INLEIDING INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INLEIDING INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE"

Transcriptie

1 Introductiecursus Bouwchemie: Inleiding VOOR WIE? INLEIDING INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE Studenten met een gebrekkige voorkennis van chemie om het vak Bouwchemie met succes te starten D.w.z. studenten met een beperkte scheikundige vooropleiding of studenten die het pakket scheikunde van 1 uur in het secundair onderwijs niet beheersen Zowel voor opleiding Architectuur als Interieur-architectuur ORGANISATIE EN AANPAK 2 TIJDSSCHEMA INHOUD 15 uur lessen en oefeningen Maandag 09/09/2013: 9u00 13u00 Dinsdag 10/09/2013: 9u00 13u00 Donderdag 12/09/2013: 9u00 13u00 Vrijdag 13/09/2013: 9u00 12u00 1. Inleiding moleculen en atomen 2. Atoombouw en chemische binding 3. Stoichiometrie 4. Indeling van de minerale chemie 5. (Milieuproblematiek) 6. Organische chemie 3 4 OPBOUW SLIDES EN LESSEN Steeds in blauw en vet vermeld nieuwe begrippen Na ieder deeltje wordt de theorie door de student toegepast in enkele oefeningen oefeningen staan op slides met een lichtrode achtergrond Op het einde van elk hoofdstuk staan er enkele herhalingsoefeningen om na te gaan of de leerstof begrepen en gekend is Na iedere les wordt de aanwezigheidslijst verplicht gehandtekend Afwezigheid enkel gewettigd indien doktersattest 5 1

2 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen OVERZICHT INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN 1. Zuivere stof, moleculen en atomen 2. Elementen 3. Atoomtheorie van Dalton 4. Atoommassa 5. Moleculemassa 6. De mol 7. Moleculeformules 8. Wetten van Avogadro 9. De chemische reactie 10. Het periodiek systeem 1 2 ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN Heterogeen materiaal: geen homogene samenstelling, eigenschappen kunnen verschillen van monster tot monster 3 4 ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN Zuivere stof Elk monster heeft dezelfde samenstelling en eigenschappen Niet door fysische middelen te scheiden tot eenvoudigere stofen ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN Onzuivere stoffen of mengsels van zuivere stoffen = wel door fysische middelen te scheiden (bv. destillatie, filtratie, kristallisatie, ) Vastomlijnde eigenschappen Smeltpunt Kookpunt Brandbaarheid Voorbeelden Water Marmer Zink Keukenzout Voorbeelden Zoutoplossing Melk 5 6 1

3 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN Zuivere stof = verzameling van dezelfde deeltjes die de fysische en chemische eigenschappen van die stof dragen moleculen of atomen Zn H 2 O Zuivere stof moleculen of atomen Molecule bestaat uit atomen Voorbeelden molecule H 2 O (water) CaCO 3 (calciumcarbonaat) NaCl (keukenzout) Let op notatie: aantalelementen in subscript! NaCl CaCO 3 Voorbeelden atomen Zie periodiek systeemder elementen (PSE) 7 8 ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN Zuivere stof enkelvoudige stof of samengestelde stof Enkelvoudige stof slechts één atoomsoort Voorbeelden H 2 ((di)waterstof) O 2 (zuurstof) Ne (neon) Samengestelde stof twee of meer atoomsoorten Voorbeelden H 2 O (water) NaCl (keukenzout) 9 10 ZUIVERE STOF, MOLECULEN EN ATOMEN OEFENINGEN Waar of niet waar? ELEMENTEN ± 110 gekende elementen 1. Een atoom kan uit meerdere moleculen bestaan. 2. Een zuivere stof kan enkel op chemische wijze gescheiden worden. 3. Destillatie is een manier om een onzuivere stof op fysische wijze te scheiden. 4. Een samengestelde stof bestaat steeds uit twee of meer atomen. 5. Hg (kwik) is een zuivere stof en ook een enkelvoudige stof

4 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen ELEMENTEN ELEMENTEN Grove indeling metalen en niet-metalen Metalen Geleiden warmte en elektriciteit Zijn pletbaar en rekbaar Kunnen positieve deeltjes vormen Niet-metalen Geleiden warmte en elektriciteit nagenoeg niet (isoleren ze) Zijn bros Kunnen negatieve deeltjes vormen ELEMENTEN: OEFENINGEN 1. Zoek de notaties van de volgende 13 elementen en bepaal of het een metaal of een niet-metaal is (tip: zie het PSE) Lood, zink, waterstof, koolstof, stikstof, tin, calcium, helium, aluminium, kalium, zwavel, koper ATOOMTHEORIE VAN DALTON H 2 O 2. Waarvoor staan de volgende 13 symbolen? Zijn het metalen of nietmetalen? (tip: PSE) Cd, O, Ag, Cl, Hg, Li, Ne, Ar, Na, Fe, I, Mg, F ATOOMTHEORIE VAN DALTON Alle materie is opgebouwd uit atomen (kleine deeltjes) Atomen zijn ondeelbaar en onafbreekbaar (noch vernietigd, noch geschapen worden) Alle atomen van een gegeven element zijn identiek (grootte, massa, eigenschappen). Atomen van verschillende elementen hebben een andere massa en eigenschappen Tijdens een chemische reactie worden atomen niet gevormd, vernietigd of omgezet in andere types atomen (atomen zijn onveranderlijk), maar treedt er een hergroepering van atomen op Verbindingen worden gevormd door de combinatie van gehele aantallen atomen van verschillende elementen. Dezelfde elementen kunnen meer dan één verbinding vormen Knikkermodel ATOOMTHEORIE VAN DALTON Scheikundige reactie: hergroepering van atomen om nieuwe moleculen te vormen Voorbeeld Mg + 2 HCl MgCl 2 + H

5 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen ATOOMTHEORIE VAN DALTON Kritiek op atoomtheorie van Dalton Atomen zijn niet de kleinste deeltjes (bv. protonen, elektronen, neutronen, ) Atomen zijn veranderlijk: bepaalde atomen kunnen in andere atomen omgezet worden door radioactieve ontbinding (vb. uranium) Atomen zijn wel deelbaar (kernsplijting) Atomen blijven niet behouden: bepaalde atomen kunnen vernietigd worden met vrijstelling van energie in kernreacties Atomen van eenzelfde element zijn niet altijd identiek in massa aangezien er isotopen bestaan ATOOMTHEORIE VAN DALTON: OEFENINGEN Waar of niet waar? 1. Dalton stelt dat atomen onveranderlijk zijn. 2. Dalton werkte in een kerncentrale. 3. Een scheikundige reactie is een hergroepering van moleculen. 4. Dalton stelt dat atomen ondeelbaar zijn. Kernfysica: atoomtheorie van Dalton is onbruikbaar Gewone scheikunde: atoomtheorie van Dalton grotendeels bruikbaar ATOOMMASSA Hoeveel weegt 1 atoom H? A. 1,67 g B. 0,00167 g = 1, g C. 0, g = 1, g D. 0, g = 1, g E. 0, g = 1, g ATOOMMASSA (Absolute) atoommassa m van enkele atomen H 1,67 x kg C 20,04 x kg N 23,38 x kg Veel te klein om mee te werken! Relatieve atoommassa A r 1 unit = 1,67 x kg = 1 u ATOOMMASSA Formules Relatieve atoommassa Voorbeelden H 1,0079 C 12,011 N 14,0067 Absolute atoommassa A r = m atoom /u m atoom = A r. u Voorbeelden H 1,67 x kg OF 1,0079 u C 20,04 x kg OF 12,011 u N 23,38 x kg OF 14,0067 u ATOOMMASSA: OEFENINGEN 1. Geef de relatieve atoommassa van volgende 10 elementen (Tip: PSE) He, Li, Be, B, C, N, O, F, Ag, Pb Wat valt er op in relatie met het atoomnummer? 2. Geef de absolute atoommassa van volgende 5 elementen (Tip: PSE) He, C, N, O, Pb 3. Hoeveel is 1,67 x kg in g?

6 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen MOLECULEMASSA (Absolute) moleculemassa m en relatieve moleculemassa M r Optellen van atoommassa s naargelang aantal atomen Basiskennis! Voorbeeld: moleculemassa van water H 2 O Absolute atoommassa s m H: 1, kg O: 26, kg Relatieve atoommassa s A r H: 1,0079 O: 15,999 Relatieve moleculemassa M r 2 * 1, , MOLECULEMASSA: OEFENINGEN 1. Geef de relatieve moleculemassa van volgende 5 moleculen 1. HCl (zoutzuur) 2. H 2 ((di)waterstof) 3. HNO 3 (waterstofnitraat) 4. NaCl (keukenzout) 5. C 8 H 18 (octaan) 2. Geef de absolute moleculemassa van volgende 2 moleculen 1. O 2 (zuurstof) 2. CH 4 (methaan) DE MOL Aanduiding aantal deeltjes Welke deeltjes? 1 mol = 6,02 x deeltjes getal van Avogadro N A Blijft gelijk: atomen, moleculen, ionen, elektronen,... Massa van 1 mol deeltjes Massa van 1 mol deeltjes (molaire massa M) = A r of M r uitgedrukt in g Voorbeeld 1 mol water (H 2 O) 6,02 x deeltjes Relatieve moleculemassa M r (H 2 O) = 18 M (H 2 O) = 18 g/mol 27 DE MOL: OEFENINGEN 1. Waarvoor staan de volgende 3 symbolen 1. m 2. M r 3. A r 2. Wat is de eenheid van volgende 3 grootheden: 1. Molaire massa 2. Relatieve deeltjesmassa 3. Absolute deeltjesmassa 3. Hoeveel gram weegt 1. 2 mol H mol HCl mol Pb? 28 MOLECULEFORMULES MOLECULEFORMULES: OEFENINGEN 1. Waar of niet waar? 1. De index wordt steeds vóór de molecule geschreven 2. De coëfficiënt geeft aan hoeveel moleculen er zijn Coëfficient = aantalmoleculen 4 H 2 CO 3 Index Index = aantalatomenin molecule 2. Hoeveel atomen zitten er in 3 moleculen H 2 SO 4?

7 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen WETTEN VAN AVOGADRO 1 mol is steeds 6,02 x deeltjes, van om het even welke stof LET OP! Diatomaire gassen 1 mol van gelijk welk gas neemt steeds eenzelfde volume in bij gelijke temperatuur (T) en druk (p): 22,42 l bij 0 C en atmosferische luchtdruk ( Pa = 1 bar) DUS bij 0 C en Pa: 1 mol H 2 neemt 22,42 liter in 1 mol He neemt 22,42 liter in 1 mol O 2 neemt 22,42 liter in... H 2, N 2, O 2, F 2, Cl 2 Edelgassen: niet diatomair He, Ne, Ar, Kr, Xe, Rn Diatomaire stoffen die niet gasvormig zijn Br 2, I WETTEN VAN AVOGADRO: OEFENINGEN Waar of niet waar? 1. Bij 0 Pa en C neemt 1 mol van om het even welk gas exact 22,42 liter in 2. Een luchtdruk van Pa komt overeen met 1 bar CHEMISCHE REACTIE aa + bb cc + dd Reagentia Reactieproducten Stoichiometrische coëfficiënten Evenveel atomen links als rechts! Coëfficiënt 1 wordt weggelaten Mg + 2 HCl MgCl 2 + H CHEMISCHE REACTIE Richtlijnen Eens de moleculeformules juist zijn (correcte indices), mogen deze niet meer veranderd worden Voorbeeld Vervolgens dient enkel m.b.v. de coëfficiënten het gelijk aantal atomen links en rechts bereikt te worden Voorbeeld Mg en HCl reageren tot MgCl 2 en H 2 CHEMISCHE REACTIE Hoe een chemische reactie balanceren? 1. Bepaal hoeveel atomen van iedere soort er links en rechts zijn 2. Zoek één atoom (of complex ion zoals SO 4 ) dat links in slechts één molecule staat en rechts ook in slechts één molecule staat Wacht met waterstof (H) en zuurstof (O) tot op t laatste 3. Balanceer dat atoom Vermenigvuldig desnoods niet-gehele getallen (bijv. 2,5) Breng daarna alles naar gehele getallen (vermenigvuldig bijv. ganse reactie met 2) 4. Zoek het volgende atoom in onevenwicht en herhaal stap 3 voor dat atoom Mg + 2 HCl MgCl 2 + H

8 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen CHEMISCHE REACTIE: OEFENINGEN Zoek de juiste coëfficiënten bij de volgende reacties 1. HCl + NaOH NaCl + H 2 O 2. CaO + H 2 O Ca(OH) 2 3. HNO 2 + Ca(OH) 2 Ca(NO 2 ) 2 + H 2 O 4. Na + O 2 Na 2 O 5. SO 3 + H 2 O H 2 SO 4 6. HNO 3 + Ca(OH) 2 Ca(NO 3 ) 2 + H 2 O 7. HF + KOH KF + H 2 O 8. HBr + Ca(OH) 2 CaBr 2 + H 2 O 9. Al + HCl AlCl 3 + H P + O 2 P 2 O 5 PERIODIEK SYSTEEM Rangschikking van de elementen H Atomen geordend volgens toenemende atoommassa (eigenlijk atoomnummer = aantal protonen, zie later) Periodisch weerkeren van eigenschappen He Li Be B C N O F Ne Na Mg Al Si P S Cl Ar K Groep Ca Periode PERIODIEK SYSTEEM PERIODIEK SYSTEEM: GROEPEN PERIODIEK SYSTEEM: PERIODEN ELEMENTEN UIT HOOFDGROEPEN

9 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen OVERGANGSELEMENTEN LANTHANIDES EN ACTINIDES METALEN NIET-METALEN HALFMETALEN EDELGASSEN

10 Introductiecursus Bouwchemie: Moleculen en atomen HALOGENEN ALKALIMETALEN AARDALKALIMETALEN PERIODIEK SYSTEEM: OEFENINGEN Waar of niet waar? 1. Het element Zn bevindt zich in een a-groep 2. Fe, Co en Ni zitten in dezelfde groep omdat ze grote horizontale verwantschap vertonen. 3. Elementen in één periode bezitten bepaalde overeenkomsten in fysische en chemische eigenschappen. 4. Elementen in één groep bezitten bepaalde overeenkomsten in fysische en chemische eigenschappen. 5. Niet-metalen staan links in het PSE. 6. De groep van alkalimetalen bevindt zich naast die van aardalkalimetalen. 7. Het atoomnummer van een element kan afgeleid worden uit haar plaats in het PSE HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 1: Geef de naam van de volgende elementen 1. C 2. P 3. Ca 4. Ti 5. Si VRAAG 2: Geef het symbool voor de volgende elementen 1. Lithium 2. Chloor 3. Magnesium HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 3: Bepaal de molaire massa van de volgende stoffen A. Fe 2 O 3 B. BF 3 C. N 2 O VRAAG 4: Hoeveel mol zitten er in 1 g van de volgende stoffen? A. CH 3 OH B. NH 4 NO 3 VRAAG 5: Zoek de juiste coëfficiënten bij de reacties op p. 10 in de cursustekst

11 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding OVERZICHT INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE 1. Elementaire deeltjes 2. Elektronen in schillen 3. Ionbinding ionverbindingen 4. De covalente binding 5. Polaire covalente binding 6. Oxidatiegetal HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN CHEMISCHE BINDING 2 ELEMENTAIRE DEELTJES Vorige les: Atoomtheorie van Dalton Alle materie is opgebouwd uit atomen (kleine deeltjes) Atomen zijn ondeelbaar en onafbreekbaar Alle atomen van een gegeven element zijn identiek (grootte, massa, eigenschappen). Atomen van verschillende elementen hebben een andere massa en eigenschappen Tijdens een chemische reactie worden atomen niet gevormd, vernietigd of omgezet in andere types atomen (atomen zijn onveranderlijk), maar treedt er een hergroepering van atomen op Verbindingen worden gevormd door de combinatie van gehele aantallen atomen van verschillende elementen. Dezelfde elementen kunnen meer dan één verbinding vormen ELEMENTAIRE DEELTJES Vorige les: Kritiek op atoomtheorie van Dalton Atomen zijn niet de kleinste deeltjes (bv. protonen, elektronen, neutronen, ) Atomen zijn veranderlijk: bepaalde atomen kunnen in andere atomen omgezet worden door radioactieve ontbinding (vb. uranium) Atomen zijn wel deelbaar (kernsplijting) Atomen blijven niet behouden: bepaalde atomen kunnen vernietigd worden met vrijstelling van energie in kernreacties Atomen van eenzelfde element zijn niet altijd identiek in massa aangezien er isotopen bestaan Kernfysica: atoomtheorie van Dalton is onbruikbaar Gewone scheikunde: atoomtheorie van Dalton grotendeels bruikbaar 3 4 ELEMENTAIRE DEELTJES Bouwstenen van een atoom Protonen p + Neutronen n 0 Elektronen e - ELEMENTAIRE DEELTJES Symbool e - p + n 0 Atoommassa [u] Lading

12 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding ELEMENTAIRE DEELTJES Atoom is neutraal Aantal elektronen = aantal protonen Alle atomen van een element hebben hetzelfde aantal protonen in de kern Atoomnummer Z = aantal protonen in de kern van een atoom van dat element Kern bestaat uit protonen en neutronen Massagetal A = aantal protonen + neutronen in een atoom ELEMENTAIRE DEELTJES Voorbeeld X elementsymbool A massagetal Z atoomnummer Bereken het aantal elementaire deeltjes X elementsymbool A massagetal Z atoomnummer 7 8 ELEMENTAIRE DEELTJES: OEFENINGEN 1. Wat is het massagetal van een koper-atoom met 34 neutronen? 2. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen zitten er in een 59 Ni-atoom? 3. Geef het massagetal van beryllium met 5 neutronen ELEKTRONEN IN SCHILLEN Theorie van Rutherford Elektronen bewegen rond de kern (positieve kern trekt negatieve elektronen aan) Baanbeweging Ze vallen niet op de kerndoor hun bewegingsenergie 4. Geef het complete symbool voor argon met 21 neutronen 9 10 ELEKTRONEN IN SCHILLEN Theorie van Bohr Elektronen in schillen (K, L, M, N, O, P, Q) Aantal elektronen per schil is beperkt tot 2 n 2 (n = schilnummer) K-schil n = 1 hoogstens 2 e - L-schil n = 2 8 e - M-schil n = 3 18 e - N-schil n = 4 32 e - In de volgende schillen voor bekende elementen maximaal slechts 32 e - ELEKTRONEN IN SCHILLEN Naast baanbeweging (rond de kern) is er ook tolbeweging van de elektronen rond hun eigen as (spin) 2 mogelijkheden: wijzerzin of tegenwijzerzin Aanduiding spin: of 11 Indien 2 e - ( en ) elkaar voldoende dicht naderen aantrekking die afstoting door 2 negatieve ladingen overstijgt doubletten of elektronenparen 12 2

13 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding ELEKTRONEN IN SCHILLEN ELEKTRONEN IN SCHILLEN: OEFENINGEN 1. Waar of niet waar? 1. Rutherford beweert dat elektronen zich slechts in 7 schillen bevinden. 2. Elektronen bewegen rond de kern van het atoom, die bestaat uit protonen en neutronen. 2. Ga na hoeveel elektronen volgende atomen hebben in de buitenste schil? Hoeveel van deze elektronen zijn ongepaard? (Tip: zie PSE) Na, Ca, Al, Mg, C, N, P, O, F, Ar Wat kan je hieruit besluiten? VALENTIE-ELEKTRONEN VALENTIE-ELEKTRONEN Valentie-elektronen = elektronen uit de buitenste schil van een atoom Edelgassen 8 valentie-elektronen (m.u.v. He (2 e - ): stabiele octetconfiguratie of edelgasconfiguratie Atomen van andere elementen Minder dan 8 valentie-elektronen: streven naar edelgasconfiguratie door bindingen aan te gaan met andere atomen 15 VALENTIE-ELEKTRONEN Lewis weergave van valentie-elektronen Ongepaarde elektronen: punt Gepaarde elektronen: streepje VALENTIE-ELEKTRONEN: OEFENINGEN 1. Geef de Lewis-voorstelling voor volgende atomen Ca, Mg, C, N, F, Ar Eerst maximaal 4 ongepaarde elektronen, pas dan vorming van elektronenparen!

14 Opnemen van 1 e - 23 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding IONBINDING IONVERBINDINGEN Edelgassen 8 valentie-elektronen (m.u.v. He (2 e - ): stabiele octetconfiguratie of edelgasconfiguratie tevreden, willen niet veranderen, i.e. willen niet chemisch reageren Atomen van andere elementen Minder dan 8 valentie-elektronen: streven naar edelgasconfiguratie door bindingen aan te gaan met andere atomen IONBINDING IONVERBINDINGEN Ion Als atoom één of meer e - afgeeft of opneemt niet meer neutraal ion Reden: streven naar edelgasconfiguratie Metalen: leegmaken van buitenste schil (afgeven van e - ) onderliggende schil wordt buitenste schil positieve ionen (kationen) Ionbinding Covalente binding Metaalbinding Streven naar configuratie van Ne Mg Afgeven van 2 e - 20 IONBINDING IONVERBINDINGEN Ion Als atoom één of meer e - afgeeft of opneemt niet meer neutraal ion Reden: streven naar edelgasconfiguratie Metalen: leegmaken van buitenste schil (afgeven van e - ) onderliggende schil wordt buitenste schil positieve ionen (kationen) IONBINDING IONVERBINDINGEN Tweewaardig positief ion Driewaardig positief ion Positief éénwaardigion IONBINDING IONVERBINDINGEN Ion Als atoom één of meer e - afgeeft of opneemt niet meer neutraal ion Reden: streven naar edelgasconfiguratie Niet-metalen: aanvullen van buitenste schil (opnemen van e - ) negatieve ionen (anionen) IONBINDING IONVERBINDINGEN Ion Als atoom één of meer e - afgeeft of opneemt niet meer neutraal ion Reden: streven naar edelgasconfiguratie Niet-metalen: aanvullen van buitenste schil (opnemen van e - ) negatieve ionen (anionen) Streven naar configuratie van Ar Cl - 4

15 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding IONBINDING IONVERBINDINGEN IONBINDING IONVERBINDINGEN: OEFENINGEN 1. Welke ionen zullen de volgende 5 elementen vormen? O, Mg, Cl, Al, K 2. Van welk edelgas hebben de ionen in de vorige vraag de elektronenconfiguratie? 26 IONBINDING IONVERBINDINGEN Ion Sommige elementen kunnen verschillende ionen vormen (met een verschillende lading) Voorbeeld Fe 2+ ijzer(ii)-ion en Fe 3+ ijzer(iii)-ion Cu + koper(i)-ion en Cu 2+ koper(ii)-ion Monoatomisch anion = Stam van niet-metaal + -ide Monoatomisch kation = Naam van metaal + -ion Polyatomische ionen = groepen van atomen met een lading Voorbeeld NH + 4 ammonium-ion CO 2-3 carbonaat-ion SO 2-4 sulfaat-ion 27 Te kennen! 28 IONBINDING IONVERBINDINGEN Ionbinding Positieve ionen en negatieve ionen trekken elkaar aan ionbinding Na + Cl - Ionverbinding Verbinding waarin samenstellende deeltjes ionen zijn elektrontransferreactie Na + Cl - 29 IONBINDING IONVERBINDINGEN Ionverbinding is elektrisch neutraal Som van ladingen van kationen = som van ladingen van anionen Na + + Cl - NaCl 2 Na + + O 2- Na 2 O Naamgeving <Naam kation><naam anion> Na 2 O natriumoxide Indien meerdere ionen mogelijk van element, wordt lading in de naam vermeld FeCl 2 ijzer(ii)chloride Haakjes bij meer dan één polyatomisch anion 3 Ca PO 4 3- Ca 3 (PO 4 ) 2 Formule van een ion moet de ionlading dragen Na Na

16 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding IONBINDING IONVERBINDINGEN Ionroosters dichte bolstapeling IONBINDING IONVERBINDINGEN: OEFENINGEN 1. Welke ionverbindingen worden gevormd door volgende ionen? Geef ook de volledige naam. 1. F - en Cu + 2. K + en OH - 3. ClO - en Zn Fe 2+ en PO Li + en HSO HSO 3- en Ag + 7. SO 2-3 en Al NH 4+ en CO Ca 2+ en I Fe 3+ en O IONBINDING IONVERBINDINGEN: OEFENINGEN 2. Identificeer de samenstellende ionen en geef de naam van de ionen 1. NaF 2. Cu(NO 3 ) 2 3. Mg 3 (PO 4 ) 2 3. Geef de chemische formule van 1. Kaliumsulfide 2. Ammoniumfosfaat 3. Calciumhypochloriet COVALENTE BINDING Edelgassen 8 valentie-elektronen (m.u.v. He (2 e - ): stabiele octetconfiguratie of edelgasconfiguratie tevreden, willen niet veranderen, i.e. willen niet chemisch reageren Atomen van andere elementen Minder dan 8 valentie-elektronen: streven naar edelgasconfiguratie door bindingen aan te gaan met andere atomen Ionbinding Covalente binding Metaalbinding COVALENTE BINDING Ionverbinding = uitwisselen van elektronen Vaak tussen metalen en niet-metalen Covalente binding = in gemeenschap stellen van elektronen COVALENTE BINDING Twee types Gewone covalente binding = gemeenschappelijk maken van een ongepaard elektron van één atoom en een ongepaard elektron met tegengestelde spin van het andere atoom Datief covalente binding = gemeenschappelijk maken van een elektronenpaar van het ene atoom (donor) met een ander atoom (acceptor) + Tussen atomen uit rechterbovenhoek van periodiek systeem onderling en tussen deze atomen met waterstof

17 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding COVALENTE BINDING Gewone covalente binding Covalenten binding in enkelvoudige verbindingen bestaan uit zelfde atomen Enkelvoudige binding Dubbele binding Drievoudige binding Covalente binding in samengestelde verbindingen bestaan uit verschillende atomen COVALENTE BINDING Gewone covalente binding Aantal covalente bindingen Elementen uit de 7 de hoofdgroep 1 ongepaard elektron 1 covalente binding Elementen uit de 6 de hoofdgroep 2 ongepaarde elektronen 2 covalente bindingen Elementen uit de 5 de hoofdgroep 3 ongepaarde elektronen 3 covalente bindingen Elementen uit de 4 de hoofdgroep 4 ongepaarde elektronen 4 covalente bindingen COVALENTE BINDING Twee types Gewone covalente binding = gemeenschappelijk maken van een ongepaard elektron van één atoom en een ongepaard elektron met tegengestelde spin van het andere atoom COVALENTE BINDING: OEFENINGEN 1. Teken de volgende covalente verbindingen m.b.v. de Lewis-notatie O 2, F 2, N 2, HBr 2. Vul aan Bij een gewone covalente binding worden... in gemeenschap gesteld; bij een datief covalente binding zijn dit... Datief covalente binding = gemeenschappelijk maken van een elektronenpaar van het ene atoom (donor) met een ander atoom (acceptor) POLAIRE COVALENTE BINDING Gewone covalente binding tussen atomen van eenzelfde element Gelijke aantrekkingskracht op bindend elektronenpaar Bindend elektronenpaar ligt exact tussen beide atomen in Binding is apolair POLAIRE COVALENTE BINDING Elektronegativiteitswaarde ENW = maat voor de aantrekkingskracht van een bindend atoom om bindende elektronen naar zichzelf toe te trekken Onbenoemd getal tussen 0.7 en 4.1 F F Gewone covalente binding tussen atomen van verschillende elementen Ongelijke aantrekkingskracht op bindend elektronenpaar Verschuiving van bindend elektronenpaar naar atoom met grootste aantrekkingskracht voor elektronen δ Binding is polair + δ - Elektronegativiteitswaarde H δ+ Cl δ

18 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding POLAIRE COVALENTE BINDING Voorbeeld en aanduiding HCl ENW(Cl)=2.83 ENW(H)=2.1 δ + Verschuiving naar Cl toe δ - POLAIRE COVALENTE BINDING Polair covalente binding bevindt zich tussen Ionbinding (uitwisseling van elektronen) Covalente binding (elektronenpaar zuiver gemeenschappelijk) Covalente binding F F Polair covalente binding δ + H δ+ F δ- Elektronenpaar wordt meer gelijkmatig gedeeld Binding wordt minder ionisch en meer covalent δ - Ionbinding + - Na + Cl - H δ+ Cl δ POLAIRE COVALENTE BINDING: OEFENINGEN 1. Waarom hebben edelgassen geen E.N.W.? 2. Vul aan: metalen zijn elektro-... en niet-metalen zijn elektro-... Waarom is dit zo? 3. Duid met behulp van de notatie met δ aan waar de polariteit ligt van volgende bindingen HBr, O 2 OXIDATIEGETAL Oxidatie van een atoom = verwijdering van elektronen uit het atoom Reductie van een atoom = opname van elektronen door het atoom Oxidatiegetal of trap van een atoom = lading die het atoom zou hebben als alle bindingen zuiver ionisch zouden zijn (als elektronenparen in elke binding zouden worden overgedragen naar het meer elektronegatieve atoom) = (aantal elektronen dat uit een atoom verwijderd zou worden (positief) of aantal elektronen dat aan een atoom toegevoegd zou worden (negatief)) Schrijfwijze Ladingen van ionen: getal + teken Oxidatiegetallen: teken + getal O.T. van Cu 2+ is +2 of +II OXIDATIEGETAL = elektrische lading die een atoom heeft of schijnbaar heeft volgens onderstaande richtlijnen OXIDATIEGETAL: OEFENINGEN 1. Bepaal het oxidatiegetal van het onderlijnde element Al 2 O 3 De algebraïsche som van de O.T. in een neutrale verbinding is 0, in een polyatomisch ion gelijk aan de lading van het ion Voor ionen bestaande uit één enkel atoom is het O.T. gelijk aan de lading van het ion Elk atoom in elementaire toestand heeft een O.T. = 0 (H 2, Na) O.T. van H is +I (tenzij 0) in de meeste verbindingen O.T. van O is II (tenzij 0) in de meeste verbindingen O.T. van alkalimetalen is +I (tenzij 0), aardalkalimetalen +II (tenzij 0) H 2 SO 4 HClO 3 PO 4 3- Ca Fe

19 Introductiecursus Bouwchemie: Atoombouw en chemische binding HERHALINGSOEFENINGEN HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 1: Geef het massagetal van volgende atomen A. Titanium met 26 neutronen B. Gallium met 39 neutronen VRAAG 4: Geef de formule van Waterstofnitraat Koper(I)sulfiet VRAAG 2: Hoeveel elektronen, protonen en neutronen zitten er in een atoom A. 40 Ca B. 119 Sn C. 244 Pu VRAAG 5: Geef de naam van (NH 4 ) 2 CO 3 Mg(NO 2 ) 2 VRAAG 3: Geef het aantal valentie-elektronen voor Ba, As en Br. Teken de Lewis formule voor elk element HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 6: Welk van onderstaande formules is niet correct? KCl HERHALINGSOEFENING VRAAG 7: Vul onderstaande tabel in MgCl 2 CuSO 4 Ba +2 O -2 CaS ZnBr 2 AgBr 2 Al 2 (SO 4 ) 3 BaOH 2 Na + Ca 2+ nitraat sulfaat chloride Fe HERHALINGSOEFENING VRAAG 8: Bepaal de O.T. van het onderlijnde element MnO 4 - CO 3 2- Cr 2 O 7 2- ClO 4 - Fe Fe 2 O 3 H 3 PO 4 NO

20 Introductiecursus Bouwchemie: Stoichiometrie OVERZICHT INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen met reactievergelijkingen Hoofdstuk 3: oefeningen HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 2 BASISGROOTHEDEN EN EENHEDEN Herhaling Massa Atoomniveau Absolute atoommassa m [kg], [g] of [u] Relatieve atoommassa A r Geen eenheden Opzoeken in tabellen Moleculeniveau Absolute moleculemassa m [kg], [g], [u] Relatieve moleculemassa M r Geen eenheden Optellen van absolute en relatieve atoommassa's Mol u = 1, kg 1 mol = 6,02 x deeltjes (Getal van Avogadro N A ) Molaire massa M BASISGROOTHEDEN EN EENHEDEN: OEFENINGEN 1. Vul volgende tabel aan Grootheid Symbool Eenheden HCl NH 4 + Absolute deeltjesmassa m kg, g of u...?...? Relatieve deeltjesmassa Ar, Mr -...?...? Molaire massa M g/mol...?...? Tip: voor ionmassa s neemt men de atoommassa s van de aanwezige atomen en houdt geen rekening met de afgestane of opgenomen elektronen, omdat hun massa toch verwaarloosbaar is 1 mol gas bij 0 C en 1,013 x 10 5 Pa 22,42 l = 0,02242 m³ 3 4 BEREKENING VAN HET AANTAL MOL Delen van massa door de molaire massa BEREKENING VAN HET AANTAL MOL: OEFENINGEN 1. Vul volgende formules aan n = = m [g] M [ ] Delen van volume (gassen) door molvolume (22,42 l/mol onder n.o.) n = = V [ ] V M [ ] Delen van het aantal deeltjes door het molgetal (6, deeltjes/mol) 2. Hoeveel mol is 100 g NaCl? 3. Hoeveel mol is 6 l O 2 onder normale omstandigheden? 4. Hoeveel mol is moleculen water? n = N [ ] = N A [ ] 5 6 1

21 Introductiecursus Bouwchemie: Stoichiometrie BEREKENINGEN IN NIET-NORMALE OMSTANDIGHEDEN Normale omstandigheden Temperatuur: 0 C ( K) Druk: Pa 1 mol gas 22,42 l Niet-normale omstandigheden: gaswet of p. V n. R. T BEREKENINGEN IN NIET-NORMALE OMSTANDIGHEDEN: OEFENINGEN 1. Hoeveel m³ is 10 l? 2. Hoeveel K is 20 C? 3. Hoeveel Pa is 2 bar? 4. Wat is het volume van 1 mol O 2 bij 0 C en Pa? 5. Is het volume van 1 mol O 2 bij 20 C en 2 bar kleiner of groter dan dit uit oefening 4? 6. Leid de waarde van de gasconstante af uit het feit dat je weet dat 1 mol gas bij 0 C en 1 bar 22,42 l inneemt. n: aantal mol R: universele gasconstante 8,31 J/mol.K T: temperatuur (Kelvin) T [K] = T [ C] + 273,15 V: volume (m³) V [m³] = V [l] / 1000 p: druk (Pa) p [Pa] = p [bar] x BEREKENINGEN IN NIET-NORMALE OMSTANDIGHEDEN: OEFENINGEN 7. Waar of niet waar? 1. Bij stijgende temperatuur en gelijkblijvende druk krimpt een gas in volume. 2. Bij stijgende druk en gelijkblijvende temperatuur neemt een gas minder volume in. 3. Wanneer een gas bij gelijkblijvende druk compacter gemaakt wordt, neemt de temperatuur van het gas toe. BEREKENINGEN MET REACTIEVERGELIJKINGEN Reactievergelijking Verhouding waarin de deeltjes met elkaar reageren of gevormd worden Voorbeeld Zn + 2 HCl ZnCl 2 + H 2 Hoeveel g HCl is er nodig om 5 g zink volledig te laten weg reageren? 9 12 BEREKENINGEN MET REACTIEVERGELIJKINGEN: OEFENINGEN HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 1: Wat is de massa in g van 2.5 mol aluminium? 1. Bereken hoeveel g koolstof (C) en zuurstof (O 2 ) er nodig is om 44 g CO 2 te vormen. Tip: bepaal eerst de reactievergelijking en vervolgens met hoeveel mol 44 g CO 2 overeenstemt VRAAG 2: Hoeveel mol zit er in 454 g zwavel? VRAAG 3: Wat is de massa in g van 1. 5 mol O mol NaOH 3. 3 mol NO

22 Introductiecursus Bouwchemie: Stoichiometrie HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 3: Hoeveelheid stof Een regendrup bevat ongeveer 0.05 g water en dus Hoeveel moleculen water? Hoeveel atomen O? HERHALINGSOEFENINGEN Los de volgende oefeningen op op p. 32 van de cursus Begin met 1, 3, 7, 9, 13, 14, 15, 16 VRAAG 4: Hoeveelheid stof Vinylchloride CH 2 CHCl vormt de basis van verschillende belangrijke plastics (PVC) en vezels A. Bepaal de molaire massa B. Hoeveel g koolstof zitten er in 454 g vinylchloride?

23 Introductiecursus Bouwchemie: Chemische functies OVERZICHT INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE 1. De zuren 2. De basen 3. De zouten 4. De oxiden HOOFDSTUK 4: CHEMISCHE FUNCTIES 2 ZUREN Zuren bevatten waterstof en vormen in water H + -ionen Voorbeelden HCl H + + Cl - HNO 3 H + + NO - 3 H 2 SO 4 2 H + + SO 2-4 ZUREN Eigenschappen en toepassingen in bouw Reageren met indicatoren bepaalde kleur kunnen zo gedetecteerd worden lakmoes fenolftaleïne Tasten sommige metalen aan (i.e. reageren ermee) Mg + 2 HCl MgCl 2 + H ZUREN Eigenschappen en toepassingen in bouw HCl tast cementverbindingen aan mortelresten verwijderen BASEN Basen bevatten meestal hydroxide-ion(en) en vormen in water OH - -ionen Voorbeelden NaOH Na + + OH - KOH K + + OH - Zuren tasten CaCO 3 (o.a. in marmer en kalkzandsteen) aan NH 3 + H 2 O NH 4+ + OH - (opm.: NH 3 bevat geen OH -, maar maakt dit wel vrij in water) 5 6 1

24 Introductiecursus Bouwchemie: Chemische functies BASEN Eigenschappen en toepassingen in bouw Reageren met indicatoren bepaalde kleur kunnen zo gedetecteerd worden ZOUTEN Bij zouten wordt de waterstof van de zuren vervangen door een metaal Voorbeelden NaCl K 2 SO 4 lakmoes Lossen vetten op zepen Logen van hout fenolftaleïne Vorming van zouten zuur + base zout + H 2 O HCl + NaOH NaCl + H 2 O zuur + metaal zout + H 2 Toepassingen in de bouw 2 HCl + Zn ZnCl 2 + H 2 Gips (CaSO 4 ) Hoofdbestanddeel van marmer en kalkzandsteen (CaCO 3 ) 7 8 OXIDEN Oxiden zijn binaire zuurstofverbindingen Binair = twee atoomsoorten, waarvan één dus O Voorbeelden CaO: calciumoxide (ongebluste kalk) CO 2 : koolstofdioxide CO: koolstofmonoxide Eigenschappen Metaaloxiden + water base Voorbeeld: blussen van ongebluste kalk CaO + H 2 O Ca(OH) 2 HOOFDSTUK 4: OEFENINGEN 1. Waar of niet waar? 1. Zuren kunnen metalen aantasten. 2. Zuren reageren met vetten tot zepen. 3. Een zout kan met een zuur reageren tot een base. 4. Metaaloxiden vormen samen met water basen; dit komt doordat metaalionen positief geladen zijn en de hydroxide-groep van een base negatief geladen. 2. Schrijf de reactie tussen diwaterstofsulfaat en calciumhydroxide Niet-metaaloxiden + water zuur Voorbeeld: SO 2... H 2 SO 4 (zure regen)

25 Introductiecursus Bouwchemie: Organische chemie OVERZICHT INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen 7. Alkanalen en alkanonen, of aldehyden en ketonen HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE 2 STRUCTUUR VAN KOOLSTOFATOOM Koolstof heeft 4 ongepaarde elektronen in buitenste schil STRUCTUUR VAN KOOLSTOFATOOM Meest eenvoudige structuren Covalente bindingen van C en H koolwaterstoffen C zal zich omringen door 4 covalente bindingen met andere C s met O, N, halogeen (groep VIIa, bijv. Cl), S,... C s kunnen onderling ook dubbele en zelfs driedubbele bindingen hebben Organische chemie 4 bindingsstreepjes in structuurformules! 3 4 STRUCTUUR VAN KOOLSTOFATOOM: OEFENINGEN 1. Op het C-atoom worden, naast H-atomen, soms ook O-, N-, S- of halogeen-atomen gebonden. Geef de Lewis-notatievoor deze atomen en geef aan door hoeveel bindingsstreepjes zij omringd moeten worden. O, N, S, Cl 2. Waarom is de binding tussen 2 koolstofatomen zuiver covalent? CHEMISCHE FORMULES Moleculaire formule Gecondenseerde structuurformule Structuurformules Stereo projectie Moleculair model 5 6 1

26 Introductiecursus Bouwchemie: Organische chemie CHEMISCHE FORMULES: OEFENINGEN 1. Geef de structuurformule van CH 4 CH 3 CH 2 CH 2 CH 3 CH 3 OH ISOMERIE Anorganische scheikunde Meestal eenvoudige moleculaire structuur Chemische formule geeft Atoomsoorten Onderlinge verhouding Geen aanduidingen over de manier waarop en volgorde waarin de atomen onderling gebonden zijn Voorbeeld NaCl H 2 SO 4 Organische scheikunde Vaak zelfde moleculaire formule voor verschillende stoffen met totaal verschillende eigenschappen 7 8 ISOMERIE CHEMISCHE FORMULES Voorbeeld: C 2 H 6 O Moleculaire formule Dimethylether CH 3 - O - CH 3 Gas Behoort tot dezelfde reeks stoffen als het farmaceutische ontsmettingsmiddel "ether" Gecondenseerde structuurformule Structuurformules Ethanol Vloeistof Alcohol in dranken CH 3 - CH 2 - OH Stereo projectie Isomerie = stoffen met dezelfde moleculaire formule maar verschillende structuurformule 9 Moleculair model 11 ISOMERIE: OEFENINGEN 1. Waar of niet waar? 1. Met moleculaire formules alleen kun je in de organische scheikunde niet altijd op eenduidige wijze een stof bepalen. 2. De moleculeformule C 3 H 8 kan met behulp van verschillende structuurformules worden getekend: isomerie is van toepassing. VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN = verbindingen, die uitsluitend C en H bevatten, terwijl de molecule geen waterstofatomen meer kan opnemen en dus verzadigd is met waterstof Enkel C en H Enkel enkelvoudige bindingen 2. Bepaal het aantal structuurisomeren van C 5 H 12 en teken de structuurformules ervan. C n H 2n+2 Niet-vertakt of vertakt

27 Introductiecursus Bouwchemie: Organische chemie VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN Naamgeving bij niet vertakte ketens Naamgeving bij niet vertakte ketens n = 1 CH 4 methaan n = 5 C 5 H 12 pentaan 6 C 6 H 14 hexaan 2 C 2 H 6 ethaan 7 C 7 H 16 heptaan 3 C 3 H 8 propaan 8 C 8 H 18 octaan 9 C 9 H 20 nonaan 4 C 4 H 10 butaan 10 C 10 H 22 decaan Te kennen! 14 Te kennen! 15 VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN Alkylgroepen Normale ketens = atoomgroepen, die 1 waterstofatoom minder bevatten dan de alkanen C n H 2n+1 - Naamgeving Algemene naam: alkyl Uitgang -aan vervangen door -yl Voorbeelden CH 3 - C 2 H 5 - methyl- ethyl- Vertakte koolstofketens De alkylgroepen kunnen nooit zelfstandig bestaan, komen alleen voor in een verbinding VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN Geen isomerie bij VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN Wel isomerie bij andere alkanen CH 4 methaan C 4 H 10 C 2 H 6 ethaan C 3 H 8 propaan 18 Butaan Kookpunt: 0,6 C Methylpropaan Kookpunt: 19-10,2 C 19 3

28 Introductiecursus Bouwchemie: Organische chemie VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN Naamgeving bij vertakte ketens Hoofdketen Langste normale keten, die in de molecule voorkomt Naam is hiervan afgeleid Koolstofatomen van deze keten worden genummerd VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN: OEFENINGEN 1. Wat is de naam van volgende stoffen? Zijketen Plaats van zijketen wordt aangeven door het laagste nummer van het koolstofatoom in de hoofdketen, waaraan de zijketen verbonden is 2-methylpentaan VERZADIGDE KOOLWATERSTOFFEN OF ALKANEN: OEFENINGEN 2. Waarom? Waarom komen alkylgroepen nooit zelfstandig voor? Waarom gebruik je voor methylbutaan geen nummering om aan te duiden waar de methylgroep zich bevindt? 3. Teken de structuurformule van volgende stoffen 3 methylpentaan 2,2,4 trimethylheptaan ALKENEN = bevatten een dubbele C-C-binding (onverzadigd) C n H 2n Naamgeving Afgeleid van alkanen: -aan vervangen door -een n = 2 C 2 H 4 CH 2 = CH 2 etheen n = 3 C 3 H 6 CH 3 - CH = CH 2 propeen ALKENEN 2 mogelijkheden tot isomerie Door de plaats van de dubbele binding CH 2 = CH - CH 2 - CH 3 CH 3 - CH = CH - CH 3 1 buteen 2 buteen Door vertakkingen ALKENEN Toepassingen en eigenschappen Polymerisatie aan elkaar rijgen van monomeren: dubbele binding van monomeer valt hierbij uit elkaar n A A n n monomeren polymeer Voorbeeld Etheen Na polymerisatie PE (polyetheen of polyethyleen) CH 3 - CH = CH - CH 3 2 buteen 2 methylpropeen Dubbele binding krijgt voorrang bij keuze van nummering: dubbele binding krijgt kleinste getal en langste keten moet dubbele binding bevatten 24 CH 2 = CH 2 + CH 2 = CH 2 + CH 2 = CH 2 + CH 2 - CH 2 CH 2 - CH 2 - CH 2 of - [ CH 2 CH 2 ] n

29 Introductiecursus Bouwchemie: Organische chemie ALKENEN: OEFENINGEN 1. Waarom gebruik je voor propeen geen nummering om aan te duiden waar de dubbele binding zich bevindt? ALKENEN 4. Geef de naam van volgende molecule 2. Vanaf welke alkeen is dit wel noodzakelijk? 3. Teken de structuurformules van de volgende stoffen 2-penteen 2-methyl-2-buteen 5. Stellen onderstaande formules dezelfde stoffen voor? Welke? ALKYNEN = bevatten een drievoudige C-C-binding C n H 2n-2 ALCOHOLEN = alkanen waarbij 1 (of meerdere) waterstoffen vervangen zijn door een - OH groep C n H 2n+1 - OH Naamgeving Afgeleid van alkanen: -aan vervangen door -yn n = 2 C 2 H 2 ethyn n = 3 C 3 H 4 propyn Isomerie mogelijk door Plaats van de drievoudige binding Vertakkingen CH 3 OH CH 3 - CH 2 OH methanol ethanol ALCOHOLEN Isomerie mogelijk door Door de plaats van de OH - groep CH 3 - CH 2 - CH 2 - OH 1-propanol CH 3 CHOH - CH 3 2-propanol ALCOHOLEN: OEFENINGEN 1. Welke van de volgende alcoholen is giftig en welke is drinkbaar: methanol en ethanol? Schrijf de structuurformules 2. Geef de structuurformules van volgende stoffen: 1. 2-butanol 2. 3-methyl-2-butanol 3. Waarom is 3-ethyl-2-butanol geen correcte naam? Hoe heet deze stof dan wel? Door de plaats van de vertakking OH-groep krijgt voorrang bij keuze van nummering : Langste keten moet OH-groep bevatten en OH-groep krijgt kleinste getal

30 Introductiecursus Bouwchemie: Organische chemie ALDEHYDEN (ALKANALEN) Aldehyde groep KETONEN (ALKANONEN) Carbonyl groep C=O C-O dubbele binding Midden in de keten R R Naamgeving Naam van overeenkomstige alkaan met uitgang al Naamgeving Naam van overeenkomstige alkaan met uitgang -on H - CO - H methanal (formaldehyde) CH 3 - CO - CH 3 propanon of aceton CH 3 - CO - H ethanal (acetaldehyde) CH 3 - CO - CH 2 - CH 3 butanon HERHALINGSOEFENINGEN HERHALINGSOEFENINGEN VRAAG 1: Teken de structuurformule van volgende stoffen: 3 ethyl 2,2,5 trimethylheptaan 4 ethyl 5 methyl 2 hexyn 4,4 dimethyl2 pentanol VRAAG 4: Welke stoffen worden voorgesteld? A VRAAG 2: Welke alcoholen beantwoorden aan de formule: C 4 H 9 OH? C VRAAG 3: Geef de naam van alle structuurisomeren van het alkeen C 5 H 10 en teken de structuurformules. B D

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN CHEMISCHE BINDING

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN CHEMISCHE BINDING INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN CHEMISCHE BINDING OVERZICHT 1. Elementaire deeltjes 2. Elektronen in schillen 3. Ionbinding ionverbindingen 4. De covalente binding 5. Polaire covalente

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN 1 OVERZICHT 1. Zuivere stof, moleculen en atomen 1. Moleculeformules 2. Elementen 3. Atoomtheorie 4. Atoommassa 5. Moleculemassa

Nadere informatie

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie Onderstaand overzicht geeft in grote lijnen weer welke kennis er van je verwacht wordt bij aanvang van een studie bachelor Geografie. Klik op een onderdeel om een meer gedetailleerde inhoud te krijgen

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek

Nadere informatie

Atoommodel van Rutherford

Atoommodel van Rutherford Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij

Nadere informatie

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1 Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten

Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Teken de structuurformule van salpeterigzuur HNO 2 en van salpeterzuur HNO 3 : Doevoor jezelf telkens ook de controles! Controles HNO 2 : - 2x6 e - (2 O)

Nadere informatie

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE Actieve steun Vlaamse Chemie Olympiade UAntwerpen K.U.Leuven K.U.Leuven Kulak UGent UHasselt VUB BNV KVCV VOB KBIN VeLeWe 29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE Sponsors 16 november 2011 Gewest Brussel

Nadere informatie

Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4)

Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4) Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4) 1. Atoommodel van Bohr Uitgaande van het atoommodel van Rutherford (kern bestaande uit protonen en neutronen met daaromheen een elektronenwolk)

Nadere informatie

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern. 1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit

Nadere informatie

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING

Cursus Chemie 2-1. Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING Cursus Chemie 2-1 Hoofdstuk 2: Chemische bindingen 1. INLEIDING In hoofdstuk 1 hebben we geleerd over de atoombouw. De atoomstructuur bepaalt de chemische en fysische eigenschappen van de stoffen. In chemische

Nadere informatie

Helium atoom = kern met 2 protonen en 2 neutronen met eromheen draaiend 2 elektronen

Helium atoom = kern met 2 protonen en 2 neutronen met eromheen draaiend 2 elektronen Cursus Chemie 1-1 Hoofdstuk 1 : De atoombouw en het Periodiek Systeem 1. SAMENSTELLING VAN HET ATOOM Een atoom bestaat uit: een positief geladen kern, opgebouwd uit protonen en neutronen en (een of meer)

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,

Nadere informatie

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Elementen; atomen en moleculen

Elementen; atomen en moleculen Elementen; atomen en moleculen In de natuur komen veel stoffen voor die we niet meer kunnen splitsen in andere stoffen. Ze zijn dus te beschouwen als de grondstoffen. Deze stoffen worden elementen genoemd.

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties

HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties Nadat je dit hoofdstuk verwerkt heb, kun je de volgende vragen beantwoorden: - Wat is de massa van een molecule H 2 SO 4? Van een Fe 2+ -ion? - Hoeveel

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG Klas 4 GT Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG De kracht van het atoom Een atoom bevat enorme krachten proefwerkstof Proefwerk 14-10-05 Nask2 3(4) VMBO TG deel B hoofdstuk3 Hoofdstuk 4 atomen en ionen blz2 tot

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

PARATE KENNIS CHEMIE 6 de JAAR

PARATE KENNIS CHEMIE 6 de JAAR PARATE KENNIS CHEMIE 6 de JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

3 Atoommodellen Waaruit bestaat een atoom? Rangschikking van de elementen Atoommassa, molecuulmassa en molaire massa...

3 Atoommodellen Waaruit bestaat een atoom? Rangschikking van de elementen Atoommassa, molecuulmassa en molaire massa... Inhoudsopgave 3 modellen... 27 3.1 Het atoommodel van Dalton, John (1766-1844)...27 3.2 Het atoommodel van Thomson, Joseph John (1856-1940).27 3.3 Het atoommodel van Rutherford, Ernest (1871-1937)..27

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3 Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000

Nadere informatie

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel

Nadere informatie

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke

Nadere informatie

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke

Nadere informatie

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0. 5. Chemisch rekenen 1. Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa-eenheid die we voor atomen gebruiken is u (unit). 1 27 1 u 1,66 10 kg m 6 C-nuclide m(h) = 1,0 u m(o) = 16,0 u m(c)

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa

Nadere informatie

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? Wat zijn anorganische of minerale stoffen? A. Deze stoffen komen hoofdzakelijk voor in de niet-levende natuur. In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? B. 4 Welk van deze stofklassen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken. Basiskennis 5 chemie 3 de graad, 1 ste jaar = 5avv, 5av, 5bv 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische

Nadere informatie

5.2.5 - atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem;

5.2.5 - atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem; Leergebied: groep Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 3.5.3 - op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen waarvan de enkelvoudige stoffen overeenkomstige chemische eigenschappen hebben, onder elkaar

Nadere informatie

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE THEORIE UIT EXPERIMENTEN ONDERBOUW TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE TABEL 1 DICHTHEID (bij 25 C) gram per cm 3 = g cm -3 aardgas 0,00076 alcohol 0,8 aluminium 2,7 broom 3,1 butagas 0,0024 eikenhout

Nadere informatie

Algemene Scheikunde. Academiejaar

Algemene Scheikunde. Academiejaar 1 Algemene Scheikunde Academiejaar 2013-2014 2 Deel 1 Bouw van de materie 3 I. Inleidende begrippen Scheikunde bestudeert materie eigenschappen van materie veranderingen van materie energieveranderingen

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2010 woorden 31 maart 2010 5,5 57 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 1: De bouw van stoffen

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4 Koolstofchemie I Scheikunde Havo 4 2.4 Alkanen en alkenen alkanen ruimtelijke bouw van de moleculen isomerie naamgeving toepassingen alkanen (zelf doornemen) onvolledige verbranding (zelf doornemen) alkenen

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

Extra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008

Extra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie

Nadere informatie

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H

Nadere informatie

Verbetering Chemie 1997 juli

Verbetering Chemie 1997 juli www. Verbetering Chemie 1997 juli Vraag 1 Reactievergelijking: Fe 2 O 3 + 2 Al Al 2 O 3 + 2 Fe Molaire massa s: Fe 2 O 3 : ( 2 x 55,9) + (3 x 16,0) = 159,8 g mol -1 Al: 27 g mol -1 Hoeveelheid stof: Fe

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 5170 woorden 14 januari 2016 7,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Periode 2 Toetsstof: HS.3 (Par.

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden 2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MVO- C l EXMEN MDDELBR LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1984 MVO-C Vrijdag 4 mei, 9.00-11.00 uur SCHEKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt de volgende

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M? Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen

Nadere informatie

Samenvattingen koolstofchemie

Samenvattingen koolstofchemie Samenvattingen koolstofchemie Algemeen Notaties Structuurformule: Een structuurformule is een getekende weergave van een molecuul waar alle verbindingen te zien zijn. Voorbeelden: 4.3C op bladzijde 134

Nadere informatie

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen. Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen.

12 - het symbool schrijven als de naam gegeven is en de naam noemen als het symbool gegeven is van minstens twintig elementen. Leergebied: element Leerplannen LP Chemie 2e gr ASO VVKSO (studierichtingen zonder component wetenschappen) 5.1.1.2 - B5 Chemische elementen in stoffen - Vanuit experimentele waarnemingen samengestelde

Nadere informatie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Biologie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Biologie Onderstaand overzicht geeft in grote lijnen weer welke kennis er van je verwacht wordt bij aanvang van een studie bachelor Biologie. Klik op een onderdeel om een meer gedetailleerde inhoud te krijgen van

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

IV. Chemische binding

IV. Chemische binding 1 IV. Chemische binding Waarom worden chemische bindingen gevormd? 2 zie ook Hoofdstuk 9 0 0 E = 0: kernen + elektronen; geen interactie/in rust QM atoommodel atomen gasfase C, H, H, H, H gasfase Energie

Nadere informatie

Basis chemie Chemie 6 (2u)

Basis chemie Chemie 6 (2u) Inhaallessen Basis chemie Chemie 6 (2u) Deze slides voor de inhaallessen worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Alle oefeningen worden

Nadere informatie

met voorbeelden en aan de hand van de begrippen molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;

met voorbeelden en aan de hand van de begrippen molecule en atoom, uitleggen wat een formule is; Leergebied: mol Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 2.2 - de aggregatietoestanden van water beschrijven en verklaren door een verschillende beweeglijkheid van de samenstellende deeltjes (moleculen,...);

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende

Nadere informatie

Metalen & opfris molberekeningen. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Metalen & opfris molberekeningen. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 1842016 Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2 Zelfstudieopdrachten Deze les Metalen Opfrissen molberekeningen Zelfstudieopdrachten Samenvatting Vragen Huiswerk Zelfstudieopdrachten

Nadere informatie

Cursus Chemie 3-1. Hoofdstuk 3: Zuren, basen en zouten 1. INLEIDING

Cursus Chemie 3-1. Hoofdstuk 3: Zuren, basen en zouten 1. INLEIDING Cursus Chemie 3-1 Hoofdstuk 3: Zuren, basen en zouten 1. INLEIDING Gedurende de geschiedenis van de scheikunde is er gepoogd om op allerlei manieren een classificatie van de verbindingen op te stellen.

Nadere informatie

Mens erger je niet: chemistry edition

Mens erger je niet: chemistry edition Mens erger je niet: chemistry edition Behandelde leerstof: Het spel gaat over het thema: gedrag van stoffen in water. Inhoud: Het spel Mens erger je niet: chemistry edition bevat: - 1 spelbord - 1 dobbelsteen

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 2 Atoombouw bladzijde 1 Opgave 1 Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende atomen? 7 3Li 11 5B 16 8O 36 17Cl 27 13Al In het symbool A ZX geldt: n p e 7 3Li 4 3 3 A geeft het

Nadere informatie

Relatieve massa. t.o.v. de atoommassaeenheid. m(kg) ,66 10 kg

Relatieve massa. t.o.v. de atoommassaeenheid. m(kg) ,66 10 kg . Atoombouw. Atoom Sommige Griekse filosofen (Democritus 4 v.c.) waren er al van overtuigd dat alle materie opgebouwd is uit massieve niet meer te delen bollen, de atomen. Dalton (88) kon op wetenschappelijke

Nadere informatie