door werkgroep 4 mineralen en werkgroep kunststof ressorterend onder deze commissie. Deel

Nadere informatie

Niet gescheiden hergebruik gemodificeerd asfalt - invloed op reologische eigenschappen van het bitumen -

Niet gescheiden hergebruik gemodificeerd asfalt - invloed op reologische eigenschappen van het bitumen - Niet gescheiden hergebruik gemodificeerd asfalt - invloed op reologische eigenschappen van het bitumen - Kortschrift opgesteld voor: Wegbouwkundige W erkdagen 2002 Te Doorwerth, Nederland 12 en 13 juni

Nadere informatie

Leidraad voor de beoordeling van de waterdichtheid van asfaltverhardingen op kunstwerken (beton en staal)

Leidraad voor de beoordeling van de waterdichtheid van asfaltverhardingen op kunstwerken (beton en staal) IR-N-05.023 Leidraad voor de beoordeling van de waterdichtheid van asfaltverhardingen op kunstwerken (beton en staal) 1 Onderwerp en toepassingsgebied Deze leidraad is bedoeld voor opdrachtgevers en opdrachtnemers

Nadere informatie

Laboratoriumproeven voor permanente vervorming van asfalt: een vergelijking van de wielspoorproef en de triaxiale cyclische drukproef

Laboratoriumproeven voor permanente vervorming van asfalt: een vergelijking van de wielspoorproef en de triaxiale cyclische drukproef Laboratoriumproeven voor permanente vervorming van asfalt: een vergelijking van de wielspoorproef en de triaxiale cyclische drukproef Joëlle De Visscher, Ann Vanelstraete Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw,

Nadere informatie

Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van 85% betrouwbare karakteristieke stijfheidsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's

Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van 85% betrouwbare karakteristieke stijfheidsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van 85% betrouwbare karakteristieke stijfheidsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's Jan Telman (TNO), Arthur van Dommelen (DVS), versie

Nadere informatie

Functioneel verifiëren asfaltverhardingen

Functioneel verifiëren asfaltverhardingen Functioneel verifiëren asfaltverhardingen Berwich Sluer Boskalis Nederland BV Jan Stigter, Boskalis Nederland BV Samenvatting Nederland heeft bij de invoering van CE-markering voor asfalt gekozen voor

Nadere informatie

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? De p90 onzekerheid staat in het kader van de garantieregeling voor aardwarmte

Nadere informatie

DRAFT-1. Rekentechnische vergelijking WAB- GAB ontwerpgrafiek voor Projectbureau Zeeweringen

DRAFT-1. Rekentechnische vergelijking WAB- GAB ontwerpgrafiek voor Projectbureau Zeeweringen DRAFT-1 Rekentechnische vergelijking WAB- GAB ontwerpgrafiek voor Projectbureau Zeeweringen Opdrachtgever Project bureau Zeeweringen Contactpersoon Y.M. Provoost Rapport TU Delft Faculteit Civiele Techniek

Nadere informatie

Versie Definitief 1 Datum Senior adviseur wegbouwkunde Ir. J.S.I. van der Wal Senior projectleider ir. A.H.

Versie Definitief 1 Datum Senior adviseur wegbouwkunde Ir. J.S.I. van der Wal Senior projectleider ir. A.H. Vestiging Scharwoude Postbus 58 1634 EA SCHARWOUDE Tel. 0229-547850 Fax 0229-547851 www.unihorn.nl Beoordeling proefstukken gekleurd asfalt Opdrachtgever Document: 2115153-01-ABO-RAP Ventraco Chemie Asterweg

Nadere informatie

LEAB, duurzaam asfalt produceren bij lagere temperaturen Maarten Jacobs en Rémy van den Beemt, BAM Wegen bv

LEAB, duurzaam asfalt produceren bij lagere temperaturen Maarten Jacobs en Rémy van den Beemt, BAM Wegen bv LEAB, duurzaam asfalt produceren bij lagere temperaturen Maarten Jacobs en Rémy van den Beemt, BAM Wegen bv Introductie Klimaat en duurzaamheid staan hoog op de agenda van de overheden. Hoewel asfalt een

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

30% CO 2 & energiereductie

30% CO 2 & energiereductie Het innovatieve asfaltmengsel voor een schoon milieu 30% CO 2 & energiereductie Laag Energie AsfaltBeton De groene kant van asfalt Duurzaam asfalt dat net zo lang meegaat en even ongevoelig is voor wegschade

Nadere informatie

De aanleg van EME binnen Europa, vereist een gepaste klimaat aanpak

De aanleg van EME binnen Europa, vereist een gepaste klimaat aanpak De aanleg van EME binnen Europa, vereist een gepaste klimaat aanpak Tine Tanghe Hilde Soenen Nynas Belgium AB, Product Technology Belgium Samenvatting In de loop der jaren heeft de ontwikkeling van het

Nadere informatie

Wehner/Schulze proef als methode voor de bepaling van de aanvangsremvertraging.

Wehner/Schulze proef als methode voor de bepaling van de aanvangsremvertraging. Wehner/Schulze proef als methode voor de bepaling van de aanvangsremvertraging. P.M. Kuijper, D. van Vliet, J.L.M. Voskuilen Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart Samenvatting Door een aantal

Nadere informatie

J. Bienefelt Aan: Projectgroep RWS Bramen Datum: 21 maart 2017 Cc: -

J. Bienefelt Aan: Projectgroep RWS Bramen Datum: 21 maart 2017 Cc: - Van: J. Bienefelt Aan: Projectgroep RWS Bramen Datum: 21 maart 2017 Cc: - Onze referentie 2017-Efectis-M000564 Onderwerp: Testresultaten RWS Bramen brandproef 5 1. ALGEMEEN Deze memo geeft beknopt de ruwe

Nadere informatie

Asfalt voor zwaar belaste verhardingen. Eric Van den Kerkhof Johan Trigallez Colas Belgium

Asfalt voor zwaar belaste verhardingen. Eric Van den Kerkhof Johan Trigallez Colas Belgium Asfalt voor zwaar belaste verhardingen Eric Van den Kerkhof Johan Trigallez Colas Belgium Asfalt voor zwaar belaste verhardingen Inleiding Soorten spoorvorming in asfalt Oplossingen voor KWS-verhardingen

Nadere informatie

Vernieuwing CROW publicatie 210

Vernieuwing CROW publicatie 210 Vernieuwing CROW publicatie 210 Technologendagen 2016 Peter van der Bruggen Reden Zeer veel vragen aan CROW over allerlei zaken Niet alles duidelijk beschreven Publicatie bevatte geen duidelijke proefbeschrijvingen

Nadere informatie

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus Voorwoord en ontwikkeling BCTR Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus Uitdagingen Op laboratoriumschaal schuimbitumen mengsels maken. Niet alleen een basis gestabiliseerde fundering laag maar een vervanger

Nadere informatie

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R - 229 - Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R Definitie: Een eerstegraadsfunctie in R is een functie met een voorschrift van de gedaante y = ax + b (met a R 0 en b R ) Voorbeeld 1: y = 2x Functiewaardetabel

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

3 november 2014. Inleiding

3 november 2014. Inleiding 3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte

Nadere informatie

WMV bv. Lunac 2+ duplo NBD (2010) Kwalificatie Test. Mr. G. van der Sluis. Datum: September 26, 2011 Guus Coolegem, M.Sc.

WMV bv. Lunac 2+ duplo NBD (2010) Kwalificatie Test. Mr. G. van der Sluis. Datum: September 26, 2011 Guus Coolegem, M.Sc. Office: Molengraaffsingel 12 2629 JD Delft (NL) Post adress: Frans Halsstraat 5 1816 CM Alkmaar (NL) Tel. +31 (0)15 744 01 38 Fax +31 (0)15 744 01 02 Internet www.ccube.nl Registration NL34231544 WMV bv.

Nadere informatie

Hergebruik van asfalt

Hergebruik van asfalt Hergebruik van asfalt Ervaringen Jan Voskuilen Senior adviseur verhardingen afd. GPO Inhoud Inleiding, begrippen en historie Hoeveel hergebruik mag? Uitgevoerde onderzoeken Mechanische karakterisering

Nadere informatie

Bepaling van de indringingsdiepte van een rafelingscorrigerende maatregel voor ZOAB

Bepaling van de indringingsdiepte van een rafelingscorrigerende maatregel voor ZOAB Bepaling van de indringingsdiepte van een rafelingscorrigerende maatregel voor ZOAB M.F.C. van de Ven TU Delft Weg- en Railbouwkunde W. Verwaal TU Delft Ingenieurs Geologie A. Kneepkens Janssen de Jong

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

Functioneel DSR onderzoek: van meso naar macro, vice versa?

Functioneel DSR onderzoek: van meso naar macro, vice versa? Functioneel DSR onderzoek: van meso naar macro, vice versa? Salil Mohan & Robbert Naus Dura Vermeer Infrastructuur Samenvatting Over de potentie van de Dynamic Shear Rheometer (DSR) in de wegenbouw bestaan

Nadere informatie

De Europese asfaltproeven en mengselomschrijvingen

De Europese asfaltproeven en mengselomschrijvingen De Europese asfaltproeven en mengselomschrijvingen M.M.J. Jacobs CROW W.F. Stas Grontmij R. Hofman RWS/DWW namens de CROW-werkgroep Consequenties Implementatie Europese Normen voor Asfalt (CIENA) Samenvatting

Nadere informatie

Stil Stiller? : Ruim 10 jaar stille wegdekken provincie Gelderland. Harco Kersten Provincie Gelderland; Afdeling Uitvoering werken

Stil Stiller? : Ruim 10 jaar stille wegdekken provincie Gelderland. Harco Kersten Provincie Gelderland; Afdeling Uitvoering werken Stil Stiller? : Ruim 10 jaar stille wegdekken provincie Gelderland Harco Kersten Provincie Gelderland; Afdeling Uitvoering werken Inhoud presentatie: - Gelderland in vogelvlucht - Eerste stille wegdekken

Nadere informatie

Research & Development publicatie. Sandra Erkens Rijkswaterstaat en Technische Universiteit Delft. Jan Stigter Boskalis. Berwich Sluer Boskalis

Research & Development publicatie. Sandra Erkens Rijkswaterstaat en Technische Universiteit Delft. Jan Stigter Boskalis. Berwich Sluer Boskalis Postbus 1 Tel 0229 547700 1633 ZG Avenhorn Fax 0229 547701 www.ooms.nl/rd Research & Development publicatie Sandra Erkens Rijkswaterstaat en Technische Universiteit Delft Jan Stigter Boskalis Berwich Sluer

Nadere informatie

Legenda. Sterrentabellen. Thema s en ervaringsvragen. Waarderingsvragen

Legenda. Sterrentabellen. Thema s en ervaringsvragen. Waarderingsvragen Legenda Bij de overzichten van de resultaten van de ervaringsvragen en thema s worden onderstaande standaardkleuren gebruikt: Totale Populatie ZA-2 ZA-3 ZA-4 De legenda staat altijd weergegeven rechts

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Belastingproeven PVC stellingkasten

Belastingproeven PVC stellingkasten TNO-rapport TNO-034-DTM-2010-04905 Belastingproeven PVC stellingkasten Van Mourik Broekmanweg P.O. Box 49 2600 AA Delft The Netherlands www.tno.nl T +31 88 866 30 00 F +31 88 866 30 10 wegwijzer@tno.nl

Nadere informatie

Voortgangsrapportage ketenstudies ZOAB en ML- TRAC Rasenberg Wegenbouw

Voortgangsrapportage ketenstudies ZOAB en ML- TRAC Rasenberg Wegenbouw Voortgangsrapportage ketenstudies ZOAB en ML- TRAC Rasenberg Wegenbouw tbv hercertificering niv. 5 op de CO2- Prestatieladder (2015) Deelrapport Rasenberg Wegenbouw B.V. maart 2015 Voortgangsrapportage

Nadere informatie

Consequenties van de functionele CE-markering voor het dimensioneren van asfaltverhardingen

Consequenties van de functionele CE-markering voor het dimensioneren van asfaltverhardingen Consequenties van de functionele CE-markering voor het dimensioneren van asfaltverhardingen ir. B.W. Sluer, dr.ir. M.M.J. Jacobs BAM Wegen B.V. Samenvatting Het ontwerpen van asfaltverhardingen is in Nederland

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 1 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Afbakening en leeswijzer 4 3. Doelstelling 4 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

CE-markering en informatiedragers

CE-markering en informatiedragers CE-markering en informatiedragers Deze notitie is bedoeld voor: - Producenten van asfalt (fabrikanten); - Opdrachtgevers van werken waarin asfaltmengsels worden toegepast die vallen onder de Verordening

Nadere informatie

STANDAARD RAW BEPALINGEN 2015 HOOFDSTUK ASFALTVERHARDINGEN

STANDAARD RAW BEPALINGEN 2015 HOOFDSTUK ASFALTVERHARDINGEN STANDAARD RAW BEPALINGEN 2015 HOOFDSTUK ASFALTVERHARDINGEN JAN STIGTER KOAC-NPC TECHNOLOGENDAGEN 2014 2014 1 ONDERWERPEN Wijziging hoofdstuknummer in 81.2 Diverse kleine tekstuele wijzigingen Wijzigingen

Nadere informatie

Handleiding Kostentool Stille Wegdekken

Handleiding Kostentool Stille Wegdekken Handleiding Kostentool Stille Wegdekken 1 Inleiding De kostentool Stille Wegdekken is bedoeld voor wegbeheerders om snel een indicatie te krijgen wat de toepassing van stille wegdekken voor financiële

Nadere informatie

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 2 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Doelstelling 5 3. Referentie voor beoordeling 6 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Verificatie RDEC methodiek voor karakterisering asfaltvermoeiing Jan Telman, Q-Consult Progress Partners, 18 april 2017 jan.telman@qcpp.nl; 06-2186 8549 Samenvatting en conclusies Verificatieonderzoek

Nadere informatie

-markering asfalt en Europese asfaltnormen

-markering asfalt en Europese asfaltnormen Asfaltontwikkelingen, Infratech -markering asfalt en Europese asfaltnormen Wim Rollfs of Roelofs, Wegbouwkundig adviseur, Materiaaldienst (DIVV), gemeente Amsterdam Asfaltontwikkelingen 1 -markering asfalt

Nadere informatie

Annemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Annemarie.van.Beek@mnp.nl Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs JanHooghwerff@mp.

Annemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Annemarie.van.Beek@mnp.nl Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs JanHooghwerff@mp. 1/8 Annemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Annemarie.van.Beek@mnp.nl Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs JanHooghwerff@mp.nl Samenvatting Door M+P Raadgevende Ingenieurs is een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Meet- en rekenprotocol Droge remvertraging (middels remproef)

Meet- en rekenprotocol Droge remvertraging (middels remproef) Meet- en rekenprotocol Droge remvertraging (middels remproef) Uitgegeven door Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud Informatie Paul Kuijper Datum 27 november 2014 Status definitief Versie 1.0 Inhoud

Nadere informatie

Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium--

Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium-- Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium-- CROW-publicatie 210: 2014 Ir. Nico van den Berg Februari 2014 Wat betekent de nieuwe publicatie voor het adviesbureau en laboratorium?

Nadere informatie

Leningen en kasstromen

Leningen en kasstromen 2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

De invloed van boor- en zaagwerkzaamheden op de korrelverdeling van gap-graded mengsels

De invloed van boor- en zaagwerkzaamheden op de korrelverdeling van gap-graded mengsels De invloed van boor- en zaagwerkzaamheden op de korrelverdeling van gap-graded mengsels Bert Gaarkeuken DIBEC Materiaalkunde Jan van de Water DIBEC Materiaalkunde Samenvatting Gap-graded mengsels worden

Nadere informatie

4. Buienradar:

4. Buienradar: Hoe betrouwbaar zijn de windverwachtingen van de verschillende weersites? Robbert van der Eijk, Groningen juli 2011 Inleiding Voor kanoërs en watersporters in het algemeen is het weer een belangrijke factor

Nadere informatie

GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD

GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 303 Herz. 4 2013/12 PTV 303/4 2013 GEWAPEND BETONSTAAL GERIBDE KOUDVERVORMDE DRAAD HERZIENING

Nadere informatie

Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm

Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm TNO-rapport 2005-CVB-R0485 Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm Centrum voor Brandveiligheid Van Mourik Broekmanweg

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Nieuwe asfaltnormen en CE markering ir. Jan van der Zwan

Nieuwe asfaltnormen en CE markering ir. Jan van der Zwan Nieuwe asfaltnormen en CE ir. Jan van der Zwan Inhoud Achtergronden CE Rol van CE in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelgeving Rol van CE en kwaliteitsborging in contracten Het lastige spel.

Nadere informatie

sterkte en stijfheid van kolommen bij wisselbelasting

sterkte en stijfheid van kolommen bij wisselbelasting sterkte en stijfheid van kolommen bij wisselbelasting kolommen met rechthoekige doorsnede STICHTING C O M M I S S I E VOOR U I T V O E R I N G V A N R E S E A R C H INGESTELD DOOR DE BETO N VE R EN I Gl

Nadere informatie

1 Intro: karakterisering vermoeiing via de RDEC methodiek de theorie

1 Intro: karakterisering vermoeiing via de RDEC methodiek de theorie Verificatie RDEC methodiek voor karakterisering asfaltvermoeiing Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig Adviseurs, 31 januari 2016 jan.telman@qconsult.nl; 06-2186 8549 1 Intro: karakterisering vermoeiing

Nadere informatie

WMV bv. Lunac 2+ duplo NBD (2010) Kwalificatie Test. Mr. G. van der Sluis

WMV bv. Lunac 2+ duplo NBD (2010) Kwalificatie Test. Mr. G. van der Sluis Office: Molengraaffsingel 12 2629 JD Delft (NL) Post adress: Frans Halsstraat 5 1816 CM Alkmaar (NL) Tel. +31 (0)15 744 01 38 Fax +31 (0)15 744 01 02 Internet www.ccube.nl Registration NL34231544 WMV bv.

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op 17-11-2003 U mag alleen gebruik maken van een onbeschreven Statistisch Compendium (dikt. nr. 2218) en van een zakrekenmachine.

Nadere informatie

Vergelijkend akoestisch onderzoek bermverharding type M (Meander) Ing. Z.A.J. Lok A.G.M. Wolbert Dr. Ir. Y.H. Wijnant 18-12-2012

Vergelijkend akoestisch onderzoek bermverharding type M (Meander) Ing. Z.A.J. Lok A.G.M. Wolbert Dr. Ir. Y.H. Wijnant 18-12-2012 Vergelijkend akoestisch onderzoek bermverharding type M (Meander) Ing. Z.A.J. Lok A.G.M. Wolbert Dr. Ir. Y.H. Wijnant 18-12-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Meetmethode 3 Gebruikte apparatuur 4 Meetopstelling

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Europese regelgeving asfalt Op weg naar 2007/8. Leverancier grondstoffen (bitumen, aggregaten met CE-markering)

Europese regelgeving asfalt Op weg naar 2007/8. Leverancier grondstoffen (bitumen, aggregaten met CE-markering) CE markering Europese regelgeving asfalt Op weg naar 2007/8 Opdrachtgever; vraagspecificatie Aannemer; - accepteert vraagspecificatie - vertaalt naar productspecificatie Asfaltproducent Leverancier grondstoffen

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING H - 3 HARDE HOUTVEZELPLATEN UITGAVE : 1967 Index 1. VOORWAARDEN VAN VERVAARDIGING...3 10. UITZICHT...3 11. KWALITEIT...3 12. AFMETINGEN...3

Nadere informatie

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Samenvatting Na bestudering van het rapport van de contra-expertise meetsysteem Geluidsnet in Zuid-Limburg en op basis van analyses van beschikbare

Nadere informatie

Centrum Onderzoek Waterkeringen.

Centrum Onderzoek Waterkeringen. s-77.o.m Berekening wrijvingseigenschappen uit cel- en trîaxiaalproeven m. b.v. lineaire correlatie. Centrum Onderzoek Waterkeringen. Berekening wri jvingseigenschappen uit cel- en triaxiaalproeven m.

Nadere informatie

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring Inez M. Zwetsloot Samenvatting EWMA Regelkaarten in Statistische Procesmonitoring

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl) Twee functies en hun som In figuur 1 zijn de grafieken getekend van de functies f ( x) = 2x + 12 en g ( x) = x 1 figuur 1 y Q f g O x De grafiek van f snijdt de x-as in en de y-as in Q 4p 1 Bereken de

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie